ONTWERP – BESLUIT COLLEGEBESLUIT
Nummer: INT10\ Burgemeester en wethouders van Dalfsen; dat er een aanvraag om tijdelijke ontheffing en bouwvergunning is ingediend voor het plaatsen van Blok-Units ten behoeve van kinderopvang en BSO (buitenschoolse opvang) als nevenactiviteit bij het agrarisch bedrijf op het perceel Hofmanssteeg 7 in Dalfsen, kadastraal bekend gemeente Dalfsen, sectie Q, nummer 142; dat voor dit perceel op grond van voornoemd bestemmingsplan de bestemming “agrarisch cultuurgebied” met de nadere aanduiding 'agrarisch bedrijf 1' van toepassing is; dat het gebruik en de dakhelling van de tijdelijke units niet passen binnen de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Dalfsen en hiervoor een ontheffing nodig is; een herziening van het bestemmingsplan in voorbereiding is en dat vooruitlopend hierop is gevraagd om tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan dat nu nog geldt, zodat de eerste fase van de plannen kan worden gerealiseerd; dat voor landschappelijke inpassing en erfinrichting een landschapsplan is opgesteld; dat de units in de kleuren donkergroen of donkergrijs tijdens de ontheffingsperiode geplaatst worden op het perceel Hofmanssteeg 7 in Dalfsen; dat de tijdelijke ontheffing aanvaardbaar is op basis van de bij dit besluit behorende toelichting omschreven argumenten en dat de tijdelijkheid van het project voldoende is aangetoond; overwegende dat van 28 juli 2010 tot en met 7 september 2010 het ontwerp van de tijdelijke ontheffing “Bestemmingsplan Buitengebied Dalfsen” met bijbehorende stukken ter inzage heeft gelegen; dat er PM zienswijzen zijn ingediend; de tijdelijke ontheffing en de bouwvergunning samen één procedure hebben doorlopen; dat op grond van artikel 48, tweede lid van de Woningwet voor de aanvraag geen redelijke eisen van welstand gelden, omdat het hier een bouwwerk betreft als bedoeld in artikel 45, eerste lid, sub d van de wet; de tijdelijke ontheffing voor ten hoogste 5 jaar kan worden verleend en dat na deze maximale ontheffingsperiode degene aan wie de ontheffing is verleend of zijn rechtsopvolger onder algemene titel verplicht is de met het bestemmingsplan strijdige situatie ongedaan te maken of met het bestemmingsplan in overeenstemming te brengen; op basis van de door aanvrager overhandigde stukken is gebleken dat het bouwplan niet in strijd is met de gemeentelijke bouwverordening en/of het Bouwbesluit 2003; gelet op het bepaalde in artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening;
BESLUITEN
1. Tijdelijk ontheffing te verlenen op basis van artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening, overeenkomstig de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0148.BDlfstijdHofm-on01 met de bijbehorende bestanden, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke ontleend is aan de GBKN versie van 6 juli 2010 en te verlenen voor een periode van vijf jaar onder de voorwaarde dat: a. Landschappelijke inpassing conform landschapsplan onverwijld en in ieder geval binnen 6 maand na plaatsing van de units plaatsvindt; b. De tijdelijke units tijdens de ontheffingsperiode donkergrijs of donkergroen van kleur zijn; c. Voor de aflooptermijn van 5 jaar de strijdige situatie opgeheven is danwel als de bebouwing voor kinderopvang en/of BSO conform landschapsplan is opgericht en in gebruik genomen. 2. Bouwvergunning te verlenen voor de uitvoering van in bovengenoemde aanvraag onder voorwaarde dat wordt gebouwd overeenkomstig de voorschriften van het Bouwbesluit 2003 en de bouwverordening zoals opgenomen in de bijlagen van dit besluit.
Dalfsen, … september 2010 namens burgemeester en wethouders van Dalfsen,
Ing. J. Webbink hoofd afdeling Milieu en Bouwen
Algemene wet bestuursrecht De ontheffing wordt tegelijkertijd met de bouwvergunning gepubliceerd op de gemeentelijke informatiepagina van KernPUNTEN in het plaatselijk weekblad De Dalfser Marskramer en op onze website www.dalfsen.nl. Beide besluiten hebben de uitgebreide procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gevolgd. U of andere belanghebbenden kunnen tegen beide besluiten tegelijkertijd, rechtstreeks beroep instellen bij de Rechtbank Zwolle, Sector Bestuursrecht, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle. Beide besluiten worden namelijk als één besluit aangemerkt. Er geldt een gecombineerde beroepsmogelijkheid. Verder kan de belanghebbende indien onverwijlde spoed en de betrokken belangen dat eisen, de Voorzieningenrechter van de Rechtbank schriftelijk verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen. Bij dit verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden meegestuurd. Voor het indienen van een beroepschrift en een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd. Er bestaat geen mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift.
VOORWAARDEN EN VOORSCHRIFTEN Behorende bij de bouwvergunning van Mevrouw K. Noordman, voor het geheel plaatsen van een kinderdagverblijf (de Kleine Kornuiten) met een instandhoudingstermijn van 5 jaar aan de Hofmanssteeg 7A in Dalfsen (kadastraal bekend Gemeente Dalfsen, sectie Q, nummer 142). Bouwbesluit Op het bouwwerk zijn van toepassing de technische voorschriften van het Bouwbesluit 2003 met daarbij de volgende voorwaarden: Art. 2.56
Een te bouwen bouwwerk heeft een zodanige verlichtingsinstallatie dat het bouwwerk veilig kan worden verlaten, sociaal veilig en bruikbaar is. Toelichting: er moet een verlichtingssterkte zijn van 10 Lux.
Art. 2.103
Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat de uitbreiding van brand voldoende wordt beperkt. Toelichting: • doorvoeringen - voor kanalen, kabels, kabelgoten, kokers en dergelijke - door brandwerende constructies, moeten zodanig zijn dat de vereiste brandwerendheid niet door de doorvoering wordt aangetast. Van het toe te passen afdichtingsysteem moet een rapport worden overlegd waaruit blijkt dat aan de gestelde eis is voldaan; • van het samenstel van deur/kozijn/wand combinaties met een brandwerende functie moet worden aangetoond dat ze voldoen aan de gestelde wbdbo eis. Van het bedrijf Theuma is een certificaat bijgevoegd van binnendeuren. Het attest bestaat uit acht bladzijden maar die ontbreken; • holle ruimtes tussen de units moeten worden opgevuld met onbrandbaar materiaal zoals bijvoorbeeld minerale wol. Om te kunnen vaststellen dat dit goed gebeurt moet u vóór plaatsing – doch in elk geval voordat deze holle ruimtes worden afgewerkt – dit melden bij de buitendienst van de afdeling bouwen.
Art. 2.125
Een te bouwen bouwwerk is zodanig dat het zich snel ontwikkelen van rook voldoende wordt beperkt. Toelichting: Rook beperkt in ernstige mate de vluchtkansen, daarom mag een materiaal niet teveel rook produceren. Te gebruiken materialen mogen bij brand geen grotere rookdichtheid produceren dan 10m¯¹ bepaald overeenkomstig NEN 6066, dit komt overeen met de Europese norm EN13501-1 klasse s2. Dit mag later worden aangetoond.
Art. 2.153
Een te bouwen bouwwerk heeft voldoende vluchtroutes waarlangs bij brand een veilige plaats kan worden bereikt. Toelichting: De vluchtroute moet zodanig zijn zonder dat deuren worden gepasseerd die met een sleutel moeten worden geopend. De aangewezen deuren moeten van binnenuit zonder sleutel kunnen worden geopend.
Art. 2.190
Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige voorzieningen voor de bestrijding van brand dat brand binnen redelijke tijd kan worden bestreden. Toelichting: brandslanghaspel is aangegeven. Er moet een statische druk zijn van 3 100kPaen een capaciteit van 1.3m /uur.
Besluit brandveilig gebruik bouwwerken Art. 2.2.1
Brandmeldinstallatie Er is een brandmeldinstallatie vereist met volledige bewaking conform NEN 2535:1996 met A1:2002. afhankelijk van de gebruiksoppervlakte voor kinderopvang voor kinderen jonger dan vier jaar is eveneens doormelding vereist. Een programma van eisen ontbreekt nog, wordt nagezonden i.o.m. aanvrager. De aangegeven projectie van de brandmeldinstallatie is niet beoordeeld.
Art. 2.3.6
Ontruimingsalarminstallatie en ontruimingsplan Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie heeft een ontruimingsinstallatie die voldoet aan NEN 2575:2004 en aan een goedgekeurd programma van eisen. Het beheer, controle en onderhoud moet voldoen aan NEN 2654-2:2004. - er moet een ontruimingsplan zijn wat voldoet aan NTA 8112 reeks of een daarmee gelijk te stellen plan. - er is nog geen programma van eisen, wordt nagezonden.
Art. 2.12.1
Gebruiksmeldingplicht Eis: Het is verboden om zonder of in afwijking van een gebruiksvergunning een bouwwerk in gebruik te nemen of te gebruiken voor zover daarin dagverblijf zal worden verschaft aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen. U kunt de gebruiksvergunning aanvragen via de site www.vrom.nl nadat de bouwvergunning is verleend. De behandeltijd is 12 weken en kan met zes weken worden verdaagd.
Bouwverordening Artikel 4.1
Intrekken van de bouwvergunning
Burgemeester en wethouders kunnen de bouwvergunning intrekken, indien: a. binnen 26 weken na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning geen begin met de bouwwerkzaamheden is gemaakt; b. tussen het begin en het einde van de bouwwerkzaamheden deze werkzaamheden langer dan een aaneengesloten periode van 26 weken stil liggen. Artikel 4.2
Op het bouwterrein verplicht aanwezige bescheiden
Op het bouwterrein moet de bouwvergunning aanwezig zijn en op verzoek aan het bouwtoezicht ter inzage worden gegeven. Artikel 4.5
Kennisgeving start bouwwerkzaamheden
1. De afdeling Milieu en Bouwen dient minstens 2 werkdagen voor de aanvang van de volgende onderdelen van het bouwproces in kennis worden gesteld: a. bij de aanvang van de werkzaamheden. U kunt dit ook via onze site melden, www.dalfsen.nl Artikel 4.11
Bouwafval
1. Het bouwafval moet op de bouwplaats ten minste worden gescheiden in de volgende fracties: a. de als gevaarlijk aangeduide afvalstoffen van hoofdstuk 17 de Afvalstoffenlijst behorende bij de Regeling Europese afvalstoffenlijst (EURAL; Stcr. 17 augustus 2001, nr. 158, blz. 9); 3 b. steenwol, mits dit meer dan 1 m per bouwproject bedraagt; 3 c. glaswol, mits dit meer dan 1 m per bouwproject bedraagt; d. overig afval. Overig afval, zoals bedoeld onder d, moet op de bouwplaats gescheiden worden gehouden van de fracties, bedoeld onder a, b en c. 2. Overig afval dat uit één afvalstof bestaat, evenals de fracties bedoeld onder a, b en c, moeten worden afgevoerd naar een bewerkingsinrichting of verwerkingsinrichting, dan wel een inzamelaar die bevoegd is deze afvalstoffen te ontvangen. 3. Bedraagt de totale hoeveelheid bouwafval die vrijkomt bij een bouwproject minder dan de inhoud 3 van één container van 10 m , dan mag degene die bedrijfsmatig bouwwerkzaamheden verricht dit bouwafval meenemen naar zijn bedrijf voor tijdelijke opslag. Artikel 4.12
Verbod ingebruikneming
Na de bouw van het bouwwerk is het verboden dit bouwwerk in gebruik te geven of te nemen indien één van de volgende omstandigheden zich voordoet:
a. het bouwwerk is niet gereed gemeld bij de afdeling Milieu en Bouwen; b. er is niet gebouwd overeenkomstig de bouwvergunning.
Overig Ter informatie Aan de hand van de door u opgegeven bezettingsgraad B2 en de beschikbare oppervlakte merken wij het volgende op: De voeroppervlakte van een groepsruimte met twee slaapkamers is per groep 2 (5.8x8.7 + 2 slk. elk 2.7x2.8) 55.6m . De rekenwaarde die bij het ontwerp inzake brandveiligheid wordt 2 2 gebruikt is dan 2m per persoon. Aangezien de GGD een gebruiksoppervlakte vereist van 3.5m per 2 persoon is de bezettingsgraad B2 niet reëel, dit zou B3 moeten zijn. (3.3 – 8m per persoon). Volgens de beleidsregels kwaliteit kinderopvang van 1-1-2010 - gebaseerd op de Wet kinderopvang - is dit aantal voor deze ruimte dan 15 personen. Dit aantal zal vermeld worden in de gebruiksvergunning. Nb. Het gaat hier steeds over maten exclusief meubilair en personen zijn kinderen en leiding