DAMMEN als vorm van vrijetijdsbesteding, onder de vleugels van een provinciale bond? Willen we dat? Kan dat? En hoe doen we dat?
2012 10 17 Discussienotitie voor de Gelderse Dambond Opgesteld door Damvereniging Slagvaardig Wamel
1. Inleiding: Onze vereniging is één van de 220 plaatselijke damverenigingen onder de hoede van de Koninklijke Nederlandse Dambond (KNDB) en maakt deel uit van de Gelderse Dambond (GDB). De KNDB telde per 30 juni 2012 4853leden, inclusief 732 dubbellidmaatschappen. Per saldo telt de bond dus 4121 dammende personen. Kleine plaatselijke damverenigingen als de onze lijden een moeizaam bestaan. Ze hebben grote zorgen en worden geconfronteerd met: een afnemend aantal leden vergrijzing ledenbestand stijgende algemene kosten hogere afdracht aan overkoepelende organisaties. Wij houden met erg veel moeite het hoofd boven water. Creativiteit houdt ons op de been. Toevallige baten verschuiven onze financiële zorgen naar later….. Als eenvoudige kleine dorpsclub hebben wij een bescheiden activiteitenpakket, bestaande uit: clubavond met onderlinge wedstrijden en competities deelname aan wedstrijden/competities van de onderbond (GDB) organisatie van een jaarlijks Open sneldamkampioenschap (streefgetal: 100 deelnemers) Wij zijn niet betrokken bij landelijke activiteiten die de KNDB voor clubs en leden organiseert. Slagvaardig heeft de contributie voor de leden in de afgelopen jaren flink moeten verhogen. De club telt per 1 januari 2013 twaalf leden en gaat, afgaande op de verwachtingen, flink op de bescheiden reserves interen. Een eenvoudig rekensommetje: 12 leden x € 75 = € 900 AF: afdracht KNDB 12 x € 37 = € 444 AF: afdracht GDB 12 x € 7 = € 84 Resteert voor zaalhuur, reiskosten en algemene kosten (materiaal, prijzen, porto, telefoon enz.) € 472. De club verkeert financieel gezien in zwaar weer en is in acuut gevaar. Toch zou overleven onze doelstelling moeten zijn. Het is schrijnend dat de vrijwel de helft van de ontvangen contributies aan de landelijke organisatie moet worden afgedragen. Is de situatie waarin onze vereniging zich bevindt, uniek? Nee, (helaas) niet. Er zijn verschillende plaatselijke damverenigingen die in vergelijkbare omstandigheden verkeren. In deze gespreksnotitie willen wij nagaan of onze club op een andere wijze, zonder de financiele dwangbuis van de landelijke bond, verder kan.
2. Afname diensten KNDB: Daarover kunnen wij kort zijn. Afgezien van de belangenbehartiging doet de bond weinig tot niets voor onze club. Ze is voor ons van weinig betekenis. Ook zonder haar diensten kunnen wij ons tijdens onze wekelijkse clubavond achter het dambord uitleven. Onze leden ontvangen het bondsorgaan Het Damspel. Het verschijnt vier keer per jaar. De inhoud spreekt de meeste leden niet of nauwelijks aan. Het blad schenkt veel aandacht aan internationale en nationale damevenementen. Daarmee is grofweg het belang van de KNDB voor de dammers in Wamel geschetst. Wij zijn voorstanders van het principe van de kostendragers. Wij hangen het profijtbeginsel aan en vinden dat de verhouding tussen onze contributieafdracht en de door de KNDB aan ons geleverde diensten een complete scheefgroei vertoont. Voor ons als modale damclub (misschien wel levend onder het bestaansminimum) zijn de door de KNDB gehanteerde begrippen als Topsport, Wedstrijdsport en Breedtesport nauwelijks relevant. Topsport en Wedstrijdsport überhaupt niet. Breedtesport misschien wel, tenminste wanneer dat onderdeel voor ons aansprekende activiteiten zou opleveren. Slagvaardig hanteert de stelregel: Clubavond = recreatiesport = breedtesport (geen aandacht voor Topsport en landelijke Wedstrijdsport) Binnenkort beslist de Bondsraad over een verhoging van de afdracht met € 2 per lid per jaar (structureel). Vanuit onze positie zijn wij daar mordicus tegen. Voor ons als modale damclub is de huidige afdracht van € 35,- per lid (volwassene) aan de landelijke bond al niet passend.
3. Afname diensten GDB: Wij doen over het algemeen mee aan de volgende door de provinciale dambond georganiseerde Gelderse activiteiten: Teamwedstrijden (regio Zuid, 1e klasse, met 6-tallen, diepe zucht…..) Provinciale bekerwedstrijden met 4-tallen Kampioenschappen sneldammen, zowel in teamverband als individueel (incidenteel en afhankelijk van de locatie waar gespeeld wordt). De periodieke uitgave van de GDB, het Gelders Damnieuws, wordt door onze leden gewaardeerd. Wij hebben een circulatieschema om de beschikbare exemplaren onder de leden te verdelen. De afdracht aan de GDB bedraagt € 7,- per lid (volwassene) en staat in een redelijke verhouding tot de diensten die wij van de provinciale dambond afnemen. Dit stemt ons tot tevredenheid.
4. Verhouding KNDB – Provinciale Dambonden: Vanouds waren de activiteiten van de provinciale bonden het voorportaal voor deelname aan landelijke vervolgwedstrijden. Die banden zijn echter in de afgelopen jaren gaandeweg doorgesneden: Voor deelname aan de Nationale Competitie met teams geldt een vrije inschrijving Deelname aan de kwalificatiewedstrijden voor het Nederlands Kampioenschap is ook mogelijk via vrije inschrijving (ratinggebonden) Voor landelijke wedstrijden met jeugdteams staat inschrijving ook open voor alle clubs (geen voorwedstrijden) Idem voor landelijke persoonlijke wedstrijden voor de verschillende jeugdcategorieën. Voor het NK sneldammen persoonlijk is het provinciaal kampioenschap nog wel het kwalificatietoernooi. Deelname aan selectiedagen voor landelijke trainingsgroepen loopt ook al niet meer via de provinciale dambonden. Belangstellenden kunnen zich rechtstreeks bij de KNDB aanmelden. Andere interessante toernooien worden door het ‘particulier initiatief’ georganiseerd. Wij denken aan b.v. het Open NK (algemeen) en het Open NK voor Veteranen. De Algemene Vergadering van de KNDB bestond ooit uit de afgevaardigden van de provinciale bonden. Die gelaagde vertegenwoordiging is vervangen door een Bondsraad, deels bestaande uit één vertegenwoordiger van elke provinciale bond, aangevuld met een aantal op persoonlijke titel gekozen of aangewezen personen. Gaandeweg is de rol van de provinciale dambond teruggedrongen. Wat anno 2012 nog steeds toepassing vindt: De penningmeesters van de provinciale bonden fungeren als incassobureau voor de contributieafdrachten door de aangesloten verenigingen. De kasbewaarders van de provinciale bonden moeten zelfs – zo hebben wij begrepen – de afdracht voorfinancieren wanneer clubs de betaaltermijnen overschrijden. Nauwelijks twee jaar geleden (Bondsraad vergadering op 6 november 2010) is de vraag behandeld of de KNDB uit een oogpunt van eenheid van bestuur beter één landelijke organisatie van damverenigingen, zonder de tussenlaag van provinciale bonden, zou kunnen worden. Er was vrijwel geen steun voor het loskoppelen van de provinciale bonden van de KNDB. NOC*NSF introduceerde het begrip Goed Sportbestuur voor de sportbonden, waarin geen plaats zou zijn voor onderafdelingen die een eigen beleid kunnen voeren. Dammers, van nature denkers, vonden een constructie om aan de eisen van NOC*NSF te voldoen.
5. Welke prioriteitsvelden zijn voor de KNDB belangrijk? De KNDB zet in haar beleidsplannen landelijk in op Topsport, Wedstrijdsport en Breedtesport. Ondanks het wegvallen van subsidies voor het dammen door vrouwen en meisjes is de Bondsraad voorstander van het continueren van de activiteiten op dat terrein. De KNDB beschikt over een uitgebreide technische staf bestaande uit een technisch directeur, een bondscoach, coaches talentontwikkeling, trainers en ook over een maatschappelijk begeleider. Met het beschikbare spelerspotentieel worden internationale successen nagestreefd. In onze jaarvergadering komt jaarlijks de vraag terug of het KNDB - uitgavenpatroon voor deze kostencategorieën ook uit onze inbreng (contributie) wordt betaald. En: welke waarde hebben die deelterreinen voor modale damclubs als Slagvaardig? Wij hebben daarop een eenduidig en klip en klaar antwoord: geen waarde. Zoals eerder in deze gespreksnotitie aangegeven hebben in ieder geval de deelterreinen Topsport en Wedstrijdsport totaal geen betekenis voor modale damclubs en hun leden, dus ook niet voor Slagvaardig. Slagvaardig heeft eerder dit jaar een voorstel ingediend te onderzoeken het contributiestelsel om te bouwen naar een systematiek die recht doet aan het profijtbeginsel. Daarin zou de hoogte van de bijdrage van de individuele leden afhankelijk moeten worden van de afname van diensten van de bond. Wij hebben het als uitermate teleurstellend ervaren dat zelfs onderzoek geen kans van slagen had. Nee, Bondsbestuur en Bondsraad (vergadering 23 juni 2012) hadden voor onze ideeën weinig of geen aandacht. Onderzoek naar de mogelijkheden van toepassing van het profijtbeginsel werd niet serieus in overweging genomen. Het voorstel oogstte zeker geen bijval. Een opstap naar b.v. een licentiesysteem zit er zeker niet in…… En een voor ons herkenbare argumentatie voor deze stellingname heeft ons niet bereikt. In het Jaarplan 2013 (behandeling in Bondsraad op 3 november 2012) scoren zaken als Topsport en Wedstrijdsport landelijk en internationaal opnieuw goed. Het Bondsbestuur voert daarvoor in de begroting voor 2013 opnieuw forse bedragen uit. In totaal € 88.200. Het plan besteedt veel aandacht aan de ‘landenuitdaging’ (wie daagt wie uit? is dit wel een kerntaak voor de KNDB of toch niet veeleer voor de FMJD?), de scholing van de technische staf en het programma voor vrouwen en meisjes. In bedoeld Jaarplan staan de door het Bondsbestuur op het terrein van Breedtesport geformuleerde voornemens wel erg bij Topsport en Wedstrijdsport in de schaduw. Voor 2013 wordt € 26.300 voor Breedtesport begroot. Het blijft in het jaarplan overigens bij abstracte voornemens waarvan de effectuering nota bene wordt opgehangen aan de beschikbaarheid van enthousiaste mensen (lees: vrijwilligers). Bron: Jaarplan KNDB 2013.
6. Hoe verder? Wij moeten de vraag onder ogen zien: Willen wij doorgaan onder de vleugels van de KNDB of kunnen wij volstaan met participatie in de provinciale bond? Als eenvoudige dammers zonder pretenties en aspiraties willen wij dammen in de vorm van recreatiesport blijven beoefenen. Op basis van de in de voorgaande hoofdstukken beschreven overwegingen is participatie in de landelijke bond voor het collectief van ons kleine ledenbestand niet langer interessant en zeker geen must. Afgezet tegen het kosten – baten principe lijkt een uitgave van 12 leden x € 37,- = € 444,- als bijdrage aan een landelijke organisatie die voor ons zo weinig betekent, niet te verklaren of uit te leggen. Nog steeds het principe van de kostendragers aanhangende, zal overwogen kunnen worden de participatie van Slagvaardig aan een overkoepelende organisatie te beperken tot aansluiting bij de provinciale dambond GDB. Deze discussienotitie is voor ons het leidende principe. Ongetwijfeld, wij hebben dat in onze studie ook gelezen, stuit de beoogde koerswijziging op statutaire hindernissen. Statuten en reglementen zijn er echter volgens ons om de opvattingen die in een bond, vereniging of organisatie leven, te formaliseren. Ze zijn tijdsgebonden. Voortschrijdend inzicht kan ertoe leiden dat ook statuten opnieuw tegen het licht worden gehouden en aan de gewijzigde opvattingen worden aangepast. Wij zijn benieuwd naar de opvattingen binnen dammend Nederland. Medestanders zijn welkom!
Wamel, 17 oktober 2012. Bestuur Damvereniging Slagvaardig Wamel, Harry Verploegen, voorzitter Anton Janssen, secretaris Henk Bracht, bestuurslid Correspondentieadres: Anton Janssen Hollenhof 16 6659 BC WAMEL
[email protected] telefoon 0487-501408 of 06 53798985
20121017 discussienotitie gdb