Daltonbeleidsplan van Het Kompas Dalton ankerpunten: 1. We zien de leerling als de ondernemende zelfstandige die het schoolwerk als taak aanneemt en zich eigen maakt. 2. De leerling krijgt de gelegenheid om in eigen tempo, op eigenwijze en in eigen volgorde een taak te verwerken waarin een hoeveelheid (deels door de leerling zelf gekozen) onderwijsactiviteiten over een bepaalde periode staat gepland. 3. Het onderwijs op onze school is didactisch open en geeft ook ruimte aan andere inzichten en werkvormen die de leerling in staat stelt zijn/haar taak te volbrengen. 4. De leerling wordt uitgedaagd en krijgt de gelegenheid zich te oefenenen in het plannen, organiseren, regisseren, reflecteren en initiatief nemen. 5. De leerling krijgt de gelegenheid met andere leerlingen te werken. Dit bevordert de sociale- en groepsinteractie. 6. Waar nodig krijgt de leerling passende begeleiding en hulp van de leerkracht om zich nieuwe vaardigheden eigen te maken met het doel zijn taak te kunnen volbrengen. 7. De leerkracht gaat uit van de mogelijkheden van zijn leerlingen en is er op gericht om de motivatie en het zelfvertrouwen van de leerlingen te vergroten. 8. We gaan uit van de profesionaliteit en betrokkenheid van de leerkrachten. 9. Waar nodig blijft de leerkracht zich verder ontwikkelen. 10. De leerkracht is in staat om het beste uit de samenwerking met zijn collega’s te halen met het doel om samen onderwijsaanbod te verbeteren en daardoor de school te profileren. 11. Het onderwijs op onze school is door een efficiente inrichting van tijd, ruimte en middelen doelmatig.
Hoe is het Daltononderwijs georganiseerd op Het Kompas ? Schoolmanagement Klassenmanagement Dagkleuren Dagritmepakket Huishoudelijk taakbord Taakbord en taakbrief Taakadministratie Samenwerking Zelfstandig werken en de leerhouding
Hoekenwerk Uitgestelde aandacht Klassendoorbrekend werken Ateliers Tutor lezen Begeleid Keuzewerk Rapportage Toetsbeleid Afspraken gemaakt voor de voortgangontwikkeling Daltoniseren Hieronder volgt een korte beschrijving van deze punten, waaraan we elk jaar weer een aantal punten ter verbetering of afstemming willen toevoegen. We laten deze punten regelmatig terugkomen in onze teamvergadering.Met andere woorden een “werkstuk”. Schoolmanagement De schoolleider,IB-er en leerkrachten werken met het computerprogramma Parnassys (digitaal administratieprogramma). Inhoud van Parnassys: Naamlijsten Absenten Handelingsplannen Extra hulp e.d. Gesprekkenformulieren Groepsbespreking Oudergesprekken Cito leerlingvolgsystheem Daarnaast is er de zorgmap met daarin: Zorgleerlingen per groep gerangschikt Observatiegegevens onderzoeksverslagen De verschillende ouderformulieren voor de PCL, het SBO. De clustergegevens De REC-gegevens Klassenmanagement In elke groep wordt naast Parnassys ook een groepsmap gebruikt. Daarin vind je de volgende gegevens: Rooster Weektaken Toetskalender Cijferlijsten Afspraken Ontruimingsplan
In alle groepen hangen borden met de dagkleuren In groep 1-2 gebruiken we het dagritmepakket In alle groepen hangt een huishoudelijk takenbord In alle groepen is een stoplicht aanwezig Dagkleuren De dagkleuren worden gebruikt als communicatiemiddel. In de groepen 1 en 2 worden de dagkleuren gebruikt op het taakbord. In de groepen 3 tot en met 8 worden de kleuren gebruikt op de taakbrief. De dagkleuren liggen vast en hangen tevens naast het bord: maandag rood dinsdag blauw woensdag groen donderdag geel vrijdag oranje In de onderbouw worden de kleuren van de dag structureel met de kinderen doorgenomen. Ook kinderen die in een hogere groep instromen worden vertrouwd gemaakt met de dagkleuren. Dagritmepakket De kleutergroepen gebruiken het dagritmepakket. Het pakket bestaat uit een serie kaarten met daarop een tekening van de verschillende activiteiten in de groep. Met behulp van deze kaarten maak je de dagindeling overzichtelijk. Door de opeenvolging van activiteiten te visualiseren raken de kinderen vertrouwd met de dagindeling en de verschillende onderdelen waaruit een dag is opgebouwd. Het geeft vooral de jongste kleuters een gevoel van veiligheid en rust. Het gebruik van deze kaarten is een onderdeel van het klassenmanagement en maakt het mogelijk om kinderen op een eenvoudige manier te betrekken bij de organisatie en hen mede verantwoordelijk te laten voelen voor het proces. Het dagritmepakket is naast de dagkleuren ook één van de middelen kinderen in een vroeg stadium te laten oefenen in het opbouwen van een taakbewuste houding. We gebruiken de volgende kaarten: Kring Speelwerktijd Eten en drinken Bewegingsonderwijs
Pauze Muziek Spelletjes Jas pakken (naar huis) Huishoudelijk taakbord Huishoudelijk werk wordt kinderen gegeven om de verantwoordelijkheden te versterken die ze aankunnen. In de groep spreken we over weekdienst. Deze weekdienst staat vermeld op een taakbord dat in elke groep te vinden is. In onderling overleg worden de taken verdeeld. In de kleutergroep wordt de taak elke week door twee kinderen vervuld, die ook naast de juf mogen plaatsnemen. Het is belangrijk dat de inhoud van de taak regelmatig aan de orde komt. Samenwerken tussen oudste en jongste kleuters is van belang om elkaar te leren de taak goed uit te voeren. Taken: • • • • • •
Eten en drinken uitdelen Schriften en boeken uitdelen Tafels en stoelen rechtzetten Vegen Kasten netjes houden Lichten aan en uitdoen
Andere taken worden in de groep besproken bijvoorbeeld vissen verzorgen of papierbakken legen e.d. Soms kunnen handelingswijzers de aanpak begeleiden Taakbord en taakbrief In de kleutergroep hangt een magnetisch taakbord met daarop een belijning; horizontaal staan de namen van de kinderen en verticaal de activiteiten. De kinderen kiezen een ronde magneet in de kleur van de dag en zetten dat bij de gekozen activiteit.In de middag vindt het keuzewerk plaats. Zo is voor zowel de kinderen als de leerkracht eenvoudig te zien welke taken er door het kind zijn gedaan. De leerkracht bepaalt welke activiteiten er in een week plaats vinden. Er wordt gezorgd voor voldoende afwisseling in activiteiten. In groep 3 wordt gestart met de taakbrief. Op de taakbrief staan de taken van dag (nog met symbolen). Hebben de kinderen een werkje af dan kleuren ze het hokje in de dagkleur af. Langzaam worden de taken verder uitgebreid naar een weektaak in groep 4. Alle groepen hebben een weektaak: de groepen 3,4 en 5 bespreken per dag wat er moet gebeuren. Groep 6 en 7 leren we plannen van hun weektaak. Groep 8 plant zelf de week.
We proberen in ieder geval een keer in de twee weken de kinderen allemaal individueel gesproken te hebben over het aangaan van de taak en het evalueren van het werk. De instructiemomenten zijn duidelijk aangegeven. Op de taakbrief staat welke stof de leerlingen moeten maken gedurende de gehele week. De instructie momenten staan hier ook op aangegeven. De leerlingen mogen hun taken op hun eigen manier invullen wel moet het aan het einde van de week klaar zijn. Bovendien moeten ze iedere dag 1x rekenen, 1x taal en 1x een ander vak doen. Zijn de kinderen afhankelijk van instructie dan moeten zij hierop wachten. Kunnen de kinderen zonder instructie hun taak maken dan mogen zij doorwerken en dus meerdere reken of taal taken op één dag doen. De leerlingen krijgen door de taakbrief meer keus in de uitvoering van hun taak en kunnen dus ook beginnen met hun keuzetaak rekening houdend met de stilte tijd. Werk dat af is wordt door zowel de leerkracht als de leerling afgetekend. De leerling doet dit met de kleur van de dag en de leerkracht doet dat in de groepsmap en houdt op deze manier controle over de uitgevoerde taak. Taken worden ingepland met maatje voor de week. Taken die over meerdere dagen gaan worden aan de orde gesteld. In overleg met de leerkracht wordt de taak verminderd of uitgebreid. De taakbrief bevat in ieder geval het volgende: Rekenen, taal, spelling, Kieskast (1 keer per week 30 minuten). De taakbrieven worden van vakantie tot vakantie bewaard in een multomap. Taakadministratie De gegevens van het werken aan taken levert de volgende gegevens op: • procesgegevens • observatie gegevens • toetsgegevens 1. Welke planning hebben kinderen toegepast, welke opdrachten zijn er gemaakt,is de planning gehaald, is al het werk nagekeken, hoe is er samengewerkt? Met andere woorden hoe is het proces verlopen? 2. Welke werkhouding heeft het kind, wat is de mate van zelfstandigheid, hoe is het vermogen tot samenwerking, is het kind nauwkeurig in het werk? Hoe gaat leerling met taken, die hij of zij zichzelf stelt om? 3. De toetsgegevens betreffen de toetsen behorende bij de afzonderlijke vakken en de CITO toetsen op taal, rekenen en leesgebied. De gegevens onder punt 1 en 2 worden per jaar in de klassenmap bewaard. De gegevens onder punt 3 worden opgeslagen in het CITO Lovs.
Het is belangrijk dat kinderen verantwoordelijkheid hebben over het eigen leerproces. We doen dit door gesprekken met de kinderen aan te gaan. Samenwerking Bij samenwerking gaat het om een bepaalde opdracht, waarbij een ieder zijn eigen verantwoordelijkheid heeft. Samen probeer je een oplossing te vinden. Afspraken over het samenwerken moeten duidelijk zijn. Het is belangrijk om samen afspraken te maken. Bij samenwerken gaat het vooral om het kunnen acccepteren en respecteren van elkaar. Bij samenwerken gaat het niet alleen om kinderen die goed met elkaar kunnen opschieten; in het dagelijks leven zul je ook moeten samenwerken met mensen die je niet altijd zelf kunt uitkiezen. In groep 1 en 2 zien we samenwerken terug in: • samen in de rij staan • elkaar helpen • samen een taak doen • samen spelen In groep 3 en 4: • verplichte samenwerktaken doen • elkaar helpen met rekenen, taal zonder elkaar voor te zeggen • met verschillende maatjes (zie maatjesbord) • met tafelgroep In groep 5 tot en met 8 • elkaar helpen met het werk zonder elkaar voor te zeggen • elkaar helpen met plannen van het werk • met een wisselend maatje werken • keuze groepen • bij lot gekozen groepen Zelfstandig werken en de leerhouding De leerlingen: Kunnen elkaar helpen zonder voor te zeggen. Kunnen zelfstandig werken. Weten waar ze het materiaal kunnen vinden. Kunnen problemen oplossen. Kunnen hun werk zelf plannen met behulp van taakbord, taakbrief. Gaan op een juiste manier met materiaal om. Kunnen werken volgens het principe van uitgestelde aandacht. Kunnen het gemaakte werk grotendeels zelf nakijken.
Verbeteren uit zichzelf gemaakte fouten. De leerkrachten werken met een groene pen De leerlingen werken met een rode pen Kunnen samenwerken. Kunnen kiezen waar ze het werk willen maken. De leerkrachten: Kunnen goede lessituaties voor bereiden. Kunnen klassemanagement op de juiste manier hanteren. Kunnen kinderen uitdagen kinderen zelfstandig te laten werken. Kunnen duidelijke instructie geven. Kunnen leerlingen leren hoe ze elkaar echt kunnen helpen. Zijn begeleider waar nodig. Hoekenwerk Binnen de groepen 1 en 2 wordt er in hoeken gewerkt. De verschillende kasten worden gebruikt om hoeken te vormen. In deze kasten zijn de materialen gemakkelijk bereikbaar. De kasten zijn open en alles heeft een vaste plaats. Door het werken in hoeken kunnen meerdere activiteiten tegelijkertijd plaatsvinden. Kinderen kunnen zich in een hoek beter concentreren op hun eigen gekozen opdracht. De hoeken die worden gebruikt in de onderbouwgroepen zijn: Bouwhoek Schilderhoek Puzzelhoek Tekenhoek Knutselhoek Constructiehoek Zand en watertafel Computer Poppenhoek Lees/schrijfhoek Deze hoeken worden tevens gebruikt om in thema’s te werken, zoals winkel, ziekenhuis, postkantoor, enz. Om kinderen in een vroeg stadium eigen verantwoordelijkheid aan te leren worden ook hoeken buiten het lokaal in De Kom gebruikt. In De Kom vind je de leeshoek, de computerhoeken en diverse werkplekken voor onder en bovenbouw. Uitgestelde aandacht In iedere groep werken we met het principe van uitgestelde aandacht. Door middel van een stoplicht in de groep weten de kinderen wanneer ze een leerkracht niets kunnen vragen. Een rood stoplicht betekent zo stil mogelijk werken, kinderen mogen de leerkracht niet storen.
Een oranje stoplicht betekent rustig werken. Kinderen mogen elkaar wel helpen en zachtjes praten maar ook nu de leerkracht niet storen. Bij groen licht is de leerkracht niet bezig met instructie en dus weer beschikbaar voor alle kinderen. Instructie wordt zoveel mogelijk in de klas gegeven. In De Kom (gemeenschapsruimte) is het van 8.30 uur tot 9.30 uur stiltetijd. Van 9.30 uur – 10.30 uur is het maatjestijd en na 10.30 uur mag er in grotere groepen worden gewerkt. Het werken moet wel rustig verlopen. Klassendoorbrekend werken Op Het Kompas werken we met een twee ledig lesprogramma. In de ochtend krijgen alle kinderen het onderwijs wat ze nodig hebben, ieder in hun eigen klas en op hun eigen niveau. In de middag wordt er klassendoorbrekend gewerkt in bv. Ateliers, tutorlezen en met Begeleid Keuzewerk. Ateliers: • • • • •
Elke dinsdagmiddag van 13.15 uur – 14.15 uur verschillende ateliers waaruit kinderen kunnen kiezen Boeiend aanbod aansluitend op interesse van het kind 3 weken hetzelfde atelieronderwerp Verschillende leeftijden gemengd Afsluiting met presentaties van de kinderen op de podiummiddag
De podiummiddag begint om 13.30 uur en is om 14.15 uur afgelopen. Daarbij worden de ouders en andere belangstellenden uitgenodigd, De kinderen gaan als eerste zitten en 5 minuten voor tijd gaat de deur open en kunnen de ouders achter de kinderen plaats nemen. Aan het eind van de voorstelling gaan de kinderen naar de klas en mogen de ouders rustig op hun kind wachten. Voorbeelden van Ateliers die worden aangeboden: MUZIEK DRAMA CREA TECHNIEK SPEURTOCHT KRANT MAKEN FILM MAKEN KOKEN WEBSITE BOUWEN FLAMENCO DANSEN GOOCHELEN
KNUTSELEN Tutorlezen: Een keer per week (op donderdagmiddag) wordt er door de gehele school heen tutor gelezen. We doen dit door 2 kinderen met elkaar te laten samen lezen. De leerlingen van groep 1 en 2 worden voorgelezen en begin groep 3 maakt gebruik van de samenleesboeken. Daarna wordt er afhankelijk van het niveau aandacht geschonken aan tempo lezen, intonatie, woordenschat en begrijpend lezen. Na 6 weken wordt er van tutor gewisseld waarna het hele proces weer opnieuw begint. De tutoren leren, voorafgaand aan iedere leesperiode, hoe zij een ander kind kunnen begeleiden bij het lezen. Doelstellingen van het tutorlezen: 1. De eerste doelstelling is het bevorderen van de goede relaties tussen leerlingen, het (leren) samenwerken van leerlingen, het opbouwen van vriendschappelijke relaties en het aandacht besteden aan het sociale klimaat op school. Een gevoel van veiligheid en verbondenheid blijkt ook een positief effect te hebben op de leerprestaties. 2. De tweede doelstelling is het stimuleren van het leesplezier en het verbeteren van de leesvaardigheid. Begeleid Keuzewerk Wij leren leerlingen om een keuze te maken voor een gebied dat ze nog niet eerder hebben verkend: • • • • • •
Verschillende soorten opdrachten a.d.h.v. de meervoudige intelligentietheorie van Gardner Opdrachten geordend per thema Kinderen werken zoveel mogelijk zelfstandig met deze opdrachten binnen keuzewerktijd Keuzewerk moet vooral ook educatief en afwisselend zijn Keuzewerk moet een mogelijkheid geven tot samenwerking Leerkracht is begeleider
In het praktisch aangaan van de taak hebben we een aantal uitgangspunten genomen voor onze aanpak: • •
Keuzewerk vindt in ieder geval plaats op de donderdagmiddag van 13.15 uur tot 14.15 uur. Het aanbod is onder verdeeld in 8 intelligenties (Gardner).
•
• • • • • • •
In de ochtend worden de keuzewerkkaarten alvast gekozen voor de middag De leerling houdt de gekozen kaart in de klas. De kaarten gaan pas terug in de keuzewerkbakken als de leerling er klaar mee is en de kaart is afgetekend. In de middag kunnen de kinderen meteen met de gekozen opdracht aan de slag op een aangewezen plek in De Kom of in een klas. Het aanbod is gekoppeld aan een thema (minimaal 3 thema’s per jaar). Wie klaar is laat de opdracht controleren door de leerkracht en dan wordt de kaart afgetekend. Vervolgens herhaalt het keuzeproces zich. Dat mag meer van hetzelfde, maar ook een andere intelligentie zijn. Op de keuzekaart is ruimte voor 2x8 opdrachten. Zodra de keuzekaart vol is krijgen de kinderen een nieuwe. Aan het einde van de keuzewerktijd ruimen de kinderen zelf hun werkplek op en doen het werk wat nog niet af is in de keuzewerkbak van hun eigen klas.
De volgende intelligentiegebieden komen aan bod: • • • • • • • •
Verbaal- Linguïstische intelligentie (Taalknap) Logisch mathematische intelligentie (Rekenknap) Visueel-ruimtelijke intelligentie (Beeldknap) Muzikale intelligentie (Muziekknap) Lichaams-kinesthetische intelligentie (Beweegknap) Naturalistisch-ecologische intelligentie (Natuurknap) Interpersoonlijke intelligentie (Mensenknap) Intrapersoonlijke intelligentie (Zelfknap)
We voegen elke keer nieuwe kaarten toe aan de bestaande kaarten. De resultaten zijn te bewonderen in De Kom en worden bewaard voor in het rapport. Dit als eerste aanzet voor het ontwikkelen van een portfolio. Cyclus rapportage Het Kompas Op Het Kompas krijgen de kinderen twee keer per jaar een geschreven rapport. Het eerste in januari/februari en het tweede in juni/juli. Bij de rapporten hoort een kind gesprek. Dit vindt onder schooltijd plaats. We praten dan met de kinderen over de vorderingen en hun leerdoelen voor het volgende rapport. De 10 minuten gesprekken (ouder/leerkracht)van november en januari /februari vinden voor iedere leerling plaats. De 10 minutengesprekken van juni/juli zijn facultatief. Dat wil zeggen dat de leerkracht alleen die ouder(s)/ verzorger(s) oproept die hij/zij wil spreken. U ontvangt dan geen uitnodiging voor de 10 minutengesprekken.
Toets beleid Er wordt door de kinderen hard gewerkt aan rekenen, taal, aardrijkskunde enz. De methodes waarmee gewerkt wordt zijn verdeeld in hoofdstukken of blokken. Als afsluiting van een blok c.q. hoofdstuk wordt er een methode gebonden toets afgenomen. Nu hebben wij als schoolteam gemerkt dat deze toetsen nogal wat onrust veroorzaken bij sommige kinderen en ouders. Dit is helemaal niet nodig en hiermee worden de toetsen onnodig zwaar gemaakt. De reden dat wij deze toetsen afnemen bij de kinderen is de afsluiting van een hoofdstuk c.q. blok zoals al eerder aangegeven. Met behulp van de toetsen kunnen wij als leerkrachten zien of de kinderen de aangeboden stof begrijpen. In de week na de toets wordt er eventueel ondersteuning geboden waar nodig. De kinderen die de stof beheersen krijgen verdiepingsopdrachten. Is er geen extra ondersteuning nodig dan starten we met het volgende blok. De reken- en taal toetsen geven in deze eigenlijk weinig problemen, deze vinden op school plaats. Het probleem begint bij de toetsen voor aardrijkskunde en geschiedenis die de kinderen mee naar huis krijgen om te leren. Dat wat de kinderen mee naar huis krijgen is geen nieuwe stof voor hen! Tijdens de lessen en de nabesprekingen van het werkboekje is alles al eens behandeld. De ervaring leert dat als kinderen tijdens de lessen hun aandacht erbij houden het leren niet al teveel tijd meer in beslag neemt. Wat kunt u als ouders doen als u uw kind wilt helpen; • Bespreek met uw kind hoeveel tijd hij/zij nodig denkt te hebben om te leren. Bespreek de planning van uw kind. • Overhoor uw kind als hij/zij aangeeft de stof te beheersen. Benader een eventuele onvoldoende voor een toets niet als het einde van de wereld maar als een leermoment. Bespreek met uw kind wat hij/zij denkt dat er mis is gegaan. In de klas worden de toetsen ook nog nabesproken zodat uw kind ook hier inzicht krijgt in wat hij/ zij goed of minder goed heeft begrepen. Indien nodig bieden we een leerstrategie aan. Kortom toetsen zijn niets meer of minder dan een onderdeel van het leerproces!
Wat willen we nog verder ontwikkelen? • • • • •
Klassenconsultatie toepassen Werken aan afstemming (eigen leerlijnen) Uitwisseling met andere Daltonscholen Klassendoorbrekend werken blijven onderhouden Portfolio in alle groepen