Dakloos in Leiden Telling en omvangschatting van de volwassen populatie
2011
Colofon: Opdrachtgever: Gemeente Leiden Uitvoering: GGD Hollands Midden Onderzoeker/ Auteur: dr. JM Rijkelijkhuizen, drs. JT Tielen, epidemiologen GGD Hollands Midden Omvangschatting: Prof. Dr. PGM van der Heijden, Universiteit Utrecht Publicatienummer 12018
Maart 2012
2
Inhoud
Samenvatting ........................................................................................................................ 5 Hoofdstuk 2 Onderzoekspopulatie en methode ................................................................ 9 Hoofdstuk 3 Respons ..................................................................................................... 13 Hoofdstuk 4 Feitelijk Daklozen........................................................................................ 15 4.1 Dagopvang Leiden.................................................................................................... 15 4.2 De Schuilplaats......................................................................................................... 16 4.3 Herkomst daklozen ................................................................................................... 16 4.4 Omvangschatting feitelijk daklozen 2011 .................................................................. 17 4.5 Vergelijking omvangschatting 2011 met vorige schattingen ...................................... 18 4.6 Zwerfjongeren (geen onderdeel van schatting) ......................................................... 21 4.7 Vergelijking kenmerken daklozen 2011 met vorige jaren .......................................... 21 Hoofdstuk 5 Gehuisvesten.............................................................................................. 23 5.1 Dagopvang Leiden.................................................................................................... 23 5.2 De Schuilplaats......................................................................................................... 24 5.3 Woonplaats gehuisvesten ......................................................................................... 24 5.4 Totaal aantal getelde gehuisveste personen .............................................................. 25 Hoofdstuk 6 Conclusies .................................................................................................. 27 Literatuur ............................................................................................................................. 29
3
4
Samenvatting In het najaar van 2011 heeft de GGD Hollands Midden in opdracht van de gemeente Leiden de vierde omvangschatting gemaakt van het aantal dakloze mensen in Leiden. De vorige omvangschattingen dateren uit 2005, 2006 en 2009. De gemeente Leiden wenst het aantal daklozen nauwlettend te monitoren om het effect van haar beleid te toetsen in het kader van het beperken van de instroom in de maatschappelijke opvang en bevorderen van de uitstroom. Doel van het onderzoek is om een schatting te maken van de daklozenpopulatie in Leiden en de omvang te vergelijken met de omvangschatting uit 2009. Daarnaast is het doel om te achterhalen hoe lang mensen dakloos zijn en in welke gemeenten de daklozen woonden voordat zij dakloos werden. In de Dagopvang Leiden en De Schuilplaats zijn gedurende twee weken door een aantal tellers alle bezoekers geregistreerd. Hierbij is gevraagd naar persoonsgegevens om de bezoekfrequentie en overlap van personen tussen de twee locaties te kunnen vaststellen. Op beide locaties hebben bezoekers antwoord gegeven op vragen om vast te stellen of zij feitelijk dakloos zijn of gehuisvest. Daarnaast is aan bezoekers van de Dagopvang Leiden gevraagd hoe lang zij dakloos zijn en waar zij woonden voordat zij dakloos werden. Aan de niet-dakloze bezoekers van de Dagopvang is gevraagd naar hun huidige woonplaats. In de Dagopvang Leiden zijn 158 dakloze bezoekers geteld en in De Schuilplaats 76. Zesendertig personen zijn op beide locaties gesignaleerd. De daklozenpopulatie wordt geschat op 294 personen (ondergrens 236, bovengrens 352). Het gaat hierbij om de volwassen populatie omdat zwerfjongeren op een andere locatie worden opgevangen. In 2009 is de omvang geschat op 313 daklozen (ondergrens 210, bovengrens 416). De omvang van de daklozenpopulatie is gelijk gebleven. Vergeleken met 2009 zijn er relatief minder mensen recent (< 1 jaar) dakloos en meer mensen chronisch dakloos (> 5 jaar). Vergeleken met de telling in 2009 was een toenemend aantal mensen niet bereid om aan het onderzoek mee te werken; voor de opzet van een volgende telling is dit een punt van aandacht. Bijna tweederde van de bezoekers van de Dagopvang en bijna de helft van de bezoekers van De Schuilplaats is feitelijk dakloos. De gemiddelde leeftijd van de daklozen in de Dagopvang en De Schuilplaats is respectievelijk 41 en 43 jaar. Bijna negen op de tien daklozen zijn mannen. Ruim de helft van de daklozen in de Dagopvang komt oorspronkelijk uit Leiden, een kwart komt uit één van de regiogemeenten en een vijfde komt van buiten de regio. In de Dagopvang Leiden zijn 91 bezoekers geteld die bleken gehuisvest te zijn en in De Schuilplaats 88. Veertien personen zijn op beide locaties geteld. Van de groep gehuisvesten is geen omvangschatting gemaakt. Bij de Dagopvang is de gemiddelde leeftijd 42 jaar en is bijna negen op de tien gehuisvesten man. Bij De Schuilplaats is de gemiddelde leeftijd 45 jaar en is bijna zeven op de tien man. Van de gehuisveste bezoekers woont 83% in Leiden. Twaalf procent woont in één van de regiogemeenten en vijf procent komt van buiten de regio.
5
6
Hoofdstuk 1 Inleiding, doelstelling, vraagstellingen In augustus 2005, februari 2006 en oktober/november 2009 zijn in opdracht van de gemeente Leiden drie omvangschattingen gemaakt van het aantal feitelijk dakloze mensen in Leiden. De eerste 1
schatting is gemaakt door het Trimbos-instituut , de tweede en derde door de GGD Hollands Midden
2,
3
. De omvangschattingen waren bij de tellingen van 2005 en 2006 ongeveer gelijk, maar in 2009 werd een daling vastgesteld. In 2005 werd het aantal feitelijk daklozen geschat op 493 (ondergrens 466, bovengrens 525), in 2006 op 454 (ondergrens 377, bovengrens 588) en in 2009 313 (ondergrens 210, bovengrens 416). In 2011 heeft de gemeente Leiden aangegeven wederom een omvangschatting van feitelijk daklozen te wensen. In de zomer van 2011 heeft zij de GGD Hollands Midden de opdracht gegeven. Uitvoering van het veldwerk, analyse van de gegevens en beschrijving van de resultaten liggen in handen van de GGD. De omvangschatting is gemaakt door Prof. Dr. P.G.M. van der Heijden, hoogleraar ‘statistiek t.b.v. de sociale wetenschappen’ in Utrecht. Doelstelling De gemeente Leiden is bezig met het uitvoeren van haar plannen ten aanzien van het terugdringen 4 van dakloosheid zoals beschreven in het Regionaal Kompas Volle kracht vooruit Zuid-Holland Noord 2008-2013. Tot welke resultaten dit tot nu toe heeft geleid staat in de voortgangsrapportage van het Regionaal Kompas met als titel Tussenevaluatie Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord 2008 – 5
2013 . Aandachtspunten voor de komende periode zijn onder andere het versterken van de onderlinge samenwerking, het realiseren van een sluitende keten in schuldhulpverleningstrajecten in alle gemeenten ten behoeve van het voorkomen het voorkomen van huisuitzetting, het uitvoeren aan de persoonsgerichte aanpak, het realiseren van uitstroom van cliënten uit de maatschappelijke opvang en het activeren van de doelgroep. De gemeente Leiden wenst het aantal daklozen nauwlettend te monitoren om het effect van haar beleid te toetsen. Vraagstellingen a
Wat is de omvang van de populatie feitelijk daklozen in Leiden najaar 2011?
b
Is het aantal daklozen sinds de vorige schatting in 2009 gelijk gebleven, toe- of afgenomen?
c d
Hoe lang zijn de daklozen dakloos? In welke gemeente(n) verbleven de daklozen voordat zij dakloos werden?
7
8
Hoofdstuk 2 Onderzoekspopulatie en methode Onderzoekspopulatie De omvangschatting wordt gemaakt van de zogenaamd ‘feitelijk daklozen’ in Leiden. De volgende definitie wordt gehanteerd. Feitelijk daklozen
6
Dit zijn personen die de maand voorafgaand aan het interview niet beschikten over een eigen woonruimte en voor een slaapplek gedurende de nacht waren aangewezen op: -
buiten slapen, ofwel overnachten in de open lucht en in overdekte openbare ruimten, zoals
-
portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto, en/of: binnen slapen in passantenverblijven van de maatschappelijke opvang, inclusief eendaagse
-
noodopvang, en/of: binnen slapen bij vrienden, kennissen of familie, zonder vooruitzichten op een slaapplek voor de daaropvolgende nacht.
Bewoners van het Sociaal Pension worden niet meegeteld. Zij zijn stabiel gehuisvest en behoren volgens de definitie niet tot de feitelijk daklozen. Omvangschatting feitelijk daklozen Ten behoeve van de omvangschatting wordt gebruik gemaakt van de zogenaamde vangst-hervangstmethode. Deze methode wordt vaak toegepast ten aanzien van moeilijk bereikbare groepen die meestal niet of slechts beperkt in registraties voorkomen. De methode is oorspronkelijk ontwikkeld in de biologie voor het schatten van bijvoorbeeld vispopulaties in een meer of vogels in een bos. Vissen, bijvoorbeeld karpers, worden letterlijk ‘gevangen’, gemerkt en weer losgelaten. Op een later tijdstip wordt weer een aantal karpers gevangen. Op basis van het aantal gevangen karpers en de overlap (aantal gemerkte vissen) tussen de twee ‘vangsten’ kan een schatting worden gemaakt van het aantal karpers dat niet is gevangen en daarmee het totaal aantal karpers in het meer. Een variant op deze methode is dat twee vissers tegelijkertijd onafhankelijk van elkaar karpers vangen. Ook nu kan op basis van het aantal karpers dat is gevangen en de overlap tussen de twee ‘vangsten’ worden geschat hoe groot de totale karperpopulatie is. Zo is op basis van het aantal keer dat feitelijk daklozen zijn gesignaleerd op twee locaties en het aantal daklozen dat op beide locaties is gesignaleerd (de overlap), een schatting gemaakt van het aantal feitelijk daklozen dat niet is gesignaleerd. De daklozen kunnen worden ingedeeld in vier mogelijke groepen: 1. gesignaleerd in de Dagopvang, niet in De Schuilplaats 2. gesignaleerd in De Schuilplaats, niet in de Dagopvang 3. gesignaleerd in de Dagopvang en in De Schuilplaats 4. niet gesignaleerd in de Dagopvang en niet in De Schuilplaats Het werkelijk aantal feitelijk daklozen is de som van de vier bovenstaande groepen. Na telling is de omvang van de eerste drie groepen bekend. De omvang van de vierde groep zal altijd onbekend
9
blijven. Het is de vierde groep die we willen schatten op basis van de aantallen in de eerste drie groepen. Om deze methode te kunnen toepassen moet aan vier voorwaarden zijn voldaan: 1. Onafhankelijkheid: Iedereen van de doelgroep moet vrij gebruik kunnen maken van de bij het onderzoek betrokken voorzieningen. 2. Homogeniteit: De kans om te worden geteld is voor iedereen uit de doelgroep even groot. 3. Geslotenheid: De omvang van de populatie is niet onderhevig aan gevolgen van geboorte, sterfte of migratie. 4. ‘Perfect record linkage’: Personen moeten uniek kunnen worden geïdentificeerd zodat de bezoekfrequentie en overlap tussen de locaties kan worden vastgesteld. Omdat in de praktijk vaak niet helemaal aan de voorwaarde van onafhankelijkheid wordt voldaan, is bij dit onderzoek een schattingsmethode gehanteerd die hiervoor corrigeert. De gebruikte schatter is 7 voorgesteld door Chao . Deze methode maakt slechts gebruik van de aantallen mensen die één of twee keer zijn gesignaleerd. De rechtvaardiging hiervoor is dat het aannemelijk is dat de mensen die nul keer zijn gezien (en die we dus willen schatten) het meest lijken op de personen die één of twee keer zijn gezien. Deze schatter levert een onderschatting op van de populatieomvang. Naarmate de a personen meer afwijken van een homogene Poissonverdeling , ligt de populatiewaarde verder af van de schatting. Om de populatie ten tijde van de telling zoveel mogelijk ‘gesloten’ te houden, wordt de periode waarin wordt geteld beperkt tot twee weken. Dit is lang genoeg om zoveel mogelijk daklozen te zien en kort genoeg om uitval door bijvoorbeeld migratie te beperken. Telling Het aantal unieke personen dat in een periode van twee weken twee locaties voor maatschappelijke opvang bezoekt, is geteld. Met behulp van de bezoekfrequentie en de overlap tussen deze groepen is het aantal ‘onzichtbare’ daklozen geschat, namelijk de daklozen die in deze periode op geen van de twee locaties zijn geweest. In 2005 en 2006 is bij drie voorzieningen geteld. Omdat de drie voorzieningen sinds 2008 in één gebouw zijn gehuisvest, konden zij voor de telling in 2009 niet meer als onafhankelijke locaties worden gezien. Daarom is besloten om vanaf 2009 te tellen bij de Dagopvang Leiden en De Schuilplaats. Zij voldoen goed aan de eerste twee voorwaarden: het zijn twee onafhankelijke, drempelloze voorzieningen voor maatschappelijke opvang. De Dagopvang Leiden is een publieke voorziening voor de regio Zuid-Holland Noord gefinancierd door de centrumgemeente Leiden. In de Dagopvang kunnen daklozen zeven dagen per week terecht voor een kopje koffie of een praatje. Er is altijd groepsleiding aanwezig voor begeleiding. Een meegebrachte maaltijd kan worden opgewarmd en er is een doucheruimte en een wasmachine. Er is een aparte alcoholgebruikersruimte. De Schuilplaats is een vrijwilligers-organisatie die elke vrijdag een warme maaltijd aanbiedt en elke zondag een lunch. Naast de maaltijdvoorziening is regelmatig een kapper, pedicure, tandarts en/of
a
de Poissonverdeling is een kansverdeling die met name van toepassing is voor variabelen die het vóórkomen van bepaalde situaties tellen gedurende een gegeven periode
10
huisarts (allemaal vrijwilligers) aanwezig. Daarnaast wordt kleding uitgedeeld. Financiering is door middel van giften en subsidie van de gemeente Leiden. De telling vindt plaats gedurende twee weken van 7 tot en met 20 november 2011. In de Dagopvang Leiden is elke dag van 09:00 – 21:00 uur een teller aanwezig. De Schuilplaats is twee keer per week open: vrijdags van 18:00 uur tot ongeveer 20:30 uur en zondags van 12:30 uur tot ongeveer 14:30 uur. In de Dagopvang is veertien dagen geteld en in De Schuilplaats op vier dagen. Tien studenten hebben de telling verricht. Er is een werkindeling gemaakt voor de Dagopvang. Elke dag was één teller aanwezig van 09:00 – 17:00 uur. Hij of zij werd afgelost om 17:00 uur. Deze teller verbleef in de Dagopvang tot 21:00 uur. Om 21 uur sluit de Dagopvang en gaat de Nachtopvang open. In de Nachtopvang is niet geteld. Elke bezoeker die in de loop van de dag binnenkomt, wordt geregistreerd op een turflijst. In De Schuilplaats zijn steeds twee tellers tegelijk aanwezig geweest. De deur gaat na een half uur inlooptijd dicht. Iedereen die vanaf het sluiten van de deur aanwezig is wordt geregistreerd op een turflijst. Werkwijze Dagopvang De eerste keer dat een bezoeker is gezien, wordt gevraagd naar de eerste letter van de voornaam, de eerste letter van de achternaam en geboortedatum. Ook het geslacht wordt genoteerd. Om vast te stellen of de bezoeker feitelijk dakloos is, is gevraagd waar de bezoeker in de afgelopen maand heeft geslapen. Als hij of zij één of meer nachten in de open lucht of in een publieke ruimte of in de Nachtopvang heeft geslapen, is de bezoeker feitelijk dakloos. Als hij of zij in het Sociaal Pension of een andere stabiele woon- of verblijfplaats woont, is hij of zij niet feitelijk dakloos. Vervolgens werd gevraagd hoe lang de bezoeker dakloos is en de woonplaats voordat hij of zij dakloos werd. Aan degenen die niet feitelijk dakloos waren, is gevraagd wat hun huidige woonplaats is. Deze gegevens worden op een turflijst geregistreerd. Elke volgende keer wordt de bezoeker gevraagd of hij of zij al op de lijst staat. Zo ja, dan wordt gevraagd om zichzelf op de lijst aan te wijzen. Op deze wijze wordt voorkomen dat bezoekers dubbel worden geteld. Bij iedere bezoeker worden één of meerdere kruisjes bij de data gezet waarop hij/zij de Dagopvang bezocht heeft. Het aantal kruisjes is minimaal 1 (dag) en maximaal 14 (dagen). Werkwijze Schuilplaats In De Schuilplaats zijn vier aparte turflijsten gemaakt en zijn de dubbelen achteraf eruit gehaald op basis van de persoonsgegevens (eerste letter voornaam, eerste letter achternaam, geslacht en geboortedatum). In De Schuilplaats is alleen gevraagd naar persoonsgegevens en is gescreend op feitelijke dakloosheid. Duur van de dakloosheid en woonplaats is vanwege de drukte niet nagevraagd. Het aantal keer dat iemand is geregistreerd is minimaal 1 en maximaal 4 keer. Omrekening niet-meewerkende bezoekers De persoonsgegevens zijn nodig om de bezoekfrequentie per locatie te bepalen en om de overlap tussen de twee locaties vast te stellen. De bezoekfrequentie en overlap zijn nodig voor het maken van de omvangschatting. Van de bezoekers die geen persoonsgegevens wilden opgeven is niet bekend hoeveel dagen ze aanwezig zijn geweest. Op basis van de frequentie van de meewerkende bezoekers is een schatting gemaakt van het aantal niet-meewerkende bezoekers. Dit is gedaan in de veronderstelling dat de verhouding niet-dakloos – dakloos en de frequentie van bezoeken gelijk is voor niet-meewerkende en meewerkende bezoekers. Eerst zijn de onbekende bezoekers verdeeld
11
over feitelijk daklozen en gehuisvesten in dezelfde verhouding als onder meewerkende bezoekers. Vervolgens zijn de niet-meewerkende daklozen verdeeld over 1, 2, 3 of 4 observaties in dezelfde verhouding als de meewerkende daklozen. Hieruit volgt een schatting van aantal unieke personen uit het aantal observaties van niet-meewerkende bezoekers. Dezelfde procedure is gevolgd voor de nietmeewerkende gehuisvesten. Deze berekeningen zijn apart gedaan voor de Dagopvang Leiden en De Schuilplaats.
12
Hoofdstuk 3 Respons Respons In de Dagopvang Leiden zijn 302 observaties geregistreerd. Deze observaties bestaan uit 179 unieke identificeerbare personen en 123 observaties van bezoekers die geen persoonsgegevens wilden uitwisselen. Uit de 123 observaties volgt na omrekening een schatting van 75 unieke personen. In totaal zijn dus bij de Dagopvang 179 + 75 = 254 bezoekers geteld. In De Schuilplaats zijn 175 observaties geregistreerd. De observaties bestaan uit 145 unieke identificeerbare personen en 30 observaties van bezoekers die geen persoonsgegevens wilden uitwisselen. Uit de 30 observaties volgt na omrekening een schatting van 20 unieke personen. In totaal zijn dus bij De Schuilplaats 145 + 20 = 165 bezoekers geteld. In tabel 1 staan de aantallen en percentages van de respons uitgesplitst naar leeftijd en geslacht. Tabel 1 Respons Dagopvang Leiden en De Schuilplaats Dagopvang Leiden
Schuilplaats
Aantal*
%
Aantal*
%
254
100%
165
100%
mannen
224
88%
131
79%
vrouwen
30
12%
34
21%
< 23 jaar 23-44 jaar
7 138
3% 54%
13 68
8% 41%
45-64 jaar > 64 jaar
107 2
42% 1%
79 5
48% 3%
gemiddelde leeftijd
42 jaar
44 jaar
min-max leeftijd 19-74 jaar
8-76 jaar
Totaal Geslacht
Leeftijd
*aantal meewerkende personen plus geschat aantal niet-meewerkende personen
Zowel in de Dagopvang als in De Schuilplaats zijn de mannen ver in de meerderheid. In de Dagopvang zijn bijna negen op de tien bezoekers man en in De Schuilplaats bijna acht op de tien. In De Schuilplaats komen in verhouding dus iets meer vrouwen dan bij de Dagopvang Leiden. In de Dagopvang zijn 7 bezoekers (3%) jonger dan 23 jaar, in De Schuilplaats 13 bezoekers (8%). In de Dagopvang zijn twee bezoekers (1%) ouder dan 64 jaar en in de Schuilplaats vijf bezoekers (3%). De gemiddelde leeftijd van de bezoekers in de Dagopvang is vrijwel gelijk aan de gemiddelde leeftijd in De Schuilplaats: respectievelijk 42 en 44 jaar. In zowel de Dagopvang als in De Schuilplaats zijn de mannen gemiddeld even oud als de vrouwen. De jongste bezoeker in de Dagopvang is 19 jaar en de oudste 74 jaar. In De Schuilplaats is de jongste bezoeker 8 jaar en de oudste 76 jaar.
13
Representativiteit Om de respons van de Leidse Daklozentelling zo representatief mogelijk te houden, is er voor gekozen om gedurende de complete openingstijden van de Dagopvang en De Schuilplaats aanwezig te zijn en de bezoekers om hun deelname te vragen. De meeste bezoekers hebben meegewerkt aan het onderzoek. Echter, vergeleken met de telling in 2009 was een toenemend aantal mensen niet bereid om de vragen te beantwoorden, met name bij de Dagopvang. Dit bemoeilijk de totaalschatting van het aantal daklozen en Leiden en kan van invloed zijn op de uitkomsten en representativiteit van het onderzoek. De precieze invloed is echter niet met zekerheid vast te stellen, omdat de omvang en de kenmerken van de niet-meewerkende bezoekers immers niet bekend zijn en dus niet te vergelijken zijn met die van de meewerkende bezoekers. In de Dagopvang zijn geen minderjarigen gesignaleerd. Dit komt omdat Stichting De Binnenvest minderjarigen uit de dagopvang weert en hen naar een andere locatie verwijst voor intake en behandeling. Met name de verslavingsproblematiek van de bezoekers van de Dagopvang creëert een sfeer die niet bevorderlijk is voor de rehabilitatie van minderjarige daklozen, zo vindt de directie van Stichting De Binnenvest. Het gevolg voor de omvangschatting is dat zwerfjongeren hierbij ontbreken (zie ook paragraaf 4.6).
14
Hoofdstuk 4 Feitelijk Daklozen Eerst volgt een beschrijving van de feitelijk dakloze bezoekers van de Dagopvang Leiden en vervolgens van De Schuilplaats. De cijfers staan in tabel 2.
4.1 Dagopvang Leiden In de Dagopvang zijn 111 unieke mensen geteld die feitelijk dakloos zijn. Dit is 62% van het totaal aantal meewerkende bezoekers. Daarnaast is een geschat aantal van 75 personen geteld die niet mee wilden werken. Rekening houdend met het percentage daklozen en de bezoekfrequentie van de meewerkende bezoekers, is het geschat aantal daklozen onder de niet-meewerkende bezoekers nog eens 47 personen. We gaan dus uit van totaal 111 + 47 = 158 feitelijk daklozen in de Dagopvang Leiden. De beschrijving van de feitelijk dakloze bezoekers van de Dagopvang staat in tabel 2. Van de feitelijk daklozen in de Dagopvang is 86% man. Ruim de helft van de daklozen is tussen de 23 en 44 jaar, ruim 40% is tussen de 45 en 64 jaar. Er zijn geen daklozen boven de 65 jaar geteld. De jongste getelde dakloze is 21 en de oudste 63 jaar. Mannen en vrouwen zijn gemiddeld even oud. Tabel 2 Feitelijk daklozen in de Dagopvang Leiden en De Schuilplaats Dagopvang Leiden
Schuilplaats
Aantal*
%
Aantal*
%
158
100%
76
100%
mannen
135
86%
68
89%
vrouwen
23
14%
8
11%
< 23 jaar 23-44 jaar
4 88
3% 56%
4 37
5% 49%
45-64 jaar > 64 jaar
66 0
41% 0%
35 0
46% 0%
gemiddelde leeftijd min - max leeftijd
41 jaar 21-63 jaar
(SD 10)
43 jaar 13-59 jaar
SD (10)
< 1 jaar
52
33%
-
1-5 jaar > 5 jaar
67 39
42% 25%
-
min – max duur dakloosheid
0,1 – 19 jaar
Aantal feitelijk daklozen Geslacht
Leeftijd
Duur dakloosheid
-
*aantal meewerkende personen plus geschat aantal niet-meewerkende personen
- onbekend (niet nagevraagd) SD Standaarddeviatie (maat voor de spreiding van de data)
15
Voor een derde van de daklozen is de dakloosheid vrij recent, namelijk korter dan een jaar. Een kwart van de daklozen is ‘chronisch dakloos’, dat wil zeggen langer dan vijf jaar. Vier op de tien is tussen één en vijf jaar dakloos. Hierbij zijn geen verschillen tussen mannen en vrouwen. De duur van de dakloosheid heeft een brede spreiding en ligt tussen een maand en 19 jaar.
4.2 De Schuilplaats In De Schuilplaats zijn 66 unieke mensen geteld die feitelijk dakloos zijn. Dit is 46% van het totaal aantal meewerkende bezoekers. Daarnaast is een geschat aantal van 20 personen geteld die niet mee wilden werken. Rekening houdend met percentage daklozen en bezoekfrequentie van de meewerkende bezoekers, is het geschat aantal daklozen nog eens 10 personen. We gaan dus uit van totaal 66 + 10 = 76 feitelijk daklozen in De Schuilplaats. Acht op de tien daklozen in De Schuilplaats zijn mannen. De groep daklozen die tussen 23 en 44 jaar oud is, is ongeveer even groot als de groep 45-64 jarigen. Een klein deel van de daklozen is jonger dan 23 jaar. De jongste is 13 jaar en de oudste 59. Mannen en vrouwen zijn gemiddeld even oud (niet in tabel).
4.3 Herkomst daklozen In de Dagopvang Leiden is de woonplaats genoteerd waar de daklozen woonden toen ze nog stabiel gehuisvest waren. Van 105 daklozen is de herkomst bekend (tabel 3). Ruim de helft van de daklozen komt oorspronkelijk uit Leiden; een kwart komt uit één van de regiogemeenten. Een vijfde van de daklozen komt van buiten de regio. Van de groep die recent dakloos is (korter dan een jaar) komt zes op de tien uit Leiden, een kwart uit de overige regiogemeenten en ruim één op de zes van buiten de regio. Van de chronisch daklozen (langer dan vijf jaar dakloos) komt de helft uit Leiden, een derde uit één van de regiogemeenten, en één op de acht van buiten de regio. Van de 27 daklozen die uit de regiogemeenten komen, komt een derde uit Katwijk. Degenen die uit het buitenland komen, komen uit diverse landen (onder andere Somalië, Filippijnen, Engeland, Polen en Litouwen).
16
Tabel 3 Herkomst daklozen die Dagopvang Leiden hebben bezocht Daklozen Woonplaats
Duur dakloosheid
Aantal
Percentage
< 1 jaar (n=32)
1-5 jaar (n=40)
> 5 jaar (n=24)
57
54%
59%
50%
54%
26%
25%
25%
33%
Leiden Alphen aan den Rijn Hillegom
3 1
Kaag en Braassem Katwijk Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest
10 4 1 1 2 1 1
Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal overig regio ZHN
27
Buiten regio Vier grote steden
9 4
Buitenland Totaal buiten ZHN
8 21
20%
16%
25%
13%
105
100%
100%
100%
100%
Totaal aantal
1 2
4.4 Omvangschatting feitelijk daklozen 2011 Bij de Dagopvang Leiden en De Schuilplaats zijn totaal 198 daklozen geteld, waarvan 158 in de Dagopvang en 76 in De Schuilplaats. Zesendertig personen zijn op beide locaties geteld; de overlap tussen de beide locaties is dus 18%. In tabel 4 staan de aantallen getelde daklozen in de Dagopvang Leiden en De Schuilplaats. In de Dagopvang Leiden zijn 158 daklozen geteld waarvan 122 niet in De Schuilplaats zijn geteld. In De Schuilplaats zijn 76 daklozen geteld waarvan er 40 niet in De Dagopvang zijn gesignaleerd. In tabel 4 is de kleine letter n het onbekend aantal daklozen dat niet is gesignaleerd. Hoofdletter N is het totaal aantal daklozen, dat hier geschat wordt. Tabel 4 Aantal daklozen geteld per locatie Schuilplaats
niet in Schuilplaats
Totaal
Dagopvang Leiden
36*
122*
158*
niet in Dagopvang Leiden
40*
n
Totaal
76*
N
*aantal meewerkende personen plus geschat aantal niet-meewerkende personen
17
In tabel 5 staan de aantallen daklozen per locatie naar aantal dagen dat zij zijn gesignaleerd. In De Dagopvang is 14 dagen geteld, dus het maximaal aantal keer is 14 en in De Schuilplaats is het maximum 4 keer ( vier keer open in twee weken). Drie op de tien daklozen die in de Dagopvang geteld zijn, hebben de Dagopvang één keer bezocht in veertien dagen; ruim een kwart heeft de Dagopvang op meer dan tien dagen bezocht. De meeste dakloze bezoekers van De Schuilplaats (negen op de tien) hebben één of twee keer een bezoek gebracht aan deze instantie gedurende de telperiode. Schatting totaal aantal feitelijk daklozen in Leiden Resultaat van de telling: 158 daklozen bij de Dagopvang en 76 daklozen bij De Schuilplaats met een overlap van 18%. Het totaal aantal feitelijk dakloze personen dat is geteld is 198. De schattingen met de Chao-schatter voor het aantal feitelijk daklozen zijn: 1) Dagopvang: 274 met 95% betrouwbaarheidsinterval 190 - 358 2) Schuilplaats: 169 met 95% betrouwbaarheidsinterval 97- 241 Met een overlap tussen de twee locaties van 18% wordt de omvangschatting: totaal aantal daklozen N = 294 met 95% betrouwbaarheidsinterval 236 – 352 LET OP! De omvangschatting betreft slechts de volwassen populatie omdat zwerfjongeren bij de Dagopvang worden geweerd. Tabel 5 Aantal dagen dat daklozen zijn gesignaleerd per locatie Dagopvang
Schuilplaats
Aantal dagen geteld
Aantal daklozen
Percentage daklozen
Aantal dagen geteld
Aantal daklozen
Percentage daklozen
1
48 13 13 9
31% 27% 15% 27%
1 2 3 4
53 15 5 3
70% 20% 6% 4%
76*
100%
2 t/m 5 6 t/m 10 11 t/m 14 Totaal aantal daklozen geteld
Totaal aantal 158*
100%
daklozen geteld
*aantal meewerkende personen plus geschat aantal niet-meewerkende personen
4.5 Vergelijking omvangschatting 2011 met vorige schattingen In 2011 is voor de vierde keer een omvangschatting gemaakt van het aantal feitelijk dakloze mensen in Leiden. De eerste keer was in de nazomer van 2005, de tweede keer in de winter in 2006 en de derde keer eind oktober 2009. De omvangschattingen staan in tabel 6. Het totaal aantal unieke dakloze personen dat is geteld, is 268 in 2005, 276 in 2006, 180 in 2009 en 198 in 2011. In 2005 en 2006 is de schatting tussen de 450 en 500 daklozen. In 2009 en 2011 ligt de schatting rond de 300 daklozen. De onder – en bovengrens van de schatting wordt bepaald door het 95%-betrouwbaarheidsinterval. Dit is een statistische foutenmarge waarmee wordt aangegeven dat
18
met 95% zekerheid kan worden gesteld dat het werkelijk aantal daklozen ligt tussen de onder- en bovengrens. Tabel 6 en figuur 1 laten zien dat de onder- en bovengrenzen van de schattingen in 2005 en 2006 elkaar ruimschoots overlappen. De conclusie was dan ook dat het aantal daklozen bij deze twee peilingen gelijk was. De overlap van onder- en bovengrenzen tussen 2009 en 2006 is kleiner en het verschil tussen beide schattingen bleek significant: het aantal daklozen in 2009 was lager dan in 2006. De 95-betrouwbaarheidsintervallen van de schattingen van 2011 en 2009 overlappen weer ruimschoots; de schatting van 2011 verschilt dan ook niet van die in 2009. Alleen als het 95%betrouwbaarheidsinterval van het verschil tussen de twee schattingen boven nul ligt, is het verschil significant. In tabel 7 is te zien dat het verschil tussen de schattingen in 2009 en 2011 gelijk is aan 19. Het 95%-betrouwbaarheidsinterval van dit verschil ligt tussen -99 en 137. Het interval omvat de waarde nul en daarmee kunnen we concluderen dat het verschil in aantal geschatte daklozen in 2009 en 2011 niet significant is. Tabel 6 Geschat aantal feitelijk daklozen Sep 2005
Feb 2006
Okt 2009
Nov 2011
268
276
180
198
Dagopvang Leiden
-
-
144
158
De Schuilplaats Dienstencentrum
244
253
65 -
76 -
Slaaphuis De Zaak
27 23
40 20
-
-
Overlap tussen locaties
8,2%
11,2%
16,1%
18,0%
493
454
313
294
Ondergrens
461
377
210
236
Bovengrens
525
531
416
352
Totaal aantal geteld
Geschat aantal daklozen
Figuur 1 Trend omvangschatting daklozen
19
Tabel 7 Verschil tussen schattingen in 2009 en 2011 2009
2011
Geschat aantal daklozen
313
294
Verschil peiljaren ondergrens
19 -99
bovengrens
137
Conclusie Het aantal geschatte daklozen in 2011 is niet significant toe- of afgenomen ten opzichte van 2009. Kanttekeningen bij de methode 1. De 95% betrouwbaarheidsintervallen zijn met de vangst- hervangstmethode vaak groot. Het gevolg is dat er vaak geen statistisch significant verschil wordt gemeten tussen twee tellingen. In 2009 was een significante daling van het aantal daklozen gesignaleerd ten opzichte van het jaar 2006. Bij de huidige telling is geen significant verschil gemeten tussen de tellingen in 2011 en 2009. 2. In 2005 en 2006 is op drie locaties geteld en is de Fienberg-schatter gebruikt. In 2009 en 2011 is op twee locaties geteld en is de Chao-schatter gebruikt. De Fienberg-schatter corrigeert evenals de Chao-schatter voor schendingen van de voorwaarden (onafhankelijkheid van de locaties etc). De schatters gebruiken echter verschillende aspecten van de gegevens: de Fienberg-schatter gebruikt alleen de overlap tussen de drie locaties die in 2005 en 2006 beschikbaar waren en de Chao-schatter gebruikt de som van de bezoekfrequenties over de twee locaties. Het is niet duidelijk welke schatter tot betere schattingen leidt, omdat niet is vast te stellen in hoeverre aan de veronderstellingen van de schatters is voldaan. 3. In 2005 en 2006 heeft het personeel van de voorzieningen een instructie gehad en heeft zij de tellingen gedaan. Het personeel kent veel bezoekers en weet vaak al of ze wel of niet dakloos zijn. In 2009 en 2011 hebben studenten de tellingen gedaan. De studenten hebben te maken gehad met bezoekers die niet mee wilden werken. Hiervoor is gecorrigeerd. Het aantal niet-meewerkende bezoekers was groter dan in 2009. 4. De overlap tussen de locaties was in 2009 groter dan in 2005 en in 2011 een fractie groter dan in 2009. De mate van overlap tussen de locaties heeft invloed op de hoogte van de schatting. Naarmate de overlap groter is, wordt de schatting kleiner en nauwkeuriger. 5. Zwerfjongeren worden in principe niet in de Dagopvang Leiden opgevangen. Zij zijn dus in 2009 en 2011 niet bij de telling betrokken. Dit zou tot een onderschatting van het aantal daklozen in 2009 en 2011 kunnen leiden (zie ook paragraaf 4.6). In 2005 en 2006 is geteld in instanties waar jongeren wel opgevangen kunnen worden. Zij werden echter niet in grote aantallen gesignaleerd.
20
4.6 Zwerfjongeren (geen onderdeel van schatting) Om de re-integratie van jonge daklozen te bevorderen heeft De Binnenvest in 2008 besloten om hen op een andere locatie dan de Dagopvang te ontvangen. Om deze reden zijn de zwerfjongeren geen onderdeel van de daklozentelling en van de omvangschatting. Jonge daklozen worden geregistreerd bij het SPIL (Service Punt Informatie en Leren van De Binnenvest). Bij het SPIL stonden in november 2011 87 jongeren ingeschreven. Ruim acht op de tien is man. De jongeren variëren in leeftijd van 18 tot 28 jaar. Van hen heeft 29% een casusverantwoordelijke; 71% heeft alleen een postadres. Zwerfjongeren zijn in 2011 landelijk 8 gedefinieerd als feitelijk of residentieel daklozen onder de 23 jaar met meervoudige problemen . Van de jongeren ingeschreven bij het SPIL, vallen er 32 jongeren in die leeftijdscategorie. In de Dagopvang zijn bij de telling 3 jonge daklozen in de leeftijd 21 tot en met 22 jaar geteld. Ook in De Schuilplaats zijn een aantal jonge daklozen geteld: een persoon van 13 jaar (mogelijk met een ouder binnengekomen) en 2 personen in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar.
4.7 Vergelijking kenmerken daklozen 2011 met vorige jaren Zowel in 2009 als in 2011 zijn kenmerken van de feitelijk daklozen op identieke wijze nagevraagd. Geslacht, gemiddelde leeftijd en de duur van de dakloosheid van de dakloze bezoekers die in 2009 en 2011 bij de Dagopvang en bij De Schuilplaats zijn gesignaleerd worden in tabel 8 vergeleken. In 1
2005 zijn 111 feitelijk dakloze personen geïnterviewd . De kenmerken van deze personen worden vergeleken met die van de bezoekers die in 2009 en 2011 in de Dagopvang zijn geteld.
Tabel 8 Kenmerken daklozen in 2009 en 2011 Dagopvang
Schuilplaats
2005
2009
2011
2009
2011
111
144
158
65
76
man
89%
89%
86%
80%
89%
vrouw
11%
11%
14%
20%
11%
gemiddelde leeftijd min – max leeftijd
38 jaar 19-67 jaar
41 jaar 21-61 jaar
41 jaar 21-63 jaar
42 jaar 21-59 jaar
43 jaar 13-59 jaar
< 1 jaar
23%
43%
33%
-
-
1-5 jaar > 5 jaar
39% 38%
37% 20%
42% 25%
-
-
Aantal daklozen* Geslacht
Leeftijd
Duur dakloosheid
*aantal meewerkende personen plus geschat aantal niet-meewerkende personen
21
In 2009 was 57% van de meewerkende bezoekers van de Dagopvang feitelijk dakloos, in 2011 is dit 62%. In De Schuilplaats ging het in 2009 om 38% van de bezoekers en in 2011 om 46%. Het percentage dakloze bezoekers is dus bij beide instanties gestegen. De samenstelling van de groep daklozen in de Dagopvang is in 2005, 2009 en 2011 voor wat betreft geslacht en leeftijd vrijwel gelijk; in alle drie de jaren zijn bijna negen op de tien daklozen man en ligt de gemiddelde leeftijd rond de 40 jaar. In De Schuilplaats zijn er in 2011 relatief iets meer mannen dan in 2009: negen op de tien in 2011 tegenover acht op de tien in 2009. De gemiddelde leeftijd ligt in beide jaren net boven de 40 jaar. Wat opvalt is dat de groep recent daklozen (<1 jaar dakloos) in de Dagopvang van 2005 naar 2009 is gestegen en in 2011 weer iets is gedaald. De groepen mensen die 1 tot 5 jaar of chronisch (> 5 jaar) dakloos zijn, zijn van 2005 naar 2009 juist gedaald, om in 2011 weer te stijgen. Hoewel de samenstelling van de groep daklozen over de jaren heen vrijwel gelijk blijft, worden toch niet ieder jaar dezelfde personen geteld. Van alle feitelijk daklozen die in 2009 en 2011 geteld zijn, blijkt 7,1% in beide jaren geteld te zijn. De overlap tussen 2005 en 2006 was destijds 16,7%. Van de feitelijk daklozen die in 2011 aangaf tien of meer jaar dakloos te zijn, is 31% (vier van de dertien personen) ook in 2009 geteld. Uiteraard kan de mate van overlap bepaald worden door de korte telperioden van twee weken die in dit onderzoek gehanteerd worden.
22
Hoofdstuk 5 Gehuisvesten De onderzoeksvraag betreft een omvangschatting van feitelijk dakloze mensen. Tijdens de telling bleek dat ook niet-daklozen de Dagopvang en De Schuilplaats bezoeken. De woonvorm is bijvoorbeeld het Sociaal Pension, beschermd of begeleid wonen of zelfstandige woning. Behalve initialen, leeftijd, geslacht en woonplaats is van deze mensen geen informatie gevraagd. Het is dus niet bekend welke redenen zij hebben om voorzieningen voor maatschappelijke opvang te bezoeken. In dit hoofdstuk worden de gehuisveste bezoekers die zijn geteld beschreven. Eerst volgt de beschrijving van de gehuisveste bezoekers van de Dagopvang Leiden en daarna de bezoekers van De Schuilplaats. De bijbehorende cijfers zijn te vinden in tabel 9. Er is geen omvangschatting gemaakt.
5.1 Dagopvang Leiden In de Dagopvang zijn 63 unieke bezoekers geteld die stabiel gehuisvest zijn. Dit is 35% van het totaal aantal meewerkende bezoekers. Vijf personen hebben wel meegewerkt aan het onderzoek, maar hebben niet aangegeven of zij dakloos zijn of niet. Daarnaast is een geschat aantal van 75 personen geteld die niet mee wilden werken. Rekening houdend met percentage gehuisvesten en bezoekfrequentie van de meewerkende bezoekers, is het geschat aantal gehuisvesten nog eens 28 personen. We gaan dus uit van totaal 63 + 28 = 91 gehuisveste bezoekers. Negen op de tien gehuisvesten zijn mannen. De helft van de gehuisvesten is tussen de 23 en 44 jaar. De gemiddelde leeftijd is 42 jaar. De mannen zijn met een gemiddelde leeftijd van 43 jaar ouder dan de vrouwen (gemiddeld 31 jaar) (niet in tabel). De jongste gehuisveste persoon is 19 jaar en de oudste 74 jaar. Tabel 9 Gehuisvesten in de Dagopvang Leiden en De Schuilplaats Dagopvang Leiden
Schuilplaats
Aantal*
%
Aantal*
%
91
100%
88
100%
mannen
81
89%
60
68%
vrouwen
10
11%
28
32%
< 23 jaar 23-44 jaar
3 48
3% 53%
10 30
11% 34%
45-64 jaar > 64 jaar
38 2
42% 2%
44 4
50% 5%
gemiddelde leeftijd min - max leeftijd
42 jaar 19-74 jaar
(SD 13)
45 jaar 8-76 jaar
(SD 16)
Aantal gehuisvesten Geslacht
Leeftijd
*aantal meewerkende personen plus geschat aantal niet-meewerkende personen
SD Standaarddeviatie (maat voor de spreiding van de data)
23
5.2 De Schuilplaats In De Schuilplaats zijn 78 unieke mensen geteld die niet dakloos zijn. Dit is 54% van het totaal aantal meewerkende bezoekers. Eén persoon heeft wel meegewerkt aan het onderzoek, maar heeft niet aangegeven of zij dakloos is of niet. Daarnaast is een geschat aantal van 20 personen geteld die niet mee wilden werken. Rekening houdend met percentage gehuisvesten en bezoekfrequentie van de meewerkende bezoekers, is het geschat aantal gehuisvesten nog eens 10 personen. We gaan dus uit van totaal 78 + 10 = 88 gehuisveste bezoekers. Ruim twee derde van de gehuisvesten is man. De helft van de groep gehuisvesten is tussen de 45 en 64 jaar oud. De gemiddelde leeftijd is 45 jaar, mannen 47 en vrouwen 41 jaar (niet in tabel). De jongste niet-dakloze is 8 jaar en de oudste 76.
5.3 Woonplaats gehuisvesten In de Dagopvang Leiden is de huidige woonplaats van de gehuisvesten genoteerd. Van 58 gehuisvesten is de woonplaats bekend (tabel 10). Acht op de tien gehuisvesten woont in Leiden. Eén op de acht gehuisvesten woont in een regiogemeente en één op de twintig woont buiten de regio Zuid-Holland Noord. Tabel 10 Huidige woonplaats gehuisvesten Gehuisvesten Woonplaats
Aantal
Percentage
48
83%
2
3%
Kaag en Braassem Katwijk
1
2%
Leiderdorp
1
2%
2
3%
1
2%
7
12%
Buiten regio
2
3%
Vier grote steden Totaal buiten ZHN
1 3
2%
58
100%
Leiden Alphen aan den Rijn Hillegom
Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest Rijnwoude Teylingen Voorschoten Zoeterwoude Totaal overig regio ZHN
Totaal aantal
24
5%
5.4 Totaal aantal getelde gehuisveste personen Het totaal aantal gehuisveste personen dat is geteld in de Dagopvang en De Schuilplaats samen is 165. Veertien van deze gehuisveste personen zijn op beide locaties geteld. Daarmee komt de overlap tussen de beide locaties op 8,5%. Van het totaal aantal gehuisveste personen is geen omvangschatting gemaakt zoals bij de feitelijk daklozen.
25
26
Hoofdstuk 6 Conclusies Het doel van dit onderzoek is het schatten van de omvang van de daklozenpopulatie in Leiden. De telling brengt aan het licht dat het aantal feitelijk daklozen in 2011 met een schatting van 294 (ondergrens 236, bovengrens 352) niet significant toe- of afgenomen is ten opzichte van 2009. Feitelijk daklozen Bijna tweederde deel van de bezoekers van de Dagopvang Leiden is feitelijk dakloos en bijna de helft van de bezoekers van De Schuilplaats. In de Dagopvang Leiden zijn 158 daklozen geteld en in De Schuilplaats 76. De overlap van dakloze bezoekers tussen beide locaties is 18%. Het aantal feitelijk dakloze mensen in Leiden is geschat op 294, met een ondergrens van 236 en een bovengrens van 352. Het aantal is niet significant veranderd sinds 2009 (313 met een ondergrens van 210 en een bovengrens van 416). Vergeleken met de vorige tellingen was een toenemend aantal mensen niet bereid om aan het onderzoek mee te werken; dit bemoeilijkt de totaalschatting van het aantal daklozen en is een aandachtspunt voor de opzet van een volgende telling. De daklozen zijn langer dakloos dan in 2009. Het percentage chronische daklozen (langer dan 5 jaar dakloos) is licht toegenomen van 20% naar 25%. Het percentage recent daklozen (korter dan een jaar dakloos) is afgenomen van 43% naar 33%. De samenstelling van de dakloze populatie in termen van leeftijd en geslacht is in 2011 vrijwel gelijk aan die in 2009. In de Dagopvang zijn bijna negen op de tien daklozen man en ligt de gemiddelde leeftijd rond de 40 jaar. In De Schuilplaats zijn er in 2011 relatief iets meer mannen dan in 2009: negen op de tien in 2011 tegenover acht op de tien in 2009. De gemiddelde leeftijd ligt in beide jaren in De Schuilplaats net boven de 40 jaar. Ruim de helft van de dakloze bezoekers van de Dagopvang komt oorspronkelijk uit Leiden, een kwart komt uit één van de regiogemeenten in Zuid-Holland Noord en een vijfde komt van buiten de regio. Gehuisvesten Ruim een derde deel van de bezoekers van de Dagopvang Leiden en ruim de helft van de bezoekers van De Schuilplaats zijn gehuisvest. In de Dagopvang zijn 91 gehuisveste mensen geteld en in De Schuilplaats 88. De overlap tussen beide locaties is 8,5%; dit is lager dan de overlap van de dakloze bezoekers. Onder de gehuisveste bezoekers in De Schuilplaats bevindt zich een enkele ouder met jonge kinderen. Er is geen omvangschatting van de gehuisveste bezoekers gemaakt. In De Schuilplaats komen in verhouding meer vrouwen dan bij de Dagopvang Leiden. Het overgrote deel is echter nog steeds man (ruim twee derde in De Schuilplaats en negen op de tien in de Dagopvang). Ruim acht op de tien gehuisveste bezoekers van de Dagopvang Leiden woont in Leiden. Eén op de acht gehuisvesten woont in een regiogemeente en een op de twintig woont buiten de regio ZuidHolland Noord.
27
28
Literatuur 1
Hulsbosch L, Nicholas S, Wolf J, Dakloos in Leiden, Onderzoek naar omvang en kenmerken van de
daklozenpopulatie, Trimbos-instituut, Utrecht, oktober 2005 2
Tielen H, Hulsbosch L en Nicholas S, Dakloos in Leiden: tweede telling, Leiden, GGD Hollands
Midden, mei 2006 3
Tielen H, Dakloos in Leiden, telling en omvangschatting van de volwassen populatie 2009, Leiden,
GGD Hollands Midden, februari 2010 4
Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord, Volle kracht vooruit Zuid-Holland Noord 2008-2013,
afdeling Sociaal en Economisch Beleid gemeente Leiden, mei 2008 5
Tussenevaluatie Regionaal Kompas Zuid-Holland Noord 2008 – 2013, gemeente Leiden, november 2011 6
Reinking D, Nicholas S, Leiden I van, Bakel H van, Zwikker M, Wolf J, Daklozen in Den Haag, Onderzoek naar de omvang en kenmerken van de daklozenpopulatie , Trimbos-instituut 2001 7
Chao A, Estimating population size for sparse data in capture-recapture experiments. Biometrics,
45, 427-438, 1989. 8
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zwerfjongeren in Nederland: een heldere definitie. Den Haag, 2011
29