DAIDALOS PEUTZ
bouwfysisch ingenieursbureau
Europese groep adviesbureaus in bouwfysica, akoestiek, lawaaibeheersing, milieutechniek, brandveiligheid
Vlaamse Overheid Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu en Gezondheid Dienst Hinder en Risicobeheer mevrouw Gisela Vindevogel Lokaal 7G47 Koning Albert II laan 20 bus 8 1000 Brussel Project: Opdracht: Datum: Bestand: Document:
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R akoestische metingen en beoordeling in enkele jeugdhuizen met het oog op de beperking van het geluidsniveau in de binnenruimte dinsdag 29 november 2011 Jeugdhuizen.Akoestiek.EindRapport.02 eindrapport deel 2: algemene maatregelen - overzicht voor communicatie
Samenvatting van dit rapport Jeugdhuizen.Akoestiek.EindRapport.02 is het eindrapport deel 2 van het onderzoek. Deel 2 geeft de mogelijke maatregelen, hun impact en hun kostprijs, zoals we die kunnen afleiden op basis van de metingen in deel 1. Deel 2 is dus toegespitst op de algemene besluiten die we uit het onderzoek kunnen afleiden. Andere rapporten Deel 1 De metingen in de 5 jeugdhuizen, en een bespreking per jeugdhuis, zijn gegeven in eindrapport deel 1 van het onderzoek, Jeugdhuizen.Akoestiek.EindRapport.01. Samenvatting Een korte samenvatting van delen 1 en 2 is gegeven in Jeugdhuizen.Akoestiek.EindRapport.Samenvatting. Bijlagen De volledige bijlagen omvatten alle meetresultaten, documentatie, geluidopnamen,.... De inhoudsopgave van de bijlagen is gegeven in document Jeugdhuizen.Akoestiek.EindRapport.Bijlagen. De bijlagen zelf zijn enkel onder elektronische vorm aangeleverd, want zij bevatten Excel rekenbladen, geluidsopnamen, foto's,...
Daidalos Peutz Bouwfysisch Ingenieursbureau bvba, Vital Decosterstraat 67A/0001, 3000 Leuven email
[email protected], tel. 016/35.32.77, fax 016/35.32.78, HRLeuven 90249, BTW 454.276.239
Inhoud I
II
Algemene maatregelen - overzicht voor communicatie ............................................................................. 3 I.1
Muziekkwaliteit in jeugdhuizen .................................................................................................................. 3
I.2
Bouwkundige voorzieningen....................................................................................................................... 4 I.2.1 Geluidabsorptie in de ruimte ............................................................................................................. 5 I.2.2 Geluidabsorberende materialen en technieken ................................................................................ 12
I.3
Maatregelen aan de muziekinstallatie ...................................................................................................... 21 I.3.1 Plaats van luidsprekers ten opzichte van het publiek....................................................................... 21 I.3.2 Luidsprekers die het geluid beter projecteren op het publiek .......................................................... 22
I.4
Opstelling van de groep en inregeling van de versterking ....................................................................... 25 I.4.1 Inleiding ........................................................................................................................................... 25 I.4.2 Experiment: optreden met verschillende podiumcondities en aangepaste versterking .................... 25
I.5
Beslissingsschema, afpuntlijst, leidraad................................................................................................... 39 I.5.1 Maatregelen in bestaande jeugdhuizen ............................................................................................ 41 I.5.2 Maatregelen in nieuwe jeugdhuizen ................................................................................................ 44 Samenvatting en besluiten.......................................................................................................................... 47
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
2/49
I
Algemene maatregelen - overzicht voor communicatie In dit deel gaan we na welke maatregelen we kunnen nemen om het geluidniveau in jeugdhuizen te beperken, met behoud van de kwaliteit van de muziek. Op basis van de analyses in deel 1, en bijkomende berekeningen en analyses, komen we tot meer algemene besluiten. De mogelijke maatregelen splitsen we op in 3 groepen: • • •
maatregelen aan het gebouw: dit betreft voornamelijk de geluidabsorptie in de ruimte en de afbakening van de zone waarin het publiek kan komen, ten opzichte van de luidsprekers; maatregelen aan de muziekinstallatie: dit betreft in hoofdzaak het type luidsprekers en hun plaatsing; maatregelen aan de opstelling van de muziekgroepen en de inregeling van de geluidversterking: dit betreft de daadwerkelijke podiumactiviteit tijdens het musiceren.
Als inleiding geven we een korte beschouwing bij de muziekkwaliteit in jeugdhuizen.
I.1
Muziekkwaliteit in jeugdhuizen De volgende beschouwingen zijn voornamelijk gebaseerd op de onderzoeken in de 5 bezochte jeugdhuizen: de waarnemingen ter plaatse, de meetresultaten, de feedback van de gebruikers en verantwoordelijken van het jeugdhuis. We gaan er van uit dat deze besluiten van toepassing zijn op de meerderheid van de jeugdhuizen. Muziekactiviteiten in jeugdhuizen betreffen bijna uitsluitend elektronisch versterkte muziek. Het gaat om fuiven of feesten waarbij plaatjes gedraaid worden door een dj, of om live optredens van groepen. Voor het draaien van plaatjes beschikken de meeste jeugdhuizen over een eigen, vaste installatie. Deze bestaat meestal uit de weergaveapparatuur (CD speler, platenspeler,...), de versterkers, en een aantal luidsprekers. In alle bezochte jeugdhuizen waren de luidsprekers vast opgesteld, afhangend van het plafond. Het ging steeds om breedband luidsprekers, met een goede weergavekarakteristiek voor muziek. De bezochte jeugdhuizen hadden ook één of meer subwoofers voor de versterking van de lage tonen. Op die manier beschikken de jeugdhuizen over een goede vaste installatie om op elk moment muziek te kunnen draaien. Een aantal bezochte jeugdhuizen (Kaddish, de Kroenkel, de Paddestoel) hebben een goed tot zeer goed geluidabsorberend plafond, soms aangevuld met enkele gordijnen, meestal langsheen delen van het podium. Hierdoor is de akoestiek in deze ruimten behoorlijk droog. De goede vaste installatie, gecombineerd met een droge akoestiek, volstaat om muziek te draaien tijdens de gewone bijeenkomsten, en in een aantal gevallen ook tijdens fuiven of feestjes. De kwaliteit van de weergave (correcte toonregeling over het hele frequentiegebied, beperkte galm waardoor de muziek helder blijft) is in orde, en in kleine ruimtes kan men het gewenste geluidniveau bekomen zonder een al te krachtige installatie. Twee jeugdhuizen (Club 9, Kavka) hebben geen geluidabsorberend plafond en daardoor minder basisabsorptie. Zij lossen dit op door gordijnen aan sommige wanden, of door een aantal losse geluidabsorberende panelen (Kavka). Hierdoor is de akoestiek minder goed dan in een drogere ruimte, maar in de praktijk blijkt dit nog werkbaar. Dit is vooral hoorbaar in een lagere helderheid (transparantie) van de muziek. In de meeste jeugdhuizen zijn de vaste plafondluidsprekers van de installatie gericht naar een deel van de ruimte, die men als dansvloer gebruikt bij feestjes. De vaste inrichting is met andere woorden deels afgestemd op het gebruik als fuifzaal. Daarnaast zorgt ze voornamelijk voor muziek tijdens de openingsuren. Omdat de meeste jeugdhuizen eerder klein zijn, is de muziek goed hoorbaar in de volledige ruimte, ook al zijn de luidsprekers enigszins gericht naar de dansvloer. Wanneer men een activiteit organiseert met artiesten, hetzij dj's (meting in Kavka), hetzij live muzikanten (de andere metingen), dan volstaat de vaste installatie van de jeugdhuizen niet. In principe zou een dj nog met de vaste installatie kunnen werken, maar dan heeft hij geen controle over de opstelling van de luidsprekers. Een dj - set is een performance, de dj staat op een podium, het Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
3/49
geluid hoort daarom uit de richting van het podium te komen. Dit bekomt men met de klassieke stereo opstelling van de luidsprekers langs beide zijden van het podium, gericht naar de zaal. Bij een live optreden komt naast de geluidversterking ook de volledige opnametechniek kijken: elk instrument van de groep wordt opgenomen, gemixt tot de gewenste 'sound', en via luidsprekers in de zaal gestuurd. Uiteraard hoort ook hierbij het geluid van het podium te komen, en dus bevinden de luidsprekers zich langs weerszijden van het podium, op de scheiding tussen podium en zaal, gericht naar de zaal. Kwaliteitsvolle muziek voor dj's en live groepen vraagt dus een hele opstelling, om de eigen 'sound' van de artiesten natuurgetrouw in de zaal weer te geven, en het optreden zijn dynamiek te geven. Dit vereist omvangrijke apparatuur en een gespecialiseerde kennis om ze te bedienen. Daarom wordt bij deze evenementen een installatie gehuurd. In de meeste gevallen is de eigenaar van de installatie ook geluidstechnicus voor het evenement. Hij wordt soms geholpen door geïnteresseerde vrijwilligers van het jeugdhuis, en soms wordt zijn taak gedeeltelijk of geheel overgenomen door de vaste geluidstechnicus van de muzikanten. In alle bezochte jeugdhuizen bestond de gehuurde installatie uit dezelfde componenten: microfoons voor de opname, bekabeling, een mengtafel, effecttoestellen voor het bewerken van de muziek, versterkers, monitors voor de versterking naar de muzikanten, luidsprekers voor de versterking naar de zaal. Voor de kwaliteit van de versterkte muziek zijn de volgende factoren van belang: • • •
de akoestiek van de ruimte; de kwaliteit van individuele componenten van de apparatuur; de kennis en ervaring van de geluidstechnicus.
Voor de beperking van het geluidniveau in de ruimte zijn vooral de luidsprekers voor de versterking naar de zaal van belang. Wanneer men kijkt naar de manier waarop evenementen in zalen en in open lucht versterkt worden, vallen vooral de verschillen op inzake de versterking naar het publiek. De uitdaging bestaat er in om over het gehele publieksvlak de muziek weer te geven met een constante kwaliteit (helderheid, gelijkmatige toonweergave, dynamiek,...) en een gelijke luidheid. Om dit te realiseren, bestaan er zeer geavanceerde versterking- en luidsprekertechnieken (zie deel 'Maatregelen aan de muziekinstallatie '). Met een aangepaste techniek slaagt men er in om over grote afstanden een nagenoeg constant geluidniveau op het publiek te 'projecteren', met een hoge muzikale kwaliteit: een correct uitgebalanceerde toonweergave, een hoge helderheid, goede dynamiek, een juiste stereoweergave en richtingsgevoel ten opzichte van het podium,... De gehuurde installaties in de onderzochte jeugdhuizen waren allen basis-opstellingen, met een beperkt aantal onderdelen. De versterking naar de zaal bestond steeds uit breedband luidsprekers langs weerszijden van het podium, ter hoogte van de scheiding tussen de zaal en het podium, gericht naar de zaal. Eén of twee baskasten zorgen voor de versterking van de laagste tonen. Geavanceerde technieken om met luidspreker-arrays het geluid meer te richten op het publieksvlak, of om daadwerkelijk de goede verdeling van het geluid in de zaal op te meten en te sturen, worden niet toegepast. De reden hiervoor is enerzijds de plaats: enkel in open lucht of in hogere ruimtes is er voldoende plaats voor de relatief hoge luidsprekerrijen die hiervoor nodig zijn. Anderzijds vragen dergelijke opstellingen veel inregelwerk en kennis. Om die reden zijn de meer geavanceerde installaties eerder te vinden als vaste installaties in grotere zalen (clubcircuit, concertzalen), of als tijdelijke installaties op grotere evenementen. In die zin is de kwaliteit van de geluidversterking van concerten in jeugdhuizen eerder een 'basiskwaliteit'. De randvoorwaarden van het gebouw, de kosten en de tijd laten niet toe om zeer ver te gaan in de versterkertechniek. Nochtans zien we dat in de jeugdhuizen met een behoorlijke tot goede akoestiek, het resultaat zeker voldoet en beantwoordt aan de verwachtingen van de muzikanten en van het publiek.
I.2
Bouwkundige voorzieningen Bouwkundige voorzieningen om het geluidniveau in een zaal te beperken zijn de geluidabsorptie in de ruimte, en de bouwkundige voorzieningen die men treft om de luidsprekers voor de versterking naar de zaal voldoende ver van het publiek te houden.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
4/49
I.2.1
Geluidabsorptie in de ruimte Op een voldoende grote afstand van een geluidbron, in het zogenaamde nagalmveld van de ruimte, hangt het geluidniveau enkel af van de sterkte van de geluidbron, het geluidvermogenniveau Lw, en van de hoeveelheid geluidabsorptie in de ruimte, de absorptieoppervlakte: Lp ≅ Lw,tot - 10 * Log10 (Atot/4) Lp [dB] het geluiddrukniveau in het galmveld in de ruimte Lw,tot [dB] het totale geluidvermogenniveau van alle geluidbronnen in de ruimte Atot [m2] de totale oppervlakte geluidabsorptie in de ruimte - 'm2 open raam' De totale oppervlakte geluidabsorptie in de ruimte is de som van de absorptie van elk oppervlak in de ruimte (vloer, wand, plafond, inrichting,...): Atot = Σ αi * Si αi Si
[-] de geluidabsorptiecoëfficiënt van wandafwerking i [m2] de oppervlakte van wandafwerking i T ≅ V/(6*Atot)
T V Atot
[s] de nagalmtijd in de ruimte [m3] het volume van de ruimte [m2] de totale oppervlakte geluidabsorptie in de ruimte - 'm2 open raam'
Op korte tot zeer korte afstand van een geluidbron, wordt het geluidniveau hoger. Als we een geluidbron als een punt mogen vereenvoudigen, stijgt het geluidniveau met 6 decibel per halvering van de afstand. Een werkelijke geluidbron, zoals een luidspreker, is geen punt: daardoor stijgt het geluidniveau iets minder dan 6 decibel per halvering van de afstand; waarden van 3 - 5 dB per halvering van de afstand zijn op korte afstand van een luidspreker (0.5 - 2 m) realistisch. Het resultaat is een geluidniveau in de ruimte dat tamelijk snel stijgt wanneer men zich dichtbij een bron begeeft, en op grotere afstand slechts langzamer daalt. Op korte afstand van een bron is de afstand tot de bron cruciaal, want 1/2 m of 1 m kan een verschil van 5 dB maken. Geluidabsorptie heeft hierop nauwelijks invloed. Op grotere afstand, voor de onderzochte jeugdhuizen vanaf ongeveer 2 m, daalt het geluidniveau steeds minder snel, en wordt het meer en meer bepaald door de geluidabsorptie in de ruimte. In de meeste ruimtes, zeker in ruimtes met een beperkte hoogte en een geluidabsorberend plafond, zal het geluidniveau op grotere afstand niet plafonneren tot de constante waarde in het nagalmveld zoals hoger aangegeven. Het geluidniveau blijft dalen met de afstand tot de geluidbron, zij het in geringe mate; hoe platter de ruimten en hoe meer geluidabsorptie, des te uitgesprokener is dit. Geluidabsorptie zorgt er dus voor dat het geluidniveau buiten het directe bereik van de luidsprekers daalt. Om de mate waarin dit gebeurt in te schatten, geven we in de volgende paragrafen rekenresultaten van de verdeling van het geluiddrukniveau voor de 5 jeugdhuizen, telkens voor de bestaande situatie, en voor een situatie waarbij we geluidabsorptie toevoegen. Voor elk van de jeugdhuizen geven we de volgende informatie: •
•
Een berekende geluidkaart: o voor de oorspronkelijke situatie; o voor een situatie met toegevoegde geluidabsorptie, zoals eerder al beschreven in deel 1 bij elk jeugdhuis. De berekende verdeling van het geluiddrukniveau over de ruimte, enerzijds weergegeven als een histogram, anderzijds uitgedrukt in een gemiddelde waarde en een spreiding. o voor de oorspronkelijke situatie; o voor een situatie met toegevoegde geluidabsorptie, zoals eerder al beschreven in deel 1 bij elk jeugdhuis.
Bij het interpreteren van deze resultaten kijken we naar verschillende aspecten.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
5/49
Enerzijds kan men stellen dat een gelijkmatige verdeling van het geluidniveau over de ruimte een pluspunt is. Men zou het dus als een kwaliteit kunnen beschouwen dat de spreiding van het geluiddrukniveau zo laag mogelijk is. De spreiding is berekend in de veronderstelling van een normale verdeling, dit betekent: 70% van de posities liggen binnen het gemiddelde geluidniveau ± 1x de spreiding; 95% van de posities liggen binnen het gemiddelde geluidniveau ± 2x de spreiding. Een beperkte spreiding betekent dat iedereen aan een gelijkaardig geluidniveau is blootgesteld, dat er minder oppervlakte is met echt hoge gluidniveaus, en dat het eenvoudiger is om een meetpositie te vinden die representatief is om het geluidniveau in de ruimte te controleren en te bewaken. Anderzijds wijst een beperkte spreiding meestal op een beperkte geluidabsorptie in de ruimte. Hierdoor kan het absolute geluidniveau hoger uitkomen dan wenselijk, omdat de akoestische instrumenten - in het bijzonder de drum - onversterkt reeds zo luid klinken dat ze met versterking onvermijdelijk boven een maximum waarde uitkomen. We hebben bij de bespreking van de jeugdhuizen in deel 1 ook gezien dat een grote spreiding meestal betekent dat de vorm en afmetingen van de ruimte zo zijn, dat er 'stillere' zones ontstaan op een grotere afstand van het podium of in een enigszins afgeschermd deel van de ruimte. Dit is ook een kwaliteit, want het biedt aan de aanwezigen de mogelijkheid om zich in een wat stillere zone te begeven, voor een gedeelte van het evenement. Vele aanwezigen doen dit ook bewust.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
6/49
berekende geluidkaart
verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 89 2 89 - 90 6 90 - 91 10 91 - 92 12 92 - 93 8 93 - 94 8 94 - 95 12 95 - 96 20 96 - 97 12 97 - 98 4 98 - 99 2 > 99 2 gemiddeld: 93.9 spreiding: 2.8 Kaart 1.1. Jeugdhuis Kaddish - bestaande situatie Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 88 2 88 - 89 7 89 - 90 10 90 - 91 10 91 - 92 7 92 - 93 7 93 - 94 9 94 - 95 17 95 - 96 17 96 - 97 6 97 - 98 3 98 - 99 1 > 99 2 gemiddeld: 93.1 spreiding: 3.1 Kaart 1.2. Jeugdhuis Kaddish - met bijkomende geluidabsorptie op de wanden van de zaal. Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau
40
berekende geluidkaart
40
Jeugdhuis Kaddish is een voorbeeld van een eerder uitgestrekte ruimte met een laag, goed geluidabsorberend plafond. De berekening in de huidige situatie (kaart 1.1) toont een grote spreiding van het geluiddrukniveau, omdat het geluidniveau blijft afnemen met de afstand tot de bron. Meer geluidabsorptie toevoegen (kaart 1.2) verandert de situatie nauwelijks: de gemiddelde daling van het geluiddrukniveau is minder dan 1 dB(A), in de praktijk een niet waarneembare verbetering. Dit resultaat toont aan dat in lage ruimten, met een goed geluidabsorberend plafond, en met enige verstrooiing van het geluid op meubilair (hier voornamelijk de bar), er geen nood is aan andere geluidabsorberende maatregelen om het geluidniveau te beperken. Het feit dat het geluiddrukniveau redelijk snel daalt met de afstand, en blijft dalen over de volledige lengte van de zaal, is zowel een voordeel als een nadeel. Het voordeel is een lager geluidniveau op grotere afstand van het podium, zodat een rustiger zone ontstaat. Het nadeel is dat men mogelijk de versterking inregelt op een geluidniveau in het midden van de ruimte, en het vlakbij het podium beduidend hoger is. De keuze van het inregelpunt of meetpunt is belangrijk in dit type ruimte.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
7/49
berekende geluidkaart
verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 95 1 95 - 96 18 96 - 97 34 97 - 98 24 98 - 99 11 99 - 100 5 100 - 101 3 101 - 102 2 > 102 2 gemiddeld: 97.3 spreiding: 1.5
40
Kaart 2.1. Jeugdhuis De Kroenkel - bestaande situatie Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau berekende geluidkaart
verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 92 0 92 - 93 6 93 - 94 20 94 - 95 21 95 - 96 22 96 - 97 13 97 - 98 7 98 - 99 4 99 - 100 3 100 - 101 2 101 - 102 1 > 102 1 gemiddeld: 95.4 spreiding: 2.0 Kaart 2.2. Jeugdhuis De Kroenkel - met bijkomende geluidabsorptie op de wanden van de zaal. Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau
40
Jeugdhuis de Kroenkel is gelijkaardig qua verdeling van de geluidabsorptie - een goed geluidabsorberend plafond - maar de ruimte is minder diep en iets hoger; het is een minder platte verhouding dan Kaddish. We zien dat de verdeling van het geluidniveau scherper is (kaart 2.1). Omdat er verhoudingsgewijs meer wandoppervlakte is, die we absorberend kunnen behandelen, bekomen we met geluidabsorptie op de wanden een gemiddelde daling van het geluiddrukniveau van 2 dB(A). Tegelijk neemt de spreiding toe. De zones met de allerhoogste geluidniveaus nemen niet spectaculair af: van 12% met meer dan 99 dB(A) naar 7% met meer dan 99 dB(A). Aangezien een gemiddelde winst van 2 dB(A) zeer beperkt is, en de hoogste geluidniveaus niet drastisch dalen, is het plaatsen van extra geluidabsorptie in een reeds behoorlijk geluidabsorberende ruimte een minder interessante investering.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
8/49
berekende geluidkaart
verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 94 0 94 - 95 1 95 - 96 1 96 - 97 2 97 - 98 5 98 - 99 32 99 - 100 38 100 - 101 17 101 - 102 4 > 102 2 gemiddeld: 99.6 spreiding: 1.2
40
Kaart 3.1. Jeugdhuis Kavka - bestaande situatie. Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau berekende geluidkaart
verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 92 1 92 - 93 2 93 - 94 18 94 - 95 32 95 - 96 15 96 - 97 12 97 - 98 11 98 - 99 5 99 - 100 2 > 100 2 gemiddeld: 95.7 spreiding: 2.2
40
Kaart 3.2. Jeugdhuis Kavka - met bijkomende geluidabsorptie op de wanden van de zaal. Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau Jeugdhuis Kavka is een voorbeeld van een zaal met weinig geluidabsorptie: er zijn enkel een aantal panelen gekleefd op de wanden en op het plafond. Voor het overige is de ruimte hard. De gebruikers bestempelen de akoestiek als problematisch en trachten er aan te verhelpen met enkele gordijnen op het podium en op de achterwand. De beperkte geluidabsorptie verklaart de kleine spreiding op het geluiddrukniveau in de huidige ruimte (kaart 3.1), en de verbetering met ongeveer 4 dB(A) wanneer we een zeer goed geluidabsorberend plafond toevoegen. De hoeveelheid geluidabsorptie is hierdoor iets meer dan verdubbeld. Een winst van 4 dB(A) is wel degelijk een hoorbare daling. Tegelijk neemt de kwaliteit van de muziek toe, omdat door het onderdrukken van de galm ook de helderheid en de dynamiek van de muziek verbeteren. Voor ruimten met een zeer beperkte hoeveelheid geluidabsorptie zijn geluidabsorberende maatregelen een goede investering.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
9/49
berekende geluidkaart
verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 96 1 96 - 97 1 97 - 98 20 98 - 99 15 99 - 100 8 100 - 101 18 101 - 102 29 102 - 103 7 > 103 3 gemiddeld: 100. spreiding: 1.8 Kaart 4.1. Jeugdhuis Club 9 - bestaande situatie. Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau
40
berekende geluidkaart
verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 40 < 92 4 92 - 93 12 93 - 94 10 94 - 95 8 95 - 96 6 96 - 97 5 97 - 98 12 98 - 99 21 99 - 100 12 100 - 101 5 101 - 102 3 102 - 103 2 > 103 0 gemiddeld: 96.7 spreiding: 2.9 Kaart 4.2. Jeugdhuis Club 9 - met bijkomende geluidabsorptie op het plafond en op de wanden van de zaal. Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau Club 9 is een voorbeeld van een klein jeugdhuis, met tegelijk weinig geluidabsorptie, door voornamelijk harde wandafwerkingen. Hierdoor is in de zone rond het podium weinig spreiding op het geluidniveau. Door de afstand is een zone langs de bar enigszins afgeschermd van het geluid van het podium. Hierdoor bestaat de ruimte in zekere zin uit 2 akoestische zones, voor het podium en links van de bar. Extra geluidabsorptie heeft hier ongeveer 3 dB(A) effect. Omdat de extra geluidabsorptie voorzien wordt met een goed geluidabsorberend plafond in plaats van het eerder reflecterende plafond met planchetten, doet de daling van het geluidniveau zich voor over de ganse ruimte.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
10/49
berekende geluidkaart
verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 93 1 93 - 94 11 94 - 95 23 95 - 96 6 96 - 97 5 97 - 98 7 98 - 99 13 99 - 100 33 100 - 101 1 > 101 1 gemiddeld: 96.9 spreiding: 2.3 Kaart 5.1. Jeugdhuis de Paddestoel - bestaande situatie. Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 88 5 88 - 89 9 89 - 90 12 90 - 91 7 91 - 92 4 92 - 93 2 93 - 94 4 94 - 95 2 95 - 96 5 96 - 97 8 97 - 98 26 98 - 99 14 > 100 1 gemiddeld: 94.0 spreiding: 3.9 Kaart 5.2. Jeugdhuis de Paddestoel - met bijkomende geluidabsorptie op de wanden van de zaal. Concertsituatie met luidsprekers langs weerszijden van het podium. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau
40
berekende geluidkaart
40
Van alle jeugdhuizen heeft de Paddestoel de meest uitgesproken opsplitsing tussen de zaal (de zone aan het podium) en de bar. Er is geen rechtstreeks zicht van uit de bar naar het podium, en hierdoor ontstaan er 2 akoestische zones. Alle zones hebben een geluidabsorberend plafond. Voor de berekening met extra geluidabsorptie (kaart 5.2) werden alle wanden voorzien van gordijnen. Het gemiddelde geluiddrukniveau daalt met 3 dB(A). Dit wordt echter voornamelijk bepaald door een daling in de zone van de bar, met ongeveer 4 - 5 dB(A). De geluidabsorptie op de wanden onderdrukt immers de reflecties die het geluid 'om de hoek' leiden van de zaal naar de bar. In het zaalgedeelte voor het podium bedraagt de daling van het geluiddrukniveau gemiddeld minder dan 2 dB(A). Besluit We besluiten dat geluidabsorptie het meest efficiënt is in jeugdhuizen waar weinig geluidabsorptie aanwezig is. Een betonnen, gepleisterd of houten plafond is niet geluidabsorberend en is een indicatie dat de totale geluidabsorptie beperkt is, aangezien wanden en vloer meestal steenachtig zijn. Een
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
11/49
andere indicatie is meestal de wat moeilijkere akoestiek om de klank van een dj of van een live groep goed te krijgen. In dergelijke ruimten kan men het geluidniveau beduidend laten dalen, met ongeveer 3 - 4 dB(A), door het inbrengen van extra geluidabsorptie. Tegelijk neemt ook de kwaliteit van de muziekweergave toe. Het is deze combinatie die een relatief dure investering in geluidabsorptie zinvol maakt. Jeugdhuizen waar in basis al heel wat geluidabsorptie aanwezig is, meestal op het plafond, ervaren dat kwaliteitsvolle weergave van versterkte muziek mogelijk is. Extra geluidabsorptie is dan niet nodig voor een goede muziekweergave, en ook de invloed op het geluidniveau is zeer beperkt (1 - 2 dB). Bovendien doet de invloed zich voornamelijk voelen op een grotere afstand van het podium. Dit maakt de investering in extra geluidabsorptie minder zinvol. Het is bijgevolg een afweging per jeugdhuis of extra geluidabsorptie zinvol is. Van de 5 onderzochte jeugdhuizen blijkt het voor 2 zinvol (Club 9, Kavka). I.2.2
Geluidabsorberende materialen en technieken In deze paragraaf geven we een overzicht van geluidabsorberende materialen en technieken, en een richtwaarde voor de kostprijs, met als doel eventuele maatregelen in die zin praktisch inzichtelijk te maken. Geluidabsorptiecoëfficiënt Men kenmerkt de geluidabsorptie van een materiaal of, meer algemeen, een wandafwerking door de absorptiecoëfficiënt α. Dit getal varieert in principe tussen 0 (geen geluidabsorptie) en 1 (perfecte geluidabsorptie), hoewel waarden > 1 soms ook voorkomen. Bij de beoordeling van de absorptiecoëfficiënt α let men op de volgende punten: •
De gemiddelde absorptiecoëfficiënt, symbool αw. Dit is een gewogen waarde van de absorptiecoëfficiënt in octaafbanden. Dit ene getal, dat verandert in stappen van 5%, laat eenvoudig toe om materialen of wandafwerkingen te rangschikken volgens hun vermogen om geluid te absorberen. Men kan de geluidabsorptie kwalitatief als volgt omschrijven: omschrijving zeer sterk sterk matig beperkt weinig niet
•
geluidabsorberend geluidabsorberend geluidabsorberend geluidabsorberend geluidabsorberend geluidabsorberend
klasse A B C D E -
αw 0.90 0.80 0.60 0.30 0.15 0.00
0.95 0.85 0.65 0.35 0.20 0.05
1.00 0.70 0.40 0.25 0.10
0.75 0.45
0.50
0.55
Het verloop van de absorptiecoëfficiënt in octaafbanden. Voor muziek is een voldoende laagfrequente geluidabsorptie van belang. Bij een doorgedreven analyse van de akoestiek van een ruimte zorgt men er voor dat de totale geluidabsorptie zo gelijkmatig mogelijk is over de verschillende frequentiebanden.
Voorbeelden van materialen, hun geluidabsorptie en kostprijs In de volgende tabellen en grafieken geven we enkele voorbeelden van geluidabsorberende materialen. De onderstaande tabel vat het overzicht samen, en geeft voor elke groep van materialen, aangeduid met een nummer dat verwijst naar de gedetailleerde informatie, de belangrijkste kenmerken en een eenheidprijs, geleverd en geplaatst, exclusief BTW.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
12/49
nr 1
2
3
4
omschrijving minerale wol systeemplafond - afhanghoogte 100 mm Dit is een klassiek geluidabsorberend plafond bestaande uit een ophangstructuur en geluidabsorberende inleg panelen in minerale wol. De geluidabsorberende panelen hangen daardoor op een zekere afstand van het achterliggende plafond. De samenstelling van de panelen en de afhanghoogte bepalen de geluidabsorptie. Naast geperste minerale wol gebruikt men ook vaak poreuse, luchtopen panelen zoals houtwolmagnesiet, strekmetaal,..., waarop dan een laag van 30 - 50 mm minerale wol ligt, het geheel afgehangen van het plafond. Dit komt neer op dezelfde principes als een minerale wol systeemplafond. De kostprijs van het plafond hangt voornamelijk af van het type plafondplaat - hier bestaan nogal wat verschillen inzake esthetiek - en van de moeilijkheidsgraad van het aanbrengen - hoogteverschillen, uitsparingen, hoeken en kanten. Er is niet direct een verband tussen de geluidabsorptie en de kostprijs: er bestaan goedkope en tegelijk zeer goed geluidabsorberende minerale wol systeemplafonds minerale wol systeemplafond - afhanghoogte 300 mm Zoals (1), maar met een grotere afhanghoogte: hierdoor verbetert de geluidabsorptie, in het bijzonder in de laagste frequenties. Een afhanghoogte van meer dan 300 mm verbetert de geluidabsorptie steeds minder en is daarom niet courant. De afhanghoogte is geen significante factor in de kostprijs akoestische bespuiting Dit is een oplossing waarbij men geen ophangstructuur moet voorzien op de wand of op het plafond, maar waarbij een poreus geluidabsorberend product direct tegen de ondergrond wordt gespoten. Meestal gaat het om cellulosevezelbespuiting, omdat dit product de beste geluidabsorptie biedt voor de laagste kost Gespoten minerale pleisters zijn duurder, moeilijker om aan te brengen, en hebben door hun lagere porositeit een lagere geluidabsorptie voor dezelfde dikte. Naast de aard van het gespoten materiaal is de dikte de bepalende factor in de geluidabsorptie. Grotere diktes geven een hogere en gelijkmatiger absorptie. Dit product wordt vaak gekozen omwille van de eenvoud en snelheid van aanbrengen, maar dit geldt enkel in een lege ruimte waarbij men mooie oppervlakken continu kan bespuiten en weinig oppervlakken moet beschermen door ze af te plakken. In een bestaande ruimte vraagt de toepassing doorgaans veel meer voorbereiding, en de kostprijs kan dan snel oplopen. De bespuiting kan in de massa gekleurd zijn maar mag niet geschilderd worden. geperforeerde gipskarton beplating - afhanghoogte 100 mm De plafond- of wandbekleding is een geperforeerde gipskarton beplating met er achter een laag minerale wol, het geheel op een zekere afstand van het plafond of van de wand aangebracht met een ophangsysteem of met een lattenwerk. De geluidabsorptie hangt voornamelijk samen met de perforatiegraad en met de totale afhanghoogte of opbouwdikte. Meer perforaties en een grotere afhanghoogte verbeteren de geluidabsorptie. Deze oplossing wordt gekozen wanneer men een geluidabsorberend plafond of wand wenst die men kan schilderen. De kostprijs wordt bepaald door de complexiteit van het plafond (hoogteverschillen, randen, uitsparingen,...) en door de fijnheid van de uitvoering: een uitvoering met continu doorlopende perforaties over de plaatranden is veel duurder dan een uitvoering met platen die enkel in het middenvlak geperforeerd zijn, niet op de randen.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
eenheidsprijs 40 - 80 €/m2
40 - 80 €/m2
30 - 60 €/m2
60 - 90 €/m2 (perforaties in het midden, niet op de randen) 80 - 120 €/m2 (perforaties doorlopend over de randen)
13/49
5
6
7 8
9
10 11 12
13
geperforeerde gipskarton beplating - afhanghoogte 400 mm Zoals (4), maar met een grotere afhanghoogte: hierdoor verbetert de geluidabsorptie, in het bijzonder in de laagste frequenties. Een afhanghoogte van meer dan 300 mm verbetert de geluidabsorptie steeds minder en is daarom niet courant. De afhanghoogte is geen significante factor in de kostprijs. Voor wanden is een grotere opbouwdikte meestal wat duurder omdat het regelwerk meer materiaal bevat. geperforeerde houten beplating - spouw 30 mm Geperforeerde houten beplating verschilt akoestisch weinig van geperforeerde gipskarton beplating. Het grootste onderscheid is dat de plaat zelf meestal de afwerking is, door de houtkleur of door een fineerlaag, en niet meer geverfd wordt. Daardoor zijn bij een houten bekleding van een wand of een plafond steeds de voegen tussen de platen zichtbaar. De kostprijs van een houten geperforeerde beplating is beduidend hoger dan van een gipskarton beplating. Er zijn veel keuzes in de afwerking, en deze bepalen in hoge mate de kostprijs van het geheel. Voor geluidabsorptie op wanden is een houten geperforeerde beplating meer aangewezen dan een geperforeerde gipskarton beplating, omdat ze meer weerstand biedt tegen beschadiging. geperforeerde houten beplating - spouw 350 mm Zoals (6), maar met een grotere afhanghoogte op opbouwdikte fijn geperforeerde houten beplating - spouw variabel Dit is een variante met veel fijnere perforaties. Het doel is voornamelijk esthetisch, en deels ook om te vermijden dat men in de perforaties voorwerpen wil inbrengen, wanneer de platen op menshoogte zijn aangebracht. gegroefde houten beplating - spouw 30 mm Dit is een variante op geperforeerde houten beplating, waarbij men streeft naar een uitzicht met lijnen in plaats van ronde of vierkante perforaties. Feitelijk gaat het om een geperforeerde plaat, waarbij de perforaties niet volledig door de plaat geboord worden, en langs 1 zijde open gemaakt worden door met een zaagblad een ondiepe voeg in het oppervlak te trekken. Ook van dit type plaat bestaan veel varianten volgens de afwerking van het oppervlak. gegroefde houten beplating - spouw 30 mm Zoals (9), maar met een grotere afhanghoogte op opbouwdikte dun houten paneel, voor een luchtspouw met geluidabsorptie Dit is gegeven ter informatie. Een dun houten paneel kan een belangrijke laagfrequente geluidabsorptie in de ruimte vormen. open beplanking Als altenatief voor de geperforeerde of gegroefde houten beplatingen gebruikt men soms houten latten, waartussen men voegen open laat, aangebracht voor een laag geluidabsorptie, meestal minerale wol. Het percentage openingen en de opbouwdikte bepalen de geluidabsorptie. Te weinig openingen maken de geluidabsorptie eerder selectief, met hoge waarden middenfrequent, maar terugvallende waarden hoogfrequent. Door de eenvoud van het aanbrengen kan men de kostprijs drukken. Veel hangt echter af van het gebruikte hout, en in de meeste gevallen, zeker voor een plafondbekleding, moet het hout een brandwerende behandeling ondergaan. open beplanking, beperkt aantal open voegen Zoals (12), maar met minder open voegen
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
60 - 90 €/m2 (perforaties in het midden, niet op de randen) 80 - 120 €/m2 (perforaties doorlopend over de randen) 100 - 150 €/m2
120 - 170 €/m2 120 - 170 €/m2
120 - 200 €/m2
120 - 200 €/m2
60 - 100 €/m2
14/49
1.0
1 2 3
0.9
Absorptiecoefficient
0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 1
beperkte geluidabsorptie beperkte geluidabsorptie sterke geluidabsorptie minerale wol systeemplafond spouw achter de platen 100 mm
αw 0.55 0.70 0.80
63
63 0.10 0.15 0.20
1.0
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden) 125 0.18 0.25 0.32
250 0.38 0.48 0.57
500 1000 2000 0.52 0.64 0.72 0.64 0.76 0.84 0.77 0.87 0.91
4000 0.71 0.83 0.94
1 2 3
0.9
Absorptiecoefficient
0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 2
matige geluidabsorptie sterke geluidabsorptie zeer sterke geluidabsorptie minerale wol systeemplafond spouw achter de platen 300 mm
αw 0.70 0.80 0.90
63
63 0.18 0.25 0.32
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden) 125 0.38 0.48 0.57
250 0.52 0.64 0.77
500 1000 2000 0.64 0.72 0.75 0.76 0.84 0.86 0.87 0.91 0.94
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
4000 0.73 0.85 0.92
15/49
1.0
1 2 3 4
0.9
Absorptiecoefficient
0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 4 3
Sonaspray K-13 dikte 16 mm Sonaspray K-13 dikte 25 mm Sonaspray K-13 dikte 38 mm Sonaspray K-13 dikte 50 mm dunne akoestische bespuiting: cellulosevezels (grote vlokken)
αw 0.40 0.55 0.75 0.85
63
63 0.05 0.06 0.10 0.15
1.0
125 0.07 0.08 0.16 0.29
250 0.15 0.27 0.47 0.63
500 1000 2000 0.42 0.63 0.72 0.61 0.77 0.78 0.80 0.87 0.83 0.91 0.91 0.84
4000 0.76 0.77 0.80 0.82
1 2 3 4
0.9 0.8
Absorptiecoefficient
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden)
0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 4 4
perforatiepercentage 8-10% perforatiepercentage 10-12% perforatiepercentage 12-15% perforatiepercentage 15-20% geperforeerde gipskarton beplating 12 mm spouw 100 mm, minerale wol opleg 60 mm
αw 0.40 0.50 0.55 0.55
63
63 0.15 0.12 0.15 0.14
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden) 125 0.37 0.36 0.35 0.31
250 0.77 0.86 0.63 0.61
500 1000 2000 0.63 0.44 0.32 0.83 0.59 0.43 0.81 0.77 0.57 0.88 0.85 0.63
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
4000 0.34 0.44 0.41 0.39
16/49
1.0
1 2 3 4
0.9
Absorptiecoefficient
0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 4 5
perforatiepercentage 8-10% perforatiepercentage 10-12% perforatiepercentage 12-15% perforatiepercentage 15-20% geperforeerde gipskarton beplating 12 mm spouw 400 mm, minerale wol opleg 60 mm
1
2
αw 0.40 0.50 0.65 0.75
63
63 0.30 0.35 0.25 0.25
1.0
Absorptiecoefficient
0.8
4
125 0.55 0.56 0.50 0.50
250 0.76 0.67 0.73 0.78
500 1000 2000 0.53 0.51 0.37 0.68 0.61 0.48 0.65 0.71 0.64 0.68 0.77 0.75
4000 0.24 0.35 0.55 0.73
1 2 3 4
0.9
3
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden)
0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 4 6
MAkustik MA7 perforaties 8x8 mm 25% MAkustik MA1 perforaties ∅ 8 mm 19% MAkustik MA1 perforaties ∅ 6 mm 11% MAkustik MA2 perforaties ∅ 3 mm 2.8% geperforeerde houten beplating 12 mm spouw 30 mm, minerale wol opleg 30 mm
αw 0.70 0.65 0.45 0.30
63 63
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden) 125 0.10 0.12 0.13 0.11
250 0.45 0.51 0.57 0.58
500 1000 2000 0.91 1.00 0.84 0.98 0.97 0.63 0.97 0.74 0.41 1.02 0.54 0.27
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
4000 0.79 0.57 0.36 0.14
17/49
1
2
1.0
1 2 3 4
0.9
3
4
Absorptiecoefficient
0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 4 7
MAkustik MA7 perforaties 8x8 mm 25% MAkustik MA1 perforaties ∅ 8 mm 19% MAkustik MA1 perforaties ∅ 6 mm 11% MAkustik MA2 perforaties ∅ 3 mm 2.8% geperforeerde houten beplating 12 mm spouw 350 mm, minerale wol opleg 30 mm
αw 0.90 0.70 0.50 0.30
63 63
1.0
125 0.50 0.60 0.58 0.55
250 0.78 0.79 0.70 0.72
500 1000 2000 0.91 0.97 0.89 0.89 0.90 0.68 0.78 0.70 0.46 0.79 0.58 0.33
4000 0.81 0.60 0.38 0.17
1 2 3 4
0.9 0.8
Absorptiecoefficient
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden)
0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 4 8
spouw 30 mm zonder minerale wol spouw 10 mm met 10 mm minerale wol spouw 30 mm met 30 mm minerale wol spouw 300 mm met 30 mm minerale wol Makustik Variation X Alpha
αw 0.65 0.65 0.60 0.55
63 63
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden) 125 0.15 0.12 0.31 0.43
250 0.44 0.53 0.55 0.46
500 1000 2000 0.61 0.62 0.69 0.66 0.62 0.69 0.57 0.58 0.69 0.50 0.61 0.75
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
4000 0.74 0.75 0.73 0.80
18/49
1.0
1 2 3 4
0.9
Absorptiecoefficient
0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 4 9
MAkustik MA4 sleuf perforaties 16% MAkustik MA4 sleuf perforaties 11% MAkustik MA4 sleuf perforaties 8% MAkustik MA4 sleuf perforaties 5.5% gesleufde houten beplating 12 mm spouw 30 mm, minerale wol opleg 30 mm
αw 0.75 0.70 0.60 0.55
63 63
1.0
125 0.10 0.09 0.10 0.10
250 0.50 0.45 0.52 0.54
500 1000 2000 0.99 1.05 0.95 0.98 1.01 0.80 1.04 0.82 0.58 1.06 0.75 0.53
4000 0.76 0.60 0.46 0.39
1 2 3 4
0.9 0.8
Absorptiecoefficient
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden)
0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 4 10
MAkustik MA4 sleuf perforaties 16% MAkustik MA4 sleuf perforaties 11% MAkustik MA4 sleuf perforaties 8% MAkustik MA4 sleuf perforaties 5.5% gesleufde houten beplating 12 mm spouw 350 mm, minerale wol opleg 30 mm
αw 0.90 0.85 0.65 0.60
63 63
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden) 125 0.81 0.84 0.83 0.82
250 0.94 0.95 0.90 0.88
500 1000 2000 0.87 1.03 1.00 0.86 1.00 0.88 0.80 0.83 0.64 0.77 0.79 0.58
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
4000 0.82 0.67 0.50 0.45
19/49
1.0
1 2 3 4
0.9
Absorptiecoefficient
0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
1 2 3 4 11
plaatdikte 4 mm spouwbreedte 120 mm plaatdikte 4 mm spouwbreedte 240 mm plaatdikte 8 mm spouwbreedte 60 mm plaatdikte 8 mm spouwbreedte 120 mm dunne multiplex plaat voor een spouw, randen in rubbergevat, minerale wol 50 mm in de spouw, tegen de achterwand
variante 1
αw 0.10 0.10 0.10 0.05
variante 3
20 30 20
1 2 3 4 12
20
variante 4 70
10 100
totale spouwbreedte: 50 mm totale spouwbreedte: 100 mm totale spouwbreedte: 50 mm totale spouwbreedte: 100 mm beplanking met open voegen : 1 op 1
30 20
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden) 125 0.90 0.70 0.47 0.49
250 0.30 0.25 0.15 0.10
500 1000 2000 0.14 0.09 0.06 0.15 0.11 0.06 0.10 0.07 0.06 0.08 0.06 0.05
4000 0.05 0.05 0.05 0.05
1 2 3 4
0.9 0.8
Absorptiecoefficient
70 10 100
63 0.12 0.40 0.10 0.25
1.0
variante 2 30
30 20 20
63
0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0.0
αw 0.31 0.32 0.43 0.41
63
63 0.12 0.15 0.20 0.25
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden) 125 0.20 0.35 0.38 0.50
250 0.45 0.68 0.58 0.75
500 1000 2000 0.65 0.25 0.18 0.40 0.20 0.15 0.72 0.48 0.25 0.53 0.33 0.20
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
4000 0.12 0.12 0.15 0.15
20/49
variante 1
1.0
variante 2 30 70
10 100 variante 3
20 30 20
1 2 3 4 13
20
variante 4 70
10 100
totale spouwbreedte: 50 mm totale spouwbreedte: 100 mm totale spouwbreedte: 50 mm totale spouwbreedte: 100 mm beplanking met open voegen : 1 op 2
0.8
Absorptiecoefficient
30 20 20
1 2 3 4
0.9 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2
30 20
0.1 0.0
αw 0.32 0.26 0.41 0.33
I.3
Maatregelen aan de muziekinstallatie
I.3.1
Plaats van luidsprekers ten opzichte van het publiek
63
63 0.12 0.20 0.25 0.30
125 250 500 1000 2000 4000 Frequentie (Hz, octaafbanden) 125 0.32 0.45 0.50 0.60
250 0.70 0.65 0.75 0.70
500 1000 2000 0.40 0.20 0.15 0.20 0.10 0.08 0.55 0.33 0.20 0.35 0.15 0.10
4000 0.12 0.07 0.12 0.08
Zoals aangegeven bij de metingen in de verschillende jeugdhuizen, meten we naargelang de positie van de referentiemeting - meestal nabij de mengtafel - op andere plaatsen in de ruimte een geluidniveau dat 3 - 6 dB(A) hoger is. Hierbij blijven we steeds op meer dan 1 m van de luidsprekers. In alle onderzochte jeugdhuizen was het echter zonder meer mogelijk om dichter bij de luidsprekers te komen, vlakbij zelfs. Op dergelijke korte afstanden (< 1 m) loopt het geluidniveau oncontroleerbaar op. Ook al staan personen zelden heel lang vlakbij een luidspreker, de kans op gehoorschade neemt aanzienlijk toe. Deze situaties zijn vaak een gevolg van de beperkte afmetingen van de ruimte. De luidsprekers voor de versterking naar de zaal worden best geplaatst op gelijke hoogte met de rand van het podium, zodat ze niet naar de muzikanten zelf stralen, waar ze een oncontroleerbare akoestische terugkoppeling zouden veroorzaken. In de kleinere jeugdhuizen kan het publiek tot aan de rand van het podium en dus vlakbij de luidsprekers. Hiervoor zijn twee oplossingen. Een eerste mogelijkheid is het gebruik van kleinere, lichtere luidsprekers die men kan afhangen van het plafond. Zelfs bij ruimten met een beperkte hoogte, is het dan moeilijker om vlakbij de luidspreker te komen. Deze oplossing wordt niet vaak toegepast - tijdens het onderzoek hebben we geen voorbeelden gezien - omdat het ophangen van luidsprekers omslachtiger is en omdat podia in jeugdhuizen vaak niet uitgerust zijn met voldoende stevige ophangpunten. Deze techniek is meer gebruikelijk in concertzalen en theaters, waar ophangpunten met een gekende toelaatbare belasting standaard zijn. Om echt gunstig te werken, vraagt de ophangtechniek ook kleinere maar even krachtige en kwaliteitsvolle luidsprekers, die duurder zijn. Omwille van die complicaties werkt een gehuurde geluidversterking in de kleinere jeugdhuizen haast steeds met staande luidsprekers. De enige mogelijheid om staande luidsprekers met zekerheid van het publiek weg te houden, is ze af te schermen met een soort omheining, rooster, of andere barrière die geluid doorlaat maar voor het Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
21/49
publiek een stevige fysieke barrière is. Omdat de luidsprekers zich op nagenoeg dezelfde hoogte als het publiek bevinden, vraagt dit een zekere afstand en brengt het onvermijdelijk plaatsverlies mee. Het moet per jeugdhuis bekeken worden hoe men dit kan organiseren. In nieuwe situaties kan men hiermee rekening houden bij de inrichting van het podium. Iets teruggetrokken zones langs weerszijden van het podium kunnen een soort nis vormen waarin de luidspreker staat, op ongeveer 1 m van de rand van het podium. Of men kan de publiekszone zo vorm geven, dat het publiek langs de zijkanten iets verder van het podium staat. In bestaande situaties zijn aanpassingen nodig die de bruikbare oppervlakte op het podium en in de zaal met enkele m2 reduceren. I.3.2
Luidsprekers die het geluid beter projecteren op het publiek Bij de meeste openluchtconcerten en in de grotere muziekclubs maakt men gebruik van zogenaamde array-luidsprekers. Hiermee bedoelt men een rij van luidsprekers, aan elkaar bevestigd, en verticaal afhangend langs weerszijden van het podium als een soort verticale zuil van luidsprekers. Met deze techniek kan men het geluid bundelen tot een horizontale 'schijf', met een kleine verticale openingshoek en een grote horizontale openingshoek. Het doel van deze techniek is om de klassieke afnamewet van een puntbron - 6 decibel daling van het geluidniveau bij verdubbeling van de afstand tot de luidspreker - te omzeilen. Met een juiste opbouw van de luidspreker array, eventueel aangevuld met een gepaste elektronische sturing van de aparte luidsprekers, is men in staat een zeer gelijkmatig direct geluid te bekomen, waarbij het geluidniveau slechts 3 decibel of minder afneemt bij verdubbeling van de afstand tot de luidspreker. De techniek is oorspronkelijk ontwikkeld om bij openluchtconcerten, waar er geen ondersteunende reflecties zijn van wanden of plafond van een zaal, te vermijden dat op een zekere afstand van het podium het geluid te stil wordt. Men wil een zo gelijkmatig mogelijk geluid, en tegelijk wil men de hoofdluidsprekers nabij het podium houden, om de natuurlijke richting van het geluid te behouden. Meer en meer ziet men in zalen ook de voordelen in van deze techniek. Ook in een zaal is een gelijkmatige versterking voor het publiek een kwaliteit. Ook kunnen dergelijke systemen beter om met een matige of slechte akoestiek, die men soms terugvindt vooral in grote zalen. In het kader van de beperking van het geluidniveau in jeugdhuizen zou het voordeel van luidspreker arrays er in bestaan, dat het geluidniveau zeer gelijkmatig blijft over het publieksvlak, en dat hoge geluidniveaus dichtbij het podium vermeden worden. Om deze mogelijkheid na te gaan, werd een voorbeeld uitgewerkt voor jeugdhuis de Paddestoel. Er werd een luidspreker array samengesteld (figuur 1) met een beperkt aantal kasten (4), omdat er gezien de hoogte van de ruimte, geen langere zuilen kunnen gebruikt worden. Binnen een afstand van 2 m tot 10 m varieert het directe geluiddrukniveau niet meer dan 5 dB(A); voor een puntbron zou men meer dan 10 dB(A) verwachten. Deze luidspreker configuratie wordt ingebracht in het zaalakoestische model van de ruimte (figuur 3). De luidspreker wordt afgehangen van het plafond.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
22/49
Figuur 1.
Software voor de selectie en het inregelen van een array luidspreker De berekende luidspreker karakteristieken worden vervolgens gebruikt bij de simulatie in jeugdhuis de Paddestoel (figuur 3 hier onder)
Figuur 2.
Jeugdhuis de Paddestoel, rekenmodel met klassieke luidsprekers voor de PA.
Figuur 3.
Jeugdhuis de Paddestoel, rekenmodel met array luidsprekers voor de PA.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
23/49
berekende geluidkaart
verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 93 1 93 - 94 11 94 - 95 23 95 - 96 6 96 - 97 5 97 - 98 7 98 - 99 13 99 - 100 33 100 - 101 1 > 101 1 gemiddeld: 96.9 spreiding: 2.3 Kaart 6.1. Jeugdhuis de Paddestoel - bestaande situatie. Concertsituatie met gewone luidsprekers langs weerszijden van het podium. Berekende situatie: figuur 2. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau verdeling van het A-gewogen geluiddrukniveau in de zaal Lp1 Lp2 % % van de vloeroppervlakte in de zaal [dB(A)] 0 5 10 15 20 25 30 35 < 89 3 89 - 90 9 90 - 91 13 91 - 92 11 92 - 93 4 93 - 94 5 94 - 95 4 95 - 96 6 96 - 97 23 97 - 98 17 98 - 99 2 99 - 100 1 > 100 1 gemiddeld: 94.1 spreiding: 3.1 Kaart 6.2. Jeugdhuis de Paddestoel - bestaande situatie. Concertsituatie met array luidsprekers langs weerszijden van het podium. Berekende situatie: figuur 3, arrays berekend volgens dimensionering in figuur 1. Verdeling van het A - gewogen geluiddrukniveau
40
berekende geluidkaart
40
Tussen beide berekeningen is er een verschil in absoluut niveau, maar dat is te wijten aan de instelling van het vermogen van de bron. Wat belangrijk is, is de vaststelling dat de spreiding op het geluidniveau niet zeer veel afneemt. In de hogere geluidniveaus, dat is de zone voor het podium, is de verdeling van het geluidniveau zeer gelijkaardig tussen beide luidsprekersystemen. De reden hiervoor is dat een array luidspreker systeem niet tot zijn recht kan komen in relatief kleine ruimten. Een array luidspreker wordt directiever naarmate hij meer luidsprekers bevat, maar dan wordt hij ook langer. De laagste luidspreker moet boven het publieksvlak uitkomen, om de array te laten werken zoals bedoeld: elke luidspreker moet op elke plaats zichtbaar zijn. Hierdoor komen we in de relatief lage jeugdhuizen automatisch uit op arrays met slechts enkele luidsprekers, en deze kunnen nooit zeer directief uitstralen. Daarnaast zijn ook de zijdelingse afmetingen van de ruimte bijna steeds erg beperkt. Net zoals bij de gewone luidspreker opstelling, kan het publiek daarom relatief dicht bij de arrays komen. Op dat
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
24/49
moment loert net hetzelfde gevaar om de hoek, namelijk een zeer hoog geluidniveau wanneer een toehoorder op erg korte afstand van de luidspreker komt. Deze berekeningen alsook overleg met de geluidstechnici tijdens de verschillende meetcampagnes, geven aan dat het gebruik van een gesofisticeerd array luidspreker systeem in de relatief kleine jeugdhuizen weinig zinvol is. Het is veel belangrijker om er voor te zorgen dat publiek niet te dicht bij de luidsprekers kan komen, zoals eerder aangegeven.
I.4
Opstelling van de groep en inregeling van de versterking
I.4.1
Inleiding Tijdens de metingen in de jeugdhuizen is het duidelijk gebleken dat de opstelling van de muzikanten op het podium, de geluidversterking zowel voor de muzikanten (monitoring) als voor de zaal (PA, public address), mee het geluidniveau bepalen, naast de aard van de muziek natuurlijk. In feite gaat het om een samenhangend geheel: uitgaande van de gewenste 'sound' van de groep, ontstaat er tijdens de soundcheck een manier van spelen en een instelling van de versterking van elk instrument, die leidt tot een zeker geluidniveau in de zaal. Tijdens het soundchecken geven de muzikanten feedback over de klank op het podium, en ook aanwijzingen over de klank in de zaal. Muzikanten moeten elkaar goed horen, en aangezien de meeste instrumenten elektrisch versterkt zijn, horen zij elkaar niet rechtstreeks maar via een monitor vlakbij. De geluidstechnicus geeft elke muzikant een eigen mix van alle instrumenten. Daarnaast stelt de geluidstechnicus een mix in voor de versterking van de zaal. Hierbij streeft hij er naar om de karakteristieke 'sound' van de groep te bekomen door het regelen van de balans, de toonhoogte, eventueel door het toevoegen van effecten, en door het inregelen van het totale geluidniveau. In tegenstelling tot maatregelen aan het gebouw (geluidabsorptie) en aan de installatie op zich (de gelijkmatige spreiding van het geluidniveau), is het moeilijker om te becijferen hoe men precies kan ingrijpen op de opstelling van een groep muzikanten en op de inregeling van de versterking. Hierbij raken we aan aspecten als de natuurlijke luidheid van de instrumenten, in het bijzonder het slagwerk, de podiumcondities voor goed samenspel van de muzikanten, de juiste balans tussen de instrumenten, het behoud van de gewenste 'sound' van de groep,... Nochtans wensen we na te gaan in hoeverre we het algehele geluidniveau in de zaal kunnen beperken, door in te grijpen op de opstelling van de muzikanten en de regeling van de versterking, terwijl we toch de gewenste 'sound', de muziekkwaliteit dus, kunnen behouden. Hiertoe hebben we een beperkt experiment opgezet in samenwerking met de metal groep Deserter en geluidstechniek SELV, in jeugdhuis de Paddestoel te Groot-Bijgaarden. Met een volledige PA opstelling heeft de groep gespeeld onder verschillende condities van podiumopstelling en versterking. Hierdoor hebben we daadwerkelijk de mogelijkheid voor een daling van het geluidniveau aangetoond met behoud van de muziekkwaliteit.
I.4.2
Experiment: optreden met verschillende podiumcondities en aangepaste versterking Beschrijving Foto 1.01 toont de opstelling in jeugdhuis de Paddestoel. Er werd een volledige concertopstelling gebouwd. Er was geen publiek aanwezig. De meetopstelling verschilt enigszins van de condities tijdens de meting beschreven in deel 1: de mengtafel staat 2 m dichter bij het podium, en ook de meetpositie aan de mengtafel staat bijgevolg 2 m dichter bij het podium.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
25/49
Foto 1.01.
Deserter op het podium in jeugdhuis de Paddestoel, opstelling voor het experiment: • de trash metal band Deserter: o zanger/gitarist Yacine, met gitaarversterker G1 o gitarist Robin, met gitaarversterker G2 o basgitarist Thomas, met basgitaar versterker G3 o drummer Rudy, drumstel D • versterking op het podium, voor de muzikanten: 4 monitors: o Mo1: basgitarist o Mo2: gitarist / zanger o Mo3: gitarist o Mo4: drummer • versterking naar de zaal: o PAL1, PAR1: topkasten links en rechts (breedband) o PAL2, PAR2: baskasten links en rechts • gelijktijdige meting van het geluiddrukniveau op verschillende posities: o Mi1: positie aan de mengtafel, in de as van de zaal o Mi2: positie in de zaal, op 1/3 afstand van de rand van het podium o Mi3: positie op/boven het podium (zone gitarist rechts) • K: binaurale geluidopname met een kunsthoofd, op 1 m voor de mengtafel.
De trash metal band Deserter, die ook tijdens de metingen in jeugdhuis de Paddestoel op 17/09/2011 speelde, heeft een aantal keren hetzelfde nummer gespeeld, onder verschillende omstandigheden. Twee parameters werden daarbij gewijzigd: • •
de afscherming van de drummer op het podium; de versterking.
De onderstaande tabel 1 en de foto's 2.1 - 2.3 geven de details van de onderzochte varianten. Het grondplan J.4e toont de meetopstelling met de meetposities.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
26/49
variatie van de afscherming van de drummer zonder afscherming dit is de opstelling die een band gewoonlijk aanhoudt zie foto 2.1 met scherm 1.2 m hoogte de drummer wordt volledig omringd met een scherm van 1.2 m met geluidabsorptie in de rug hoogte; in zijn rug, tegen de achterwand, wordt over een breedte van 2.4 m en een hoogte van 1.8 m geluidabsorptie aangebracht in zie foto 2.2 10 cm dikke minerale wol met scherm 1.8 m hoogte de drummer wordt volledig omringd met een scherm van 1.8 m met geluidabsorptie in de rug hoogte; in zijn rug, tegen de achterwand, wordt over een breedte van 2.4 m en een hoogte van 1.8 m geluidabsorptie aangebracht in zie foto 2.3 10 cm dikke minerale wol variatie van de versterking enkel drummer enkel de drummer speelt zijn partij, zonder versterking zonder versterking enkel drummer enkel de drummer speelt zijn partij, met versterking met versterking volledige band de volledige band speelt, met versterking met versterking Tabel 1. Onderzochte varianten.
Foto 2.1.
Afscherming van de drummer, variante 1: zonder afscherming
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
27/49
Foto 2.2.
Afscherming van de drummer, variante 2: scherm 1.2 m hoogte
Foto 2.3.
Afscherming van de drummer, variante 3: scherm 1.8 m hoogte
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
28/49
De afscherming van de drummer werd gemaakt met eenvoudige houten panelen. In werkelijkheid zou men dit uitvoeren met plexiglas panelen, om geen visuele afscherming te maken. Akoestisch zou dit niets veranderen: zowel houten panelen als plexiglas panelen reflecteren en isoleren gelijkaardig. Het al dan niet versterken werd geregeld van aan de mengtafel. De 3 varianten van afscherming van de drummer werden telkens gecombineerd met de 3 varianten van versterking. Het volledige experiment bestaat dus uit 3 sessies: • • •
zonder afscherming van de drummer; met afscherming van de drummer, 1.2 m hoogte, en geluidabsorptie op de achterwand; met afscherming van de drummer, 1.8 m hoogte, en geluidabsorptie op de achterwand.
Vóór elke sessie gebeurt een volledige soundcheck. Elke sessie bestaat in volgorde uit 3 versies van hetzelfde nummer ('thrashing till hell'), waarbij de versterking gewijzigd wordt: • • •
eerst enkel de drumpartij, niet versterkt; vervolgens enkel de drumpartij, versterkt; tenslotte de volledige band, versterkt; bij sessies 1 en 2 volgt 1 extra nummer, bij sessie 3 speelt de band 3 extra nummers.
Meetresultaten op de positie van de mengtafel De figuren 2.1 - 2.6 op de volgende pagina's geven het A-gewogen geluiddrukniveau op de positie van de mengtafel, per seconde, gedurende een half uur. Op de grafiek zijn de belangrijkste momenten tijdens de verschillende sessies aangeduid.
Figuur 2.1. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
30/49
Figuur 2.2. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Figuur 2.3. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
31/49
Figuur 2.4. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Figuur 2.5. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
32/49
Figuur 2.6. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel De geluiddrukniveaus op de beide andere posities, in de zaal op 1/3 van de rand van het podium, en op het podium zelf, zijn niet weergegeven in de bovenstaande grafieken. Gelijktijdig met de meting van het geluiddrukniveau werd met een kunsthoofd een binaurale opname van de muziek gemaakt. Deze opname kan men met een hoofdtelefoon beluisteren om een getrouwe beoordeling van de muziek te maken, alsof men zelf in de zaal stond. Het kunsthoofd stond op 1 m voor de mengtafel. De gegevens in de figuren 2.1 - 2.6 zijn de ruwe meetresultaten. De band heeft telkens hetzelfde nummer gespeeld, zo goed mogelijk op identieke wijze. De onderstaande tabel geeft het equivalente A-gewogen geluiddrukniveau tijdens een nummer, gespeeld onder verschillende omstandigheden. De tabel geeft de volgende informatie: • • • •
•
•
Kolom 1: de variante van de afscherming van de drummer. Kolom 2: de variante van de versterking. Kolommen 3 en 4: start- en stoptijd van het nummer; de tijdsaanduiding komt overeen met de tijdsas van de figuren 2.1 - 2.6 of de figuren 3.1 - 3.6. Kolommen 5 - 7: de A-gewogen equivalente geluiddrukniveaus, gemeten over de periode aangeduid in de kolommen 3 en 4, respectievelijk op de 3 microfoon posities: o Mi1: bij de mengtafel; voor het beoordelen van de luidheid kijken we in de eerste plaats naar deze waarden; o Mi2: in de zaal, op 1/3 gemeten van de rand van het podium; o Mi3: op het podium, nabij de gitarist rechts. Kolom 8: de song; song 1 ('thrashing till hell') werd steeds als referentie gespeeld; de volledige band speelde telkens ook song 2 ('Chernobyl's beauty') en in de laatste sessie nog 2 extra nummers. Kolom 9: het nummer van de geluidopname met het kunsthoofd.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
33/49
scherm
versterking
start stop geluiddrukniveau song opname Mi1 uu:mm:ss uu:mm:ss Mi2 Mi3 nr nummer 97.2 drummer akoestisch 15u 25' 10" 15u 28' 01" 99.5 104.9 1 1-1 101.8 103.4 105.3 1 drummer versterkt 15u 28' 51" 15u 31' 46" 1-2 106.3 107.0 106.9 1 band versterkt 15u 32' 35" 15u 36' 14" 1-3 106.9 107.9 108.1 2 15u 37' 02" 15u 41' 04" 1-4 92.9 1.2 m drummer akoestisch 16u 30' 48" 16u 33' 36" 95.2 102.3 1 2-1 93.5 drummer versterkt 16u 33' 58" 16u 36' 51" 95.6 102.4 1 2-2 99.2 101.5 104.9 1 band versterkt 16u 38' 45" 16u 42' 24" 2-3 101.1 103.0 105.9 2 16u 45' 04" 16u 49' 04" 2-4 91.0 1.8 m drummer akoestisch 17u 31' 59" 17u 34' 52" 93.6 99.7 1 3-1 95.3 drummer versterkt 17u 35' 14" 17u 38' 08" 96.9 100.8 1 3-2 100.0 101.1 104.0 1 band versterkt 17u 39' 37" 17u 43' 21" 3-3 100.7 101.8 104.9 2 17u 44' 04" 17u 48' 05" 3-4 100.6 102.1 104.8 3 17u 48' 55" 17u 52' 35" 3-5 99.4 17u 53' 05" 17u 57' 46" 100.5 103.7 4 3-6 Tabel 2. Equivalente A-gewogen geluiddrukniveau op de positie van de mengtafel, gedurende de nummers gespeeld onder verschillende omstandigheden. In de volgende paragrafen bespreken we apart de 3 sessies, aan de hand van de bovenstaande meetresultaten, de geluidopnamen, en de notities en gesprekken ter plaatse met de bandleden en met de beide geluidstechnici Ludo Vleugels en Maarten Deboes van SELV. Bespreking van sessie 1: zonder afscherming van de drummer In sessie 1 trachten we zo goed mogelijk de normale omstandigheden te simuleren waaronder de band gewoonlijk speelt. De drummer is niet afgeschermd. Tijdens het soundchecken wordt de versterking zo ingesteld, dat de gewenste 'sound' van de groep zo goed mogelijk benaderd wordt. De bandleden geven aan dat het geluid naar wens is; omdat er geen publiek in de zaal is, kan de gitarist tijdens het spelen van het podium in de zaal stappen om de groep van uit de zaal te beluisteren. Tijdens de drumpartij, niet versterkt, bedraagt het geluiddrukniveau gemiddeld 97.2 dB(A). Het blijkt dat de drum behoorlijk verstrekt moet worden om tot een aanvaardbare sound te komen. Niet versterkt klinkt de basdrum, een belangrijke drijvende kracht in de muziek, niet voldoende sterk door, zoals men kan beluisteren in opname 1 - 1. Daarom wordt de basdrum het meest versterkt. Door het in evenwicht brengen van de verschillende drums tot de gewenste sound, bedraagt tijdens de versterkte drumpartij het geluiddrukniveau gemiddeld 101.8 dB(A), een stijging met 4.6 dB(A) tegenover de niet versterkte drumpartij. In sessie 2 wordt getracht de versterking van de drum maximaal te beperken, maar de kwaliteit van de muziek leidt er te snel onder. Wanneer hierbij tenslotte de zang en 3 gitaren gevoegd worden, stijgt het geluiddrukniveau nogmaals met 4.5 dB(A). Dit is iets minder dan 6 dB(A) die men zou verwachten van de overgang van 1 muzikant naar 4 muzikanten, maar elk instrument weegt niet identiek door in de uiteindelijke mix. Ook uit de beide volgende sessies zal blijken dat de bijdrage van de andere muzikanten ten opzichte van de versterkte drum in het bereik 4.5 - 5.7 dB(A) ligt. In totaal verhoogt de versterking het geluidniveau van de niet versterkte drum met 9.1 dB(A). Dit verklaart waarom het totale geluiddrukniveau uitkomt op ongeveer 106 dB(A) tijdens de nummers. Meer naar het podium toe, maar nog steeds in de zone waar frequent publiek staat, wordt dit 107 - 108 dB(A). Hieruit blijkt duidelijk de noodzaak om het geluidniveau van de niet versterkte drum in de zaal af te zwakken, zodat de opeenvolgende trappen van de versterking niet resulteren in geluidniveaus die ver boven de 100 dB(A) uitkomen. Bespreking van sessie 2: met afscherming van de drummer, 1.2 m hoogte Met een afscherming van 1.2 m hoogte worden alle drums (basdrum, floor tom, tom's, snare) afgeschermd, maar de cymbalen net niet. Samen met de geluidabsorptie in de rug van de drummer, zorgt dit tijdens de drumpartij, niet versterkt, voor een geluiddrukniveau gemiddeld 92.9 dB(A). Dit is een daling van 4.3 dB(A) ten opzichte van de niet afgeschermde drummer. Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
34/49
Tijdens de soundcheck is er vervolgens getracht om het geluid in de zaal (op de positie van de mengtafel, Mi1) zo laag mogelijk te houden. De versterking van het drumstel is minimaal gehouden, met een beperkte versterking van de basdrum om de onbalans met vooral de cymbalen, die nauwelijks worden afgeschermd, weg te werken. Tijdens de versterkte drumpartij bedraagt het geluiddrukniveau gemiddeld 93.5 dB(A), een stijging met 0.6 dB(A) tegenover de niet versterkte drumpartij. Uit de reacties van zowel de bandleden als de geluidstechnici, en uit een kritische beoordeling van de geluidopnamen met het kunsthoofd, blijkt echter dat de kwaliteit er onder lijdt. Los van het feit dat het absolute geluidniveau veel lager is, wat minder aanvaard wordt in dit muziekgenre, is ook de juiste toon, de drive van de (bas)drum, een stuk verloren gegaan. Niettemin heeft de band vervolgens als geheel met deze mix verder gespeeld. Het geluiddrukniveau bedraagt dan 99.2 dB(A), een stijging met 5.7 dB(A). Het geluidniveau ligt nu wel onder 100 dB(A), maar iedereen is het er over eens dat er te veel ingeboet is op kwaliteit. Gesteld dat de versterking van de drum 4.6 dB(A) zou bedragen, zoals in sessie 1, in plaats van 0.6 dB(A), dan zouden we uitgekomen zijn op een geluidniveau van ongeveer 103 dB(A) met de gehele band. Dit is een daling van 3 dB(A) ten opzichte van de niet afgeschermde drummer. Aangezien we meer vooraan in de zaal gemakkelijk 2 dB(A) hogere waarden meten, komen we toch uit op 105 dB(A) tijdens een nummer. Indien een band gedurende 1 uur gemiddeld een half uur speelt, dan is de uurwaarde 102 dB(A) en bijgevolg hoger dan de doelstelling van 100 dB(A). Er werd dus besloten dat er meer afscherming van de drummer nodig is, om tegelijk de kwaliteit te behouden en te streven naar een gemiddeld geluidniveau van 100 dB(A) in de zaal. Bespreking van sessie 3: met afscherming van de drummer, 1.8 m hoogte Met een hogere, volledige afscherming van de drummer beogen we 2 doelen: enerzijds een verdere daling van het geluiddrukniveau van de niet versterkte drum in de zaal, anderzijds het wegwerken van het onevenwicht in de afscherming van de verschillende onderdelen van het drumstel. Met een afscherming van 1.8 m hoogte bedraagt het geluiddrukniveau gemiddeld 91.0 dB(A). De extra daling tegenover een scherm van 1.2 m hoogte is dus 2 dB(A). Belangrijker is dat de cymbalen niet meer overheersen in de niet versterkte drum in de zaal, en het dus niet nodig zal zijn om de andere delen buitensporig te versterken, om niet aan kwaliteit in te boeten. Om dezelfde reden als uiteengezet in sessie 1, moet de drum wel versterkt worden om de verschillende onderdelen in balans te brengen en de juiste sound voor de groep te creëren. De versterking blijkt zeer gelijkaardig aan sessie 1, en bedraagt 4.3 dB(A). We benadrukken dat de instelling van de versterking tijdens het experiment gebeurde op het gehoor en uitgaande van de beoordeling van de bandleden en van de geluidstechnici. Er werd niet gestreefd naar een bepaalde decibel waarde, de verwerking van de metingen over de duur van de nummers gebeurde pas achteraf. Omdat het geluidniveau van de volledig afgeschermde drummer niet versterkt lager ligt, komen we uiteindelijk voor de versterkte drumpartij uit op 95.3 dB(A) aan de mengtafel. Met de volledige band verhoogt dit met 4.7 dB(A) tot 100.0 dB(A). Deze verhoging door de zang en de 3 gitaren blijkt zeer gelijkaardig aan sessie 1. De band is tevreden over de klank op het podium en in de zaal, de geluidstechnici eveneens. Men is het er over eens dat de toonregeling, klankbalans en het geluidniveau van 100 dB(A) grotendeels de sound geven die men verwacht. In de 3 bijkomende nummers die de band met deze instellingen speelt, schommelt het gemiddelde geluiddrukniveau tussen 99 - 101 dB(A). Een waarde van 100 dB(A) aan de mengtafel betekent ongeveer 102 dB(A) op posities dichter bij het podium. Wanneer er per uur ongeveer 50% van de tijd met dit niveau wordt gespeeld, lijkt de doelstelling van 100 dB(A) uurgemiddeld over het grootste gedeelte van de zaal toch binnen bereik.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
35/49
Besluit Het blijkt dat een niet versterkte drum na versterking 4.3 - 4.6 dB(A) luider wordt. Een poging om dit te beperken, gaat ten koste van de muziekkwaliteit. Wellicht is een versterking van 3 dB(A) een minimum, en een versterking van 4 - 5 dB(A) meer realistisch. Daarnaast voegt de stap van de drummer naar 4 bandleden 4.5 - 4.7 dB(A) bij. Dat getal zal ook afhangen van de samenstelling van de band. We kunnen stellen dat 3 dB(A) een minimum is, bijvoorbeeld voor 1 gitarist en een drummer, zoals het optreden van The Strzebonsky Noise Scene in Club 9. Waarschijnlijk is 4 - 6 dB(A) meer gebruikelijk. Bijgevolg moet men rekenen op 6 - 10 dB(A) stijging van het geluiddrukniveau van de ganse band, ten opzichte van de niet versterkte drum. Nemen we 8 dB(A) als gemiddelde, dan betekent een geluidlimiet van 100 dB(A) aan de mengtafel een geluidlimiet van 92 dB(A) voor de niet versterkte drum. Dit hebben we bekomen in jeugdhuis de Paddestoel, maar enkel met een scherm van 1.8 m rondom de drummer. Deze oplossing is efficiënt en ook noodzakelijk. Er rest echter nog de kanttekening: is dit alles ook mogelijk tijdens een werkelijk optreden? Op dat moment komen er factoren bij, onder meer: de extra drive van het publiek en de interactie met de band, de beperkte tijd om tijdens het soundchecken ook het geluidniveau echt fijn af te stellen. Na het experiment in de Paddestoel was iedereen het er over eens dat de aandacht hiervoor tijdens de optredens niet mag verslappen. Het zal moeten blijken of een lager geluidniveau aanvaard wordt door elk publiek, voor elk muziekgenre. Meetresultaten op de positie van de mengtafel, in het midden van de zaal, en op het podium Ter informatie geven de onderstaande figuren 3.1 - 3.6 de gemeten geluiddrukniveaus op alle posities.
Figuur 3.1. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
36/49
Figuur 3.2. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Figuur 3.3. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
37/49
Figuur 3.4. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Figuur 3.5. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
38/49
Figuur 3.6. Gemeten A-gewogen momentane geluiddrukniveaus (LAeq,1s) bij de mengtafel
I.5
Beslissingsschema, afpuntlijst, leidraad In dit deel geven we een voorstel van aanpak van de problematiek 'beperking van het geluidsniveau in de binnenruimte' in jeugdhuizen, wanneer men in een bestaand jeugdhuis aanpassingen uitvoert. Deze aanpassingen betreffen niet noodzakelijk of uitsluitend werken inzake de akoestiek: ook bij andere werken is het zinvol om deze leidraad te doorlopen en te kijken of men met sommige werken niet gelijktijdig de akoestische situatie kan verbeteren. Voor nieuwe jeugdhuizen of voor de inrichting van een nieuw jeugdhuis in een bestaand gebouw geven we een aparte leidraad. In dat geval vertrekt men van een volledig nieuwe situatie waarbij men over alle grote aspecten kan beslissen. Deze leidraad is in de eerste plaats bedoeld als een beslissingsschema of afpuntlijst om op een logische manier keuzes te maken die bijdragen aan de beperking van het geluidniveau in jeugdhuizen. Door de grote verscheidenheid aan bestaande jeugdhuizen of door het grote aantal mogelijkheden bij de inrichting van nieuwe jeugdhuizen, is dit geen kwantitatieve gids waarin men voor elk deelaspect ook een exacte dimensionering van maatregelen kan vinden. De leidraad is gegeven als een tabel. Elke lijn geeft een aspect dat belangrijk is voor de akoestiek in de ruimte en meer bepaald voor de beperking van het geluidniveau in de ruimte wanneer men elektrisch versterkte muziek speelt (concert of fuif). Voor elk aspect geeft de tabel 4 kolommen: • • • •
kolom 1: nadere omschrijving van het aspect waar het om gaat; kolom 2: de invloed op het geluidniveau in de ruimte; kolom 3: de te nemen maatregel of aandachtspunt; kolom 4: de kostprijs.
Bij een herinrichting van een bestaand jeugdhuis of bij de bouw of bij de verbouwing van een nieuw jeugdhuis kan men deze leidraad volgen als afpuntlijst om te kijken of men aan elk mogelijk aspect aandacht heeft besteed Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
39/49
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
40/49
I.5.1
Maatregelen in bestaande jeugdhuizen omschrijving volume van de ruimte Bij een verbouwing heeft men soms de mogelijkheid om het volume van de ruimte te veranderen, bijvoorbeeld door een oud plafond weg te nemen, door 2 aparte ruimtes samen te nemen,... De vraag is of men beter streeft naar een groter dan wel naar een kleiner volume.
vorm van de ruimte Bij een verbouwing of herinrichting heeft men soms de mogelijkheid om de vorm van de ruimte te veranderen: waar komt de bar, waar het podium, waar de dansvloer,...? De vraag is of men hier uit akoestisch oogpunt keuzes kan maken.
invloed op het geluidniveau
te nemen maatregelen
kostprijs
Een groter volume geeft meer ruimte, meer plaats. Enerzijds kan men verder van een geluidbron, een luidspreker, blijven, waardoor de blootstelling daalt. Zeer kort bij luidsprekers neemt het geluidniveau immers sterk toe.
Een groter volume kan men bekomen door een hogere ruimte of door een grotere vloeroppervlakte, of door beiden. Een hogere ruimte geeft meer wandoppervlakte voor geluidabsorptie. Een hogere ruimte laat toe plafondluidsprekers boven de dansvloer hoger te hangen: zij zouden > 2.7 m boven de dansvloer moeten kunnen hangen, zodat mensen nooit < 1 m van een luidspreker komen. Een hogere ruimte laat ook een hogere podiumvloer toe, met Anderzijds is er een eenvoudige ruimte voor ophangen van licht en geluid. geometrische invloed: een groter Streef daarom naar een plafondhoogte van > 3.5 m voor de zones volume geeft meer oppervlakte van het podium en de dansvloer. wanden en plafond om Een lagere ruimte, zeker met een geluidabsorberend plafond en geluidabsorptie te voorzien. met bezetting, zorgt er voor dat het geluidniveau dieper in de Hierdoor daalt het geluidniveau. ruimte afneemt. Overweeg daarom voor de zones die niet direct bij het podium Uit het oogpunt geluidniveau is liggen of buiten de dansvloer, een lagere plafondhoogte. een groter volume daarom steeds Een grotere vloeroppervlakte biedt meer ruimte voor het plaatsen aan te bevelen. van luidsprekers bij concerten, en laat toe om de luidsprekers verder van het publiek op te stellen. Een grotere vloeroppervlakte geeft meer plafondoppervlakte voor geluidabsorptie. Tracht de juiste afweging te maken tussen hoogte en oppervlakte van de ruimte, ook gebaseerd op de delen 'vorm van de ruimte' en 'geluidabsorptie', en natuurlijk ook de sfeer die men aan de ruimte wil geven.
Geluidabsorptie op wanden is duurder dan op op het plafond, omdat het materiaal steviger moet zijn. Geluidabsorptie op het plafond biedt de beste prijs/kwaliteit verhouding: plafondabsorptie bestaat in zeer efficiënte materialen met een redelijke eenheidsprijs
Een eenvoudige rechthoekige ruimte, met een redelijk hoog plafond, geeft maar een beperkte verzwakking van het geluid dieper in de ruimte. Het verschil in geluidniveau tussen zones in de ruimte wordt hoger bij een kleinere plafondhoogte, en indien men de ruimte horizontaal niet eenvoudig rechthoekig maakt,
In een bestaand jeugdhuis gebeurt dit wellicht enkel bij een geplande herinrichting om andere redenen. In die zin zijn er geen extra kosten aan verbonden.
Neem de indeling van het grondplan van de ruimte kritisch door en overweeg de volgende punten: • Podium en dansvloer/publieksvloer uiteraard dicht bij elkaar. • Zone van de bar en publieksruimte rond de bar niet noodzakelijk recht tegenover het podium, maar mogelijk/gedeeltelijk 'afgeschermd achter een hoek' van het podium of de dansvloer: dit biedt een deel van het publiek een stillere zone. Tracht dit te verzoenen met de sfeer in de ruimte, onder meer de volgende overwegingen:
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
41/49
Als enige ingreep om het geluidniveau te beperken, is dit niet de prioritaire maatregel, omdat er in de zone van het podium en de dansvloer geen
geluidabsorptie (plafond) Bij een verbouwing of herinrichting wordt vaak het plafond vernieuwd.
maar met een hoek, met een wat afgeschermde zone,... Publiek dat een deel van de tijd dichtbij het podium is, en een deel van de tijd in een 'stillere' zone, is gemiddeld aan een lager geluidniveau onderworpen.
•
Indien men start van een ruimte zonder geluidabsorptie op het plafond of de wanden, dan bedraagt de winst tot 4 dB(A). Tegelijk gaat de kwaliteit er sterk op vooruit, want een ruimte zonder geluidabsorptie klinkt te galmend.
Tracht steeds een goed geluidabsorberend plafond te voorzien, zo mogelijk over de volledige oppervlakte van het plafond. Indien maar een beperkte ingreep mogelijk is, behandel dan de volgende zones in volgorde van belang: • het podium • de publiekszone op grotere afstand van het podium • minstens een deel van het plafond boven de dansvloer of boven de zone van het publiek vlakbij het podium.
•
invloed is op het geluidniveau. weinig volk op een grote dansvloer of voor een podium geeft een matte sfeer; een kleine dansvloer of kleinere zone voor een podium is aangenamer; niet iedereen wil steeds op de dansvloer of vlakbij het podium, vaak is een zone wat weg van de 'actie' maar toch hoorbaar vlakbij, aangenaam voor het publiek.
Indien reeds geluidabsorptie aanwezig was op (een deel van) het plafond en/of (een deel van) de wanden, is de winst eerder beperkt.
geluidabsorptie (wanden) Bij een verbouwing of herinrichting worden mogelijk zommige wanden opnieuw afgewerkt, of komen er wanden bij om de ruimte in te delen of af te schermen. Mogelijk overweegt men enkel om akoestiek geluidabsorptie op wanden ana te brengen.
Zoek een goed (αw = 0.80 - 0.85) tot zeer goed (αw = 0.90 - 1.00) geluidabsorberend plafond. Kijk in de productinformatie en streef naast de goede tot zeer goede geluidabsorptie ook naar een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van de geluidabsorptie over de verschillende frequentiebanden. Hou er rekening mee dat dergelijke plafonds een hoogte van Indien men enkel geluidabsorptie ongeveer 20 - 30 cm innemen. op het plafond voorziet, streef Werk een plafondplan uit waarop naast de geluidabsorptie ook de dan naar de volledige andere belangrijke elementen zijn aangegeven: verlichting, plafondoppervlakte. ventilatievoorzieningen, branddetectoren, ophangbuizen voor spots, geluid en theaterdoeken,... Dan wordt het mogelijk om deze elementen mooi op elkaar af te stemmen. Indien men start van een ruimte zonder geluidabsorptie op het plafond of de wanden, dan bedraagt de winst tot 4 dB(A), indien men voldoende oppervlakte op de wanden plaatst. Indien men enkel geluidabsorptie op de wanden voorziet, streef dan naar een oppervlakte die gelijk is aan de plafondoppervlakte van de ruimte. Hou er rekening mee dat
Overweeg eerst plafondabsorptie voor wandabsorptie. Verspreid de geluidabsorptie zo goed mogelijk over alle wanden van de ruimte. Indien maar een beperkte ingreep mogelijk is, verdeel dan de wandabsorptie over de volgende wanden, in volgorde van belang:
• • • •
achterwand van het podium; zijwanden van het podium; zijwanden van de dansvloer of van de zone van het publiek vlakbij het podium; wanden van de publiekszone op grotere afstand van het podium.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
42/49
In het deel I.2.2 wordt voor een aantal materialen de kostprijs gegeven. Om een budget op te stellen: raam dit op 80 - 100 €/m2. Hou er rekening mee dat de definitieve kostprijs afhangt van de precieze keuze van het materiaal en van de bijkomende werken zoals plaatsen / aanpassen verlichting, ophangpunten, ventilatie,...
In het deel I.2.2 wordt voor een aantal materialen de kostprijs gegeven. Om een budget op te stellen: raam dit op 150 - 250 €/m2, dat is de kostprijs van stevige geluidabsorberende panelen. Hou er rekening mee dat de definitieve kostprijs afhangt van de precieze keuze van het materiaal en van de bijkomende werken zoals plaatsen /
geluidabsorptie op de wanden minder efficiënt is, en het daardoor aan te bevelen is om minstens ook op een deel van het plafond geluidabsorptie te voorzien Geluidabsorptie op een wand kan ook nodig zijn om de kwaliteit van de muziek te verhogen, bijvoorbeeld om een reflectie tussen parallelle wanden te vermijden of om de reflectie van een wand tegenover het podium te onderdrukken. geluidinstallatie - vast Dit betreft de vast voorziene luidsprekers om muziek te draaien, meestal tijdens de gewone activiteiten of fuiven.
geluidinstallatie - mobiel Dit betreft de mobiele - meestal gehuurde - installatie, meestal gebruikt bij concerten.
opstelling groep op podium De natuurlijke luidheid van het
De afstand van het publiek tot de luidsprekers is een bepalende factor. Een afstand van > 1 m is een minimum en een afstand van 1.5 - 2.0 m is aan te bevelen.
Zoek een wandbekleding die een goede (αw = 0.80 - 0.85) geluidabsorptie heeft of alleszins zo hoog mogelijk scoort binnen de reeks 'matige' geluidabsorptie (αw = 0.60 - 0.75). Kijk in de productinformatie en streef naast een zo hoog mogelijke geluidabsorptie ook naar een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van de geluidabsorptie over de verschillende frequentiebanden. Hou er rekening mee dat wandabsorptie een dikte van ongeveer 10 - 20 cm inneemt.
aanpassen verlichting, stopcontacten,...
Theatergordijnen op de wanden zijn een vaak gebruikte oplossing maar hebben een geluidabsorptie die schommelt rond de αw = 0.50, en ook de geluidabsorptie in de lage tonen is erg beperkt. Dit kan men gedeeltelijk compenseren door een grotere oppervlakte, want gordijnen zijn vaak de meest haalbare oplossing, praktisch en qua kostprijs. Hang de luidsprekers bij voorkeur op een hoge plaats zodat het publiek er niet te dicht bij kan. Specifiek voor een dansvloer, bij fuiven: verdeel de luidsprekers over de dansvloer, met minimaal 4 luidsprekers die van op de hoeken van een vierkant beneden naar de dansvloer stralen. Zo bekomt met een redelijk afgebakende zone waar het voldoende luid is voor de fuif.
Meestal heeft men 4 luidsprekers in eigendom, die men verspreid kan opstellen. Deze kunnen met 1 versterker aangestuurd worden en hoeven geen groot vermogen te hebben om een beperkte dansvloer luid aan te stralen.
De bedoeling is om de zeer hoge geluidniveaus echt vlakbij een luidspreker (< 1 m) te vermijden.
Gesofisticeerde lijnluidsprekers vinden weinig of geen toepassing in de eerder lage en kleine jeugdhuizen. Bijgevolg werkt men steeds met de klassieke opstelling van luidsprekers langs weerszijden van het podium. Voorzie een podiuminrichting die toelaat om deze luidsprekers op de volgende manier te plaatsen: • luidsprekers op het podium, iets teruggetrokken van de publiekszone, mogelijk met een afscherming of hek voor, zodat het publiek steeds op > 1 m van de luidsprekers staat, en zo mogelijk 1.5 - 2.0 m; • voorzie ophangpunten boven het podium, langs weerszijden, waar men relatief zware luidsprekers kan ophangen: de midden- en hoogfrequente luidsprekers kan men op die manier boven oorhoogte hangen en zijn daardoor reeds verder van het publiek verwijderd.
De belangrijkste kost zijn aanpassingen aan het podium, zodat er meer plaats voor de luidsprekers is. Gemiddeld wordt deze kost geraamd op 2.500 €.
De winst bedraagt 3 - 5 dB(A).
Scherm het drumstel af met een doorzichtig plexiglas scherm met
De kostprijs bedraagt
De bedoeling is om de zeer hoge geluidniveaus echt vlakbij een luidspreker (< 1 m) te vermijden. De afstand van het publiek tot de luidsprekers is een bepalende factor. Een afstand van > 1 m is een minimum en een afstand van 1.5 - 2.0 m is aan te bevelen.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
43/49
slagwerk maakt dat het De maatregel is toepasbaar in elk geluidniveau in de zaal na jeugdhuis. versterking onvermijdelijk hoog oploopt. Door het drumstel af te schermen vermindert men de natuurlijke luidheid en wordt ook de muziek na versterking minder luid
geluidtechnicus De geluidtechnicus moet op de hoogte zijn van de elementen waarover hij beschikt om het geluidniveau onder controle te houden
I.5.2
een hoogte van 1.5 - 1.8 m. Alle delen van het drumstel moeten minimaal onder de rand van het scherm blijven, en bij voorkeur 10 - 30 cm onder die rand. Het scherm moet het drumstel nagenoeg volledig omhullen. Voor de kwaliteit van de muziek op de plaats van de drummer, is het scherm best wat onregelmatig van vorm. Voor een betere kwaliteit van de muziek op de plaats van de drummer, en voor de reductie van het geluid in de zaal, plaatst men in de rug van de drummer - meestal tegen de achterwand geluidabsorberende panelen van minimaal dezelfde hoogte als de hoogte van het scherm.
3000 - 4000 €. Wellicht kan deze voorziening geleverd worden door de geluidstechnicus, en als huur ingerekend worden. Dit geeft ongeveer 50 € toeslag.
Maak de geluidtechnicus bewust van de volgende maatregelen: • de doordachte opstelling van de mobiele luidsprekers • de opstelling en afscherming van het slagwerk • het bewust aflezen van het gemeten geluidniveau tijdens de soundcheck en verder tijdens het concert
Maatregelen in nieuwe jeugdhuizen Wanneer een nieuw jeugdhuis gebouwd wordt of wanneer een nieuw jeugdhuis ingericht wordt in een bestaand gebouw, kan men eveneens de maatregelen voor bestaande jeugdhuizen volgen. We herhalen de bovenstaande tabel daarom niet. Wel is er voor sommige maatregelen een andere invalshoek mogelijk of zijn er andere mogelijkheden: deze specifieke aspecten geven we in de onderstaande tabellen. omschrijving invloed op het geluidniveau volume van de ruimte Bij een nieuw jeugdhuis kijkt men Zie 'bestaande jeugdhuizen' in de eerste plaats naar de vloeroppervlakte om de 'grootte' van het jeugdhuis vast te leggen. Het is echter belangrijk om ook naar de hoogte te kijken, en in het ontwerp een voldoende hoogte te voorzien of bij een bestaand gebouw te lage ruimten te vermijden om een jeugdhuis in onder te brengen. vorm van de ruimte In grondplan kan men afwijken
te nemen maatregelen
kostprijs
Maak een gedetailleerd inrichtingsplan van het jeugdhuis (dit wordt te vaak een beetje schematisch afgehandeld). Zorg voor een gedetaillerd plan van podium, publiekszone, bar, en teken daarop alle technische elementen in: het podium met inbegrip van een typische opstelling bij een optreden, de positie van de luidsprekers en van de verlichting, de mengtafel, de meetmicrofoon. Respecteer een afstand van minimaal 1 m en bij voorkeur 2 m tussen de hoofdluidsprekers en het publiek, en zorg voor een bouwkundige barrière tussen beiden. Streef daarom naar een plafondhoogte van > 3.5 m voor de zones van het podium en de dansvloer. Een goede hoogte is 4 - 4.5 m. Andere zones kunnen een lagere plafondhoogte hebben, ongeveer 3 m, bijvoorbeeld bar, zithoek, inkom, ...
Zie 'bestaande jeugdhuizen'
Overweeg bij de opmaak van het gedetailleerde grondplan van het
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
44/49
van een eenvoudig rechthoekige ruimte.
geluidabsorptie (plafond) Hoeveel geluidabsorptie moet er Zie 'bestaande jeugdhuizen' voorzien worden op het plafond?, en op welke wandvlakken gebeurt dit best.
geluidabsorptie (wanden) Hoeveel geluidabsorptie moet er voorzien worden op de wanden? Op welke wandvlakken gebeurt dit best?
jeugdhuis de volgende punten: • Podium en dansvloer/publieksvloer horen dicht bij elkaar. Samen vormen ze best een rechthoekige zone zodat iedereen het podium goed kan zien. • Het zicht van achter de bar naar het podium hoeft niet perfect te zijn. • Een gedeelte van het jeugdhuis mag enigszins afgeschermd zijn van het podium: dit biedt een stillere zone in het geval van fuiven of optredens, dit is steeds zinvol. Voorzie steeds een geluidabsorberend plafond. • Voorzie een opbouwhoogte van 20 - 30 cm voor een maximale laagfrequente geluidabsorptie; • Voorzie de volledige plafondoppervlakte. • Kies een goed (αw = 0.80 - 0.85) tot zeer goed (αw = 0.90 - 1.00) geluidabsorberend plafond. Kijk in de productinformatie en streef naast de goede tot zeer goede geluidabsorptie ook naar een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van de geluidabsorptie over de verschillende frequentiebanden
Om een budget op te stellen: raam een geluidabsorberend plafond op 60 - 90 €/m2. (nieuwbouw)
Werk een plafondplan uit waarop naast de geluidabsorptie ook de andere belangrijke elementen zijn aangegeven: verlichting, ventilatievoorzieningen, branddetectoren, ophangbuizen voor spots, geluid en theaterdoeken,... Dan wordt het mogelijk om deze elementen mooi op elkaar af te stemmen. Zie 'bestaande jeugdhuizen'
Voorzie eerst plafondabsorptie. Om een budget op te stellen: Pas daarnaast ook geluidabsorptie toe op de volgende wanden, in raam wandpanelen op volgorde van belang: 150 - 250 €/m2. • Podium: de achterwand: hierdoor voorkomt men een reflectie van de drum op de achterwand, en samen met een scherm rond het drumstel is dit een efficiënte voorziening om het natuurlijke geluid van het slagwerk te beperken. Deze absorptie verbetert ook de podiumcondities voor de muzikanten. • Podium: de zijwanden: dit vermindert eveneens de luidheid en verbetert podiumcondities voor de muzikanten, in het bijzonder bij nieuwbouw met parallelle zijwanden van het podium. • Achterwand van de zaal, om een reflectie van het geluid van de hoofdluidsprekers terug naar het podium te voorkomen. • Een deel van de zijwanden langs het publieksgedeelte of langs de dansvloer.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
45/49
Zoek materialen of systemen die bestand zijn tegen stoten en vervuiling: geperforeerde beplating (hout of metaal), open lattenwerk, eventueel met strekmetaal of met metalen roosters als bescherming. Streef naar een goede (αw = 0.80 - 0.85) geluidabsorptie, of alleszins naar een absorptie αw = 0.60 of meer Hou er rekening mee dat wandabsorptie een dikte van ongeveer 10 - 20 cm inneemt.
geluidinstallatie - vast Dit betreft de vast voorziene luidsprekers om muziek te draaien, meestal tijdens de gewone activiteiten of fuiven.
geluidinstallatie - mobiel Dit betreft de mobiele - meestal gehuurde - installatie, meestal gebruikt bij concerten.
opstelling groep op podium Zie 'bestaande jeugdhuizen' geluidtechnicus Zie 'bestaande jeugdhuizen'
Ga niet direct uit van theatergordijnen voor de wanden als een soort 'noodoplossing'. Gordijnen absorberen minder (αw = 0.50), en vooral: hun geluidabsorptie in de lage tonen is erg beperkt. Wandpanelen kunenn veel beter lage tonen absorberen. Zie 'bestaande jeugdhuizen'
Een plafondhoogte van 4 - 4.5 m laat toe om luidsprekers aan het plafond te hangen, waarbij ze gericht naar de dansvloer stralen, en tegelijk zeker op > 1 m boven het publiek hangen zodat niemand blootgesteld is aan de zeer hoge geluidniveaus op korte afstand van een luidspreker. Voorzie de nodige, stevige ophangpunten; eventueel een systeem van vaste ophangbuizen zodat men verschillende opstellingen kan maken.
Zie 'bestaande jeugdhuizen'
Voorzie een podiuminrichting die toelaat om op 2 manieren de PA luidsprekers te plaatsen: • Luidsprekers op het podium, iets teruggetrokken van de publiekszone, met een bouwkundige afscherming of een open rooster er voor, zodat het publiek steeds op > 1 m van de luidsprekers staat, en zo mogelijk 1.5 - 2.0 m; • Luidsprekers afgehangen van het plafond: een plafondhoogte van 4 - 4.5 m laat toe om de PA luidsprekers op te hangen. Het kunnen klassieke luidsprekers zijn of, indien voorhanden, kleine array-luidsprekers. Voorzie afophangpunten boven het podium, langs weerszijden, waar men zware luidsprekers kan ophangen.
Zie 'bestaande jeugdhuizen'
Zie 'bestaande jeugdhuizen'
Zie 'bestaande jeugdhuizen'
Betrek een geluidtechnicus bij het ontwerp. Zorg voor een gedetailleerde gebruikershandleiding voor de akoestische aspecten van de zaal en van de installaties
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
46/49
II
Samenvatting en besluiten Gemeten geluidniveaus en beoordeling Het maximale geluidniveau in de ruimte, geregistreerd tijdens de evenementen, op de positie van de mengtafel, bedraagt LAeq,15min = 99 - 106 dB(A) of LAeq,60min = 97 - 103 dB(A). Het glijdende gemiddelde over 60 minuten ligt lager omdat de meeste bands minder dan 1 uur spelen. In 4 van de 5 metingen gaat het om live optredens. Keuze van het beoordelingspunt De opgegeven geluidniveaus zijn gemeten nabij de mengtafel, in te tweede helft van de zaal, gerekend van af het podium. Op punten dichter bij het podium, is het geluidniveau 3 - 6 dB(A) hoger. We beschouwen hierbij enkel punten waar tijdens het optreden daadwerkelijk vaak publiek staat, en op minimaal 1 m van de luidsprekers. De keuze van het meetpunt is daarom erg belangrijk, omdat de variatie over de zaal van dezelfde ordegrootte is dan het onderscheid dat men wenst te maken tussen categorie 2, 95 dB(A), of categorie 3, 100 dB(A), als maximaal toegelaten geluidniveau. Om representatief te meten, zonder evenwel op de luidste plaatsen vlakbij het podium te komen, adviseren wij te meten in de as van het publieksdeel van de zaal, op een afstand van 1/3 tot 1/2 van de diepte van de zaal tot de rand van het podium. De hoogte van de microfoon boven zou minstens 0.5 m boven het publiek moeten zijn, of minimaal 2.3 m boven de vloer, in het geval van een vlakke vloer. Indien de microfoon op minder dan 0.5 m boven het publieksvlak uitsteekt, is er afscherming door mensen vlakbij mogelijk. Wanneer men de microfoon afhangt van het plafond, zou de afhanghoogte minimaal 1 m moeten zijn, en bij hogere zalen minimaal 2 m. Een te korte afstand geeft mogelijk een vertekend beeld omdat net aan het oppervlak van een wand, het geluidniveau stijgt met 6 dB. Voor zeer hoge ruimten, dus wellicht niet in jeugdhuizen maar in grotere zalen, is een positie waarbij de microfoon meer dan 2 m boven het publieksvlak zweeft, niet gewenst. Luidsprekers zijn hoogfrequent tamelijk directief en zij gericht naar het publiek. Mocht men te hoog boven het publiek meten, dan is er kans dat men te lage geluidniveaus registreert, in het bijzonder in de hogere frequenties. Dit geldt zeker bij het gebruik van array luidsprekers die bijzonder directief kunnen zijn. Maatregelen om het geluidniveau te beperken Muziekgenre Verschillende groepen, van een ander muziekgenre, maar in dezelfde zaal en gemixt door dezelfde personen, leiden tot een verschil tot 5 dB(A). Hebben we bij de luidste muziekgenres waarden gemeten tot LAeq,60min = 103 dB(A), dan is het duidelijk dat er ook genres zijn die nooit boven de grens van 100 dB(A) komen, ook niet in kleine jeugdhuizen, dichter bij het podium. De stillere muziekgenres lijken echter een minderheid, indien we de bijgewoonde optredens als een representatieve staalkaart mogen zien. Voorkeur van de geluidstechnicus of van de groep Verschillende groepen, binnen hetzelfde muziekgenre, in dezelfde zaal, maar gemixt door verschillende personen, leiden tot een verschil van 1 - 3 dB(A). Dit hangt samen met de persoonlijke voorkeur van de geluidstechnicus en/of de band. Dit verschil is niet altijd eenvoudig op het gehoor vast te stellen, en wordt maar duidelijk bij het analyseren van de meetresultaten. Om tijdens een concert hier bewuster mee om te gaan, is het noodzakelijk dat de geluidstechnicus permanent het geluidniveau kan aflezen en een voorspelling krijgt van het uurgemiddelde resultaat dat zal bereikt worden. De kosten van een dergelijk meettoestel bedragen ongeveer 1.200 € (exclusief BTW, klasse 2). De mogelijke winst bedraagt 1 - 3 dB(A), door het volume niet op het gehoor in te regelen, maar door het gemeten geluiddrukniveau als extra informatie mee te nemen tijdens de soundcheck. Zeer korte afstanden tussen publiek en luidsprekers vermijden In elk van de onderzochte jeugdhuizen kan het publiek op zeer korte afstand tot de hoofdluidsprekers komen, met als risico dat men op korte afstand van luidsprekers snel aan hogere tot zeer hoge Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
47/49
geluidniveaus wordt blootgesteld. Zeer dicht bij een luidspreker (0.5 - 1.0 m) is de toename moeilijk exact te voorspellen maar het geluidniveau stijgt in ieder geval zeer snel. Op die posities kan men geluidniveaus meten die 5 dB(A) hoger zijn dan de controlepositie in de zaal. Uiteraard is een dergelijke situatie te vermijden. De aanbeveling is om het podium zo in te richten dat het publiek de luidsprekers onmogelijk dichter kan naderen dan 1 m, en bij voorkeur op 1.5 - 2 m van de luidsprekers blijft. Dit gebeurt best met een permanente voorziening, een herinrichting van het podium, met een vaste plaats voor de luidsprekers, afgeschermd van het publiek. De kosten van een dergelijke herinrichting bedragen ongeveer 2.500 €. De mogelijke winst bestaat er in de eerste plaats in, dat publiek niet aan totaal oncontroleerbare geluidniveaus wordt onderworpen, die louter afhangen van zijn positie vlakbij de luidsprekers. Men zou kunnen stellen dat de winst enkele decibel bedraagt, maar feitelijk gaat het er om dat het grootste deel van het publiek wordt blootgesteld aan het geluidniveau dat men daadwerkelijk meet op een controlepunt, en niet aan systematisch veel hogere geluidniveaus. Gesofisticeerde geluidversterking (array luidsprekers) Geluidversterking met zeer gesofisticeerde luidsprekers systemen heeft voor jeugdhuizen, ruimten met een beperkte oppervlakte en meestal kleine hoogte, weinig zin. Er is geen aantoonbare winst onder de vorm van een meer gelijkmatig gespreid geluidniveau. Zelfs de meest compacte array luidspreker systemen kunnen in de ruimten met een hoogte kleiner dan 4 m niet optimaal gemonteerd worden en verliezen daardoor hun nut. Bijkomende geluidabsorptie in de ruimte Met geluidabsorptie kan men het gemiddelde geluidniveau laten dalen met 1 - 4 dB(A). De grootste daling bekomt men in ruimten met weinig of geen geluidabsorberende afwerkingen. Feitelijk is in deze ruimten geluidabsorptie ook nodig om op een kwalitatieve manier muziek te kunnen weergeven, en zelfs meer algemeen, om activiteiten te kunnen organiseren zonder hinder van overdreven luidheid of galm. In ruimten waar reeds geluidabsorberende afwerking is, in het bijzonder in ruimten met een volledig geluidabsorberend plafond, is de daling van het geluidniveau door bijkomende absorptie niet hoger dan 2 dB(A). Omdat de geluidskwaliteit in die ruimten behoorlijk tot zeer goed is, is er weinig reden om extra geluidabsorptie te plaatsen voor een dergelijk beperkte winst. Een geluidabsorberende plafondafwerking plaatsen moet men ramen op 100 €/m2. Geluidabsorberende afwerking op wanden moet robuuster zijn, en kost naargelang de uitvoering 150 - 250 €/m2. Afschermen van de luidste natuurlijke geluidbron: het drumstel Door op het podium het drumstel te omringen met een geluidscherm, bij voorkeur aangevuld door geluidabsorberende panelen in de rug van de drummer, tegen de achterwand, kan men het geluidniveau laten dalen met 3 - 5 dB(A). De kostprijs van deze voorziening bedraagt 3.000 - 4.000 €. Wellicht kan deze voorziening geleverd worden door de geluidstechnicus, en als huur ingerekend worden. Dit geeft ongeveer 50 - 100 € toeslag. Ter informatie: de huur van een geluidinstallatie met geluidstechnicus voor een kleinschalig optreden zoals in jeugdhuizen, bedraagt ongeveer 800 - 1.000 €. Gecombineerd effect van de maatregelen Volgens de uitgevoerde metingen, en afhankelijk van de keuze van het meetpunt voor de controle en de handhaving van het geluidniveau, kunnen we voorspellen dat een reductie van 5 - 6 dB(A) in een aantal situaties nodig zal zijn om aan de grens van 100 dB(A) te voldoen. Uiteraard moet de reductie groter zijn indien men naar de limiet van 95 dB(A) streeft. Het vermijden van zeer korte afstanden tussen publiek en luidsprekers is geen manier om het geluidniveau te reduceren maar een voorwaarde opdat de metingen en de handhaving ook daadwerkelijk representatief zijn voor de blootstelling van de overgrote meerderheid van het publiek. Het afschermen van de drummer, winst 3 - 5 dB(A), en het verhogen van de geluidabsoptie van de ruimte, winst 1 - 4 dB(A), zijn effecten die optelbaar zijn. Men zal wellicht niet het maximum van beiden gelijktijdig kunnen halen, maar een winst van 5 - 6 dB(A) moet mogelijk zijn en bijgevolg ligt de grens van 100 dB(A) voor de meeste jeugdhuizen binnen bereik.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
48/49
De winst door bewust omgaan met de geluidversterking door geluidstechnicus en muziekgroep, kan een verschil maken van 1 - 3 dB(A), indien men vertrekt van een wel erg luide versterking; in zo'n geval kan het dus wat stiller. Dit lijkt ons niet optelbaar met de winst van de vorige maatregelen. De maatregel 'bewust omgaan met de geluidversterking' is eerder een ingesteldheid die er moet toe bijdragen dat de dikwijls moeizaam bekomen daling door andere maatregelen zoals het afschermen van de drummer en bijkomende geluidabsorptie, niet verloren gaat. Het is wel de belangrijkste maatregel in die zin dat het eindresultaat nog steeds afhangt van de globale stand van de versterkers, en die wordt in laatste instantie geregeld aan de mengtafel. Zeer gesofisticeerde luidsprekersystemen hebben een eerder beperkt nut en lijken niet onmiddellijk binnen het bereik van de jeugdhuizen te liggen.
Bestek LNE/2011/Akoestische expertise jeugdhuizen/H&R - Eindrapport deel 2/2
49/49