Dag Programma: Eerste dag 00:00 Welkom en koffie 00:05 Kennismaking: Ronde 1:In 2-tallen vertel je om de beurt waar je vandaan komt, wat voor beroep je hebt, wat je hobby’s zijn en wat je motivatie is voor het deelnemen aan deze cursus. Vervolgens vertellen je in de grote groep datgene wat je over de ander te weten bent gekomen. Ronde 2: Vertel in de grote groep wat je verwacht van deze trainersopleiding. 00:35 De trainersopleiding: zie dagprogramma’s (agenda voor de komende 4 dagdelen) 00:50 • • •
Cursus PC en Internet Voor Beginners Geschiedenis Doelgroep Bereikte resultaten
01:00 Uitreiking boek pc en internet voor beginners en korte introductie 01.05 Trainers handleiding: opbouw van de cursus PC en Internet voor beginners 01:20 Openen van een account: De trainers openen zelf een account via internet. Opdracht: waar loop je tegen aan? Waar moet je aan denken als je dit met de cursisten doet? 01:45 Pauze 02:00 Trainers handleiding bij het boek Pc en Internet voor beginners: • Opbouw van een les 02:15 Trainers handleiding bij het boek Pc en Internet voor beginners: • Onderdelen van een PC • Windows, • Word, • Internet • E-mail Oefenen met het cursus materiaal (optioneel) 02:25 Vervolgafspraken en afsluiting: het cursusboek doornemen en eigen maken. 02:30 Einde eerste trainingsdag
Trainers Handleiding voor de cursus:
PC en Internet cursus voor Beginners
Introductie Deze handleiding is bedoeld voor begeleiders van verenigingen en instellingen die een basiscursus PC en Internet willen verzorgen. De rol van de begeleider is hierbij zeer belangrijk. Niet alleen moet hij of zij zorg dragen dat de cursisten de leerstof eigen maken maar ook werken aan de bewustwording van de doelgroep is een belangrijke taak van de begeleider.
Doelgroep trainers De vaardigheden van de trainer zijn tweeledig. Computervaardigheden De trainer kan werken met de onderdelen die in het boek worden aangeboden. De trainer in opleiding is vaardig met deze onderdelen. Ook weet men gebruik te maken van het bord en eventueel de Beamer en Powerpoint voor een presentatie (wanneer er de behoefte is, kunnen deze vaardigheden nog worden aangeboden in de trainersopleiding). Check dit bij de trainers (i.o.) zodat je dit kunt inplannen in het programma van de trainersopleiding. Pedagogisch-didactische vaardigheden Hoe bouw ik een les op: zie hoofdstuk: Opbouw van een les (zie blz. 6 ) Hoe geef/ontvang ik feedback: zie hoofdstuk Feedback geven/ontvangen (blz. 22 ) Klassieke fouten van lesgevers/trainers (zie blz. 26)
Doelgroep cursisten
Het cursusboek is geschreven voor cursisten die ‘digibeet’ zijn. Het kan ook gebruikt worden voor die cursisten die al wat weten van de computer maar die deze vaardigheden nog verder willen uitwerken en verfijnen. Deze cursus is makkelijk inpasbaar in een inburgeringcursus of NT-1/NT-2 opleiding. De cursus voldoet aan alle doelen die worden gesteld aan computervaardigheden voor beginners.
Opbouw cursus PC en Internet voor beginners Overzicht cursus en Onderdelen van de computer (3 uur) Dit is de eerste les. Na deze les is de cursist bekend met: - Alle onderwerpen die behandeld gaan worden - De onderdelen van de computer, weet deze te benoemen en weet waar deze onderdelen voor dienen. Windows (6 uur) Er worden twee lessen van ieder 3 uur besteed aan Windows. Na deze twee lessen kan de cursist: - Windows opstarten. - Programma’s onder Windows opstarten en sluiten. - Vensters minimaliseren, maximaliseren, verkleinen en vergroten - Mappen en bestanden maken, kopiëren, verwijderen en archiveren. - Tot slot wordt nog aandacht besteed aan verschillende applicaties binnen Windows. Microsoft Word (6 uur) Na deze twee lessen is de cursist in staat: - een brief in te typen, deze te bewerken en op te slaan in Microsoft Word Internet (6 uur) Aan Internet worden twee lessen besteed. Na deze lessen: - Heeft de cursist inzicht in Internet, kan surfen over Internet, kan favoriete websites opslaan en gebruiken en kan informatie zoeken met een zoekmachine. E-mail (3 uur) Na deze les weet de cursist wat e-mail is en hoe e-mails verzonden en ontvangen kan worden. Toets & Certificaat uitreiking (3 uur) Elke cursus wordt afgesloten door middel van een toets. Tijdens deze toets moet de cursist theorie en praktische vragen beantwoorden. Bij een score van 70% of hoger wordt de cursist beloond met een certificaat. Aan het einde wordt de cursus geëvalueerd en afgesloten. Bij interesse wordt er tevens gekeken naar mogelijke vervolg cursussen en projecten. De gemiddelde cursus Pc en Internet voor beginners duurt 27 uur.
Aanwezigheidsplicht
Men kan natuurlijk door ziekte verhinderd zijn om de lessen te kunnen volgen. Probeer als begeleider de afwezige te bereiken (telefonisch) of geef de aangeboden onderwerpen mee als huiswerk. Je kunt ook checken of een medecursist contacten heeft met de cursist die is verhinderd, zodat je het huiswerk en de bestuderen materiaal mee kunt geven met een medecursist.
Het maken van huiswerk
De cursisten hebben ook nog een ander leven naast het volgen van deze cursus. Geef aan dat ze minimaal 2x per week 15 minuten aan de computer moeten zitten om hun opdrachten te maken. Het hoeft echt niet meer te zijn… Praktijk wijst uit dat 15 minuten voor een cursist motiverend werkt om daadwerkelijk achter de computer te zitten en aan de slag te gaan. De 15 minuten worden dan als snel meer en dan heb jij als trainer je doel bereikt!
Examen cursus PC&Internet voor beginners In de laatste les wordt het examen afgenomen. Gebruik het eerste half uur voor vragen die de cursisten nog hebben over de onderwerpen uit het boek of handelingen die je moet verrichten.
Doel van het examen:
In hoeverre hebben de cursisten de basisvaardigheden van de cursus eigen gemaakt. Het examen omvat alle onderwerpen die het boek en de trainer heeft aangeboden. Het is daarom van belang dat de trainer vooraf aan de cursus het examen zelf heeft bestudeerd. Organisatie: Iedere cursist heeft de beschikking over een computer. Het examen wordt op papier uitgedeeld. De cursisten schrijven hun naam hierop. In het examen staan er vragen waarmee je aanpassingen maakt op de computer, zoals documenten opslaan, webadres toevoegen aan favorieten, gedicht uitprinten. Zodra de cursist een vraag heeft afgerond, komt de trainer langs om deze te controleren en deze op het examen blad af te vinken. Hiermee is dan dit onderdeel afgerond. Het streven van de trainer is dat alle onderdelen goed worden gemaakt. Bij een score van 70% of hoger wordt de cursist beloond met een certificaat. Mocht een onderdeel bij een cursist niet lukken dan begeleidt de trainer, aan de hand van de juiste vragen te stellen, deze naar het juiste antwoord. Het is dus niet de bedoeling het antwoord voor te zeggen!
Opbouw van een les (algemene schema)
Het cursusmateriaal gaat ervan uit dat een cursus bestaat uit 9 bijeenkomsten van ieder 3 uur. In principe ziet een cursusbijeenkomst er als volgt uit (behalve de eerste en de laatste les): 1. Inleiding -
Leerstof van vorige les herhalen (Huiswerk doornemen.) Tijdens het behandelen van de huiswerk wordt de vorige les herhaald. Als begeleider ben je dan ook op de hoogte in hoeverre de cursisten de leerdoelen van de vorige les hebben opgepikt.
-
Leerdoelen deze les uitleggen Voor cursist en begeleider is het heel belangrijk te weten wat de leerdoelen van de les zijn (de gewenste resultaten van een les). Probeer tijdens het overbrengen van de leerdoelen met concrete voorbeelden te komen. Achtergrond informatie is vaak heel belangrijk. Probeer als begeleider in het begin van de les te zorgen dat de nieuwe informatie aansluit op en voortbouwt op eerder verworven begrippen en regels.
2. Instructie: -
De informatie aanbieden De kern van de les is natuurlijk het aanbieden van de informatie door de trainer. Maak duidelijk waar ze eventueel informatie kunnen vinden in het cursusboek.
-
De cursisten helpen bij het leren Als trainer is het heel belangrijk dat je niet achter je bureau blijft zitten of voor het bord blijft staan. Het is de bedoeling dat hij of zij tijdens het leerproces de cursisten observeert en waar nodig ondersteund.
-
Terugkoppeling geven (per instructie) Het gaat hier niet om een toetsing maar om ervoor te zorgen dat de cursist wordt begeleid bij het oefenen. Een gerichte vraag geeft de cursist de gelegenheid om zichzelf te tonen. Op die manier kan je snel achterhalen of de cursist de instructie begrepen heeft of niet. Probeer niet alle vragen zelf te beantwoorden maar laat de cursist even meedenken.
3. Afsluiting
-
Het eindresultaat vaststellen De bedoeling van deze gebeurtenis is het vaststellen of de cursist het leerdoel heeft bereikt. Probeer met gerichte opdrachten of opgaven te toetsen of de leerdoelen voldoende zijn opgepikt door de cursist.
-
Herhalen Deze stap is bedoeld om ervoor te zorgen dat de informatie op de langere termijn bij de cursisten blijft hangen. Maak ook hier weer de koppeling naar concrete voorbeelden.
-
Huiswerk Zorg dat het huiswerk alle leerdoelen bevat. Het behandelen van het huiswerk dient tevens als herhaling van de vorige les.
Het schema moet van begin naar eind doorlopen worden. De instructiestappen worden steeds per instructie herhaald. Stap twee: het aanbieden van de instructie wordt steeds herhaald.
Algemene tips: De cursisten waarmee wij werken zijn niet gewend om drie uur aaneengesloten onderwerp gericht te werken. Geef daarom geen colleges. Probeer zoveel mogelijk de instructies kort en interactief te houden. Ook zijn de cursisten niet gewend om met een boek zelfstandig te werken. Probeer het gebruik van het cursusmateriaal zoveel mogelijk te stimuleren. Stem van te voren af wanneer de pauzes beginnen en wanneer de les weer wordt hervat. Te veel onderbrekingen kan de concentratie van de cursisten verstoren.
LES 1: Introductie 1,5 uur De introductie gedeelte van de cursus is om kennis te maken met de cursisten en de cursisten met jou. Laat ze vertellen wie ze zijn en wat ze doen. Probeer tijdens de kennismaking zoveel mogelijk vragen te stellen. Voorbeelden zijn: Heb je een PC? werk je zelf er wel eens mee? Heb je kinderen? Werken die met de PC? etc. Door dergelijke vragen te stellen kan je de niveau van de cursisten peilen. Vertel ook iets over jezelf. Je kunt ook de kennismakingsoefeningen (zie blz. ) gebruiken, Neem na de kennismakingsgesprek de huishoudelijke regels door die gelden voor de locatie waar je les geeft. Probeer de regels ook te handhaven. Laat iedereen de inschrijvingsformulieren invullen (Zie bijlage 1) Probeer duidelijk te maken wat de cursus inhoud, waarom en hoe het is opgezet, wat de doelstellingen zijn en vooral waarom het gebruik van een computer belangrijk is. Geef een overzicht van de cursus. Wat kunnen ze de komende 9 weken verwachten? Gebruik de opbouw van de cursus als beschreven op pagina 3. De leerdoelen staan ook in Powerpoint. (Let op: probeer het interactief te doen).
Les 1: Hardware, 1,5 uur Inleiding: Leerdoelen deze les uitleggen. Beantwoord de vragen: - Waarom is het belangrijk om de onderdelen van een PC te kennen? - Waarvoor dienen de onderdelen die worden behandeld? Tijdens deze bijeenkomst leert u ze: - Het onderscheid tussen Hardware en software - Kennismaken met onderdelen van een PC. (zie cursusmateriaal) Instructie: De informatie aanbieden Zie opbouw van een les De cursisten helpen bij het leren Zie opbouw van een les Terugkoppeling geven (per instructie) Zie opbouw van een les Afsluiting Het eindresultaat vaststellen Laat een cursist een van de onderdelen opnoemen die tijdens de les is behandeld. Schrijf deze op het bord en laat de cursist het onderdeel toelichten. Herhaal deze oefening totdat alle in de les behandelde onderdelen aan bod zijn geweest. Samenvatten wat tijdens de les is behandeld. Tijdens deze les hebben we kennis gemaakt met de onderdelen van de PC. In de volgende lessen zullen we deze leren gebruiken. Huiswerk meegeven Neem een folder mee waarin reclame wordt gemaakt voor een PC. Probeer deze aanbieding te begrijpen. TIP: Probeer tijdens de les wat voorbeelden van PC onderdelen te laten zien.
Les 2: Windows, 3 uur Inleiding: Leerstof van vorige les herhalen d.m.v. het doornemen van het huiswerk. - Probeer 2 of 3 verschillende advertenties van PC door te nemen en behandel de verschillen met de cursisten. Laat ze meedenken waar de verschillen zitten. Leerdoelen deze les uitleggen Beantwoord de volgende vragen: - Wat is Windows? - Waarvoor heb je het nodig? - Zijn er andere besturingssystemen dan Windows? - Wat voor verschillende versies zijn er van Windows? Tijdens deze les leert u ze: - Starten en stoppen van Windows - Werken met de muis - Programma’s starten en stoppen - Meerdere programma’s starten en stoppen - Een venster minimaliseren, maximaliseren, verkleinen en vergroten Instructie: De informatie aanbieden Zie opbouw van een les De cursisten helpen bij het leren Zie opbouw van een les Terugkoppeling geven (per instructie) Zie opbouw van een les Afsluiting Het eindresultaat vaststellen Geef een opgave waarin al deze onderdelen aan bod komen. Samenvatten wat tijdens de les is behandeld Geef een overzicht van alle instructies die tijdens de les zijn behandeld. Probeer het interactief te doen. Huiswerk - Lees de leerstof thuis door en herhaal de stappen - Zoek 5 verschillende programma’s binnen Windows. Schrijf van deze programma’s op waar ze voor dienen.
Les 3: Windows II, 3 uur Inleiding: Leerstof van vorige les herhalen (Huiswerk doornemen.) Leerdoelen deze les uitleggen. Beantwoord de volgende vragen: - Waarvoor heb je Windows Verkenner nodig? - Waarom is het archiveren van mappen belangrijk? Tijdens deze leert u ze: - Windows verkenner opstarten - Een nieuwe map maken - Meerdere mappen maken - De naam wijzigen van een map - Kopiëren en plakken van mappen - Programma’s in Windows: muziek luisteren, een tekst schrijven, tekeningen maken, een spelletje spelen, Internet en e-mail
Instructie De informatie aanbieden Zie opbouw van een les De cursisten helpen bij het leren Zie opbouw van een les Terugkoppeling geven (per instructie) Zie opbouw van een les
Afsluiting Het eindresultaat vaststellen Bespreek in het kort veel voorkomende problemen die zich voordeden. Laat ze de opgave maken die in het cursusboek staan.
Herhalen Keer terug naar de leerdoelen en herhaal deze in het kort. Stel vragen om het geleerde te toetsen.
Huiswerk - Maak 5 verschillende mappen op de diskette.
Les 4: Word, 3 uur Inleiding: Leerstof van vorige les herhalen (Huiswerk doornemen.) Leerdoelen deze les uitleggen. Beantwoord de volgende vragen - Wat is Microsoft Word? - Wat kan je ermee doen? - Zijn er andere programma’s dan Word? Tijdens deze heb je ze geleerd: - Werken met de toetsenbord - Schrijven van een tekst. - Word bedienen met de muis.
Instructie: De informatie aanbieden Zie opbouw van een les De cursisten helpen bij het leren Zie opbouw van een les Terugkoppeling geven (per instructie) Zie opbouw van een les
Afsluiting Het eindresultaat vaststellen Bespreek in het kort veel voorkomende problemen die zich voordeden. Bespreek de opgave op bladzijde 79 van het cursusboek. Herhalen (tevens eindtoets) Keer terug naar de leerdoelen en herhaal deze in het kort.
Huiswerk Laat ze de opdracht op bladzijde 79 van de cursus onderdeel Word thuis maken.
Les 5: Word II, 3 uur Inleiding Leerstof van vorige les herhalen (Huiswerk doornemen.) Leerdoelen deze les uitleggen. Tijdens deze les leert u ze: - Teksten bewerken - Kopiëren van teksten - Opslaan - Openen van een bestaande document
Instructie De informatie aanbieden Zie opbouw van een les De cursisten helpen bij het leren Zie opbouw van een les Terugkoppeling geven (per instructie) Zie opbouw van een les
Afsluiting Het eindresultaat vaststellen Bespreek in het kort veel voorkomende problemen die zich voordeden. Herhalen (tevens eindtoets) Keer terug naar de leerdoelen en herhaal deze in het kort. Huiswerk Laat ze de opgave maken op bladzijde 97 van het cursusonderdeel Word.
Les 6: Internet, 3 uur Inleiding Leerstof van vorige les herhalen (Huiswerk doornemen.)
Leerdoelen deze les uitleggen: - Wat is Internet? - Hoe is het ontstaan? (globaal uitleggen) - Wat voor type internet aansluiten zijn er mogelijk? Tijdens deze les leert u ze: - Internet Explorer gebruiken - Web adressen intypen. - Bladeren en scrollen - Favoriete website opslaan .
Instructie De informatie aanbieden Zie opbouw van een les De cursisten helpen bij het leren Zie opbouw van een les Terugkoppeling geven (per instructie) Zie opbouw van een les
Afsluiting Het eindresultaat vaststellen Bespreek in het kort veel voorkomende problemen die zich voordeden. Herhalen (tevens eindtoets) Keer terug naar de leerdoelen en herhaal deze in het kort. Huiswerk Laat ze de opgave 1 en 2 maken op bladzijde 127.
Les 7: Internet II, 3 uur Inleiding Leerstof van vorige les herhalen (Huiswerk doornemen.) Leerdoelen deze les uitleggen: Tijdens deze les leert u ze: - Favorieten archiveren - Zoeken met een zoekmachine
Instructie De informatie aanbieden Zie opbouw van een les De cursisten helpen bij het leren Zie opbouw van een les Terugkoppeling geven (per instructie) Zie opbouw van een les
Afsluiting Het eindresultaat vaststellen Bespreek in het kort veel voorkomende problemen die zich voordeden. Herhalen (tevens eindtoets) Keer terug naar de leerdoelen en herhaal deze in het kort. Huiswerk Laat ze de opgave 3 en 4 maken op bladzijde 128.
Les 8: E-mail, 3 uur Inleiding Leerstof van vorige les herhalen (Huiswerk doornemen.) Leerdoelen deze les uitleggen Beantwoord de volgende vragen: - Wat is E-mail? - Wat zijn de voordelen van E-mail ten opzichte van normale post? Tijdens deze les leert u ze: - Werken met de programma Outlook Express - E-mail schrijven en versturen - Een bijlage versturen met E-mail.
Instructie De informatie aanbieden Zie opbouw van een les De cursisten helpen bij het leren Zie opbouw van een les Terugkoppeling geven (per instructie) Zie opbouw van een les
Afsluiting Het eindresultaat vaststellen Bespreek in het kort veel voorkomende problemen die zich voordeden. Herhalen (tevens eindtoets) Keer terug naar de leerdoelen en herhaal deze in het kort. Huiswerk Laat ze de opgave maken op bladzijde 145.
Les 9: Afsluiting & examen Inleiding Leerstof van vorige les herhalen (Huiswerk doornemen.) Leerdoelen deze les uitleggen. Tijdens deze les leert u ze: - De opgedane kennis te reproduceren
Instructie De informatie aanbieden Zie opbouw van een les De cursisten helpen bij het leren Zie opbouw van een les Terugkoppeling geven (per instructie) Zie opbouw van een les
Afsluiting Het eindresultaat vaststellen Laat de cursisten de toets maken (zie bijlage III). Controleer na afloop de resultaten. Herhalen Neem stap voor stap de vragen in de toets door. Probeer waar mogelijk knelpunten eruit te halen en kort duidelijk uit te leggen.
Eind (optioneel) Na afloop vind de certificaat uitreiking plaats. De certificaten worden getekend door de vereniging, de begeleider en de cursist. Dit alles wordt afgesloten met een hapje en drankje.
Programma tweede trainingsdag 00:00 Welkom en koffie 00:05 Trainers handleiding bij het boek Pc en Internet voor beginners: • Opbouw van een les (herhaling) 00.15 Gebruik van hulpmiddelen tijdens de cursus: Bord, Beamer en Powerpoint 00:30 Lesopdracht: Voorbereiden van een les (praktijk). In de handleiding staan de lessen beschreven met leerdoelen en de opbouw van de les. De trainers gaan met een les aan de slag. Zij bereiden hem zo voor dat deze in de praktijk gegeven kan worden. Ook de tijden worden aangegeven. (zie blz. 33 ) 01.15 Pauze 01.30 Vervolg lesopdracht 01.45 Presentatie lesopdracht. (waar loop je tegen aan, vragen enz) ca 10 minuten per presentatie (als docent voorbeeldgedrag tonen mbt de gepresenteerde opdracht. Positieve feedback geven.) 02.15 Terugblik, afspraken en afsluiting. Huiswerkopdracht: Presentatieles (uitwerking zie blz. 33) 02:30 Einde tweede trainingsdag
Gebruik van hulpmiddelen tijdens de cursus: Bord, Beamer en Powerpoint Flip-over Tijdens de cursus kun je gebruik maken van deze hulpmiddelen. Het Bord Dit kan een white-board of gewoon schoolbord zijn. Dit bord kun je gebruiken om het volgende te noteren: • Datum • Leerdoelen • Uitleg van een onderwerp bijvoorbeeld aan de hand van een schema • De opdrachten • Het huiswerk Beamer in combinatie van een laptop/computer (visualiseren van je instructie) Instructie hoeft niet altijd alleen maar mondeling te zijn. Je kunt door middel van een computer en Beamer de handeling ook gelijk laten zien(visualiseren). Het voordeel hiervan is dat de cursisten ook zien wat je aan het vertellen bent. Veel zelfhulpverenigingen hebben eventueel dit soort apparatuur zelf in huis. Vaak kun je hier gebruik van maken. Informeer bij de persoon of afdeling die hierover gaat voordat je start met de cursus. Powerpoint Je kunt, als je geen gebruik van het bord wil of kan maken, van je les ook een powerpointpresentatie maken. Dit vergt natuurlijk wel meer voorbereiding maar je weet dan zeker dat je de onderwerpen die je wilt behandelen aan bod komen. Flip-over In plaats van het bord kun je ook gebruik maken van een flip-over. Het voordeel van het werken op deze wijze is dat je de geschreven vellen voor een volgende cursus kunt gebruiken en/of tijdens de cursus kun je terugbladeren of refereren naar een onderwerp die je al behandeld hebt.
Aansluiten van een Beamer op een laptop Een Beamer is makkelijk aan te sluiten. Onderstaand figuur geeft een voorbeeld van de aansluitingen van een Beamer:
De aansluitingen kunnen variëren per Beamer. Soms zit de RGB input ook wel eens aan de zijkant. Probeer dit van te voren uit.
Plaats de Beamer op een stabiele ondergrond.
• • • •
Schuif het lens-schuifknopje weg van de lens. Sluit de netsnoerkabel aan en zet de Beamer aan met de Aan/Uit-knop. Wacht enkele seconden totdat de lamp opgewarmd is. Verplaats de Beamer zo weinig mogelijk, zolang de lamp nog warm is. Als u de Beamer moet verplaatsen, vermijd dan stoten en schokken. Zorg er voor dat de ventilatieopeningen vrij zijn.
De RGB-poort van de Beamer sluit je aan op de RGB aansluiting van je laptop. Een ander naam voor RGB is VGA aansluiting. Hier sluit je meestal een monitor op aan. In feite sluit je de Beamer aan op de monitor uitgang van je PC of laptop. Onderstaan figuur geeft aan hoe je dat kan doen. Meestal zijn de kabels bij de Beamer meegeleverd.
Instellingen •
• • • •
Een Beamer heeft een bepaalde resolutie, bijvoorbeeld 1024 x 748 pixels (XGA). Stel voor het beste resultaat de laptop of pc bij voorkeur ook op deze beeldschermresolutie in. Voordat de Beamer op je laptop of PC aansluit, mogen deze niet aan staan. Sluit de RGB kabel (VGA Kabel) op de aansluitpunten van je Beamer en monitor. De RGB kabel kan maar op 1 manier in. Zet eerst de Beamer aan en een paar minuten later de laptop of PC Als er geen beeld is, druk dan op de knop RGB input. De plaats van deze knop is afhankelijk van het type Beamer. Soms moet het via de menu gedaan worden. Als er een handleiding is, zoek het even op. Zoniet, probeer het minstens een paar uur van te voren te testen.
Afsluiten • Als u de Beamer weer wilt opruimen, zet deze dan eerst enkele minuten stand-by, zodat de koeling blijft doorlopen en de lamp kan afkoelen. Vermijd stoten en schokken. • Als u de Beamer na gebruik elders moet inleveren, let er dan op dat u alle kabels en de afstandsbediening in de tas stopt. De volgende persoon die de Beamer leent kan dan zonder moeite de Beamer weer aansluiten en bedienen.
Opdracht: Een les voorbereiden uit het cursusboek Lesopdracht (behorende bij de 2e trainersdag) Tijd: 60 minuten Je gaat in 2-tallen een les uit het cursusboek zo voorbereiden dat je deze in de praktijk kunt geven. De lesdoelen en inhoud van les staan in je trainershandleiding (vanaf blz.8) Neem de les door en maak een opzet hoe je deze les in de praktijk zal gaan geven (zie hoofdstuk ‘opbouw van les’, blz. 6 van de trainershandleiding) Beschrijf wat jouw functie als trainer is en wat de inhoud van je instructie is. Omschrijf vervolgens ook wat de cursisten doen. Moeten ze luisteren, moeten ze achter de computer zitten? Welke opdrachten de cursisten moeten maken. Hoe jij als trainer tijdens de les de cursisten begeleidt. Zet het uit in schema en noteer ook de tijden. Totale tijd van een les is drie uur. Plan halverwege een pauze van 15 minuten in. De lesvoorbereiding dient in Word geschreven te worden. In 2-tallen ga je deze vervolgens presenteren aan de rest van de trainersgroep.
Opdracht: Presentatieles
Huiswerkopdracht (behorende bij de 3e en 4e trainersdag) Tijd: 30 minuten Voor de derde en vierde dag. De trainers bereiden een deel van een les voor. Het onderwerp kies je uit het cursistenboek ‘Pc&internet voor beginners’. Je presentatie mag maar 15 minuten duren. Je neemt dus een klein onderdeel uit het boek en geeft hierover ‘les’. In die 15 minuten moeten alle onderdelen van ‘opbouw van een les’ aan bod komen. De afsluiting mag je gewoon vertellen, het is niet de bedoeling dat de trainers deze ook gaan uitvoeren. Geef de zwaarte aan de onderdelen inleiding en instructie. Hou rekening bij de voorbereiding dat je gebruik kan maken van: Bord, Beamer, Flipover, posters en eventueel een presentatie in Powerpoint. Bereid dit ook voor. Op de volgende trainersdag geef jij deze presentatie (‘les’) aan je medetrainers. Na de les geven de medetrainer jou feedback. Feedback geven (medetrainers): Iedere trainer schrijft voor zichzelf op een pluim en een tip en eventueel een vraag. Pluim:
Wat vond jij dat de trainer goed deed en zou je eventueel kunnen overnemen bij jouw manier van lesgeven.
Tip:
Heb je een tip om de didactische vaardigheden van de trainer die de presentatie geeft te verbeteren of om verder uit te breiden. Wat kan dus volgens jou bijvoorbeeld beter, of hoe zou de trainer dit anders kunnen doen.
Vraag:
Heb je een vraag over de gegeven presentatie. Dit kan een verhelderingsvraag zijn over iets wat jou nog niet duidelijk is.
Programma derde trainingsdag 00:00 Welkom en koffie 00:05 Feedback 00:20 Huiswerkopdracht: Geef een presentatie van een klein onderdeel uit het cursusboek. De presentatie duurt 15 min en de groep geeft vervolgens ca 15 min feedback op de trainer die deze presentatie heeft gegeven. 00:30 Presentatie 1 01:00 Presentatie 2 01:30 Pauze 01:45 Presentatie 3 02:15 Lesopdracht: Wat doe je als? (zie blz. 34) Voor de hele groep. 02:30 Einde derde trainingsdag
Feedback Waarom Feedback? Door feedback te vragen kan ik meer over mezelf te weten komen. Door feedback te geven kan ik anderen meer inzicht geven in mijn motieven, oordelen, verwachtingen en gevoelens. We onderscheiden 2 “soorten” feedback: 1. Complimenten (“positieve” feedback) 2. Commentaar (“negatieve” feedback, ook wel kritiekgenoemd) Complimenten: Het geven van complimenten zorgt ervoor dat datgene wat u aan (het gedrag van) de ander bevalt, instand wordt gehouden of zelfs verder wordt verbeterd en levert een positieve bijdrage aan uw (werk)-relatie. Commentaar Het geven van commentaar zou ervoor moeten zorgen dat in het gedrag van de ander, c.q. in de manier waarop u met elkaar omgaat, verandering komt. Doorgaand op negatieve feedback zijn er een aantal regels te noemen, deze gelden eveneens voor positieve feedback. Het effectief geven van commentaar Commentaar/kritiek is effectief, als de boodschap overkomt en je tegelijkertijd geen ruzie krijgt met elkaar. Met andere woorden: de ander begrijpt wat u bedoelt en het punt van kritiek wordt bespreekbaar. Een methode om direct en effectief te reageren op het gedrag van de ander is het volgende 4 stappenplan 1.
Beschrijf wat u zelf hebt waargenomen/geconstateerd Onthoud de volgende gedachten bij deze stap: - Beschrijf het gedrag van de ander; dus datgene wat u zelf bij die ander hebt gezien en gehoord. - Het gedrag mag alleen worden beschreven, niet veroordeeld. - Beschrijf het zo concreet mogelijk. (Toen en toen deed je dat en dat ....) - Haal geen oude koeien uit de sloot maar blijf bij het hier en nu. - Wacht niet te lang met het geven van feedback.
2.
Geef aan wat het gevolg van dat gedrag is volgens u Praat hier in termen van ik-boodschappen Voorbeelden zijn: …. en dat vind ik lastig. …. en dat gaat ten koste van Bedenk hierbij goed, wat precies is, dat u dat gevoel geeft.
3.
Ga na of de ander u begrijpt. Dit is niet gelijk aan het met u eens zijn. Geef ruimte aan de ander voor een reactie en voel u dan niet aangevallen. Vraag bijvoorbeeld: “Snap je wat ik bedoel?”.
4.
Geef aan wat u denkt te willen zien. Wat wenselijk is (moet haalbaar zijn).
Feedback ontvangen Uitgangspunten en tips om positief/constructief met commentaar (kritiek/feedback) om te gaan: 1. Iemand die comentaar op u heeft neemt tenminste de moeite om aandacht aan u te besteden doordat commentaar te uiten. 2. Commentaar geeft u informatie over hoe uw doen en laten op de ander overkomt. 3. Vraag altijd eerst door, “waar bleek dat uit?”, Waar leid je dat uit af?” 4. Neem de ander altijd serieus. Misschien is het commentaar op zich niet terecht, het feit dat de ander met een bepaald aspect niet eens is, of een andere mening heeft, is altijd de moeite van bespreken waard. Feedback geven Wel doen
Niet doen
Praten met de ander Praten over gedrag Beschrijven wat je zag Praten over waarnemingen Effect aangeven Specifiek zijn Een enkel aspect noemen
Praten over de ander Praten over de persoon Beoordelen wat je zag Praten over interpretaties De ander beoordelen Generaliseren Overbeladen met alles wat je gezien hebt
Opdracht: Wat doe je als? (met de hele groep)
CASE 1: Wat mag een cursist? Als je begint met lesgeven zul je tegen een heleboel situaties aanlopen waar je op moet reageren. Het is handig als je van tevoren alvast hebt nagedacht over wat wel en wat niet kan tijdens jouw les. Om je bewust te worden van je reactie op bepaalde gebeurtenissen in de les, hebben we hieronder een 2-tal oefeningen die je daarmee kunnen helpen. Wat doe je als cursisten bij jouw? 1.
Te laat komen? …………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………..
2.
Je en jij tegen je zeggen en je bij de voornaam noemen? …………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………..
3.
Opmerkingen maken over de manier van lesgeven? …………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………..
4. Naar het toilet gaan zonder het te vragen? …………………………………………………………………….. …………………………………………………………………….. 5. Water drinken zonder het te vragen? …………………………………………………………………….. …………………………………………………………………….. 6.
Eten en drinken? …………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………..
7.
Zich opmaken? …………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………..
8.
Zeggen dat het tijd is? …………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………..
CASE 2: Naar aanleiding van eerdere theorie en praktijk ervaring over groepsvorming en met in gedachten de specifieke kenmerken van de doelgroep: bedenk welke technieken voor de hand liggen en u kunt inzetten om het groepsgevoel in positieve zin te versterken en onwenselijke groepsprocessen bij te sturen. Maak hieronder enkele aantekeningen over uw gezamenlijke vondsten. 1.……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 2……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 3……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… 4……………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………
Programma vierde trainingsdag 00:00 Presentatie 1 00:30 Presentatie 2 01:00 Presentatie 3 01:30 Pauze 01:45 De klassieke fouten van lesgevers (zie trainershandleiding blz. 26) 02:15 Evaluatie 02:30 Einde vierde trainingsdag
De klassieke fouten van lesgevers/trainers Duidelijk communiceren • De deelnemers niet durven aanspreken op hun verantwoordelijkheid. • Deelnemers die afhaken niet aanspreken. • De groep niet durven aanspreken als groep. • Een tweegesprek voeren met één deelnemer terwijl de inhoud interessant is voor iedereen. • Onvoldoende de communicatie controleren. • Er te snel van uit gaan dat iedereen het begrepen heeft. • Vertrekken van onrealistische vanzelfsprekendheden. • Het leerniveau van de deelnemers niet testen. • Vage beloften doen over iets te zullen tonen of opzoeken ... en dit niet nakomen. De vragende houding • Geen vragen stellen. • Een vraag stellen en onmiddellijk zelf beantwoorden. • Slechte vragen stellen. Bv. "Zijn er nog vragen?" • Retorische vragen stellen. • Suggestieve vragen of té eenvoudige vragen • Niet eerst vragen stellen bij een vraag of een probleem van de deelnemer. • Angst voor de stilte na het stellen van een vraag. • Geen vertrouwen hebben in de antwoorden van de deelnemers. • De inhoud van de cursus zelf kort samenvatten. Het zelfstandig leren activeren • De antwoorden van de deelnemers in eigen woorden nog eens herhalen. • Bij een probleem: de deelnemers niet helpen na te denken. • De inbreng van de deelnemers niet gebruiken. • De deelnemers niet laten samenwerken. • Op iedere vraag onmiddellijk een antwoord geven. • Te snel antwoorden, de vraag niet goed horen, de vraag niet controleren, naast de kwestie antwoorden. • Te uitgebreid antwoorden. • De deelnemer geen fouten laten maken.
Flexibele begeleidersstijl • Geen zicht hebben op de eigen begeleidersstijl en daardoor steeds op datzelfde manier optreden. • Te sterk leunen op de eigen grote technische deskundigheid en daardoor geen oog hebben voor • wat het leerproces bevordert of belemmert. • Geen gebruik maken van de deskundigheid en de ervaringen van de deelnemers. • Steeds als instructeur optreden (dat is veilig), zelden • of nooit als coach. • Onduidelijke instructies geven bij een oefening. • Niet de leerdoelen aangeven bij de start van een oefening of les. • Te zeer met zichzelf en/of met de eigen zaken bezig • zijn (Doe ik het wel goed?) i.p.v. met de deelnemers. Een werkzame relatie • Een zwakke relatie met de deelnemers. • Onvoldoende de informele momenten verzorgen. • Onvoldoende de deelnemers aankijken, bevestigen, stimuleren, een complimentje geven. De dynamiek van het programma • Te strikt het opgelegde programma of de handleiding volgen. • Zich de training niet echt eigen maken, niet aanpassen aan de eigen begeleidersstijl. • De training niet aanpassen aan de leernoden van de deelnemers. • Geen cases "uit het leven gegrepen" gebruiken. • De deelnemers passief maken en/of houden. • De deelnemers niet actief betrekken. • De deelnemers niet laten experimenteren. • Geen kader aanbieden dat het programma en het werkelijke verloop van de training zichtbaar maakt. Een open houding • Aflezen wat er op het scherm staat • Teveel herhalen. • Te eenvoudig of te technisch praten. • Te lang blijven praten of demonstreren. • Een weinig boeiende vertelstijl. • Te snel of te traag praten. • Theoretische kennis te abstract aanreiken. • Geen humor! Steeds ernstig zijn. • Steeds vooraan blijven staan. • De ruimte niet naar zijn hand zetten. • Geen open houding • Geen ruimte laten voor het speelse.
Het (wit) bord slordig gebruiken. Enkel woorden op het bord zetten (geen ondersteunende tekening) of teveel woorden noteren. • Onduidelijke, abstracte schema's. • Geen kleuren gebruiken of verkeerd gebruiken. • •
Zelfverzekerd optreden • Geen raad weten met deelnemers die niet geïnteresseerd zijn. • In de machtsstrijd gaan met deelnemers die weerstand bieden. • Wanneer de tijd krap is (of wordt) het tempo opdrijven. • In paniek geraken bij technische problemen. • Niet "neen" zeggen, geen grenzen trekken. • Zich onzeker voelen wanneer men het antwoord niet kent. • Niet om kunnen gaan met het onverwachte en met het ongestructureerde. • De afgesproken tijd niet respecteren. • Weinig zorg besteden aan de koffiepauze. • Geen zorg besteden aan het afscheid.
Programma vijfde trainingsdag 00:00 Hoe ga je om met het cursistenexamen? • De trainers kunnen deze eventueel zelf maken. 00:45 Lesopdracht: • Hoe sluit je een Beamer aan? • Hoe maak je een powerpoint-presentatie 01:15 Pauze 01:30 Verschillende werkvormen ten bate van groepsvorming 02:00 Evaluatie 02:15 Certificaat en afsluiting 02:30 Einde vijfde trainingsdag
Examen PC en internet Cursus voor beginners Naam + Achternaam Plaats Datum
1. Onderdelen
: .................................… : .................................… : .................................…
van een PC:
1a. Noem vier belangrijke onderdelen van een PC? 1. ....................................................................... 2. ........................................................................ 3. ......................................................................... 4. ........................................................................ 1b. Wat is het verschil tussen Hardware en Software ? ........................................................................................... ....................................................................................
2. Windows 2a: Start de volgende twee programma’s: • •
Microsoft Word Paint
2b Probeer het venster van de programma’s naast elkaar te krijgen zoals hieronder aangegeven. Microsoft Word
Paint
3.
Windows Verkenner
3a. Hoe kan je het beeld van Windows Verkenner veranderen? 3b. Maak twee mappen, “Gedichten” en “Muziek” in de map Mijn Documenten ? 3c. Kopieer de map Muziek in de map Gedichten.
4. Microsoft Word 4a. Schrijf het volgende gedicht over: Waarom Ik ik Zullen of
hoor weet ze deze
de schoten niet eens waarover weer om een stukje keer om de
op
straat, het gaat. land vechten, mensenrechten?
4b. Geef elke regel een ander kleur 4c. Verander het lettertype in Monotype
Corsiva.
4d. Bewaar (opslaan) dit gedicht in de map “Gedichten” en geef het de naam “Waarom”. 4e. Print het gedicht uit.
5. Internet 5a. Waarvoor dient Internet? _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5b. Zoek met een zoekmachine de geboortedatum van geboorte datum van Beatrix. geboortedatum : _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 5c. Voeg deze website toe aan je favorieten in de map “koningin”.
6. E-mail 6a. Stuur een E-mail naar het e-mail adres dat je van de docent hebt gekregen. 6b. Stuur naar het zelfde e-mail adres dezelfde maar nu voorzien van een bijlage (attachment) Voeg als bijlage het gedicht ‘Waarom’. Deze heb je gemaakt bij opdracht 4.
Verschillende werkvormen ten bate van de groepsvorming (2 oefeningen die je als trainer met je cursisten kunt doen. Het doel van deze oefeningen is om kennis te maken met elkaar) Oefening 1
Kennismakingsoefening waarbij deelnemers in beweging komen. Uitleg: Vraag de deelnemers om in de open ruimte groepjes te vormen volgens verschillende criteria. Maak groepjes met mensen die dezelfde kleur in hun kleding hebben. Vraag aan elke groep welke de gemeenschappelijke kleur is. Ga in alfabetische volgorde staan volgens voornaam. Ga in een halve cirkel staan. Duid aan waar de eerste persoon gaat staan en waar de laatste. Deelnemers vormen in een rij in een halve cirkel en spreken hun naam uit in alfabetische volgorde. Geef volgende opdrachten om groepen te vormen: • Maak groepjes met personen die diezelfde hobby hebben. • Ga in volgorde staan volgens verjaardag. • Maak groepjes volgens de smaak van ijs die je het lekkerste vindt. • Ga in volgorde staan volgens haarkleur, van licht naar donker. Verwerkingsvragen: • Hoe helpt deze oefening je om de anderen beter te leren kennen? • Welke opdracht vond je de moeilijkste? Wat was er moeilijk aan? Toelichting: Check na elke opdracht de eigenschappen van de groepjes of de volgorde waarin de deelnemers staan. Laat de deelnemers kort vertellen welk eigenschap is of wat hun plaats (verjaardag, datum, …) is in een volgorde.
Oefening 2
Voorstellingsronde: zich voorstellen aan de grote groep Uitleg: De deelnemers zitten in een kring. Elke deelnemer heeft een naamsticker op. Op een flip-over staat volgende tekst: VOORSTELINGSRONDE Naam Waar vandaan Hobby (vak) Waarom hier Leuke recente gebeurtenis Kort en bondig
Als je de knuffel krijgt (willekeurige knuffel, groot genoeg om te kunnen gooien, het mag ook een bal van papier of stof zijn) stel je jezelf voor aan de hand van de tips op het bord. Je krijgt hiervoor maximaal een minuut. Stel jezelf als begeleider kort en bondig voor en gooi de knuffel/bal naar de volgende persoon. Voor je de bal naar iemand gooit noem je eerst haar/zijn naam. Verwerkingsvragen: • Wat valt je op? • Hoe was het om je voor te stellen aan de grote groep? Toelichting: Doe deze oefening bijvoorbeeld aan het eind van les 1 of 2
Certificaat aan: Uitgereikt op 11 maart 2004 a an: _____________________________ geboren op: _ _ - _ _ - _ _ _ _
Voor het su succesvol ccesvol doorlopen van de computercursus
“ PC en Internet voor Beginners “ De deelnemer
____________________
Stichting HÖB Amsterdam, 27 augustus 2002.
Ir. Umut Akpinar
Stichting HÖB Stichting HÖB heeft ten doel om gerichte maatschappelijke activiteiten te organiseren ter bevordering van de participatie van de allochtonen in de Nederlandse multiculturele samenleving
Cursus Inhoud PC en Internet voor beginners -
Hardware
1 les
(3 uur)
-
Windows voor beginners
2 lessen
(6 uur)
-
Microsoft Word voor beginners
2 lessen
(6 uur)
-
Surfen Op Internet
2 lessen
(6 uur)
-
E-mail
1 les
(6 uur)