Dader of slachtoffer? Karaktermoord bij mediaschandalen Stefani Romani
Bachelor scriptie Media & Cultuur Universiteit van Amsterdam December 2013
Stefani Romani Studentennummer: 10004619/6303862 Bachelor scriptie Media & Cultuur Universiteit van Amsterdam, 16 december 2013 Begeleider: Peter Vasterman Oost-Indiëplaats 102 2611 BT Delft Telefoonnummer: 06-30594306 E-mailadres:
[email protected]
2
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD
4
INLEIDING
5
1. THEORETISCH KADER: MEDIASCHANDALEN
6
1.1 Definitie 1.2 Verschillende soorten schandalen 1.3 Dynamiek 1.4 Rol van de media 1.5 Beeldvorming 1.6 Hoofdrolspelers
6 6 7 8 9 10
2. METHODOLOGIE & CORPUS
12
3. ONDERZOEK
15
3.1 Ernst Jansen Steur 3.1.1 Feitenrelaas 3.1.2 Analyse media 3.1.3 Analyse interview 3.2 Diederik Stapel 3.2.1 Feitenrelaas 3.2.2 Analyse Media 3.2.3 Analyse interview 3.3 Lance Armstrong 3.3.1 Feitenrelaas 3.3.2 Analyse Media 3.3.3 Analyse interview 3.4 Nurten Albayrak 3.4.1 Feitenrelaas 3.4.2 Analyse media 3.4.3 Analyse interview 3.5 Vergelijking cases
15 15 16 18 20 20 21 22 24 24 25 26 29 29 30 32 34
4. CONCLUSIE & DISCUSSIE
37
SAMENVATTING
39
BIJLAGEN
40
Bijlage 1: Interview Ernst Jansen Steur Bijlage 2: Gedeelte boek Ontsporing van Diederik Stapel Bijlage 3: Interview Lance Armstrong Bijlage 4: Interview Nurten Albayrak
40 47 55 69
BIBLIOGRAFIE
76
Literatuur Overige bronnen
76 76
3
VOORWOORD Één semester, twaalfduizend woorden, de juiste theorie zoeken en een goed wetenschappelijk onderzoek opzetten. Een bachelor scriptie. Ik heb deze scriptie geschreven om mijn studie Media & Cultuur af te ronden. Mijn voorkeur voor een journalistieke scriptie heeft goed uitgepakt en ik vond het een zeer leerzaam en leuk traject. Ik ben dankbaar voor de snelle en goede begeleiding die ik van Peter Vasterman heb gehad en daarnaast ben ik dankbaar voor de ondersteuning van mijn familie en vrienden. Met bloed, zweet en tranen, maar vooral hard werken en leuk onderzoek doen, ben ik zeer tevreden met het eindresultaat. Ik hoop dat de lezers van mijn scriptie de nieuwe kijk op mediaschandalen interessant vinden en met veel plezier zullen lezen.
4
INLEIDING Mediaschandalen, ze bestaan in allerlei soorten en maten. Door de opkomst van het internet en de sociale media, berichten niet alleen de professionele media over schandalen, maar kan iedereen publiekelijk een mening uiten over een bepaald schandaal. Zowel de professionele berichtgeving als de berichtgeving via de sociale media kan er soms heftig aan toe gaan voor de hoofdrolspeler. Hoofdrolspelers voelen zich dan ook vaak slachtoffer van de grote hoeveelheid media-aandacht en de negatieve nieuwsgolf die ze over zich heen krijgen. Daarom onderzoek ik in deze scriptie de reacties van de hoofdrolspelers op de beeldvorming in de (sociale) media naar aanleiding van het mediaschandaal. Aan de hand van bestaande interviews die achteraf zijn gegeven ga ik onderzoeken hoe hoofdrolspelers reageren op de dominante beeldvorming van de media tijdens het schandaal. Mijn hoofdvraag luidt als volgt: ‘In hoeverre en waarom voelen vier verschillende hoofdrolspelers van mediaschandalen zich meer slachtoffer dan dader door de dominante beeldvorming die tijdens het schandaal door de media werd gecreëerd?’ Aan de hand van vier schandalen zal ik deze hoofdvraag beantwoorden. Per case zal ik een kort feitenrelaas geven, het dominante beeld van de media analyseren en een inhoudsanalyse van het interview maken. Twee cases zullen gaan over een schandaal waarin de hoofdrolspeler bekent en twee cases waarin de hoofdrolspeler ontkent. Deze schandalen zal ik met elkaar vergelijken en vervolgens zal ik mijn hoofdvraag beantwoorden.
5
1. THEORETISCH KADER: MEDIASCHANDALEN
1.1 Definitie Een schandaal vindt plaats binnen bepaalde muren, in tegenstelling tot een mediaschandaal. Bij een mediaschandaal wordt het schandaal via verschillende mediakanalen naar buiten gebracht en kan iedereen op de hoogte worden gehouden. Maar wat houdt een mediaschandaal precies in? Voor het concept mediaschandaal bestaan verschillende definities. Volgens socioloog de Swaan is een mediaschandaal een sociale strijd waarin de ene partij de andere tracht te beschadigen door hem in het openbaar te beschamen (27). Daarbij staat volgens hem de driehoeksverhouding tussen de geschandaliseerde, de aanbrenger en het publiek centraal. Bij het publiek moet een eensgezinde morele consensus bestaan over wat goed of fout is (30). Lull en Hinerman beschrijven tien criteria waaraan een mediaschandaal moet voldoen. Het belangrijkste criterium is in hun ogen dat er bij een mediaschandaal een sociale norm moet worden overtreden die als een morele consensus in de samenleving bestaat (9). Volgens Thompson heeft de media een cruciale rol bij het naar buiten brengen van een schandaal. Het gaat hierbij niet alleen om het overbrengen van feitelijke informatie door de media, maar ook eigen onderzoek naar het schandaal door de media is belangrijk (Scandal: Political 13520). In het tweede college van de BA-Onderzoekswerkgroep Mediastudies (11 september 2013) aan de Universiteit van Amsterdam vertelt de docent Vasterman dat hij vindt dat een mediaschandaal gedefinieerd kan worden als een succesvolle poging om de (vermeende) normovertreding van de hoofdrolspeler in de openbaarheid te brengen, aan te klagen en veroordeeld te krijgen in de publieke opinie. Voor een mediaschandaal zijn volgens hem verschillende ingrediënten nodig, waaronder de normovertreding, de aanklagers, de hoofdrolspeler, het verontwaardigde publiek en de media. 1.2 Verschillende soorten schandalen Geen enkel mediaschandaal is hetzelfde, maar toch zijn er verschillende soorten mediaschandalen met elkaar te vergelijken. Lull en Hinerman onderscheiden drie verschillende soorten schandalen: de institutionele, star en psychodrama schandalen. Onder institutionele schandalen verstaan zij acties die niet overeen komen met de dominante moraal binnen overheidsinstellingen of andere instituties. Het star type schandaal heeft betrekking op
6
schandalen rondom beroemdheden. Bij dit soort schandalen wordt het verloop van het schandaal op de voet gevolgd door veel verschillende media, waaronder onder andere de roddelbladen. Bij psychodrama schandalen worden onbekende personen spontaan beroemd. Dit komt doordat de hoofdrolspeler veel in de publiciteit komt door het schandaal. Binnen dit type schandaal gaat het meestal om persoonlijke en emotionele kwesties (14-16). Naast deze indeling kan er volgens Vasterman ook een globaal onderscheid worden gemaakt tussen financiële, morele, institutionele en professionele schandalen. Dit vertelt hij in het tweede college van de BA-Onderzoekswerkgroep Mediastudies (11 september 2013). Bij financiële schandalen gaat het volgens hem vanzelfsprekend over financiële kwesties, zoals bijvoorbeeld corruptie of verkeerd boekhouden. Bij morele schandalen gaat het over morele kwesties, zoals bijvoorbeeld over seks, religie of iemands verleden. Institutionele schandalen vinden plaats binnen grote instituties, hierbij gaat het volgens Vasterman om kwesties binnen het bedrijf. Ten slotte gaat het volgens Vasterman bij professionele schandalen om schandalen van personen die plaatsvinden binnen hun professionele vakgebied. In hetzelfde college vertelt Vasterman dat een hoofdrolspeler bij een schandaal een persoon of een instituut kan zijn, maar er kan ook onderscheid worden gemaakt tussen een strafrechtelijke zaak en een morele zaak waarbij een grens wordt overschreden. Nationaal of internationaal schandaal is ook een onderscheid dat gemaakt kan worden. Daarnaast kan er bij een schandaal sprake zijn van een misstand of misstap. Bij een misstap heeft de hoofdrolspeler een individuele normovertreding begaan met een persoonlijk motief. Bij een misstand gaat het om een maatschappelijk probleem. Tot slot is er volgens Vasterman ook een onderscheid te maken aan de hand van de gevolgen van een schandaal. Zo kan er feitelijke schade ontstaan en/of er ontstaat vertrouwensschade. 1.3 Dynamiek Thompson beschrijft in zijn boek Political Scandal, Power and Visibility in the Media Age een herkenbaar patroon dat voorkomt bij mediaschandalen. De eerste fase noemt Thompson de aanloopfase (pre-scandal). In deze fase komen de eerste geruchten de buitenwereld in en krijgt de media een impuls om onderzoek te doen naar de waarheid achter deze geruchten. In sommige gevallen wordt er bewust informatie uitgelekt om de media een impuls te geven de waarheid te achterhalen. Het eventuele schandaal zelf kan al veel eerder hebben plaatsgevonden, maar in deze fase komt het voor het eerst aan het licht. De tweede fase is de schandaalfase (scandal-proper). Nadat de onthulling heeft plaatsgevonden, waarbij de hoofdrolspeler aan de schandpaal wordt genageld, komen voor- en tegenstanders aan het
7
woord. Het schandaal begint te leven bij verschillende mediakanalen. De derde fase is de culminatiefase (culminating phase). In deze fase bereikt het schandaal z’n hoogtepunt en komt de ontknoping naar buiten. De gevolgen voor de hoofdrolspeler worden meestal duidelijk gemaakt op een persconferentie. Hier kan de hoofdrolspeler bijvoorbeeld aangeven of hij of zij zal aftreden of een andere consequentie zal nemen. De vierde en laatste fase wordt de nasleepfase (aftermath) genoemd. De media-aandacht rondom het schandaal neemt sterk af en er is meer sprake van een reflectie op de gebeurtenissen. In deze terugblikfase worden soms wetsvoorstellen aangedragen en worden er besluiten voor de toekomst gemaakt (73-76). 1.4 Rol van de media In het vierde college van de BA-Onderzoekswerkgroep Mediastudies (25 september 2013) aan de Universiteit van Amsterdam vertelt Vasterman dat de media verschillende rollen hebben in onze
samenleving.
Ten
eerste
hebben
de
media
een
onthullende
rol.
Deze
onderzoeksjournalistiek dient als een waakhondfunctie. Dit houdt in dat ze bepaalde kwesties onderzoeken en via de media naar buiten brengen. Daarnaast doen de media aan gatekeeping. Hierbij gaat het om het selecteren van items voor de berichtgeving. Andere rollen van de media zijn volgens Vasterman aanklagen, verslaggeving, platform bieden voor discussie, mediahype aanjagen, veroordelen en een vervolg van een schandaal creëren. Bij gatekeeping door de media worden nieuwswaardecriteria gehandhaafd. Hodkinson onderscheidt acht criteria om nieuws mee te beoordelen. Zo maakt hij onderscheidt tussen de frequentie,
amplitude,
duidelijkheid,
culturele
nabijheid,
voorspelbaarheid,
onvoorspelbaarheid, continuïteit en compositie (129-134). In het vierde college vertelt Vasterman ook dat schandalen
aan veel
nieuwswaardecriteria voldoen en bieden vaak een ideale combinatie tussen een spannend verhaal en relevant nieuws. Hierdoor vormen schandalen een continue doorlopend verhaal met cliffhangers. Door de opkomst van sociale media hebben de media een nog grotere rol gekregen bij mediaschandalen. Niet alleen via televisie, nieuwsinstituten en tijdschriften wordt het schandaal naar buiten gebracht, maar ook via internet en sociale media kan het schandaal veel aandacht krijgen. Door de opkomst van internet is het schandaal dus niet meer alleen het domein van de professionele media. Een schandaal krijgt een groter platform en het is door de opkomst van internet en de sociale media zelfs mogelijk een mediaschandaal te creëren zonder dat de professionele media erover berichten (Vasterman 118). Online kan iedereen nieuws verspreiden. Doordat berichten naar elkaar linken wordt het nieuws razendsnel
8
verspreid over het hele internet. Op internet is er voor de berichtgever anonimiteit mogelijk, waardoor de kritieken en beschuldigingen vaak een stuk minder genuanceerd zijn. De representatie van de online berichten valt te betwijfelen, maar de publieke aandacht zorgt voor toenemende aandacht voor het schandaal (Vasterman 123 -124). In het zesde college van de BA-Onderzoekswerkgroep Mediastudies (9 oktober 2013) aan de Universiteit van Amsterdam vertelt Vasterman dat het openbaar maken van een schandaal veel makkelijker is geworden door de opkomst van het internet en sociale media. In de aanloopfase van een mediaschandaal wordt er online informatie verspreid in deelsystemen. Vervolgens worden transgressies vastgelegd en meteen publiekelijk gemaakt in de onthullingfase. In de schandaalcreatie nemen de professionele media het over. Tegelijkertijd zal er vanuit de maatschappij verontwaardiging klinken via de sociale media. De officiële berichtgeving en reacties van belangrijke actoren worden gecombineerd met een online geruchtenstroom en felle reacties. In de culminatiefase zal er online een roep om aftreden, opstappen of het nemen van consequenties worden geuit. Tot slot zal er volgens Vasterman in de nasleepfase online een reflectie worden gegeven op het schandaal in zijn geheel. Vervolgens zal de berichtgeving ook via de online netwerken langzaam afnemen. 1.5 Beeldvorming Brants schrijft in zijn artikel ‘Risico’s, schandalen en publiciteit. De nieuwswaardigheid van een falende overheid’ over gemediatiseerde beeldvorming. Hiermee bedoelt hij de invloed van de media op de publieke opinie in onze samenleving. Hij zegt dat de gepubliceerde opinie doorwerkt in de publieke opinie. De keuzes die media maken over welke onderwerpen ze uitlichten in hun berichtgeving heeft gevolgen voor de publieke opinie (47). Volgens Brants past nieuws over criminaliteit uitstekend in de definitie van nieuws als afwijkend,
negatief,
nieuw,
actueel,
dramatisch
en
makkelijk
te
personaliseren.
Mediaschandalen passen hier ook erg goed in. Bij mediaschandalen is namelijk vaak ook een structuur aanwezig waarbij de good guys tegenover de bad guys worden gezet. De herkenbare narratieve structuur heeft een duidelijke oorzaak, zichtbaar gevolg en straf. Deze structuur heeft voor een groot deel van het publiek een amusementswaarde (49). Brants benoemt commercialisering als mediaontwikkelingen die volgens hem heeft bijgedragen aan een toenemende gemediatiseerde beeldvorming bij media. Doordat de afgelopen jaren steeds meer media commercieel zijn geworden, is de strijd om het publiek erg toegenomen. Hierdoor bepaalt steeds meer het publiek wat het nieuws wordt in plaats van dat media bepalen wat ze denken dat het publiek nodig heeft. Doordat de inhoud van de media
9
steeds meer door het publiek wordt bepaald en de wijze waarop het nieuws wordt overgebracht kijkers moet trekken, is het nieuws dramatischer, sensationeler en meer human interest geworden (49 - 50). Volgens Brants wordt het uitzoeken van nieuws, aan de hand van de vraag van het publiek, gedeeltelijk gecompenseerd doordat journalisten meer hun eigen interpretatie bij een nieuwskwestie naar buiten brengen. Hierdoor worden nieuwsberichten in een bepaald interpretatiekader geplaatst. Dit worden ook wel frames genoemd, waarbinnen de nadruk wordt gelegd op een bepaald element van een gebeurtenis, beleid of persoon. Vaak wordt er in zo’n frame gefocust op het negatieve en afwijkende. Hierdoor wordt framing al snel blaming. De nadruk wordt gelegd op een specifieke invulling van de werkelijkheid en negeert andere elementen, waardoor er een bepaalde betekenis aan gegeven wordt. Brants noemt framing geen journalistieke manipulatie, maar een methode om de complexe werkelijkheid begrijpelijk te maken voor het publiek en verschijnselen te categoriseren. Het is wel een methode die een specifieke en vaak negatieve kijk op de werkelijkheid bevordert (50 -51). Onze samenleving bestaat uit diverse soorten mensen met hun eigen interpretaties, maar er bestaat een morele consensus in de samenleving over wat goed of fout is. Een masterframe bevat een ideologie die door iedereen zal worden begrepen, door iedereen hetzelfde wordt geïnterpreteerd en overeenkomt met de algemene morele consensus in de samenleving. Een masterframe is dus een manier van framing waarin de dominante ideologie, die in de samenleving bestaat, overheerst. Doordat er bij nieuwsberichten gebruik wordt gemaakt van een masterframe, zal een groot deel van de samenleving een nieuwsbericht hetzelfde interpreteren (Snow en Benford 138). 1.6 Hoofdrolspelers In het boek Die Mechanismen der Skandalierung beschrijft Kepplinger de gevolgen en de reacties van hoofdrolspelers van een schandaal. Bijna bij elk schandaal heeft de hoofdrolspeler de regels overtreden, een misstap begaan of een misstand veroorzaakt en wordt hem terecht dingen verweten. De meeste hoofdrolspelers accepteren dan ook de kritiek op hun handelen, maar ondertussen voelen veel hoofdrolspelers zich slachtoffer. Dit heeft weinig te maken met de fouten die ze hebben gemaakt, maar meer met de rol van de media (88). Hoofdrolspelers voelen zich opgejaagd, zwart gemaakt en persoonlijk aangevallen. Als ze dit naar buiten brengen, kunnen ze niet op veel steun vanuit de samenleving rekenen (89). Kepplinger wijst op de attributietheorie. Deze theorie zegt dat het publiek altijd dwangmatig zoekt naar oorzaken om dingen te kunnen verklaren. Deze verklaringen zijn
10
volgens de attributietheorie in drie richtingen te zoeken. Ten eerste in de persoonlijkheid van de actoren, hier valt het karakter en intelligentie bijvoorbeeld onder. Ten tweede in de omstandigheden waarbinnen de hoofdrolspeler heeft gehandeld. Ten slotte de invloed van vreemde machten, ook wel externe factoren genoemd, zoals bijvoorbeeld het noodlot of toeval (92). Hoofdrolspelers leggen graag zelf de nadruk op de omstandigheden waarin ze hun fout begaan hebben, terwijl de media meestal de verklaringen zoveel mogelijk vanuit het karakter proberen te verklaren (92). Beide kanten zullen een rol spelen, dus dan zijn hoofdrolspelers zowel slachtoffer van de omstandigheden als dader. Als dader van hun fouten, voelen ze zich slachtoffer van de berichtgeving (94). Naast de berichtgeving voelen hoofdrolspelers van mediaschandalen zich ook slachtoffer door de grote hoeveelheid nieuwsberichten die over hen gaan, onder andere via de sociale media. De nieuwsgolf bevat vaak deels onware, nuchtere en opgeklopte, waardevrije en tendentieuze berichten die op een intensieve en dramatiserende manier naar buiten worden gebracht (98). Hoofdrolspelers zelf krijgen meestal nauwelijks de kans om hun kant van het verhaal te vertellen in de massieve berichtgeving. Als men wel reageert wordt het meestal in een negatieve context gezet door de media. Terwijl het uitblijven van een reactie van de hoofdrolspeler juist vaak wordt gezien als een bevestiging van schuld (98-99). De enorme druk op de hoofdrolspeler door de massale berichtgeving kan leiden tot psychische en lichamelijke problemen. Hoofdrolspelers voelen zich machteloos tegenover de media-aandacht en dit kan leiden tot een agressieve opstelling tegenover de media. Hierdoor escaleert een schandaal vaak verder. Op zo’n punt vindt er vaak een omslag plaats van trots naar paniek. In het begin trekken hoofdrolspelers zich nog weinig aan van het mediageweld, wat op het publiek over kan komen als trots. Gedurende het toenemende media-aandacht zal deze houding steeds meer veranderen. Men kan moeilijker functioneren en zal proberen alles te weerleggen. Hierdoor geven hoofdrolspelers vaak toe om zich te bevrijden van de druk vanuit de media (106-112).
11
2. METHODOLOGIE & CORPUS De hoofdvraag: ‘In hoeverre en waarom voelen vier verschillende hoofdrolspelers van mediaschandalen zich meer slachtoffer dan dader door de dominante beeldvorming die tijdens het schandaal door de media werd gecreëerd?’ zal ik aan de hand van vier verschillende mediaschandalen beantwoorden. Deze vier schandalen voldoen aan de definities van mediaschandalen die ik in mijn theoretisch kader uiteen heb gezet. Er wordt namelijk in alle gevallen een sociale norm overtreden die als een morele consensus in de samenleving bestaat. Daarnaast is er bij deze schandalen sprake van een driehoeksverhouding tussen de geschandaliseerde, de aanbrenger en het publiek en doen de media ook eigen onderzoek naast het overbrengen van informatie. Bij alle vier de schandalen is er sprake van een succesvolle poging om de vermeende normovertreding van de hoofdrolspeler in de openbaarheid te brengen, aan te klagen en veroordeeld te krijgen in de publieke opinie. Daarnaast is er een duidelijke dynamiek te herkennen bij deze schandalen en hebben de media een grote rol gespeeld bij het naar buiten brengen van dit schandaal. Het is belangrijk dat de media een grote rol hebben gespeeld voor mijn onderzoek, omdat ik onder andere de dominante beeldvorming die door de media tijdens het schandaal is gecreëerd, zal analyseren. Dat er een interview is gegeven door de hoofdrolspeler van een schandaal is ook belangrijk geweest voor mijn keuze. In mijn onderzoek ga ik namelijk het interview analyseren. Ik heb specifiek voor deze vier schandalen gekozen omdat het alle vier persoonlijke schandalen zijn. Dit is belangrijk voor mijn onderzoek, omdat ik de gevoelens en reacties van de hoofdrolspeler wil onderzoeken. Voor een zo compleet mogelijke analyse heb ik gekozen voor twee schandalen waarbij de hoofdrolspeler tijdens het mediaschandaal bekent en twee schandalen waar wordt ontkend. Daarnaast zijn de schandalen qua onderwerpen variërend. Zo heb ik gekozen voor een medisch schandaal, een academisch schandaal, een sportschandaal en een politiek schandaal. De keuze voor deze schandalen is niet gebaseerd op een eventuele slachtofferrol die de hoofdrolspeler aankaartte. Door voor deze mediaschandalen te kiezen, hoop ik een zeer gevarieerde samenstelling van schandalen te hebben verzameld. Hierdoor kan ik de hoofdvraag goed beantwoorden en de schandalen met elkaar vergelijken zonder dat er teveel dezelfde soort schandalen met elkaar worden vergeleken.
12
Meer dan vier schandalen onderzoeken zal niet haalbaar zijn binnen de tijdsdruk en het woordenaantal van deze bachelor scriptie. Daarnaast hebben mijn persoonlijke voorkeuren ook een rol gespeeld. Zo ben ik zelf erg sportief en is mijn keuze voor het wielersport schandaal dus ook een persoonlijke voorkeur. Aan de hand van deze vier schandalen zal ik mijn onderzoek uitvoeren. Hierbij zal ik de rol van de media tijdens het schandaal hoofdzakelijk analyseren aan de hand van de berichtgeving door NRC Handelsblad en daarnaast ook door de NOS. Door voor zowel een krant als een televisie medium te kiezen heb ik een meer compleet beeld over de berichtgeving. Beide media maken gebruik van masterframing. Bij het analyseren van deze bronnen focus ik me niet op de waar- en onwaarheden die wellicht in het nieuwsbericht staan, maar staat de focus op de beeldvorming centraal. Per mediaschandaal zal ik eerst een feitenrelaas geven over het schandaal zelf, vervolgens zal ik het dominante beeld, dat door de media gevormd worden, analyseren aan de hand van berichtgeving door NRC Handelsblad en de NOS. Hierbij zal ik het masterframe uiteenzetten en de vraag beantwoorden hoe dit frame wordt gecreëerd. Verder zal ik de berichtgeving over
de omstandigheden, persoonlijkheid en externe factoren van de
hoofdrolspeler uiteenzetten. Ten slotte beschrijf ik in dit deel van de analyse hoe de hoofdrolspeler heeft gereageerd tijdens het schandaal. Hierbij kan sprake zijn van ontkennen, bekennen, een opstandige houding tegenover de media of juist een afwachtende houding. In hoeverre dit per schandaal van elkaar verschilt, zal uit het onderzoek blijken. Mijn hoofdonderzoek is een close reading van het interview dat gegeven is door de hoofdrolspeler van het mediaschandaal (zie: bijlage 1 t/m 4). Aan de hand van de attributietheorie van Kepplinger zal ik onderzoeken in hoeverre en waarom de hoofdrolspeler zichzelf meer als slachtoffer dan als dader ziet. In dit deel van de analyse zal ik analyseren wat er over de rol van de media tijdens het schandaal wordt gezegd, wat er over de omstandigheden wordt gezegd, welke verklaringen voor het gedrag worden aangedragen, welke visies de hoofdrolspeler er tegenover zet en wat voor verklaringen er worden gegeven voor zijn reactie tijdens het schandaal. In dit deel van de analyse staan ook de psychologische aspecten van de hoofdrolspeler centraal. In de daaropvolgende vergelijking tussen de schandalen moet onder andere blijken of er verschil zit tussen de schandalen waarbij er wordt ontkend en wordt bekend door de hoofdrolspeler. Ik verwacht dat de beeldvorming door de media minder negatief zal zijn bij de hoofdrolspelers die bekennen, maar dat iedereen zich alsnog slachtoffer van de media zal voelen. In hoeverre en waarom de hoofdrolspelers zich meer slachtoffer dan dader zullen
13
voelen, zal blijken uit dit onderzoek. Verder zal ik in dit deel van mijn onderzoek de verschillende mediaschandalen vergelijken qua masterframe en op welke manier dit effect heeft op de reacties van de hoofdrolspelers. Ten slotte zal ik de hoofdvraag, in hoeverre en waarom voelen vier verschillende hoofdrolspelers van mediaschandalen zich meer slachtoffer dan dader door de dominante beeldvorming die tijdens het schandaal door de media werden gecreëerd, kunnen beantwoorden.
14
3. ONDERZOEK 3.1 Ernst Jansen Steur 3.1.1 Feitenrelaas In januari 2009 verschijnt het eerste nieuwsbericht over Steur. Hierin wordt verklaard dat er een onderzoek zal beginnen naar zijn werkzaamheden, omdat er een kans bestaat dat hij bewust de verkeerde diagnoses heeft gesteld bij een aantal van zijn patiënten. Het onderzoek gaat over de periode 1990 tot 2004. Hij was toen werkzaam in het Medisch Spectrum Twente. De neuroloog werd in 2003 ontslagen vanwege een medicijnverslaving, maar hij werd niet door het Medisch Tuchtcollege uit zijn beroep gezet. Het onderzoek wordt gestart aan de hand van een second opinion van één van zijn patiënten waaruit bleek dat Steur een verkeerde diagnose had gesteld (NRC Handelsblad). In januari 2013 komt Steur weer opnieuw in het nieuws. Hij blijkt ondanks zijn strafrechtelijke vervolging in Nederland sinds 2011 als neuroloog werkzaam te zijn in Duitsland.
Daarnaast
hebben
oud-patiënten
een
tuchtklacht
ingediend
tegen
de
bestuursvoorzitter van het Medisch Spectrum Twente, twee oud-bestuurders van het ziekenhuis, twee oud-inspecteurs van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en tegen Steur zelf. Volgens de patiënten is er door hen te weinig actie ondernomen om Steur aan te pakken (NRC Handelsblad). In februari 2013 komt Steur weer in het nieuws, omdat blijkt dat hij aan een patiënt wiet heeft aangeboden tijdens zijn werkzaamheden als neuroloog in het Medisch Spectrum Twente. De tuchtklacht tegen hem wordt hierdoor uitgebreid. In maart 2013 komen er nog meer kwesties bij. Zo zijn er sterke aanwijzingen gevonden dat Steur zijn patiënten aanspoorde tot euthanasie (NRC Handelsblad). In juli 2013 komt het nieuwsbericht naar buiten dan Steur mee gaat werken aan een gedragsonderzoek. Eerder had hij aangegeven dit niet te willen doen, omdat hij bang zou zijn dat zijn psychiater vooringenomen zou zijn (NOS). Daarnaast wordt Steur veel genoemd in berichtgevingen over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit komt doordat één patiënt al in 2001 naar het tuchtcollege was gestapt, maar het kwam niet tot een zaak omdat zij er later mee instemde in ruil voor schadevergoeding haar medisch dossier te vernietigen. Aan de hand van de tuchtklacht tegen
15
twee oud-inspecteurs van de Inspectie voor de Gezondheidszorg komen nieuwe plannen van aanpak vaak in het nieuws (NRC Handelsblad). In september 2013 blijkt uit onderzoek dat Steur toch ook fouten heeft gemaakt terwijl hij als neuroloog in Duitsland aan het werk was. In oktober 2013, de dag voordat de strafzaak begint, erkent hij in een interview met NRC Handelsblad dat hij 88.000 euro heeft verduisterd van een stichting voor wetenschappelijk onderzoek. In dit interview wordt ook genoemd dat hij ex-patiënten heeft uitgenodigd om, voordat de strafzaak begint, elkaar in alle rust te ontmoeten. De ex-patiënten zijn hier niet op ingegaan. Steur geeft in het interview ook aan dat hij bij de rechtszaak zijn gezicht voor het eerst zal laten zien en antwoord wil geven op alle vragen (NRC Handelsblad). De neuroloog Rien Vermeulen is werkzaam bij het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam en neemt het in oktober 2013 in het televisieprogramma EenVandaag voor Steur op. Naast Rien Vermeulen is er nog een andere neuroloog geweest die het voor Steur opnam. Rien Vermeulen geeft aan zelf ook regelmatig de criteria van diagnoses op te rekken, om zo bepaalde medicijnen voor te kunnen dragen (NRC Handelsblad). Huidige nieuwsberichten gaan over de lopende strafzaak tegen Steur. In november 2013 werd bekend dat hij nu ook een beroepsverbod heeft om als dokter in Duitsland te werken. Het is de grootste medische strafzaak ooit in Nederland en Steur kan maximaal 12 jaar gevangenisstraf krijgen (NOS). 3.1.2 Analyse media NRC Handelsblad en de NOS hebben veel nieuwsberichten gewijd aan Steur. NRC Handelsblad heeft over elke ontwikkeling binnen dit mediaschandaal een nieuwsbericht geschreven. Deze zijn allemaal op de site geplaatst en een deel hiervan is ook in de krant zelf verschenen. De NOS heeft de belangrijkste ontwikkelingen binnen dit mediaschandaal via het nieuws op de televisie naar buiten gebracht, maar daarnaast zijn er op de site ook nog veel nieuwsberichten geplaatst over de kleinere ontwikkelingen. Op deze manier werd het nieuws rondom Steur via de professionele media naar buiten gebracht, maar via de sociale media leefde dit mediaschandaal ook erg. Via Twitter hebben veel mensen hun mening geuit over dit schandaal. Verder zijn er op online platformen veel columns en blogs over geschreven en werden er beledigende cartoons online gedeeld. De professionele media gebruiken een bepaalde manier om het nieuws over Steur over te brengen. Er wordt gebruik gemaakt van framing, waardoor er een masterframe wordt gecreëerd. Dit dominante beeld in de media zal ik analyseren aan de hand van de
16
berichtgeving over de omstandigheden van Steur, over zijn persoonlijkheid en berichtgeving over externe factoren die een rol speelden voor Steur zijn handelen. In de nieuwsberichten van zowel NRC Handelsblad als de NOS wordt er veel aandacht geschonken aan de omstandigheden van Steur. Zo wordt er regelmatig in het nieuws genoemd dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg te weinig actie heeft ondernomen tegen zijn werkwijze, nadat er klachten waren gekomen. Daarnaast wordt het argument dat Steur verslaafd was aan medicijnen aangedragen. Dit wordt als een verklaring voor zijn handelen overgebracht en heeft betrekking op de omstandigheden waarin Steur aan het werk was. Over de persoonlijkheid van Steur wordt ook veel gezegd in de nieuwsberichten. De NOS en NRC Handelsblad proberen het nieuws over hem op een neutrale en feitelijke manier over te brengen, maar er is ondertussen wel sprake van een persoonlijke aanval. Zo wordt er regelmatig benadrukt dat Steur niet wilt reageren. Zodra hij dit wel doet, kiest de NOS voor de volgende woorden om dit over te brengen bij het publiek: ‘verbreken van stilzwijgen’ en ‘na jaren lang de publiciteit gemeden te hebben, laat hij zich eindelijk zien’. Hieruit blijkt duidelijk dat de NOS het er niet mee eens is dat Steur lang de publiciteit heeft vermeden. Verder wordt er ook regelmatig gekozen voor woorden zoals ‘opzettelijk verkeerde diagnoses’, ‘wanpraktijken’ en ‘omstreden neuroloog’. Naast deze negatieve woorden wordt er over de persoonlijkheid van Steur gezegd dat hij graag geld wilde zien, hij goed was in mensen onder druk zetten en zijn werkwijze bizar was. De verslaggeefster van de NOS noemt het merkwaardig dat Steur altijd het beste heeft voorgehad met zijn patiënten en dat hij ondanks zijn medicijnverslaving zegt goed heeft kunnen werken. De NOS laat duidelijk merken dat zij dit niet geloven en geven aan dat het zou kunnen dat hij dit zegt om strafvermindering te krijgen. Tot slot wordt er regelmatig gezegd dat Steur persoonlijk het leven van zijn patiënten heeft geruïneerd. Berichtgeving over externe factoren die van invloed zouden kunnen zijn geweest op het handelen van Steur zijn er niet. Er wordt niets gewijd aan toeval of het noodlot. Dat hij per ongeluk verkeerde diagnoses zou hebben gesteld wordt door de media juist totaal uitgesloten, omdat het een zeer vooraanstaand arts was met een goed Curriculum Vitae. In de nieuwsberichten zijn vooral veel patiënten en de letselschade-expert Yme Drost, die voor de patiënten opkomt, aan het woord. Er wordt in de nieuwsberichten ook regelmatig benadrukt dat Steur niet te bereiken was. De tegenstanders in de zaak van Steur zijn hierdoor veel in het nieuws en hun kant van het verhaal krijgt veel aandacht. Daarnaast worden er nieuwsberichten gewijd aan vermoedelijk verkeerd handelen van Steur. Voordat het onderzoek is afgerond verschijnen er al berichten over eventueel, wellicht en waarschijnlijk
17
verkeerd handelen van Steur. Hierdoor komt hij negatief in de publiciteit, zonder dat het op dat moment zeker is dat hij verkeerd heeft gehandeld. In dit mediaschandaal is er sprake van een grote hoeveelheid media-aandacht. Niet alleen de professionele media berichten erover, maar ook via de sociale media worden er verwijten richting Steur gemaakt. Zo wordt hij onder ander Dr. Frankenstein, griezeldokter en gestoord monster genoemd. De nieuwsberichten leggen de nadruk op het afwijkende gedrag van Steur. Dit wordt vanuit een negatieve invalshoek overgebracht, omdat er in de samenleving een morele consensus bestaat dat zijn gedrag fout is geweest. De berichtgeving over de zaak rondom Steur volgt een bepaalde dynamiek die past binnen een mediaschandaal. Alle berichten over deze zaak worden nieuws en er wordt nadruk gelegd op het negatieve. Op deze
manier
ontstaat
er
dramatisch
en
sensationeel
nieuws
dat
een
bepaalde
amusementswaarde voor het publiek heeft. Doordat er onder andere verwijten worden gemaakt voordat er bewijs is dat Steur daadwerkelijk fout gehandeld heeft, creëren de media een beeld over hem. Tijdens het mediaschandaal heeft Steur de publiciteit vermeden. Vlak voordat de tuchtzaak en daaropvolgende strafzaak begint, geeft hij voor het eerst een interview. Dit interview is afgenomen door Annette Toonen en verscheen op 28 oktober 2013 in NRC Handelsblad. Hierin bekent Steur dat hij fouten heeft gemaakt. 3.1.3 Analyse interview In het interview (zie: bijlage 1) vertelt Steur onder andere hoe hij de media-aandacht rondom het schandaal heeft ervaren. Over de rol van de media is hij niet te spreken. Volgens Steur had het sentiment bij de patiënten grote proporties aangenomen door de media. Daarnaast vindt hij dat de pers en Yme Drost hem gecriminaliseerd hebben zonder dat hij was veroordeeld. In de publiciteit zijn er erge woorden voorbij gekomen, zoals gestoord monster en griezeldokter, zonder dat er bewijzen waren. Door deze negatieve en persoonlijke aanval op Steur voelde hij zich genoodzaakt zich terug te trekken en onder te duiken. In het interview legt Steur de nadruk op zijn medicijnverslaving en depressie om zijn gedrag te verklaren. Zo zegt hij dat er door zijn verslaving sprake was van afwijkend normbesef en overschatting van zijn eigen kwaliteiten. Daarnaast ontkent hij niet dat een verkeersongeluk waar hij in 1990 bij betrokken was en een hersenschudding aan overhield en het zware verleden van zijn vader die een NSB’er bleek te zijn een rol gespeeld kunnen hebben voor zijn gedrag. Dit kan volgens hem gevolgen hebben gehad voor zijn geestelijke evenwicht en uitwerking hebben op zijn doen en laten. Hij geeft aan dat er nu een
18
gedragsonderzoek loopt om te kijken of dit een rol heeft gespeeld. Steur geeft in dit interview vooral verklaringen over zijn gedrag wat betreft de diefstal, verduistering en valsheid in geschrifte. Hij geeft aan argumenten te hebben om te zeggen dat diagnoses zorgvuldig tot stand zijn gekomen. Het valt volgens hem nog te bezien of hij meer fouten heeft gemaakt dan andere artsen. Steur laat in het interview blijken dat hij beseft welk gigantisch leed hij zijn expatiënten heeft aangedaan en biedt hiervoor zijn excuses aan. Daarnaast geeft hij aan zich te schamen wat betreft het stelen van geld en noemt het wezensvreemd, afwijkend gedrag en vervaging van normbesef. Dit gedrag verklaart hij door zijn medicijnverslaving. Nadat hij de publiciteit ontwijkt, geeft hij aan dat hij bij de strafzaak zijn gezicht wilt laten zien om verantwoording af te leggen en antwoord te geven op vragen die er zijn. Steur is na de problemen in Nederland als neuroloog werkzaam geweest in Duitsland. In het interview geeft hij aan dat hij voor zichzelf kan verantwoorden wat hij in Duitsland heeft gedaan. Hij zegt wel dat het wellicht onhandig was om daar weer als neuroloog te gaan werken, maar hij was ervan overtuigd dat het werken goed ging en zich geen moeilijkheden voorgedaan hebben. Steur bekent zijn fout, maar vindt dat er verzachtende omstandigheden waren en niet alle beschuldigingen terecht waren. Daarnaast is hij niet de enige arts die wel eens sjoemelt met de diagnoses om medicijnen voor te kunnen schrijven. De reactie van Steur tijdens het mediaschandaal bevestigt de theorie van Kepplinger. Steur voelde zich opgejaagd, zwart gemaakt en persoonlijk aangevallen door de media, al voordat er bewezen werd dat hij verkeerd had gehandeld. Hierdoor voelde hij zich slachtoffer van de media en dook onder. De media legden tijdens het mediaschandaal vooral de nadruk op de fouten die Steur als neuroloog gemaakt zou hebben, terwijl hij zelf de nadruk legt op de verklaringen voor zijn afwijkende gedrag, zoals onder andere de medicijnverslaving en de omstandigheden. Hij werd in negatief daglicht gezet door verscheidende media, voordat er bewijs was. Daarnaast werden Steur zijn woorden niet positief in het nieuws gebracht en ging de meeste aandacht uit naar de tegenpartij. Steur voelde zich dader van zijn gemaakte fouten, maar slachtoffer van de media. Hij kon de grote hoeveelheid media-aandacht psychisch niet aan en moest onderduiken. Om van de grote hoeveelheid media-aandacht af te komen heeft Steur het interview gegeven. Hierin kon hij zijn kant van het verhaal kwijt. De theorie van Kepplinger wordt op deze punten bevestigd. Volgens zijn theorie zou de hoofdrolspeler zich ook vaak agressief opstellen tegenover de media, dit doet Steur echter niet.
19
3.2 Diederik Stapel 3.2.1 Feitenrelaas Begin september 2011 komt het nieuwsbericht naar buiten dat een belangrijke wetenschapper die werkzaam is aan de Universiteit van Tilburg op non-actief is gesteld. Het gaat hierbij om het vermoeden van fraude in de wetenschappelijke onderzoeken van Stapel. Het bestuur van de Universiteit van Tilburg beschuldigt Stapel hiervan. Het College van Bestuur van de Universiteit van Tilburg heeft een vertrouwenscommissie ingesteld om uit te zoeken welke publicaties van de hoogleraar, prof. dr. Diederik Stapel, precies zijn gebaseerd op gefingeerde data. Eind september 2011 komt er in het nieuws dat zowel de Universiteit van Groningen als de Universiteit van Amsterdam ook het werk van Stapel binnen hun universiteit zullen onderzoeken op fraude (NRC Handelsblad). Aan de hand van de media-aandacht voor Stapels fraude in zijn wetenschappelijke onderzoeken laait in Nederland het debat over het ter controle openbaar maken van de onderliggende empirische data op. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) maakt in oktober 2011 bekend dat wetenschappers die een onderzoeksubsidie ontvangen van NWO hun gegevens voortaan openbaar moeten maken en de NWO mede-eigenaar van de data zal worden (NRC Handelsblad). Op 31 oktober 2011 komen de resultaten van het onderzoek naar de fraude van Stapel in het nieuws. Hierin staat dat bij dertig artikelen in gerenommeerde wetenschappelijke tijdschriften data en gegevens staan die Stapel heeft verzonnen. Daarnaast zal hij zich schuldig hebben gemaakt aan machtsmisbruik. Diezelfde dag reageert Stapel voor het eerst op de kwestie in het Brabants Dagblad. In deze reactie bekent hij zijn fraude en geeft aan spijt te hebben (NRC Handelsblad). In november levert Stapel vrijwillig zijn doctorsgraad in bij de Universiteit van Amsterdam (NOS). Eind november doet de Universiteit van Tilburg aangifte tegen Stapel aan de hand van de onderzoeksresultaten van zijn fraude, waaruit bleek dat bij minstens dertig onderzoeken data was verzonnen (NRC Handelsblad). In oktober 2012 verschijnt het nieuwsbericht dat Stapel ook wordt verdacht van het oplichten van de overheid door het aanvragen van subsidies voor onderzoek waarvoor hij de gegevens heeft verzonnen. De NWO verstrekte Stapel in totaal 2,2 miljoen euro aan subsidies De fiscale opsporingsdienst FIOD en het functioneel parket zijn toen een strafrechtelijk onderzoek naar hem begonnen (NRC Handelsblad). Eind november 2012 is het totale onderzoek naar Stapel afgerond. Hieruit blijkt dat het één van de grootste wetenschapsfraudes ooit is en hij in meer dan 50 wetenschappelijke
20
onderzoeken de date geheel of gedeeltelijk heeft verzonnen. Daarnaast wordt er ook kritisch gekeken naar de wetenschappelijke sector, omdat Stapel jarenlang heeft kunnen frauderen zonder dat er aan de bel werd getrokken (NRC Handelsblad). Op 29 november 2012 verschijnt het boek Ontsporing van Stapel (NOS). Hierin vertelt hij zijn verhaal over de wetenschapsfraude. In mei 2013 blijkt dat Stapel na zijn ontslag bij de Universiteit van Tilburg nu werkzaam is als coach en strategisch adviseur. Eind juni gaat Stapel akkoord met een werkstraf van 120 uur die justitie hem oplegt. Daarnaast betaalt hij anderhalf jaarsalaris terug (NRC Handelsblad). 3.2.2 Analyse Media Ook aan dit mediaschandaal hebben NRC Handelsblad en de NOS veel aandacht besteed. De nieuwsberichten over Stapel verschenen in de periode tussen 2011 en 2012. De belangrijkste nieuwsberichten over de ontwikkelingen in dit schandaal werden via de NOS uitgezonden in het journaal op de televisie en verschenen in NRC Handelsblad. De kleinere nieuwsberichten over dit schandaal werden op de site van de NOS en NRC Handelsblad gezet. Naast de berichtgeving door de professionele media zijn er ook veel berichten over Stapel via de sociale media aan het daglicht gekomen. Zo zijn er meerdere columns, blogs en tweets aan hem gewijd waarin de niet-professionele media oordelen over zijn handelen. Hierin ging het er vaak grof aan toe. De professionele media gebruiken een bepaalde manier om het nieuws over Stapel over te brengen. Er wordt gebruik gemaakt van framing, waardoor er een masterframe wordt gecreëerd. Dit dominante beeld in de media zal ik analyseren aan de hand van de berichtgeving over de omstandigheden van Stapel, over zijn persoonlijkheid en berichtgeving over externe factoren die een rol speelden voor Stapel zijn handelen. In de nieuwsberichten door NRC Handelsblad en de NOS wordt er veel gezegd over de omstandigheden waarin Stapel werkte in de periode dat hij fraude pleegde. Stapel deed veel onderzoek alleen, waardoor het mogelijk was te frauderen. Door zijn hoge aanzien als onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg werd zijn werk weinig gecontroleerd. De Universiteit van Tilburg steunde Stapel zijn onderzoeken door hem veel vrijheid en subsidies te geven. Door zijn hoge aanzien werd er niets met meldingen gedaan. Hierdoor gaan de nieuwsberichten veel over de wetenschappelijke wereld en het te verbeteren antifraudebeleid. Daarnaast wordt er geconstateerd dat er binnen de sociale psychologische onderzoeken vaak sprake was van slordigheid en data werd gebruikt die de theorie zo goed mogelijk zou
21
ondersteunen. Door deze omstandigheden was het volgens de nieuwsberichten voor Stapel goed mogelijk om fraude te plegen. Over zijn persoonlijkheid wordt door de professionele media weinig gezegd. Wel wordt er regelmatig benadrukt dat hij vrijwillig zijn doctorsgraad bij de Universiteit van Amsterdam heeft ingeleverd, direct zijn fraude heeft bekend en er geen sprake was van zelfverrijking. Via de sociale media en columns wordt de persoonlijkheid van Stapel meer aangevallen. Hierin kreeg hij veel commentaar op zijn niet kloppende onderzoeken, zou hij zich er makkelijk vanaf hebben gemaakt en dom hebben gehandeld. Wat betreft de fouten die Stapel heeft gemaakt wordt er niets aan het noodlot of toeval overgelaten. Stapel kreeg veel media-aandacht van professionele en niet-professionele media. De professionele media schetsten vooral een beeld van een slecht werkende wetenschappelijke wereld in Nederland waarbinnen het mogelijk was om fraude te plegen. De niet-professionele media haalden Stapel persoonlijk door het slijk, omdat hij opzettelijk fraude heeft gepleegd. Tijdens het mediaschandaal heeft Stapel direct bekend en bij de NOS later een verklaring afgelegd aan de hand van een videoboodschap. Verder heeft hij zich teruggetrokken van de media en psychische hulp gezocht om verklaringen voor zijn handelen te zoeken. In 2012 is zijn boek met zijn verhaal over de fraudezaak verschenen. 3.2.3 Analyse interview In het boek (zie: bijlage 2) Ontsporing van Stapel vertelt hij zijn kant van het verhaal. Hij vertelt hoe en waarom hij fraude heeft gepleegd. Tijdens het mediaschandaal was Stapel er emotioneel niet aan toe om mee te werken aan een interview. Stapel heeft ervoor gekozen een boek te schrijven, omdat hij daarin uitgebreid zijn hele verhaal kwijt kon en het hem heeft geholpen dingen te plaatsen en te begrijpen. In het boek bekent Stapel zijn fraude en hij is het volledig eens met de kritiek die hij heeft gehad op zijn werk en manier van handelen. Wel draagt hij verklaringen voor zijn gedrag aan. Zo zou geld, status en macht hem tot fraude hebben geleid. Hij wilde de perfecte onderzoeken afleveren en is hierin doorgeslagen. De omstandigheden binnen de wetenschappelijke wereld waren competitief, er was druk voor het uitbrengen van onderzoeken. Door de druk om goed te presteren legde Stapel volgens zichzelf de lat erg hoog, waarop hij fraude ging plegen om perfecte onderzoeksresultaten te genereren. Stapel vindt dat hij ontspoord, verdwaald en verongelukt is en de media hem plat heeft gebombardeerd. Door de grote mediahype die ontstond over zijn fraude werd Stapel depressief. Hij ontliep de media en kon de verwijten die over hem werden gemaakt niet aan.
22
Volgens hem plaatsten de media berichten met foto’s en volledige naam van hem, terwijl dat bij criminelen niet eens gebeurt. Hieruit is duidelijk op te maken dat Stapel zich slachtoffer voelde door de media-aandacht, maar tegelijkertijd dader door zijn handelen. De theorie van Kepplinger wordt ook bij Stapel bevestigd. Door de grote hoeveelheid media-aandacht voelde Stapel zich slachtoffer. Kepplinger beweert echter dat de media zich vooral op de persoonlijkheid van de hoofdrolspeler zullen richten, terwijl de hoofdrolspeler zelf zich op de omstandigheden zal richten. Dit is niet het geval bij Stapel. De professionele media berichten namelijk ook veel over de omstandigheden waarin fraude plaats kan vinden in de huidige wetenschappelijke wereld. In het boek van Stapel geeft hij naast veel argumenten over de werkdruk waarin hij moest werken ook kritiek op zijn eigen handelen en gedrag. Doordat Stapel zelf zijn gedrag afkeurde en direct zijn fraude bekende kan het zijn dat de professionele media minder zijn persoonlijkheid afkeurden en meer aandacht en onderzoek besteedden aan de werkomstandigheden waarbinnen fraude kon plaatsvinden. Stapel kreeg psychologische klachten door de grote hoeveelheid media-aandacht en de negatieve publiciteit. Dit is volgens Kepplinger herkenbaar bij hoofdrolspelers van mediaschandalen. De theorie van Kepplinger wordt ook bevestigd op het punt dat Stapel een verklaring aflegde aan de hand van een videoboodschap om van de druk vanuit de media af te komen. Stapel stelde zich echter niet agressief op tegenover de media, dus op dit punt wordt de theorie van Kepplinger niet bevestigd.
23
3.3 Lance Armstrong 3.3.1 Feitenrelaas De Amerikaan Armstrong, professioneel wielrenner, heeft zeven keer de Tour de France gewonnen en gedurende zijn carrière kanker overwonnen. In februari 2012 werd er een onderzoek gedaan naar het dopinggebruik van Armstrong door de Amerikaanse overheid. Toentertijd werd er geen rechtszaak aangespannen. In juni 2012 wordt Amstrong formeel aangeklaagd door het Amerikaanse anti-dopingbureau USADA. Armstrong reageert op deze aanklacht door zijn dopinggebruik te ontkennen en een aanklacht in te dienen tegen het USADA (NRC Handelsblad). Ploeggenoten van Armstrong worden ook beschuldigd, maar zij krijgen een deal aangeboden van het USADA. In ruil voor informatie over het dopinggebruik van Armstrong, krijgen ze slechts een halfjaar schorsing en zal de schorsing later ingaan. Armstrong reageert hier op door aan te geven dat hij het selectieve vervolging vindt en het proces niet eerlijk verloopt. Zijn twee aanklachten tegen het USADA worden echter afgewezen en Armstrong geeft de strijd tegen het anti-dopingbureau op. Dit wordt door het USADA gezien als een bekentenis, maar Armstrong ontkent nog altijd zijn dopinggebruik. Hij zegt klaar te zijn met het gevecht en wil zich op andere dingen richten. Het USADA pakt op dit moment de zeven Tourzeges van Armstrong af, daarnaast nog zijn Olympische medaille en prijzengeld. Er bestaat op dit moment nog wel onduidelijkheid of het USADA het recht heeft zeges van Armstrong af te pakken (NRC Handelsblad). In het nieuws en via de sociale media komen veel berichten voorbij over het dopingbeleid bij de wielersport in het algemeen (NOS). Daarnaast bekennen ploeggenoten van Armstrong hun dopinggebruik en beschuldigen ze Armstrong er ook van. Onderzoeksjournalisten onderzoeken het dopinggebruik van de ploeg en er komen meerdere feiten aan het licht. Zo zou onder andere het dopinglab regelmatig testen van Armstrong negatief hebben gemaakt in ruil voor geld en wisten de leiders van de ploeg van het dopinggebruik af (NRC Handelsblad). In oktober 2012 blijkt dat de internationale wielerbond zich achter het rapport van het USADA schaart. Dit houdt in dat Armstrong officieel al zijn zeges moet inleveren en voor de rest van zijn leven geschorst is als professioneel wielrenner. Dit heeft onder andere als gevolg dat Nike, de sponsor van Armstrong, zich terugtrekt (NRC Handelsblad). In januari 2013 reageert Armstrong uitgebreid op het dopingschandaal in een interview met Oprah Winfrey op televisie. Tot dit interview heeft Armstrong altijd ontkend
24
dat hij doping gebruikte als professioneel wielrenner, maar tijdens dit interview bekent Armstrong en biedt hij zijn excuses aan. Armstrong overweegt vervolgens om te getuigen in de rechtbank voor strafvermindering, maar dat blijkt hij niet te krijgen als hij onder ede bekent. Door de bekentenis en de verhoogde media-aandacht op het dopinggebruik in de wielersport, bekenden meer wielrenners hun dopinggebruik en werden er meer onderzoeken gedaan naar dopinggebruik binnen deze sport (NRC Handelsblad). 3.3.2 Analyse Media NRC Handelsblad en de NOS hebben veel nieuwsberichten gewijd aan dit schandaal. Armstrong was voor het dopingschandaal al een bekende topsporter: de grote hoeveelheid media-aandacht is rondom een bekend persoon gebruikelijk. Dit mediaschandaal is een voorbeeld van een schandaal waarin een bekend persoon van een voetstuk valt. Zowel NRC Handelsblad als de NOS hielden de stand van zaken rondom het dopingschandaal bij en verspreidden hier nieuwsberichten over. Via de sociale media werden er ook veel berichten de wereld in gebracht. Via Twitter, Facebook en weblogs verspreidden veel mensen hun mening over het schandaal en werden er cartoons verspreid. Hierbij namen sommigen het op voor Armstrong en anderen vonden dat hij direct al zijn zeges moest inleveren. Via de professionele media werd het nieuws over Armstrongs dopinggebruik vanuit een bepaalde invalshoek overgebracht. Er werd gebruik gemaakt van framing, waardoor er een masterframe werd gecreëerd. Dit dominante beeld in de media zal ik analyseren aan de hand van de berichtgeving over de omstandigheden van Armstrong, over zijn persoonlijkheid en berichtgeving over externe factoren die een rol speelden voor Armstrong zijn handelen. In de nieuwsberichten van de professionele media wordt op een neutrale wijze het nieuws over Armstrong naar buiten gebracht. Zowel NRC Handelsblad als de NOS belichten het verhaal van twee kanten. De reacties van Armstrong komen in het nieuws, maar ook de bevindingen van het USADA. Het USADA beschuldigt Armstrong van dopinggebruik en Armstrong ontkent in het nieuws dat hij doping heeft gebruikt. De nieuwsberichten gaan dan ook hoofdzakelijk over de rechtszaak tussen hen en de omstandigheden waarin Armstrong doping kon gebruiken. Zo wordt er regelmatig benadrukt in de nieuwsberichten dat de wielerunie UCI Armstrong in bescherming nam en de dopingcontroleurs er regelmatig niet alles aan hebben gedaan om Armstrong op doping te betrappen. Over de omstandigheden rondom de rechtszaak wordt gezegd dat het ‘opvallend’ is dat er een deal is gemaakt met de ploeggenoten van Armstrong.
25
Door deze uitspraak geeft NRC Handelsblad duidelijk aan dat Armstrong een punt heeft dat niet goed te vinden. Over de persoonlijkheid van Armstrong wordt vrijwel niets gezegd in de nieuwsberichten. Als Armstrong het USADA aanklaagt voor oneerlijk handelen wordt dit in het nieuws wel als hard uithalen benoemd. Verder wordt er gezegd dat Armstrong schoon schip probeert te maken nadat hij heeft bekend. Over persoonlijke beweegredenen om doping te gebruiken wordt echter niets gezegd. In de nieuwsberichten wordt het dopinggebruik van Armstrong niet toegewijd aan externe factoren zoals toeval of het noodlot. Als Armstrong het daadwerkelijk gebruikt heeft, zal hij daar bewust voor hebben gekozen. Armstrong ontkent het gebruik tot het interview met Oprah Winfrey dat op 16 januari 2013 plaatsvond. Na de bekentenis komen er veel nieuwsberichten met bekentenissen van andere professionele wielrenners en wordt er veel aandacht geschonken aan het interview van Armstrong. 3.3.3 Analyse interview Het interview (zie: bijlage 3) dat Oprah Winfrey had met Armstrong duurde ongeveer twee uur. Het interview is in twee delen uitgezonden via het Oprah Winfrey Network in Amerika en is via internet verspreid over de rest van de wereld. In dit interview bekent, zoals eerder vermeld, Armstrong zijn dopinggebruik tijdens zijn carrière als professioneel wielrenner. Het is een open interview waarbij Armstrong zijn kant van het verhaal kan vertellen. Armstrong vindt dat de media hem negatief in het nieuws hebben gebracht, maar Armstrong geeft aan dat hij dat verdiende. Het was negatief nieuws, maar wel terecht volgens hem. Hij had een fout gemaakt, dus hij verdiende het om in de media onderuit gehaald te worden. In het interview wordt er veel gesproken over de omstandigheden waarin het voor Armstrong mogelijk was om doping te gebruiken. Hij vertelt dat er amper dopingcontroles waren buiten de wedstrijden en dat iedereen toegang had tot doping en niet alleen specifiek hij. In zijn wielerploeg was het volgens Armstrong gebruikelijk en normaal geworden om doping te gebruiken en hier werd niet eens over getwijfeld. Dat er in de jaren negentig nog geen Epo-testen bestonden is een omstandigheid waarbinnen het mogelijk was Epo te gebruiken. Armstrong geeft veel verklaringen voor zijn gedrag om doping te gebruiken. Hij vertelt dat hij een type persoon is die graag alles onder controle wilt hebben en specifiek bij
26
sport. Hij kon door het gebruik van doping de uitslag van een wedstrijd controleren. Op deze manier kon hij krijgen wat hij wilde en dat was winnen. Armstrong leefde volgens zichzelf in een mythe van een perfecte wereld waarin hij alles naar zijn hand kon zetten. Hij geeft achteraf in het interview aan dat hij zichzelf in deze gedachte is verloren. Tijdens de periode dat Armstrong kanker had, is er volgens hem bij zichzelf een vechtlust ontstaan. Hij wilde de ziekte overwinnen en hier alles aan doen. Deze gedachte heeft hij meegenomen naar het wielrennen nadat hij genezen was. Dit geeft hij als verklaring aan voor zijn keuze om doping te gebruiken. Daarnaast speelde het ook mee dat Armstrong minder goed was na zijn genezing van kanker. Om dit te compenseren gebruikte hij doping. Armstrong geeft in het interview aan dat hij fouten heeft gemaakt, spijt heeft en zich schuldig voelt. Hij vindt het niet goed dat hij zelf niet doorhad dat hij toentertijd slecht bezig was. Hij had toen niet door dat hij vals speelde en dat baart hem nu zorgen. Hij beseft nu dat hij zichzelf zag als een machtig, ongrijpbaar persoon, maar dat de situatie volledig uit de hand is gelopen. Door zichzelf achteraf te reflecteren beseft hij ook dat hij aanvallend reageert op een situatie waarbij hij zelf wordt aangevallen. Met de verklaring probeert Armstrong uit te leggen waarom hij het USADA had aangeklaagd. Naast deze visies op zijn handelen geeft hij ook aan dat hij leider van zijn wielerploeg was, waarbij iedereen doping gebruikte en het toen de normaalste zaak van de wereld leek te zijn. Armstrong stelde zich agressief op tegen alle media-aandacht en vooral tegenover het USADA, dat hij aanklaagde voor valse beschuldiging. Op dit vlak wordt de theorie van Kepplinger bevestigd. Armstrong wil zich bevrijden van de druk vanuit de media en het USADA en bekent zijn dopinggebruik in een interview dat over de hele wereld zal worden verspreid. De theorie van Kepplinger wordt niet bevestigd op het punt dat Armstrong zich slachtoffer voelt van de media. Armstrong vind dat hij het verdiend heeft, om negatief in het nieuws te komen, omdat hij fouten heeft gemaakt en valt de media hier na zijn bekentenis niet op aan. Armstrong zoekt verklaringen voor zijn handelen bij zichzelf en bij de omstandigheden waarin hij fietste. De omstandigheden waarin hij werkte, zorgden ervoor dat zijn gedrag niet werd afgekeurd. Verklaringen voor zijn gedrag zoekt Armstrong bij zijn ziekte en karakter. De media zijn neutraal voordat Armstrong bekent en vallen hem niet af, dit gebeurt pas in grote mate na zijn bekentenis. Na zijn bekentenis worden de verklaringen van Armstrong overgenomen in de media. De theorie van Kepplinger wordt hierbij dus niet bevestigd. Het is namelijk niet het geval dat de media Armstrong op zijn persoonlijkheid aanvielen en Armstrong de omstandigheden hoofdzakelijk de schuld gaf. Armstrong vond wel
27
degelijk dat de omstandigheden een grote rol speelden, maar legt de schuld ook bij zijn karakter neer.
28
3.4 Nurten Albayrak 3.4.1 Feitenrelaas Albayrak is sinds 2004 algemeen directeur bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) in Nederland. In september 2011 verspreidt NRC Handelsblad het nieuws dat er zeven asielzoekerscentra dichtgaan en er flink moet worden bezuinigd bij dit bedrijf (NRC Handelsblad). De NOS meldt dat er onnodig asielzoekerscentra open worden gehouden, omdat er een angstcultuur zou heersen als gevolg van het ‘schrikbewind’ van Albayrak (NOS). Daarnaast komt het nieuws naar buiten dat het salaris van Albayrak ver boven de Balkenendenorm blijkt te liggen. Het volgende nieuws in september 2011 is dat Gerd Leers, de minister voor immigratie en asiel, een onderzoek heeft ingesteld en het salaris direct is verlaagd (NRC Handelsblad). In dezelfde maand stappen meerdere werknemers van het COA naar de NOS om aan te geven dat het werkklimaat bij het COA verziekt is door hoofdzakelijk Albayrak, er gemeenschappelijk geld wordt verspild en haar salaris te hoog lag. Daarnaast durft er binnen het COA niemand tegen haar in te gaan, worden zaken niet goed geregeld en is er een groot verloop van medewerkers (NOS). Deze personen hebben hun kritiek al binnen het bedrijf aangekaart, maar daar werd niets mee gedaan. Albayrak reageert hierop door via de NOS te vertellen dat ze deze situatie niet herkent en ze ontkent dat er klachten zijn gekomen over haar bestuursstijl. Als reactie hierop heeft PvdA-kamerlid Hans Spekman een debat aangevraagd. Hieruit volgde een gesprek tussen de minister en de raad van toezicht om feiten boven water te krijgen (NRC Handelsblad). Eind september 2011 wordt er besloten dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de bedrijfscultuur van het COA en naar de Raad van Toezicht. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd door Raad van State-lid Rein Jan Hoekstra. Tijdens dit onderzoek is Albayrak voorlopig op non-actief gezet. Het onderzoek naar de Raad van Toezicht moet duidelijkheid geven waarom het mogelijk was dat er niets met de klachten van de medewerkers werd gedaan. In oktober 2011 wordt er een meldpunt opgericht waar werknemers van het COA zich kunnen melden als ze zich niet veilig voelen binnen de bedrijfscultuur. Ook komt deze maand het nieuws dat Albayrak een kort geding heeft aangespannen om weer aan het werk te mogen. Dit kort geding wint zij niet. Albayrak mag zolang het onderzoek nog loopt niet meer haar functie als directeur voortzetten bij het COA, omdat zij het onderzoek zou kunnen belemmeren (NRC Handelsblad).
29
In november 2011 stapt Albayrak naar de Raad van de Journalistiek. Ze is van mening dat de NOS kwetsende nieuwsberichten met onjuiste feiten heeft uitgezonden op televisie. In november 2011 komen ook enkele onderzoeksresultaten in het nieuws. NRC Handelsblad meldt dat Albayrak miljoenen aan externe managers en adviseurs betaalde. Het salaris van hen lag zelfs hoger dan dat van Albayrak zelf (NRC Handelsblad). In januari 2012 krijgt Albayrak het nieuws te horen dat ze weer als algemeen directeur aan het werk mag bij het COA. Het gerechtshof in Den Haag heeft dit bepaald, omdat de onderzoeksresultaten tot nu toe positief uitvallen en er rehabilitatie moet plaatsvinden. De ondernemingsraad van het COA vindt het echter onverstandig als Albayrak weer gaat werken voordat het onderzoek compleet is afgerond. In februari bericht NRC Handelsblad dat het COA Albayrak eigenlijk liever helemaal niet terug wilt hebben als algemeen directeur. Er wordt besloten dat haar terugkomst voorlopig wordt uitgesteld totdat het onderzoek is afgerond (NRC Handelsblad). Albayrak spant in maart 2012 een kort geding aan tegen de commissie die het werkklimaat en de bestuursstructuur van het COA onderzoekt. Ze wil inzage in alle onderzoeksresultaten. Dit kort geding wint zij echter niet. In april 2012 komt het volledige onderzoeksrapport naar buiten, hieruit blijkt dat Albayrak wordt ontslagen bij het COA. Ze reageert zelf fel op de uitslag van het onderzoek en is het niet eens met de beslissing dat ze ontslagen wordt. Daarnaast vindt ze dat er veel onjuistheden in het onderzoeksrapport zijn opgenomen (NRC Handelsblad). 3.4.2 Analyse media De NOS en NRC Handelsblad hebben beide veel nieuwsberichten gewijd aan het nieuws rondom Albayrak. De NOS had hierbij een grote onthullende rol, omdat de werknemers van het COA bij de NOS de klok luidden over de slechte werkomstandigheden bij het bedrijf. De NOS heeft hier veel aandacht aan besteed in een reportage. NRC Handelsblad berichtte veel over het verloop van het schandaal. Niet alleen de professionele media berichtten veel over het schandaal, maar via de sociale media werd er veel kritiek op Albayrak geuit. Dit gebeurde onder andere via blogs, spottende cartoons en Tweets op Twitter. De professionele media berichtten op een bepaalde manier over het schandaal rondom Albayrak. Er werd gebruik gemaakt van framing, waardoor er een masterframe ontstond. Dit dominante beeld in de media zal ik analyseren aan de hand van de berichtgeving over de omstandigheden van Albayrak, over haar persoonlijkheid en berichtgeving over externe factoren die een rol speelden voor Albayrak haar handelen.
30
Over de omstandigheden waarin Albayrak handelde, wordt bijna niets gezegd. Daarentegen wordt zeer veel gezegd over de persoonlijkheid van Albayrak. Werknemers van het COA luidden de klok bij de NOS over de slechte manier van leidinggeven door Albayrak. Hun kant van het verhaal krijgt veel media-aandacht. De kritiek die zij geven op Albayrak is ongenuanceerd en een persoonlijke aanval op haar. Het nieuws besteedt hier veel aandacht aan en de berichtgeving wordt vanuit de werknemers belicht. De invalshoek vanuit de werknemers zorgt ervoor dat Albayrak negatief in het nieuws komt. De klachten komen in het nieuws, voordat het onderzoek naar de manier van leidinggeven door Albayrak is afgerond. In het nieuws komt Albayrak ook regelmatig aan het woord. In deze reacties ontkent ze dat ze slecht gehandeld heeft. Er wordt echter niet verder ingegaan op haar reactie, maar juist op de klachten van de werknemers en de vermoedelijke fouten die ze heeft gemaakt. De fouten die gemaakt zijn binnen het bedrijf worden in het nieuws, nog voordat het onderzoek is afgerond, direct toegekend aan Albayrak. De nieuwsberichten over de pogingen van Albayrak om de NOS aan te klagen en een kort geding aan te spannen tegen het COA bevatten een persoonlijke aanval op Albayrak. Dat deze pogingen mislukken, wordt niet als opvallend beschouwd en daarnaast wordt er vooral aandacht besteed aan de juiste manier waarop de NOS journalistiek heeft bedreven. De invalshoek is niet vanuit de kant van Albayrak. Dit is ook het geval bij het nieuwsbericht over het terugkeren van Albayrak bij het COA. Dit nieuws wordt benaderd vanuit het COA. Zij willen haar niet terug, terwijl Albayrak graag wel weer aan het werk wilt. Dit zorgt ervoor dat de lezer eerder zal denken dat het COA gelijk heeft: de argumenten om haar niet terug te willen worden meer belicht. In het nieuws worden de reacties van Albayrak vaak negatief neergezet. Zo wordt er regelmatig gezegd dat ze fel reageert. Als Albayrak vertelt dat ze het erg vindt dat haar dure Mercedes is verkocht, wordt dit negatief in het nieuws gebracht. Het wordt namelijk gekoppeld aan het feit dat ze het niet net zo erg vindt als toen Mauro uit het land werd gezet. Via de media wordt het nieuws rondom Albayrak de buitenwereld in gebracht. Het masterframe richt zich vooral op Albayrak. De persoonlijke fouten die ze wellicht gemaakt heeft, worden nadrukkelijk belicht, voordat het onderzoek naar haar handelen is afgerond. Albayrak reageert regelmatig in het nieuws, maar haar woorden worden negatief in het nieuws verwerkt. Op 11 oktober 2011 geeft Albayrak voor het eerst na het schandaal een uitgebreid interview bij De Volkskrant. Hierin vertelt ze hoe zij het mediaschandaal heeft ervaren.
31
3.4.3 Analyse interview In het interview (zie: bijlage 4) vertelt Albayrak haar kant van het verhaal. Ze geeft aan dat ze zich geslachtofferd voelt door de media, omdat het een persoonlijke aanval betrof en er niet naar de feiten werd gekeken. Via de media zijn er grove uitspraken geweest over haar persoonlijkheid, voordat het onderzoek was afgerond en zonder dat die mensen haar kenden. In het interview geeft ze aan dat ze dit als grof en pijnlijk heeft ervaren. De beschuldigingen kwamen voor haar als een verrassing. De uitspraken over het te hoge salaris en haar auto vond ze erg negatief en zag ze als een persoonlijke aanval, doordat het totaal geen toegevoegde waarde had op de klachten over haar werkwijze. De media zullen volgens haar alleen de negatieve aspecten benoemen en laten de positieve aspecten die het bedrijf onder andere door haar heeft bereikt buiten beschouwing. Albayrak ontkent in het interview dat ze op een verkeerde manier heeft gewerkt bij het COA en dat ze zelf verantwoordelijk was voor haar hoge salaris. Hierdoor draagt ze veel verklaringen aan over de omstandigheden van het mediaschandaal. Volgens haar is het schandaal tot stand gekomen doordat de NOS een reportage over de beschuldigingen op haar uitzond op basis van anonieme bronnen. De berichtgeving over haar slechte manier van werken vond vlak voor een grote reorganisatie plaats. Albayrak geeft aan dat ze de onjuistheid, grofheid en timing iets te opvallend vond. Ze vermoedt dat wellicht teleurgestelde mensen die geen kansen krijgen haar weg wilde hebben. In het interview draagt Albayrak verklaringen voor haar gedrag aan. Ze geeft aan dat haar karakter daadkrachtig is en ze binnen haar functie ingrijpende besluiten nooit uit de weg is gegaan. Het kan volgens haar zijn dat werknemers dit als hard hebben ervaren, maar volgens Albayrak is deze manier van werken in haar functie onvermijdelijk. Ze geeft aan dat ze een stevige bestuurder is die mensen wil inspireren en graag in termen van kracht denkt. Verder geeft Albayrak aan dat ze geen extreem dure auto had, haar nooit is gevraagd om over het salaris te onderhandelen, dat de Raad van Toezicht haar salaris bepaalde en dat de klachtencommissie voor werknemers nooit een klacht heeft ontvangen die behandeld moest worden. Tijdens het schandaal heeft Albayrak weinig in de media geuit, maar is ze wel in de verdediging gegaan door een kort geding aan te spannen tegen het COA en naar de Raad van de Journalistiek te stappen. Deze verdediging past goed binnen de theorie van Kepplinger. Albayrak vond de berichtgeving vanuit de NOS niet terecht en een onterechte persoonlijke aanval. Om hiermee om te gaan, gaat ze in de verdediging tegenover de NOS.
32
Via de media wilde ze tijdens het schandaal niet veel zeggen, het zou volgens haar direct weer tegen haar gebruikt worden. Albayrak vertelt in dit interview voor het eerst haar kant van het verhaal en hoe zij het mediaschandaal heeft ervaren. Hieruit kan ik concluderen dat ze zich geslachtofferd voelt door de grote hoeveelheid media-aandacht en door de persoonlijke aanval vanuit de media op Albayrak. De theorie van Kepplinger klopt op het punt dat de media vooral focust op de persoonlijkheid van Albayrak. Zij voelt zich hierdoor geslachtofferd. In het interview ontkent Albayrak nog steeds, in tegenstelling tot de andere cases, dat ze verkeerd heeft gehandeld. Hierdoor draagt zij veel verklaringen aan voor de situatie waarin dit mediaschandaal kon ontstaan, maar niet voor haar handelen. Doordat ze wel zelf de nadruk legt op de omstandigheden, aangeeft slachtoffer van de media te zijn geworden, zelf in de aanval gaat door middel van rechtszaken tegen onder ander de NOS en aangeeft dat ze het psychisch zwaar had door de grote hoeveelheid negatieve publiciteit, wordt de theorie van Kepplinger weldegelijk bij dit mediaschandaal herkend.
33
3.5 Vergelijking cases De vier onderzochte mediaschandalen speelden zich allemaal af rondom personen met een hoogstaande functie binnen de medische, academische, topsport en politieke omgeving. Alle vier de schandalen kregen veel aandacht van de (sociale) media. Tussen de mediaschandalen zijn meerdere overeenkomsten en verschillen te benoemen. Ten eerste het masterframe. Bij alle vier de persoonlijke mediaschandalen werd er een misstand aan de kaak gesteld, waarbij de berichtgeving duidelijk maakte dat er een fout is gemaakt door de hoofdrolspelers. Het masterframe zorgde ervoor dat er een morele consensus bestond over het feit dat het fout was wat de hoofdrolspelers hadden gedaan. De professionele berichtgeving was bij Steur en Albayrak persoonlijk negatief voor de hoofdrolspelers. Bij deze twee schandalen werd de nadruk vooral op de persoonlijkheid gelegd en minder op de omstandigheden waarin er verkeerd is gehandeld. Opvallend is dat de berichtgeving bij de schandalen over Steur en Albayrak vooral vanuit de invalshoek van de tegenstanders komt en er nadruk wordt gelegd op de fouten die Steur en Albayrak hebben gemaakt, voordat het onderzoek naar deze eventuele fouten is afgerond. Bij Stapel en Armstrong werd er meer nadruk gelegd op de omstandigheden waarbinnen verkeerd gehandeld kon worden en wordt de zaak vanuit twee kanten belicht. Opvallend bij deze twee schandalen is wel, dat zowel Stapel als Armstrong veel negatieve publiciteit over zich heen kregen via de sociale media: hier ging het er een stuk minder genuanceerd aan toe. Zowel Steur als Stapel konden de grote hoeveelheid negatieve publiciteit via de media niet aan en doken onder. Zij voelden zich beide gecriminaliseerd. Albayrak ondervond net als Stapel psychische klachten door de grote hoeveelheid negatieve publiciteit. Zij voelde zich geslachtofferd door de media, doordat de berichtgeving vooral een persoonlijke aanval op haar was en zich te weinig op de feiten focuste. Armstrong daarentegen vond de negatieve publiciteit terecht. Hij vond het niet fijn, maar hij vond dat hij het verdiende. Opvallend bij Stapel is dat hij via de professionele media niet persoonlijk werd aangevallen. Dat hij depressief raakte door de negatieve publiciteit komt waarschijnlijk door de grote hoeveelheid aandacht en de negatieve persoonlijke aanvallen vanuit de sociale media. De reacties van de hoofdrolspelers verschillen ook per schandaal. Steur en Stapel ontwijken de media zo veel mogelijk gedurende het schandaal. Armstrong en Albayrak gaan juist in verzet en ontkennen dat ze iets fout hebben gedaan. Albayrak gaat direct in verzet tegen de NOS en spant een kort geding aan tegen het COA. Armstrong spant ook een rechtszaak aan tegen het USADA. Beide berichten hier openlijk over in de media. Hierbij is
34
het opvallend dat diegene die bekend hebben de media-aandacht willen vermijden, terwijl diegene die ontkennen juist in de verdediging gaan en de media opzoeken. In de interviews leggen alle vier de hoofdrolspelers de nadruk op de omstandigheden waarin ze verkeerd hebben gehandeld. Albayrak ontkent in het interview dat ze verkeerd heeft gehandeld, maar legt wel de nadruk op de omstandigheden waarbinnen het mediaschandaal is ontstaan. Steur, Stapel en Armstrong geven alle drie ook veel verklaringen voor hun verkeerde gedrag. Ze leggen uit wat in hun ogen de oorzaken zijn voor hun gedrag. Hiervoor dragen ze echter ook veel argumenten aan die te maken hebben met de omgeving waarin ze leven. Zowel Steur, Stapel als Albayrak voelen zich slachtoffer van de media. De grote hoeveelheid media-aandacht samen met de negatieve berichtgeving hadden effect op hun welzijn. Stapel werd er depressief van, Albayrak voelde zich geslachtofferd en Steur dook onder. Steur en Stapel voelen zich daarnaast ook slachtoffer van hun daden. Bij Armstrong is er geen sprake van een slachtofferrol, maar wel die van een dader. Albayrak daarentegen voelt zich alleen slachtoffer en geen dader. Bij alle vier de mediaschandalen wordt de theorie van Kepplinger deels bevestigd, maar op verschillende punten. Bij Steur is er duidelijk een slachtofferrol door de media en een daderrol door zijn handelen aanwezig. Daarnaast kreeg hij psychologische klachten door de negatieve publiciteit, gaf hij een interview om de druk vanuit de media te verlagen en legde daarin zelf vooral de nadruk op de omstandigheden. Echter ontbrak de agressieve opstelling jegens de media bij hem om de theorie van Kepplinger in het geheel te bevestigen. Bij Stapel is ook een duidelijke slachtofferrol en daderrol te herkennen. Zo begon hij psychologische klachten te ondervinden door de media-aandacht. Tevens heeft hij een boek geschreven om van de media-aandacht af te komen en het voor zichzelf te verwerken. Bij hem ontbreekt echter ook de agressieve opstelling jegens de media. Verder wordt de theorie van Kepplinger ook niet bevestigd op het punt over de nadruk binnen de media op zijn persoonlijkheid. Bij de nieuwsberichten werd Stapel namelijk niet hoofdzakelijk persoonlijk aangevallen, maar ging het vooral over de omstandigheden. Het mediaschandaal rondom Armstrong bevestigt de theorie van Kepplinger het minst. Armstrong voelt zich geen slachtoffer van de media, kreeg geen psychologische klachten door de grote hoeveelheid media-aandacht, in de berichtgeving van de media lag geen nadruk op zijn persoonlijkheid en in het interview legde Amrstrong ook veel nadruk op zijn gedrag en niet alleen op de omstandigheden. De theorie wordt wel bevestigd omdat Armstrong een
35
interview gaf om van de mediadruk af te komen en omdat hij een agressieve opstelling jegens de media uitte door een rechtszaak aan te spannen en dit publiekelijk mee te delen. Het mediaschandaal rondom Albayrak bevestigt de theorie op bijna alle punten. Ze voelt zich slachtoffer van de media, ondervond psychologische klachten door de mediaaandacht, stelde zich agressief op door een rechtszaak aan te spannen tegen de NOS, de berichtgeving legde de nadruk op haar persoonlijkheid en zijzelf benadrukte de omstandigheden. De theorie van Kepplinger wordt niet in z’n geheel bevestigd, omdat ze zich geen dader voelt: ze ontkent dat ze iets fout heeft gedaan. Bij drie van de vier schandalen voelde de hoofdrolspelers zich slachtoffer van de media. Dit gevoel overheerste het gevoel van dader door verkeerd handelen. Bij deze drie gevallen verschilde het masterframe. Steur en Albayrak werden wel persoonlijk aangevallen op hun fouten voordat het onderzoek was afgerond door de professionele media, maar Stapel niet. Toch voelde hij zich ook slachtoffer. Hieruit kan ik concluderen dat het niet alleen gaat om de persoonlijke aanval, maar ook vooral om de grote hoeveelheid media-aandacht en negatieve publiciteit die de hoofdrolspelers over zich heen krijgen. De drie hoofdrolspelers die zich slachtoffer van de media voelen, vinden dat de media teveel nadruk legden op hun persoonlijkheid in plaats van op de omstandigheden waain zij verkeerd gehandeld hadden. Hierdoor trekken zij het zich persoonlijk aan en ondervinden op den duur psychologische klachten.
36
4. CONCLUSIE & DISCUSSIE In dit onderzoek heb ik aan de hand van vier cases de hoofdvraag: ‘In hoeverre en waarom voelen vier verschillende hoofdrolspelers van mediaschandalen zich meer slachtoffer dan dader door de dominante beeldvorming die tijdens het schandaal door de media werd gecreëerd?’ proberen te beantwoorden. Hierbij is gekeken naar de dominante beeldvorming in de media rondom het schandaal. Deze dominante beeldvorming is gekoppeld aan een inhoudsanalyse van een interview met de hoofdrolspeler. Op deze manier kon ik analyseren in hoeverre en waarom de vier verschillende hoofdrolspelers zich meer slachtoffer dan dader voelen. Een onderzoek naar mediaschandalen bekeken vanuit het perspectief van de hoofdrolspeler is nog niet veel uitgevoerd en levert onder andere aan de hand van de theorie van Kepplinger interessante resultaten op. Het is opvallend dat bij de schandalen waar wordt bekend snel veel media-aandacht uitgaat naar de omstandigheden waarbinnen dit had kunnen gebeuren in zowel de medische als de academische wereld. Hieruit kunnen daders wellicht leren dat het toegeven van de gemaakte fouten minder persoonlijke media-aandacht op kan leveren. Daarnaast kan het ervoor zorgen dat de omstandigheden waarbinnen het mogelijk was verkeerd te handelen, onder de loep worden genomen en snel kunnen worden verbeterd. Uit dit onderzoek blijkt dat er in de berichtgeving vanuit de media regelmatig verwijten worden gemaakt richting de hoofdrolspeler, voordat er bewijs van de gemaakte fouten is. Daarnaast wordt er bij alle vier de schandalen vanuit de media gebruik gemaakt van framing, maar valt er te betwijfelen of in alle vier de gevallen het masterframe juist was. Hierin werd wel duidelijk naar voren gebracht dat er fout gehandeld was, maar in sommige gevallen was er nog geen enkel bewijs en werden de hoofdrolspelers al gecriminaliseerd. De media kunnen aan de hand van dit onderzoek kritisch nadenken over deze berichtgeving. De theorie over wat mediaschandalen inhouden, de dynamiek, de rol van de media en de beeldvorming wordt in het onderzoek bevestigd en is goed bruikbaar. Daarnaast kan deze theorie worden uitgebreid met betrekking op het masterframe en hoe deze tot stand komt. De theorie van Kepplinger wordt in dit onderzoek geen enkele keer in zijn geheel bevestigd: verder onderzoek naar meer mediaschandalen zou aan moeten tonen of de theorie daardoor ook daadwerkelijk aangepast zou moeten worden.
37
Dit onderzoek biedt een interessant perspectief jegens mediaschandalen en daarnaast biedt het veel mogelijkheden voor verder onderzoek. Uit mijn onderzoek is gebleken dat de hoofdrolspelers die ontkennen in opspraak raken tegenover de media in tegenstelling tot de hoofdrolspelers die bekennen. Of dit bij meerdere schandalen gebeurt waarbij de hoofdrolspeler ontkent en waarom dit gebeurt is een interessant aspect voor verder onderzoek.
38
SAMENVATTING Bachelor scriptie waarin de hoofdvraag: ‘In hoeverre en waarom voelen vier verschillende hoofdrolspelers van mediaschandalen zich meer slachtoffer dan dader door de dominante beeldvorming die tijdens het schandaal door de media werd gecreëerd?’ wordt beantwoord aan de hand van vier persoonlijke mediaschandalen. Een analyse per case van de dominante beeldvorming in de media wordt gekoppeld aan een inhoudsanalyse van het interview van de hoofdrolspeler. Hierbij worden de cases met elkaar vergeleken en de verschillen bloot gelegd tussen schandalen waarbij de hoofdrolspeler ontkent en bekent.
39
BIJLAGEN Bijlage 1: Interview Ernst Jansen Steur NRC Handelsblad, 28 oktober 2013 Interview: Ernst Jansen Steur Door: Annette Toonen 'Mijn toekomst is een zwarte put ' Vrijdag start de tuchtzaak tegen ex-neuroloog Ernst Jansen en volgende week de strafzaak. Hij vertelde patiënten dat ze ernstig ziek waren, terwijl dat niet zo was. De meest bizarre bijnamen heeft hij gekregen. De Dr. Mengele van Enschede; Dr. Frankenstein; Horrorarzt. Hij is griezeldokter en gestoord monster genoemd. De in opspraak geraakte, medicijnverslaafde ex-neuroloog Ernst Jansen - voor het eerst sinds oktober 2009 weer bereid tot één enkel interview - reageert: ,,Het is afschuwelijk als je zulke kreten over jezelf hoort. Zo ten onrechte. Onbewezen." Vrijdag dient de tuchtzaak tegen de 68-jarige voormalige arts, maandag 4 november begint de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak, de grootste medische strafzaak ooit in Nederland. Vijftien dagen heeft de rechtbank in Almelo er voor uitgetrokken. Jansen staat terecht voor de schade die hij als arts in het Medisch Spectrum Twente (MST) in Enschede tussen 1997 en 2004 zou hebben aangericht met verkeerde diagnoses en het onnodig voorschrijven van zware medicijnen, zoals Exelon. Hij vertelde patiënten dat ze alzheimer of multiple sclerose hadden, terwijl dat niet zo was. Verder moet hij zich verantwoorden voor valsheid in geschrifte, diefstal van receptenbriefjes - waarmee hij in zijn medicijnverslaving voorzag - en verduistering. Jansen voelt zich ,,gespannen en nerveus" nu de inhoudelijke zittingen dichterbij komen. Naar de voorbereidende zittingen is hij niet gegaan. ,,Daar was geen noodzaak toe; het ging over procedures." Maar vanaf vrijdag zal hij erbij zijn: ,,Ik wil mijn gezicht laten zien, verantwoording afleggen en zelf antwoord geven op vragen die er zijn." De ex-neuroloog ziet op tegen de confrontatie met zijn ex-patiënten. Hoe zullen zij reageren als ze oog in oog met hem staan? Jansen: ,,Ik ben bang voor agressie, bang dat iemand mij
40
iets wil aandoen. In zulke zaken kan er van alles gebeuren. Het sentiment heeft de afgelopen tijd grote proporties aangenomen, in en door de media." Graag had hij de slachtoffers van tevoren buiten de rechtszaal ontmoet, in alle rust, maar ze zijn niet op de schriftelijke uitnodiging via zijn advocaat, Frank van Gaal, ingegaan. Jansen: ,,Ik vind dat jammer. Misschien kan het in de toekomst nog." Casual gekleed - spijkerbroek, overhemd, sweater - zit hij aan tafel in het kantoor van zijn advocaat in Wijchen, een velletje met aantekening en een insteekhoes met artikelen voor zich. Hij heeft net een bespreking achter de rug met Van Gaal. Op zijn advies heeft Jansen ingestemd met een interview. ,,Van mij had het niet gehoeven, maar mijn advocaat zei: 'Je moet toch wat opening geven, ook los van de strafzaak zijn er nog veel vragen te beantwoorden'." Jansen zegt te beseffen welk ,,gigantisch leed" hij ex-patiënten heeft aangedaan. ,,Er is nogal wat met deze mensen gebeurd, met hun familie en hun partners. Vanwege de diagnose zijn ze verhuisd, gestopt met werken. Hun hele leven stond op zijn kop. Als een behandeling mishandeling wordt, dan is dat niet te verkroppen." Dat spijt hem. Hij maakt zijn excuses. Nogmaals. In 2009 bood hij ze ook al aan. Krokodillentranen, reageerde letselschadespecialist Yme Drost toen. Hij bracht de affaire in 2005 aan het rollen. Inmiddels hebben 220 ex-patiënten of hun nabestaanden zich bij hem gemeld. Jansen over de opmerking van Drost: ,,Dat zou ik ook zeggen in zijn geval. Het is de rol die hij moet spelen. Het is partij en tegenpartij. Er is een periode geweest dat hij positief was over mij, toen hij mijn patiënt was." Jansen houdt rekening met een moeilijke rechtsgang. Er liggen negen ,,nogal gecompliceerde ziektegeschiedenissen" voor bij de rechtbank, waaronder één van een patiënt die zelfmoord pleegde. Volgens zijn advocaat is het de vraag in hoeverre Jansen verwijtbaar en onzorgvuldig heeft gehandeld en of hij in zijn ,,woest grote praktijk", naar zijn eigen zeggen de grootste van Twente, meer fouten heeft gemaakt dan andere artsen. Jansen: ,,Wij hebben veel argumenten om te zeggen dat diagnoses zorgvuldig tot stand zijn gekomen. Maar die diefstal, verduistering en valsheid in geschrifte - dat wordt een zware dobber. Daarvan kan ik niet zeggen: 'Dat is niet gebeurd'." Bij Lewy Body Project, een stichting die zich bezighield met neurologisch onderzoek, zou u als voorzitter ruim 88.000 euro hebben verduisterd. Wat heeft u met dat geld gedaan? ,,Kleding van gekocht. Wat nog meer? Kunst? Ja, ook. Ik heb er ruim van geleefd. Maar ik
41
schaam me nu rot. Het is jatten. Om niks. Ik had het helemaal niet nodig. Het is wezensvreemd, afwijkend gedrag, vervaging van normbesef." Ook de toevoeging Steur, de meisjesnaam van zijn moeder, aan zijn achternaam, in 1994, is daar een uiting van, stelt hij. In een interview in 2009 in NRC Handelsblad zei hij dat hij de naam uit liefde voor zijn moeder gebruikte. Jansen nu: ,,Het is een mooie vlag, Jansen Steur. Mijn omgeving had er de pest aan. Volgens familieleden en collega's was dat al een signaal dat er iets aan de hand was, dat het niet goed liep. Kun je zulke dingen zomaar doen? Zo leven met je eigen normen, je eigen kwaliteiten overschatten. Na mijn verslaving heb ik ingezien dat het een teken was van afwijkend normbesef. Ik gebruik de naam Steur niet meer." Over het oordeel dat de rechtbank uiteindelijk zal vellen, heeft hij ,,geen optimistische gedachten". Houdt u rekening met celstraf? ,,Ja, ik ben een beetje een pessimist. Mijn blik op de afloop van het proces en de toekomst is niet zonnig. De bak in, de poet in; het is niet onmogelijk. In mijn geval - ik ben nu 68 jaar - is dat al snel levenslang. Maar wat er ook gebeurt, ik heb al levenslang. Ik neem dit mijn hele verdere leven met mij mee; het onherstelbare leed dat ik heb berokkend en het gevoel van diepe schaamte dat daarmee gepaard gaat." Het afgelopen jaar kwamen er steeds meer bedenkelijke zaken naar boven rond Jansen. Autopsies zonder toestemming; het oneigenlijk toedienen van morfine; het mogelijk ten onrechte laten uitvoeren van hersenoperaties en -biopsieën; geëxperimenteer met medicijnen en twijfels over zijn wetenschappelijke werk. Ondertussen bleek u ook nog steeds als arts in Duitsland aan het werk te zijn, tot ontzetting van velen. Jansen: ,,Er is nooit sprake geweest van lijkschennis of het doodspuiten van mensen. Voor algehele obductie heb ik altijd toestemming gevraagd. Als mensen zeggen dat het niet zo is, dan hebben ze het verkeerd begrepen, naar mijn idee. Hersenbiopsieën en -operaties hebben volgens de regels der geneeskunde plaatsgehad." Hij staat nog steeds pal voor zijn talrijke wetenschappelijke publicaties, ook al wees nader onderzoek van het ziekenhuis uit dat ,,voor een aantal studies geen getoetst protocol is gevonden". Jansen reageert: ,,Weet u, al die zaken zijn ook helemaal niet aan de orde in de strafzaak." Hij voelt zich gecriminaliseerd zonder dat hij is veroordeeld, door de pers, door de letselschadespecialist die de slachtoffers vertegenwoordigt. ,,Zo ben ik afgeschilderd als lijkschenner en vergeleken met Mengele - een kreet van Youp van 't Hek. Afschuwelijk. Dat heeft een enorme impact. Ik kan wel zeggen dat het niet zo is, maar het staat in alle kranten.
42
Lijkschennis, dat onthouden de mensen. Je kunt je er niet tegen verzetten, het enige wat je kunt doen is je terugtrekken." Jansen leeft ,,ondergedoken" ergens in het midden van Duitsland. ,,In een kleine plaats waar ze De Telegraaf niet verkopen." Hij wordt al achterdochtig als hij daar een auto met een Nederlands kenteken ziet rondrijden. ,,Ik ben ook zo min mogelijk in Nederland geweest." Door alles wat er het afgelopen jaar is gebeurd, verkeert hij in een ,,existentiële crisis", een depressie, zoals hij het zelf zegt. Hij staat (weer) onder behandeling van een psychiater. ,,Ik kreeg het zelf niet meer op een rijtje." Pillen weigert hij te slikken. Jansen wil niet opnieuw verslaafd raken. ,,Het leven houdt niet over aan charmes, geneugten en plezier. De toekomst is een zwarte put." U zei in het vorige interview dat de foute diagnoses voortkwamen uit uw verslaving in de periode van 1999 tot 2004. Maar in het dossier zitten drie zaken die ouder zijn, hoe kan dat? ,,Ik had voor 1999 ook al een moeilijke periode. Ik had grote persoonlijke moeilijkheden, verkeerde in een crisis. Wat precies? Dat kan ik u niet zeggen. Daar ben ik de weg al kwijtgeraakt, zonder het zelf te beseffen. Het slikken van pillen in de jaren daarna gaf uiteindelijk tijdelijk rust." Dat een ernstig verkeersongeval in de herfst van 1990 en het verleden van zijn vader - hij was NSB'er - een rol hebben gespeeld, heeft hij altijd ontkend. Inmiddels is hij daar niet meer zo zeker van. ,,Dat zal het gedragskundige onderzoek dat ik heb ondergaan, moeten uitwijzen. Het rapport is er nog niet. Ik kan niet uitsluiten dat er een relatie ligt met het verleden van mijn vader. Zo direct na de oorlog, heeft het hebben van zo'n vader invloed op je leven, in negatieve zin." Hoe dan? ,,Hoe reageer je op iets, hoe is je geestelijke evenwicht? Niks gunstigs, destabiliserend. Het heeft uitwerking op al je doen en laten. Laat de psychiater zich er maar over buigen." Dat hij begin jaren 90 ook al verslaafd was, zoals justitie beweert, weerspreekt hij. Hij kreeg toen medicijnen voorgeschreven vanwege klachten na een zware hersenschudding die hij had opgelopen bij het ongeluk. U heeft sinds uw gedwongen vertrek uit Enschede in tenminste zeven Duitse ziekenhuizen gewerkt, ook toen u zich in 2009 uit het beroepsregister (BIG) had uitgeschreven. Waarom heeft u dat gedaan? U zei in het vorige interview dat u zich realiseerde dat u nooit meer als arts zou kunnen werken. ,,Ik heb bedoeld te zeggen, in Nederland. Werken in Nederland is niet meer mogelijk. Ik heb
43
het nooit als een beletsel gezien om zonder BIG-registratie in Duitsland te werken. Wettelijk is daar geen bezwaar tegen. Ik ben niet veroordeeld. Ik zag mijn kwaliteiten. Mijn verslaving was achter de rug. Ik kon het weer, ik werk graag, werken is mijn leven, mijn hartstocht.'' Kan ik u eigenlijk wel geloven? U heeft dingen gezegd die later niet waar bleken te zijn. ,,Ik ben betrouwbaar." U zei de vorige keer ook dat u de tijd doodde met schrijven en bijeenkomsten van de Anonieme Alcoholisten. Maar u was aan het werk. ,,Dat kon ik toen niet zeggen." Werkt u nu nog ergens als arts? ,,Nee, ik moet al mijn aandacht geven aan het strafproces. Werken is nu geen haalbare kaart meer. Dat ik er helemaal uit lig, veroorzaakt een gigantische leegte. Het speelt mee bij mijn depressie. Ik heb niks meer omhanden." Yme Drost zei begin dit jaar: ,,Jansen is onverbeterlijk." Oud-senator Wolter Lemstra, die op verzoek van het Medisch Spectrum Twente tot twee keer toe onderzoek deed naar uw praktijk, stelde: ,,Hoe eerder in de cel, hoe beter. Die man heeft een plaat voor zijn kop. Hij trekt zich nergens iets van aan." ,,Ik kan voor mijzelf verantwoorden wat ik heb gedaan in Duitsland." Dat bedoelen deze mensen, u gaat door alsof er niets aan de hand is. ,,Ja, misschien is dat onhandig. Misschien moet je zoiets niet doen in het licht van alles wat er speelt, maar wat weegt het zwaarst? Het werken ging goed, wist ik. Er hebben zich geen moeilijkheden voorgedaan." Nou, in Worms is een inmiddels overleden vrouw hulpbehoevend geraakt na een ruggenprik, beweert de advocaat van de nabestaanden. ,,Dat zich bij deze vrouw complicaties hebben voorgedaan, is zeker. Maar de punctie is volgens de normen en zorgvuldig verricht. Als iemand drie jaar later overlijdt, lijkt het mij niet zo waarschijnlijk dat het door die punctie komt. Zoiets wordt er dan weer direct uitgelicht. Dat komt dan bovenop alle andere achterdocht. Mijn wens is om te werken. Ik neem kennelijk het risico dat ik word gepakt. Toen ik begin dit jaar in Heilbronn een journalist aan de lijn kreeg, wist ik wel meteen: het is klaar hier, over." Neuroloog Rien Vermeulen neemt het voor u op. Hij stelt dat in de neurologie vaker verkeerde diagnoses worden gesteld en geeft toe dat hij zelf ook MMSE-scores heeft vervalst om mensen met de diagnose alzheimer Exelon te kunnen voorschrijven. Wat vindt u daar van?
44
,,Dat is een kwestie van eerlijkheid. Het is goed dat hij zich zo positief over mij uitlaat. Maar hij moet er niet zelf ook door in de moeilijkheden komen." ,,Ik ben bang voor agressie, dat iemand mij iets wil aandoen. In zulke zaken kan er van alles gebeuren. inmiddels hebben 220 ex-patiënten of hun nabestaanden zich bij letselschadeadvocaat Drost gemeld met klachten over de omstreden neuroloog Van het gestolen geld heb ik ruim geleefd. Maar ik schaam me nu rot. Het is jatten. Om niks. Ik had het helemaal niet nodig. Yme Drost, de letselschadespecialist die slachtoffers van Jansen vertegenwoordigt, verbaast zich over de ontkenning van de ex-neuroloog ten aanzien van het zonder toestemming laten uitvoeren van obducties (sectie), het oneigenlijke gebruik van morfine en het ten onrechte laten verrichten van hersenoperaties. ,,De feiten spreken dat tegen", zegt hij. Drost kent meerdere zaken waarin nabestaanden aangeven dat er zonder toestemming een algehele obductie op hun dierbare is verricht. ,,Ik heb ook verklaringen van nabestaanden die vertellen hoe de morfinepomp aanging waarbij de hoeveelheid morfine snel flink werd opgeschroefd. Dat mag gewoon niet." Drost gelooft niet dat Jansen echt volledige openheid van zaken zal geven. ,,Als ik de stukken lees in de tuchtzaak, dan is er wat hem betreft niks aan de hand. Maar hoe kan het dan dat ik tachtig dossiers heb waarin schade is vergoed? Dat gebeurt alleen bij medisch verwijtbaar handelen." Dat Jansen veel kritiek krijgt en 'wordt gecriminaliseerd' heeft hij volgens Drost aan zichzelf te danken en het ziekenhuis waar hij werkte. ,,Alles is eerst in de doofpot gestopt, de hele zaak is zodoende maar mondjesmaat naar buiten gekomen." Drost bestrijdt dat de wetenschappelijke prestaties van Jansen in orde zijn. Hij pleit voor onderzoek door de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Ex-neuroloog Ernst Jansen ( Kamperland, 1945) werkt van 1978 tot eind 2003 in Medisch Spectrum Twente in Enschede. Hij wordt betrapt op diefstal en vervalsing van receptenbriefjes van collega's, waarmee hij medicijnen uitschrijft voor zichzelf. Hij geldt jarenlang als een vooraanstaand neuroloog. In 2002 spreekt hij als deskundige op tv over de ziekte van prins Claus. Hij heeft tientallen publicaties op zijn naam staan. Al snel na zijn vertrek merken collega's dat hij meerdere foute diagnoses heeft gesteld. Patiënten blijken níet te lijden aan gediagnosticeerde ziektes als alzheimer en MS.
45
In 2005 begint het in de letselschadepraktijk van Yme Drost in Hengelo op te vallen dat er steeds meer klachten zijn over Jansen. Na artikelen in De Twentsche Courant Tubantia en De Telegraaf melden zich tientallen patiënten. In 2007 vindt Drost het de hoogste tijd dat justitie, sinds 2004 op de hoogte van valse recepten, iets doet, maar er gebeurt niks. In 2009 komt justitie alsnog in actie, en ook het ziekenhuis. Datzelfde jaar wordt duidelijk dat het OM de arts vervolgt. Oud-senator Wolter Lemstra onderzoekt het handelen van Jansen op verzoek van het ziekenhuis. Hij concludeert dat Jansen al disfunctioneert sinds 1992. Hij mag nooit meer als arts werken, is het oordeel. In 2009 schrijft Jansen zich uit als neuroloog en later ook als arts. In ruil daarvoor is de Inspectie voor de Gezondheidszorg bereid af te zien van een tuchtklacht. Een 'deal' die later, als hij in Duitsland blijkt te werken, ophef veroorzaakt. In 2010 velt een commissie een hard oordeel over de Inspectie. Die had aangifte moeten doen van diefstal van medicijnen en het vervalsen van recepten, waar ze al sinds 2003 van op de hoogte is. In november 2012 blijkt dat justitie 9 patiëntendossiers heeft geselecteerd voor de strafzaak. In totaal worden Jansen 21 strafbare feiten ten laste gelegd. De rechtbank verwacht het vonnis 11 februari.
46
Bijlage 2: Gedeelte boek Ontsporing van Diederik Stapel Boek: Ontsporing Door: Diederik Stapel Bladzijdes: 9, 18,19, 20, 240, 241, 252, 253
47
Ik durf de scholieren niet goed aan te spreken. Ik vind het eng. Ik weet dat ik hier niet thuishoor en op zoek ben naar iets raars. De storm die in mijn brein woedt is enorm. Ik mag nu geen fouten maken en moet alles op alles zetten om mijn verhaal op de rails te houden. Hier is het gebeurd. Hier heeft het onderzoek plaatsgevonden. Hier, op station Zwolle, maar toch vooral op die hogeschool, ergens anders in de stad. Dat heb ik iedereen steeds verteld. Op die school zijn natuurlijk pas echt veel studenten die makkelijk te overtuigen zijn om mee te doen aan mijn onderzoek. Maar waar staat dat ding? Of zijn er verschillende locaties, her en der verdeeld over de stad? Dat zou wel heel vervelend zijn. Er begint een bus te rijden. Ik moet opzij springen, want ik sta midden op straat. De buschauffeur schudt verwijtend zijn hoofd en wijst naar de stoep. De scholieren die daar staan te wachten op de volgende bus, kijken geamuseerd toe. Ze zien een lange, donkere man; licht kalend, moderne bril, rommelig donker, grijzend haar. Ik draag een net pak en een luxe lichtblauw overhemd met chique, bijzondere manchetknopen. Het zijn ronde glazen knopjes waarachter een klein fotootje te zien is van mijn twee jonge dochtertjes. Ze zijn op vakantie en hebben allebei een vrolijk gekleurd zonnehoedje op en kijken, innig omarmd, lachend naar de camera. Ik zweet in mijn keurige, blauw gestreepte pak van Italiaanse makelij. Zomers, maar we! net te krap. Ondanks het tennissen en het vermijden van brood en kaas ben ik gewoon te dik. Al jaren. En het wordt steeds erger. Als ik met iemand sta te praten, moet ik mijn buik inhouden om een redelijke indruk te maken. Daar word ik vanzelf nog groter en rijziger van. Buik in, jasje dicht, borst naar voren. Professor doctor Stapel. Als ik thuis of op mijn werk achter mijn bureau zit, doe ik het liefst mijn riem een gaatje losser en maak ik het knoopje van mijn broek los om de eindeloze druk te verminderen en het zitten iets aangenamer te maken. Dus zeg maar Diederik. De hogeschool bevindt zich op een soort industrieterrein achter het station, weet ik nu. Een aardige, behulpzame jongen van een 18
48
jaar of zestien weet waar het is. Zijn zus studeert er. Vandaar. Hij spreekt zonder spaties. Hij heeft haast, want in zijn ooghoeken is de volgende bus gearriveerd. Zijn vrienden staan op hem te waehten. Hoe zou hij seoren in het puntenverdeelonderzoek? Competitief? Individualistisch! Egorstisch! Waarsehijnlijk sociaal, missehien zelfs wel altruistisch. Want hij staat me te woord en wijst me de weg, terwijl de bus die hem naar huis kan brengen aanstalten maakt om te vertrekken. Ik loop met grate stappen terug naar het straatje waar ik mijn auto heb geparkeerd, want oak ik heb haast. Daar aangekomen zie ik dat het sehuifdak wagenwijd openstaat. Computer, telefoon, portemonnee, alles ligt for grabs op de aehterbank. Nog steeds, gelukkig. Dit is Zwolle. Hier wonen alleen maar keurige mensen. Enkele maanden geleden hebben onverlaten op de parkeerplaats van de universiteit waar ik werk, de Universiteit van Tilburg, de aehterruit van mijn auto ingeslagen en mijn tas meegenomen. Computer, telefoon, portemonnee, pasjes, erediteards, aantekeningen - alles was weg. Het parkeerterrein grenst aan een praehtig bos. Ik had mijn auto dieht bij dit bos geparkeerd omdat ik als deeaan van de faeulteit voor gedrags- en sociale wetensehappen een openbare verdediging van een proefsehrift moest voorzitten en de ingang van de universiteitsaula waar de plechtigheid plaatsvond dicht bij het bos ligt. De dieven hadden waarsehijnlijk als moderne struikrovers op de loer gelegen. In de anderhalf uur dat ik in toga pleehtig had zitten luisteren naar het wetensehappelijke vraag-en-antwoordspel tussen een promovendus en zijn promotieeommissie, sloegen ze toe en verdwenen ze weer in het bos. Ik kan me niet meer herinneren waar het proefsehrift over ging. Ik weet wel dat ik, zoals meestal, de intelleetuele gedachtewisseling interessant had gevonden. Maar het was de zoveelste proefsehriftverdediging geweest die ik die week als deeaan had bijgewoond en het began allemaal een beetje door elkaar te lopen. Verboden boeken en de katholieke eensuur, type d-persoonlijkheid en geneessnelheid, latente klassenanalyse en school19
49
keuzes, lichaamstaal en hersengolven, emoties en hersengolYen, gezinsopbouw en arbeidsdeelname, keuzestress, Proefschriften zijn een belangrijke bron van inkomsten voor Nederlandse universiteiten. Dus hoe meer, hoe beter. Voor elk afgeleverd proefschrift krijgt een Nederlandse universiteit van de overheid een premie van zo'n 90.000 euro. Dit prikkelt universiteiten om constant op zoek te zijn naar manieren om het aantal proefschriften te verhogen. Vakgroepen die veel proefschriften afleveren, delen in de promotiepremie en kunnen zo extra inkomsten genereren. Hoogleraren die veel succesvolle proefschriften begeleiden staan in extra hoog aanzien en hebben meer in de melk te brokkelen. Geld, status, macht: het zijn perverse prikkels die ertoe kunnen leiden dat er in geval van twiifel af en toe een oogje wordt dichtgeknepen. Hoeveel hoogleraren zullen hun collega's vertellen dat een proefschrift niet aan de normen van de wetenschap voldoet en dat dit kan leiden tot een belangrijke inkomstendaling voor de alma mater? Genoeg gelukkig, genoeg ... maar de afweging wordt steeds moeilijker omdat universiteiten over steeds minder financiele middelen beschikken en de inkomsten die ze via het produceren van proefschriften kunnen verwerven steeds belangrijker worden. De druk om ergens een nietje door te slaan en er een proefschrift van te maken wordt steeds groter. Heeft iemand een mooi, erudiet boek geschreven over een tragische historische figuur? Bel hem op en vraag of hij er een proefschrift van wil maken. Heeft iemand een bijzondere dataset met patientengegevens! Moedig haar aan om wat artikelen over de data te publiceren, zodat ze kan promoveren. Heeft iemand vier jaar zitten zwoegen, inaar wil het nog steeds niet echt lukken! Probeer er toch maar een proefschrift van te maken. Een zesje is immers ook voldoende. Een matig of slecht proefschrift is beter dan geen proefschrift en daarom zijn steeds meer proefschriften een snel geproduceerd setje artikelen in plaats van een doorwrocht en zorgvuldigoverdacht meesterwerk. Dat is jammer, want 'zorgvuldig' is vaak beter dan 'snel'. Elk geproduceerd proefschrift belonen met een grote som geld komt de kwaliteit van het wetenschappelijke werk waarschijnlijk dus niet ten goede.
20
50
anders wijst, loopt altijd het risico dat hij per direct de ultieme jii-bak als weerwoord krijgt toegesnauwd: 'Dat moet jij nodig zeggen!' Ik heb geen recht van spreken meer. Dat recht heb ik verspeeld. En dat is mijn eigen stomme schuld. Maar er zijn grenzen. Voor mij werd een van die grenzen bereikt toen ik in oktober 20II het tussenrapport las van de onderzoekscommissie die zich boog over de omvang en aard van de wetenschappelijke fraude waar ik me aan had bezondigd. Ik vreesde het ergste. Ook allopen in mijn hoofd de herinneringen aan perfecte, goede, bijna-goede, een beetje foute, gedeeltelijk foute en volledig foute onderzoeken al heellang dwars door elkaar, en is het in mijn hoofd wat dat betreft een grote chaos, ook in oktober 2011 wist ik al dat ik in veel onderzoeken met data had zitten sjoemelen en andere onderzoeken volledig uit mijn duim had gezogen. Ik vermoedde dat dat in het oktoberrapport allemaal voor het eerst in het openbaar op een rij zou worden gezet. Ook verwachtte ik dat in het rapport te lezen zou zijn hoe ik te werk was gegaan, hoe ik mensen om de tuin had geleid, hoe ik verhalen over scholen, onderzoeksassistenten en uit te delen cadeaus voor aan mijn onderzoek meewerkende schooldocenten bij elkaar had gefantaseerd en hoe mijn web van bizarre leugens steeds grater en grater was geworden, om uiteindelijk te bezwijken. En inderdaad: in het rapport kon ik dat allemaal teruglezen. Mijn wangedrag werd in detail beschreven en breed uitgemeten. Terecht. Maar waar ik van schrok was dat de commissieleden ervoor hadden gekozen om deze feiteliike gebeurtenissen te larderen met een emotioneel, psychologiserend verhaal over de karaktereigenschappen die volgens hen ten grondslag zouden liggen aan mijn bizarre gedrag. Het was niet duidelijk op welke feiteliike gebeurtenissen deze karakteralogische analyse gebaseerd was en het was onthutsend om te merken dat de commissie niet onderzocht had of wellicht andere motieven, andere karakterologische schetsen, andere daderprafielen of wellicht andersoortige,
51
psychologische, sociaalpsychologische, sociologische of culturele verklaringen tot hetzelfde gedrag hadden kunnen leiden. De commissie had zich beperkt tot eenzijdig en onnodig gepsychologiseer met een inhoud die me diep raakte en me volledig uit het veld sloeg. De Diederik Stapel die de commissie beschreef herkende ik niet. Niet van een afstand en niet van dichtbij. De commissie had bedacht dat ik een enge, machtszieke man was, die in koelen bloede en op rationeel berekenende wijze mensen en de wetenschap de nek had omgedraaid. De Diederik Stapel van de commissie was een man met een diabolische, levensgevaarlijke persoonlijkheidsstructuur. Ik was in de war. Ik had moeite met mezelf en met de confrontatie met mijn wangedrag, ik was bedroefd over hoe er in de media over alles werd geschreven, ik schaamde me voor mijn immorele gedrag en ik was me bewust van de pijn die ik anderen had aangedaan en de consequenties die dat zou hebben voor de rest van hun en mijn leven, maar de psychoanalyse die de onderzoekscommissie in het rapport aan het papier had toevertrouwd voelde als karaktermoord. Na lezing van het rapport verkeerde ik dagenlang in shock en zakte ik nog dieper weg in mijn toch al niet zo oppervlakkige depressie. Ik kon slechts stil voor me uit staren, had bonzende hoofdpijn en was voor alles bang: de deurbel, de telefoon, kokende melk, internet, de buren, mijn kinderen, mijn vrouw, mezelf, de toekomst, het donker. Het oktoberrapport kwam op me over als een poging tot exorcisme. Wat ik las was niet louter een beschrijving of een verklaring van het kwaad, het was vooral een poging om het kwaad met wortel en tak uit te roeien. Ik zag mezelf afgeschilderd als een arrogante, manipulatieve oplichter, een kwade genius, als een diabolische onderzoeker die willens en wetens, een groot, vooropgezet masterplan volgend, alles deed om zo veel mogelijk mensen om de tuin te leiden. Echt] Ik loog de boel bij elkaar. Dat klopt, en de straf die daarbii hoort zal ik mijn hele leven met me mee moeten dragen. Maar had ik een plan? Had ik dan niet zorgvuldiger, slimmer en berekenender gehandeld? Mijn fraude was rommelig en vlug-vlug en zat vol met statistische fouten
52
er volgens hem binnen de bank heerst. Bestuurders noemen hun klanten denigrerend tnuppets, die ze zo snel mogelijk zo veel mogelijk geld afhandig proberen te maken. De top van Goldman Sachs doet de berichten af als lasterliik en nergens op gebaseerd. De oud-directeur is ongeloofwaardig omdat 'hij nooit meer dan 750.000 dollar per jaar verdiende en dus niet weet waar hij over praat'. Mede dankzij het financiele gooi- en smijtwerk van Goldman Sachs, Lehman Brothers en andere harteloze bankiers, zijn we in een wereldwijde crisis terechtgekomen. Hoe kom ik ooit weer aan de slag? Waarom (in's hemelsnaam!) heb ik gedaan wat ik heb gedaan? Het gesprek met de succesvolle headhunter is onthutsend. Hij is eerlijk en helder. Hij draagt een chic geruit colbertje met een geel-groen pochetje en een gebleekte spiikerbroek met een stoere cowboyachtige riem die sluit met een enorme zilveren gesp die tegen de onderkant van zijn net te bolle buik drukt. Terwijl hij praat, hangt hij licht achterover in zijn bureaustoel. Ik ben gespannen. Ik heb voor het eerst sinds maanden een jasje en een mooi, licht gekleurd overhemd aan. Ik draag de manchetknopen met het fotootje van mijn dochters erop. Ze lachen me bemoedigend toe: Kom op, pap. De headhunter zucht en buigt naar voren. Ik buig iets naar achter. Hij kiikt me verontschuldigend aan. Ik ben waarschijnlijk een aardige en intelligente man, maar ik maak geen schijn van kans. Nu niet en wellicht nooit niet. Het is natuurlijk ook vreselijk wat ik heb gedaan. Als hij me zo ziet zitten en hoort, snapt hij het niet. Waarom? Waarom heb ik het gedaan? Niemand zal mij willen aannemen. Niemand zal durven, wat ik misschien ook te bieden heb. Het is hard, maar het is niet anders. Er is geen plek meer voor mij in de maatschappij. Hij heeft de kranten gelezen en weet wat mensen over me zeggen. Ik zal me gedeisd moeten houden. 'Heb je het al gehoord? Stapel werkt nu bij x.' Niemand wil met mij geassocieerd worden. Hij zegt dat hij eerliik moet zijn omdat ik er anders ook niets aan heb. Ik knik. Hij heeft gelijk. Ik ben hem dankbaar dat hij zijn intuities zo ongecensureerd met me deelt. Ik moet zo lang moge-
53
lijk uit de schijnwerpers blijven. Ik moet niets doen wat de aandacht op mij vestigt, want dan word ik onherroepelijk weer keihard neergesabeld en platgestampt. Ik moet mezelf in het donker bewaren totdat dit over is. In een weckpot op een stoffige plank in een hoek van de kelder. Totdat iedereen me vergeten is. Waar rook is, is vuur, ook als het vuur allang gedoofd is en ook als het te vroeg of ten onrechte is aangestoken. 'Heeft die Diederik Stapel niet miljoenen aan onderzoeksgeld in zijn zak gestoken? Nee? Dat las ik anders wel ergens in de krant. Dat staat er echt niet zomaar hoor.' Als je een stuk in de krant of een artikel op internet leest met als kop 'Shakira gebruikt geen marihuana' waarin uitgebreid wordt verteld dat de geruchten dat de zangeres wekelijks marihuanasessies houdt met haar vriendinnen ongegrond blijken te zijn en onderdeel waren van een I aprilgrap van een groep studenten die wilden onderzoeken hoe snel sensationeel nieuws zich verspreidt, is de kans groot dat de (onware) Shakira-marihuana-link zich toch ergens in je geheugen heeft vastgezet en uiteindelijk weer boven zal komen drijven. Shakira? Was die niet aan de drugs? Dit soort onbedoelde insinuatie-effecten ontstaat doordat het menselijk brein moeite heeft met het opslaan van ontkenningen. In onze mediagenieke samenleving kan dat verstrekkende gevolgen hebben. Is president Obama een zenuwpees die nergens is zonder zijn autocue? U2'S Bono is geen jaloerse seksmaniak. Barbra Streisand is niet dood. Toen president Richard Nixon ten tijde van de Watergate-affaire meende te moeten verklaren 'I am not a crook', was zijn lot bezegeld. Waarom ontkennen wat niet waar is? Elke negatie suggereert de mogelijke waarheid van wat ontkend moet worden, omdat de kernassociatie (I-crook) pas ontkend kan worden (I-croak-not) nadat ze is begrepen en is geregistreerd. Om een ontkenning te begrijpen moet je ten eerste snappen wat er ontkend wordt. Om te begrijpen wat het betekent dat Shakira geen drugs gebruikt, moet je je eerst kunnen voorstellen wat het betekent als Shakira wel drugs gebruikt. AIs iemand tegen je zegt: 'dit is geen appel', kun je je alleen een 253
54
Bijlage 3: Interview Lance Armstrong Oprah Winfrey Network, 16 januari 2013 Interview: Lance Armstrong Door: Oprah Winfrey Did you ever take banned substances to enhance your cycling performance? "Yes." Was one of those banned substances EPO? "Yes." Did you ever blood dope or use blood transfusions to enhance your cycling performance? "Yes." Did you ever use any other banned substances such as testosterone, cortisone or Human Growth Hormone? "Yes." In all seven of your Tour de France victories, did you ever take banned substances or blood dope? "Yes." Was it humanly possible to win the Tour de France without doping, seven times? "Not in my opinion. that generation. I didn't invent the culture, but I didn't try to stop the culture." For 13 years you didn't just deny it, you brazenly and defiantly denied everything you just admitted just now. So why now admit it? "That is the best question. It's the most logical question. I don't know that I have a great answer. I will start my answer by saying that this is too late. It's too late for probably most people, and that's my fault. I viewed this situation as one big lie that I repeated a lot of times, and as you said, it wasn't as if I just said no and I moved off it." You were defiant, you called other people liars. "I understand that. And while I lived through this process, especially the last two years, one year, six months, two, three months, I know the truth. The truth isn't what was out there. The truth isn't what I said, and now it's gone - this story was so perfect for so long. And I mean that, as I try to take myself out of the situation and I look at it. You overcome the disease, you
55
win the Tour de France seven times. You have a happy marriage, you have children. I mean, it's just this mythic perfect story, and it wasn't true." Was it hard to live up to that picture that was created? "Impossible. Certainly I'm a flawed character, as I well know, and I couldn't do that." But didn't you help paint that picture? "Of course, I did. And a lot of people did. All the fault and all the blame here falls on me. But behind that picture and behind that story is momentum. Whether it's fans or whether it's the media, it just gets going. And I lost myself in all of that. I'm sure there would be other people that couldn't handle it, but I certainly couldn't handle it, and I was used to controlling everything in my life. I controlled every outcome in my life." You said to me earlier you don't think it was possible to win without doping? "Not in that generation, and I'm not here to talk about others in that generation. It's been well documented. I didn't invent the culture, but I didn't try to stop the culture, and that's my mistake, and that's what I have to be sorry for, and that's what something and the sport is now paying the price because of that. So I am sorry for that. I didn't have access to anything else that nobody else did." Usada issued a 164-page report. CEO Travis Tygart said you and US Postal team pulled off the most sophisticated, professional and successful doping programme sport has ever seen. Was it? "No. It definitely was professional, and it was definitely smart, if you can call it that, but it was very conservative, very risk-averse, very aware of what mattered. One race mattered for me. But to say that that program was bigger than the East German doping program in the '70s and '80s? That's not true." What was the culture? Can you explain the culture to us? "I don't want to accuse anybody else. I don't want to talk about anybody else. I made my decisions. They are my mistakes, and I am sitting here today to acknowledge that and to say I'm sorry for that. The culture was what it was." Was everybody doing it? That's what we've heard. Was everybody doing it? "I didn't know everybody. I didn't live and train with everybody. I didn't race with everybody. I can't say that. There will be people that say that. There will be people that say, 'OK, there are 200 guys on the tour, I can tell you five guys that didn't, and those are the five heroes', and they're right." How were you able to do it? Walk me through it. Pill deliveries, blood in secret refrigerators… how did it work?
56
"I viewed it as very simple. There were things that were oxygen-supplying drugs that were beneficial for cycling. My cocktail was EPO, but not a lot, transfusions and testosterone. "I thought, surely I'm running low [on testosterone following the cancer battle] but there's no true justification." Were you afraid of getting caught? In 1999 there was not even a test for EPO... " No. Testing has evolved. Back then they didn't come to your house and there was no testing out of competition and for most of my career there wasn't that much out-of-competition testing so you're not going to get caught because you clean up for the races. "It's a question of scheduling. That sounds weird. I'm no fan of the UCI but the introduction of the biological passport [in 2008] worked. "I'm paying the price and I deserve this. That's okay. I deserve it. "My ruthless desire to win at all costs served me well on the bike but the level it went to, for whatever reason, is a flaw. That desire, that attitude, that arrogance." When you placed third in 2009, you did not dope? "The last time I crossed that line was 2005." Does that include blood transfusions? No doping or blood transfusions in 2009… 2010? "Absolutely not." Were you the one in charge? "I was the top rider, the leader of the team." If someone was not doing something to your satisfaction could you get them fired? "No. I guess I could have but I never did. I was the leader of the team and the leader leads by example. There was never a direct order. That never happened. We were all grown men and made our choices. There were team-mates who didn't dope." One former teammate, Christian Vande Velde, told Usada you threatened to kick him off the team if he didn't shape up and conform to the doping programme? "That's not true. There was a level of expectation. We expected guys to be fit to be able to compete. I'm not the most believable guy in the world right now. If I do it I'm leading by example so that's a problem. "I view one as a verbal directive and that didn't exist. I take that. The leader of the team, the guy that my teammates looked up to, I accept that 100%. I care a lot about Christian but when you go on to other teams and show the same behavior..." Were you a bully? "Yes, I was a bully. I was a bully in the sense that I tried to control the narrative and if I didn't like what someone said I turned on them."
57
Is that your nature - when someone says something you don't like, you go on attack? Have you been like that your entire life - 10-years-old, 12-years-old and 14-years-old? "My entire life. Before my diagnosis I was a competitor but not a fierce competitor. When I was diagnosed, that turned me into a fighter. That was good. I took that ruthless win-at-allcosts attitude into cycling which was bad." How important was winning to you and would you do anything to win at all costs? "It was win at all costs. When I was diagnosed (with cancer) I would do anything to survive. I took that attitude - win at all costs - to cycling. That's bad. I was taking drugs before that but I wasn't a bully." To keep on winning it meant you had to keep taking banned substances to do it? Are you saying that's how common it was? "Yes, and I'm not sure that this is an acceptable answer, but that's like saying we have to have air in our tyres or we have to have water in our bottles. That was, in my view, part of the job." When you look at that do you feel embarrassed, shame, humble, tell me what you feel? "This is the second time in my life when I can't control the outcome. The first was the disease. The scary thing is, winning seven Tour de Frances, I knew I was going to win." Was there happiness in winning when you knew you were taking these banned substances? "There was more happiness in the process, in the build, in the preparation. The winning was almost phoned in." Was it a big deal to you, did it feel wrong? "No. Scary." It did not even feel wrong? "No. Even scarier." Did you feel bad about it? "No. The scariest." Did you feel in any way that you were cheating? You did not feel you were cheating taking banned drugs? "At the time, no. I kept hearing I'm a drug cheat, I'm a cheat, I'm a cheater. I went in and just looked up the definition of cheat and the definition of cheat is to gain an advantage on a rival or foe that they don't have. I didn't view it that way. I viewed it as a level playing field." But you knew that you were held to a higher standard. You're Lance Armstrong. "I knew that, and of course hindsight is perfect. I know it a thousand times more now. I didn't know what I had. Look at the fallout." What do you mean by you 'didn't know'? I don't think people will understand what you're
58
saying. When you and I met a week ago you didn't think it was that big? How could you not? "I see the anger in people, betrayal, it's all there. People who believed in me and supported me and they have every right to feel betrayed and it's my fault and I'll spend the rest of my life trying to earn back trust and apologies to people." You never offered it [performance-enhancing drugs] to them [team-mates], suggested they see Dr Michele Ferrari? "There are people in this story, they are good people, we've all made mistakes, they are not toxic and evil. I viewed Dr Michele Ferrari as a good man and I still do." Was he the leader and mastermind behind the team's doping programme? How would you characterize his influence on the team? "No. I'm not comfortable talking about other people. It's all out there." David Walsh of the Sunday Times in London said your relationship with Ferrari immediately dialed suspicion on you. Can you see that relationship was reckless? "There were plenty of other reckless things. That would be a very good way to characterize that period of my life." What about the story [masseuse] Emma O'Reilly tells about cortisone and you having cortisone backdated - is that true? "That was true." What do you want to say about Emma O'Reilly? You sued her? "Emma O'Reilly is one of these people I have to apologize to. We ran over her, we bullied her." You sued her? "To be honest, Oprah, we sued so many people I don't even [know]. I'm sure we did." When people were saying things - Walsh, O'Reilly, Betsy Andreu [wife of former team-mate Frankie Andreu] and many others - you would then go on the attack for them, suing and know they were telling the truth. What is that? "When I hear that there are people who will never believe me I understand that. One of the steps of this process is to say sorry. I was wrong, you were right." Have you called Betsy Andreu? Did she take your call? Was she telling the truth about the Indiana hospital, overhearing you in 1996? Was Betsy lying? "I'm not going to take that on. I'm laying down on that one. I'm going to put that one down. She asked me, and I asked her not to talk about it." Is it well with two of you? Have you made peace?
59
"No, because they've been hurt too badly, and a 40-minute [phone] conversation isn't enough." [With] Emma you implied the 'whore' word. How do you feel about that today? Were you trying to put her down? Shut her up? "I don't feel good. I was just on the attack. The territory was being threatened. The team was being threatened. I was on the attack." This is the clip I just cannot reconcile [winning speech after seventh Tour de France win]… What were you trying to accomplish there? "I've made some mistakes in my life and that was a mistake (standing on podium after winning 2005 Tour de France and saying "believe in miracles"). Were you particularly trying to rub it in the faces of those who came out against you and say they were lying - were you addressing them? What were you saying that for? "That was the first year they gave the mic to the winner of the Tour and I was wondering what I was going to say. That just came out. Looking back at it now, it looks ridiculous." You said dozens of times in interviews you never failed a test. Do you have a different answer today? "No I didn't fail a test. Retroactively, I failed one. The hundreds of tests I took, I passed them. There was retroactive stuff later on." What about the Tour de Suisse [in 2001]? "That story isn't true. There was no positive test. No paying off of the lab. The UCI did not make that go away. I'm no fan of the UCI. You made a donation to the UCI and said that donation was about helping anti-doping efforts. Obviously it was not. Why did you make that donation? "It was not in exchange for help. They called and said they didn't have a lot of money - I did. They asked if I would make a donation so I did." Many people feel the real tipping point was [former team-mate] Floyd Landis's decision to come forward and confess? "My comeback didn't sit well with Floyd." Do you remember where you were when you heard Floyd, a former teammate and protege, was going to talk? "I was in a hotel room (upon hearing Landis would reveal details of Armstrong's doping). Floyd was sending text messages about his interview. I finally said 'do what you have to do'. He went to the Wall Street Journal with the story." Did you rebuff him, would you say you rebuffed Floyd? Did you rebuff him after he was
60
stripped of his Tour win, did you just blow him off? "Up to that point I supported him when he tested positive. I tried to keep him on my team because he knew what others didn't. I didn't shun him." So that was the tipping point. And your comeback was also a tipping point. Do you regret coming back? "I do. We wouldn't be sitting here if I didn't come back." You would have gotten away with it? "Impossible to say, there would have been better chances but I didn't." Did you not always think this day was coming? Did you not think you would be found out at some point, especially as so many people knew? "I just assumed the stories would continue for a long time. We're sitting here because there was a two-year criminal federal investigation." When the Department of Justice dropped the case, did you think 'now finally it's over, done, victory'? You thought you were out of the woods; the wolves had left the door? "I thought I was out of the woods. And those were some serious wolves." What was the reaction when you learned Usada was going to pick up the case and pursue the case against you? "My reaction was to fight back. I'd do anything to go back to that day. I wouldn't fight. I wouldn't sue them. I'd listen. I'd say guys, granted I was treated differently to other guys. Treated differently in that I wasn't approached at the same time as other riders. "They gathered all of the evidence and they came to me and said what are you going to do? Going back I'd say 'give me three days. Let me call my family, my mother, sponsors, foundation' and I wish I could do that but I can't." Will you co-operate with Usada to help clear up the sport of cycling? "I love cycling and I say that knowing that people see me as someone who disrespected the sport, the color yellow. If we can, and I stand on no moral platform here, if there was truth and reconciliation commission - and I can't call for that - if they have it and I'm invited I'll be first man through the door." When you heard that [former team-mate] George Hincapie had been called to testify by Usada, did you feel that was the last card in this deck, the last straw? "My fate was sealed [by George]. If George didn't say it then people would say 'I'm sticking with Lance'. George is the most credible voice in all of this. We're still great friends. I don't fault George. George knows this story better than anybody."
61
The first part will be shown again on the Discovery Channel at 20:00 GMT on Friday. The BBC Sport website will have a special live text commentary during the second broadcast at 02:00 GMT on Saturday. Oprah Winfrey: Every article I've seen and everything I've written begins with the word disgraced. Do you feel disgraced? Lance Armstrong: "Of course but I also feel humbled and I feel ashamed. This is not good stuff." What was the most humbling moment that brought you face-to-face with yourself? "I believe it was a Wednesday. [Sponsors] Nike called - this isn't the most humbling moment, I'll get to that - and they said basically that they were out. OK? And then the calls started coming. Trek, Giro, Anheuser-Bush..." On the same day, the same couple of days? "Yeah, a couple of days. Everybody out, still not the most humbling moment. Not a fun period." How did that hit you, though? "You know, in a way I just assumed we'd get to that point. The story was getting out of control, which was my worst nightmare. I had this place in my mind that they would all leave. The one I didn't think would leave was the [Livestrong] / Foundation. "That was the most humbling moment. To get that phone call - first to step down as chairman and stay on the board, but that wasn't enough for the people and for our supporters and then a couple of weeks later the next call came to step aside. They said 'we need you to consider stepping down for yourself' and I had to think about it a lot. "The Foundation is like my sixth child and to make that decision and to step aside was big. It was the best thing for the organization but it hurt like hell. That was the lowest." Of everything that has happened in this entire process, in this fall from grace, has that been the toughest? "That was the lowest, the lowest." Can Livestrong live without your story? "I certainly hope so. Yeah, I hope so." Because your story transcended sports and gave hope to so many people fighting cancer. I have this email that a friend sent to me after finding out I was going to be doing this interview and it said 'I have heard that he is a real jerk but I will always root for Lance. He gave me hope at a very dire time. My first-born son had just been diagnosed with leukaemia two weeks before his first birthday. I'm in intensive care barely able to breathe and my
62
brother sends me Lance's new book, It's Not About the Bike, I read it cover to cover through the night, it showed me that there was hope for my son to not only live but to thrive. I had a choice to make that night on how I would respond to my son's illness and teach him how to face the world. My prayer to Lance is that as he faces his demons he remembers it's not about the bike. "Amen." Are you facing your demons? "Absolutely. Absolutely, yeah. It's a process and I think, you know, we're at the beginning of the process." What has been the financial cost? Have you lost everything? "I've lost all future income. You could look at the day and a half when people left. You asked me the cost. I don't like thinking about it but it was a $75m day. All gone and probably never coming back." How did it hit you? "I've been to a dark place that was not my doing where I didn't know if I would live a month, six months, a year, five years, 10 years and it has helped me now. This is not a good time but it isn't the worst part of my life. You can't compare this to an advanced diagnosis. That sets the bar. It is close but I'm an optimist and I like to look forward. This has caused me to look back and I don't like that. I'm like my mother like that. We don't talk about the past. I've never spoken about my biological father." So you came back and you didn't believe it was possible to win seven Tours without doping but you came back not going to dope and you expected to win still? "Yes, because I thought and still think the sport was very clean. There really was a major shift in the mid-2000s with the biological passports. I thought I was competing on a level playing field. "I didn't expect to finish third - I expected to win like I always expected and at the end I said I just got beat by two guys who were better. It doesn't sound like what I would say." Were there people who cared about you who knew about this who wanted you to stop the lying and the doping? "Yes." Was there anything they could have said or done? "Probably not. If I could say one name - Kristin [ex-wife and mother of his eldest three children]. She is a smart lady. She is extremely spiritual and she believes in honesty, integrity and the truth and believes that the truth will set you free. We believe differently on a lot of
63
things. We have three kids together, they deserve the honest truth and a dad that is viewed to them as telling the truth." Was there anybody who knew the whole truth? "Yeah." Let's go back to Kristin. Did she have conversations with you about stopping or getting out? "I saw her at the kids' game two days ago and said if this comes up can I talk about this and she said yes. She was not that curious. Perhaps she didn't want to know. She certainly knew but on a need-to-know basis. I guess I protected her a little bit from that. The thing about her and my doping and this comeback was she was the one person I asked if I could do that, if I could come back. "It was a big decision. I needed her blessing. And she said to me, you can do it, under one condition, that you never cross that line again [the line of drugs], and I said you've got a deal and I never would have betrayed that with her. It was a serious ask, a serious commitment. She gave me her blessing. If she would have said no, I don't like this idea, I would not have done it. But I gave her my word and I'll stick to it." You and Kristin have three children together, what do you tell Luke, he's 13, you've been fighting this thing all his life. What do you tell him and the girls what's going on? "They know a lot. They hear it in the hallways. Their schools, their classmates have been very supportive. Where you lose control with your kids is when they go out of that space, Instagram, Facebook, Twitter, in the feedback columns." But what did you tell him? "First I want to tell you what happened. When this all really started, I saw my son defending me, and saying that's not true. What you're saying about my dad is not true. "That's when I knew I had to tell him. And he'd never asked me. He'd never said 'dad, is this true?'. He trusted me. I heard about it in the hallways….." What did you say to him? "At that time, nothing, but that's the time I had to say something. I heard he was defending me and it gets ugly and at that point I decided it was out of control and I had to have a talk with him here over the holidays." What did you say? "I said there have been a lot of questions about your dad any my career and whether I doped and I've always denied it and been ruthless and defiant which you have seen, which makes it even sicker but I want you to know that it is true. Then there were the girls who are 11 and they didn't say much. They just accepted it and I told Luke 'don't defend me anymore, don't'."
64
How did he take it? "He has been remarkably calm and mature about it. I told him 'if anyone says anything to you, do not defend me, just say 'Hey, my dad says he is sorry'. He said 'I love you, you're my dad and this won't change that'. I had expected something. Did you expect defiance? Anger? Disappointment? "Thank God he is more like Kristin than he is like me." What about your mother? "She is a wreck and she is not the type of person that would call me and say 'Lance, I'm a wreck' but my stepfather called and told me she was having a hard time. I said she is a tough lady and has gotten through every other tough moment. Then we were face timing with my kids and I saw my mum and she was a wreck. It took seeing her to really realize that this has taken a toll on her life." A lot of people think you're doing this so you can come back to sport… "If you're asking me if I want to compete again, the answer is hell yes, I'm a competitor. It's what I've done all my life. I love to train. I love to race, I love to toe the line. And I don't expect it to happen." Do you want to compete again? "Not the Tour de France but there are lots of other things I could do but can't do because of this punishment [lifetime ban]. If there is a window, would I like to run the Chicago Marathon when I'm 50? I would love to do that but I can't. I can't compete in any event that is sanctioned by a governing body. I would love the opportunity to compete but that isn't the reason why I'm doing this. "It might not be the most popular answer but I think I deserve it, maybe not right now. When you see the punishment - I would go back and say you are trading my story for a six-month ban so I got a death penalty meaning I can't compete. I'm not saying that is unfair but it is different." Are you hoping this conversation, your admission that you wished you had done things differently with Usada, that your lifetime ban will be lifted? "Er, selfishly, yes. But realistically, I don't think that is going happen and I've got to live with that." There's been a lot of talk about what you were going to say. What was your intention, your hope that would come out of it? "The biggest hope and intention was the wellbeing of my children. The older kids need to not be living with this issue in my life. It's not fair what I did to them and also for the little ones,
65
they are two and three. They obviously have no idea but they will learn it. This conversation will live forever. That dumb tweet with yellow jerseys lives forever. So I've got to get that right for them as they enter the depth of their lives." Do you think you've got what you deserve? For a long time, you were saying everyone was on the witch-hunt for you. Do you think, considering how big you were and what your name and brand stand for, you got what you deserved? "I deserve to be punished. Not sure I deserve a death penalty." So was it just you being your cocky, arrogant, jerk self that sent that tweet of you lying there with all the jerseys? "Yeah, that was another mistake." The wolves are at your door and you tweet that. What was that? "That was just more defiance. What's scary is I thought it was a good idea." You did? "At the time." So tell me, when something this gargantuan happens in your life, how has it changed the way you see yourself? Or has it changed the way you see yourself? "Not completely. This is heavy and this is messy and this is not something I can sit with and then leave and go 'OK, we're all good'." You mentioned therapy earlier, are you doing therapy? "Yeah. Over the course of my life, I've done it sporadically. I'm the type of person who needs to not do it sporadically. I've had a messy life, but it's no excuse. This is going to be a long process." Do you have remorse? Is there real remorse or a sense of sorry you got caught? "Everybody that gets caught is bummed out they got caught. I'm only starting and I will continue with the ripple effects, people who are sitting there today are still true believers and will hear something different. "Do I have remorse? Absolutely. Will it grow? Absolutely. This is the first step and these are my actions. I am paying the price but I deserve it." Do you owe [Sunday Times journalist] David Walsh an apology? "That's a good question." Do you owe David Walsh an apology, who for 13 years has pursued this story, who wrote for the Times, who has now written books about your story and about this entire process? "I'd apologize to David. I've had a couple of these conversations." What do you say to the woman who wrote that email [above] and those millions of people
66
who believed? "I say I understand your anger, your sense of betrayal. You supported me forever, through all of this and you believed and I lied to you and I'm sorry. I will spend - and I'm committed to spending - as long as I have to make amends knowing full well that I won't get very many back." Are you in a space where you're not apologizing but you can begin to feel how you shattered other people's lives? "Yeah. Yeah. Yeah. And I don't need to be back in that place where I can slip like that and take things for granted and abuse privilege. If I had one of my kids act like that, I'd be apoplectic." We all know when you're famous, people love to see the rise and they also love to see you stumble and fall. Will you rise again? "I don't know. I don't know. I don't know what's out there. I do not know the outcome here. I'm getting comfortable with that. That would have driven me crazy in the past. I'm getting there. I need to get even more there. I'm deeply sorry for what I did. I can say that thousands of times. It may never be enough to come back." Last Wednesday night, Travis Tygart of Usada told 60 Minutes Sports that someone on your team offered a donation which Usada did not accept. He said it was over $150,000. Were you trying to pay off Usada? "No, that is not true." That's not true? "That is not true. In the 1,000-page reasoned decision that they had issued, there was a lot of stuff in there, everything was in there, why wasn't that in there? Pretty big story. Oprah, it's not true." No one representing you… "Nobody, I had no knowledge of that but I asked around. Nobody, not true." And you are Lance Armstrong and you run your own show so if somebody was going to offer $150,000, you would know about it? "I think the claim was $250,000, it was broad number but they narrowed it down. That's a lot of money. I would know." And you're saying that's not true? "That's not true." When something like this happens, what you hope is that it causes a change within you. Has it happened to you yet?
67
"I'd be lying if I said it has. I keep going to the idea and the word 'process' - I have work to do and there is not going to be one tectonic shift." Are you a better human being today because this happened? Did it help you become a better human being? "Without a doubt and again this happened twice in my life. When I was diagnosed I was better and smarter after that and then lost my way and this is the second time. It is easy to sit here and say I feel better and smarter but I can't lose my way again. "Only I can control it and I'm in no position to make promises. I will slip up every now and then. The biggest challenge of the rest of my life is to not slip up again and not lose sight of what I have to do. I had it but things got too big and too crazy. Epic challenge." It's an epic story. What's the moral to the story? "I don't have a great answer there. I can look at what I did, cheating to win bike races, lying about it, bullying people, of course you're not supposed to do those things - that's what we teach our children. That's the easy thing. There's another moral to this story. For me, I think it was about that ride and about losing myself and getting caught up in that and doing all those things along the way. And then the ultimate crime is the betrayal of these people who support me and believed in me and they got lied to." You know what I hope the moral to this story is? It's what Kristin told you: the truth will set you free. "Yeah. She continues to tell me that."
68
Bijlage 4: Interview Nurten Albayrak Volkskrant, 22 oktober 2011 Interview: Nurten Albayrak Door: Toine Heijmans en Elsbeth Stoker 'Despoot? Nee, ik ben een dienend leider' Voor het eerst sinds ze in opspraak is geraakt, vertelt de topvrouw van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers haar kant van het verhaal. Nurten Albayrak: 'Ik ben geslachtofferd.' Het is dinsdagochtend 27 september als Nurten Albayrak telefoon krijgt van Loek Hermans. Op dat moment is ze nog bestuursvoorzitter van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Loek Hermans is haar baas: de voorzitter van de raad van toezicht. 'Het ontspoort heel erg op het departement. Ik kan niet anders. Er schijnt foute informatie te circuleren. Doe dus maar even een stapje opzij', zegt hij. Verbijsterd is ze, 'het kwam volledig uit de lucht vallen'. Een uur later volgt een tweede telefoontje: 'Je gaat op non- actief', zegt Hermans. 'Het moet op deze manier, want de minister wil naar de media.' Twee weken later zit Albayrak gespannen in het kantoor van haar advocaat. Ze is, zegt ze, nog steeds geschokt over wat haar is overkomen. Tot voor kort stond ze bekend als een doortastende topvrouw die moeilijke besluiten niet uit de weg ging, en het COA zeven jaar lang door reorganisaties en politieke wendingen loodste. Maar sinds een op anonieme bronnen gebaseerde uitzending van de NOS stapelen de beschuldigingen aan haar adres zich op: nu is ze 'de zonnekoningin', een 'graaier', een 'despoot' die een 'angstcultuur' in stand hield op haar hoofdkantoor, en volgens minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) heeft ze gelogen over haar salaris. Het is voor het eerst dat ze in een interview reageert op de beschuldigingen. Ze praat kalm, met een fluwelen stem en doet haar best niet boos te worden. 'Ik ben geslachtofferd.'
69
U zou een despoot zijn. 'Ik begrijp niet waar het vandaan komt. Natuurlijk, ik ben daadkrachtig. Ik ben moeilijke, ingrijpende besluiten nooit uit de weg gegaan. Dat kan soms als hard worden ervaren, maar dat is onvermijdelijk.' U zou een ego hebben zo groot als een balzaal, zei Adjiedj Bakas, die jarenlang in de raad van toezicht zat. 'Meneer Bakas is een trendwatcher die vijf jaar in het bestuur heeft gezeten en twee vergaderingen heeft bijgewoond. Ik weet niet waarom hij dat zegt. 'Ik geloof niet in ego. We hebben weleens gezegd: COA is geen ego, COA is lego. Al die bouwsteentjes maken dit bedrijf. 'Ik ben iemand die lezingen mag geven over dienend leiderschap. Juist omdat ik de filosofie daarvan enorm onderschrijf; als leider van een organisatie moet je mensen kunnen inspireren. Daar hoort geen machtsdenken bij. Ik denk graag in termen van kracht. En kracht is: samen. Samen sta je sterk. Samen bereik je meer.' Hoe heeft het dan zo ver kunnen komen? 'De berichten over mijn functioneren kwamen naar buiten kort voordat er een grote reorganisatie zou worden aangekondigd. Dat is een ingrijpende gebeurtenis. Ik sluit niet uit dat er een verband is. De grofheid, de onjuistheid en timing van de berichtgeving zijn opvallend.' Heeft u nooit eerder signalen opgevangen dat er iets mis was? 'Nee, de frustratie jegens mij kwam als absolute verrassing. Ik sta bekend als een vrij stevige bestuurder. Onze organisatie is altijd in beweging en dat geeft onrust: minder asielzoekers is minder werk. We kunnen onze mensen weinig zekerheid bieden, maar vragen wel 100 procent inzet. En dat doen die geweldige mensen ook. Maar het kan ook tot teleurstelling leiden. 'Daarom besteden we veel aandacht aan sociale veiligheid en klachtenbehandeling binnen de organisatie. We hebben onafhankelijke klachtencommissies voor werknemers. Als er echt een
70
angstcultuur heerste zou dat in de afgelopen zeven jaar toch naar boven zijn gekomen? Mensen tolereren dat echt niet.' Is er dan echt niks aan de hand geweest in de organisatie? 'Neem alsjeblieft het effect van de reorganisatie in ogenschouw. Onderschat dat niet. En daarnaast kunnen er best mensen zijn die misschien teleurgesteld zijn, omdat ze bepaalde kansen niet hebben gekregen.' Het ging ook over uw blingblingfactor. U zou enorm veel waarde hechten aan mooie en dure dingen. Een dure 'goudkleurige' auto. 'Dat is feitelijk onjuist en daarmee ook heel fout. Toen ik hoofddirecteur werd heb ik helemaal niets aan de kamer van mijn voorganger veranderd. Niets. Mijn voorgangers hadden ook een dienstauto met chauffeur. De overigens grijze auto is geen dure auto - daar is onderzoek naar gedaan door de accountant. In dat onderzoek is ook gekeken naar de prijsklasse, en dat past prima binnen de kaders. 'Sterker nog: het COA had een Audi A8 besteld in 2006. Ik vond dat ongepast in de tijd van het kabinet-Balkenende. Ik heb verzocht hem af te bestellen en een passende auto te bestellen. Ik zei: jongens dit moeten we niet willen als COA, dit is geen goede uitstraling.' Doet dat zeer, dat soort aanvallen? 'Dat doet ontzettend zeer. De grofheid ervan. Het is ook nietszeggend, het voegt niets toe, het staat helemaal los van de wapenfeiten die ik heb bereikt bij het COA. Door jarenlang met héle gemotiveerde mensen een publieke opdracht uit te voeren. Er zit geen spijker in mijn kamer die door mij is aangeschaft. Ik hecht daar helemaal niet aan. Who cares.' Nu zien we voor het eerst boosheid in uw ogen. 'Ja. Er is heel veel gezegd over mijn persoon door mensen die niet eens weten wie ik ben. Het is gewoon vrij schieten. Er wordt niets gezegd over wat we met elkaar in dit mooie bedrijf bereikt hebben. Samen met al die fantastische medewerkers. We hebben een compleet ontredderde organisatie in vier jaar tijd tot normale proporties gebracht. We hebben vier reorganisaties doorgevoerd waar je u tegen zegt. We hebben een dolend bedrijf weer op koers gebracht.
71
'Er moesten zoveel mensen weg; de meesten hebben hun schouders eronder gezet terwijl ze wisten dat ze hun baan zouden verliezen. 'Werken bij het COA is nooit-nooit-nooit even achteroverleunen. In al die jaren heb ik zes bewindspersonen langs zien komen, en allemaal wilden ze iets anders. En weer die schouders eronder. Minister Leers treedt aan en bedenkt gezinslocaties voor uitgeprocedeerde gezinnen die uitgezet moeten worden. Hoe ga je nou een gezinslocatie inrichten voor perspectiefloze mensen? Nou: voor de zomervakantie stond het. Ik ben daar apetrots op.' De kwestie spitst zich nu toe op uw salaris. U zou de minister daarover verkeerde informatie hebben gegeven. Om die reden bent u ruim twee weken geleden geschorst. 'Ik heb geen informatie doorgegeven. Ik ga niet over mijn salaris. Mijn arbeidsvoorwaarden zijn een zaak van de raad van toezicht, de raad is als mijn werkgever de gesprekspartner van de minister. Er is trouwens niets geheim aan mijn salaris. Het wordt elk jaar goedgekeurd door de raad van toezicht en de minister informeert de Kamer. ' Uw loonkosten waren vorig jaar 287 duizend euro. Vijf jaar geleden was dat 175 duizend euro. Is dat niet wat veel? 'Er zijn in Nederland 2.039 topambtenaren die meer verdienen dan de Balkenende-norm. Ik ben er daar een van. 'Het is niet een kwestie van veel of weinig. Het is wat ik gekregen heb. Daar gaat de raad van toezicht over. Dat is mijn werkgever. Ik heb er nooit over onderhandeld. Nooit! Als het anders had moeten zijn, dan hadden ze me een voorstel kunnen doen. Er is u nooit gevraagd om uw salaris te verlagen? 'Nee. Nee. Nee.' Liegt het ministerie daar dan over? 'Zeker. Met mij is door de raad van toezicht en het ministerie nooit gesproken over mijn salaris. Dat werd me gewoon toegewezen. Ze hadden me een ander aanbod kunnen doen. Daar kun je dan een normaal gesprek over hebben. Maar dat is nooit gebeurd.'
72
U spande een rechtszaak aan om weer aan het werk te mogen. Waarom? 'Een non-actief stelling is een strafmaatregel. En ik had niet de indruk dat ik een daad had begaan die bestraft moest worden. Ik heb dit eerst proberen te bespreken met de raad van toezicht, en daarna ben ik naar de rechter gegaan. 'Ik dien al 23 jaar de publieke zaak. En daar horen normen bij in je gedrag. Die heb ik in acht genomen, ondanks alles wat er over me heen is gestort. Ik had ook vanalles kunnen roepen in de media, maar heb dat niet gedaan. En wat gebeurt er? Ik word op non-actief gesteld. Dat had ook anders gekund. 'Met mij is veel bespreekbaar. Alles is bespreekbaar: het salaris , even afstand nemen, even op vakantie gaan gedurende het onderzoek dat naar het COA ingesteld. 'Maar dat is me niet gevraagd. Ze kwamen meteen met strafmaatregelen en ventileerden dat publiekelijk. Ik heb fatsoensnormen in acht genomen, en dat kun je niet van iedereen zeggen.' Hoe was uw relatie met minister Leers? 'Minister Leers zit er nu precies een jaar. Ik tref hem iedere week een uur lang in het vreemdelingenoverleg. Hij is een paar keer op bezoek geweest. En eigenlijk zijn dat hele positieve ervaringen.' Nu zegt hij: ik ben 'bedonderd' en 'beduveld' door Albayrak. 'Stoere uitspraken. Ik kan er niets anders van maken. Waarom het departement de keuze heeft gemaakt om het groot te maken, weet ik niet. Na de uitzending van het NOS Journaal op die bewuste zondag gebruikte Leers meteen ferme taal. Hij wilde de onderste steen boven halen. 'Hij had ook eerst naar de feiten kunnen kijken. Cijfers over leegstand van opvangplekken en mijn salaris kunnen voor hem geen nieuws zijn. En de klachten over mijn functioneren waren gebaseerd op drie anonieme bronnen.' Hij offert u op voor een politiek doel? 'Kennelijk. Dat kan ik niet bewijzen, maar kennelijk offert hij mij op voor een bepaald doel. Misschien biedt dit hele gebeuren wel een kans voor mensen die dingen willen veranderen. '
73
Wat dan? 'Daar kan ik alleen maar over speculeren.' U bent VVD'er... 'Ik ben lid van geen enkele partij.' U heeft uw lidmaatschap opgezegd? 'Ja, heel recent. Ik wil nu gewoon autonoom en onafhankelijk zijn, en niet iedere keer die vraag hoeven beantwoorden over mijn politieke voorkeur. Ik ben sowieso nooit een partijtijger geweest.' Hoe is het om nu thuis te zitten? 'Heel onwennig. Werken is in mijn leven een belangrijke norm; je leert of je werkt en daartussen zit niets. Dus het is bijzonder zwaar om 's ochtends niet naar kantoor te kunnen. Ik wil heel snel weer aan de slag. Het is zó niet mijn ding, thuis zitten.' Gelooft u dat u kunt terugkeren bij het COA? 'Ik wacht eerst maar eens rustig het onderzoek af.' Stel dat er geen toekomst is bij het COA, wat gaat u dan doen? 'Dan ga ik elders een geweldige baan zoeken. Ik ben een breed inzetbare bestuurder.' Onderzoek naar vermeende misstanden Medio september kwam Nurten Albayrak onder vuur te liggen. In een uitzending van het NOS Journaal werd ze op basis van anonieme bronnen beschuldigd. Er zou van alles mis zijn bij het COA, en zij zou verantwoordelijk zijn voor de angstcultuur. In die dagen daarna melden zich meer mensen met verhalen over haar bij verschillende media. Ruim een week later werd ze geschorst omdat er 'inconsistenties' waren over haar salaris. De schorsing vocht ze aan bij de rechter. Ze verloor, omdat de rechter eerst de resultaten van het onderzoek wil afwachten. Mogelijk gaat ze in hoger beroep. Inmiddels is Harry Paul haar opgevolgd als interimmer bij het COA. De raad van toezicht heeft zichzelf op non-actief gezet gedurende het onderzoek naar de vermeende misstanden. Een van de leden heeft zijn ontslag
74
aangeboden. Het onderzoek wordt onder meer uitgevoerd door oud-staatssecretaris Scheltema en moet eind dit jaar afgerond zijn.
75
BIBLIOGRAFIE
Literatuur Brants, Kees. “Risico’s, schandalen en publiciteit. De nieuwswaardigheid van een falende overheid.” Proces, Tijdschrift voor Strafrechtspleging 87.2 (2008): 47-54. Hodkinson, Paul. Media, Culture and Society, an Introduction. Londen: SAGE Publications Ltd, 2011. Kepplinger, Hans Mathias. Die Mechanismen der Skandalierung: die Macht der Medien und die Möglichkeiten der Betroffenen. München: Olzog, 2005. Lull, James. en Stephen Hinerman. “The search for Scandal.” Media Scandals. Cambridge: Polity Press, 1997. 2-23. Snow, D.A., R.D. Benford. “Master frames and cycles of protest.” Frontiers in social movement theory. Reds. A.D. Morris, C.M. Mueller. New Haven: Yale University Press, 1992. 133-155. Stapel, Diederik. Ontsporing. Amsterdam: Prometheus, 2012. Swaan, Abram de. “Schade en schande: over schandalen.” Een wijze van kijken. Psychoanalyse en schaamte. Reds. Willen Heuves, Ad Boerwinkel. Amsterdam: Het Spinhuis, 1996. 27-36. Thompson, J.B. “Scandal as a Mediated Event.” Political Scandal, Power and Visibility in the Media Age. Oxford: Blackwell Publishers Ltd, 2000. 60-89. Thompson, J.B. “Scandal: Political.” International Encyclopedia of the Social & Bahvioral Sciences. Reds. Neil Smelser, Paul Baltes. Oxford: Elsevier Science Ltd, 2001. 1351913522. Vasterman, PLM. “De digitale schandpaal. De invloed van internet op het verloop van affaires en schandalen.” Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 38.2 (2010): 118138. Overige bronnen Heijmans, Toine en Elsbeth Stoker. “'Despoot? Nee, ik ben een dienend leider.” De Telegraaf. 22 oktober 2011. “Lance Armstrong's Oprah interview in full part 1 no comercial break.” YouTube. 11 oktober 2013. 26 november 2013.
.
76
“OPRAH'S NEXT CHAPTER Lance Armstrong Interview Part 2 of 2 dvd323.” YouTube. 6 december 2013. 26 november 2013. . Toonen, Annette. “Mijn toekomst is een zwarte put.” NRC Handelsblad. 28 oktober 2013. Vasterman, PLM. ‘Het is een schandaal! College 2.’ BA-Onderzoekswerkgroep Mediastudies. Universiteit van Amsterdam. Amsterdam, 11 september 2013. Vasterman, PLM. ‘Het is een schandaal! College 4.’ BA-Onderzoekswerkgroep Mediastudies. Universiteit van Amsterdam. Amsterdam, 25 september 2013. Vasterman, PLM. ‘Het is een schandaal! College 6.’ BA-Onderzoekswerkgroep Mediastudies. Universiteit van Amsterdam. Amsterdam, 9 oktober 2013. Bronnen cases (feitenrelaas, analyse media en analyse interview) Ernst Jansen Steur Boon, Lex. “Europese landen gaan elkaar waarschuwen voor falende artsen.” NRC Handelsblad. 9 juli 2013. 29 oktober 2013. . Dool, Pim van den. “Neuroloog Jansen Steur bood patiënten illegaal wiet aan.” NRC Handelsblad. 9 februari 2013. 29 oktober 2013. . ‘Duits beroepsverbod voor neuroloog Ernst Jansen.” NRC Handelsblad. 11 november 2013. 12 november 2013. . Eigenraam, Anouk. “Begin strafzaak Ernst Jansen - grootste in de geschiedenis.” NRC Handelsblad. 4 november 2013. 5 november 2013. . Eigenraam, Anouk. “Neuroloog Jansen Steur zou aanmoedigen tot euthanasie.” NRC Handelsblad. 28 maart 2013. 29 oktober 2013. . “Gedragsonderzoek voor neuroloog.” NOS. 1 juli 2013. 29 oktober 2013. . Kampen, Anouk van. “Neuroloog Jansen voor tuchtrechter - maandag strafzaak van start. NRC Handelsblad. 1 november 2013. 2 november 2013. .
77
“Oud-neuroloog Jansen Steur kan 12 jaar celstraf krijgen.” NOS. 4 november 2013. 4 november 2013. . Remie, Mirjam. “Bestuurders ziekenhuis omstreden neuroloog voor tuchtrechter.” NRC Handelsblad. 25 januari 2013. 29 oktober 2013. . Toonen, Annette. “Neuroloog AMC moet onmiddellijk stoppen met behandeling patiënten.” NRC Handelsblad. 31 oktober 2013. 2 november 2013. . Toonen, Annette. “OM opent onderzoek naar neuroloog.” NRC Handelsblad. 17 januari 2009. 29 oktober 2013. . Toonen, Annette. “Omstreden ex-neuroloog Ernst Jansen in NRC: ik stal geld.” NRC Handelsblad. 28 oktober 2013. 29 oktober 2013. . Diederik Stapel Berkhout, Karel. “Fraudecommissies Stapel: de sociale psychologie faalde.” NRC Handelsblad. 28 november 2012. 8 november 2013. . Berkhout, Karel, Esther Rosenberg. “Frauderende Stapel kreeg 2,2 miljoen aan subsidies.” NRC Handelsblad. 4 februari 2012. 8 november 2013. . Berkhout, Karel, Esther Rosenberg. “Onderzoek wetenschapsfraude moet groter, anders blijft het gissen.” NRC Handelsblad. 22 september 2012. 8 november 2013. . Berkhout, Karel, Esther Rosenberg. “Psycholoog Diederik Stapel nu ook verdacht van subsidiefraude.” NRC Handelsblad. 2 oktober 2012. 8 november 2013. . Berkel, Karel. “Wetenschappers moeten gegevens openbaren en copyright afstaan.” NRC Handelsblad. 12 oktober 2011. 8 november 2013. . “Boek Stapel.” NOS. 29 november 2012. 8 november 2013. .
78
Boon, Lex. “Ook RUG bekijkt werk frauderende hoogleraar.” NRC Handelsblad. 26 september 2011. 8 november 2013. . Boon, Lex. “Ook UvA onderzoekt werk fraudeprofessor.” NRC Handelsblad. 25 september 2011. 8 november 2013. . Boon, Lex. “Universiteiten doen aangifte tegen frauderende hoogleraar.” NRC Handelsblad. 31 oktober 2011. 8 november 2013. . Boon, Lex. “Wetenschapsfraude Diederik Stapel krijgt vandaag een ontknoping.” NRC Handelsblad. 28 november 2012. 8 november 2013. . Coevert, Annemarie. “Opnieuw frauduleuze publicaties Diederik Stapel ontdekt.” NRC Handelsblad. 5 november 2012. 8 november 2013. . “Diederik Stapel: ik heb gefaald.” NOS. 28 november 2012. 8 november 2013. . Eigenraam, Anouk. “Diederik Stapel: ik had een perfecte wereld gecreeerd.” NRC Handelsblad. 28 november 2012. 8 november 2013. . Haakman, David. “Universiteit Tilburg doet aangifte tegen Stapel.” NRC Handelsblad. 24 november 2011. 8 november 2013. . “Hoogleraar Tilburg op non-actief gesteld om vervalst onderzoek.” NRC Handelsblad. 7 september 2011. 8 november 2013. . Huiskamp, Frank. “Diederik Stapel treft schikking met justitie om vervolging te voorkomen.” NRC Handelsblad. 28 juni 2013. 8 november 2013. . Hulst, Alex van der. “Diederik Stapel wordt coach en strategisch adviseur.” NRC Handelsblad. 1 mei 2013. 8 november 2013. .
79
Klis, Hans. “Stapel levert doctorsgraad in, maar daarmee is de zaak nog niet afgedaan.” NRC Handelsblad. 10 november 2011. 8 november 2013. . “Stapel levert doctorstitel in.” NRC Handelsblad. 10 november 2011. 8 november 2013. . Lance Armstrong Coevert, Annemarie. “Nike laat Armstrong vallen - voorzitterschap Livestrong opgezegd.” NRC Handelsblad. 17 oktober 2012. 26 november 2013. . Coevert, Annemarie. “USADA neemt Armstrong al zijn Tourzeges af.” NRC Handelsblad. 24 augustus 2012. 26 november 2013. . Derix,Steven, Peter Zantingh. “Dopinggebruik verankerd in het Nederlandse wielrennen.” NRC Handelsblad. 17 juni 2013. 26 november 2013. . Dool, Pim van den. “Armstrong wil toch niet getuigen - geen kans op strafvermindering.” NRC Handelsblad. 20 februari 2013. 26 november 2013. . Dool, Pim van den. “Lance Armstrong stond aan hoofd succesvolste dopingprogramma ooit.” NRC Handelsblad. 10 oktober 2012. 26 november 2013. . Klis, Hans. “Armstrong sleept antidopingagentschap voor gerecht.” NRC Handelsblad. 9 juli 2012. 26 november 2013. . Klis, Hans. “USADA mag Lance Armstrong vervolgen wegens dopinggebruik.” NRC Handelsblad. 20 augustus 2012. 26 november 2013. . Ploeg, Peter van der. “Lance Armstrong weer van doping beschuldigd.”NRC Handelsblad. 14 juni 2012. 26 november 2013. . Posthumus, Niels. “Armstrong ziet deal als bewijs voor vendetta - ‘selectieve vervolging’.” NRC Handelsblad. 5 juli 2012. 26 november 2013. .
80
Remie, Mirjam. “Nu officieel: Tour de France van 1999 tot 2005 zonder winnaar.” NRC Handelsblad. 26 oktober 2012. 26 november 2013. . Scholten, Maarten. “UCI heeft Lance Armstrong meerdere malen beschermd tegen positieve dopingtests.” NRC Handelsblad. 3 september 2012. 26 november 2013. . Seegers, Jules. “UCI niet in beroep tegen USADA: Armstrong verliest Tourzeges.” NRC Handelsblad. 22 oktober 2012. 26 november 2013. . “UCI onderzoekt eigen dopingbeleid.” NOS. 29 oktober 2013. 26 november 2013. . Willems, Marije. “Rechter wijst aanklacht Armstrong tegen antidopingbureau af.” NRC Handelsblad. 10 juli 2012. 26 november 2013. . Zantingh, Peter. “Armstrong probeert ’t nog eens: ‘herziene’ aanklacht tegen USADA.” NRC Handelsblad. 11 juli 2013. 26 november 2013. . Zantingh, Peter. “Armstrong staakt strijd en ‘is nu al zijn Tourzeges kwijt’.” NRC Handelsblad. 24 augustus 2012. 26 november 2013. . Zantingh, Peter. “WADE: controleurs zagen doping waarschijnlijk door de vingers.” NRC Handelsblad. 12 oktober 2012. 26 november 2013. . Zantingh, Peter. “Tourrenners verklikken Armstrong in ruil voor uitgestelde schorsing.” NRC Handelsblad. 5 juli 2012. 26 november 2013. . Nurten Albayrak “Angstcultuur onder personeel COA.” NOS. 18 september 2011. 1 december 2013. . “Bedrijfscultuur COA compleet verziekt.” NOS. 18 september 2011. 1 december 2013. .
81
Boon, Lex. “Albayrak spant kort geding aan tegen commissie COA.” NRC Handelsblad. 20 maart 2012. 1 december 2013. . Boon, Lex. “Geschorste COA-baas Albayrak naar de rechter.” NRC Handelsblad. 7 oktober 2011. 1 december 2013. . Boon, Lex. “Meldpunt onveiligheid voor werknemers COA,” NRC Handelsblad. 8 oktober 2011. 1 december 2013. . Boon, Lex. “Ondernemingsraad COA wil Nurten Albayrak nog niet terug.” NRC Handelsblad. 16 januari 2012. 1 december 2013. . Coevert, Annemarie. “COA: Albayrak kan niet terugkeren.” NRC Handelsblad. 6 april 2012. 1 december 2013. . Dool, Pim van den. “Albayrak ontslagen bij COA.” NRC Handelsblad. 18 april 2012. 1 december 2013. . Dool, Pim van den. “Bestuursvoorzitter Albayrak van COA op non-actief gesteld. NRC Handelsblad. 27 september 2011. 1 december 2013. . Dool, Pim van den. “COA betaalde miljoenen aan externe managers en adviseurs.” NRC Handelsblad. 6 november 2011. 1 december 2013. . Kwast, Ernest van der. “Espresso met Nurten Albayrak.” NRC Handelsblad. 20 april 2013. 1 december 2013. . Laanen, Judith. “Hof weigert Albayrak inzage gegevens COA-commissie.” NRC Handelsblad. 4 april 2012. 1 december 2013. . Seegers, Jules. “Rechter: Albayrak krijgt baan als directeur COA niet terug.” NRC Handelsblad. 19 oktober 2011. 1 december 2013. .
82
Versteegh, Kees. “Albayrak stapt naar de Raad van de Journalistiek.” NRC Handelsblad. 8 november 2011. 1 december 2013. . Versteegh, Kees. “COA wil directeur Albayrak niet terug.” NRC Handelsblad. 27 februari 2012. 1 deccember 2013. . Versteegh, Kees. “Zelfonderzoek NOS naar verslaggeving affaire - Albayrak.” NRC Handelsblad. 19 januari 2012. 1 december 2013. . Willems, Marije. “Albayrak mag weer aan het werk - ‘opmerkelijke uitspraak’.” NRC Handelsblad. 10 januari 2012. 1 december 2013. . Willems, Marije. “Albayrak verlies kort geding tegen commissie.” NRC Handelsblad. 26 maart 2012. 1 december 2013. . Willems, Marije. “Leers stelt onafhankelijk onderzoek in naar COA.” NRC Handelsblad. 30 september 2011. 1 december 2013. . Willems, Marije. “Nog eens zeven asielzoekerscentra dicht - honderden banen weg.” NRC Handelsblad. 21 september 2011. 1 december 2013. . Zantingh, Peter. “COA-personeel luidt noodklok over bedrijfscultuur.” NRC Handelsblad. 18 september 2011. 1 december 2013. . Zantingh, Peter. “Leers pakt COA aan: salaris Albayrak omlaag, bedrijfscultuur onderzocht.” NRC Handelsblad. 19 september 2011. 1 december 2013. .
83
BEOORDELINGSFORMULIER VOOR DE BA-SCRIPTIE MEDIASTUDIES Elk van de hierna genoemde aspecten moet voldoende zijn. Naam student:
Stefani Romani
Studentnummer:
10004619/6303862
Opleiding:
Bachelor Media & Cultuur
Titel scriptie:
Dader of slachtoffer? Karaktermoord bij mediaschandalen
scriptiebegeleider:
Dr. PLM Vasterman
datum:
20 december
cijfer: 8 Commentaar
Algemene eisen: vorm en formulering - Juiste lengte - Heldere lay-out en voorblad - Indeling in hoofdstukken en paragrafen - Goed taalgebruik, academische schrijfstijl - Heldere schrijftaal, foutloos Nederlands - Noten, literatuurverwijzingen - Literatuurlijst (en bijlagen)
Inleiding en vraagstelling - Beschrijving van object van studie - Heldere (hoofd en deel)vraagstellingen - Aantonen van relevantie van vraagstelling - Logische relatie tussen hoofd- en deelvragen
Theoretisch kader - Correcte weergave van (alle relevante) concepten, theorieën en onderzoeken - Verbinding tot een coherent theoretisch kader - Koppelen van vraagstelling aan theoretisch kader en opzet eigen analyse Corpus en methode - Verantwoording keuze en afbakening corpus - Verantwoording keuze onderzoeksmethode - Operationaliseren vraagstelling
Analyse - Goed gebruik analyseschema’s - Correcte toepassing methoden en technieken - Functioneel conform probleemstelling en theorie - Functioneel conform onderzoek - Voldoende breedte en diepgang in analyse - Originaliteit in toepassing theorie en analyse
Dit is allemaal goed verzorgd. Mooi op lengte, de onderzochte interviews zijn als bijlage toegevoegd.
In deze scriptie onderzoekt Stefani hoe het komt dat de ‘daders’ bij schandalen zich zo vaak achteraf ‘slachtoffer’ voelen van de media, ook al ze erkennen fouten te hebben gemaakt. Als onderzoeksopzet is gekozen voor een analyse van interviews waarin hoofdrolspelers terugkijken op ‘hun’ schandaal. Dat zijn Jansen-Steur, Stapel, Armstrong en Albayrak. Dit wordt afgezet tegen een analyse van de dominante beeldvorming in de media.
Volgens de theorie van Kepplinger geven daders doorgaans vooral de omstandigheden de schuld, in de beeldvorming staat vaak het karakter van de hoofdpersoon centraal: hij of zij heeft niet alleen fouten gemaakt, hij of zij is fout. De operationalisatie van de hoofdvraag in deelvragen had beter gekund, het blijft nu toch nogal globaal, namelijk wel of niet toeschrijven aan omstandigheden versus karakter. Ook is niet goed duidelijk gemaakt op welke manier het zogenaamde masterframe is vastgesteld. Wel is het een interessant idee om schandalen te kiezen waarbij de dader ontkende of juist bekende Per schandaal is een feitenrelaas opgesteld, een beschrijving gegeven van het dominante beeld en het interview achteraf geanalyseerd. En afgezet tegen de theorie van Kepplinger over het toeschrijven van verantwoordelijkheden. Uit de resultaten blijkt verrassend genoeg dat vooral de berichtgeving over Jansen-Steur en Albayrak persoonlijk negatief was, terwijl het bij de twee andere meer ging over de
84
omstandigheden. Drie van de vier hoofdrolspelers zien zich als slachtoffer van een mediahetze. De theorie van Kepplinger wordt dus niet bij alle vier bevestigd, het zit allemaal ingewikkelder in elkaar. Daarom is het jammer dat de slotparagraaf weinig theoretische reflectie bevat, hoe zou de theorie aangepast kunnen worden. Welke punten zouden dan specifiek aan de orde moeten komen? Wat de media betreft is het de vraag of het juist is dat de focus zo sterk op de ‘foute’ persoon ligt bij schandalen: zou het beter zijn om meer aandacht te besteden aan de context. En waarom gebeurt dat bij sommige schandalen wel en bij andere niet?
Conclusies - Conclusies worden gedragen door voorgaande - Reflectie - Creativiteit - Terugkoppeling naar literatuur theoretisch kader - Verantwoording relevantie eigen onderzoek
Professionaliteit - Voldoende kennis van en inzicht in (relevante delen van) het vakgebied - Blijk van zelfstandige wetenschapsbeoefening
Al met al een interessante scriptie met een systematische opbouw hetgeen de vergelijkbaarheid van de analyses van de cases ten goede komt. Veel werk is besteed aan de materiaalverzameling en het beschrijven en analyseren van de vier schandalen. Kritische kanttekeningen: het theoretisch kader had wel breder gekund en leunt te zwaar op een beperkt aantal auteurs (Van Ginneken ontbreekt bijvoorbeeld). Ook de methodologie had duidelijker gekund: hoe stel je het masterframe vast? Hoe zijn de interviews geanalyseerd (enige objectivering)? De reflectie in de laatste paragraaf is nogal beperkt, waardoor het slot aan diepgang inboet.
Is zeker in staat tot zelfstandig wetenschappelijk onderzoek, maar heeft wel structuur nodig.
85
Beoordeling Stefani Romani: Dader of slachtoffer? Karaktermoord bij mediaschandalen In deze scriptie onderzoekt Stefani hoe het komt dat de ‘daders’ bij schandalen zich zo vaak achteraf ‘slachtoffer’ voelen van de media, ook al ze erkennen fouten te hebben gemaakt. Als onderzoeksopzet is gekozen voor een analyse van interviews waarin hoofdrolspelers terugkijken op ‘hun’ schandaal. Dat zijn Jansen-Steur, Stapel, Armstrong en Albayrak. Dit wordt afgezet tegen een analyse van de dominante beeldvorming in de media. Volgens de theorie van Kepplinger geven daders doorgaans vooral de omstandigheden de schuld, in de beeldvorming staat vaak het karakter van de hoofdpersoon centraal: hij of zij heeft niet alleen fouten gemaakt, hij of zij is fout. De operationalisatie van de hoofdvraag in deelvragen had beter gekund, het blijft nu toch nogal globaal, namelijk wel of niet toeschrijven aan omstandigheden versus karakter. Ook is niet goed duidelijk gemaakt op welke manier het zogenaamde masterframe is vastgesteld. Wel is het een interessant idee om schandalen te kiezen waarbij de dader ontkende of juist bekende. Per schandaal is een feitenrelaas opgesteld, een beschrijving gegeven van het dominante beeld en het interview achteraf geanalyseerd. En afgezet tegen de theorie van Kepplinger over het toeschrijven van verantwoordelijkheden. Uit de resultaten blijkt verrassend genoeg dat vooral de berichtgeving over Jansen-Steur en Albayrak persoonlijk negatief was, terwijl het bij de twee andere meer ging over de omstandigheden. Drie van de vier hoofdrolspelers zien zich als slachtoffer van een mediahetze. De theorie van Kepplinger wordt dus niet bij alle vier bevestigd, het zit allemaal ingewikkelder in elkaar. Daarom is het jammer dat de slotparagraaf weinig theoretische reflectie bevat, hoe zou de theorie aangepast kunnen worden. Welke punten zouden dan specifiek aan de orde moeten komen? Wat de media betreft is het de vraag of het juist is dat de focus zo sterk op de ‘foute’ persoon ligt bij schandalen: zou het beter zijn om meer aandacht te besteden aan de context. En waarom gebeurt dat bij sommige schandalen wel en bij andere niet? Al met al een interessante scriptie met een systematische opbouw hetgeen de vergelijkbaarheid van de analyses van de cases ten goede komt. Veel werk is besteed aan de materiaalverzameling en het beschrijven en analyseren van de vier schandalen. Kritische kanttekeningen: het theoretisch kader had wel breder gekund en leunt te zwaar op een beperkt aantal auteurs (Van Ginneken ontbreekt bijvoorbeeld). Ook de methodologie had duidelijker gekund: hoe stel je het masterframe vast? Hoe zijn de interviews geanalyseerd (enige objectivering)? De reflectie in de laatste paragraaf is nogal beperkt, waardoor het slot aan diepgang inboet. Is zeker in staat tot zelfstandig wetenschappelijk onderzoek, maar heeft wel structuur nodig. Beoordeling: 8
86