‘D’rente van ‘t schoone water’ De baten van water voor de provincie Drenthe in kaart gebracht
Augustus 2008 Deze rapportage heeft 44 pagina’s
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Inhoudsopgave Begrippenlijst
3
1
Drenthe van het schone water
4
2
Water op afbetaling
5
3
Het FEBO-model
7
4
Het resultaat van water
9
5
De KRW: gevolgen voor herkende geldstromen
17
6
De balans opmaken
22
7
Epiloog: Een nieuwe functiewaardering
24
A
Appendix
27
A.1 A.2 A.3
Beschrijving van de onderzochte waterlichamen Toelichting werkwijze Toedelingsfactoren nader toegelicht
27 28 39
B
Gebruikte literatuur
42
C
Colofon
44
i
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Begrippenlijst (Economische) actor
bedrijf, particulier of overheid
Financieel-economische effecten
effecten van een bepaalde maatregel die in geld uit te drukken zijn en dus leiden tot kosten of geldstromen/opbrengsten
Free rider
economische actor die profijt geniet zonder (in evenredige mate) bij te dragen aan de investeringen die dit profijt genereren dan wel verhogen
Geldstromen
omzetten, waardestijging van onroerende zaken inkomensoverdrachten in de vorm van belastingen
Grondgebruik
het (economisch) gebruik van het onderzoeksgebied rond waterlichamen verdeeld naar intensiteit, aard en de relatie met water
Hydromorfologie
de ingreep en het effect van alle abiotische vormfactoren, zowel natuurlijk als antropogeen van oorsprong, die gerelateerd zijn aan water in al zijn verschijningsvormen op en beneden het aardoppervlak, uitgezonderd het water in de zeeën en oceanen (bron: KRW)
Kosteneffectief
het netto profijt van een maatregel is groter dan het netto profijt van een andere maatregel
Onderzoeksgebied
het totaal van alle onderzochte waterlichamen en aangrenzend gebied van waaruit gegevens zijn verzameld
Opbrengsten
zie Geldstromen
Overheid
alle Nederlandse nationale en lokale overheden
OZB
Onroerende Zaak Belasting
Profijt
som van geldstromen/opbrengsten en overige componenten – i.e. zaken die wel als waardevol worden beschouwd, maar niet gemonetariseerd zijn – van welvaart
Waterlichaam
een onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater (bron: KRW definitie ‘oppervlaktewaterlichaam’)
WOZ
Waardering Onroerende Zaken
en/of
3
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
1
Drenthe van het schone water
Drenthe van het schone water. Zo zal het ooit wel zijn geweest. Immers, Schoonebeek ligt in Drenthe en zal wel niet voor niets zo zijn genoemd. In dit rapport zal worden ingegaan op het schone water dat Drenthe ooit weer moet sieren, zodat net als onze voorouders onze nazaten de behoefte zullen hebben om ooit in de toekomst een beek ‘Schoonebeek’ te noemen. Zo ver is het echter nog niet en voordat het zo ver is zal nog heel wat water door de ‘niet zo schoone beken’ van Drenthe stromen. Maar dat water zal wel steeds schoner worden, zeker als de Kaderrichtlijn Water ten uitvoer wordt genomen. Maar voordat deze richtlijn is geïmplementeerd zal nog wel de nodige discussie plaatsvinden over de kosten en de baten van deze richtlijn. Deze kosten en baten staan ook in dit rapport centraal, waarbij vooral de baten ook in kaart zullen worden gebracht. De kosten van het waterbeheer zijn immers over het algemeen wel bekend, maar dat waterbeheer – in het bijzonder waterkwaliteitsbeheer – ook geld oplevert is een wat minder verkend terrein. We praten immers al jaren over de ‘waterschapslasten’ en er is niemand die als hij of zij deze term gebruikt, voor de voeten geworpen krijgt dat het eigenlijk ‘investeringen’ zijn. Nee, de lasten kennen we wel, hier gaat het vooral om de lusten. En natuurlijk de verhouding tussen lusten en lasten. Dat is wat hier centraal staat: zijn er baten van water? En zo ja, in welke mate is dat het geval? Is ons water ons werkkapitaal waarvan wij de rente trekken zonder dat we ons daarvan bewust zijn? Wij doen hier een poging om de rente van ’t schone water in kaart te brengen. Niet op basis van natte vingers, maar op basis van droge cijfers. Hiervoor zullen we in eerste instantie een weergave geven van de kosten. Dit betreft zowel de kosten voor het waterbeheer in het algemeen als de kosten voor de invoering van de KRW in het bijzonder. Binnen deze analyse zijn wij vooral geïnteresseerd in de baten van de waterkwaliteit, en dus ook in de kosten die hiermee zijn gemoeid. Toch zijn waterkwaliteit en waterkwantiteit twee kanten van dezelfde munt: zonder een goed waterkwantiteitsbeheer zullen de waterkwaliteitsbeheersmaatregelen slecht of minder goed renderen, en vice versa. De baten die wij herkennen selecteren wij wel zodanig dat deze zijn toegespitst op de waterkwaliteit. De baten van het schone water worden bepaald door te kijken wat de woningwaarde of productie van bedrijven zou zijn op het moment dat de waterkwaliteit er in zijn geheel niet zou zijn. Omdat deze baten ook afhankelijk zijn van de kwaliteit van het waterkwantiteitsbeheer, worden de kosten van het huidig beheer ook in de analyse meegenomen. Op het moment dat de kosten voor huidig beleid en toekomstig beleid bekend zijn, is het zaak naar de baten van het water te kijken. Dit gebeurt in de hoofdstukken 3, 4 en 5. In hoofdstuk 3 wordt de gebruikte methodiek weergegeven. Hoofdstuk 4 geeft een weergave van de huidige geldstromen die te herleiden zijn tot het water van Drenthe weer. In hoofdstuk 5 wordt vervolgens geanalyseerd welke invloed de KRW kan hebben op de verschillende geldstromen. In hoofdstuk 6 worden de kosten en de baten naast elkaar gezet, waarbij duidelijk moet worden welke effect de invoering van de KRW heeft op de economie van Drenthe.
4
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
2
Water op afbetaling
Alvorens we de baten van water in kaart brengen is het belangrijk eerst een overzicht te geven van de kosten. De kost gaat immers voor de baat, ook in een economische analyse. De enige juiste wijze waarop de kosten in kaart worden gebracht is natuurlijk nagaan welke kosten in de provincie Drenthe worden gemaakt voor enerzijds het structurele waterbeheer en anderzijds voor de waterkwaliteitsbeheer inzake de KRW. Voor de provincie Drenthe is een overzicht tot stand gekomen, waarbij de kosten vanuit huidig beleid en daarbij de kosten voor de KRW per waterlichaam zijn opgenomen. Hierbij worden de kosten weergegeven die tot 2015 worden gemaakt, en de kosten die van 2015-2027 zijn geraamd. De uiterste datum voor het bereiken van de KRW-doelen ligt in 2027. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de kosten (bron: Statenstuk 2008-317). Kosten implementatie KRW per waterschap en waterlichaam in Drenthe in EUR '000.000 2009-2015 2015-2027 Waterlichamen Noorderzijlvest Eelder- en Peizerdiep 23,50 19,40 Leekstermeer 16,00 Kanalen 8,10 1,90 Totaal Noorderzijlvest Hunze en Aa's Drentsche Aa 11,10 6,40 Hunze 27,50 39,00 Runde 6,00 Noord Willemskanaal 3,80 3,80 Overige kanalen 0,10 0,40 Zuidlaardermeer 3,00 0,30 Totaal Hunze en Aa's Reest en Wieden Oude Diep 0,70 4,60 De Reest 0,40 0,50 Wold Aa 0,40 4,40 Oude Vaart 4,50 Vledder- en Wapserveensche Aa 1,70 8,60 Kanalen 0,70 5,60 Totaal Reest en Wieden Velt en Vecht Holslootdiep Sleenerstroom Schoonebekerdiep Oude Drostendiep Dommerswijk Bumawijk Loodiep Nieuwe Drostendiep Kanalen Totaal Velt en Vecht Totaal Drenthe
Totaal 42,90 16,00 10,00 68,90 17,50 66,50 6,00 7,60 0,50 3,30 101,40 5,30 0,90 4,80 4,50 10,30 6,30 32,10 0,68 0,66 1,50 0,37 0,29 0,54 17,35 7,60 1,17 30,16 232,56
Tabel 4.1: Kosten waterkwaliteit in Drenthe 2009-20271 1
Kaderrichtlijn water in Drenthe, samenvattend overzicht, resultaten KRW analyse voor de waterlichamen in de provincie Drenthe, concept januari 2008
5
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
In de provincie Drenthe zijn vier verschillende waterschappen actief. Elk waterlichaam heeft zijn voorlopige schatting gegeven van de kosten per waterlichaam. De totale kosten tot 2027 bedragen voor geheel Drenthe 232,6 miljoen euro. In dit onderzoek willen wij ons in het bijzonder richten op de beken en kanalen van Drenthe. De twee meren, het Leekstermeer en het Zuidlaardermeer zullen zodoende niet worden geanalyseerd. Ook de kosten die worden gemaakt binnen de KRW voor deze twee meren zullen we buiten beschouwing laten. Hiermee zijn de kosten voor de KRW voor de beken en kanalen van Drenthe in totaal 213,3 miljoen euro tot 2027. Naast deze kosten worden er ook jaarlijkse kosten gemaakt om het water van goede kwaliteit te houden en in goede banen te leiden. De kosten hiervoor zijn velerlei. Bedrijven investeren om hun vervuiling tegen te gaan, gemeenten investeren in riolering, de waterschappen investeren in waterzuivering en in kwantiteitsbeheer en waterkering, en de provincie houdt de waterkwaliteit en kwantiteit van provinciale waterwegen op peil. In onze analyse van kosten en baten kijken we naar de directe omgeving van het waterlichaam, en de geldstromen die daar plaatsvinden. Om een goede afweging te maken tussen kosten en baten zullen daarom alleen de kosten van de provincie en van de waterschappen worden meegenomen. Zij zijn immers de partijen die direct investeren in de veiligheid van het water en in de waterkwaliteit van een waterlichaam. De kosten die gemeenten maken voor de riolering zijn voor het waterlichaam indirect. Het vormt een transportmedium om vuil water uit de bebouwde omgeving af te voeren naar het waterlichaam. Hier zuivert het waterschap het water om dit vervolgens op het oppervlakte te ‘lozen’. Het transport van vuil water wordt niet meegenomen in de kostenbepaling, maar het zuiveren van dit water dus wel. Op deze manier geredeneerd zijn de kosten voor het huidig beleid gelijk aan de kosten van het waterschap en de provincie. In Drenthe zijn vier waterschappen actief. Voor elk van deze waterschappen is uit de begroting 2008 bepaald hoeveel kosten zij maken voor het waterbeheer. De totale kosten zijn gedeeld door de oppervlakte van het totale beheersgebied van de waterschappen. Hiermee ontstaat een beeld van de gemiddelde kosten per hectare. Vervolgens is aan de hand van de totale oppervlakte van Drenthe bepaald hoeveel kosten er worden gemaakt door de verschillende waterschappen in Drenthe. Op deze manier is bepaald dat de waterschappen 82,0 miljoen euro aan waterbeheer uitgeven. De provincie investeert daarnaast ook 2,7 miljoen euro per jaar. De totale kosten voor het huidige beleid bedragen dus 84,7 miljoen euro per jaar. Het is onduidelijk waar het huidig beleid ophoudt en waar de KRW begint. De kosten voor de KRW, in totaal 232 miljoen euro, betreffen deels ook kosten voor maatregelen die vanuit het huidig beheer ook zouden plaatsvinden. Zo is het denkbaar dat bepaald groot onderhoud aan een waterlichaam nodig is, dat, met de invoering van de KRW, een meer natuurlijk of op waterkwaliteit gericht karakter krijgt. Hierdoor is het moeilijk in te schatten of de kosten die worden gemaakt voor dit onderhoud binnen het huidig beleid vallen of dat de kosten voor de KRW worden gemaakt. Om de kosten vooral niet te onderschatten zal in dit rapport ervan uit worden gegaan dat de kosten voor de KRW volledig los staan van de kosten vanuit het huidig beheer. Met deze gegevens zijn de kosten voor het waterbeheer duidelijk. Nu is het mogelijk om de baten te achterhalen. Dit zal gebeuren aan de hand van de FEBO-methodiek.
6
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
3
Het FEBO-model
Hebben we het net over de kosten gehad en daarbij voor het bedrijfsleven gesproken over de kosten van productiewater, hier gaan we het hebben over de partijen die baat hebben bij het water, het consumptiewater. Om de aan water te relateren geldstromen in kaart te brengen, wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘FEBO-methode’, een methode voor het onderzoek naar opbrengsten verbonden aan natuur, landschap of water. De methode werd al toegepast in eerdere studies van Triple E en KPMG, zoals het reeds genoemde Geld als Water (2006), Het Groene Geld onder de Gooise Matras (2005) en De Veluwe Verdient Beter (2005).2 Binnen deze methode wordt alleen gebruik gemaakt van identificeerbare, gerealiseerde geldstromen in de vorm van omzet, waardestijgingen en belastingen. Het is dan ook een methode uit een accountantsomgeving en vergelijkbaar met de IFRS.3 De provincie Drenthe is natuurlijk geen bedrijf, maar het kan soms verhelderend werken om haar als zodanig – dat wil zeggen bij wijze van model – te beschouwen. Dus werken we gemakshalve even met de “BV Drenthe”. Natuur, landschap en water kunnen dan worden gezien als bedrijfsonderdelen, die elk een aantal (bedrijfs)functies vervullen. Het werk van de werk van de accountant met de FEBO-methode om de opbrengsten van water in kaart te brengen bestaat dan simpel gesteld uit de volgende twee stappen: • •
Het bepalen van de belanghebbenden; Het in kaart brengen van de opbrengsten van de belanghebbenden die kunnen worden herleid tot oppervlaktewater.
Net als een accountant wordt op basis van (bestaand) onderzoek, de heersende praktijk en eigen deskundigheid bepaald welk deel van de geldstroom is toe te wijzen aan de aanwezigheid van water. We gaan op zoek naar bedrijfsonderdelen waarvan de gegevens representatief zijn voor het hele bedrijf. De eenheid die daartoe tegen het licht wordt gehouden is, in navolging van de KRW, het ‘waterlichaam’. Voor Drenthe zijn de baten van alle waterlichamen in kaart gebracht. Vervolgens zijn vier vormen van grondgebruik onderscheiden, namelijk: 1. Stedelijk: Stedelijk gebied; 2. Natuur: Natuurgebieden; 3. Groot Water: Grote oppervlaktewateren; 4. Buitengebied: Overig gebied. Binnen de analyse voor de provincie Drenthe wordt Groot Water buiten beschouwing gelaten. In Drenthe bevinden zich twee waterlichamen die passen binnen deze categorie, het Leekstermeer en het Zuidlaardermeer. Deze twee meren liggen echter zodanig aan de rand van 2
Bade, T.; Schroeff, O. v.d., 2006, Geld als water. Over Europese Richtlijnen, Water en Regionale Economie, Triple E; Bade, T.; Schroeff, O. v.d., 2005, Het Groene Geld onder Gooise Matras. De Economische Baten van de Gooise Natuur in Kaart Gebracht, KPMG; Bade, T.; Schroeff, O. v.d., 2005, De Veluwe Verdient Beter, KPMG 3 International Financial Reporting Standards, een verzameling voorschriften betreffende de presentatie van jaarcijfers van bedrijven
7
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Drenthe, dat de geldstromen die te relateren zijn aan dit water merendeels in Groningen worden beleefd. Aangezien we ons hier op de baten voor Drenthe wensen te concentreren, en we de kosten tegen de opbrengsten af wensen te zetten, worden deze twee meren buiten beschouwing gelaten. Want als eerste stap worden de geldstromen rond de waterlichamen, i.e. de omzetten van bedrijven, waardestijging van woningen en inkomensoverdrachten in de vorm van directe belastingen, per waterlichaam geïnventariseerd. Daarbij worden de geldstromen verdeeld naar het grondgebruik rond de waterlichamen. Bij de opschaling kan vervolgens gebruik worden gemaakt van de verdeling naar grondgebruik volgens gegevens van het CBS. De gegevens zijn in dit onderzoek dus allereerst op het niveau van de waterlichamen verzameld en per waterlichaam verdeeld naar categorie grondgebruik. De tweede stap omvat het aggregeren van de gegevens voor de hele provincie Drenthe. Dit levert totalen op voor elke categorie grondgebruik afzonderlijk. Deze totalen zijn vervolgens per hectare onderzocht oppervlaktewater weergegeven. Samengevat zijn vanaf het niveau van de werkvloer van ons bedrijf dus gegevens vergaard en deze zijn zo overzichtelijk mogelijk weergegeven ten behoeve van het management, zonder daarbij al te veel informatie te verliezen. Per waterlichaam is bepaald hoe het grondgebruik rond dit waterlichaam zich laat verdelen in de vier categorieën4. Aan de hand daarvan zijn de geldstromen die aan water kunnen worden toegedicht verdeeld. Aggregatie van de gegevens van alle onderzochte waterlichamen heeft kentallen per grondgebruik opgeleverd. Vervolgens is aan de hand van de verdeling van het grondgebruik in heel Drenthe en het totale wateroppervlak bepaald wat de totale geldstromen rond het water zijn.
Figuur3.1 : Opschaling van waterlichamen naar grondgebruik naar provincie Drenthe
4
Voor uitleg over de toedelingspercentages en de verdeling van het grondgebruik zie bijlage
8
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
4
Het resultaat van water
In dit hoofdstuk is de methodiek zoals die in het voorgaande hoofdstuk is weergegeven uitgewerkt voor de beken en kanalen van de provincie Drenthe. De methodiek wordt getalsmatig weergegeven aan de hand van de cijfers zoals die zijn berekend voor de Hunze. Hierna vindt een opschaling plaats naar de provincie. De Hunze is een (voormalige) beek die vanaf het kanaal bij Bronnegerveen in het oosten van Drente naar het noorden stroomt. Hierbij stroomt hij langs Gasselternijveen, Exterveen en door Spijkerboor tot aan het uiterste noorden van de provincie, waar de beek uitkomt in het Zuidlaardermeer. Het meer loopt door het beheersgebied van Waterschap Hunze en Aa´s. Om uiteindelijk de opschaling mogelijk te maken is in eerste instantie gekeken naar het grondgebruik van de Hunze. Hieruit is gebleken dat deze zich vooral in landelijk gebied bevindt. Het beekje doet in Drenthe slechts één kern aan. Hierdoor is het grondgebruik van de Hunze slechts voor 10% stedelijk en voor 90% buitengebied. Vervolgens is de waterafhankelijke bedrijvigheid in een straal van 150 meter rondom de Hunze geëxtraheerd. Een deel van deze bedrijven is afhankelijk van de aanwezigheid van de Hunze. Voor de bedrijven waarvoor dit geldt is aan de hand van toedelingsfactoren bepaald welk deel van de omzet direct valt te relateren aan de aanwezigheid van het water. De toedelingsfactoren en verantwoording hiervan worden weergegeven in de bijlage. Een overzicht van de resultaten per sector van deze analyse wordt gegeven in tabel 6.1. Omzetten Hunze met toedeling naar grondgebruik en sectoren
Landbouw
Niet-commerciele dienstverlening
Delfstofwinning
Transport
Energie
Visserij
Jacht en Bosbouw
142 18.847 0 0
0 0 0 0
0 842 0 0
36 921 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 5.515 0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
17 247 392 31.492 0 0 0 0
Totaal
5.027
18.989
0
842
958
0
0
0 5.515
0
0
408 31.739
Eindtotaal
Industrie
52 4.974 0 0
Zakelijke dienstverlening
Horeca
Stedelijk Buitengebied Natuur Groot water
Bouw
Handel
in EUR '000
Tabel 6.1: Omzetten rond de Hunze
Door de waterafhankelijke bedrijvigheid te selecteren en de rol van water binnen de productie te bepalen wordt duidelijk wat de productie van het water in feite is. De totale omzet die direct aan water valt te relateren bedraagt voor de Hunze 31,7 miljoen euro. Dit wordt vooral binnen de Handel, de Horeca, de Energie en de Landbouwsector gegenereerd.
9
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Bij de selectie van bedrijven zijn alleen die bedrijven meegenomen, die in hun productie gebaat zijn bij de aanwezigheid van het water enerzijds, maar tevens van een goede kwaliteit van dit water anderzijds. Zo zal een binnenschipper om opzichtige redenen gebaat zijn bij de aanwezigheid van water, maar zal een slechte waterkwaliteit hem niet snel in zijn productie beperken. De binnenvaart wordt binnen dit onderzoek dan ook niet aangemerkt als afhankelijk van water. Het is niet altijd duidelijk op welke manier bedrijven afhankelijk zijn van water. Daarom wordt voor de Hunze per sector aangegeven wat de water(kwaliteit)afhankelijkheid precies inhoudt. De bedrijven binnen de sector handel beperken zich tot verschillende vormen van detailhandel. Hun klanten worden gevormd door de bewoners in het onderzoeksgebied, maar ook door de toeristen die hier op bezoek komen. Verschillende onderzoeken, in de gemeente Veerne en in de kop van Overijssel, geven aan dat in gebieden waarin toeristen komen de detailhandel voor 30% afhankelijk is van deze toeristen. Het water, en zeker ook schoon water, zorgt ervoor dat meer toeristen en recreanten afkomen op een gebied. Vandaar dat een gedeelte van de omzet van de detailhandel die aan het water is gelegen watergerelateerd is. Voor de horecasector is recreatie en toerisme van groot belang, zeker op het moment dat de horeca-etablissement aan het water is gevestigd. Dit water creëert een stuk beleving, meerwaarde voor het aangeboden product. De afhankelijkheid van de landbouw aan schoon water heeft twee zijden. Aan de ene kant vervuilt deze sector het water. Vanuit de productie vindt een emissie van schadelijke stoffen plaats naar het water. Maar aan de andere kant gebruiken zij het water om het veld te besproeien en het vee te drenken. Schoon water is hierbij van belang. Maar de landbouwsector heeft vooral belang bij schoon water in het kader van verbrede landbouwactiviteiten. Schoon water zorgt voor hogere natuurwaarden en hierdoor voor meer recreatie en toeristen. De landbouw kan hiervan profiteren door het aanbieden van verbrede activiteiten. Uiteindelijk geldt hierdoor een positieve afhankelijkheid. Binnen de niet-commerciële dienstverlening bevinden zich verschillende bedrijfstakken die afhankelijk zijn van natuurlijk water. Aan de ene kant zijn dit zorginstellingen, die zich in een natuurlijke omgeving vestigen vanwege de rustgevende functie van natuur. Binnen deze omgeving past ook water. Schoon water is daarbij een pre. Aan de andere kant vallen binnen deze sector bedrijven die zich richten op recreatie en toerisme. Het betreft dan maneges, havens en kunstinstellingen. Ook deze zijn afhankelijk van schoon water. Binnen de energiesector vallen de waterbedrijven van Groningen en Drenthe. Zij hebben verschillende pompstations in Drenthe, waaronder één in de nabijheid van de Hunze, en zijn daardoor in het bijzonder gebaat bij schoon water. Dit zal immers de kosten voor de productie terugbrengen, aangezien er een minder heftige zuivering hoeft plaats te vinden. Tot slot bevindt zich ook de zakelijke dienstverlening aan de Hunze. Deze sector wordt gevormd door bedrijven die zijn gericht op de verhuur aan recreanten en toeristen, zoals kano’s, plezierboten en dergelijke. In ieder geval een gedeelte van de productie is hierbij gerelateerd aan de aanwezigheid van schoon water.
10
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
De omzetten van deze bedrijven geven een min of meer onbedoeld effect van water weer. Traditioneel gezien heeft water vooral een productiefunctie: het werd ingezet bij industriële processen en bood een transportmogelijkheid voor de producten hiervan. De investeringen in de waterkwaliteit hebben echter een ander effect. De investeringen vinden plaats door de provincie en door de waterschappen. Deels worden de kosten betaald vanuit de algemene middelen (provincie), maar voor het grootste deel vanuit de inkomsten uit vervuilingseenheden, een belasting die door de waterschappen wordt geïnd. Het doel van deze investeringen is om ziekten als gevolg van een slechte waterkwaliteit te voorkomen, om het water ecologisch gezond te houden en om de doorstroom van het water te bevorderen. De omzetten die hier worden weergegeven zijn daarin een bonus, en de instellingen die deze omzetten genereren ‘free riders’. Deze free riders kenmerken zich door baten te genereren dankzij een bepaalde investering zonder hieraan mee te betalen. Door de gegenereerde omzetten zijn de bedrijven free riders, maar daarnaast ook de overheid. Op basis van de behaalde resultaten van de ondernemingen heffen zij belasting, zoals vennootschapsbelasting en dividendbelasting. De maatregelen ten behoeve van de waterkwaliteit hebben dus baten voor verschillende partijen, zonder dat zij meebetalen aan de maatregelen. De gegenereerde omzet is een dergelijke baat. Private partijen genereren dus voor 31,7 miljoen euro aan omzet als gevolg van de aanwezigheid van de Hunze. Een tweede geldstroom vanuit het water wordt gerealiseerd vanuit de waarde van woningen nabij het water. Vandaar dat voor de Hunze is bepaald hoeveel woningen binnen 150 meter van de beek liggen, en wat de waarde van deze woningen is. Dit is gebaseerd op de WOZ, die als conservatieve benadering van de marktwaarde geldt.5 In verschillende onderzoeken is de invloed van natuur en water op de waarde van aangrenzend onroerend goed onderzocht. Hieruit bleek dat een huis dat binnen 150 meter van het water ligt gemiddeld 15 tot 306 procent meer waard is dan een vergelijkbaar huis op een locatie die niet aan het water is. In dit onderzoek zijn wij uitgegaan van een waardestijging van 15 procent. Alhoewel dit voor de veenkoloniën van de Hunze alsnog kan worden gezien als een hoog percentage, is deze waarde realistisch als men de nauwe bandbreedte (150 meter) in ogenschouw neemt. Bovendien zal in de opschaling naar geheel Drenthe 15% de meest betrouwbare waarde zijn. Aan de hand van cijfers van het CBS is bepaald hoeveel huizen er aan de Hunze liggen en hoeveel deze huizen waard zijn. Hieruit blijkt dat de huizen rondom de Hunze bijna 38 miljoen euro waard zijn. De WOZ-waarde van het water van de Hunze is dan 15% van dit bedrag, dus 5,6 miljoen euro. Dit geldt echter nog niet als geldstroom, maar alleen als de waarde van het water. Een geldstroom vindt er echter ook plaats, en op het moment dat een huis wordt verkocht. Een huis wordt immers gemiddeld 4% meer waard, en daarmee ook de WOZ-waarde van de Hunze. Op het moment dat een huizeneigenaar zijn huis verkoopt, zal hij voor elk jaar dat hij woonde in 5
Als we uitgaan van een jaarlijkse prijsstijging van onroerende zaken is de wijze waarop de WOZ door gemeentes wordt bepaald – gebaseerd op de waarde van het voorafgaande jaar – per definitie conservatief 6 Luttik, J., 2000, The Value of Trees, Water and Open Space as Reflected by House Prices in the Netherlands, Landscape and Urban Planning, 48, pp 161-167 6 Deze waarde is gekozen omdat we wederom een conservatieve schatting willen hanteren om ons zodoende niet rijk te rekenen. Hier bij moet worden bedacht dat 15% van de woningwaarde overeenkomt met 17,6% meerwaarde. 6 Bervaes, J.C.A.M.; Vreke, J., 2004, De Invloed van Groen en Water op de Transactieprijzen van Woningen, Alterra
11
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
zijn huis 4% meer krijgen, en dus ook 4% meer over de 15% van de Hunze. Gemiddeld vindt er dus elk jaar een geldstroom plaats die gelijk is aan vier procent van de WOZ-waarde van de Hunze (dus van de 15% waardetoevoeging van de Hunze op het onroerend goed). Om opschaling mogelijk te maken is deze waarde ook per grondgebruik uitgerekend. WOZ rond Hunze in EUR '000 per jaar
Stedelijk Buitengebied Natuur Groot water Totaal
WOZ totaal
WOZ waarde Hunze 15%
Waarde stijging 4%
1.878 35.691 0 0
282 5.354 0 0
11 214 0 0
5.635
225
37.569
Tabel 6.3: Jaarlijkse opbrengsten water gerelateerd uit WOZ rond de Hunze
Ook deze geldstroom komt deels ten goede aan de overheid. Zij heft immers overdrachtsbelasting op het moment dat een huis wordt verkocht. Bovendien wordt ook over de WOZ-waarde van de Hunze OZB betaald door de huizeneigenaren. Ook hier betreffen het free riders: noch de toegevoegde water van de huizeneigenaar, noch deze inkomsten van de overheid vloeien terug naar het water. De investeringen die hierin worden gedaan komen uit andere potjes, met andere doelen. Naast deze geldstromen bestaan er ook publieke geldstromen, die worden gevormd door de inkomsten van overheden uit toeristenbelasting, forensenbelasting en haven- en kadegelden. Dit zijn belastingen die door de gemeenten worden geheven. De Hunze stroomt door een drietal gemeenten, namelijk gemeente Aa en Hunze, Borger-Odoorn en Tyrnaarlo. De totale inkomsten uit toeristenbelasting voor deze gemeenten bedraagt 1 miljoen euro per jaar. Dit gehele bedrag kan niet aan de aanwezigheid van de Hunze worden toegeschreven, aangezien er ook andere trekkers zijn van recreatie en toerisme. Het aandeel van de Hunze in deze geldstroom is afhankelijk van het grondgebruik. Eenzelfde methode wordt toegepast voor forensenbelasting. De haven- en kadegelden blijken in geen van de gemeenten te worden geheven.
12
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Inkomsten uit diverse belastingen vanuit de Hunze
Toeristenbelasting
Forensenbelasting
Haven- en kadegelden
Totaal
in EUR '000 per jaar
Stedelijk Buitengebied Natuur Groot water
8 302 0 0
1 17 0 0
0 0 0 0
9 319 0 0
Totaal
310
18
0
328
Tabel 6.4: Belastingopbrengsten rond de Hunze
Hiermee zijn alle geldstromen die te relateren zijn tot de aanwezigheid van de Hunze weergegeven. In tabel 6.5 zijn de totale geldstromen voor de Hunze per grondgebruik weergegeven. Totale geldstromen Hunze
Geldstroom belastingen
Totaal
Totaal
Geldstroom waardetoevoeging huizen
Stedelijk Buitengebied Natuur Groot water
Geldstroom omzet bedrijven
in EUR '000 per jaar
247 31.492 0 0
11 214 0 0
9 319 0 0
267 32.025 0 0
225
328
32.292
31.739
Tabel 6.5: Totale geldstromen rond de Hunze
De toegepaste methode is hiermee duidelijk gemaakt voor één waterlichaam in de provincie Drenthe. Ook voor het Peizer- en Eelderdiep, het Oranjekanaal en de Oude Vaart is precies deze methode toegepast om de huidige geldstromen te herleiden.
13
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Omdat hierbij steeds de onderverdeling naar grondgebruik is gemaakt, is het mogelijk de geldstromen per grondgebruik weer te geven. Tabel 6.6 geeft een overzicht van de totale geldstromen voor de vier onderzochte waterlichamen.
Totale geldstromen onderzoeksgebied naar grondgebruik
Geldstroom belastingen
Totaal
Totaal
Geldstroom waardetoevoeging huizen
Stedelijk Buitengebied Natuur Groot water
Geldstroom omzet bedrijven
in EUR '000 per jaar
1.097 87.455 3.169 0
290 2.700 148 0
42 1.183 57 0
1.387 90.154 3.318 0
3.138
1.282
94.859
91.720
Tabel 6.6: Overzicht van de totale geldstromen in onderzoeksgebied
Ten behoeve van de opschaling is het echter wel noodzakelijk de geldstromen ook per kilometer waterlichaam te berekenen. Ook de lengte van het waterlichaam wordt ingedeeld in de typen grondgebruik.
14
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Jaarlijkse opbrengsten per kilometer per grondgebruik
3.138
1.282
143
114,60 683,44 576,57 641,27
30,30 21,10 27,01
21,94
Totaal
91.720
10 128 5 -
Geldstroom waardetoevoeging huizen per km.
42 1.183 57 -
Geldstroom omzet bedrijven per km.
290 2.700 148 -
Lengte in km.
Geldstroom belastingen
1.097 87.455 3.169 -
Geldstroom belastingen per km.
Totaal ond.geb
Geldstroom waardetoevoeging huizen
Stedelijk Buitengebied Natuur Groot water
Geldstroom omzet bedrijven
in EUR '000 per jaar
4,37 9,24 10,35 -
149,28 713,78 613,93 -
8,96
672,17
Tabel 6.7: Jaarlijkse private en bestuurlijke geldstromen per kilometer waterlichaam in onderzoeksgebied.
In totaal zijn de geldstromen per kilometer in het onderzoeksgebeid 672,17 Euro per jaar in Drenthe. Dit getal geldt hier slechts om een indicatie te geven om wat voor bedragen hier spelen. Bij de uiteindelijke opschaling zal gewerkt worden met de afzonderlijke geldstromen per kilometer naar grondgebruik. Om opschaling mogelijk te maken is het in eerste instantie van belang de totale lengte van beken en kanalen te bepalen in Drenthe. Dit is gebeurd aan de hand van de lengten van de in hoofdstuk 4 weergegeven waterlichamen. Door te achterhalen wat de lengte is van deze waterlichamen is de totale lengte van de waterwegen in Drenthe bepaald. De beken in Drenthe kennen een totale lengte van 403 kilometer. De kanalen hebben een totale lengte van 269 kilometer. Aan de hand cijfers van het CBS is vervolgens bepaald op welke manier deze kilometers worden verdeeld naar grondgebruik. Het stedelijk grondgebruik in Drenthe is 9,4 procent, voor 16,9 procent is het grondgebruik natuur en de rest, 73,7 procent, valt binnen grondgebruik buitengebied. In Tabel 6.8 worden de totale geldstromen die te relateren zijn aan water weergegeven.
15
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Buitengebied
Natuur
Groot water
Totaal
Gebruikscategorie
Stedelijk
Opschaling; Totale opbrengsten van onderzoeksgebied naar provincie Drenthe
10
128
5
-
143
Onderzoeksgebied Lengte beken en kanalen in km. Omzet bedrijven in EUR'000 per jaar Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar Belastingen in EUR'000
1.097 290 42
Omzet bedrijven in EUR'000 per jaar per km. Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar per km. Belastingen in EUR'000 per km.
114,60 30,30 4,37
87.455 2.700 1.183
683,44 21,10 9,24
3.169 148 57
-
91.720 3.138 1.282
576,57 27,01 10,35
-
Opschaling naar Provincie Drenthe (totaal oppervlaktewater (kanalen en beken) Lengte beken en kanalen in km.
63
495
114
-
672
Omzet bedrijven in EUR'000 per jaar Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar Belastingen in EUR'000
7.240 1.914 276
338.491 10.450 4.579
65.482 3.068 1.176
-
411.213 15.432 6.030
Totale opbrengsten EUR '000 / jaar
9.430
353.519
69.725
-
432.675
Tabel 6.8: Overzicht van geldstromen te relateren aan water voor geheel Drenthe
De totale jaarlijkse baten die direct te herleiden zijn tot de aanwezigheid van water in Drenthe zijn ruim 432 miljoen euro. Dit betreft de geldstromen die zowel belang hebben bij de aanwezigheid van het water als van een goede kwaliteit van dit water. Met andere woorden: deze baten zouden lager zijn indien de waterkwaliteit lager zou zijn. Op het moment dat de waterkwaliteit zou dalen zou dit immers betekenen dat bepaalde bedrijven minder goed zouden renderen en dat de waarde van huizen die een deel van hun waarde ontlenen aan de aanwezigheid van het water dalen. Hiermee is duidelijk geworden dat water, en in het bijzonder water van een goede kwaliteit, economisch rendeert. Dit doet het zowel op de huizenmarkt, voor de overheid als voor het bedrijfsleven. De vraag kan worden gesteld in hoeverre de investeringen in schoner water de moeite lonen. Jaarlijks wordt er geïnvesteerd in de waterkwaliteit in Drenthe, en extra investeringen voor de KRW komen daar deels bovenop. Daarom wordt in het volgend hoofdstuk de balans opgemaakt. Daarvoor wordt eerst gekeken naar het algemene plaatje van de economie van Drenthe. Vervolgens wordt gekeken naar welke impuls de KRW kan betekenen voor de bedrijven in Drenthe, en welke impuls de KRW zal hebben op de huizenmarkt. Aan de hand daarvan kan het gevolg van de KRW op de geldstromen die te herleiden zijn tot het water worden bepaald.
16
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
5
De KRW: gevolgen voor herkende geldstromen
De totale geldstromen die jaarlijks te herleiden zijn tot het water bedragen ruim 432 miljoen euro. Ruim 411 miljoen euro hiervan wordt gevormd door de omzetten van bedrijven. Deze omzet vormt dat gedeelte van de totale omzet van waterafhankelijke bedrijven die direct aan water te relateren valt. Met andere woorden: het vormt een gedeelte van de omzet dat niet zou zijn behaald op het moment dat het waterlichaam niet in die kwaliteit aanwezig zou zijn. We mogen verwachten dat een impuls in de waterkwaliteit ertoe zal leiden dat deze geldstroom groter wordt. Immers, er wordt een investering gedaan in het product dat de verschillende bedrijven leveren, of waar ze in ieder geval van afhankelijk zijn. De KRW zal ertoe leiden dat de waterkwaliteit stijgt, dat het water een natuurlijker aanzien krijgt en dat de biodiversiteit in de wateren wordt vergroot. Om te achterhalen wat voor gevolgen een dergelijke verbetering heeft op de bedrijvigheid in de nabijheid van het water bestaan er verschillende mogelijkheden. Zo is het mogelijk te achterhalen welke maatregelen er specifiek worden getroffen, om aan de hand daarvan te bepalen welk effect deze maatregelen hebben op de verschillende sectoren. Het is echter nog niet mogelijk om de specifieke maatregelen in het ecologische en economische landschap van Drenthe te plaatsen. Het is daarnaast ook mogelijk om de aard van de maatregelen te nemen, en te toetsen welke invloed deze hebben op de waterafhankelijke bedrijvigheid. De waterafhankelijke bedrijvigheid wordt gevormd door bedrijven die afhankelijk zijn van recreatie en toerisme, door zorginstellingen en door bedrijven die schoon water in het productieproces gebruiken, alhoewel deze laatste gebruikscategorie in geringe mate aanwezig is. Binnen recreatie en toerisme vormen de doelstellingen van de KRW, of liever de realisatie daarvan, een zekere meerwaarde. Het blijft daarbij wel de vraag in welke mate de verschillende sectoren kunnen profiteren van de hun aangeboden innovatie. Dit is wel te achterhalen, en daarom is voor deze weg gekozen. Om te achterhalen wat de groeipotentie is van verschillende economische sectoren waar in wordt geïnvesteerd is de zogenaamde Triple E Starmatrix opgesteld. De Triple E Starmatrix geeft de ontwikkeling van een bedrijf respectievelijk een bedrijfstak weer als de opkomst en ondergang van een ster, zonder daarbij overigens astronomisch volledig verantwoord te zijn. Het model werkt als volgt; •
Op de verticale as van de matrix staat de groei van de markt. Dit geeft een goed beeld van de kansen die hier in de toekomst liggen. Als indicator wordt daarvoor gebruikt de groei van de werkgelegenheid over de afgelopen vijf jaar.
•
Op de horizontale as staat de omzet in de betreffende sector.
•
De omvang van de bol geeft de omvang van de werkgelegenheid weer.
De matrix is verder onderverdeeld in een viertal velden. De stadia die sectoren normaliter doorlopen verlopen via de volgende route: linksboven (zon), rechtsboven (supernova), rechtsonder (vallende ster) en linksonder (bruine dwerg en uiteindelijk zwart gat). Hieronder volgt een korte toelichting op elk van de velden uit de figuur: Groeiende markt/lage omzet. Zon: nieuwe/jonge sector, sterk stralend maar nog niet erg groot. Heeft de potentie om door te groeien tot een grote krachtige sector (supernova).
17
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Groeiende markt/hoge omzet. Supernova: grote sterk stralende ster, nog immer groeiend. Groot belang voor de regionale economie. Krimpende markt/hoge omzet. Vallende ster: grote volwassen sector, gekenmerkt door krimpende markt. Krimpende markt/lage omzet. Bruine dwerg: krimpende sector met weinig potentie in zijn huidige vorm. Indien niet wordt gerevitaliseerd zal deze sector mogelijk afsterven. Indien op het juiste moment wordt ingegrepen kunnen bepaalde deelsectoren doorgroeien naar een mogelijke nieuwe ‘zon’. Maar het kan nog erger: een zwart gat is een sector die in de bestaande vorm geen toekomstperspectief meer heeft. Breedte-investeringen, waarbij de productie wordt uitgebreid, zullen in dergelijke sectoren geen nut hebben. De sectoren moeten in de diepte investeren, innovatief zijn, het productieproces verbeteren en efficiënter produceren. In de figuur is tevens de ‘normale’ ontwikkeling van een sector geïllustreerd middels de gekromde pijl.
STAR matrix % groei van de markt
Zon
Supernova
+7 %
ontwikkelrichting Veel werkgelegenheid
0%
Weinig
-7 % Zwart gat
laag
Bruine dwerg
omzet
Vallende ster
hoog
Figuur 7.1.:Triple E- Starmatrix
Het totale plaatje geeft de sterkten en zwakten van een regionale economie weer. De star matrix zal worden gebruikt om de huidige economische situatie van Drenthe in kaart te brengen, alsmede de ontwikkelingsrichting van de verschillende sectoren als gevolg van de invulling van de KRW.
18
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
STAR-Matrix Drenthe
Zakelijke dienstverlening
Delfstofwinning
Bouw Transport
Niet-commerciële dienstverlening
Horeca Landbouw en Visserij Handel
Industrie
Figuur 7.2.:Triple E- Starmatrix Drenthe
De zakelijke en niet-commerciële dienstverlening zijn sterke sectoren voor Drenthe. De industrie is dit vanuit het verleden geweest, en weet nog altijd een relatief hoge productie te bewerkstelligen, maar heeft de laatste jaren te maken met dalende groeicijfers. De transportsector, de bouw en de horeca lijken de nieuwe sterren aan het firmament te zijn. Delfstofwinning is dit op het eerste gezicht ook, maar deze sector is zo beperkt aanwezig dat dit geen grote impact zal kunnen hebben op de economie. Landbouw en handel zijn voor Drenthe zwakke sectoren. Aan de hand van de starmatrix is bepaald welke invloed de KRW kan hebben op de verschillende waterafhankelijke bedrijven. Zo zullen de landbouw en handel gebaat zijn bij een investering in hun ondernemingen, aangezien zij op deze manier uit het slop kunnen worden getrokken. Het effect zal binnen deze sectoren niet zo hoog zijn als binnen de horeca of binnen transport, aangezien deze sectoren al klaarstaan om zich verder te ontwikkelen (binnen de bouw bevinden zich geen waterafhankelijke bedrijven die kunnen profiteren van de KRW). De dienstverlenende sectoren zullen weer in mindere mate kunnen profiteren van de KRW, aangezien zij al tegen hun maximale groei aanzitten. De waterafhankelijke industrie tot slot zal geen impuls mogen verwachten van de KRW. Op basis hiervan zijn de groeipercentages voor de waterafhankelijke bedrijven binnen een sector bepaald. Het resultaat van de waterafhankelijke bedrijven binnen landbouw en handel kunnen als gevolg van de KRW met 5% groeien. Binnen horeca en transport met 7% en binnen de dienstverlening met 3%. De waterafhankelijke bedrijven binnen de industriesector zullen naar alle waarschijnlijkheid niet groeien. Let op: het betreft hier alleen een groei van de waterafhankelijke bedrijvigheid. Zo is de landbouw op de verschillende typen grondgebruik (behalve stedelijk) voor 30% toebedeeld. Dit is deels in verband met verbrede landbouwactiviteiten (meer toerisme a.g.v. KRW is dan meer inkomsten) en deels door de bedrijfsvoering (schoner water kan helpen in het productieproces). Een groei van 5% voor
19
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
landbouw betekent geen 5% groei voor de landbouwsector, maar slechts een groei van (5% keer 30%) 1,5% van de sector. Maar niet alleen de omzetten zullen stijgen. Ook de huizen die aan het water staan zullen nog meer waard worden als ze ook nog eens aan schoner, natuurlijker water staan. Dit levert in eerste instantie een hogere WOZ-waarde op. Deze waardetoevoeging is volledig toe te schrijven aan het water. In dit onderzoek verwachten we voorzichtig dat de huizenwaarde met 3% zal stijgen. Doordat deze waardestijging volledig voor het conto valt van het water, is de toekomstige toegevoegde waarde te berekenen door niet 15% van de huidige WOZ-waarde toe te kennen aan het water, maar 18%. Dit leidt weer tot een jaarlijkse geldstroom van 4% van deze 18%. Ook is er een eenmalige geldstroom te herkennen, namelijk de eenmalige impuls die de huizenprijzen beleven. Deze bedraagt drie procent van de huidige WOZ-waarde. Tot slot is ook de verwachting dat toerisme en recreatie toe kan nemen, en dat een tweede huis in Drenthe aantrekkelijker zal zijn. Hierdoor stijgen ook de inkomsten uit de toeristenbelasting en de forensenbelasting. Beide belastingstromen zullen als gevolg van de KRW naar schatting 5% hoger zijn. In tabel 7.1 zijn de toekomstige geldstromen opgenomen.
Natuur
128
5
Totaal
Buitengebied
10
Gebruikscategorie
Groot water
Stedelijk
Totale toekomstige opbrengsten van onderzoeksgebied naar provincie Drenthe
Onderzoeksgebied Lengte beken en kanalen in km. Omzetten bedrijven in EUR'000 per jaar Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar Belastingen in EUR'000
1.151 348 44
Omzetten bedrijven in EUR'000 per jaar per km. Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar per km. Belastingen in EUR'000 per km.
120,26 36,36 4,59
92.098 3.240 1.242
719,73 25,32 9,71
-
143
3.339 160 60
-
96.588 3.748 1.346
607,37 29,11 10,87
-
Opschaling naar Provincie Drenthe (totaal oppervlaktewater (kanalen en beken) Lengte beken en kanalen in km. Omzetten bedrijven in EUR'000 per jaar Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar Belastingen in EUR'000 Totale opbrengsten EUR '000 / jaar
63
495
114
-
672
7.597 2.297 290
356.465 12.540 4.807
68.980 3.307 1.234
-
433.042 18.143 6.332
10.184
373.812
73.521
-
457.517
Tabel 7.1: De toekomstige geldstromen na implementatie van de KRW in prijzen van 2008
20
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
De cijfers zijn niet gecorrigeerd voor inflatie of verdisconteerd naar de toekomst. Hier wordt gesuggereerd dat de KRW van het ene op het andere moment wordt ingevoerd, en dat de vraag en de bedrijven zich hier direct naar aanpassen. Hoewel dit een onrealistische kijk op de zaak is, gaat een verdiscontering naar de toekomst voorbij aan het doel van dit rapport, namelijk het inzichtelijk maken van het feit welke economische geldstromen de invoering van de KRW genereert. Ontwikkeling in geldstromen die ontstaan vanuit het water met goede waterkwaliteit In EUR'000 per jaar Voor KRW
Na KRW
Verschil
Omzetten bedrijven in EUR'000 per jaar Waardetoevoeging huizen in EUR'000 per jaar Belastingen in EUR'000
411.213 15.432 6.030
433.042 18.143 6.332
21.829 2.712 302
Totale opbrengsten EUR '000 / jaar
432.675
457.517
24.842
Tabel 7.2: De impuls van de KRW op de herkende geldstromen
De jaarlijkse omzet die direct te relateren valt aan het water kan na invoering van de KRW met 21,8 miljoen euro stijgen. De jaarlijkse WOZ-baten die te relateren zijn aan het water stijgen dan met 2,7 miljoen, en de inkomsten uit toeristen- en forensenbelasting met ruim 300.000 euro. Totaal nemen de geldstromen die te relateren zijn aan het schone water dus toe met 24,8 miljoen euro. Aan de hand van deze en voorgaande cijfers is het mogelijk de balans op te maken. Dit gebeurt in het volgende hoofdstuk.
21
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
6
De balans opmaken
De vraag die aan dit rapport ten grondslag ligt, is welke economische baten zich voordoen bij de invoering van de KRW. Hiervoor is op een nieuwe manier naar de waterkwaliteit gekeken en is aangetoond dat zich relevante geldstromen voordoen als het gaat om water in het algemeen en de waterkwaliteit in het bijzonder. We hebben nu een beeld verkregen van zowel de kosten van huidig beheer als van de kosten van de KRW in Drenthe, alsmede de baten die hieraan zijn gekoppeld. Verschillende geldstromen zijn herkend en gekwantificeerd. De totale kosten voor het huidige beheer bedragen 82,5 miljoen euro per jaar. De kosten voor de KRW bedragen in totaal 213 miljoen euro voor de beken en de kanalen. Dit is een totaalbedrag over een periode van 19 jaar. Jaarlijks wordt er dan 11,2 miljoen euro uitgegeven om de doelstellingen waar te maken. Het doel van het waterkwaliteitsbeleid en de investeringen voor de KRW zijn om de waterkwaliteit te verbeteren. Er zijn daarbij verschillende partijen die baat hebben bij een goede waterkwaliteit. Zo is er een gedeelte van de omzet in Drenthe toe te schrijven aan de aanwezigheid van schoon water en ook de eigenaren van huizen die aan het water staan zijn gebaat bij een goede waterkwaliteit. Tot slot weet ook de lokale overheid direct baten te genereren in de vorm van toeristen- en forensenbelasting. Tabel 8.1 geeft een overzicht van baten en kosten.
Overzicht baten en kosten in EUR ' 000 Baten Zonder KRW
Kosten
Omzetten bedrijven Waardetoevoeging huizen Directe belastingen
411.213 Waterbeheer 15.432 6.030
82.506
Totaal
432.675 Totaal
82.506
Omzetten bedrijven Waardetoevoeging huizen Directe belastingen
433.042 Waterbeheer 18.143 KRW 6.332
82.506 11.224
Totaal
457.517 Totaal
93.730
Met KRW 2009-2027
Tabel 8.1: Balans tussen baten en gemaakte kosten
22
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
De positieve geldstromen die te herleiden zijn tot het schone water zijn significant, en worden ook significant hoger als gevolg van de maatregelen in het kader van de KRW. Daarbij geldt dat er nog een aantal kanttekeningen zijn te plaatsen: •
•
• • •
Bij de bepaling van opbrengsten uit economische activiteiten en waardestijging rond de onderzochte waterlichamen is een omtrek van 150 meter van de waterkant van de grote waterlichamen aangehouden, omdat ten behoeve van de opschaling een dergelijk criterium hanteerbaar is. Bepaalde geldstromen konden nog niet worden meegenomen, omdat daarvoor ofwel binnen het project geen ruimte bestond, ofwel nog onvoldoende praktijkervaring op regionaal niveau is opgedaan. Het betreft hier met name vermeden kosten van waterzuivering en de waarde van bedrijfspanden aan het water. Zowel bij de selectie van de bedrijven als bij de toedelingsfactoren is een voorzichtige insteek aangehouden. De positieve geldstromen te relateren aan water dienen derhalve als conservatief te worden beschouwd. De overheid kent eveneens inkomsten kunnen worden afgeleid van deze bovengenoemde geldstromen in de vorm van loonbelasting, vennootschaps- en dividendbelasting, overdrachtsbelasting en OZB, maar deze worden niet meegenomen vanwege het feit dat deze ‘verborgen’ zitten in de omzet en WOZ water en daarom een dubbeltelling zouden betekenen. Het zijn ‘indirecte’ belastingstromen. Het is echter wel duidelijk dat als waterkwaliteitsbeheer leidt tot extra omzet etc. dat ook leidt tot extra inkomsten voor de overheid.
Daarmee zijn zowel kosten als baten duidelijk geworden. Welke prognose kunnen we dan hanteren als het gaat om de economische effecten van de invoering van de Kaderrichtlijn water? 1. De totale geldstromen die hier worden gepresenteerd bedragen EUR 432 miljoen per jaar. Het betreft dan de omzet van bedrijven, de waardetoevoeging aan woningen en directe belastingen te herleiden tot het water. 2. Deze opbrengsten worden gegenereerd op basis van een input van overheidszijde van EUR 82,5 miljoen op jaarbasis. 3. De implementatie van de KRW leidt ertoe dat de positieve geldstromen toenemen met ongeveer EUR 25 miljoen per jaar. 4. De kosten die zijn gemoeid met de invoering van de KRW zijn EUR 10,1 miljoen per jaar. De les die hieruit kan worden getrokken is dat voor Drenthe goede economische argumentatie bestaat om de KRW in te voeren. Dat alles uiteraard naast de ecologische argumentatie die pleit voor de invoering van de KRW.
23
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
7
Epiloog: Een nieuwe functiewaardering
En waar zouden de winnaars van deze nieuwe blauwe economie zoals we die ontwaren zich dan bevinden? Daarvoor moeten we eerst even een blik werpen op de functies die de natuur voor de mens vervult. Als we willen werken aan een nieuwe duurzame economie, dan moeten we eerst eens kijken naar alle functies die de natuur voor ons vervult. Daar kunnen we hele waslijsten van maken, maar dat is gelukkig niet nodig, want in de jaren zeventig hebben Van der Maarel c.s. het zogenaamde ‘Globaal Ecologisch Model’ (GEM) uitgewerkt. Hierin zijn zeer overzichtelijk vier (hoofd)functies uitgewerkt die het natuurlijke milieu voor de mens vervult, namelijk7: •
Draagfuncties. Het natuurlijk milieu ‘draagt’ een heel scala aan menselijke activiteiten. Wonen en werken liggen voor de hand, maar de natuur verzorgt ook de afvang en opslag van afvalstoffen zonder dat deze worden verwerkt (Fijn stof afvang, CO2-opslag).
•
Productiefuncties. Het natuurlijk milieu is onze leverancier van materie en energie. Binnen het GEM wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen natuurlijke en agrarische productiefuncties. Natuurlijke productiefuncties bestaan zonder direct menselijk ingrijpen, denk de productie van water, biomassa en delfstoffen. Agrarische productiefuncties bestaan juist bij de gratie van menselijk ingrijpen: de productie van voedsel (landbouw en oesterteelt), of de productie van andere producten als hout.
•
Regulatiefuncties. Het natuurlijk milieu reguleert voortdurend de materie- en energiestromen. Daarbij zijn vooral de reinigingsfuncties van groot belang, zoals geluidsabsorptie en filtering van vervuilde lucht en/of reiniging van vervuild water door vegetatie.
•
Informatiefuncties. Het natuurlijk milieu informeert de mens aan de lopende band in de vorm van oriëntatie (herkenbaarheid, vertrouwdheid), educatie en indicatie. Met het laatste wordt bedoeld dat we als mensen bijvoorbeeld kennis opdoen uit kwantitatieve verschuivingen in de aantallen organismen als gevolg van veranderingen in het milieu.
Toch is het GEM eigenlijk niet helemaal compleet in zijn beschrijving. We missen vooral de functie van de natuur als bron van plezier, welzijn en gezondheid voor de mens. Daarom onderscheiden wij voor ons verdere betoog een vijfde type functie, namelijk de ‘recuperatiefuncties’ die de natuur voor de mens vervult. Deze omschrijven wij als volgt: •
Recuperatiefuncties van de natuur betreffen het vermogen van de natuur om een aantoonbare en te kwantificeren bijdrage te leveren aan het menselijke welzijn en de menselijke gezondheid.
Wat we nu zien, is dat de waardering van de verschillende ecologische functies een behoorlijke disbalans kent. Wat namelijk opvalt, is dat binnen de huidige economische orde, het eigenlijk vooral de productiefuncties zijn die economisch worden gewaardeerd. Te denken valt aan de winning van grondstoffen en de productie van voedsel. Hier is sprake van schaarste, het vraagt 7
Van der Maarel, J. c.s. Studierapporten Rijksplanologische Dienst, Algemeen Ruimtelijk Planningskader, deel 3b Samenvatting Globaal Ecologisch Model, Ministerie van VROM, 1976
24
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
kennis, kapitaal en arbeid om grondstoffen te winnen en voedsel te produceren en dus zijn productiefuncties goed in beeld binnen de economische discipline.
Figuur 9.1: Het economische tekort weergegeven.
Deze warme aandacht ontbreekt als het gaat om de regulatiefuncties, zoals het zuiveren van water, het vastleggen en neutraliseren van schadelijke stoffen door planten en het vasthouden van de bodem door de natuur. Mogelijk is dat het gevolg van het feit dat deze functies moeilijk als schaars kunnen worden aangemerkt. En misschien is het ook wel een probleem dat ze geen eigenaar kennen. Maar toch blijft het uitermate vreemd dat de regulatiefuncties, die misschien nog wel meer dan productiefuncties kunnen worden gezien als randvoorwaarderijk voor ons bestaan, niet tot het ker(?)nobject van de economische discipline behoren, noch de focus van het economische beleid zijn. Wat we nu in onze economie zien is dat het steeds minder de traditionele productiefuncties zijn waarmee we onze inkomsten generen. Het zijn steeds meer de informatie- en recuperatiefuncties: recreatie, gezondheid, wellness, sport. Maar boven alles zijn het vooral de regulatiefuncties die we beter in economische termen zullen moeten waarderen willen we in de toekomst een duurzame economische ontwikkeling kennen. Welnu even concreet. Eerst naar de impuls voor de informatie- en recuperatiefuncties die KRW kan betekenen. De KRW kan een tweede stap zijn om de natuurrecreatie verder tot ontplooiing te brengen. Voor huizenbezitters geldt min of meer hetzelfde verhaal. Woningen aan het water zijn meer waard dan woningen die dit niet zijn. Verbeterde waterkwaliteit zal deze waarde alleen maar doen toenemen. Wat betreft de industrie kan worden opgemerkt dat zij de kans om een innovatieve slag te maken naar een meer duurzame productie, zoals dat in het verleden ook is gebeurd. Geen vertrek naar het buitenland en faillissementen, maar schonere productie en gezondere werknemers die graag wonen en werken in een gezonde leefomgeving. Natuurlijk staat de sector
25
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
bloot aan de internationale concurrentie, maar de innovaties die mogelijk zijn binnen deze sector op het gebied van duurzaam produceren, en de behoefte die hier internationaal naar bestaat, kan waardevol kennis en exportproducten opleveren. Iets waar bijvoorbeeld fondsen in willen investeren. Zo’n investeringsfonds dat zich richt op schoon water en watertechnologie bestaat immers al en zien we als een goede zaak om in te beleggen. Dus is schoon water een economische kans, dat kan niet anders. Een investering in Drenthe is er misschien straks ook één met een geweldig potentieel rendement. Juist omdat resultaten behaald in het verleden ons garanties geven voor de toekomst. Wat betreft de regulatiefuncties zien we dat de KRW mogelijk zal leiden tot nieuwe natuurgebieden. Die ons water opvangen, die ons water zuiveren. Natuurgebieden die weer de basis kunnen vormen voor economische activiteiten op het gebied van recreatie en zorg. Maar misschien zelfs wel voor traditionele productiefuncties. Reeds lang wordt gesproken over herstel van hoogveen om het water op te vangen en CO2 vast te leggen. Ook wordt gesproken over ontwikkeling van ooibossen in stroomgebieden waarvan het hout kan worden geoogst. Het zijn deze economische kansen die voortvloeien uit de KRW en die Drenthe zou kunnen pakken. Water wordt daarbij nadrukkelijk gezien als werkkapitaal voor de BV Drenthe. Werkkapitaal waarin ook zal moeten worden geïnvesteerd. Dat zal zich zelf dan uitbetalen Hopelijk komen onze nazaten op basis van onze inspanningen voor ’t schoone water tot inspirerende mooie nieuwe namen als Nieuwe Reest of Nieuw Hoogeveen. Dit eerbetoon aan ons water door onze nazaten zou toch wel het ultieme bewijs van het succes onze huidige generatie en een leuke rente van het schone water zijn.
26
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
A
Appendix A.1
A.1.1
Beschrijving van de onderzochte waterlichamen
Hunze Het oerstroomdal van de Hunze is ontstaan door terugtrekking van landijs. Het smeltwater van dit ijs vormde het uiteindelijke stroomdal. Rivierzanden vulden later grote delen van het stroomdal. Door infiltratie van regenwater op de Hondsrug wat lokaal opkwelde ontstonden dikke hoogveenpakketten. De Waddenzee brak later van tijd tot tijd door en liet een laag klei achter zodat hier en daar klei-op-veen gronden ontstonden. Door inklinking van het veen en mineralisatie is de hoeveelheid veen in de laatste decennia flink teruggelopen. Ook door veenontginning is veel hoogveen verdwenen. Recent zijn delen van de Hunze hermeanderd; op verschillende plekken zijn delen van oude meanders uitgegraven en maken ze weer deel uit van het afvoerende waterlichaam. Door middel van kaden zijn deze natuurgebieden gescheiden van de landbouwgebieden, zodat de peilen hier verhoogd konden worden zonder een negatieve invloed te hebben op de landbouw. Het waterlichaam ‘Hunze’ bestaat uit de laaglandbeek de Hunze. In feite bestaat dit waterlichaam uit de boven- en middenloopsystemen van het Voorste en Achterste Diep. Na samenkomst van deze beeklopen bij Gasselternijveen, wordt het beeksysteem pas Hunze genoemd. Het Voorste Diep wordt gevoed vanuit de Hondsrug, het Achterste Diep heeft zijn oorsprong in de voormalige hoogvenen rond Emmen en Odoorn. De Hunze mondt uit in het Zuidlaardermeer. Aan de noordkant verlaat de Hunze dit meer onder de naam Drentsche Diep. Het Drentsche Diep mondt uit in het Winschoterdiep.
A.1.2
Oranjekanaal Het Oranjekanaal is tussen 1853 en 1861 aangelegd ter ontsluiting van het veengebied ten westen van Odoorn en de Bargervenen, ten oosten van Emmen. Daarnaast was het de bedoeling om de bij het graven gevonden zwerfkeien te verhandelen. Voor de exploitatie van het kanaal werd door enkele Hollandse geldschieters de Drentsche Veen- en Middenkanaal Maatschappij (DVMKM) opgericht. Aanvankelijk zou het kanaal het Middenkanaal genoemd worden, maar ter ere van koning Willem III werd de naam van het kanaal, met instemming van het hof, gewijzigd in Oranjekanaal. Helaas zijn de plannen van de oprichters niet of nauwelijks gerealiseerd. Met de keien kon weinig verdiend worden. Ook de turfwinning werd geen succes vanwege afwateringsproblemen van het veen op het kanaal. In 1923 is het kanaal als een project in het kader van de werkverschaffing verbreed en uitgediept, maar ook in de jaren daarna bleef het kanaal onrendabel. Het aantal schepen dat van het Oranjekanaal gebruik maakte viel nogal tegen. Na de Tweede Wereldoorlog is het kanaal in handen van het Rijk gekomen, omdat het onderhoud te veel werd voor de DVMKM. Na korte tijd is het bezit overgegaan naar de provincie Drenthe. Het kanaal is sinds 1976 onttrokken aan het scheepvaartverkeer. Er zijn plannen om het weer bevaarbaar te maken voor de pleziervaart. Tot nu toe is daar nog niets van gekomen vanwege de hoge kosten voor renovatie van bruggen en sluizen.
27
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
A.1.3
Oude Vaart Het beekdal van de Oude Vaart ligt in zuidwest Drenthe, vanaf het Drents plateau, nabij Orvelte, via Westerbork, Beilen, Dwingeloo en Havelte naar Meppel. Een karakteristieke laaglandbeek die door gronden stroomt met primair een agrarische functie, maar nabij Havelte ook langs het waardevolle gebied van Rheebruggen. In het beekdal is de problematiek van het water (vasthouden, bergen en afvoeren) aan de orde. In het verleden stroomde Meppel onder bij grote neerslaghoeveelheden.
A.1.4
Peizerdiep - Eelderdiep Het Peizer - Eelderdiep bestaat uit een stelsel van beken in de kop van de provincie Drenthe. Dit beekdal zorgt voor de afwatering van de hogere zandgronden van het Drents Plateau in noordelijk richting. De beken worden voornamelijk gevoed met regen- en kwelwater. De directe omgeving van de bovenlopen is een gevarieerd landschap, bestaande uit een mix van grasland, bouwland, natuur en kleinschalige bebouwing: het kenmerkende Drentse esdorpenlandschap. De directe omgeving bestaat uit de hogere zandgronden. In het zuidwestelijke deel van het gebied liggen delen van het veenkoloniale ontginningslandschap van Veenhuizen. Dit landschap kenmerkt zich door de blokverkaveling en de lange rechte watergangen. De basis voor de beekdalen is gelegd is gelegd in de voorlaatste ijstijd in het Pleistoceen. Door het landijs werden grote hoeveelheden steen en gruis meegevoerd die in Noord-Drenthe leidden tot het opstuwen van zandruggen. In Noord-Drenthe liggen meerdere parallelle ruggen. Hiertussen, in de laagten, hebben zich diverse bekenstelsels ontwikkeld waaronder het Eelderdiep en het Peizerdiep (inclusief de bovenlopen). De beken zijn niet meer in hun oorspronkelijk staat aanwezig in het landschap. Na de Tweede Wereldoorlog zijn diverse ruilverkavelingen in gang gezet om te komen tot intensivering en schaalvergroting. Hierbij zijn veel houtwallen en singels verdwenen en om de afwatering van het gebied te verbeteren zijn de beken genormaliseerd.
A.2 A.2.1
Toelichting werkwijze
Bedrijvigheid Bij het verzamelen van de gegevens voor de waterlichamen is de volgende werkwijze gehanteerd: Vaststellen van relevante sectoren Aan de hand de door de Kamer van Koophandel gehanteerde BIK-Code lijst (Bedrijfsindeling Kamers van Koophandel) en de SBI’93 indeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is een selectie gemaakt van die sectoren/actoren die bijdragen aan de economische functies van natuur en landschap. Vaststellen van de functie Van de relevante sectoren is de functie vastgesteld: draagfunctie, productiefunctie (natuurlijk en agrarisch), regulatie, informatie en recuperatie.
28
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
In paragraaf A 2.5 zijn de diverse sectoren en de daarbij behorende functie weergegeven. Inventarisatie omzet en werkgelegenheid In paragraaf A 2.6 is per sector de achterliggende bron c.q. gehanteerde uitgangspunten weergegeven. Voor het bepalen van de omzet is uitgegaan van marktgemiddelden, gebaseerd op cijfers van het Economisch Instituut voor Midden- en Kleinbedrijf (EIM), cijferreeks 20018 en Rabobank Cijfers en Trends 2004/20059. De cijferreeks 2001 van het EIM is gehanteerd aangezien deze reeks een volledige onderverdeling geeft tussen de diverse bedrijfsgrootten, hetgeen niet aanwezig is voor de jaren na 2001. Bij die ondernemingen/instellingen waar de omzet vanuit de Kamer van Koophandel bekend was, is deze omzet gehanteerd in plaats van het branchegemiddelde. Bij die bedrijven/instellingen waar geen werkgelegenheidscijfers voor handen waren, is uitgegaan van het werkgelegenheidscijfers 1. Indeling Triple E
Aantal vestigingen per sector
Landbouw Jacht en bosbouw Visserij Delfstofwinning Industrie Energie Bouw Handel Transport Zakelijke dienstverlening Niet-commerciele dienstverlening Horeca
46812,5 46812,5 730 270 51380 895 84355 199995 33295 187095 134465 40200
Aantal werkende per sector
Aantal werkende per bedrijf
73,0 12,2 12,2 8,6 835,3 25,2 371,9 1152,4 424,3 1443,2 2361,6 255,5
1,6 0,3 16,7 31,9 16,3 28,2 4,4 5,8 12,7 7,7 17,6 6,4
Werkgelegenheidscijfers 1
A.2.2
WOZ-waarde De WOZ-waarde per gemeente is bepaald aan de hand van cijfers van het CBS en heeft betrekking op de WOZ-waarde per 31 december 2006. Per gemeente is de WOZ-waarde per wijk in kaart gebracht en zijn die wijken geëlimineerd die niet of onvoldoende grenzen aan de twee deelgebieden
A.2.3
Febo-methode Een accountant brengt kosten en opbrengsten van een bedrijf in kaart volgens een zogenaamde ‘kostenplaatsenbenadering’. Kosten zijn soms bekend en eenvoudig te herleiden tot de plaats in het bedrijf waar zij worden gemaakt, soms moeten ze worden geraamd. Meestal vallen (toekomstige) opbrengsten het hele bedrijf toe. Voor de opbrengsten geldt echter vaak dat 8
BLISS-resultatenrekening. Kennisdatabank EIM. http://www.eim.net/resultaten_r_int. Selectie op 2001. Onderverdeling gehanteerd naar bedrijfsgrootte. 9 Rabobank Cijfers en trends 2003/2004: Een visie op 75 branches in het Nederlandse bedrijfsleven
29
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
minder makkelijk is aan te wijzen om wiens verdienste het precies gaat, waar de baten worden gegenereerd. Niettemin is het de taak van de accountant de bijdrage van de verschillende bedrijfsonderdelen aan de totale opbrengsten naar waarde te schatten. Waar mogelijk zal de accountant dat doen op basis van kwantitatieve gegevens. Wanneer deze gegevens ontbreken, dan wel voor meerdere uitleg vatbaar zijn, moet een accountant de bijdrage van een bedrijfsonderdeel aan de opbrengst van het bedrijf beredeneren. Soms zal dat gebeuren op basis van de praktijk in vergelijkbare bedrijven, soms zal onderzoek worden uitgevoerd, maar vaak zal de accountant terugvallen op de eigen deskundigheid. Die opbrengsten bestaan uit de omzetten van ondernemingen en de waardestijging van onroerend goed. De belastingen die op een meer rechtstreekse wijze betrekking hebben op de aanwezigheid van oppervlaktewater, zoals toeristenbelasting en haven- en kadegelden. worden ook in de analyse betrokken. Het is daarbij belangrijk even stil te staan bij wat wij precies onder ‘water’ verstaan als wij de opbrengsten in kaart brengen. Het gaat in deze studie om de opbrengsten die verbonden zijn aan oppervlaktewater in zijn uiterlijke verschijningsvorm en de daarmee gepaard gaande kwaliteit en kwaliteiten, veelal dus het waterlichaam. Met gebruikmaking van de hierboven geschetste gegevens kunnen met name ook free riders worden opgespoord. Een free rider is in deze context een actor die profijt geniet van een waterlichaam zonder (extra of evenredig) bij te dragen aan het beheer van dit waterlichaam. Rond waterlichamen is vaak sprake van free riders, alleen al omdat de grondslag voor de waterschapsbelasting vrijwel uitsluitend is gebaseerd op de waarde van onroerende zaken, ongeacht de ligging van deze zaken ten opzichte van de door de waterschappen beheerde waterlichamen.10 Waar sprake is van differentiatie van waterschapslasten, gebeurt dit op basis van de kosten die het waterschap moet maken ten behoeve van peilbeheer, maar niet op basis van het profijt dat een ingezetene geniet van een waterlichaam. Binnen het FEBO-model wordt bijvoorbeeld aan ondernemers gevraagd welk deel van de bestaande bedrijfsomzet volgens hen te danken is aan de aanwezigheid van water. Als het gaat om onroerend goed zijn onderzoeken beschikbaar naar de invloed van natuur en oppervlaktewater op de waarde daarvan. Inkomensoverdrachten, bijvoorbeeld in de vorm van toeristenbelasting en haven- en kadegelden, kunnen aan de hand van een schatting van het relatieve belang van een waterlichaam voor deze geldstromen worden toegedeeld aan dat waterlichaam. Op deze wijze ontstaat een beeld van de geldstromen die zijn te herleiden tot het water. De aldus af te leiden opbrengsten van water kunnen vervolgens worden gebruikt als basis voor extrapolaties, opschaling en scenario’s. Dit zoals gebruikelijk is binnen de bedrijfseconomie. Het spreekt voor zich dat naarmate meer studies worden uitgevoerd de werking van de methodiek verbeterd. Het is belangrijk dat we de aanleiding van onze studie niet uit het oog verliezen. Die aanleiding is de invoering van de KRW en heeft dus alles te maken met waterkwaliteit. Als we dit fenomeen beschouwen vanuit het perspectief van de accountant, dan wordt verondersteld dat een verbetering van de waterkwaliteit niet alleen kosten met zich mee zal brengen, maar ook kan leiden tot opbrengsten, of een daling daarvan.
10
Telefonisch contact met de Unie van Waterschappen, Den Haag, september 2007
30
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Hoe wordt de hierboven geschetste werkwijze toegepast als het gaat om het verkrijgen van een provinciedekkend overzicht van de opbrengsten? Welnu, net als binnen een bedrijf worden de gegevens ‘op de werkvloer’ geïnventariseerd. Een waterlichaam is volgens de KRW ‘een onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang’.11 In navolging van het CBS12 worden alleen waterlichamen die ‘binnenwater’ betreffen in dit onderzoek betrokken’. In totaal zijn 794 onderscheiden waterlichamen in Nederland.13 Onder ‘Stedelijk’ wordt verstaan de ‘bebouwde kom’, evenals nadrukkelijk aanwezige infrastructuur zoals drukke wegen en spoorlijnen. Met ‘Natuur’ wordt gedoeld op natuurgebieden in de ruimste zin des woords, dus bijvoorbeeld ook op ecologische verbindingszones. Het ‘Buitengebied’ betreft het overige nietstedelijke gebied. De gebruikscategorie ‘Groot Water’ betreft wateroppervlakken van een voor de directe omgeving bepalende omvang.14 We sluiten hiermee aan bij de ruimtelijke indeling van Nederland volgens het CBS. De gegevens over de geldstromen rond waterlichamen zijn vergaard vanuit de diverse Kamers van Koophandel, CBS-Statline15 (WOZ), COELO16 en programma- en jaarrekeningen van de diverse gemeentes. Met deze gegevens is tot op postcodeniveau vast te stellen welke geldstromen op een bepaalde plaats worden gegenereerd. Daarmee kan verder worden ingespeeld op elke denkbare geografische indeling. Hoewel binnen de overheid de opbrengsten soms op andere plaatsen terecht komen dan daar waar de kosten worden gemaakt, beschouwen we de verschillende geldstromen in de richting van de overheid als één geldstroom. Binnen deze studie wordt uitgegaan van collegiaal en solidair bestuur, zodat deze bestuurlijke opbrengsten onderling uitwisselbaar zijn. Dit komt overeen met de perceptie van de burger, voor wie het in wezen niet uitmaakt langs welke weg zijn belastingafdracht wordt omgezet in publieke voorzieningen.
11
EU, 2000, Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad, p L 327/6 Centraal Bureau voor Statistiek 13 Eems (23), Rijn (383), Maas (317) en Schelde (71) 14 Hier moet enerzijds worden gedacht aan de nadrukkelijke aanwezigheid van waterrecreatie en een aantrekkelijke woonomgeving en gunstige transportmogelijkheden, anderzijds bijvoorbeeld aan een soms door het water geïsoleerde ligging van bedrijven 15 http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/cijfers/statline/default.htm, 15 november 2007 16 Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, Rijksuniversiteit Groningen, http://www.coelo.nl/ 12
31
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Sectoren en functie
X X X X X X X X X X
Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Winning van Delfstoffen
X X X X X X X
Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen
X X
X X
Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van water en windenergie Winning van water en windenergie Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel
X X X X X X X X X X X
X X X X X
Detailhandel
X
1100 1110 1120 1400 1421 1440 1450 40002 4100 511102 51212 51213 51214 51217
Dienstverlening voor de aardolie- en aardgaswinning Winning van zand, grind, klei, zout e.d Zand- en grindwinning Zoutwinning Overige delfstoffenwinning Productie van electriciteit door windenergie Winning en distributie van water Handelsbemiddeling in levend vee en wilde dieren Groothandel in zaden, pootgoed en peulvruchten Groothandel in hooi, stro en ruwvoeders Groothandel in meng- en krachtvoeders Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeder algemeen assortiment
overig
Visserij
bosbouw
Veeteelt
landbouw
Delfstoffen
Natuurlijk Wind
Water 0142 0150 LEI/CBS 05012 050201 050202 1030
X
X
X
X
X X X X
X X X X X X
X X X X X X X X
X X X X
X X X X X
X
X X
X
X X X X X X X
Geen relatie met ondernemingen/instellingen.
32
Volksgezondheid/Welzijn
Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij
Recuperatie-functie
Recreatie
Akkerbouwbedrijven (inclusief verbrede landbouw) Griend- en rietbouw Tuinbouw- en blijvende teeltbedrijven Graasdierbedrijven(rund, schaap, geit, paard) Hokdierbedrijven(Varkens, pluimvee) Gewassencombinaties Veeteeltcombinaties Gewassen-/veeteeltcomb. Hoveniersbedrijven Dienstverlening voor de akker- en tuinbouw Dienstverlening voor het fokken en houden van dieren (geen veterinaire diensten) Jacht Bosbouw en dienstverlening voor de bosbouw Binnenvisserij Kweken van oesters en mosselen Kweken van vissen (geen siervissen) Turfwinning Aardolie- en aardgaswinning en dienstverlening voor de aardolie- en aardgaswinning Aardolie- en aardgaswinning
Informatiefunctie
Eductaie
LEI/CBS 011102 LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS
Regulatiefuncite
CO2-opslag
Productiefunctie (levering van……)
Waterzuivering/Waterberging
Sectie KVK
Agrarisch
Hoofdactiviteit omschrijving (BIK)
Economie van natuur en landschap
BIK-Code
Plattelands-economie
A.2.4
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
X X
Groothandel in zuivelproducten, spijsoliën en -vetten Groothandel in eieren Groothandel in vis, schaal- en weekdieren Groothandel in watersportartikelen Groothandel in kampeerartikelen Kampwinkels Winkels in watersportartikelen (geen hengelsportartikelen en boten) Detailhandel in boten Winkels in sport- en kampeerartikelen algemeen assortiment Winkels in kampeerartikelen Winkels in souvenirs Hotels Hotel-restaurants Hotels (geen hotel-restaurants) Pensions Conferentie-oorden Jeugdherbergen, kamphuizen e.d Kampeerterreinen Vakantiehuisjes, -bungalowparken en overige voorzieningen voor recreatief verblijf Nederlandse restaurants Lunchrooms Crêperies, pannenkoekenhuizen, poffertjeszaken Overige kleine eetwaren verstrekkende bedrijven Tearooms Seizoen-horecabedrijven (drankenverstrekkend)
Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel
X X X X X X
X X X
X X X
Detailhandel Detailhandel
X X
X X
X X
Detailhandel Detailhandel Detailhandel Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca
X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X
Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca
X X X X X X X
X X X X X X X
X X X X X X X
524861 524862 524871 52488 524994 5510 55101 551021 551022 551023 5521 5522 5523 553011 553023 553027 553028 554004 554006
overig
Agrarisch Visserij
bosbouw
Veeteelt
landbouw
Delfstoffen
Natuurlijk Wind
Water 51331 51332 51382 51472 51473 521105
X X X X X X X X X
Geen relatie met ondernemingen/instellingen.
33
Volksgezondheid/Welzijn
Detailhandel Detailhandel
Recreatie
X X X X
Eductaie
Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel
CO2-opslag
Groothandel in akkerbouwproducten n.e.g Groothandel in bloemen en planten Groothandel in levend vee Groothandel in groenten en fruit Groothandel in pluimvee, wild en gevogelte (geen levende dieren) Groothandel in vlees en vleeswaren
Waterzuivering/Waterberging
512185 5122 51231 51311
Economie van natuur en landschap
Sectie KVK
51321 51322
Regulatiefuncite
Recuperatie-functie
Hoofdactiviteit omschrijving (BIK)
Plattelands-economie
Productiefunctie (levering van……)
Informatiefunctie
BIK-Code
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
X
X X
Volksgezondheid/Welzijn
Recreatie
Recuperatie-functie
Eductaie
CO2-opslag
Informatiefunctie
overig
Agrarisch Visserij
bosbouw
X X
Veeteelt
X X
landbouw
Verhuur Verhuur
Delfstoffen
X X X
Natuurlijk
X X X
Water Vervoer, opslag en Communicatie Verhuur Verhuur
Regulatiefuncite Waterzuivering/Waterberging
Productiefunctie (levering van……)
Wind
Sectie KVK Economie van natuur en landschap
Hoofdactiviteit omschrijving (BIK)
Plattelands-economie
BIK-Code
85153 85154 85311 85312 85313 85314
Informatieverstrekking op het gebied van toerisme en dienstverlening voor het personenvervoer n.e.g Verhuur van kampeerwagens Verhuur van schepen Verhuur van landbouw- en bosbouwmachines en werktuigen Verhuur van sport- en recreatie-artikelen Privé-klinieken en zelfstandige behandelcentra zonder overnachting Gezondheidscentra Verpleeghuizen Huizen voor gehandicapten (geen verpleeghuizen) Verzorgingshuizen Jeugdzorg waarbij huisvesting wordt geboden
Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
85315
Maatschappelijke opvang voor volwassenen waarbij huisvesting wordt geboden (geen azielzoekerscentra) Gezondheids- en welzijnszorg
X
X
X
85316 85321 92332 92521 92522 925311 925312 925313 925314 92532 926251 926252 926261 926262 926297 926412 926421 926422 926423 926424 926425 92643 92644 92723
Internaten, herstellingsoorden en asielzoekerscentra Dagverblijven voor gehandicapten Recreatiecentra Kunstgalerieën en -expositieruimten Musea Dierentuinen Plantentuinen Kinderboerderijen School- en kindertuinen Beheer van natuurgebieden Paardensportverenigingen Maneges Wielrenverenigingen Fietsverenigingen (toerfietsen) Golfverenigingen Onderwatersportverenigingen Roeiverenigingen Zeilverenigingen Kanoverenigingen Waterskiverenigingen Overige watersportverenigingen Zeil- en surfscholen Jachthavens Hengelsport
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X
63303 712104 7122 7131 71402
Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie
X X X
X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X
Geen relatie met ondernemingen/instellingen.
34
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
Sectorindeling en bronnen
LEI/CBS 011102 LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS 0142 0150 LEI/CBS 05012 050201 050202 1030 1100 1110 1120 1400 1421 1440 1450 40002 4100 511102 51212 51213 51214 51217
Akkerbouwbedrijven (inclusief verbrede landbouw) Griend- en rietbouw Tuinbouw- en blijvende teeltbedrijven Graasdierbedrijven(rund, schaap, geit, paard) Hokdierbedrijven(Varkens, pluimvee) Gewassencombinaties Veeteeltcombinaties Gewassen-/veeteeltcomb. Hoveniersbedrijven Dienstverlening voor de akker- en tuinbouw Dienstverlening voor het fokken en houden van dieren (geen veterinaire diensten) Jacht Bosbouw en dienstverlening voor de bosbouw Binnenvisserij Kweken van oesters en mosselen Kweken van vissen (geen siervissen) Turfwinning Aardolie- en aardgaswinning en dienstverlening voor de aardolie- en aardgaswinning Aardolie- en aardgaswinning Dienstverlening voor de aardolie- en aardgaswinning Winning van zand, grind, klei, zout e.d Zand- en grindwinning Zoutwinning Overige delfstoffenwinning Productie van electriciteit door windenergie Winning en distributie van water Handelsbemiddeling in levend vee en wilde dieren Groothandel in zaden, pootgoed en peulvruchten Groothandel in hooi, stro en ruwvoeders Groothandel in meng- en krachtvoeders Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeder algemeen assortiment
Toegevoegde waarde
Werkgelegenheid
Toelichting
Toelichting
Omzet
(Gemiddelde) Toegevoegde waarde per medewerker in EUR
Sectie KVK
(Gemiddelde) Omzet per medewerker in EUR
Hoofdactiviteit omschrijving (BIK)
Economie van natuur en landschap
BIK-Code
Plattelands-economie
A.2.5
CBS, LEI 2004 tabel 83-a EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 CBS, LEI 2004 tabel 83-d,f,i. CBS, LEI 2004 tabel 83-n LEI 2004 tabel 83-o,p.q.r.s LEI 2004 Akkerbouw+tuinbouw LEI 2004 Graas+hok LEI 2004 Graas+hok LEI 2004, 85-b LEI 2004, 85-b
88.914 16.452 113.538 84.439 313.599 472.815 214.482 327.628 92.371 77.364
Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a 10% opbrengst delfstoffen/aantal medewerkers EIM-BLISS delfstoffen Resultatenrekening 2001 Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a
40.421 13.348 51.615 38.387 142.565 214.946 97.505 148.943 41.037 37.209
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
45,5% 81,1% 45,5% 45,5% 45,5% 45,5% 45,5% 45,5% 44,4% 48,1%
CBS-Statline, 2003/LEI Kamer van Koophandel 2003-2003 CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 LEI 2004, 85-b (gemiddelde 50 procent) EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
220.515 220.515 42.242 220.515 220.515 220.515 16.452
Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 50 procent dienstverlening akkerbouw CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2002 Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2003 10% opbrengst delfstoffen/aantal medewerkers EIM-BLISS delfstoffen Resultatenrekening 2004
104.922 104.922 20.099 104.922 104.922 104.922 13.348
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
47,6% 47,6% 47,6% 47,6% 47,6% 47,6% 81,1%
CBS-Statline, 2003/LEI Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
Bron
Bron
Bron
Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij
X X X X X X X X X X
Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Winning van Delfstoffen
X X X X X X X
Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen
X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
1.645.227 Sector gemiddelde 1.645.227 Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
1.334.773 Sector gemiddelde 81,1% Kamer van Koophandel 2003-2003 1.334.773 Sector gemiddelde 81,1% Kamer van Koophandel 2003-2003
Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van water en windenergie Winning van water en windenergie Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel
X X X X X X X X X X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
1.645.227 1.645.227 1.645.227 1.645.227 1.645.227 641.981 641.981 438.436 438.436 438.436 438.436
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2002 EIM-BLISS Resultatenrekening 2003 EIM-BLISS Resultatenrekening 2004 EIM-BLISS Resultatenrekening 2005 EIM-BLISS Resultatenrekening 2006 EIM-BLISS Resultatenrekening 2007
1.334.773 1.334.773 1.334.773 1.334.773 1.334.773 207.028 207.028 54.277 54.277 54.277 54.277
Detailhandel
X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
438.436
Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2008
54.277
X
X X X
X
X X
35
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
81,1% 81,1% 81,1% 81,1% 81,1% 32,2% 32,2% 12,4% 12,4% 12,4% 12,4%
Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
Sector gemiddelde 12,4% Kamer van Koophandel 2003-2003
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
0142 0150 LEI/CBS 05012 050201 050202 1030 1100 1110 1120 1400 1421 1440 1450 40002 4100 511102 51212 51213 51214 51217
Werkgelegenheid
Toelichting
Toelichting
LEI/CBS 011102 LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS LEI/CBS
Toegevoegde waarde (Gemiddelde) Toegevoegde waarde per medewerker in EUR
Omzet (Gemiddelde) Omzet per medewerker in EUR
Sectie KVK Economie van natuur en landschap
Hoofdactiviteit omschrijving (BIK)
Plattelands-economie
BIK-Code
CBS, LEI 2004 tabel 83-a EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 CBS, LEI 2004 tabel 83-d,f,i. CBS, LEI 2004 tabel 83-n LEI 2004 tabel 83-o,p.q.r.s LEI 2004 Akkerbouw+tuinbouw LEI 2004 Graas+hok LEI 2004 Graas+hok LEI 2004, 85-b LEI 2004, 85-b
88.914 16.452 113.538 84.439 313.599 472.815 214.482 327.628 92.371 77.364
Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a 10% opbrengst delfstoffen/aantal medewerkers EIM-BLISS delfstoffen Resultatenrekening 2001 Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde CBS, LEI 2004 tabel 81-a
40.421 13.348 51.615 38.387 142.565 214.946 97.505 148.943 41.037 37.209
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
45,5% 81,1% 45,5% 45,5% 45,5% 45,5% 45,5% 45,5% 44,4% 48,1%
CBS-Statline, 2003/LEI Kamer van Koophandel 2003-2003 CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI CBS-Statline, 2003/LEI
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 LEI 2004, 85-b (gemiddelde 50 procent) EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
220.515 220.515 42.242 220.515 220.515 220.515 16.452
Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 50 procent dienstverlening akkerbouw CBS, LEI 2004 tabel 81-a Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2002 Sector gemiddelde EIM-BLISS Resultatenrekening 2003 10% opbrengst delfstoffen/aantal medewerkers EIM-BLISS delfstoffen Resultatenrekening 2004
104.922 104.922 20.099 104.922 104.922 104.922 13.348
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
47,6% 47,6% 47,6% 47,6% 47,6% 47,6% 81,1%
CBS-Statline, 2003/LEI Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
Bron
Bron
Bron
Akkerbouwbedrijven (inclusief verbrede landbouw) Griend- en rietbouw Tuinbouw- en blijvende teeltbedrijven Graasdierbedrijven(rund, schaap, geit, paard) Hokdierbedrijven(Varkens, pluimvee) Gewassencombinaties Veeteeltcombinaties Gewassen-/veeteeltcomb. Hoveniersbedrijven Dienstverlening voor de akker- en tuinbouw Dienstverlening voor het fokken en houden van dieren (geen veterinaire diensten) Jacht Bosbouw en dienstverlening voor de bosbouw Binnenvisserij Kweken van oesters en mosselen Kweken van vissen (geen siervissen) Turfwinning Aardolie- en aardgaswinning en dienstverlening voor de aardolie- en aardgaswinning Aardolie- en aardgaswinning
Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij
X X X X X X X X X X
Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Landbouw, Jacht en Bosbouw/Visserij Winning van Delfstoffen
X X X X X X X
Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen
X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
1.645.227 Sector gemiddelde 1.645.227 Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
1.334.773 Sector gemiddelde 81,1% Kamer van Koophandel 2003-2003 1.334.773 Sector gemiddelde 81,1% Kamer van Koophandel 2003-2003
Dienstverlening voor de aardolie- en aardgaswinning Winning van zand, grind, klei, zout e.d Zand- en grindwinning Zoutwinning Overige delfstoffenwinning Productie van electriciteit door windenergie Winning en distributie van water Handelsbemiddeling in levend vee en wilde dieren Groothandel in zaden, pootgoed en peulvruchten Groothandel in hooi, stro en ruwvoeders Groothandel in meng- en krachtvoeders Groothandel in akkerbouwproducten en veevoeder algemeen assortiment
Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van Delfstoffen Winning van water en windenergie Winning van water en windenergie Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel
X X X X X X X X X X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
1.645.227 1.645.227 1.645.227 1.645.227 1.645.227 641.981 641.981 438.436 438.436 438.436 438.436
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2002 EIM-BLISS Resultatenrekening 2003 EIM-BLISS Resultatenrekening 2004 EIM-BLISS Resultatenrekening 2005 EIM-BLISS Resultatenrekening 2006 EIM-BLISS Resultatenrekening 2007
1.334.773 1.334.773 1.334.773 1.334.773 1.334.773 207.028 207.028 54.277 54.277 54.277 54.277
Detailhandel
X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
438.436
Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2008
54.277
X
X X X
X
X X
36
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
81,1% 81,1% 81,1% 81,1% 81,1% 32,2% 32,2% 12,4% 12,4% 12,4% 12,4%
Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
Sector gemiddelde 12,4% Kamer van Koophandel 2003-2003
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
512185 5122 51231 51311 51321 51322 51331 51332 51382 51472 51473 521105 524861 524862 524871 52488 524994 5510 55101 551021 551022 551023 5521 5522 5523 553011 553023 553027 553028 554004 554006
Toelichting
Bron
Werkgelegenheid
Toelichting
Bron
Toegevoegde waarde (Gemiddelde) Toegevoegde waarde per medewerker in EUR
Omzet (Gemiddelde) Omzet per medewerker in EUR
Sectie KVK Economie van natuur en landschap
Hoofdactiviteit omschrijving (BIK)
Plattelands-economie
BIK-Code
Bron
Groothandel in akkerbouwproducten n.e.g Groothandel in bloemen en planten Groothandel in levend vee Groothandel in groenten en fruit Groothandel in pluimvee, wild en gevogelte (geen levende dieren) Groothandel in vlees en vleeswaren
Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel
X X X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004
438.436 438.436 438.436 722.400
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2009 EIM-BLISS Resultatenrekening 2010 EIM-BLISS Resultatenrekening 2011 EIM-BLISS Resultatenrekening 2012
54.277 54.277 54.277 89.431
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
Detailhandel Detailhandel
X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
438.436 438.436
Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2013 EIM-BLISS Resultatenrekening 2014
54.277 54.277
Sector gemiddelde 12,4% Kamer van Koophandel 2003-2003 Sector gemiddelde 12,4% Kamer van Koophandel 2003-2003
Groothandel in zuivelproducten, spijsoliën en -vetten Groothandel in eieren Groothandel in vis, schaal- en weekdieren Groothandel in watersportartikelen Groothandel in kampeerartikelen Kampwinkels Winkels in watersportartikelen (geen hengelsportartikelen en boten) Detailhandel in boten Winkels in sport- en kampeerartikelen algemeen assortiment Winkels in kampeerartikelen Winkels in souvenirs Hotels Hotel-restaurants Hotels (geen hotel-restaurants) Pensions Conferentie-oorden Jeugdherbergen, kamphuizen e.d Kampeerterreinen Vakantiehuisjes, -bungalowparken en overige voorzieningen voor recreatief verblijf Nederlandse restaurants Lunchrooms Crêperies, pannenkoekenhuizen, poffertjeszaken Overige kleine eetwaren verstrekkende bedrijven Tearooms Seizoen-horecabedrijven (drankenverstrekkend)
Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel Detailhandel
X X X X X X
X X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
438.436 438.436 438.436 322.700 322.700 124.849
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2015 EIM-BLISS Resultatenrekening 2016 EIM-BLISS Resultatenrekening 2017 EIM-BLISS Resultatenrekening 2018 EIM-BLISS Resultatenrekening 2019 EIM-BLISS Resultatenrekening 2020
54.277 54.277 54.277 39.949 39.949 26.259
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
Detailhandel Detailhandel
X X
X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
124.849 124.849
Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2021 EIM-BLISS Resultatenrekening 2022
26.259 26.259
Sector gemiddelde 21,0% Kamer van Koophandel 2003-2003 Sector gemiddelde 21,0% Kamer van Koophandel 2003-2003
Detailhandel Detailhandel Detailhandel Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca
X X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004
124.849 124.849 124.849 73.150 73.150 73.150 73.150 73.150 91.700 91.700
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2023 EIM-BLISS Resultatenrekening 2024 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025
26.259 26.259 26.259 33.484 33.484 33.484 33.484 33.484 41.975 41.975
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
21,0% 21,0% 21,0% 45,8% 45,8% 45,8% 45,8% 45,8% 45,8% 45,8%
Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca Horeca
X X X X X X X
X X X X X X X
Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004
91.700 60.350 59.850 59.850 59.850 59.850 59.850
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025
41.975 27.625 27.396 27.396 27.396 27.396 27.396
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
45,8% 45,8% 45,8% 45,8% 45,8% 45,8% 45,8%
Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
37
12,4% 12,4% 12,4% 12,4%
12,4% 12,4% 12,4% 12,4% 12,4% 21,0%
Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
X X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
n.v.t. 109.904 109.904
Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025
n.v.t. 55.158 55.158
n/a Kamer van Koophandel 2003-2003 Sector gemiddelde 50,2% Kamer van Koophandel 2003-2003 Sector gemiddelde 50,2% Kamer van Koophandel 2003-2003
Verhuur Verhuur
X X
X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
109.904 109.904
Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025
55.158 55.158
Sector gemiddelde 50,2% Kamer van Koophandel 2003-2003 Sector gemiddelde 50,2% Kamer van Koophandel 2003-2003
Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg
X X X X X X
X X X X X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
42.741 42.741 42.741 42.741 42.741 42.741
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025
31.907 31.907 31.907 31.907 31.907 31.907
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
42.741
85315
Maatschappelijke opvang voor volwassenen waarbij huisvesting wordt geboden (geen azielzoekerscentra) Gezondheids- en welzijnszorg
X
X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
85316 85321 92332 92521 92522 925311 925312 925313 925314 92532 926251 926252 926261 926262 926297 926412 926421 926422 926423 926424 926425 92643 92644 92723
Internaten, herstellingsoorden en asielzoekerscentra Dagverblijven voor gehandicapten Recreatiecentra Kunstgalerieën en -expositieruimten Musea Dierentuinen Plantentuinen Kinderboerderijen School- en kindertuinen Beheer van natuurgebieden Paardensportverenigingen Maneges Wielrenverenigingen Fietsverenigingen (toerfietsen) Golfverenigingen Onderwatersportverenigingen Roeiverenigingen Zeilverenigingen Kanoverenigingen Waterskiverenigingen Overige watersportverenigingen Zeil- en surfscholen Jachthavens Hengelsport
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X X X X X
EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001
Gezondheids- en welzijnszorg Gezondheids- en welzijnszorg Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie Milieudienstverlening, cultuur, recreatie
X X X X X X X X X X X X X
42.741 42.741 113.063 113.063 113.063 113.063 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Rabobank Cijfers en Trends 2003/2004 68.759 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 113.063 EIM-BLISS Resultatenrekening 2001 113.063 n.v.t.
Toelichting
Bron
Toelichting
X X X
(Gemiddelde) Omzet per medewerker in EUR
Vervoer, opslag en Communicatie Verhuur Verhuur
85153 85154 85311 85312 85313 85314
7131 71402
Werkgelegenheid
Bron
Informatieverstrekking op het gebied van toerisme en dienstverlening voor het personenvervoer n.e.g Verhuur van kampeerwagens Verhuur van schepen Verhuur van landbouw- en bosbouwmachines en werktuigen Verhuur van sport- en recreatie-artikelen Privé-klinieken en zelfstandige behandelcentra zonder overnachting Gezondheidscentra Verpleeghuizen Huizen voor gehandicapten (geen verpleeghuizen) Verzorgingshuizen Jeugdzorg waarbij huisvesting wordt geboden
63303 712104 7122
Toegevoegde waarde (Gemiddelde) Toegevoegde waarde per medewerker in EUR
Omzet
Sectie KVK Economie van natuur en landschap
Hoofdactiviteit omschrijving (BIK)
Plattelands-economie
BIK-Code
Bron
74,7% 74,7% 74,7% 74,7% 74,7% 74,7%
Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
Sector gemiddelde
EIM-BLISS Resultatenrekening 2025
31.907
Sector gemiddelde 74,7% Kamer van Koophandel 2003-2003
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Sector gemiddelde Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Geen omzetgegevens bekend Sector gemiddelde Sector gemiddelde Geen omzetgegevens bekend
EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 EIM-BLISS Resultatenrekening 2025 n/a n/a n/a n/a n/a
31.907 31.907 58.789 58.789 58.789 58.789 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 34.083 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 58.789 58.789 n.v.t.
Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde Sector gemiddelde
n/a n/a n/a n/a n/a n/a n/a n/a n/a
n/a
38
74,7% 74,7% 52,0% 52,0% 52,0% 52,0%
Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Sector gemiddelde 49,6% Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003 Sector gemiddelde 52,0% Kamer van Koophandel 2003-2003 Sector gemiddelde 52,0% Kamer van Koophandel 2003-2003 Kamer van Koophandel 2003-2003
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
A.3
Toedelingsfactoren nader toegelicht
Toedeling per sector Sector Handel Horeca Industrie Landbouw Niet-commerciele dienstverlening Delfstofwinning Transport Bouw Energie Visserij Jacht en Bosbouw Zakelijke dienstverlening
Buitengebied
Natuur
Groot water
Stedelijk
25% 70% 40% 30% 20% 10% 100% 100% 10% 100% 20% 50%
30% 80% 30% 30% 30% 0% 100% 100% 0% 100% 20% 50%
35% 80% 50% 30% 35% 10% 100% 100% 10% 100% 20% 50%
5% 10% 5% 0% 15% 0% 100% 100% 0% 100% 20% 40%
Tabel A..4.1.: Opschaling geldstromen
De functies van natuur en water binnen de sector handel beperken zich tot de voorziening van toeristen en recreanten via de detailhandel. De selectie van bedrijven binnen het onderzoek is dan ook hierop gebaseerd. Deze bedrijven zijn in eerste instantie gericht op de bediening van de lokale bevolking, maar toerisme en recreatie is (deels) afhankelijk van de aanwezigheid van het oppervlaktewater. De afhankelijkheid van detailhandel van toerisme wordt in verschillende onderzoeken gesteld op 10 tot 30 procent.17 Voor Groot Water is deze afhankelijkheid groter dan voor Stedelijk grondgebruik. Dit omdat binnen de steden toeristen een breed aanbod van bezienswaardigheden en activiteiten hebben, waardoor de rol van water in het totaal klein is. De toedeling van water aan de omzet van waterafhankelijke bedrijven varieert zodoende naar grondgebruik tussen de 5% (Stedelijk) en de 35% (Groot Water). Daar waar handel in eerste instantie vaak gericht is op de lokale bevolking, is dit voor de horeca minder vaak het geval. Zeker in gebieden waarin recreatie een rol speelt is de horeca vaak gericht op de recreant. De toedeling van de omzet aan water is afhankelijk van de recreatiemogelijkheden van het water, en van de overige ‘attracties’ in de buurt. Voor horeca in de buurt van Groot Water geldt dat deze sterk afhankelijk is van het water, en daarom wordt 80% van de omzet toebedeeld aan de nabijheid van het oppervlaktewater. Horeca nabij oppervlaktewater binnen de categorie grondgebruik Natuur is ook sterk afhankelijk van dit water, maar een minder hoog percentage van de omzet is specifiek te herleiden tot het waterlichaam, omdat hier bediening van de lokale bevolking en andere kwaliteiten van het gebied een sterkere rol spelen. Dit is in nog sterkere mate het geval voor de categorie Buitengebied, waardoor deze toedeling nog lager is. Horeca nabij Stedelijk water tenslotte zal 17
KvK Zeeland en Bureau voor toerisme Zeeland, 2005, In de Peiling. Trendmonitor Toerisme Veere 2000-2004, 2005; en Toerisme in de Kop van Overijssel http://www.windesheim.nl/CDL/files/10028/1004/11771%20Rapport%20toerisme%20in%20de%20kop.pdf
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
zowel de lokale bevolking bedienen als toeristen die lang niet altijd op het water in het bijzonder afkomen. Hierdoor wordt de omzet van horeca slechts voor 10 procent aan Stedelijk water toebedeeld. In de sector industrie zijn bedrijven geselecteerd binnen de scheepsbouw, zelfproducerende detailhandel (zoals bakkers) en binnen de vissector. Hiervoor geldt dat deze bedrijven weliswaar afhankelijk zijn van water, maar in verschillende mate van de directe aanwezigheid van water. Wel geldt dat scheepsbouwbedrijven doorgaans aan het water te lokaliseren zijn. Bedrijven zijn soms alleen voor de productie afhankelijk van het water, maar in veel gevallen ook voor de consumptie van de artikelen (productie ten behoeve van de pleziervaart). De toedelingen houden hiermee rekening, waardoor voor Groot Water de toedeling 50% betreft, voor Buitengebied 40 procent en voor Natuur 30 procent. In Stedelijk gebied komt de productie voor scheepvaart of visserij niet voor. Hier betreft het de zelfproducerende detailhandel. Vandaar dat er eenzelfde toedeling als bij de handel plaatsvindt van 5 procent. De landbouw is een sector waarbij de afhankelijkheid van water vooral tot uiting komt in het beregenen van de landbouwgrond en in het drenken van het eventuele vee. Maar ook de verbrede landbouw profiteert van de aanwezigheid van water. Alleen voor Groot Water en Buitengebied zijn deze functies van het oppervlaktewater relevant. De mate van afhankelijkheid verschilt per gewas, bedrijfstype en bedrijfsvoering. Hierdoor wordt slechts 30 procent van de productie toebedeeld aan Groot Water, Natuur en Buitengebied. Voor Stedelijk en is de toedeling 0 procent. De waterafhankelijke niet-commerciële dienstverlening wordt gevormd door sportverenigingen, zorginstellingen, jachthavens en recreatieverenigingen. Ze vormt kortom een breed scala aan activiteiten die deels overeenkomstige, deels verschillende belangen hebben bij de aanwezigheid van water. De overige bedrijven zijn vooral gericht op (water)recreatie en toerisme. Hierbij is een jachthaven afhankelijker van het water dan bijvoorbeeld een manege. De afhankelijkheid is het grootst voor Groot Water, aangezien daar de gewenste functies (rust, recreatie) het meest tot uiting komen. Water voegt in Natuur en Buitengebied minder toe op dit gebied. Voor Stedelijk geldt wederom dat recreatie en toerisme in het gebied niet zonder meer aan het water kunnen worden toegeschreven. De rustgevende functie van water in de stad is wel van bijzonder belang voor zorginstellingen. Hierdoor wordt aan water in Stedelijk gebied 15 procent toebedeeld. Binnen de sector delfstofwinning is slechts één bedrijfstype van water afhankelijk, namelijk de zand- en kleiwinning. Deze bedrijven manifesteren zich alleen rondom Groot Water en in het Buitengebied. De afhankelijkheid van het waterlichaam bestaat uit het feit dat het vanuit het waterlichaam winnen van zand of klei vaak minder kosten met zich meebrengt dan wanneer het elders wordt gewonnen. Een toedeling van 10% voor Buitengebied en Groot Water kan hiermee verantwoord worden. Zoals gesteld, wordt de transportsector gevormd door bedrijven die goederen transporteren over het water. Hierdoor is de afhankelijkheid van deze bedrijven van het water in alle gebieden 100%. Ook de sector De waterafhankelijke bedrijven binnen de energiesector worden gevormd door bedrijven die in de productie van drinkwater. Zij vallen per definitie binnen deze sector, alhoewel zij
40
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
gevoelsmatig andere activiteiten ontplooien dan het winnen van energie. Hoewel de winning van water vanuit het grondwater gebeurd, is de kwaliteit hiervan vaak afhankelijk van de kwaliteit van het oppervlaktewater. Daarom wordt hier een percentage toegekend van 10 procent. De visserijbedrijven in het onderzoeksgebied zijn voor de volle 100% afhankelijk van de aanwezigheid van welk water dan ook. De jacht- en bosbouwsector gebruikt water in de directe omgeving van de bedrijven voor de beregening van de jonge planten. Zij zijn niet afhankelijk van grondgebruik Natuur of Stedelijk. Voor grondgebruik Groot Water en Buitengebied. Tot slot de zakelijke dienstverlening. Binnen deze sector bevinden zich waterafhankelijke bedrijven zoals scheepsverhuurbedrijven, verhuur van recreatieartikelen en visafslagen. Ongeacht het grondgebruik zijn al deze bedrijven sterk afhankelijk van de aanwezigheid van water. Op het moment dat een waterlichaam zou verdwijnen, mag men verwachten dat zeker 50% van deze bedrijvigheid zal verdwijnen. In Stedelijk gebied zal dit iets lager zijn vanwege de bredere mogelijkheden voor toeristen (er wordt hier gedoeld op scheepsverhuur en verhuur van recreatieartikelen), waardoor het water een minder prominente rol speelt. Hierdoor wordt de toedeling voor Stedelijk op 40 procent gesteld.
41
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
B
Gebruikte literatuur • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Arcadis, 2006, Eerste Analyse KRW-doelen, Maatregelen en Kosten voor de Waterlichamen in Rijn-Noord en Nedereems Bade, T.; Faber, D.; Schroeff, O. v.d., 2006, Het Groene Geld onder de Gooise Matras, KPMG Bade, T.; Schroeff, O. v.d., 2006, Geld als Water, Triple E; Bervaes, J.C.A.M.; Vreke, J., 2004, De Invloed van Groen en Water op de Transactieprijzen van Woningen, Alterra ECORYS Nederland; Witteveen+Bos, 2007, Voorverkenning Kosten en Effecten KRW voor het Nederlandse Bedrijfsleven EIM, BLISS Werkgelegenheid, Resultatenrekening, 2001 EU, 2000, Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad (Kaderrichtlijn Water) European Environmental Bureau en World Wile Fund, EU Waterpolicy Making economics work for the environment, april 2006 Gemeente Nieuwerkerk a/d IJssel; Gemeente Moordrecht, 2006, Bestemmingsplan voor gebied Restveen & Waterparel Gorbatsjov, M.; Severino, J.M., 2007, Smoor Wateroorlogen in de Kiem, Het Financieele Dagblad, 28 juni Havekes, H.J.M. (red.), 2001, Europese KaderRichtlijn Water: Economische Analyse en Kostenterugwinning, Unie van Waterschappen Het Financieele Dagblad, 2005, Kabinet Komt met Wet Luchtkwaliteit, 13 mei http://nl.wikipedia.org/wiki/Vogelrichtlijngebied_%28Nederland%29, 10 september 2007 http://www.eigenhuis.nl/VerenigingEigenHuis/Wonen/LopendeHypotheek/, 3 september 2007 http://www.hln.be/hlns/cache/det/art_635291.html?wt.bron=hlnBottomArtikels, 7 november 2007 http://www.keukentheorie.net/Etymologie%209.html, 3 oktober 2007 Jongeneel, R.; Vader, J. (red.), 2005, Doorwerkingeffecten van Natuurprojecten op de Economie: Financiële en Economische Analyse van Kosten en Baten, WUR/MNP Kamer van Koophandel, bedrijfsindeling kamers van koophandel (BIK) Kooiman, J.W., Van den Akker, K., Geef grondwater zijn terechte economische waarde, Tijdschrift H2O KPMG, Provincie Overijssel, Overijssel (kans)rijk in het groen, april 2005 KvK Zeeland en Bureau voor toerisme Zeeland, 2005, In de Peiling. Trendmonitor Toerisme Veere 2000-2004, 2005 Landelijk Bestuurlijk Overleg Water, Water in Beeld 2007, Voortgangsrapportage over het waterbeheer in Nederland, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, IPO, VNG en UvW Leenders, D.; Bolt, F. v.d.; Westein, E., 2005, Natuurbeleid, de Kaderrichtlijn Water en Landbouw, Alterra-rapport 1341 LTO Nederland, Feiten en Cijfers van de Nederlandse Agrosector 2005, 2006 Luttik, J., 2000, The Value of Trees, Water and Open Space as Reflected by House Prices in the Netherlands, Landscape and Urban Planning, 48, pp 161-167
42
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Milieu en Natuur Planbureau, Natuurbalans 2002 t/m 2006, 2002 t/m 2006 Milieu en Natuur Planbureau, Welke ruimte biedt de Kaderrichtlijn Water, februari 2006 Milieu- en Natuurplanbureau, 2004, Van Inzicht naar Doorzicht, Beleidsmonitor Water, Thema Chemische Kwaliteit van Oppervlaktewater, RIVM-rapport 500799004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat en RIZA, De baten van Schoner Zwemwater in Nederland, 2003 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 2006, De strategische MKBA voor de Europese Kaderrichtlijn Water Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Baten van Water, 2003 Nijboer, C., 2003, Definitiestudie KaderRichtlijn Water, Alterra-rapport 754 Overzicht belangrijke vogelgebieden http://www.vogelbescherming.nl/content.aspx?cid=116, 16 november 2007) Platform Baten KRW, Startnotitie Baten Europese Kaderrichtlijn water, november 2005 Regionaal Bestuurlijk Overleg Rijn-Noord, Hoofdlijnennotitie ontwerp rapportage Deelstroomgebied Rijn-Noord, juni 2004, Rijn-Noord en Nedereems SDU, www.sdu.nl, Index van Nederlandse Gemeenten per Provincie: Utrecht en Noord-Holland, 2005 Sterk Consulting (projectleider), 2007, Eindrapport Werkwijzer MKBA in de Regio Stowa, 2005, Verkenning Zuiveringstechnieken en KRW Stuurgroep Water 2000+ en RBO Rijn-Noord, Adviesnota 2007, schoon en gezond water in Noord-Nederland, Implementatie Europese Kaderrichtlijn water in de gebieden Nedereems, Rijn-Noord en Eems-dollard, Nederland Leeft met Water, 2007. Stuurgroep Water 2000+, 2004, Deelstroomgebied Nedereems, Rapportage KaderRichtlijn Water, Hoofdlijnennotitie Tabel: productiestructuur, toegevoegde waarde, arbeidsvolume naar regio, naar SBI’93, 2001-2003 Toerisme in de Kop van Overijssel http://www.windesheim.nl/CDL/files/10028/1004/ 11771%20Rapport%20toerisme%20in%20de%20kop.pdf Vereniging Directeuren van Waterschappen, 2007, Begrotingsvergelijking 2007 Vereniging Natuurmonumenten, Waterwensen Vereniging Natuurmonumenten voor KRW-doelen en –maatregelen, april 2006 Vereniging van Waterbedrijven in Nederland, Waterleidingstatistiek 2005, juli 2006 Vlaamse Milieumaatschappij, 2005, Jaarrapport Water- en Bodemkwaliteit, Lozingen in het Water, Evaluatie Saneringsinfrastructuur Waternet, Globale verkenning van doelen, maatregelen en kosten, april 2006 Waterschap Hunze en Aa’s, 2002, Districtsperspectief Zuidoost Waterschap Regge en Dinkel, 2007, Achtergronddocument Dinkel Waterschap Rijn en IJssel, 2007, Voorstel aan het Algemeen Bestuur, 24 mei Witmond, B.; Vos, W.; Voogt, S.; Vervoort, K., 2006, Wetlands in het IJsselmeer, Thema Economie, Stichting Wetlands in het IJsselmeer www.coelo.nl www.kaderrichtlijnwater.nl www.postcode,nl,, postcodeindeling onderzochte deelgebieden, 2006 www.rijkswaterstaat.nl
43
Milieufederatie Drenthe ‘D’rente van het schoone water’ Augustus 2008
C
Colofon Deze studie is uitgevoerd in opdracht van Milieufederatie Drenthe. Opdrachtnemer Triple E Tom Bade (Projectleider, auteur) Olivier van der Schroeff (onderzoek, auteur) Berend van Middendorp (onderzoek, auteur) Begeleidingscommissie MFD R. Hoekstra P. Brocades Zaalberg
Augustus 2008
44