2004401234 Omslag De Vlijt
06-05-2004
10:39
Pagina 1
Cultuurhistorische Analyse De Vlijt
INHOUD 1.
Het Plangebied
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
De Ruimtelijke Dragers De Grift Het Kanaal Het Sluiscomplex Wegenstructuur en Verkaveling
3. 3.1 3.2 3.3
De Bebouwing De Molens Gebouwen van Industrie Vier Historische Panden
4.
Kenmerkende Elementen en Aanbevelingen
5.
Samenvatting
Bijlage: lijst monumentale panden
2004401234 Omslag De Vlijt
06-05-2004
10:39
Pagina 2
BIJLAGE Lijst monumentale panden binnen het plangebied van De Vlijt (d.d. september 2002): Kanaal Noord 101 (woning met 2 bedrijfsruimten): is nu in procedure tot gm (=gemeentelijk monument) Kanaal Noord 103 (woning met schuur): beschermd gm Kanaal Noord 105: is nu in procedure tot gm Kanaal Noord 107: genomineerd als k (=karakteristiek pand) Kanaal Noord 137 (loods, gelegen bij sluis): is nu in procedure als gm Kanaal Noord 172/172a (vml sluiswachterswoning): procedure tot plaatsing is gaande, maar wordt waarschijnlijk geen gm maar een k Kanaal Noord bij 172/174 (sluis): is nu in procedure tot gm Generaal van Heutszlaan 36: beschermd gm Generaal van Heutszlaan 38: beschermd karakteristiek pand Generaal van Heutszlaan 120: beschermd karakteristiek pand Verzetsstrijderspark 2: beschermd karakteristiek pand Verzetsstrijderspark 10: villa Marialust rm Verzetsstrijderspark 14 (koetshuis): is een beschermd gm Verzetsstrijderspark 16/18 (woon/bedrijfsruimte): is een beschermd gm Verzetsstrijderspark 30: beschermd karakteristiek pand (villa) Verzetsstrijderspark (park zelf): beschermd rijksmonument Vlijtseweg z.n. (trafo gelegen nabij splitsing met Kanaal Noord): is genomineerd als k
Net buiten plangebied: Gen. van Heutszlaan 25 / 27 / 35 / 37 / 39 : beschermd karakteristieke panden Vlijtsweg 130 (Diosynth terrein): beschermingswaardig
Colofon Samenstelling: Dianna Beaufort Bouwtoezicht en Monumenten Gemeente Apeldoorn Foto’s: Auteur en Apeldoorns Archief September 2002
1.
HET PLANGEBIED
Het plangebied De Vlijt bestaat uit zeer uiteenlopende gebieden. Er is geen sprake van een samenhangend geheel. Het bestaat uit verschillende delen die in verschillende periodes tot ontwikkeling zijn gekomen, het vroegst zijnde de watermolens aan de Grift. Een aantal historische objecten in het plangebied zijn beschermd als gemeentelijk monument of karakteristiek pand. Deze bestaan uit diverse objecten zoals woningen, bedrijfsruimten, een villa met bijhorende koetshuis, een loods, een trafo, en een sluiscomplex. Globaal wordt het onderzoeksgebied begrensd door Kanaal Noord tot de Deventerbrug, de Generaal van Heutzlaan en de Laan van Kerschoten. Het oosten is deels begrensd door het Apeldoorns Kanaal, inclusief de Apeldoorns sluis. Waar de oostelijke oevers betrokken zijn bij het plangebied liggen enkele bedrijventerreinen, grasvelden en huizen. In het gebied tussen het Kanaal en de Vlijtseweg, de huidige "middenstrook" van het plangebied, staan enkele woningen in het zuiden en industriële terreinen in het noorden. Hoe noordelijker langs het Kanaal, des te grootschaliger de bedrijventerreinen zijn. Het westelijke deel wordt gekarakteriseerd door middenstands- tot luxe vrijstaande woningen, en maakt deel uit van het beschermde stads- en dorpsgezicht 'de Parken'. In het noord-westen bevind zich Villa Marialust en enkele bijbehorende gebouwen. Het noord-westen is vooral groen met een sportveld, de gemeentelijke kwekerij, de wilde groei langs de beek en het beschermde rijksmonumentale Verzetstrijders-park. Door zijn uitstraling en enigszins ongestructureerde bebouwing geeft het smalle zuidelijke deel van het gebied het begin van het industriegebied aan. Uit vogelvluchtperspectief is te zien dat er een opmerkelijk groen lint de westelijke woonwijk begrenst en afscheidt van de industrie.
2.
DE RUIMTELIJKE DRAGERS
2.1
De Grift
In het verleden vormde de Grift een belangrijke basis als "ruimtelijk drager". Het was niet zoals vandaag een achterbeekje, nauwelijks zichtbaar, maar de stimulans voor en focus van vroegere Apeldoornse nijverheid.
1
De loop van de Grift valt in het plangebied De Vlijt, maar helaas stroomt er geen water meer. De bedding van de Grift die deels onder het fietspad ligt steunt nu het hoofdriool en is volledig onzichtbaar. Waar nog wel water loopt, achter landgoed Marialust, is het afkomstig uit de Badhuisspreng. Niettemin, is de loop van een beek door het gebied van uitermate groot belang. Apeldoorn heeft haar ontwikkeling mede te danken aan de ligging van de Grift. Het schone beekwater vormde de basis voor de economische en ruimtelijke ontwikkeling. Aan de Grift waren verschillende watermolens opgericht. In de eerste instantie voor papier productie en later wasserijen. Met de komst van het stoomtijdperk raakten vele industriële watermolens in verval en de zichtbare nijverheid langs de Grift verdween. In het plangebied zijn enkele kwaliteiten voorhanden om als referentiebeeld te hanteren. Hierbij wordt met name gedacht aan de beekzone achter Marialust, twee verwaarloosde molenstenen, het groene lint en een bijbehorend driedelig huisje (ook boerderij genoemd). Verdere tastbare voorbeelden van ruimtelijke vormen en indeling, bijvoorbeeld van de verdwenen molencomplexen ontbreken.
kadasterkaarten 1832 met de Grift en het Kanaal
Kanaal Noord met NOMA aan de rechterkant
De vijver die op het Kadasterkaart van 1832 voorkomt in de achtertuin van Marialust werd gevoed door de Grift maar, door de verlegging van de Grift in 1839, maakt nu onderdeel uit van het Badhuisspreng tracé. Het wilde groen dat langs de spreng groeit is een substantieel landschappelijk element omdat het herinnert aan de Grift en het voormalig landschap. In dit kader zijn ook de later gebouwde houten bruggetjes over de beek interessant. De Grift had voor enige tijd een dubbele loop (als spreng en beek): het werd gesplitst vóór het Vlijt molencomplex en de loop die niet benut werd voor de molens liep aan de huidige Vlijtseweg tot ongeveer de Joh. Steenbergenstraat. Alle waterlopen zijn nu gedempt. De Grift was een verbindingselement dat van het buitengebied door het dorp stroomde. De Grift zonder loop of beweging laat deze historische waterloop niet tot zijn recht komen. Stromend water is juist van belang voor het verlevendigen van de omgeving en het terug brengen van de cultuurhistorische kwaliteiten. Tevens van belang is de relatie tussen percelen en de Grift. Omdat de Grift een bron van inkomsten was, werd de indeling van percelen op de Grift gericht. Voornamelijk op de molenlocaties was de Grift richtinggevend voor de bebouwing.
2
De wens om deze belangrijke waterloop bevaarbaar te maken gaf aanleiding tot het idee om een kanaal te graven. Daarom werd het Kanaal ook aangelegd parallel aan de Grift.
2.2
Het Kanaal
Bekend is reeds dat het Apeldoorns Kanaal een belangrijk stuk erfgoed is dat behoud behoeft. Het tussen 1825-1829 gegraven kanaal verbond destijds Hattem, bij de IJssel, en het dorp Apeldoorn waar het einde van het kanaal voorzien was van een haven. De oorspronkelijke haven was relatief bescheiden in vergelijking met de latere havencapaciteit, die door uitbreiding in 1920 vanaf de huidige Deventerbrug tot de Welgelegenbrug ontstond. Kanaal Noord heeft over het geheel een meer gevarieerd karakter dan Kanaal Zuid, dat tussen 1858 en 1884 geleidelijker tot ontwikkeling is gekomen. Terwijl het zuidelijke deel langer als buitengebied bleef voortzetten, zijn de westelijke oevers van Kanaal Noord vooral gekenmerkt door industriële ontwikkeling, in opvolging van de vroegere industrie aan de Grift. Industriële productie en handel bleven een belangrijke bron van inkomsten voor Apeldoorn tot in 1962 toen de laatste schepen op Kanaal Noord vaarden. Tien jaar later stopte de vaart op het Kanaal volledig. Veranderingen aangebracht aan het kanaal voor deze tijd waren ten bate van de handel. Tussen de jaren 1832 en 1882 kwamen een paar extra uitgegraven kades aan de westelijke oever nabij de sluis. Deze afwijkingen zijn inmiddels weg en de rechte lijn van het Kanaal is teruggebracht. Het kanaalaanzicht heeft veel veranderingen ondergaan in de loop der tijd. Over het algemeen is in de naoorlogse periode weinig aandacht besteed aan de relatie (landschappelijk en stedenbouwkundig) tussen het kanaal en het omliggende gebied. Vanaf de jaren '60 tot heden werd de industrie langs het kanaal vrij onafhankelijk ontwikkeld. Terreinen ten noorden van het sluiscomplex schijnen geen verband te hebben gehad met het Kanaal. Het Diosynth terrein is hier een voorbeeld van. Er zijn twee redenen voor deze afstandelijkheid van het kanaal. De bedrijvigheid van Diosynth, dat voorheen Zwitsal heette hoefde zich niet zo zeer op het kanaal te richten. Voorts is het een voorbeeld
Kanaal op kadasterkaart 1832
3
van de gedachtegang achter de Wederopbouw in zoverre dat het terrein een volledig zelfstandig en op zich zelf gerichte structuur is, compleet met veel groene openbare ruimtes en een vijver. Ondanks zijn verwantheid aan de industrialisatie is de ontwikkeling van het Diosynth terrein gevoelig geweest in situering en inrichting. Het vormt een kwalitatief hoogwaardige begrenzing van het plangebied.
Diosynth
Het is belangrijk in te zien dat het Kanaal aan het landschap werd opgedrongen. Er werd geen rekening gehouden met bestaande verkavelings- en wegenpatronen of landbouw gronden, die voorheen gericht waren op de Grift. De belangen van de handel en het vervoer van hout, metaal, keramiek en textiel in de 2e helft van de 19e eeuw werden richtinggevend. In samenhang daarmee werd het infrastructuur van het Kanaal leidinggevend aan de ruimtelijk-historisch ontwikkeling van de Vlijt en de verdere omgeving. In 1929 erkende het gemeentebestuur dat het Kanaal veel betekenis had voor de ontwikkeling van de gemeente door het 100-jaar bestaan van het Kanaal te eren met een herdenkingsmonument. Dit kleinschalig monument stond op de hoek van Kanaal Noord en de Deventerbrug (en staat nog in opslag op de gemeentewerf aan de Vlijtseweg).
2.3
Het Sluiscomplex
Een significant onderdeel van het Kanaal is het sluiscomplex uit 1879. Het is een fraai en waardevol ensemble gelegen aan beide zijden van het Kanaal bestaande uit de schutsluis, woning en schuur. De groepering behoort tot de functionele randbebouwing van het Kanaal en is van sociaaleconomisch-historische belang. De oorspronkelijke sluis werd uit hout opgetrokken en wijkt af van de huidige locatie. Van de oude sluis, nabij de zuidelijke grens van de bebouwing van het Diosynthterrein, net ten noorden van de weg Zonnedauw, is niets terug te zien. Tussen 1878-79 werd de Apeldoorns sluis herbouwd in steen, met behoud van de houten sluisdeuren, waarbij de sluis, brug en woning samen kwamen. Dit kwam tot stand nabij een "uitweg" aan de westkant die leidde tot een cluster-erf met huisjes en schuur. Het sluis kwam zo dichter bij de haven te liggen. Gedenksteen Kanaal
4
De sluiswachterswoning zelf heeft een architectonische waarde en behoort tot de groep sluiswoningen die tussen 1875 en 1885 langs het Kanaal gebouwd zijn van hetzelfde ontwerp. De uniformiteit van de woningen is een element dat behoud verdient. Behoud van dit karakteristieke element is belangrijk omdat het continuïteit vertoont en een schakel tussen stad en buitengebied legt. Karakteristiek is tevens de opgaande beplanting van het sluisterrein en de open ruimte tussen huis en sluis, evenals de versmallende groene zijstroken. Alleen hier rond de sluis waren hoge bomen toepasselijk omdat de bevaarders op de rest van het Kanaal wind nodig hadden voor hun zeilen. Dat wil niet zeggen dat er elders geen bomen waren. Sommige percelen, zoals de huisApeldoornse sluis houdschool N.O.M.A. aan de oostelijke oever nabij de haven, hadden geordend beplanting op hun villa-achtig terrein (zie afbeelding onder 2.2). Het sluiscomplex vormt een ensemble die tevens als ruimtelijke drager fungeert. De fietsbrug is een zwaar-gebruikt verbindingselement (tussen woonwijken en stad) en de sluis is een vloeibare verbinding van uiteenlopende waterniveaus.
2.4
Wegenstructuur en Verkaveling
De in hoofdzaak noord-zuid lopende hoofdwegen in het plangebeid hebben een nagenoeg parallel verloop. De noord-zuid richtlijn is bepaald door het Kanaal, de Vlijtseweg, en het fietspad dat achter de huizen aan de Van Aelstlaan en Gen. van Heutszlaan loopt. Het fietspad is gekoppeld aan een strook bomen die bij de Remeha-fabriek afwijkt van de noord-zuid as en zich verspreid tot een kleinschalig bos. Het onverharde fietspad volgt hierin een slingerende lijn grenzend aan de beek. Opmerkelijk is dat een groot aantal van de percelen en de achtergebouwen aan de Vlijtseweg zich aan de lijn van het Kanaal oriënteert, evenals de oorspronkelijke woningen en bedrijven vlak naast het Kanaal die evenwijdig met het Kanaal zijn geplaatst. Dit is een belangrijk structureel aspect dat verankerd is in het historische belang van industrie en handel. Om vaartuigen te trekken werd aan de westelijke oever een jaagpad aangelegd. Dit is de huidige Kanaal Noord weg, rond 1945 verhard met klinkers. Aan deze weg strekte de verkaveling zich uit loodrecht op het kanaal.
5
kadastrale kaart de Vlijt
De Vlijt
koperplettetij de Heus
Dit was zeker het geval tot aan de sluis. De bebouwing van terreinen ten noorden van de sluis is later gebeurd, toen het kanaal van minder belang bleek voor het bedrijfsleven, en hebben een minder sterk verkavelingspatroon. Er was nooit en is nu nog niet een duidelijke begrenzing tussen weg en particuliere kavels. De afwezigheid van een herkenbare rooilijn is van begin af aan gebleven. De bewoners hadden zelf een begrenzing aangelegd door het plaatsen van ijzeren hekjes. Opvallend is dat vanaf Kanaal Noord nummer 117, bij de bocht, de perceelgrens terugspringt. Oorspronkelijk groeide hier een strook dennenbos parallel aan het Kanaal. In de tweede helft van de 19de eeuw werden de terreinen ten noorden hiervan ontwikkeld met een rooilijn die verder van het Kanaal af ligt, vermoedelijk om te gebruiken als losplaats. Trottoirs waren nooit aanwezig. Waarschijnlijk om de beweging tussen kade en bedrijf niet te hinderen. Vlak ten noorden van de vier fabrikantenwoningen (hieronder beschreven) bevindt zich op alle kadaster kaarten onregelmatige verkaveling. Het "vijfde kavel" had twee bouwmassa's evenwijdig aan het Kanaal maar had een achtergrens die diagonaal liep van noordoost naar zuidwest, vermoedelijk als onderdeel van de huidige Zevenhuizenseweg die verder door loopt aan de overkant van het Kanaal. Deze diagonaal is nog terug te vinden in de oprit en bestrating tussen Vlijtseweg nummers 6 en 14 en als grens van de inmiddels open parkeerruimte. Noordelijk van deze kavel werden percelen al in 1832 bestemd voor woningen (aan de Vlijtseweg) en bedrijven (aan de Kanaalkant).
3.
DE BEBOUWING
3.1
De Molens
Relevant voor het plangebied zijn de in 1434 gestichte oliemolen (Monnikhuizermolen), de volmolen (vaak genoemd stinkmolens) en de papier- en kopermolens. De Vlijt molen, waaraan het plangebied zijn naam ontleent, was de eerste papiermolen van Apeldoorn (opgericht in 1593). Het kreeg deze naam pas toen het gemoderniseerd werd omstreeks 1816. Rond 1843 werd de papiermolen een koperpletterij. In die tijd werd Landgoed De Vlijt omgedoopt tot Maria's Lust door de nieuwe eigenaar. Met gebruik van een hydraulische pers heeft De
6
Vlijt een tijd papier voor Nederlandsche bankbiljetten vervaardigd. In 1972 werd het terrein gekocht door de Remeha-fabriek die een onaansprekende loods neerzette op de plaats van de molens aan de Grift. Waar ooit een karakteristiek assortiment van bouwmassa's stond, is een rechthoekige fabriek gekomen. De kadasterkaart van 1832 vertoont een samenraapsel van pakhuizen, kantoren, fabrieken en woonhuizen op de locatie van de Rehema-fabriek. De interne infrastructuur van het molenterrein ontstond uit de kruising van de Grift en de interne oost-west traject. De bouwmassa's waren van verschillende breedtes en hoogtes, als gevolg van anderhalve eeuw bedrijfsveranderingen.
3.2
Gebouwen van Industrie
De grootschalige eenheid van het Diosynth terrein is hierboven genoemd, in het kader van zijn verhouding met het Kanaal. De gebouwen gericht op de Vlijtseweg (kantoor, laboratorium, schoorsteen) hebben een zekere architectonische waarde. Twee bijzondere exemplaren van industriegebouwen van rond 1900 langs het Kanaal zijn het recentelijk verdwenen pakhuis aan Kanaal Noord 194 en de voormalige metaalfabriek aan Kanaal Noord 115. Het in 2001 gesloopte pakhuis met zijn drie opeenvolgende zadeldaken typeert de vroegere bouwvormen die het beeld van vele kanalen bepaalden. Ter plekke is een grind bedekte terrein voor autoverkoop (naast het tuinbouwcentrum). Kenmerkend was de nabijheid van de bouwmassa aan de kade. Stinkmolen Kanaal Noord 115 is nu in gebruik als kantoorruimte. Dit pand is grotendeels uitgebreid met aanbouwen aan de zij- en achterkanten. De voorgevel en noordelijk gevel zijn wit gepleisterd maar vermoedelijk is achter de witte pleister de originele gemetselde gevel te vinden, zoals die voorkomt in de nog zichtbare originele middentravee of risaliet. Opmerkelijk is dat in zijn huidige vorm de voorgevel opgetrokken is tot aan de hoogte van het risaliet. Voorheen was er een begane grond en een schuin dak. Archief documentatie wijst op een uitbreiding van de fabriek in zuidelijke richting in 1927, waarbij het thans genoemd FELUA gebouw tot stand kwam. Op advies van de Welstandscommissie of toenmalige Geldersche Schoonheidscommissie werd de nieuwe vleugel "meer van deze tijd" door de gevel in overeenkomst Pottenfabriek André, Kanaal Noord 194 te brengen met de volle hoogte van het centrale risaliet.
7
Het oorspronkelijke gebouw en de vleugel vormen samen een sterke wand evenwijdig aan het kanaal. Ook hier staat het gebouwde volume dichtbij de kade. Vlakke forse voorgevels gericht op het Kanaal, in nauwe verhouding met het Kanaal waren aspecten die het beeld van het Apeldoorns Kanaal overheersten. Kleinschaliger industrie bevindt zich op de achterterreinen van vele woningen aan de Vlijtseweg. Op het plantsoenendienstterrein van de gemeente staat een markant historisch object: een verdiepte varenkas met stookhuisje uit circa 1950.
3.3
Kanaal Noord circa 1900
Vier Historische Panden
Aan het begin van Kanaal Noord staan vier karakteristieke panden (huisnummers 101, 103, 105 en 107). De in opdracht van de Gemeente Apeldoorn uitgevoerde cultuurhistorische inventarisatie van 1994 omschrijft de vier panden als "een opmerkelijke reeks karakteristieke forse woonhuizen." Zij vormen geen verenigd geheel of ensemble, maar hangen wel samen als een assemblage van "herenhuizen", d.w.z. een representieve collectie van typische Apeldoornse woningen zoals de fabrikantenvilla en het zogenaamd Apeldoorns huisje. Juist omdat de panden van vier verschillende stijlen zijn en de diversiteit van Apeldoornse architectuur weergeven (en ook nog juist op deze plek, een historische entree tot de stad) zijn ze waardevol. Hun gevels variëren tussen sierlijk metselwerk en witte pleister. Hoewel de panden wat aanpassingen hebben ondergaan, voornamelijk van woning tot bedrijfspand of een combinatie daarvan, zijn ze goed bewaard gebleven. De vier objecten vertonen voorts de vrijheid van particulier opdrachtgeverschap typerend voor de fin de siècle. Er zijn meer voorbeelden te vinden in het plangebied, met name Kanaal Noord 117 en Kanaal Noord 156 aan de overkant, nogmaals een voorbeeld van het Apeldoornse huisje. Deze huizen zijn overblijfselen van de voorafgaande individualiteit of onafhankelijke vrije ontwikkeling van een kavel. Zij getuigen van de opkomende welvaart tengevolge van de aanleg van het Kanaal.
Kanaal Noord 115
8
Kenmerkende aspecten van de vier historische panden zijn: 1. IJzeren hekje rond een kleine voortuin (gemiddeld 3 meter diep). Een beperkt stukje privé groen is kenmerkend voor de aan het Kanaal gelegen woningen. 2. Oriëntatie op het kanaal. De woningen zijn georiënteerd op het Kanaal en de voorgevels zijn evenwijdig aan de kade zelf. 3. Individualisme. Diversiteit in architectonische stijlen. 4. Reguliere tussenruimtes. De objecten hebben een ritme van vides. De panden hebben een regelmatig afstand van elkaar, ongeveer 3 meter. 5. Veel bijgebouwen zijn op het achtererf gesitueerd. Uitbreidingen en bedrijfsgebouwen zijn allemaal aan Kanaal Noord vanaf Deventerstraat de achterkant geplaatst. Het bedrijfs- (of eigenaars-) uiterlijk is daardoor bewaard gebleven. Deze aspecten golden overigens ook voor de verdere bebouwing langs het Kanaal. Er zijn talloze foto's te vinden in het gemeentearchief die deze reeks huizen weergeven. Meest voorkomend is het uitzicht vanaf de oostelijke kant van de Deventerbrug. Dit geeft ook de eigentijdse waarde aan die Apeldoorners hechtten aan dit gebied en het aanzicht van de Vlijt. Daarom was deze locatie ook uitgekozen voor een tijdelijk Erepoort ter gelegenheid van de Bevrijding van 4 mei 1945. Deze poort was gespannen over de splitsing van de Vlijtseweg en Kanaal Noord, in de vorm van twee bogen versierd met groene guirlandes en de letters V-R-IJ.
vier historische panden
Evenzeer is van de foto's af te lezen dat de karakteristieke panden een schuur of werkplaats achter op hun terrein hadden. Dit is typerend voor dit plangebied. Zowel langs het Kanaal als aan de Vlijtseweg waren er veel woonwerk terreinen, en dat is nog steeds zo. Bij de splitsing van de Vlijtseweg en Kanaal Noord staat nog een sober vormgegeven provinciaal trafohuisje uit circa 1935 dat als elektriciteitsvoorziening diende voor bovengenoemde woon- en werkterreinen. Daarnaast is een 'expediteurs' bedrijfsruimte (nog steeds Kisjes en Zn.) van rond dezelfde tijd. Het pand maakt onderdeel uit van het bedrijven terrein Kanaal Noord 101 en is interessant vanwege zijn tamelijk decoratieve metselwerk en pilasters en het duidelijk beeld van de bedrijvigheid nabij het Kanaal dat het weergeeft. Kanaal Noord voortuinen
9
4.
KENMERKENDE ELEMENTEN
De historische dynamiek van het gebied is veelzijdig. In de bebouwing en het landschap zijn de bewijzen van vroegere nijverheid, landgebruikontwikkeling en prioriteitsveranderingen terug te vinden. Cultuurhistorie heeft te maken met deze aspecten. De Vlijt heeft voldoende kenmerken die daaraan herinneren. Bijvoorbeeld, sporen van de loop van de Grift en de vormgeving van pakhuizen en bedrijven die zich langs het kanaal vestigden, herinneren aan de nijverheid en de vroegere beleving van Apeldoorn. Uit voorafgaand onderzoek kan worden geconstateerd dat diverse aspecten van landschap, verkaveling en bouwvormen waardevol zijn doordat zij de historische ontwikkeling van de Vlijt aangeven. Hieronder volgen enkele criteria waarmee rekening gehouden moeten worden bij de toekomstige inrichting en vormgeving van het plangebied. Gekoppeld aan de kenmerken zijn aanbevelingen. Duidelijk is dat sommige aspecten reeds opgenomen zullen worden vanwege hun status als (genomineerd) monument. Deze zijn: 1. De vier gemeentelijke / karakteristieke panden: Kanaal Noord 101, 103, 105 en 107. 2. Het sluiscomplex: Kanaal Noord 137 en 172/174. 3. Villa Marialust, koetshuis en voormalige boerderij: Verzetsstrijderspark 10, 14, 16/18 en 30. Bovendien zou rekening gehouden moeten worden met de volgende historische kenmerken. Zij staan hieronder vermeld in volgorde van meest tot minder waardevol. Er wordt nadruk gelegd op de te herontwikkelen gedeeltes, met andere woorden langs het Kanaal en de industriële terreinen. Kolom een geeft aan het kenmerk. Kolom twee geeft aan de aanbeveling die daaruit voortvloeit. Historische Kenmerk ● Sluisterrein. Het sluiscomplex is een gaaf voorbeeld van een 19e eeuws waterstaatkundig werk. Alle sluiswachterswoningen zijn naar hetzelfde ontwerp dus maakt dit exemplaar deel uit van een serie functionele gebouwen langs het Kanaal. De beplanting van het terrein is ook van belang.
Aanbeveling Sluisterrein als eenheid beschouwen. Herstel van interne eenheid in samenhang met zijn overgangsfunctie.
Noord-zuid richtlijn. Deze structuur komt voort uit de Grift en het Kanaal en heeft de ontwikkeling van het gebied gestuurd.
Het jaagpad aan de westzijde van het Kanaal is een historisch element dat herstel verdient (als bijv. kanaalpromenade).
Waterelementen. Een grillig verloop van beekwater gekoppeld met de strakke lijn van het Kanaal is het historische beeld.
Oude beekloop zichtbaar maken, bij voorkeur het oorspronkelijke tracé van de Grift terugbrengen. Beekzone moet richtinggevend zijn voor de toekomstige inrichting van openbare ruimte.
Bebouwing oriëntatie op het Kanaal. De oorspronkelijke industrie en eigenaarswoningen waren op het Kanaal georiënteerd.
Behoud van een visuele relatie met het Kanaal is belangrijk, d.w.z. bebouwing met oriëntatie op het Kanaal.
Hoofdmassa's bevinden zich aan de voor(kanaal)kant, met onregelmatige aanbouwen aan de achterkant, achter de aan het Kanaal georiënteerde hoofdvolume.
Hoofdmassa's aan de voor-(kanaal)kant houden.
●
●
●
●
10
●
●
●
●
●
5.
Woningen aan het Kanaal waren alle uiteenlopende architectonische stijlen ten opzichte van elkaar.
Historische bebouwingskarakteristiek respecteren. Nieuwe bebouwing langs het Kanaal diversiteit geven.
Terrein begrenzing. Privé stukje groen vóór de woningen, begrensd door ijzeren hekjes. Regelmatige ruimtes tussen de eenheden of vrijstaande gebouwen. Geen aangelegde trottoirs.
Behoud van "privé stukje groen" vóór de (woon)gebouwen aan het Kanaal, begrenzing aangeven door middel van hekjes en de regelmatige ruimtes tussen de eenheden. Geen duidelijk, begrenzende trottoirs.
Beplanting is ongepland, met uitzondering van het sluiscomplex. Er is nooit veel beplanting geweest i.v.m. windvang voor de zeilen.
Wilde groei toelaten (of bevorderen) langs het Kanaal.
Het voormalig molenterrein aan de Grift heeft een centrale kruising van beek en weg gehad, en een soort clustervorming van bedrijfsgebouwen.
Het is wenselijk de eenheid terug te brengen van het bos met het Rehematerrein, d.w.z. integratie van gebieden op de plaats van het voormalige molencomplex. Als bebouwing plaatsvindt, herstel in de geest van uiteenlopende bouwvolumes.
Verkaveling. Noordelijke en zuidelijke grenzen van de percelen aan de Vlijtseweg lopen samen dwars op het Kanaal.Typerend voor de Vlijt waren clusters van huisjes en schuren. Later werden daaromheen bouwpercelen opgedeeld. Op landgoed Marialust is het cluster van de "boerderij" nog bewaard gebleven. Typerend voor de clustervormen is dat noklijnen dwars lopen.
Handhaven van de kenmerken.
SAMENVATTING
De verdwenen Grift en het nog dominant aanwezige Kanaal zijn beide, op verschillende momenten in het verleden ruimtelijke dragers geworden. De economische ontwikkeling van de tweede helft van de 19e eeuw werd teweeggebracht door het nieuwe Kanaal. Dus werd de ruimtelijke structuur ook daarop toegepast. Het is belangrijk dat de Grift en het Kanaal richtinggevend blijven (of weer worden). Dit om identiteit en herkenning te behouden in het stedenbouwkundig landschap. Oriëntatiepunten zoals het sluiscomplex en de reeks historische huizen dienen behouden te worden als zodanig. Iets van de vorm of sfeer van de Grift en het oude molencomplex (nu Remeha) dienen voorts hersteld te worden om het waardevolle van het verleden in het heden te brengen.
11