Cruise Middellandse Zee met de Norwegian Jade
Op 7 december 2013 was het zover, we gingen weer cruisen. Het was de hele week nogal hectisch geweest dus we waren nog niet in de vakantiemodus. Om 4 uur ’s morgens ging de wekker en even later bracht Arjan ons met de auto naar Schiphol. De vakantiestemming begon te komen. Het vliegtuig had een fikse wind mee dus in plaats van 2 uur en 25 minuten duurde het vliegen maar 1 uur en 40 minuten. Rome, here we come. Zoals altijd was het weer allemaal perfect geregeld door Kras. Ondanks het feit dat we vroeger waren, hoefden we niet lang op de bus te wachten die ons naar Civitavecchia bracht waar de Norwegian Jade al in de haven op ons lag te wachten. Over de speciaal voor ons uitgelegde rode loper schreden wij naar de loopplank waar een vriendelijke bemanning ons al opwachtte. Je ziet al waar het deel van de naam “Jade”vandaan komt. Het is een groot schip met heel veel luxe aan boord. Nadat we onze stateroom hadden verkend, gingen we naar een van de vele restaurants die het schip rijk was. De welkomstbarbecue vond vroeg in de avond plaats bij het zwembad. Die avond gingen we vroeg naar bed want het was al een lange dag geweest.
De volgende ochtend toen we wakker werden, lag het schip al in de haven van Livorno. Na het ontbijt namen we de shuttlebus en togen naar het centrum. We hebben wat aardige dingen bekeken en na een wandeling van een uur of vier gingen we terug naar het schip. Morgen zijn we in Monaco. Nu zijn we daar al meer geweest maar het was toch leuk om even aan wal te gaan. We namen de boot naar de overkant en liepen eerst naar het casino. Voor het casino is een rotonde en die was helemaal in kerstsfeer ingericht. Natuurlijk zijn we ook nog even het casino in geweest. De gewone huizen zijn over het algemeen moderne flats en onbetaalbaar maar behalve het Grand Casino zijn er meer mooie oude gebouwen in Monte Carlo zoals de opera waar we langs liepen. In de parken zijn overal kunstwerken te bewonderen. Op de terugweg naar de boot zagen we een kleine kermis maar toen we daar even gingen kijken bleek het een heel leuke kerstmarkt te zijn met zelfs een Nederlandse oliebollenkraam. De versierde rotonde voor het Grand Casino
De Opera van Monte Carlo
Adam en Eva
Kerstmarkt in Monaco
Een bronzen raceauto langs het beroemde circuit
Het is wat onwerkelijk om in Monaco een kerstmarkt te bezoeken en ook om kerstliedjes te horen. Net zo onwerkelijk als aan boord trouwens als je de kerstliederen hoort als je over het dek loopt met de zwembaden. Twee zwembaden, zes bubbelbaden en zelfs een waterglijbaan. In het zwembad hielden bemanningsleden een redding oefening met zwemvesten en een reddingsvlot. Als je dan een van de vele restaurants binnenloopt, is er kerstversiering en natuurlijk ook de kerstmuziek. Je kunt hier 24 uur per dag eten en drinken, all inclusive. Je gaat wel steeds minder eten. Op de tweede dag was Lucia zich nog aan het douchen en ik ging alvast koffie drinken. Het personeel was de kamers al aan het doen en ik zei dat mijn vrouw nog in de kamer was. Later op de dag kwamen we terug en de kamer was niet gedaan. Ik bellen en ik moest het bordje veranderen. Ik haalde mijn schouders op want er was geen bordje. Maar de kamer werd niet gedaan. Op gegeven moment kwamen we erachter dat bij het bordje van je kamernummer een wieltje zat dat je kon draaien met de boodschap “Niet Storen”, etc. Toen we dat op “Schoonmaken” gezet, ging alles goed. De volgende dag was ik weer eerder en Lucia stond onder de douche. Ik had natuurlijk niet het wieltje gedraaid want anders kwamen ze weer niet. Lucia had zich net afgedroogd en stond met de handdoek voor zich om hem op te hangen toen de deur van de badkamer werd opengerukt. Wat zal die man geschrokken zijn, een bewegende handdoek. Maar nu weten we hoe het moet. De dag daarna liepen we nog een paar uur rond in Toulon en bezochten daar ook een kerstmarkt. Je ziet daar, net als overal in Frankrijk veel beelden en fonteinen. Nadat we op een terrasje van een havenrestaurant een kop koffie hadden gedronken spotten we nog een leuk ooievaarsnest.
Prachtig beschilderde gevel in een zijstraatje van Toulon
Een van de ooievaarsnesten in een klein park
Toen we kathedraal zochten, gooide Lucia er even een zin in het Frans tegenaan. “Cathedrale?”, zei ze vragend tegen een man. ’s Avonds bezochten we nog een prachtige voorstelling waar Phillip op het podium werd geroepen om te assisteren. Een komische jongleur, geweldig! (Niet Phillip hoor). Barcelona here we come! We zijn daar al vaker geweest dus wilden we maar twee dingen, even op de Rambla wandelen en de Sagrada Familia in, de kerk van Gaudi. In de zomer staat er altijd een rij van twee uur maar nu gelukkig niet. Op La Rambla gelopen (ze zeggen ook wel Les Ramblas) en toen met de metro naar de kerk. Onderweg werden we nog vergast op een klarinetspeler en iemand met een accordeon.
De Sagrada Familia blijft mooi, elke keer weer als je hem ziet De ranke torens schieten de lucht in en binnen in de basiliek splitsen de pilaren zich op zo’n manier dat het je een gevoel van snelheid en ontzag geeft. Verder zijn er prachtige beelden en schitterend glas in lood werk. Als je vanaf de duizelingwekkend hoge toren over de stad kijkt, zie je heel goed waar ze nu aan het restaureren zijn.
Op de terugweg hielp een oudere Spaanse dame ons nog met de metro. Ze liet zien hoe je met ieder één kaartje terug kon komen op de Rambla. ’s Avonds na de show zijn we nog even naar de karaoke gegaan waar Phillip het niet kon laten om toch nog even te zingen.
Valencia! Hier zijn we nog nooit geweest. We hebben besloten om zelf de stad te verkennen in plaats van een excursie te boeken. Gewoon lekker onbevangen mooie dingen zien zonder dat je de achtergrond weet. Hieronder straks een impressie van wat we gezien hebben in een een paar uur wandelen. Het schip vertrok om 17.00 uur om naar Sardinië te varen. Maar eerst ’s avonds nog naar een prachtige voorstelling gevolgd door het vergokken van een paar tientjes in het casino. Wij zijn niet van die gokkers maar het is wel leuk om het een enkele keer te doen. Vandaag zijn we de gehele dag op zee. Morgenochtend meren we pas af. Ik begon de dag met een licht ontbijt waarna ik het fitness centrum bezocht (niet alleen bezocht maar ook anderhalf uur gesport). Daarna ging ik wat drinken met Lucia die inmiddels uit de veren was en toen het zwembad in. Sjongejonge, wat was dat koud. En zout. Het leek de Dode Zee wel, zinken kon je niet. Terwijl ik mijn baantjes zwom, gleden een paar kinderen met veel plezier van de glijbaan af. Toen snel het warme bubbelbad in. Alsof er hete naalden in me gestoken werden, zo heet was het water na het koude zwembad. Er is overigens genoeg te doen aan boord, er wordt van alles georganiseerd maar ik ga zo lekker lezen in het zonnetje.
Het zwemdek bij avond met 2 zwem- en 4 bubbelbaden met een leuke glijbaan
Een prachtig beschilderd koepeldak in een kerk in Valencia
Een mooie kerststal in de prachtige markthallen
De oude stadspoort?
Sinaasappelbomen voor de kerk
Is dit nu de brievenbus?
Dikke deuren in de poort.
Na in avondkleding gedineerd te hebben in een van de restaurants (met een geweldige bediening) bezochten we weer een schitterende voorstelling. Elke avond is er wat te doen in het theater. Het is jammer dat je niet mag fotograferen want dan had ik hier een stel eersteklas artiesten kunnen etaleren. Je hoeft je geen moment te vervelen. We hebben Valencia achter de rug en liggen nu in de haven van Cagliari op Sardinië. Die jongeman die bij Lucia de douche in kwam, hebben we niet meer gezien. Hij is zeker van ellende overboord gesprongen. We hebben zo’n 5½ uur rondgewandeld in het historische deel van de stad. Van de watersnood ellende van een paar maanden geleden was niets meer te zien. Natuurlijk heb ik de heilige Lucia bij haar kerk (in verval, hoe toepasselijk) gefotografeerd. Er zijn echt mooie oude gebouwen te zien en er wordt heel veel gerestaureerd. Ons werd aangeraden toch minstens één bepaalde kerk te bezoeken en dat deden we. Het was inderdaad erg mooi.
Foto’s van Cagliari
Lucia voor haar kerk
Zo kun je ook je fiets veilig opbergen
In een van de zijschepen van de kerk
De poort van de oude stadstoren met buiten en binnen een grote valdeur
Door deze smalle straatjes rijden auto’s
Een van de twee oude stadstorens
Uitzicht op een stukje van het historisch stadsdeel in Cagliari
Een prachtig portaal in de kelder van de kerk
We zijn zojuist vertrokken naar Tunesië. Tunesië is zo’n 3000 jaar overheerst geweest door de Byzantijnen, de Phoeniciërs, de Romeinen, de Turken, de Spanjaarden en de Fransen. Van de 12e tot de 16e eeuw was Tunis een van de belangrijkste en rijkste steden in de Arabische wereld. In 1956 verkreeg Tunesië haar onafhankelijkheid van Frankrijk.
Zo werden we verwelkomd bij aankomst
We meerden aan in La Goulette en vertrokken van daaruit naar Tunis, de hoofdstad. Daarnaast ligt het oude Medina. Maar het mooiste was toch het bezoek aan Carthago dat in 146 BC door de Romeinen met de grond gelijk werd gemaakt en er daarna een bloeiende stad bouwden. Ze hebben daar drie oorlogen voor nodig gehad. Bij een van deze oorlogen trok Hannibal met olifanten door de Alpen om te proberen Rome te verslaan. Tegenwoordig zie in Carthago de mooie huizen van de rijken. Toen de Phoeniciërs de scepter zwaaiden, bouwden ze twee havens, één oorlogshaven en één handelshaven. De militaire haven was rond en de commerciële haven rechthoekig. Die twee havens konden wel 300 Phoenicische oorlogsbodems herbergen. Dit is de oude handelshaven nu
Je ziet hier heel goed de ronde oorlogshaven en de rechthoekige handelshaven
Aan beide zijden de top van Brysal Hill
Boven op Brysal Hill, het toenmalige militaire centrum van Carthago, had je een prachtig uitzich over de stad. Aan de kust in Carthago vind je nog de ruïnes van een Romeins badhuis uit de 2e eeuw AD. Het was vroeger wel 15 meter hoog en gebouwd met stenen die door slaven uit het Atlas gebergte werden gehaald. Het badhuis was verdeeld in twee gelijke delen, een voor de mannen en een voor de vrouwen. Je kon er baden, stomen, gemasseerd worden, zwemmen en ga zo maar door.
Oud Romeins badhuis
Het badhuis binnen
Voor de wateraanvoer gebruikten de Romeinen aquaducten. Hier is het langste aquaduct ter wereld te vinden, 132 km lang, uitkomende op een grote water opslagplaats.
Langste Romeins aquaduct ter wereld, 132 km
De opslagplaats links en het aquaduct rechts
Je ziet hier heel goed de afmetingen van de watergoot
Wateropslagplaats
Wateropslagplaats van dichtbij
Begraafplaats
Onderweg zagen we nog de overblijfselen van een Phoenicische begraafplaats. Je zag daar ook een soort van putten waarin de doden konden worden neergelaten met naar buiten toe ruimtes om ze bij te zetten. Verder zagen we nog een veld met stenen waarbij elke steen een kind vertegenwoordigde dat geofferd was. Bij een andere afgraving stonden kleine urnen waarin de as zat van geofferde kinderen.
De stenen die de geofferde kinderen vertegenwoordigen
De urnen waarin de as van de kinderen werd bewaard
In het begin van de tocht, in Medina, gingen we nog eerst nog naar een souk (Arabische markt). Toen de groep naar een of andere tapijtenshow werd gedirigeerd gingen wij er zelf op uit. In . een van de veelkleurige winkeltjes zagen we een mooie kamelenleren poef. “Wat kost die?”, vroegen wij. “ “120 euro”, zei de handelaar. Ik lachte hem vierkant in zijn gezicht uit. “Ik geef je 20 euro”, zei ik. Nou dat kon allemaal niet want blah, blah, blah. Maar hij zakte met zijn prijs naar 90 euro. “Nou vooruit omdat jij het bent, 25 euro”, zei ik. Hij was stomverbaasd dat ik zo’n laag bod durfde te doen. Ik zei dat hij niet meer kreeg waarop hij met een aanbod van 50 euro kwam. Wij liepen weg en wensten hem het allerbeste. “30 euro”, riep hij ons na. Dat vonden we redelijk en iedereen was blij, hij omdat hij wat verdiend had en wij omdat we voor een redelijke prijs een mooie poef hadden gescoord. Hieronder wat plaatjes van de souk.
Ziekenhuis in de souk met een hoop rommel voor de deur
Hier links zitten de vrouwen gezellig bij elkaar. Dat heeft niets met godsdienst te malen maar meer met plaatselijke gebruiken
We waren redelijk op tijd terug om te genieten van een heerlijke lunch. Zo’n schip is overigens best wel groot; je kunt elkaar gemakkelijk kwijt raken. Vanaf onze hut op het voorschip is het een flink eind tippelen naar het restaurant op het achterdek.
Handwerk op Byrsa Hill
Markt langs de weg
Terwijl ik dit schrijf, is het schip bezig om te vertrekken naar Sicilië. Morgenochtend heben we een kleine excursie in Palermo. Het voordeel van een georganiseerde excursie is toch wel dat je op de belangrijkste plekken komt en je er wat van te weten komt. Als je het zelf uitzoekt, doe je er langer over, zie je minder en je bent vaak duurder uit. Hieronder zie je hoe we verwelkomd werden bij het schip. De bemanning danst en klapt voor ons.
We moesten vroeg op vanmorgen en het beloofde mooi weer te worden. Op weg naar het restaurant stond ik in de lift met een oudere man. “It sounded a little windy this morning”, zei hij tegen mij. Ik keek hem aan en zei: “Well, it wasn’t me”. Verbaasd keek hij me aan, zei niets en liep even later hoofdschuddend de lift uit mij lachend achterlatend. Palermo stond vandaag op het programma. Door de eeuwen heen is Sicilië door vele verschillende nationaliteiten bezet geweest. Van 827 tot 1159 waren de moslims hier de baas. De godsdiensten leefden in vrede naast elkaar. Wel moesten de christenen veel geld aan de islamitische overheersers betalen die daardoor rijk genoeg
waren om heel veel prachtig bouwwerken neer te zetten. De islamitische overheersing eindigde met de verovering door de Noormannen. Na de Noormannen kwamen de Spanjaarden die hun rijk enorm aan het uitbreiden waren. Aan de tolerantie kwam toen een eind omdat de Spanjaarden heel strikt in de katholieke leer waren. Aanvankelijk was het antieke Palermo nog ommuurd maar tijdens de Tweede Wereldoorlog is er veel platgegooid. Heel veel van het historische centrum was vernietigd. Na de Tweede Wereldoorlog was er hierdoor een enorme behoefte aan huizen. Daarbij kwam de urbanisatie op gang doordat het platteland gemechaniseerd werd. De muren werden helemaal neergehaald en er werd heel veel bijgebouwd. Al in de 19e eeuw was men begonnen met het bouwen langs een lange boulevard wat heel lang is doorgegaan wat ook de vele verschillende bouwstijlen verklaart. In het historische centrum worden markten gehouden die hun oorsprong meer dan 1000 jaar geleden vinden. Heel bijzonder is het operagebouw in Palermo; het is het grootste operagebouw van Italië. Aan de voorkant ziet het er indrukwekkend uit maar als je er omheen loopt, oogt het haveloos omdat de verf van de deuren en ramen afbladert. Op het plein staan de koetsiers naast hun koetsjes en paarden en proberen je te verleiden tot een ritje.
We reden naar Montepellegrino. Boven op de berg staat een kasteeltje dat als hotel is gebruikt en nu zo nu en dan o.a. voor congressen wordt gebruikt. Onderweg zie je een grote variëteit aan vegetatie van over de gehele wereld. De cactussen en eucalyptusbomen tieren daar welig. Vanaf de berg heb je een prachtig uitzicht op Palermo met de enorme baai.
We kwamen aan op de plaats van bestemming, de schrijn van Santa Rosalia. Om een natuurlijke grot is een enorme schrijn gebouwd ter nagedachtenis aan deze vrouw.
De schrijn van Santa Rosalia
Het is goed te zijn dat de schrijn om een natuurlijke grot heen gebouwd is
Ze leefde in de 12e eeuw en was moeder en de dochter van een rijke landeigenaar. Rosalia besloot afstand te doen van het materiële leven en trok zich op deze plek terug als kluizenaar. In de 17e eeuw brak de pest uit en men haalde haar botten van boven en bracht ze naar de zee. De Zwarte Dood stopte en Rosalia werd heilig verklaard. Alleen haar beeltenis is boven nog te vinden.
Beeltenissen van Santa Rosalia in de schrijn
Haar gebeente is bijgezet in een zilveren schrijn in de grote kathedraal. Deze kathedraal stamt al uit de 6e eeuw na Christus. Tijdens de overheersing van de moslims werd de kerk gebruikt als moskee. Pas in 1183 weer het gebouw weer in ere hersteld als kathedraal.
De grote kathedraal in Palermo
De zilveren schrijn met het gebeente van Santa Rosalia
We waren nog te voet Palermo in gegaan om rond te kijken en de kathedraal te bezoeken. Toen we daar weer vertrokken, hadden we nog drie kwartier de tijd om bij de boot te komen. Onderweg vroegen we voor de zekerheid af en toe of we goed liepen want even fout lopen zou funest zijn en zouden we de boot zien wegvaren. Dat is een paar mensen op deze cruise ook al overkomen. Die moesten zes uur met de trein om naar de volgende aanlegplaats te reizen. In ons best Italiaans: “Bon giorno signor/signora, porto?”, waarbij we “a sinistra”, “a destra” en “a britto” (links, rechts en rechtdoor) gestuurd werden en natuurlijk “molto grazie” en “ciao”zeiden, liepen we met een flinke pas naar de haven. Precies op tijd kwamen we bij de boot aan. Wij waren de laatste passagiers en werden vrolijk verwelkomd door het personeel dat na ons aan boord kwam. De loopplank werd binnengehaald. Een kwartiertje daarna klonk de scheepshoorn en het schip voer weg met Napels voor de boeg. Vandaag was het helemaal vroeg dag. Om kwart over zeven stond ik onder een blauwe hemel in een frisse wind de aankomst in Napels te filmen. Het beloofde een mooie dag te worden. Tijdens het ontbijt meerde het schip af aan de kade. Daarna meldden we ons in het Stardust theater om op onze beurt te wachten. De bus bracht ons in ruim een half uur naar Pompeii. In de verte zagen we de Vesuvius al liggen. Rechts het Stardusttheatater waar we vele prachtige voorstellingen hebben gezien
Pompeii is ongeveer 600 voor Christus gebouwd door de Etrusken en de Grieken. In de 1e eeuw voor Christus werd Pompeii veroverd door de Romeinen waarbij het voor een groot deel verwoest werd. Onder de Romeinse overheersing werd Pompeii weer opgebouwd. In 62 na Christus vond er een enorme aardbeving plaats die grote delen van de stad verwoestte. Men begon aan de De Vesuvius wederopbouw maar 17 jaar later op 24 augustus 79 AD, gebeurde het. De Vesuvius was in die tijd zo’n 3300 m hoog. Met een enorme knal explodeerde de top van de vulkaan en blies een enorme hoeveelheid lava, stenen en stof de atmosfeer in. Daarna was de Vesuvius nog maar 1000 meter hoog. Door deze pyroblast rolde er een enorme hoeveelheid stof en as de berg af. Natuurlijk kwam er ook heel veel door de lucht. Pompeii, dat zo’n 8 km van de Vesuvius verwijderd is, werd in zeer korte tijd bedolven onder deze aslaag. Het ging zo snel dat de mensen stierven in de houding die ze op dat moment hadden aangenomen. Vele lichamen zijn ook zo gevonden.
Zelfs de uitdrukking op hun gezichten is zichtbaar. De aslaag bedekte de lichamen heel snel en er ontstond een cocon om de mensen heen. Het vlees ontbond maar de botten bleven in stand en de afdruk bleef achter. Door later gaatjes in de aslaag te maken en gips in het omhulsel te gieten, kon men levensechte beelden van deze mensen maken. Na deze uitbarsting is het een paar dagen donker geweest. Mensen die niet ver genoeg weg waren, stierven aan het giftige gas dat ze inademden. Veel is goed bewaard gebleven maar nog lang niet alles is opgegraven en gerestaureerd. De archeologen hebben zich een aardig beeld kunnen vormen van het leven in die tijd. Ook veel namen zijn achteraf bedacht. De huizen waren vaak luxueus uitgevoerd. Op muren zag je geschriften van de gewone mensen zoals nu ook gebeurt, gewone dingen als “Ik houd van ….”. In de straten zie je stapstenen voor als het regende. Tussen de stenen was ruimte om rijtuigen door te laten en het regenwater af te voeren. Je ziet nog goed de sporen van de ezelskarren.
Stapstenen in de straten
De faun
We liepen nog het huis van de faun binnen, het grootste huis in Pompeii dat zijn naam ontleed aan de faun in de tuin. De faun stond in een soort bad dat bedoeld was om regenwater op te vangen dat dan afgevoerd werd voor gebruik. De vloer van een van de voormalige kamers was ingelegd met een prachtig mozaïek waarin je nog heel goed de figuren herkende. Op de muren had men een poging gewaagd om die zo te bewerken dat het net leek of het marmer was. In de hoerenkast zag je de penissen op de vloer om de weg te wijzen. In elke straat was een badhuis. In het oudste badhuis was ook een buitenzwembad met op de muren van de kleedkamers, voor mannen en vrouwen gescheiden, prachtige tekeningen van atleten. Je kon ook goed zien hoe de baden verwarmd werden. De baden waren wel ingebouwd maar stonden op stapels stenen waardoor heet water onder de baden kon stromen om het water in de baden te verwarmen. Als je een badhuis binnenkwam, liep je eerst door een gang die naar de gescheiden kleedkamers leidde. In
de omkleedruimte zaten gaten in de muren om de kleding in te doen. Daarna konden de mensen zich naar de baden begeven. Er was ook een ruimte waar de mensen zich konden warmen. In de muren waren nissen aangebracht, gescheiden door mannenfiguren (Telamonen). In die nissen kon men de bad attributen neerleggen. Op de plekken waar de muur stuk is, zie nog duidelijk de gangen waardoor de warme lucht stroomde die de ruimte verwarmde. Er waren ook slaven maar die woonden in dezelfde huizen als de familie en maakten er als het ware deel van uit. Ook zijn slaven teruggevonden die aan elkaar vastgeketend waren. Als je door Pompeii wandelt, loop je echt door de straten met daarlangs de huizen en andere gebouwen en ruimtes. Op de pleinen en bij de grotere gebouwen zie je nog de prachtige zuilen en beelden en waan je je echt in oude tijden.
Onder en boven, de Vesuvius vanuit Pompeii
Badhuis. Rechts op de muren van het badhuis zijn atleten afgebeeld. Aan de binnenkant zijn de fresco’s nog te zien.
We hadden maar twee uur om rond te wandelen dus we hebben maar een klein deel gezien maar voldaan keerden we terug naar het schip.
Na de lunch hebben we nog even in Napels rondgewandeld en gewinkeld maar we hadden genoeg gelopen en gingen terug naar ons “huis”.
Nog een avond en een nachtje en dan is het weer afgelopen. Morgen zijn we weer in Civitaveccha. Daarvandaan brengt de bus ons naar het vliegveld en als we dan het KLM toestel binnen wandelen, zullen we wel het gevoel hebben alweer thuis te zijn. Het was weer een leuke ervaring. Veel mensen denken dat een cruise iets is voor ouden van dagen. Maar niets is minder waar. Je ziet hier aan boord mensen van alle leeftijden. Voor iedereen is er wel wat doen en in elke haven is wel iets interessants te beleven. Het eten is fantastisch (en veel) en het personeel geweldig. Ze geven je echt het gevoel dat je speciaal bent, zelfs als het saaie werkje doen als spul op je handen spuiten om je handen mee te wassen voor je het schip of een van de restaurants betreedt. We zitten nu in het restaurant te eten terwijl het schip de haven uit vaart. Door de ramen zien we de lichtjes van Napels. Morgenavond kijken we door de ramen naar de lichtjes van onze tuin. Phillip de Graaff