Corporate governance en de rol van de accountant in de nieuwe werkelijkheid Alle spelers op het corporategovernanceveld worden beïnvloed door de nieuwe werkelijkheid, de nieuwe economische orde, de enorme waardeverschuiving. Allen hebben een vernieuwde rol te spelen, waarbij nieuwe vragen en dilemma’s horen. Waar liggen de kansen voor het accountancyberoep? Jos de Groot, Assurance
1. Inleiding “Er is in de huidige crisis meer lesgeld betaald dan ooit. Dus we kunnen er maar beter iets van opsteken. De zakenwereld zal zichzelf moet herstellen tot een niveau dat recht doet aan de onderliggende waarden, voordat we weer op een gezonde manier kunnen groeien. Daarbij moet afscheid worden genomen van oude vanzelfsprekendheden. En aandeelhouderswaarde zal stakeholderswaarde naast zich moeten dulden.”
De tekst in bovenstaand kader is kort samengevat de boodschap van de recente campagne van PricewaterhouseCoopers (PwC). De boodschap is helder. Maar de vraag is hoe bedrijven moeten veranderen. En wat gaat dit betekenen voor corporate governance en de rol van
44
accountants in het bijzonder? Als we het hebben over de rol van de accountant ten aanzien van corporate governance dan kunnen we niet anders dan het thema in een brede maatschappelijke discussie plaatsen. De crisis heeft ons namelijk geleerd dat er een aantal zaken fundamenteel fout zat in onze huidige economische, politieke en maatschappelijke systemen. De crisis raakt ons dan ook heel breed.
2.
Kortetermijn- versus langetermijntrends
In tegenstelling tot de maatschappelijke ontwikkelingen op de korte termijn die samenhangen met de crisis, blijven de maatschappelijke ontwikkelingen op de lange termijn zoals die ook al aanwezig waren voor de crisis, ongewijzigd omdat ze structureel van aard zijn. Een van de langetermijnontwikkelingen is globalisering. Het recente overnamebod door Canon op Océ is daar een voorbeeld van en illustreert dat de trend niet weg is. Een andere ontwikkeling is de
PricewaterhouseCoopers
regionalisatie van Europa. Onomkeerbaar lijkt de trend dat Nederland veroordeeld is om een van de spelers te zijn, en dus geen hoofdspeler is in Europa. De perikelen rondom de benoeming van de nieuwe Europese commissie zijn hier een goed voorbeeld van. Verder zorgen demografische ontwikkelingen op de lange termijn voor vergrijzing in vele Noord-Europese landen, terwijl de bevolkingsgroei in andere delen van de wereld nog steeds in dubbele getallen wordt geschreven. En ten vierde zijn er de technologische ontwikkelingen die onmiskenbaar hun invloed blijven gelden. Deze ontwikkelingen zijn ‘here to stay’. We kunnen er onze ogen niet voor sluiten. Ook al neigen we te worden afgeleid door kortetermijnontwikkelingen die worden beïnvloed door de fragiele situatie op de financiële markten. Denk aan de nog steeds beperkte beschikbaarheid van bankkapitaal voor ondernemingen. Voorzichtig komen er aandelenemissies en geeft men bedrijfsobligaties uit omdat bancair krediet nog erg schaars is. De onzekerheid rondom de financiële situatie in Dubai, en de begrotingstekorten in landen als Griekenland en Spanje is groot. Het huidige herstel van de economie is heel broos. De situatie leidt tot vragen als: ‘Zitten we in een V-, een W- of een VW-vormige recessie?’ Het antwoord daarop is moeilijk te geven, maar wat wel een feit is, is dat de sterk oplopende begrotingstekorten van veel landen een enorme druk op de toekomst gaan leggen. Overheidsbezuinigingen zijn onontkoombaar en zullen iedereen raken.
Tijd voor een reset Is de situatie waarin we ons nu bevinden erg? Ja en nee. We hadden het natuurlijk liever niet gehad. Maar nu we er toch in zitten, kunnen we beter een paar lessen trekken. ‘Never waste a good crisis’! Het is ’tijd voor een reset’, dus tijd voor een discussie door accountants met cliënten, overheid, toezichthouders en vakcollega’s over het benutten van nieuwe kansen.
3. Financiële crisis en corporate governance De belangrijkste oorzaken van de crisis liggen naar zeggen (tijdens de NIVRA Accountantsdag 2009) van Nout Wellink van De Nederlandsche Bank aan een combinatie van factoren. Er was sprake van gunstige financiële ontwikkelingen waardoor we in slaap zijn gesust voor risico’s. De
45
Samenvatting Dit artikel gaat in op de vraag wat de huidige crisis betekent voor corporate governance en de rol van accountants daarbinnen. Eerst wordt een beeld geschetst van belangrijke onderliggende trends en ontwikkelingen. Vervolgens wordt de rol van de accountant belicht in relatie tot de aandeelhouders, de commissarissen, de toezichthouders en de bestuurders. Het thema ‘maatschappelijke relevantie van de accountant’ vormt de rode draad van dit artikel.
rente was laag in combinatie met grote beschikbaarheid aan liquiditeiten. Bovendien werd er een laag rendement op traditionele (financiële) producten behaald, waardoor er een ‘search for yield’ op gang kwam. Deze zoektocht werd mede versterkt door de hoge-bonussencultuur. De financiële producten werden steeds complexer, en securitisatie, een financiële techniek waarbij activa worden samengevoegd en verkocht als verhandelbare effecten, nam een ongekende vlucht. Het toezicht en accountingregels stonden ‘off-balance’ mogelijkheden toe. Kredietrisico’s konden op deze manier worden overgedragen. En nog meer dan dat. Banken gingen zelf investeren in deze producten. Vervolgens ontwikkelde de onderliggende waarde van die producten (Amerikaanse hypotheken) zich ongunstig. Maar omdat securitisatie in hoog tempo verspreid was in de globale economie, was het onduidelijk welke producten ‘at fault’ waren. En dit resulteerde weer in een snelle daling van de waarde van die producten. De boekhoudkundige regels vereisten verplicht afboeken van die negatieve waardeontwikkeling. En dat op haar beurt maakte duidelijk dat de kapitaalbuffers van de banken niet waren meegegroeid met het risicoprofiel van de banken. Een (vertrouwens)crisis was geboren, resulterend in een kredietcrisis, die is overgeslagen naar de reële economie in de vorm van een financieel economische en aankomende sociale en maatschappelijke crisis. Bovendien konden, volgens Wellink, de toezichthouders en accountants het tempo van securitisatie en globalisering ervan, en de innovatie van complexe financiële producten, niet bijhouden. Volgens deze analyse is corporate governance dus niet de hoofdoorzaak van de crisis. Het zijn elementen daaruit die een rol hebben gespeeld. De vraag blijft evenwel: wat is de rol van corporate governance geweest in het kunnen
PricewaterhouseCoopers
ontstaan van de financiële crisis? In juni 2009 verscheen het lezenswaardige OCED-rapport ‘Corporate Goverance and the Financial crisis: key findings and messages (june 2009)’. Hierin stelt de OECD dat op vier gebieden corporate governance heeft gefaald. Dit betreft:
–– Welk toezichtmodel is het meest effectief? Heeft systeemtoezicht de toekomst?
• Raad van commissarissen –– Wat is belangrijker: onafhankelijkheid of expertise van individuele leden van de raad van commissarissen?
• de governance van de bestuurdersbeloningen; • de effectiviteit van de implementatie en de werking van risicomanagement;
• het functioneren van het bestuur van organisaties (raden van bestuur en commissarissen);
• de rol en het gedrag van de aandeelhouders. De OECD stelt dat het falen van een aantal corporategovernancemechanismes niet primair ligt aan bestaande corporate-governanceprincipes en -codes. Het gaat vooral over het toepassen ervan, over het gedrag van alle belanghebbenden.
4. Nieuwe werkelijkheid en corporate governance Alle spelers op het corporate-governanceveld worden beïnvloed door de nieuwe werkelijkheid, de nieuwe economische orde, de enorme waardeverschuiving. Allen hebben een vernieuwde rol te spelen, waarbij nieuwe vragen en dilemma’s horen. Enkele voorbeelden:
• Aandeelhouders –– Is de aandeelhouder ‘handelaar’ gericht op uitsluitend kortetermijnbelangen of is de aandeelhouder ‘een eigenaar’ die gericht is op de lange termijn? –– Wanneer gebruiken aandeelhouders hun recht om echt ‘nee’ te zeggen tegen het beleid van de leiding van de organisatie?
• Overige belanghebbenden –– Is de onderneming transparant genoeg over nietfinanciële aspecten zoals beloningen, duurzaamheid, kwaliteit van dienstverlening, CO2-emissie, enzovoort? –– Hoe verkrijgen de overige belanghebbenden zekerheid over de betrouwbaarheid van die niet-financiële informatie?
• Externe toezichthouders –– Hoe kunnen de toezichthouders de zogenoemde systeemrisico’s eerder onderkennen?
46
–– Wat is het juiste toezicht op beloningen en de kwaliteit van het risicomanagement?
–– Hoe kan het functioneren van de raad van commissarissen worden versterkt?
• Raad van bestuur –– Hoe verhoogt de raad van bestuur de effectiviteit van haar eigen risicomanagement en hoe hebben ze voldoende comfort om hun commissarissen aan te tonen dat de organisatie in control is? –– Over welke (nieuwe) onderwerpen legt de raad van bestuur verantwoording af aan de stakeholders?
• Overheid (regelgevers) –– Hoe geeft de overheid invulling aan haar nieuwe rollen als aandeelhouder en verzekeraar van financiële instellingen? –– Zijn de huidige, ingewikkelde verslagleggingregels toereikend of verdienen die aanpassing?
• Externe accountant –– Welke bijdrage kunnen accountants leveren voor het identificeren van nieuwe systeemrisico’s?
–– Hoe kan de accountant zijn zogenoemde ‘bijvangst’ uit de jaarrrekeningcontrole delen met stakeholders zonder dat ze daarmee aansprakelijkheidsrisico’s vergroten? –– Op welke gebieden anders dan de jaarrekening kunnen accountants assurance verlenen?
5. De maatschappelijke rol van de accountant Een moderne accountant moet een brede blik hebben op het corporate-governanceveld en debat waarin ook de hiervoor beschreven vragen aan de orde zijn. Enerzijds kan de accountant zo zijn huidige positie bepalen. Anderzijds is het nodig om juist nu de toegevoegde waarde van ‘assurance’ in de brede betekenis van het woord te kunnen zien; het verschaffen van comfort (zekerheid) in welke vorm dan ook aan stakeholders over bijvoorbeeld financiële rapportages, niet-financiële prestatie-indicatoren, strategische en operationele processen, gedrag, IT-systemen, projecten,
PricewaterhouseCoopers
en/of naleving van contracten en regels. Of in de geest van Limperg: de vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer stopt niet bij de accountantsverklaring bij de jaarrekening. En juist nu de spelers in het maatschappelijk verkeer met verandering en nieuwe vragen worden geconfronteerd, ligt hier de kans voor accountants hun maatschappelijke relevantie te versterken.
Het is gebruikelijk dat de accountant de algemene vergadering van aandeelhouders voorbereidt met de raad van commissarissen en raad van bestuur. In dat overleg worden ook procedureafspraken gemaakt. Hoe beter die afspraken of hoe meer ervaren de voorzitter en accountant, des te soepeler verloopt doorgaans de beantwoording van vragen in de algemene vergadering van aandeelhouders.
Een nuancering is hier wel op zijn plaats. Het is niet alleen de financiële crisis die de trend naar meer transparantie over niet-financiële informatie versterkt. De onderliggende langetermijntrend is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van organisaties. Die trend speelt al langer een rol in bijvoorbeeld de vraag naar uitgebreide informatie over kwaliteitsindicatoren in de zorg. Maar ook de stap van ondernemingen om deel te nemen aan het nieuwe horizontale toezicht van de Belastingdienst, past in de trend.
Gezien de turbulentie in de economie en de weerslag daarvan op ondernemingen, het publieke debat over corporate governance in het algemeen en de discussie over verslaggevingstandaarden, zullen ook in het komende seizoen van de algemene vergadering van aandeelhouders de nodige vragen komen voor de accountant.
Kortom, de accountantsrol moet in een breder maatschappelijke context worden gezien. Met als belangrijkste doel om vertrouwen toe te voegen aan informatie die partijen uitwisselen. Hier liggen voor het accountancyberoep kansen. ‘Never waste a good crisis’, geldt dus ook voor het accountantsberoep. Met die gedachte in het achterhoofd wordt in de volgende paragraaf gekeken naar de rol van de accountant in relatie tot een aantal spelers in het corporate-governanceveld. Die beschouwing is bedoeld om op hoofdlijnen een overzicht te geven van een aantal ontwikkelingen zonder daarbij te vervallen in technische details of daarin volledig te willen en kunnen zijn.
6. Accountant en aandeelhouder De accountant wordt in Nederland geacht aanwezig te zijn in de aandeelhoudersvergadering en in die vergadering eventuele vragen te beantwoorden van aandeelhouders. Dit betreft overigens alleen vragen die de controle van de jaarrekening raken. In veel gevallen beantwoordt de accountant vragen van aandeelhouders veelal vanuit de reikwijdte van zijn opdracht. Van daaruit koppelt hij de vraag steeds aan de uiteindelijk afgegeven accountantsverklaring. Andere vragen zijn óf al op voorhand afgevangen door de voorzitter van de vergadering óf speelt de accountant naar hem door.
47
Voor accountants is het beantwoorden van vragen op de zojuist beschreven wijze wellicht logisch en vanuit eigen risicomanagementoverwegingen ook zeker te verdedigen, maar past deze rol nog wel in de nieuwe werkelijkheid? Om deze vraag te kunnen beantwoorden zouden de huidige regels (standaard 780N uit 2006) in NIVRA-verband misschien maar weer eens tegen het licht gehouden moeten worden. Het huidige belang van de algemene vergadering van aandeelhouders moet overigens niet overschat worden. Veel aandeelhouders voelen zich niet zozeer eigenaar maar vooral handelaar en daarom niet vertegenwoordigd in de algemene vergadering van aandeelhouders. Misschien is dit ook wel een van de grootste issues rondom corporate governance. Immers, de corporate-governancecode gaat uit van een actieve dialoog tussen onderneming en aandeelhouder. Bijvoorbeeld over de wijze waarop een onderneming omgaat met de code (pas toe of leg uit), en over de concrete invulling van bepaalde best practices zoals bestuurdersbeloningen. Als slechts een klein gedeelte van aandeelhouders echt betrokken is, dan leunen we wellicht te veel op de aandeelhouder in het huidige governancemodel. Niet voor niets heeft de Monitoring Commissie Corporate Governance (commissie-Streppel) aangekondigd het onderwerp betrokkenheid van de aandeelhouder, mee te nemen in haar werkplan van 2010. De nieuwe rol van de overheid als aandeelhouder tot slot, brengt vooral in de financiële sector nieuwe spanningen met zich mee in het governancemodel. Er is immers sprake van een samenloop van diverse rollen: eigenaar, aandeelhouder, wetgever en politiek. Bovendien stelt de wetgever de kaders op voor de toezichthouders, die op haar beurt moeten toezien op de financiële instellingen. Ook stelt de
PricewaterhouseCoopers
overheid de verslagleggingstandaarden vast en stelt de regels vast voor het toezicht op de accountants. Met deze rol als aandeelhouder maakt de overheid het zichzelf er niet makkelijker op. Hoe noodzakelijk de ingrepen in de financiële sector ook waren.
7. Accountant en commissaris Commissarissen vervullen in het Nederlandse corporategovernancemodel een centrale rol. Kortweg hebben commissarissen drie rollen die met elkaar samenhangen: de rol als toezichthouder, als adviseur en als werkgever voor de raad van bestuur. In de publieke opinie krijgt de rol van de commissaris als toezichthouder veel nadruk. Zonder verdere toelichting spreken de praktijken bij woningbouwcorporatie Rochdale boekdelen, evenals het beeld dat ‘De Prooi’ van Jeroen Smit schetst van het functioneren van commissarissen. Het vertrouwen van het publiek in de commissarissen is mede door de kredietcrisis er niet groter op geworden. Zo hanteerde Het Financieele Dagblad vorig jaar een krantenkop ‘Commissaris slaapt voornamelijk’. Zou de commissaris echter uitsluitend als toezichthouder worden beschouwd, dan zou dat een verarming zijn van het governancemodel. Juist ook de andere twee rollen, die van adviseur en werkgever hebben elk hun waarde. De kennis en ervaring en hun reflectie op de strategie, risico’s en activiteiten van de organisaties en de (voorgenomen) keuzes van de raad van bestuur zijn heel waardevol. De commissaris heeft echter met een aantal dilemma’s te maken, zoals:
• Afstand versus betrokkenheid Hoe houd je van een afstand zicht op de operatie, zonder op de stoel van de bestuurder te gaan zitten?
over gevoelige onderwerpen. Maar dit kan juist leiden tot minder informatie doordat het bestuur geïrriteerd raakt, zich afsluit voor kritische vragen en zelfs informatie achterhoudt. In het kader van de jaarrekeningcontrole heeft de accountant frequent overleg met de commissarissen. Gezien het bovenstaande is het dan ook geen verrassing dat de accountant van commissarissen in zowel de formele vergaderingen van de raad van commissarissen en de auditcommissie als in de besloten ‘private sessies’, vragen krijgt als: • Zijn wij naar uw mening in control? • Hadden er nog andere onderwerpen op de agenda moeten staan? • Controleert u ook declaraties of beloningen van bestuurders? • Wat vindt u van het functioneren van bestuurder X? • Wat vindt u van de kwaliteit van onze managementinformatie? Het is natuurlijk niet vreemd dat accountants dit soort vragen krijgen. Ze weten veel van de organisatie, spreken veel mensen en zijn onafhankelijk. Juist door de dialoog met de commissarissen te voeren, kan de accountant zijn toegevoegde waarde laten blijken. Vanzelfsprekend binnen juridische grenzen die daarvoor gelden. Maar accountants moeten zich op dit terrein niet te voorzichtig opstellen. Ze zouden steeds moeten kijken wat maximaal mogelijk is in plaats van te snel zich te verschuilen achter argumenten als ‘Daar mag ik gezien onze beroepsregels niets over zeggen’. De commissie-Maas erkent deze waardevolle rol van de accountant ook in haar rapport, en dit is dan ook – in aangepaste bewoordingen – opgenomen in de nieuwe NVB Code Banken, welke Code gebaseerd is op het rapport van de commissie-Maas. Deze Code is met ingang van 1 januari 2010 van kracht is geworden. In de code-Banken is het volgende opgenomen over de rol van de accountant:
• Toezicht houden versus adviseren Waar eindigt de adviesrol en begint de toezichtrol en vice versa?
• Vertrouwen versus controle Hoe kun je opereren vanuit vertrouwen in het bestuur en tegelijkertijd voorkomen dat je te laat of niet ingrijpt door ontbrekende of onjuiste informatie?
• Coalitiemodel versus conflictmodel
’In het kader van de algemene controleopdracht voor de jaarrekening rapporteert de externe accountant in zijn verslag aan de raad van bestuur en de raad van commissarissen zijn bevindingen over de kwaliteit en effectiviteit van het functioneren van de governance, het risicobeheer en de beheersprocessen binnen de bank.’
Doorvragen is bedoeld om meer informatie te verkrijgen
48
PricewaterhouseCoopers
Naast deze formele en informele rol van de accountant samenhangend met de jaarrekeningcontrole, vragen commissarissen aan accountants op specifieke gebieden assurancediensten te verstrekken. Een aansprekend voorbeeld is het verlenen van assurance bij de interne beheersing van de financiële-verslagleggingrisico’s op verzoek van de commissarissen. De rapportage van de accountant richt zich in deze gevallen aan de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Deze rapportage Voorbeelden: hoe rapporteert de raad van bestuur aan haar stakeholders Luchtvaartindustrie De CO2-belasting door vliegtuigmaatschappijen staat bij speciefieke groepen stakeholders zoals milieugroeperingen en overheden sterk in de belangstelling. Ook internationale luchtvaartorganisaties voelen die interesse. Verantwoording afleggen over de CO2-belasting is daarmee een strategisch issue geworden. Het raakt direct hun reputatie. Een accountant gaat de CO2-emissierapportages van in ieder geval 6 van de 15 grootste luchtvaartmaatschappijen ter wereld, jaarlijks verifiëren. Dit gebeurt op basis van de ervaring die het accountantskantoor heeft met CO2-emissieverificaties bij organisaties in andere branches. Fiscaal systeemtoezicht De Belastingdienst is haar toezicht aan het verplaatsen van controle achteraf naar controle in actualiteit op basis van het beoordelen van en steunen op de fiscale-beheersingssystemen in de organisatie die onder haar toezicht vallen. De Belastingdienst noemt dit ‘horizontaal toezicht’. Als de organisatie kan aantonen dat ze fiscaal in control is, laat de Belastingdienst haar traditionele gegevensgerichte boekenonderzoeken achterwege. De onderbouwing van het fiscaal in control zijn is daarbij bepalend: werken de fiscale interne-beheersingsmaatregelen effectief om betrouwbare aangiftes te waarborgen? Accountants voegen op verzoek van het bestuur in toenemende mate extra comfort toe aan die fiscale in-controlverantwoordingsinformatie van de belastingplichtige aan de fiscus via assurancerapportages (bijvoorbeeld in de vorm van specifiek overeengekomen werkzaamheden).
49
in bijvoorbeeld de vorm van een rapport van feitelijke bevindingen, geeft aan de commissarissen en raad van bestuur additioneel comfort over de eigen inschatting van de raad van bestuur over de mate van in control op het gebied van financiële verslaglegging. Een ander aansprekend voorbeeld is het verlenen van assurance bij een duurzaamheidverslag. Zo kan een onderneming die duurzaamheid tot strategisch thema heeft, en daar volgens het ‘cradle to cradle’-concept invulling aan geeft, een geïntegreerd duurzaamheidverslag en jaarverslag uitbrengen, met daarin het assurancerapport over het geïntegreerde duurzaamheidverslag naast de traditionele accountantsverklaring bij de jaarrekening. Samenvattend: commissarissen zien steeds meer de relevantie van de controle en de accountant. Accountants geven op informele wijze additioneel comfort over uiteenlopende onderwerpen aan de commissarissen in de ‘private sessies’. Hier ligt een kans om de relevantie van de accountant verder te versterken. Accountants durven zich ook harder uit te spreken over een aantal gebieden anders dan de jaarrekening via nieuwe assurancediensten. Ook dat is een goed voorbeeld van maatschappelijk relevant optreden.
8. Accountant en toezichthouder Ook in de relatie externe toezichthouder en accountant is er een bijzondere ontwikkeling. Deze is mede ingegeven door de kredietcrisis. Het gevaar van het onderkennen van systeemrisico’s is een van de belangrijke lessen voor de toekomst. Systeemrisico’s spelen niet zozeer op ondernemingsniveau, maar liggen besloten in het gehele opereren van een markt of maatschappij. Veel van die zogenoemde systeemrisico’s zijn staartrisico’s. Het zijn risico’s met een heel kleine kans van optreden maar met een heel hoge impact als ze zich voordoen. Toezichthouders als De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) kunnen niet alleen dit soort systeemrisico’s ontdekken. Daarom krijgen zij in internationaal verband steun in deze taak. Een van de middelen die De Nederlandsche Bank zal inzetten, is het vernieuwde tripartiete overleg. Dit is een overleg tussen de Nederlandsche Bank, de bancaire instelling en de externe accountant. De risico’s die in de gehele sector spelen gaan nu expliciet onderwerp van gesprek worden en de gesprekken zullen meer driewegverkeer worden. Van de accountants wordt dus verwacht dat ze in dit tripartiete
PricewaterhouseCoopers
overleg inbrengen wat in hun ogen de relevante risicoontwikkelingen zijn in de sector. Het tripartiete overleg nieuwe stijl onderstreept de relevante rol van de externe accountant.
9. Accountant en raad van bestuur Maatschappelijk verantwoord optreden wordt steeds belangrijker. Dit is een onderliggende langetermijntrend. Maatschappelijke verantwoordelijkheid gaat verder dan duurzaamheid; het gaat bijvoorbeeld ook over een maatschappelijk verantwoorde belastingafdracht aan vennootschapsbelasting. Het draait om de vraag hoe de onderneming omgaat met haar brede groep aan stakeholders (belanghebbenden). Met andere woorden: het gaat om de wijze waarop de raad van bestuur daarover verantwoording aflegt en aantoonbaar kan waarmaken wat het belooft te doen. In het kader op pagina 49 zijn twee voorbeelden opgenomen. Deze twee voorbeelden illustreren dat de maatschappelijke relevantie van de accountant toeneemt en het terrein waarop assurance wordt verleend, aan het verbreden is. Het is de kunst voor de accountant de behoeftes aan dit soort nieuwe assuranceproducten te onderkennen en met lef samen met de raden van de bestuur van organisaties te zoeken naar mogelijkheden om aan die vraag van stakeholders tegemoet te komen, ook al worden dan wegen betreden die nog niet eerder betreden zijn. Ook hier vragen de ontwikkelingen om een ‘reset’ in het denken van menig accountant.
van de accountant is weer helemaal terug. Maar dat vraagt van de accountant wel een brede blik want ‘als je je blik verruimt, zie je meer.’ Maar: kansen is één, benutten is twee. Dat laatste is meteen de belangrijkste uitdaging voor het accountantsberoep en voor de individuele accountants in de professionele firma’s. Vrijblijvend is de nieuwe rol echter niet. De maatschappij vraagt om een pro-actieve accountant die als brede assuranceleverancier meer zijn gezicht laat zien richting aandeelhouder en andere stakeholders, toezichthouder, commissaris, en raad van bestuur. De vorm waarin de accountant die extra ‘comfort’ geeft aan een of meerdere van deze interne of externe belanghebbenden, kan daarbij vele gezichten hebben; in de vorm van assurance-opinies, specifiek overeengekomen werkzaamheden of schriftelijk dan wel mondeling advies. ‘Meedoen’ is de enige optie voor accountants om ook in de nieuwe werkelijkheid de vertrouwensman van het veranderende maatschappelijk verkeer te blijven. Accountants gaan een mooie nieuwe werkelijkheid tegemoet.
10. Afsluiting De maatschappelijk betrokken accountant met brede blik op corporate governance heeft de toekomst. Dat illustreert dit artikel. Zowel de langetermijntrends als de kortetermijnontwikkelingen gerelateerd aan de crisis, hebben een grote invloed op alle betrokkenen in het corporate-governanceveld. Het spel op het corporate-governanceveld zal op een andere wijze dan voorheen gespeeld gaan worden. In de reset van het corporate-governanceveld, liggen nieuwe kansen voor de accountant in relatie tot alle spelers in dit veld; bij de commissaris, de toezichthouder, de aandeelhouder en de raad van bestuur. De maatschappelijke rol
50
PricewaterhouseCoopers