Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627,

Mededelingenblad Nummer:

2014 /04

Aan:

gemeenteraad

Datum:

27 februari 2014

Van:

college van burgemeester en wethouders

A.

Verkeersafwikkeling tijdens aanleg spooronderdoorgang Leijenseweg gewaarborgd Via het Mededelingenblad 2013/25 van 19 december 2013 hebben wij u laatstelijk geïnformeerd over het realiseren van de onderdoorgang van het spoor in de Leijenseweg te Bilthoven, meer specifiek over de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan 'Onderdoorgang Leijenseweg'. De aanleg van de onderdoorgang zal volgens planning starten in december 2014 en ongeveer anderhalf jaar in beslag nemen. Gedurende de werkzaamheden is de huidige spoorovergang in de Leijenseweg gesloten voor alle verkeer. Het verkeer van en naar de wijk De Leijen zal dan gebruik maken van de Jan Steenlaan en de nieuwe onderdoorgangen van het spoor aan de Soestdijkseweg. Vanuit de wijk De Leijen zijn zorgen geuit over de capaciteit van de rotonde Jan Steenlaan in relatie met de verwachte verkeerstoename. Ook moet het busvervoer van en naar de bushalte bij het stationsplein zonder noemenswaardig oponthoud kunnen worden gewaarborgd, evenals de aanrijdtijden van de hulpdiensten met een bestemming in de wijk De Leijen. Wij hebben de beschreven tijdelijke verkeerssituatie doorgerekend. Uit de berekeningen blijkt dat de nieuwe rotonde op de Jan Steenlaan voldoende capaciteit heeft om het extra verkeersaanbod te verwerken. Ter wille van de doorstroming van het busvervoer is verdere optimalisering mogelijk door afstelling van de verkeerslichten bij de Boslaan en Leijenseweg. De aankomsttijden van de hulpdiensten blijven binnen de normen en zijn niet hoger dan in de huidige verkeerssituatie. De wijk De Leijen blijft dus in voldoende mate bereikbaar. Wij hebben de uitkomsten van de berekening gepresenteerd en toegelicht tijdens een informatieavond in de wijk De Leijen en zullen in de verdere communicatie rond de verschillende projecten in De Leijen dezelfde informatie naar buiten brengen. Overigens hebben intussen verschillende partijen hun zorgen geuit over enkele oversteeksituaties op en nabij de Jan Steenlaan. De klankbordgroep centrumplan Bilthoven heeft ons daarover een advies uitgebracht. Wij hebben in dat verband reeds besloten tot het treffen van een aantal maatregelen teneinde de betreffende situaties te verbeteren. Het advies van de klankbordgroep en onze reactie daarop zijn op gebruikelijke wijze voor u ter inzage. Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627, e-mail: [email protected]

B.

Hotel PUUR te Lage Vuursche nu ook aangewezen als trouwlocatie

In de vergadering op 16 december 2010 heeft uw raad de toetsingscriteria vastgesteld voor het aanwijzen van alternatieve locaties voor huwelijksvoltrekking en partnerregistraties. Tegelijk heeft u de bevoegdheid tot het aanwijzen van dergelijke locaties gedelegeerd aan ons college. Eerder hebben wij als trouwlocatie aangewezen: de Hofstede 'Dog in ’t Schild' in West broek, Hotel 'De Biltsche Hoek', Landgoed 'Vollenhoven' en het 'H.F. Wittecentrum' in De Bilt, Restaurant 'Boschoord' in Hollandsche Rading, Koetshuis 'Mauritshoeve'in Maartensdijk en 'De Woudkapel' te Bilthoven. Intussen heeft de eigenaar van Hotel PUUR Lage Vuursche verzocht om aanwijzing van Hotel PUUR aan de Koudelaan 25 te Lage Vuursche als trouwlocatie. Aangezien de locatie voldoet aan de vastgestelde criteria, hebben wij besloten om ook 'Hotel PUUR Lage Vuursche als trouwlocatie aan te wijzen. Contactambtenaar: mevrouw M. Bijzen, tst. 620, e-mail: [email protected]

Het Mededelingenblad wordt steeds gepubliceerd op de gemeentelijke website en eveneens uitgebracht aan de pers.

Pagina 2 van 6

C.

Mededelingenblad 27 februari 2014

Regionale invoering van passend onderwijs gestart

Op 1 augustus 2014 treedt de Wet passend onderwijs in werking. De wet heeft tot doel dat voor alle leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte een zo passend mogelijk onderwijsaanbod wordt gerealiseerd. Kern van deze wet is dat scholen per 1 augustus 2014 een zorgplicht hebben. Met de invoering van Passend Onderwijs en de decentralisatie van de jeugdzorg worden schoolbesturen en gemeenten verantwoordelijk voor de onderwijsondersteuning en zorg voor kinderen en jongeren die dat nodig hebben, zowel in als buiten het onderwijs. De gemeente krijgt daarbij nadrukkelijk de regietaak waar het gaat om het realiseren van de aansluiting tussen onderwijsondersteuning (taak van het onderwijs) en het aanbod van de jeugdzorg (taak van de gemeente). Tevens komen de effecten van het passend onderwijs voor het onderwijshuisvestingsbeleid, het leerlingenvervoer en de leerplicht voor rekening van de gemeenten. Het passend onderwijs wordt aangestuurd in de vorm van een regionaal samenwerkingsverband met de status van een rechtspersoon. Onze gemeente valt samen met de gemeenten Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist binnen het werkgebied van de samenwerkingsverbanden primair onderwijs en voortgezet onderwijs en daarnaast binnen het werkgebied van het samenwerkingsverband voor het reformatorisch onderwijs midden Nederland. In de samenwerkingsverbanden zijn alle schoolbesturen voor het (speciaal) basis- en (speciaal) voortgezet onderwijs vertegenwoordigd. De regionale samenwerkingsverbanden dienen het passend onderwijs zowel inhoudelijk, organisatorisch als financieel vorm te geven. Daartoe hebben de samenwerkingsverbanden de wettelijke verplichting om een 'Ondersteuningsplan' op te stellen, waarover 'Op Overeenstemming Gericht Overleg' (OOGO) tussen het samenwerkingsverband en de gemeenten dient plaats te vinden. Met het oog op het starten van de invoering van het passend onderwijs zijn wij samen met de overige gemeenten in de regio een overeenkomst aangegaan met de betrokken samenwerkingsverbanden. De overeenkomst bevat de procedurele afspraken over het OOGO. Op 24 februari 2014 vond het eerste OOGO met de drie samenwerkingsverbanden plaats. Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627, e-mail: [email protected]

D.

Geen bezwaar tegen ontwerpbegroting 2014 van Omgevingsdienst regio Utrecht

Het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst regio Utrecht (hierna: ODRU) heeft ons zijn ontwerpbegroting 2014 toegezonden voor commentaar. Uw raad heeft de bevoegdheid omtrent het goedkeuren dan wel het maken van bezwaren tegen de (ontwerp)begroting, begrotingswijziging of jaarrekening van gemeenschappelijke regelingen aan ons college gedelegeerd voor zover dat niet leidt tot financiële consequenties die niet bij de gemeentebegroting of een wijziging van de gemeentebegroting zijn voorzien. Op basis van de ontwerpbegroting is onze bijdrage voor 2014 vastgesteld op € 646.784. Dat bedrag omvat de zogeheten 'gegarandeerde uren', de 'handhavinguren' en de 'tijdelijke uren' volgens het Uitvoeringsprogramma 2014. De zogenoemde 'aanvullende uren' zijn daarin niet verdisconteerd. De aanvullende uren worden bekostigd uit specifieke projectbudgetten. De berekende jaarbijdrage past binnen onze begrotingskaders. Wij hebben daarom geen bezwaar tegen vaststelling van de voorgelegde ontwerpbegroting 2014. Het Algemeen Bestuur van de ODRU stelt de begroting in maart 2014 vast. Over de financiële problematiek van de ODRU hebben wij u laatstelijk bericht via het Mededelingenblad 2013/25 van 19 december 2014. Wij hebben u toen nadere informatie in het vooruitzicht gesteld over de verdeling van een reorganisatievoorziening ten bedrage van € 3,3 miljoen. De verdeling van de kosten over de deelnemende gemeenten is mede afhankelijk van het dienstenpakket per gemeente. Verwachting was dat het Dagelijks Bestuur van de ODRU over de kostenverdeling in januari 2014 nadere informatie zou verstrekken. Volgens actuele verwachting zal eerst in maart 2014 nadere duidelijk ontstaan. Zodra het aandeel van onze gemeente bekend is, zullen wij uw raad daarover berichten. De jaarrekening 2012 van de ODRU is op de gebruikelijke wijze voor uw raad ter inzage. Contactambtenaar: mevrouw J.H.C. van der Ree, tel. 175, e-mail: [email protected]


Pagina 3 van 6

E.


Verslag van uitvoering leerplichtbeleid in het schooljaar 2012/2013 vastgesteld.

Wij hebben het jaarverslag Leerplicht en Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (hierna: RMC) over het schooljaar 2012/ 2013 vastgesteld. De RMC heeft in het schooljaar 2012/2013 extra ingezet op voorlichting en preventie. Dat kwam onder meer tot uiting in de deelname aan zorgadviesteams en het Netwerk 12+ en Netwerk 12- en verder in het preventieproject 'vroegtijdig signaleren van schoolweigeraars', de verzuimkaart primair onderwijs en de regionale leerplichtfolder. In het verslagjaar namen de leerplichtambtenaren 715 casussen in behandeling. Dit is een stijging ten opzichte van vorig schooljaar (637). In de samenwerking met scholen hebben de leerplichtambtenaren gemerkt dat de groeiende aandacht voor het registreren en melden van schoolverzuim en –uitval heeft geleid tot een groter aantal meldingen. Bijgevolg kon per casus in eerder stadium actie worden ondernomen. Bij de aanvang van het verslagjaar, telde onze gemeente 9.355 jongeren tussen de 5 en 23 jaar, waarvan 2.377 bovenleerplichtig (ouder dan 18 jaar) waren. Van de genoemde 715 casussen die de volledige jongerengroep omvatten, hadden er 520 betrekking op verzuim, 31 betroffen vrijstelling en vervangende leerplicht, 4 casussen handelden over extra verlof en in 9 gevallen was sprake van melding van schorsing. De overige 151 casussen betroffen de behandeling van verzoeken om advies, verwijzing of bemiddeling. In het jaarverslag zijn er tevens een aantal actiepunten opgenomen voor het lopend schooljaar 2013/2014. Zo zet het RMC het preventieproject 'vroegtijdig signaleren van schoolweigeraars' voort en wordt speciale aandacht besteed aan de overgang van het Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (VMBO) naar het Middelbaar beroepsonderwijs (MBO). Voor meer informatie verwijzen wij u naar het jaarverslag dat op de gebruikelijke wijze voor uw raad ter inzage is. Contactambtenaar: mevrouw M. Bijzen, tst. 620, e-mail: [email protected]

F.

Instemming met hoofdlijnen regionale kantorenstrategie

De provincie Utrecht en de gemeenten hebben in 2012 gezamenlijk een kantorenmarktonderzoek laten uitvoeren dat resulteerde in de vaststelling dat in onze regio sprake is van een overschot aan kantoorruimte. De colleges van de negen gemeenten van het Bestuur Regio Utrecht (hierna: BRU) en de gemeente Woerden hebben de aanbevelingen uit het kantorenmarktonderzoek overgenomen en kiezen bijgevolg voor kansrijke locaties en het tegelijk sterk terugbrengen van plancapaciteit. Zij zijn ervan overtuigd dat die strategische keuze bijdraagt aan het bereiken van een vitale kantorenmarkt. De hoofdlijnen van de strategische keuzes zijn neergelegd in de notitie 'Kantorenstrategie U10' die nu voorligt aan de colleges van de negen BRU-gemeenten en Woerden. Wij hebben ingestemd met de notitie. De kantorenmarkt is per definitie regionaal. Gezamenlijk optrekken ondervangt het risico van ongewenste onderlinge concurrentie en een ongezonde marktdynamiek. Een vitale kantorenmarkt kan worden bereikt door enerzijds vierkante meters uit de markt te halen en anderzijds grote nieuwe toevoegingen te voorkomen. Voor onze gemeente zijn de gevolgen van de gezamenlijke kantorenstrategie relatief klein. Zowel in absolute als in relatieve zin is onze locale kantorenmarkt weinig problematisch. Binnen de voorgestelde regionale afspraken kan het door uw raad vastgestelde economisch beleid voldoende worden gefaciliteerd. Onze gemeente maakt weliswaar deel uit van de regio en de regionale kantorenmarkt, maar heeft daarbinnen een onderscheidend profiel. Ter wille van een vitale regionale kantorenmarkt is het evenwel cruciaal om samen met de regiogemeenten een kantorenstrategie te voeren. Nadat de individuele colleges hebben ingestemd met de hoofdlijnennotitie, worden de regionale afspraken vastgelegd in een regionaal document dat wij naar verwachting in het derde kwartaal van 2014 zullen voorleggen aan uw raad. De hoofdlijnennotitie 'Kantorenstrategie U10' is op de gebruikelijke wijze voor u ter inzage. Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627, e-mail: [email protected]


Pagina 4 van 6

G.


Vanaf 2015 nieuwe invulling Mathildedag

De viering van Mathildedag werd in 1997 ingesteld als herdenking van het moment van ontstaan van onze locale samenleving:de schenking op 14 maart 1122 door keizerin Mathilde van grondgebied aan het klooster Oostbroek. Sinds 1998 wordt jaarlijks de Mathildeprijs toegekend aan inwoners of organisaties die vrijwilligerswerk verrichten voor de lokale samenleving. Op 14 maart 2014 zal de burgemeester opnieuw de Mathildeprijs uitreiken. De doelstelling van de Mathildeprijs en de bij toekenning gehanteerde criteria vertonen grote gelijkenis met de Chapeaupenning en de Medaille van Verdienste in Brons van het gemeentelijk decoratiestelsel. Verder is met de viering van het 900-jarig bestaan in 2013 het gedenken van de datum van 14 maart 1122 als datum van ontstaan van de locale samenleving, feitelijk losgelaten. Wij hebben daarom besloten om de Mathildeprijs ingaande 2015 niet langer toe te kennen. In plaats daarvan zullen wij vanaf 2015 op 14 maart een informele bijeenkomst organiseren voor gemeentelijk gedecoreerden. Aan een jaarlijkse samenkomst van gedecoreerden bestaat al langer behoefte. Ook blijft met een dergelijke bijeenkomst op 14 maart het begrip Mathildedag in stand. Contactambtenaar: de heer F.G. Wietses, tst. 466, e-mail: [email protected]

H.

Beleid inzake bedrijfsverplaatsingen naar Larenstein vrijwel voltooid

Desgevraagd berichten wij u over de stand van de verkoop van de kavels en de realisatie van de doelstellingen van het bedrijvenpark Larenstein te Bilthoven. Op het noordelijk deel van het bedrijvenpark is nog een kavel beschikbaar en lopen de onderhandelingen met een kandidaat. Op het zuidelijk deel resteren nog vier kavels en over een van die kavels zijn wij in onderhandeling. Voor de nog beschikbare kavels houden wij thans een laatste inventarisatieronde onder lokaal gevestigde bedrijven. Vanwege het sterk veranderende economisch tij, is voor de verkoop van de overblijvende kavels een ruimhartiger beleid belangrijk voor de afronding van het project Larenstein. Zoals eerder gemeld in het Mededelingenblad 2013/08 van 25 april 2013, komen voor de resterende kavels ook bedrijven van buiten de gemeenten in aanmerking. Wij beogen aldus de invloed van de economische omstandigheden op het afronden van Larenstein zoveel mogelijk te beperken. De gedachte achter bedrijvenpark Larenstein is geweest om overlastgevende bedrijven uit de kernen te verplaatsen naar een goed bereikbaar bedrijvenpark aan de rand van de kernen De Bilt en Bilthoven. Van de in 2005 geprioriteerde bedrijven zijn 11 van de 17 bedrijven daadwerkelijk verplaatst. Voor drie bedrijven bleek verplaatsing financieel niet haalbaar, twee bedrijven hadden geen belangstelling een bedrijf paste niet binnen de planologische kaders van Larenstein. Op zeven van de door bedrijfsverplaatsing achtergelaten locaties vindt herontwikkeling plaats of is herontwikkeling in voorbereiding. Op twee van de achtergelaten locaties is de herontwikkeling nog niet gestart. Behalve de geprioriteerde bedrijven zijn er een groot aantal andere bedrijven naar Larenstein verplaatst. Bij de verplaatsing van twee van de andere bedrijven hebben wij randvoorwaarden gesteld ten aanzien van de achtergelaten locaties. Op een van die locaties (Akker, De Bilt) is de herontwikkeling afgerond en voor de andere locatie (Rembrandtlaan, Bilthoven) loopt een bestemmingsplanprocedure. In grote lijn kan worden vastgesteld dat het beleid rond de verplaatsing van bedrijven naar Larenstein nagenoeg geheel en met succes is uitgevoerd. Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627, e-mail: [email protected]


Pagina 5 van 6

I.


Veiligheid en doorstroming rotonde Biltse Rading/Groenekanseweg in onderzoek

Op de in september 2013 opgeleverde rotonde Biltse Rading / Groenekanseweg hebben zich enkele verkeersongevallen voorgedaan. Twee ongevallen zijn geregistreerd bij de politie en betroffen beide een aanrijding tussen een auto en een fiets. Behalve genoemde ongevallen, hebben wij klachten ontvangen over de doorstroming van het verkeer tijdens de ochtendspits. Voorafgaand aan de realisatie van de rotonde vond een intensieve afweging plaats van de verschillende varianten voor de verkeersaansluiting van het bedrijvenpark Larenstein. Na consultatie van belangengroepen en bespreking van het 'Alternatievenonderzoek verkeersafwikkeling Larenstein' in de vergadering op 14 juni 2012 van uw commissie voor Openbare Ruimte, hebben wij besloten een rotonde aan te leggen voorzien van een tweerichtingsfietspad langs de oostzijde van de rotonde. Uitgangspunt daarbij was zo weinig mogelijk fietsoversteken en vermijden van een kruising van het fietspad met de inrit naar het nieuwe tankstation. Verder wezen indertijd de simulaties van het betrokken ingenieursbureau uit dat voor het autoverkeer een oostelijke bypass van de rotonde al direct bij aanleg nodig zou zijn. Een westelijke bypass voor het autoverkeer zou mogelijk op termijn pas nodig blijken. Uiteindelijk hebben wij gekozen voor aanleg van een rotonde zonder bypasses. De aanleg van een bypass werd uitgesteld totdat de praktijk de noodzaak van een bypass zou uitwijzen. Wij staan nu voor de vraag of de verkeersveiligheid voor fietsers en de verminderde doorstroming van het autoverkeer het gevolg zijn van het achterwege laten van de oostelijke bypass. De oostelijke bypass zou immers een groot deel van het autoverkeer afvangen en voor de rotonde langs leiden. Het fietsverkeer zou deze bypass slechts een- in plaats van tweemaal kruisen. Of de aanleg van de oostelijke bypass het juiste antwoord is in de gegeven situatie, onderzoeken wij aan de hand van beschouwingen en simulaties. Wij verwachten uw raad in het tweede kwartaal van 2014 te informeren over de uitkomst van het onderzoek. Voor het overige zijn wij doende met het treffen van maatregelen aan de rotonde om de veiligheid voor met name fietsers te verhogen. Deze maatregelen bieden echter geen structurele oplossing. Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627, e-mail: [email protected]

J.

Ontwerpwijzigingsplan 'Vinkenplein Bilthoven' vrijgegeven voor inspraak

In de vergadering op 23 juni 2011 besloot uw raad tot vaststelling van het bestemmingsplan 'Emmaplein en Vinkenplein Bilthoven'. Daarin is onder meer de ontwikkeling van nieuw vastgoed aan het Vinkenplein mogelijk gemaakt. Vervolgens hebben wij de voorbereidingen voor de vastgoedontwikkeling ter hand genomen. Daarbij is gebleken dat het vastgestelde plan op enkele onderdelen niet geheel in overeenstemming is met de werkelijke toestand van het terrein. Ook is de aanpassing van een bestemmingsvlak wenselijk ten behoeve van een betere situering van toekomstige bebouwing. Het bestemmingsplan geeft ons college de bevoegdheid om de gewenste correcties via een beperkte procedure van planwijziging door te voeren. Wij hebben daartoe het ontwerpwijzigingsplan 'Vinkenplein Bilthoven' opgesteld. Met het wijzigingsplan worden de gewenste wijzigingen voorzien van een planologisch kader. Het ontwerp voldoet aan de eisen volgens de Wet ruimtelijke ordening en is intussen gereed voor het wettelijk vooroverleg. Indien de reacties van de vooroverlegpartners niet leiden tot aanpassing van het ontwerpwijzigingsplan, zullen wij het plan met ingang van 20 maart 2014 gedurende zes weken ter visie leggen. Tijdens de inzagetermijn kunnen ten aanzien van het ontwerpwijzigingsplan zienswijzen worden ingediend. Na verwerking van de ontvangen zienswijzen, verwachten wij het wijzigingsplan nog in het tweede kwartaal van 2014 vast te stellen. Het ontwerpwijzigingsplan 'Vinkenplein Bilthoven' is op de gebruikelijke wijze voor u ter inzage. Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627, e-mail: [email protected]


Pagina 6 van 6

K.


Gemeente in gelijk gesteld in geschil bouwrijpmaken bedrijvenpark Larenstein

Op grond van een na aanbesteding gesloten aanneemovereenkomst, hebben wij in 2009 opdracht verleend om het zuidelijk deel van het bedrijvenpark Larenstein conform bestek te saneren en bouwrijp te maken. Het vervoeren en afvoeren van (verontreinigde) grond afkomstig van het ontgraven van de stortlaag en van het ontgraven van de deklaag, maakte onderdeel uit van het werk. Over het vervoeren en afvoeren van (verontreinigde) grond afkomstig van het ontgraven van de stortlaag is met de aannemer een geschil ontstaan. De aannemer heeft in dat verband een arbitrageprocedure gestart. De aannemer stelt dat hij primair recht heeft op betaling van meerwerk. De primaire vordering van de aannemer omvat in totaal bijna een miljoen euro. Subsidiair stelt de aannemer dat hij recht heeft op bijbetaling omdat sprake zou zijn van kostenverhogende omstandigheden. Wij zijn steeds van mening geweest dat de vorderingen van de aannemer dienen te worden afgewezen, omdat zij een deugdelijke grondslag missen en zowel juridisch als feitelijk onvoldoende zijn onderbouwd. Op 14 februari 2014 heeft de Raad van Arbitrage vonnis gewezen. Samengevat komt het vonnis erop neer dat alle vorderingen van de aannemer worden afgewezen en dat de gemeente niet hoeft bij te dragen in de kosten van aannemer voor het inroepen van een deskundigenoordeel. Verder komen alle proceskosten van de arbitrage voor rekening van de aannemer en moet hij de gemeente met € 10.000 tegemoet komen in haar kosten van rechtsbijstand. Tegen het vonnis staat gedurende drie maanden hoger beroep open. Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627, e-mail: [email protected]

L.

Gewijzigde ontwikkeling nodig voor zuidelijk deel De Leijen Zuid te Bilthoven

Via het Mededelingenblad 2013/04 van 28 februari 2013 en ons voorstel tot actualisatie van de financiële kaders voor de grote projecten, aan de orde in de raadsvergadering op 28 maart 2013, hebben wij u laatstelijk geïnformeerd over de ontwikkeling van het zuidelijk deel van het plan De Leijen Zuid. Met de Woonstichting SSW en zorgstichting Antroz was overeenstemming bereikt over de ontwikkeling van een woonzorgcomplex met 110 plaatsen verpleeghuiszorg en maximaal tien sociale huurwoningen. Op 14 februari 2014 ontvingen wij van de Woonstichting SSW het bericht dat contractpartner Antroz zich terugtrekt uit het project. Antroz geeft aan dat zij als gevolg van een fusie en de bezuinigingen op de Algemene wet bijzondere ziektekosten, de afspraken, overeengekomen met SSW niet meer kan nakomen. SSW heeft Antroz vervolgens formeel aansprakelijk gesteld voor de gevolgen. Met SSW realiseren wij ons dat vanwege de ontwikkelingen in de zorg het oorspronkelijke concept van verpleeghuiszorg met langjarige verhuur aan een zorgaanbieder niet langer voor de hand ligt. SSW zal zich de komende maanden maximaal inspannen om met andere partijen tot een alternatief woon- en zorgconcept te komen voor de locatie. Uitgangspunt is de met de gemeente gesloten Koop- en Ontwikkelingsovereenkomst. Wij hebben inmiddels met SSW duidelijke afspraken gemaakt over het vervolgtraject, verwoord in een stappenplan. Daarin is vermeld dat uiterlijk begin mei 2014 een potentiële kandidaat gevonden moet zijn. Indien wij op dat moment geen overeenstemming met SSW hebben kunnen bereiken over een oplossing voor de ontstane situatie, zullen wij over de bijbehorende juridische en financiële consequenties in overleg treden met SSW. De bestemmingsplanprocedure voor het zuidelijk deel van De Leijen Zuid is doorlopen en in het stadium van vaststelling door uw raad. Gegeven de geschetste omstandigheden zien wij ons echter genoodzaakt om het bestemmingsplan aan te passen. Wij verwachten op korte termijn een aangepast ontwerpbestemmingsplan ter inzage te leggen en nog in het tweede kwartaal van 2014 ter vaststelling aan te bieden aan uw raad. Aangezien het grootste deel van de in het plandeel te ontwikkelen grondgebonden woningen reeds geopteerd is, is een korte doorlooptijd van een aangepast bestemmingsplan van groot belang. Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627, e-mail: [email protected]


Contactambtenaar: de heer H.A.W. van Beurden, tst. 627,

Recommend Documents