Mededelingenblad Nummer:
2016 /01
Aan:
gemeenteraad
Datum:
07 januari 2016
Van:
college van burgemeester en wethouders
A.
Jaarverslag gemeentelijke klachtenbehandeling 2014 gepubliceerd
Op basis van (artikel 9:12a van) de Algemene wet bestuursrecht draagt ons college zorg voor registratie en voor de jaarlijkse publicatie van de ingediende schriftelijke klachten. Van de klachtenbehandeling in 2014 hebben wij het jaarverslag vastgesteld. In 2014 zijn 19 klachten ingediend, 4 meer dan in 2013. Voor het taakveld Publiekszaken is door de jaren heen sprake van een grote wisseling in het aantal klachten: van 10 klachten in 2012, naar 3 klachten in 2013 en naar 13 klachten in 2014. De eerder ingezette daling van het aantal klachten binnen het taakveld Beheer openbare ruimte zet verder door: van 18 klachten in 2012, naar 9 klachten in 2013 en naar 5 klachten in 2014. Het aantal klachten met betrekking tot de Concernstaf is gelijk gebleven op 1 klacht. De klachten betreffen voornamelijk het schenden van de normen 'Correcte bejegening/ beleefdheid en fatsoen' (37 procent) en 'Correcte bejegening/dienstbaarheid' (37 procent). In 2013 was het aantal klachten voor deze normen 13 respectievelijk 26 procent van het totaal. De overige normen 'Actieve en adequate informatieverstrekking' en 'Overige normen van behoorlijkheid' hebben met 15,8 respectievelijk 10,6 procent, minder klachten opgeroepen. Van de 19 in 2014 geregistreerde klachten zijn 17 klachten (89,6 procent) gegrond en 2 klachten (10,4 procent) ongegrond geoordeeld. Ten opzichte van 2013, is het aantal gegrond geoordeelde klachten gestegen met ongeveer 10 procent. In 2013 steeg van het aantal gegrond geoordeelde klachten ten opzichte van 2012 met 20 procent. In het verslagjaar 2014 zijn 17 van de 19 geregistreerde klachten binnen de wettelijke termijn van zes weken afgehandeld, hetgeen ten opzichte van 2013 overeen komt met een stijging van circa 10 procent. Voor de overige 2 klachten was een langere afhandelingstermijn noodzakelijk in verband met nader onderzoek en een gehouden hoorzitting. Het 'Jaarverslag klachten 2014' is voor uw raad op de gebruikelijke wijze via het raadsinformatiesysteem (RIS) ter inzage. Contactambtenaar: de heer C.J.A. van Leeuwen, e-mail:
[email protected]
B.
Toestemming verleend voor fusie tussen Kunstenhuis en Muziekschool
Via het Mededelingenblad 2015/11 van 4 juni 2015 hebben wij u geïnformeerd over de voorgenomen fusie tussen Het Kunstenhuis De Bilt / Zeist en de Zeister Muziekschool. De fusie leidt tot synergie in het lesaanbod zodat in beide gemeenten een uitgebreider lespakket kan worden aangeboden. Verder levert de fusie op het vlak van management, administratie en promotie een kostenbesparing op die kan worden aangewend voor invulling aan de bezuinigingstaakstellingen van de gemeenten Zeist en de Bilt. De gefuseerde organisatie zal gaan werken onder de naam Het Kunstenhuis De Bilt/Zeist, onder leiding van de huidige directeur van Het Kunstenhuis. Binnen Het Kunstenhuis worden de muziekscholen van de Bilt en Zeist organisatorisch verenigd in een nieuwe afdeling Muziek. In de respectievelijke gemeenten blijven de muziekscholen werken onder hun oorspronkelijke naam. Vanwege de voordelen van de fusie hebben wij de, op grond van onze subsidieverordening, vereiste toestemming verleend. Wij zullen met de fusieorganisatie afspraken maken over een heldere verantwoording van subsidie en prestaties. Samen met het college van Zeist zullen wij met de nieuwe organisatie regelmatig overleggen over het verzilveren van de synergievoordelen en het realiseren van de bezuinigingen. Wij zijn voornemens om uw raad nader te informeren over de organisatie van Het Kunstenhuis De Bilt/Zeist tijdens een informatieve bijeenkomst op 10 maart 2015. Contactambtenaar: Mevrouw N.B. Crietee - van der Leeden, e-mail:
[email protected]
Pagina 2 van 5
C.
Mededelingenblad 07 januari 2016
Nieuw programma voor verkeerseducatie vastgesteld Het Programma Gedragsbeïnvloeding is gestoeld op het Gemeentelijk Verkeer- en vervoerplan, vastgesteld bij raadsbesluit van 29 maart 2012. Ter uitvoering van het programma zijn in de afgelopen jaren diverse acties ondernomen om de verkeersveiligheid te vergroten. Voorbeelden zijn de verkeersexamens, verkeerslessen voor jongeren en scootmobielcursussen, die de deelnemers hebben geholpen om hun vaardigheden en inzicht in het verkeer verbeteren. Onder meer het wegvallen van provinciale subsidies voor verkeerseducatie, heeft aanleiding gegeven om ons beleid te herijken. Wij hebben daarbij aansluiting gezocht bij de huidige opvattingen over de maatschappelijke rolverdeling en de kerntaken van de overheid. Het resultaat is neergelegd in het Programma Verkeerseducatie. In het programma zijn wij uitgegaan van de driedeling: Engineering, Enforcement, Education. Wij richten ons de komende jaren hoofdzakelijk op onze rol als wegbeheerder (engineering) en op handhaving en toetsende acties (enforcement). De acties binnen deze pijlers blijven volledig gesubsidieerd, zodat het merendeel van de huidige acties kan worden voortgezet. De educatie betreft hoofdzakelijk voorlichting en buigen wij om naar vraag-gestuurde actie, zodat de verantwoordelijkheid voor het aanvragen ervan komt te liggen bij het maatschappelijk middenveld: scholen, Veilig Verkeer Nederland (VVN), etcetera. Om de betrokkenheid bij de uitvoering van de actie te vergroten vragen wij van de initiatiefnemers een bijdrage in de financiering. Zodoende willen wij voorkomen dat acties enkel worden uitgevoerd vanwege de financiële middelen, zonder dat de doelen van de actie duidelijk in beeld zijn. Wij hebben het conceptprogramma Verkeerseducatie voorgelegd aan alle scholen, de deelnemers van het Verkeersplatform, VVN Steunpunt Regio West, de Landelijke Fietsersbond, Teamalert en het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Utrecht. De ingekomen reacties hebben wij verwerkt in het vastgestelde programma. Met het Programma Verkeerseducatie scheppen wij voor de komende jaren helderheid over onze rol en wat het maatschappelijk middenveld van ons kan verwachten. Voorop staat dat wij de lokale verkeersveiligheid door een doelmatige besteding van de middelen blijven verbeteren. Het Programma Verkeerseducatie is voor uw raad op de gebruikelijke wijze via het raadsinformatiesysteem (RIS) ter inzage. Contactambtenaar: de heer R.G.H. van Muilekom, e-mail:
[email protected]
D.
Programma vastgesteld voor regionale aanpak laaggeletterdheid bij volwassenen
In de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: Web) is het taal- en rekenonderwijs voor volwassenen geregeld. Op basis van de Web moeten gemeenten in arbeidsmarktregionaal verband een Regionaal Programma Educatie opstellen voor de bestrijding van laaggeletterdheid. Voor het regionaal programma is specifiek rijksbudget beschikbaar. Onze gemeente is ingedeeld in de Arbeidsmarktregio Utrecht-Midden met Utrecht als centrumgemeente. Een convenant is het juridisch kader voor de regionale samenwerking. Wij hebben uw raad daarover geïnformeerd via Mededelingenblad 2015/01 van 15 januari 2015. In arbeidsregionaal verband is intussen het nieuwe educatieve programma-aanbod opgesteld. Het programma bevat de regionale activiteiten maar ook het aanbod in de vijf sub-regio’s. Het aanbod is gericht op de verbetering van de Nederlandse taal en rekenvaardigheden en is allereerst beschikbaar voor laaggeletterde en analfabete inwoners met een bijstandsuitkering. Inwoners die bij Bureau Schuldhulpverlening in traject zijn, hebben voorrang voor het volgen van de rekencursus. In onze sub-regio Krommerijn Heuvelrug geschiedt de aanpak van laaggeletterdheid vanuit werkgelegenheidsprojecten van de Regionale Dienst Werk en Inkomen (RDWI) en de zogenoemde Taalhuizen, waarin voor onze gemeente de Bibliotheek Idea, MENS De Bilt en Steunpunt Vluchtelingen De Bilt nauw samenwerken. Wij hebben het voorgelegde regionale Programma Educatie 2016-2017 vastgesteld. Het 'Programma Educatie 2016-2017 (bestrijding laaggeletterdheid)'van de regio UtrechtMidden is op de gebruikelijke wijze via het raadsinformatiesysteem (RIS) voor u ter inzage. Contactambtenaar: de heer R.G.H. van Muilekom, e-mail:
[email protected]
Pagina 3 van 5
E.
Mededelingenblad 07 januari 2016
Koopovereenkomst met de aandeelhouders van de Biga Groep B.V. ondertekend
In de vergadering op 17 december 2015 heeft uw raad besloten om in te stemmen met het bereikte resultaat van onderhandeling met de huidige aandeelhouders en om voor de aandelenovername van de Biga Groep BV een krediet van € 100.000 beschikbaar te stellen. De aankoop van de aandelen is inmiddels definitief bezegeld door ondertekening van de koopovereenkomst door alle verkopende en kopende partijen. De juridische levering en de financiële afwikkeling vinden in de loop van januari 2016 plaats via een notarieel transport. De 'Koopovereenkomst Aandelen Biga Groep BV' is op de gebruikelijke wijze via het raadsinformatiesysteem (RIS) voor uw raad ter inzage. Contactambtenaar: mevrouw S.L. van den Berge, e-mail:
[email protected]
F.
Voorkeursrecht van koop voor percelen Melchiorlaan te Bilthoven ingetrokken
Bij besluit van 28 mei 2009 heeft uw raad diverse percelen in het centrumgebied van Bilthoven aangewezen als percelen waarop het voorkeursrecht ingevolge (artikel 6 van) de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) van toepassing is. Motief voor de aanwijzing was het behoud van de regie bij de ontwikkeling van het centrumgebied. Het instrument van het voorkeursrecht is toegepast om te voorkomen dat particuliere strategische grondposities de realisatie van de gemeentelijke doelen zouden belemmeren. Uw raad heeft het voorkeursrecht bestendigd in het bestemmingsplan 'Emmaplein en Vinkenplein Bilthoven', vastgesteld op 23 juni 2011. De voorkeursrecht-aanwijzing vervalt van rechtswege na verloop van tien jaren na het in werking treden van het bestemmingsplan. Aangezien aan de Melchiorlaan inmiddels binnen de gestelde planologische kaders nieuwbouw van winkels met woningen is gerealiseerd, is ter plaatse de noodzaak van het voorkeursrecht komen te vervallen. Wij hebben daarom gebruik gemaakt van onze bevoegdheid om het voorkeursrecht voor de percelen aan de Melchiorlaan in te trekken. Contactambtenaar: de heer R.G.H. van Muilekom, e-mail:
[email protected]
G.
Convenanten voor samenwerking U10 en Verkeer & Vervoer Utrecht ondertekend In de vergadering op 29 oktober 2015 besloot uw raad ons college toestemming te verlenen tot het aangaan van het 'Bestuursconvenant samenwerking U10-gemeenten' en het 'Bestuursconvenant Verkeer & Vervoer in grootstedelijk Utrecht'. Bij amendement heeft uw raad besloten om de inwonerbijdrage te maximeren op € 1,20 voor het convenant samenwerking U10 en op € 0,30 voor het convenant Verkeer & Vervoer. Via een tweetal moties heeft u ons gevraagd om over de samenwerking in de stadsregio nauwe voeling te houden met uw raad, onder meer via een ruimhartige informatievoorziening. Verder vroeg u ons bij motie om inspanning teneinde de financiële verplichting aan de U10samenwerking te beperken tot het jaar van opzegging. Tot slot heeft uw raad gevraagd om onze zorg teneinde 'het bijdragen aan het terugdringen van verkeersgeluidsoverlast, fijnstof en CO2 uitstoot' als onderwerp van samenwerking toe te voegen aan het convenant Verkeer en Vervoer. Op 7 december 2015 zijn de beide convenanten namens alle betrokken gemeenten ondertekend. Zoals al gemeld in de vergadering op 10 december 2015 van uw commissie voor Burger en Bestuur, hebben onze inspanningen - gegeven het stadium van de besluitvorming niet geleid tot de op basis van uw moties gewenste wijzigingen in de tekst van de convenanten. Uw amendement inzake de maximering van de inwonerbijdragen betreft een opdracht aan uw raad als houder van het budgetrecht. Ten aanzien van de informatievoorziening over en de omgang met verbonden partijen in het algemeen, verwachten wij u in februari 2015 een notitie voor te leggen. Voor het overige merken wij nog op dat de beide convenanten aan het eind van 2016 worden geëvalueerd. Contactambtenaar: de heer J.J.M. Wagemakers, e-mail:
[email protected]
Pagina 4 van 5
H.
Mededelingenblad 07 januari 2016
Verbeteringen voor- en vroegschoolse educatie vastgelegd in convenanten Via het Mededelingenblad 2015/02 van 29 januari 2015 hebben wij u laatstelijk geïnformeerd over onze acties naar aanleiding van het rapport van 2014 van de Onderwijsinspectie over de uitvoering van onze wettelijke verplichtingen op het vlak van de voor- en vroegschoolse educatie (hierna: VVE). Het rapport bevat als verbeterpunten: het vastleggen van resultaatafspraken en monitoring alsmede het vastleggen van afspraken over ouderbetrokkenheid, externe zorg en interne kwaliteitszorg. Wij hebben over het in 2015 doorvoeren van de verbeteringen afspraken gemaakt met enerzijds de inspectie en anderzijds alle betrokken partijen bij de uitvoering van de VVE. Vervolgens hebben wij in februari 2015 met de VVE-uitvoeringsorganisaties Deelconvenant I gesloten ten aanzien van de resultaatafspraken en de afspraken over de monitoring. In december 2015 hebben wij met de uitvoeringsorganisaties de verbeterafspraken op het vlak van de ouderbetrokkenheid, de interne kwaliteitszorg en de externe zorg gemaakt en vastgelegd in Deelconvenant II. Het 'Deelconvenant II Voor- en Vroegschoolse Educatie gemeente De Bilt' is op de gebruikelijke wijze via het raadsinformatiesysteem (RIS) voor u ter inzage. Contactambtenaar: mevrouw N.B. Crietee - van der Leeden, e-mail:
[email protected]
I.
Plan van aanpak voor herontwikkeling locatie De Werkschuit vastgesteld
In de vergadering op 29 oktober 2016 heeft uw raad de ruimtelijke randvoorwaarden vastgesteld voor de eerste twee gemeentelijke herontwikkelingslocaties: Akoteh en Van Everdingen in Bilthoven. Op vragen vanuit uw raad hebben wij aangegeven de eerstvolgende herontwikkelingslocatie 'De Werkschuit' aan de Beatrixlaan 1 te Bilthoven voortvarend te zullen oppakken. Doel van de herontwikkeling van de locatie Werkschuit is het realiseren van sociale woningbouw. Intussen hebben wij het plan van aanpak voor de herontwikkeling van de locatie De Werkschuit vastgesteld. Over de herontwikkeling vindt een eerste informatiebijeenkomst voor omwonenden en belanghebbenden plaats op 20 januari 2016, aanvang 19.30 uur, in de Opstandingskerk aan de 1e Brandenburgerweg 34 te Bilthoven. Wij verwachten de ruimtelijke randvoorwaarden en het bestemmingsplan voor de herontwikkeling aan uw raad voor te leggen in respectievelijk het tweede en het vierde kwartaal van 2016. Het 'Plan van aanpak project herontwikkeling Werkschuit' is op de gebruikelijke wijze via het raadsinformatiesysteem (RIS) voor u ter inzage. Contactambtenaar: de heer R.G.H. van Muilekom, e-mail:
[email protected]
J.
Convenant ingezet voor lokale realisatie van landelijke banenafspraak
De rijksoverheid verwacht van werkgevers dat zij mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen. Bij de invoering van de Participatiewet hebben werkgevers en regering in het sociaal akkoord vastgelegd om 125.000 extra banen te realiseren. Onze lokale opdracht komt neer op 55 extra banen, te realiseren voor 2017. De realisatie van het landelijke banenplan vormt voor alle betrokken partijen een uitdaging. Evenals de andere vier gemeenten in de regio Zuidoost Utrecht, willen wij met een lokaal convenant de opdracht kracht bij zetten en eenieders rol zichtbaar maken. Wij nodigen de vertegenwoordigers van de lokale en lokaal opererende partijen uit het beroepsonderwijs, werkgevers, maatschappelijke organisaties, het Werkgeversservicepunt uit om het Convenant 'De Bilt Verbindt' te ondertekenen. De ondertekening betekent erkenning van de verantwoordelijkheid om inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te bieden op de arbeidsmarkt. Dat kan in de vorm van stageplaatsen, opleidingsplekken of een concrete baan binnen de eigen of een aangesloten organisatie. Ook leveren de convenantpartijen een bijdrage aan het positief uitdragen van het verbond, als voorbeeld van een krachtige samenwerking om kansen te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het Convenant 'De Bilt Verbindt' is op de gebruikelijke wijze via het raadsinformatiesysteem (RIS) voor uw raad ter inzage. Contactambtenaar: de heer R.G.H. van Muilekom, e-mail:
[email protected]
Pagina 5 van 5
K.
Mededelingenblad 07 januari 2016
Recreatie Midden-Nederland krijgt rechtsvorm van bedrijfsvoeringsorganisatie
De recreatieschappen Stichtse Groenlanden; Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied; Vinkeveense Plassen en Plassenschap Loosdrecht e.o. werken sinds 2007 samen met de provincie Utrecht samen in de algemene gemeenschappelijke regeling Recreatie Midden Nederland (hierna RMN). De regeling is bedoeld voor het gezamenlijk personeelsbeheer en voor onderlinge coördinatie. In de Wet gemeenschappelijke regelingen is sinds 1 januari 2015 de rechtsvorm van een bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO) geïntroduceerd voor samenwerkingsregelingen die vooral zijn getroffen voor het beheersen van ondersteunende processen en uitvoerende taken. De nieuwe rechtsvorm kenmerkt zich door een enkelvoudig ongeleed bestuur en geeft zodoende minder 'bestuurlijke drukte' dan de algemene vorm met een algemeen en een dagelijks bestuur. Gegeven de taken van de RMN, hebben de algemene besturen van de daarin samenwerkende partijen de wens om de huidige gemeenschappelijke regeling om te vormen naar een BVO. De algemene besturen van 'onze' gemeenschappelijke regelingen 'Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Krommerijngebied' en 'Recreatieschap Stichtse Groenlanden hebben op 3, respectievelijk 9 december 2015 aan hun dagelijkse besturen toestemming gegeven om de gemeenschappelijke regeling Recreatie Midden-Nederland om te vormen naar de Bedrijfsvoeringsorganisatie Recreatie Midden-Nederland. Zodra ook de overige betrokken overheden eensluidend hebben besloten, zal naar verwachting de feitelijke omvorming in de loop van 2016 worden gerealiseerd. Contactambtenaar: de heer R.G.H. van Muilekom, e-mail:
[email protected]