Constructieve Modellen
Modulecode: bouCMO01c Publicatiedatum: 26 augustus 2013 Studiejaar: 2013‐2014 Studielast: 3 ECST
BOUWKUNDE
1.
2.
3.
4.
5. 6.
Onderwijsinhoud .............................................................................................................. 2 1.1. Casus/context ............................................................................................................ 2 1.2. De opdracht 1 ............................................................................................................ 2 1.3. De opdracht 2 ............................................................................................................ 2 Werkwijze en ondersteuning ............................................................................................ 4 2.1. Lesprogramma .......................................................................................................... 4 2.2. Begeleiding en werkvorm .......................................................................................... 5 2.3. Literatuur ................................................................................................................... 5 Beoordeling en toetsing ................................................................................................... 6 3.1. Beoordelingsprocedure ............................................................................................. 6 3.2. Beoordelingscriteria................................................................................................... 6 3.3. Herkansingsregeling.................................................................................................. 6 3.4. Fraude & plagiaat ...................................................................................................... 6 Organisatie ....................................................................................................................... 7 4.1. Module-informatie ...................................................................................................... 7 4.2. Studiebelasting .......................................................................................................... 7 4.3. Werkafspraken .......................................................................................................... 7 4.4. Inleverdata ................................................................................................................. 7 4.5. Klachten..................................................................................................................... 7 Verantwoording ................................................................................................................ 8 Bijlage .............................................................................................................................. 9 6.1. Toetsmatrijs cursus Constructieve Modellen bouCMO01c ..................................... 9
1
1. Onderwijsinhoud 1.1. Casus/context Als je door de stad loopt en je bekijkt de bebouwde omgeving dan zie je dat de vorm van gebouwen kan variëren van eenvoudig tot zeer complex. Hoe eenvoudig of complex de vorm ook is, in alle gevallen moet ervoor gezorgd worden dat de krachten die erop werken op de een of andere manier naar de fundering worden afgevoerd. Om dit inzichtelijk te maken wordt het gebouw als het ware ontleedt en gemodelleerd tot schema’s. In deze module wordt een begin gemaakt met het modeleren van gebouwen tot rekenbare schema’s. Om hier inzicht in te krijgen komen in deze module naast de theorie uit het boek “Kracht en Vorm” twee praktische opdrachten aan de orde. De module wordt dan afgesloten met een toets.
1.2. De opdracht 1 Ga met je medestudenten naar een van de onderstaande objecten en bestudeer deze. Kijk naar de elementen en materialen waaruit deze is opgebouwd en probeer te achterhalen hoe e.e.a. constructief in elkaar zit. Maak een verslag, waarin je de volgende onderdelen behandeld:
Beschrijf kort de functie van het gebouw en maak foto’s, waarop de constructie duidelijk te zien is. Omschrijf de toegepaste materialen voor de dragende elementen zoals kolommen, liggers en wanden. Geef aan (m.b.v. de pijltjes), hoe de krachten door de dragende elementen van boven naar beneden (van de dakconstructie naar de fundering) worden afgedragen. Maak gebruik van schetsen (handmatig). Geef aan, welke dragende elementen op elkaar rusten. Maak gebruik van schetsen. Teken de verschillende schema’s (zoals die van kolommen en liggers). Geef aan, hoe de stabiliteit is gewaarborgd (“Waarom valt het niet om”?). Maak ook hier gebruik van schetsen (handmatig). Schets een detail van de aansluiting ligger met kolom. Maak een foto van deze aansluiting en geef het in de schetsen weer, hoe het detail constructief in elkaar zit. Voeg alles samen tot een verslag. Gebruik voor een goede verslagstructuur de aangegeven literatuur.
Het te bestuderen gebouw wordt bepaald door het laatste cijfer van het laagste studentennummer van de drie studenten. Eindcijfer; 0, 1 en 2: Eindcijfer; 3, 4 en 5: Eindcijfer; 6 en 7: Eindcijfer; 8 en 9:
NAi Rotterdam (Gebouw met o.a. Bakemaserre, Doedek en workshopruimte). Kunsthal Rotterdam (stalen terras aan Westzeedijk). Mediatheek (nieuw gedeelte) Hogeschool Rotterdam (Academieplein). Kantine Hogeschool Rotterdam (Museumpark).
Doel van deze opdracht: o o o
In kaart brengen en het analyseren van je waarnemingen. Het weergeven van de constructie van de bouwwerken. Het vertalen van de 3D-realiteit van een detail naar een 2D weergave in een schets.
1.3. De opdracht 2 Een landbouwer wil op zijn erf (omgeving Rotterdam) een loods laten maken waarin plaats is voor vier landbouwmachines. Aan jullie wordt gevraagd hier een constructief en economisch verantwoord ontwerp voor te maken. De loods is aan drie zijden dicht en aan één lange kant open. De functie van de loods stelt GEEN bouwfysische eisen aan dak of gevelopbouw.
2
Naast het maken van het ontwerp moeten er ook een aantal berekeningen gemaakt worden. Maak een constructieverslag, waarin je de volgende onderdelen behandeld:
Kies het materiaal voor kolommen, liggers en gordingen (kies afmetingen m.b.v. de vuistregels).
De gevelbekleding en dakbeschot bestaan uit golfplaten (Gewicht: 10 kg/m2).
Bepaal de belasting ten gevolge van het eigengewicht van het dak (liggers, gordingen en golfplaten).
Bepaal de totale sneeuwbelasting op het dak.
Teken voor de dakliggers, gordingen en kolommen het statische schema inclusief opgave van de belastingen (eigengewicht en sneeuwbelasting zonder veiligheidsfactoren).
Ontwerp en schets de details van: o Liggers / kolom o Gordingen/ Ligger
Bepaal de windbelasting op de gevels en de gevolgen voor de stabiliteitsvoorzieningen.
Maak de constructietekeningen voor je ontwerp: gebruik als uitgangspunt de gegeven overzichtstekeningen (schetsen opdracht 2, N@tschool). Volg de aanwijzingen in het werkmodel constructief tekenen.
Constructietekeningen (1:100 / A4): plattegrond begane grond en dak, aanzichten en langsen dwarsdoorsnedes.
Per opstelplaats gelden de volgende randvoorwaarden: Breedte (b)
4m
(zie ook de schetsen opdracht 2, N@tschool).
Lengte (diepte)
6m + (het laatste cijfer van het laagste studentennummer van de drie studenten delen door 3). Voorbeeld: st.nr.: 0100018 (het laatste cijfer is 8). Lengte (L)= 6m + (8/3) = 8,66m
Hoogte variërend Overstek
4m en 5m 1m
Doel van deze opdracht: -
Kennis verwerven over belastingen en de afdracht t/m de fundering. Relevante kennis te verwerven om een keuze te kunnen maken voor een constructie-element. De keuze te verantwoorden vanuit de onderliggende theorieën.
3
2. Werkwijze en ondersteuning 2.1. Lesprogramma
week 1
wat Introductie Typologieën Constructiematerialen
literatuur Hoofdstuk 1,2, 3 en 4 van KRACHT & VORM
Actie student tijdens de lesuren Groepjes vormen (3 studenten per groep). Bezoek bouwwerk (foto’s en etc). Zie ook 1.2.
Hoofdstuk 3, 10 en 12 van KRACHT & VORM
Werken aan opdracht 1 (o.a. de krachtsafdracht/ zie ook punt 1.2).
Hoofdstuk 5, 7 en bijlage van KRACHT & VORM
Werken aan opdracht 1 (o.a. statische schema’s en de stabiliteit/ zie ook punt 1.2).
Hoofdstuk 5, 11, 13 en bijlage van KRACHT & VORM
Inleveren opdracht 1: voor de aanvang van de les.
Krachtenafdracht Staal/ Hout 2 Constructieschema’s Stabiliteit 3 Gewichtsberekeningen Beton/ Steen 4 Belastingen/ Gewichtsberekeningen
Werken aan opdracht 2 (o.a. schetsen loods en de afmetingen m.b.v. de vuistregels/ zie ook punt 1.3).
Vuistregels 5
Sneeuw- en windbelasting/ Grond- en waterdruk Krachten samenstellen en ontbinden van krachten.
6
Kracht en spanning
Hoofdstuk 5, 6.1 t/m 6.6 14 en bijlage van KRACHT & VORM
Werken aan opdracht 2 (o.a. de belastingen: eigengewicht, wind en sneeuw/ zie ook 1.3).
Hoofdstuk 3 en 4 van Sterkteberekenen. Hoofdstuk 6.1 t/m 6.6 van KRACHT & VORM.
Werken aan opdracht 2 (o.a. de statische schema’s/ zie ook punt 1.3).
Vervorming Hoofdstuk 3, 4 en 10 van Sterkteberekenen. 7
Workshop Technisch tekenen
Toets volgens toetsrooster 8
Reader “technisch tekenen” (zie N@tschool)
Werken aan opdracht (o.a. constructietekeningen/ conceptverslag).
Inleveren opdracht 2: inleveren voor de aanvang van de toets bij de surveillanten.
9 10
Feedback les
4
2.2. Begeleiding en werkvorm De wekelijkse bijeenkomsten zijn globaal als volgt opgebouwd: -
Behandelen nieuw stof. Werken aan opdracht. Feedback opdracht.
De opdrachten worden in teams van drie studenten gemaakt. De groepsindeling wordt door de studenten zelf bepaald en tijdens de eerste bijeenkomst vastgelegd. De student verwerft de informatie voor het uitvoeren van de opdrachten door het volgen van hoor- en werkcolleges en zelfstudie. Meebrengen van de werkstukken OP PAPIER is verplicht om feedback te ontvangen. De opdrachten dienen door de studenten wekelijks in zelfstudietijd gemaakt te worden. Tijdsbesteding hiervoor gemiddeld 7 uur per week per student. De opdrachten kunnen tijdens de lesuren aan de docent worden voorgelegd voor feedback. In verband met de klassengrootte maakt elke docent hierover met zijn klas afspraken (bv. door middel van inschrijflijst, steekproefsgewijs etc.).
2.3. Literatuur Verplichte literatuur: Kracht & Vorm, J. Oosterhoff. ISBN 9789072830814 Bouwkunde sterkteberekenen basiskennis, B. van Leusen. ISBN 9789001138189 Aanvullende literatuur: Voor verdergaande informatie wordt aanbevolen: Diverse delen Jellema Vakbladen Bouwen met staal, Cement Werkmodellen: Reader technisch tekenen (zie N@tschool)
Hoe schrijf je een rapport? http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/schriftelijk/modellen/rapport
5
3. Beoordeling en toetsing 3.1. Beoordelingsprocedure In week 8 vindt de individuele toets plaats zoals opgenomen in de toetsrooster. De toets duurt 90 min. De feedback wordt in week 10 gegeven. De beoordeling is gebaseerd op de leerdoelen zoals geformuleerd in hoofdstuk 1.2. De opdrachten zijn dossiervormende opdracht zoals gedefinieerd in het toetsboek. Het eindcijfer is samengesteld uit de onderdelen: 0,2* opdracht 1 + 0,2* opdracht 2 + 0,6* toets = eindcijfer cursus (afgerond naar een heel cijfer). De studiepunten worden toegekend als aan alle volgende voorwaarden zijn voldaan: -
Het toetscijfer is minimaal een 5,5. Het eindcijfer gelijk of hoger is dan 5,5.
3.2. Beoordelingscriteria Er bestaat aanwezigheidsplicht voor de student. In voorkomende gevallen kan de docent daar vooraf nadere afspraken over maken met de student; Te laat ingeleverde opdrachten worden niet beoordeeld.
3.3. Herkansingsregeling De 1e becijfering van de module vindt uiterlijk plaats in week 10 van het kwartaal. Dit wordt bekend gemaakt in de geroosterde feedbackles. Het behaalde cijfer wordt ingeleverd op het bedrijfsbureau en verwerkt in Osiris. Bij een toetscijfer lager dan 5,5 moet de toets herkanst worden. Er is geen herkansing mogelijk voor de opdrachten. Bij een eindcijfer van 5,5 of hoger is de herkansing niet mogelijk. Bij een eindcijfer lager dan 5,5 NA de herkansing moet de gehele cursus opnieuw gevolgd worden. De resultaten voor de opdrachten en de toetsen vervallen.
3.4. Fraude & plagiaat Het plegen van fraude en plagiaat is niet toegestaan. Een docent kan je om een digitale versie vragen om te kunnen scannen op plagiaat. Bij constatering van fraude en/of plagiaat wordt de Examencommissie IGO geïnformeerd. Voor meer informatie zie de hogeschoolgids IGO artikel 9.5. N.B. Onder plagiaat verstaat het instituut: het overnemen van teksten zonder correcte bronvermelding. Fraude is als de student tijdens of na een toets de inhoudelijke beoordeling op onrechtmatige wijze probeert te beïnvloeden. Onder fraude wordt eveneens verstaan als de student een andere student in de gelegenheid stelt onderdelen van zijn of haar werk over te nemen.
6
4. Organisatie 4.1. Module-informatie Modulecode Modulenaam Aantal studiepunten Beginvereisten Contacturen Onderwijsperiode
: bouCMO01c : Constructieve Modellen :3 :: 26,5 uur plus 1,5 uur tentamen : KW1
.
4.2. Studiebelasting Contacttijd Zelfstudie en opdrachten Eindtoetsing Totaal
26,5 uur 56,0 uur 1,5 uur 84,0 uur
4.3. Werkafspraken A) Aanwezigheid studenten: o Aanwezigheid tijdens de geroosterde lesuren is verplicht
B) Iedereen dient tijdens de lessen bij zich te hebben: o Modulewijzer en bijlagen o Rekenmachine (geen gebruik van mobiele telefoons!) o Studieboeken (zie verplichte literatuur) o In les 7: Tekenmateriaal (potlood, schetspapier, A3-Tekenblok, liniaal etc.)
4.4. Inleverdata De inleverdata van de opdrachten staat vermeld in het tijdschema. Te laat inleveren sluit je uit van de beoordeling.
4.5. Klachten Het Instituut voor de Gebouwde Omgeving hanteert het reglement klachtenregeling. Deze klachtenregeling is verwoord in de bijlage van de Hogeschoolgids van het Instituut IGO. Is er een klacht over een tentamen of examen dan dient de student de klacht eerst te bespreken met de uitvoerende docent en modulehouder/onderwijsmanager. Leidt die bespreking niet tot een oplossing, dan bestaat de mogelijkheid in beroep te gaan bij de Examencommissie IGO (zie hiervoor artikel 3 van het reglement klachtenregeling).
7
5. Verantwoording In deze module wordt de student bekend gemaakt met het vak constructies. De opgedane kennis over constructiematerialen (eigenschappen), mechanica (wetten), constructieschema’s en tekentechnieken wordt verdiept in de volgende constructiemodulen. De opgedane kennis kan zelfstandig worden toegepast in projecten.
In deze module wordt gewerkt aan de volgende competenties: BWK04 Ontwerpvarianten BWK06 Ontwerp
Ontwikkelt vanuit een programma van eisen ontwerpvarianten en kan keuzes en afwegingen in en tussen de varianten verantwoorden. Werkt het integrale plan uit tot een ontwerp en relateert de uitwerking aan relevante esthetische en technische (bouwbesluit, normen) kaders. Communiceert het ontwerp met belanghebbenden en koppelt resultaten zonodig terug naar het ontwerp.
Dublin descriptoren – niveau- en toetsingscriteria voor de student:
Kennis en inzicht: K1 Kennis K2
Concepten & werkwijzen
Heeft gebruik gemaakt van relevante kennis van het vakgebied zoals aangeboden in de cursus (opdracht 2 en toets) Heeft getoond kennis te hebben van concepten en werkwijzen van het vakgebied zoals aangeboden in de cursus (opdracht 2 en toets)
Kennis en inzicht toepassen: T2 Ontwikkeling Heeft oplossingen ontwikkeld die met theoretische en praktische argumenten uit het vakgebied onderbouwd zijn en recht doen aan de belangen van betrokkenen (opdracht 2) T3 Toepassen Laat in het geleverde werk zien de aan het vak gerelateerde kennis en inzichten correct te kunnen toepassen (opdracht 2, toets)
Oordeelsvorming: O1 Brongebruik O2 O5
Gegevens verzamelen Conclusie en advies
Communicatie: C3 Effectief communicatiemiddel C4 Effectief eindrapport
Leervaardigheden: L1 Verwerven kennis en inzicht
Heeft relevante gegevens verzameld uit schriftelijke bronnen en deze correct geïnterpreteerd (opdracht 1 en 2) Heeft relevante gegevens verzameld door middel van veldonderzoek in bedrijf en/of markt en deze correct geïnterpreteerd rapportage (opdracht 1) Heeft heldere conclusies en aanbevelingen geformuleerd en deze met valide argumenten onderbouwd (rapportage opdracht 1 en 2)
Het toegepaste communicatiemiddel is geëigend en van de juiste kwaliteit voor het vakgebied en voor de presentatie van de resultaten (o.a. tekeningen en berekeningen) (opdracht 1 en 2) De (schrijf)stijl en structuur van de rapporten zijn effectief om de inhoud over te brengen en overeenkomstig de gebruiken in het beroep en de eisen van de opleiding (opdracht 1 en 2)
Heeft gedurende de cursus nieuwe kennis en vaardigheden verworven en de leerdoelen bereikt
8
6. Bijlage
De juiste stabiliteitselementen kiezen.
Basis grondmechanica kennen.
Water- en gronddruk bepalen.
Constructies schematiseren en overzicht opstellen
Correcte rekenschema’s opstellen Dimensionering volgens vuistregels juist uitgevoerd
Op basis van de krachten passende profielen Juiste keuze profielen op basis kiezen en optredende spanningen van krachtswerkingen controleren.
Bij benadering vervormingen bepalen.
Vervorming bepalen en toetsen aan de gestelde eisen
Alle verkregen kennis toepassen in twee beroepsproducten.Samenwerken aan een gezamenlijk product, taken verdelen, activiteiten plannen en uit voeren binnen de gestelde termijnen.Een representatief en inhoudelijk juist constructieverslag opstellen
Twee constructieverslagen opstellen. De beoordeling op basis van de criteria (zie modulewijzer).
BOKS nr.
Vorm
Weging 60 %
Stabiliteitselementen kennen.
Kennisgebied
Kennisinhoud behandeld in deze module
215 stabiliteitsprincipes
schijfwerking, portalen, windverbanden, kernen en scharnierconstructies
309 stabiliteit
verschillende stabiliteitselementen
305 Grondmechanica
bodemgesteldheid, sondering, waterdruk en korrelspanning
310 krachten en belastingen
soorten krachten en belastingen
311 dimensioneren constructie
sterkteberekening
217 constructiematerialen
productvormen hout en staal
308 sterkte en stijfheid
benaderingsmethode voor vervorming
3.4 ontwerp vastleggen in beroepsproduct 40 %
De juiste stabiliteitsprincipe kiezen.
tentamen
Stabiliteitsprincipes kennen.
opdracht
Beoordelingscriteria
Niveau
Leerdoel
bouCMO01c
kennis + begrip + toepassen + probleem oplossen
cursus Constructieve Modellen
toepassen + probleem oplossen
6.1. Toetsmatrijs
9
10