/
KO ERSIEF
CONSTRUCTIEF ONTWERPEN
MEI 2007
72
INHOUDSOPGAVE Actueel
[voorwoord redactie)
5
Projecten:
De Haagsche Zwaan 20
Beste lezers,
The Watercube 30
Waalpanorama [schetsontwerp) 48
Activiteiten en excursies: Glassymposium KOers/Flux-borrel Beton in bouw Bavaria-excursie Windsymposium ONL-lezing Bezoek aan ONL-Architects Dartborrel Cementlezing
7 10 15 16 24 33 34 39 53
Extra: Studeren in het buitenland
28
Innovatie en technologie: Pluspaal
44
Columns: FUUT! Labpraktijken
10 52
Afstudeerverslagen: Ir. G.A.A. Coenen Ir. S.I.T. Frijns Ir. S.G. Roeles
12 17 26
Ook nu kunnen we weer niet om China heen. In het kader van de Olympische Spelen van 2008 in Beijing, worden er interessante stadions uit de grond gestampt. Wij richten ons op het zwemstadion: ‘The Water Cube’. Dingen die steeds populairder worden onder studenten zijn stage lopen tijdens de studie en mogelijkheid om buitenlandervaring op te doen. Maar hoe gaat dat nu precies in zijn werk en wat kun je verwachten? Frederik Roebroek vertelt in een artikel over studeren in het buitenland. In een verfrissende column geeft Michaël Fütterer ons zijn mening over huidige ontwikkelingen, terwijl Hans Lamers ons weer vertelt over de gebeurtenissen in het laboratorium. Ondanks dat de grote aanpassingen in de vorige editie al gedaan zijn, heeft het maken van de nieuwste KOersief toch meer tijd gekost dan gedacht. Het gaat goed met de economie en zorgt voor een piek in de bouwsector. Veel mensen hebben simpelweg geen tijd om mee te werken aan een artikel. Desondanks is er weer een gevarieerd aanbod artikelen in de KOersief terecht gekomen. Veel leesplezier toegewenst,
54 54 54
Redactie KOersief Joost Dekkers Glenn Plieger Bas Wijnbeld
«
Tot slot: Wist-je-dat... KOers-Sudoku Colofon
Voor de projecten besteden we aandacht aan binnen- en buitenland. In Den Haag wordt gebouwd aan een nieuw kantoorgebouw dat over de Utrechtsebaan helt. Dit artikel is buitengewoon interessant voor de aankomende constructeurs op het gebied van bouwen in stedelijk gebied met hoge 3 dichtheid. In Nijmegen zal binnenkort de Waalpanorama-toren verrijzen. De KOersief krijgt, dankzij Lex Pelkman, bij dit project een uniek kijkje in de wereld van het ontwerpproces. In toekomstige edities van de KOersief zullen we aandacht besteden aan de ontwikkeling van deze toren. Deze editie trappen we af met het schetsontwerp en de bijbehorende constructieve werkzaamheden. We besteden ook aandacht aan ONL Architects en hun verfrissende aanpak.
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
40
Wie de laatste ALV heeft bijgewoond weet dat er een flink aantal activiteiten aan zit te komen voor de leden. De buitenlandse reis naar Maleisië en Singapore heeft hier een groot aandeel in. In deze editie hebben we een interview met een van de mensen die deze reis mogelijk maken: Dhr. van de Kerkhof van de RijnDijk Groep.
»
Interview: Jeffrey van de Kerkhof [RijnDijk Groep)
Na het uitkomen van de KOersief 71, waren wij erg benieuwd naar de reacties van de leden op de vernieuwde stijl. Tot ons genoegen waren de reacties hierop grotendeels positief! Dat de KOersief het goed doet als promotiemateriaal voor KOers bleek wel weer afgelopen week! Van de hele oplage waren er nog slechts een aantal over! Om die reden is de oplage van het blad ook vergroot. Naar aanleiding van feedback en reflectie bleek dat er toch aan aantal dingen voor verbetering vatbaar waren. Daarom hebben we een aantal kleine wijzigingen doorgevoerd in deze nieuwste editie.
DHV
DHV, Waldorpstraat 13 G, Postbus 19054, 2500 CB Den Haag, Telefoon: 070 - 3367400, e-mail
[email protected], website www.dhv.nl
Centrecourt Den Haag
constructief economisch puzzelen DHV's constructeurs (v/h D3BN) ontwerpen
zijn: goed nadenken, slim zijn en net even anders
alle betrokken adviseurs. Want architectuur,
draagconstructies in de utiliteitsbouw. Opdracht-
tegen een opgave aankijken om zo tot betere,
bouwfysica, installatietechniek en constructie
gevers en gebruikers weten dat hun belangen
goedkopere oplossingen te komen. En omdat de
zijn uiteindelijk stukjes van dezelfde puzzel: het
daarbij centraal staan; architecten weten dat
kosten van een gebouw voor een belangrijk deel
maken van een gebouw. Een gebouw waarvan
architectuur ons raakt. DHV zorgt ervoor dat wat
bepaald worden door de constructie, zijn het
de opdrachtgever, de architect én de
gevraagd wordt, tegen de laagste kosten
vaak deze oplossingen die een project haalbaar
gebruiker uiteindelijk zeggen: ‘het is mijn
gebouwd kan worden. Hoe? Door ingenieur te
maken. DHV werkt altijd intensief samen met
gebouw.’
Equinox Office Den Haag
[Actueel )
[voorwoord bestuur)
Nieuwe woontoren Eindhoven lekt, hapert en is te warm De nieuwe Eindhovense woontoren de Admirant heeft met nogal wat problemen te kampen. De temperatuurregeling werkt niet goed, de liften haperen of zijn buiten gebruik, en bij regen ontstaan lekkages. De problemen spelen al sinds de oplevering vorig jaar. Dat schrijft het Eindhovens Dagblad.
Beste KO/ersers, Er is alweer een half studiejaar verstreken en de zonnige dagen zijn wederom in zicht. Dat geldt ook voor KOers. Dit trimester zijn de activiteiten in volle gang gezet; elke week vindt er wel iets plaats. We zijn blij dat onze contactpersonen, waar wij de activiteiten mee organiseren, ons ook heel wat werk besparen. Bij het organiseren van de activiteiten merken wij dat er genoeg bedrijven zijn die geïnteresseerd zijn in onze constructeurs en dat schetst een goed toekomstbeeld voor onze CO’ers. Aan de andere kant merken wij wel dat het aantal KOersleden afneemt. Dit ligt volgens ons niet aan de interesse voor KOers, maar het feit dat tegenwoordig minder studenten kiezen voor de afstudeerrichting CO. Het kan zijn dat andere richtingen populairder zijn onder de bachelorstudenten of dat de ‘mechanica’ binnen CO de mensen afschrikt. Dit zal verder uitgezocht moeten worden om in de toekomst maatregelen te treffen, zodat er samen met de desbetreffende docenten voor gezorgd wordt dat CO weer goed vertegenwoordigd wordt bij de faculteit bouwkunde.
Een groot probleem is de temperatuur in de toren, die is aangesloten op stadsverwarming. In de openbare ruimtes kan die oplopen tot ver boven de 25 graden. In de woningen wordt het op deze vrieskoude dagen ruim twintig graden, zonder dat de verwarming aan staat. Volgens een woordvoeder van Heijmans, bouwer van de toren, wordt met alle partijen gezocht naar een oplossing. Een ander knelpunt is het falen van de liften. Installateur ThyssenKrupp Liften erkent de problemen. Een woordvoerder: “Een ketting van één van de liften ging kapot. Het gaat om een lift voor 26 verdiepingen, waarvoor we een specialistisch onderdeel moesten laten maken in de fabriek. Dat heeft tijd nodig gehad.” bron: Eindhovens Dagblad
5
De komende periode heeft nog een aantal grote activiteiten in zicht. De grootste is uiteraard de buitenlandse studiereis naar Maleisië en Singapore. KOers zal dan van 14 mei tot 28 mei het verre oosten aandoen. Nadat we terug zijn van de reis gaan we een week later op 6 en 7 juni naar Luxemburg om een bezoek te brengen aan de staalfabrikant Arcelor/Mittal. Op de terugweg naar Eindhoven zullen er enkele projecten in België en eventueel in het zuiden van Nederland worden bezocht.
Wij wensen jullie heel veel leesplezier! Ragavan Appiah Menno van Dijk
Eindhoven krijgt mogelijk een onderwaterhotel. Het project is onderdeel van een indoor recreatiecomplex dat moet verrijzen in sportgebied Eindhoven-Noord. Dat schrijft het Brabant Dagblad. Volgens de gemeente heeft Eindhoven met het hotel een wereldprimeur. Van de 180 hotelkamers worden er 50 onder water gebouwd. Het plan van het bedrijf KuBoSport uit Leiden voorziet verder in onder meer een subtropisch duikcentrum, aquarium, schietbanen en sportzalen. Het bedrijf is momenteel met de gemeente Eindhoven in gesprek over de aankoop van de benodigde grond. Aan een bestemmingsplan wordt gewerkt. Het complex (30.000 vierkante meter) zou in 2009 of 2010 kunnen worden gerealiseerd, verwachten de partijen. De ontwikkelaar stelt dat Centro Casa - werknaam voor het concept - jaarlijks op 600.000 bezoekers kan rekenen. In het bouwplan is een parkeergarage opgenomen voor 450 auto’s. Het plan vergt een investering van vijftig miljoen euro. bron: www.engineering360.com
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Er hebben zich de afgelopen tijd een aantal veranderingen plaatsgevonden. De KOersief had al een metamorfose ondergaan en nu is ook de website onder handen genomen. Het gaat steeds beter met KOers. De afgelopen activiteiten zijn naar wens verlopen en dat kun je teruglezen in deze nieuwe editie.
Bouw onderwaterhotel
»
Wat de activiteiten betreft zitten we wel goed. Er is nog één grote activiteit waar we nog achter aan moeten gaan, en dat is de betonkanorace. Hiervoor zijn nog commissieleden nodig die deze activiteit willen organiseren. Dit jaar viert de betonkanorace haar 30ste lustrum en het zal daarom groots aangepakt worden. Dit jaar zullen er ook studenten uit Amerika, Australië en Zuid Afrika deelnemen aan dit grote evenement. De commissie die de kano’s maakt voor de race zal beloond worden met vrije studiepunten. KOers staat bekend als de prijswinnaar voor de lichtste kano en daar gaan we dit jaar uiteraard ook weer voor!
«
Wij, jouw toekomstige collega’s, kijken uit naar jouw komst, vanwege de geplande groei van onze organisatie. Onze kernwaarden zijn: • • • • •
Enthousiast Collegiaal Flexibel Innovatief Jonge groep, groeiend
• • • • •
Uitdagend Mooie projecten Internationaal Interne en externe scholing Prima salaris en arbeidsvoorwaarden
Herken jij je hierin en ben je:
Reageer dan op jouw manier naar: Adviesburo Snijders Postbus 598 5550 AN Valkenswaard Tel: 040 2041843
[email protected]
Adviesburo Prebest Postbus 437 5680 AK Best Tel: 0499 375198
[email protected]
Kijk voor meer info op www.adviesburo-snijders.nl
[Activiteiten ) Lezing / Glassymposium Na afloop van de Kick-off meeting van de nieuwe werkgroep ‘Structural Glass’ van IABSE organiseerde KOers in samenwerking met de COUT-unit op 30 maart 2007 in de colloquiumzaal op vloer 5 een mini-symposium over Constructieve Beglazing. In dit mini-symposium kregen de ontwerpers en onderzoekers elk tien minuten de tijd om een presentatie te geven van hun werk op gebied van constructieve beglazing. Hieronder is een door Prof. Ir. Frans van Herwijnen geschreven samenvatting te lezen van de verschillende lezingen van de sprekers. Prof. Ir. Frans van Herwijnen, University of Technology Eindhoven: The research on structural glass of TU Eindhoven concentrates on in-plane loaded glass panes, glued to steel frames. The research program fits in the departmental research program of in filled frames, using calcium silicate elements, prefab concrete panels and glass panes. The influence of temperature loads on glass panes glued to steel frames is investigated in a graduate project. Shear tests have been carried out on adhesives, to determine the mechanical properties of epoxy, polyurethane and silicone adhesives. The objective of the PhD-research is to set up design recommendations for steel frames, stabilized with glass panes.
7
Images from Prof. Ir. Frans van Herwijnen
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Images from Dr.-Ing. Kirsten Pieplow
«
Dr.-Ing. Kirsten Pieplow, TU Berlin (D) The presentation of Kirsten Pieplow focused on sticked glass beams, subject to bending. A more efficient design can be reached using T-beams, triangular beams and hollow sections. Also by pre-stressing and combinations with new materials (e.g. CFRP, GRP, etc.). Tests were presented with T-beams, showing no failure in the adhesive, much higher loads and no stability problems. Another presented application was glass lining for tubes.
»
Prof. Dr.-Ing. Holger Techen, Fachhochschule Frankfurt (D): Holger Techen presented several ideas for possible research areas: - Friction connection - Buckling of slender glass beams - Combination of glass and other materials (e.g. polycarbonate) in friction connections - Development of new materials in bolted joint connections - Façade stabilizing by in-plane loaded glass (= research program TU Eindhoven) - Combination of transparent foils with tempered glass - Optimization of production process of curved glass.
Prof. Michel Crisinel, EPF Lausanne, (CH) Michel Crisinel gave an overview of the just completed COST C13 action: Glass and Interactive Building Envelopes. The objectives of this action were: - Improve the performance of building envelopes - Reduce the energy consumption - Improve the quality of life with respect to interior space, impact on the environment and human welfare. Positive conclusions of the action were: good network of research relationship, good opportunity for research funding and stimulation of research on structural glass in Europe. The Working Group Structural Glass of IABSE can be seen as a good follow-up of the COST action. Dr.-Ing. Iris Maniatis, Whitbybird Engineers (UK) Iris Maniatis presented her research on bolted connections. With a FEM model of a bolted connection the influence of different parameters (e.g. different interlayers, clearance and eccentric loading) on the stress distribution, especially around the hole, was determined. With this study, the structural design was optimised to minimize tensile stresses. The parameter study resulted in recommendations for the: - geometry of the panel and location of the drill hole; - clearance between bushing and glass; - effects of eccentricities and tolerances.
Dr. Mauro Overend, University of Nottingham (UK) Mauro Overend presented the fundamental and applied research of the Glass & Façade Technology Group in the field of glass and façade technology. Recent research concerned automated computer algorithm for determining the strength of glass, bolted connections in structural glass, and buckling of transparent columns. On-going research projects are: mechanically pre-stressed glass elements and wind loading on glass facades.
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Graham Dodd, ARUP Materials Consulting, London (UK) Graham Dodd presented trends and issues in glass design. He defined a transparency scale in architectural use of glass structures from opaque to invisible. He presented further trends in form & texture, colour and recycling of glass. Current needs for research are: a general basis of design, a general approach to robustness and a material standard for structural glass. ARUP is exploring glass and metal structures working interactively. He specially mentioned the interesting combination of glass and timber, due to the comparatively properties of both materials. Dr. Frank Wellershoff, Permasteelisa Central Europe GmbH, Würzburg (D) Frank Wellershoff presented the organisation and projects of the company Permasteelisa, a leading company in the field of glass and façade structures. He informed us about his experience in glass research: point and linear connections, stability problems on columns, plates and beams, failure probability and redundancy of glass structures. His doctor thesis was about in-plane loaded glass panes.
»
«
8
Dipl.-Ing. Tobias Hermann, Universität der Bundeswehr, München (D) Tobias Hermann presented the research of the group guided by Prof. Gerald Siebert. Research topics are point fittings, overhead glazing, accessible glazing and impact loads by traffic. Since the presentation was not available for reproduction, no further information can be given about his presentation. Fabrice Bernard, INSA Rennes (F) Fabrice Bernard presented some research aspects on joints in glass structures: - Modelling of the thermal tempering and FEM calculation of the residual stresses (thermo-mechanical problem); - Failure analysis of joints; - Photo-elasticity: an in situ control process for glass structures. Dr. Jan Belis, Ghent University (B) Jan Belis presented the glass research topics of the department of structural engineering of Ghent University: - Buckling of beams (the PhD research of Jan Belis himself); - Sentry Plus Glass, a new laminate of Dupont, concerning
- -
temperature effects and post-failure behaviour; Special connections (glass welding and annealed bolting); Cold bending of glass.
Ir. Freek Bos, Delft University (NL) Freek Bos presented as PhD-researcher the work of the ZAPPI Glass & Transparency Research Group of Delft University. The objective of the ZAPPI project is to create transparent structures with safe failure behaviour. The research focuses on fundamental aspects, technology and special projects, e.g. the All Glass Pavilion. The results of tests with stainless steel reinforced glass beams and transparent façade struts were shown. Prof. Ir. Rob Nijsse, Ghent University (B) and ABT Consulting Engineers Velp / Delft Rob Nijsse has discussed the design of several projects he was involved with, concentrating on two issues: connections of glass panels and corrugated glass. The last was used in the Casa da Musica project in Porto, designed by OMA. The undulating glass plates have a free span of 5 meters. Projects with bolted connections were a design for a 21 meter spanning glass bridge in Hoofddorp (NL) (not yet realized) and a recently completed 12 meter spanning glass stair for Heerema Marine Contractors in Leiden.
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Prof. Dr. Ir. Mick Eekhout, Delft Universtity and Octatube (NL) Mick Eekhout is director of Octatube International in Delft and professor in Product Development of the faculty of Architecture of Delft University. He was involved in the last 20 years in innovation in glass technology, among others: - Combination of point fixed glass and tension rods - Glued connectors in façade and roof structures - Cold bent and twisted glass panels - Glass beams and columns He concluded in his presentation that the future is for a general research, development and design platform, where the state-ofthe-art is fixed, new developments are reported and published, so that an official level of state-of-the-art is maintained. «
»
Dr.-Ing. Ruth Kasper, RWTH Aachen (D) Ruth Kasper represented Prof. Dr.-Ing. Markus Feldmann. She presented the research of the Lehrstuhl für Stahlbau und Leichtmetallbau der RWTH Aachen in the field of glass structures: - Thermal pre-stressing (measurement and simulation) - Point fixings (in-plane loading and bending) - Stability (beams and plate buckling) - Laminated glass (shear stiffness) - Glass connection with friction and pre-stressed bolts - Glass resistance - Curved glass panels - Steel-glass-beams - Stability (beams and columns) She was involved in the research for the glass façade of the former Lehrter Bahnhof in Berlin (see figures).
Dipl.-Ing. Jassen Mihaylov, ILEK Universitat Stuttgart (D) Jassen Mihaylov represented the the Institute for Lightweight 9 Structures and Conceptual Design, guided by Prof. Dr.-Ing. Werner Sobek. The research topics he presented concerned bolted connections and in-plane loaded glass panes as part of shell structures.
«
[Activiteiten ) KOers/Fluxborrel
FUUT!
@Vertigo vloer 5
bedankt de sponsors van KOers…
Het thema van de burenborrel van afgelopen maart luidde: Bourgondisch. Dit houdt in dat er drank en eten in overvloed is, wat deze borrel tot een gezellige boel maakte. Er zijn tijdens deze Bourgondische avond een aantal dingen geïntroduceerd. Hierbij valt te denken aan Studievereniging Flux, het fenomeen “burenborrel” en enkele exotische tosti’s. Je kunt je afvragen wat nou het blijvertje gaat worden om de komende borrels van KOers op te leuken? Ten eerste is te concluderen dat Flux, ondanks de grote opkomst en overwegend positieve reacties van onze leden, niet snel meer te vinden zal zijn in de hoek van KOers. Dit heeft alles te maken met de verhuizing van Flux naar een andere hoek op vloer 5, wat een week na de burenborrel bekend is geworden. Ten tweede denk ik dat de burenborrel an sich een extra dimensie kan geven aan de onderlinge verhoudingen tussen twee verenigingen die een hoek met elkaar delen op vloer 5. Hopelijk kan KOers in het in de toekomst net zo goed vinden met OfCourse (de nieuwe buren) als met Flux. 10
[Column )
Ongetwijfeld zullen de Flux-ers, waaronder ik als meest fanatieke, af en toe nog eens aanschuiven bij de gezelligste borrels op vloer 5… maar het echte blijvertje van deze borrel is toch echt de Tosti Italia!
Met Bourgondische groet, Jan Persoon Voorzitter Studievereniging Flux
Michaël Fütterer
Het afronden van je studie bij een bedrijf levert je als student veel op. Je hebt de kans om te kijken in de praktijk en het leerproces is enorm groot. Toch zijn er ook kanttekeningen aan deze manier van afstuderen. Je mist zo ongelooflijk veel over alles wat er gebeurt binnen een studievereniging. Het begint al bij de koffie, die eigenlijk helemaal niemand wil zetten. Persoonlijk heb ik het nooit een probleem gevonden koffie te zetten, maar mijn medestudenten des te meer als ik richting het koffiezetapparaat liep. Het commentaar was keer op keer dat de koffie wel erg sterk was. Daarnaast heb ik de laatste weken vaak genoeg een mail mogen ontvangen van de redactie: “Fuut, je column!!!” Normaal hoor je dat dan tien, twintig keer op een dag als je op de universiteit bent, en dan weet ik zeker dat de column eerder bij de redactie in de mailbox zou arriveren dan nu. Bij deze beloof ik de redactie dat mijn column volgende keer een dag voor de deadline af is. Het onderwerp van deze column is met hulp van de redactie tot stand gekomen; zelf had ik niet echt een onderwerp voor handen. Op de laatste ALV van KOers, alweer een gemiste activiteit, is ook het financiële overzicht tot nog toe besproken. Ik heb er maar weinig woorden voor, eigenlijk maar één: KLASSE!!! In mijn bestuursjaar (2003 – 2004) ben ik samen met Frank en Wendy enorm druk bezig geweest met het vinden van sponsoring. Destijds was dat zoiets als het zoeken van een speld in een hooiberg; een nieuwe sponsor was min of meer reden tot een feestje. Als ik nu kijk naar de sponsoren en aanverwante bedragen dan wordt het een beetje draaierig boven in mijn bolleke. Dat had ik nooit van zijn leven gedacht.
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
De bedragen zijn fantastisch, maar opvallend is ook de enorme hoeveelheid sponsoren. Het is een lange lijst; je vraagt bijna af of er geen rij voor de deur staat van Vertigo. En natuurlijk de economie trekt aan. En er is dus meer ruimte voor bedrijven om studieverenigingen financieel te ondersteunen, maar er moet wel onderhandeld worden. En daar heb ik alle bewondering voor; zeker als je maar met twee man bent. Dat is er toch één minder dan in mijn bestuursjaar. Tenslotte richt ik me nog naar de sponsoren van KOers: “Blijf studieverenigingen in het algemeen en in het bijzonder KOers financieel ondersteunen nu en in de toekomst! Daar hebben wij als studenten niet alleen profijt van, maar jullie als toekomstige werkgevers in de toekomst ook.”
Advies- en Ingenieursbureau Van de Laar bv. is een onafhankelijk Adviesbureau met een bureaubezetting van 16 tekenaars en 16 constructeurs. De Advieswerkzaamheden betreffen zowel utiliteitsen woningbouw als renovatie /vernieuwbouw. Wij laten ons in ons werk inspireren door veelsoortige ontwerpopgaven variërend van klein tot zeer omvangrijk. Zowel beton-, staal-, als houtconstructies worden door ons ontworpen
Fietsbrug Almere René van Zuuk Architecten bv, Almere
uitgaande van een architectonisch concept binnen een gegeven budget. Wij bieden zonodig alternatieven en motiveren gemaakte keuzes teneinde de opdrachtgever en ontwerp- en bouwpartners inzicht te verschaffen in het constructieve ontwerp en de samenhang met andere disciplines.
Gemeentekantoor Vught Architectenbureau De Twee Snoeken, 's-Hertogenbosch
Advies- en Ingenieursbureau Van de Laar bv. Brucknerplein 19 5653 ER Eindhoven Telefoon: 040 – 25 26 625 Fax: 040 – 29 20 818 Internet: www.vandelaar.info E-mail:
[email protected]
Scholingsboulevard Enschede IAA Architecten, Enschede
[Afstudeerverslagen)
Dwarskrachtcapaciteit van betonconstructies met glasvezelwapening Ir. G.A.A. Coenen
In de betonbouw wordt traditioneel gebruik gemaakt van stalen wapening voor het versterken van beton. Bij specifieke toepassingen is het vaak noodzakelijk om naar andere wapeningssoorten te kijken. Daarbij kan gedacht worden aan glasvezelwapening. Deze staven zijn opgebouwd uit glasvezels die bij elkaar worden gehouden door een hars [Figuur 1] en [Figuur 2]. Doordat de glasvezels de staaf zijn sterkte en stijfheid eigenschappen geven, wordt gesproken van glasvezelwapening. Een producent van deze wapeningsstaven is de firma Schöck B.V. Zij produceren de wapeningsstaaf ComBAR.
12
Doordat de productie van beugels in glasvezelwapening een lastig proces is, heeft Schöck de double headed bolt (DHB) ontwikkeld om te dienen als dwarskrachtwapening. Voor het kunnen bepalen van de bezwijkbelasting zijn er twee modellen opgesteld voor een betonconstructie met glasvezelwapening. Het eerste model voor een constructie zonder dwarskrachtwapening en een tweede model voor een constructie met dwarskrachtwapening van glasvezelwapening.
Figuur 2: ComBAR staaf waarin de vezels te zien zijn
In het experimenteel onderzoek zijn een twaalftal experimenten uitgevoerd. Aan de hand van de resultaten zijn vervolgens de modellen getoetst. Uit de resultaten blijkt dat het huidige dwarskrachtmodel met betonstaal zonder dwarskrachtwapening bruikbaar is voor het voorspellen van de bezwijkbelastingen van liggers met glasvezelwapening zonder dwarskrachtwapening. Door het wapeningspercentage aan te passen met een verhouding tussen de elasticiteitsmoduli van glasvezelwapening en betonstaal (Ef/Es) toe te voegen, volgen er goede resultaten uit het model. Verder komt het bezwijkgedrag van een betonnen ligger met glasvezelwapening overeen met het bezwijken van een ligger met FeB500 wapening.
De glasvezelwapening heeft een sterkte die boven de 1.000 N/ mm2 uit komt. Daarbij bedraagt de stijfheid van de ComBAR staven 60.000 N/mm2. In vergelijking met FeB500 wapening ligt de sterkte tot twee keer hoger, maar is de stijfheid meer dan drie keer lager. Bij een gelijke belasting van een betonconstructie gewapend met ComBAR leidt dit tot een grotere scheurwijdte en dieper doorlopende scheuren in vergelijking met een betonconstructie gewapend met stalen staven. De verwachting is dan ook dat dit
Bij het gebruik van double headed bolts kan de verbinding tussen langs- en dwarskrachtwapening, de zogenaamde knoop, minder goed verzorgd worden in vergelijking met traditionele beugelwapening. In het experimenteel onderzoek is daarom onderzoek gedaan naar de invloed van de plaatsing van de langswapening ten opzichte van de double headed bolt. Deze positie blijkt de sterkte van de constructie te beïnvloeden. De zogenaamde “knoop” geeft bij het plaatsen van de langswapening
« KO/ersief, mei 2007, nummer 72
In het analytisch onderzoek is aangetoond dat het ontstaan van een grotere scheurwijdte en het dieper doorlopende van scheuren in een betonconstructie met glasvezelwapening de dwarskrachtcapaciteit reduceren. De volgende mechanismen dragen bij aan de dwarskrachtcapaciteit: dwarskrachtoverdracht door betondrukzone, aggregate interlock, deuvelwerking en dwarskrachtwapening [Figuur 3]. De verschillende dwarskrachtmechanismen bereiken door de grotere scheurwijdte en dieper doorlopende scheuren een lagere dwarskrachtcapaciteit.
Figuur 3: Dwarskrachtmechanismen in een betonnen ligger zonder dwarskrachtwapening
Figuur 1: Doorsnede van een wapeningsstaaf
»
leidt tot een kleinere bezwijklast van constructies gewapend met ComBAR.
tegen de double headed bolt een hogere bezwijkbelasting dan wanneer de langswapening verder vanaf de double headed bolt wordt gelegd [Figuur 4].
Ten slotte mag bij een goed verzorgde knoop gerekend worden met een kleinere hoek tussen de drukdiagonaal en de as van de ligger dan bij een slecht verzorgde knoop. «
Figuur 4: Positie wapening
De drukdiagonaal die zich in de liggers heeft ontwikkeld blijkt bij de liggers met de langswapening tegen de DHB’s met een flauwere hoek t.o.v. de lengte-as van de ligger te lopen in vergelijking met de liggers waarbij deze los van de DHB’s lag. De hoek tussen de drukdiagonaal en de as van een ligger is maatgevend voor de bezwijksterkte van een ligger versterkt met DHB’s. De hoek van de drukdiagonaal is afhankelijk van de kwaliteit van de gecreëerde knoop ter plaatse van de koppeling tussen de DHB en de langswapening. Het vakwerksysteem is bij een goed verzorgde ”knoop” sterker. Verder blijkt dat er twee verschillende bezwijkvormen te onderscheiden zijn voor het bezwijken van een DHB. Deze zijn te zien in [Figuur 5] en [Figuur 6].
13
Figuur 6: DHB bezwijkvorm B
«
De belangrijkste conclusies die uit dit onderzoek naar voren zijn gekomen, is dat de lagere stijfheid van de glasvezelwapening voor een lagere dwarskrachtcapaciteit zorgt. Door het wapeningspercentage in het huidige dwarskrachtmodel met betonstaal, kan verder een goede voorspelling gedaan worden van de dwarskrachtcapaciteit van liggers met glasvezelwapening.
Intersse in een bestuursfunctie bij KOers? Of misschien de redactie van dit mooie blad? Informeer dan nu op vloer 5 en verrijk je studie!
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Bij bezwijkvorm A is alleen de 1e ring bezweken. Bij bezwijkvorm B is bijna de hele bolt van de staaf afgetrokken. De bezwijkvorm A geeft een hogere bezwijkbelasting dan bezwijkvorm B. Doordat er nog een deel van de bolt aanwezig blijft, kan de belasting nog verder toenemen. De belasting waarbij de DHB bezwijkt is bij beide vormen bezwijken echter dezelfde belasting.
»
Figuur 5: DHB bezwijkvorm A
3RHIVRIQIRHZIVRMIY[IRH IRQEEXWGLETTIPMNOFIXVSOOIR (EXMW%ZIGSHI&SRHXIIRMRKIRMIYVWFIHVMNJQIX ZIWXMKMRKIRMR2IHIVPERH(YMXWPERH7PS[EOMNIIR &IPKMt;IFMIHIRMRXIKVEPISTPSWWMRKIRSTLIX KIFMIHZERFSY[QMPMIYIRMRJVEWXVYGXYYV&IKIPIMHIR LIXLIPITVSGIWZERTPERRMRKJEWIXSXHIVIEPMWEXMI )RHIROIRQIXYQIISTWXVEXIKMWGLRMZIEY/SVXSQ %ZIGSHI&SRHXPIKXLIXJYRHEQIRXZSSVY[WYGGIW
FI^SIOEHVIW6IKKIWMRKIP
!$" !DV CORPORATE X INDD
TSWXGSHI &%6MNWWIR
XIPIJSSR
MRXIVRIX[[[EZIGSHIFSRHXRP
[Excursies ) Beton in bouw Door: Menno van Dijk Op 17 april stond een excursie gepland met als thema Beton in de Bouw. Georganiseerd door de BFBN (Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland), waarbij de Hurks Bouwgroep werd benaderd voor de verschillende projecten. Het vertrekpunt was Eindhoven, alwaar we met een bus richting Tilburg vertrokken, om een bezoek te brengen aan Hurks Oosthoek & Kemper, een fabrikant van prefab beton elementen. De opkomst bestond uit een aantal bachelorstudenten en een aantal studenten welke het college Prefab Betonconstructies volgen. De docenten van dit college, dhr. Hordijk en dhr. de Boer, waren tevens van de partij. Na een korte inleiding van de directeur van de BFBN, dhr. Pielkenrood, waarbij hij kort de toepassingen van prefab beton aankaartte, was het woord aan Dhr. van Loenhout van Hurks Beton. Hij ging in op de Hurks Bouwgroep, bestaande uit onder andere Hurks Oosthoek & Kemper, Hurks Gevel & Deurtechniek en Hurks Delphi Engineering. Dhr. van Loenhout gaf aan dat de ambitie van Hurks Oosthoek & Kemper tweeledig is, namelijk het aanbieden van een breed scala aan mogelijkheden in gevelafwerking en het optimaliseren van de mate van prefabricage. Uiteraard leent beton zich hier uitstekend voor. Na dit praatje nam Dhr. Huijben, van Hurks Delphi Engineering, het woord over. Hij ging kort in op de verschillende projecten welke wij vandaag zouden gaan bezoeken (Lotus en Markstaete te Rotterdam). Een korte les over onder andere windbelastingen en kernberekeningen volgde.
Vervolgens begaf de delegatie zich op het terrein van Oosthoek & Kemper, waar de verschillende prefab elementen aandachtig bestudeerd werden. De reis richting Rotterdam volgde kort daarop, alwaar we ons eerst met volle overgave op de broodjes kaas en kroket stortten die voor ons klaarstonden bij een eetcafé. Het eerste project dat we bezochten was het Lotus project, een terrein met een aantal gebouwen erop. Helaas was de ruwbouw al ver gevorderd, dus van inhijsen van prefab elementen was geen sprake meer. Toch kregen we door een praatje van Dhr. Huijben meer inzicht in de toepassing van prefab elementen, welke ook werden toegepast als stabiliteitsvoorziening. Door middel van tandverbindingen konden de verschillende krachten overgedragen worden naar de fundering. Vervolgens ging de bus weer op pad richting Markstaete, waar we met een korte omleiding aankwamen. Ook hier was men al vergevorderd in de bouw, maar konden we wederom door dhr. Huijben meer te weten komen over het gebouw. Er werd vooral intens gekeken naar de, dit keer geen prefab, kern van het gebouw: een halfcirkelvormige wand van 500 mm dik, waarbij wringing van deze kern door excentrische belastingen werd opgenomen door de aangesloten vloeren. Na een groepsfoto voor het project was ook deze dag weer ten einde (zie figuur). Er kan gezegd worden dat de combinatie van fabrikant- en projectbezoek erg interessant is en een inzicht biedt in de prefab betonindustrie. De inzet van de BFBN en de Hurks Bouwgroep bij 15 de opzet van deze dag dient geprezen te worden. «
» KO/ersief, mei 2007, nummer 72 «
[Excursies ) Bavaria-excursie Door: Maarten Braem
13 februari 2007 was de dag dat KOers samen met SUPport getrakteerd werden op een dagje naar de bierbrouwerij Bavaria in Lieshout. Deze traktatie hebben de twee studieverenigingen te danken aan het feit dat we in mei 2005 een nieuw record hebben gevestigd voor de grootste krattenburg in de wereld. In verband met een verbouwing bij Bavaria is deze excursie een beetje verlaat, maar beter laat dan nooit vertrokken we dinsdag 13 februari met de bus naar Lieshout. Bij het hoofdkantoor aangekomen bleek dat we in het Bavaria Brouwerij Café in het dorp moesten zijn. Dus na een korte wandeling naar het café werden we hartelijk ontvangen en kon de biertour beginnen. Ieder met een proefglaasje op zak, gingen we op weg naar de eerste stop om bier te kunnen brouwen, de mouterij. Hier wordt de gerst ontkiemd tot mout. Voor de fijnproevers konden we hier verschillende soorten mout proeven.
16
Bij de volgende stap wordt er mineraalwater aan het mengsel toegevoegd. Het mineraalwater voor het brouwproces wordt gehaald uit de mineraalwaterbron op het terrein van Bavaria. Dit speciale water uit eigen Brabantse bodem kon wederom geproefd worden. Bij het volgende proces (‘de gisting’) worden er verschillende ingrediënten toegevoegd aan het mengsel, waaronder hop. Hop is de belangrijkste smaakmaker van het bier.
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
De derde stap is het toevoegen van gistcellen. Deze gistcellen zetten de natuurlijke suikers om in alcohol, koolzuur en fijne aroma’s. Uiteindelijk ontstaat er uit dit mengsel jong bier. Om van jong bier, volwassen bier te maken moet het nog rijpen, lageren genaamd. Dit gebeurt in grote tanks bij een lage temperatuur, waarbij eiwitten en gistcellen worden gescheiden door het bier te filtreren. Dit is tevens het laatste proces tot het maken van bier voordat het gebotteld kan worden. Iedereen weet hoe bier smaakt, maar nu kunnen we ook zeggen hoe bier gemaakt wordt. Na het hele Bavaria-terrein afgelopen te hebben, werd het toch wel tijd om te kijken hoe ons Brabants biertje smaakte. Terug in het Bavaria Brouwers Café werden we dan ook getrakteerd op een biertje en een bierproef. De bierproef bestond uit vijf verschillende glaasjes bier, waarvan we moesten raden wat voor bier het was. Tussen het rijtje van vijf stond o.a. een wit, triple, een pilsener en een 8.6 biertje. Op een enkeling na ging het proeven de meeste mensen goed af en we slaagden dan ook met een 10 voor bierproeven. Na de bierproef werden we voor de laatste keer uitgedaagd om je eigen biertje te tappen (en op te drinken). Om de biertour compleet te maken, kreeg ieder voor vertrek een kratje bier mee naar huis. Na een geslaagde middag vertrok de groep met de bus vol bier en studenten terug naar Eindhoven. Hopelijk krijgen we volgend jaar nog eens een uitnodiging! Proost! «
[Afstudeerverslagen)
Ontwerp van een transferium voor vakantiebussen Reizigers op doorreis Ir. S.I.T. Frijns Het busvervoer is in Nederland een ondergeschoven kindje in de mogelijkheden van het vakantievervoer. Het comfort, de informatievoorziening en de veiligheid van de opstapplaatsen voldoen niet aan de wensen van de moderne reiziger. Als reactie hierop is de ontwerpopdracht van dit afstudeerproject gebaseerd. Deze luidt als volgt: het maken van een constructief ontwerp voor een bustransferium, waarbij de constructie een bijdrage levert aan de architectonische vormgeving en het zodanig herkenbaar zijn van een bustransferium. Met de constructie is de uitdaging aangegaan om deze in te zetten in de beleving van het gebouw. Naar aanleiding van een bestaand plan nabij de stad Maastricht is de locatie van het transferium voor vakantiebussen gekozen. Zie hiervoor afbeelding 1. Uit het bestaande plan en uit een analyse van bestaande opstapplaatsen is het programma van eisen naar voren gekomen. Om de ontwerpuitgangspunten voor het transferium voor vakantiebussen te kunnen formuleren zijn verschillende referentieprojecten met betrekking tot diverse soorten vervoer geanalyseerd. Hieruit zijn de volgende ontwerpuitgangspunten gekomen: - de reiziger staat centraal in het ontwerp - routing van zowel bus als reiziger is belangrijk - overzicht is belangrijk - allure, uitstraling - landschappelijke inpassing
De ontwerpuitgangspunten en het programma hebben geleid tot een ontwerp dat bestaat uit een laagbouw en een hoogbouw. Dit komt tevens voort uit de eigenschappen van de locatie. De hoogbouw is gelegen aan de noordzijde van het terrein. Aan deze zijde is het terrein ingesloten door het talud. De hoogbouw zorgt ervoor dat het gebouw zichtbaar blijft bij benadering vanuit het noorden. In de geborgenheid van het talud vindt ook het parkeren plaats. Het talud verdwijnt geleidelijk naar het zuiden. De laagbouw reageert hierop door zich juist steeds meer open op te stellen, waardoor het uit de beschutting komt en duidelijk aanwezig is. Tevens wordt de punt van het dak aan de zijde van de snelweg extra omhoog getild, waardoor er meer contact met de snelweg ontstaat en het gebouw open staat voor de aankomende reizigers. In afbeelding 2 is een overzicht te zien. De daklijn is een belangrijk element in het ontwerp. De daklijn is als scheidingslijn ingezet tussen de verschillende gebruikers, de reiziger en de bezoeker. Dit is in afbeelding 3 weergegeven. Onder de daklijn bevinden zich alle benodigde faciliteiten voor de reiziger, zoals de wachtruimte, de winkels en het lang parkeren. Boven de daklijn is de entree voor de bezoeker, hier bevindt zich de toegang tot het hotel, het kort parkeren en het restaurant. Het 17 restaurant vormt de koppeling tussen de beide lagen en is ontstaan
»
Afbeelding 2: Overzicht ontwerp
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Afbeelding 1: Locatie terrein ten zuiden van Maastricht Afbeelding 3: Daklijn als scheiding tussen de verschillende gebruikers
«
door een eenvoudige ingreep in het ontwerp. Door een incisie in het midden van het dakvlak te maken en deze te kantelen wordt er ruimte gecreëerd voor het restaurant. Het restaurant staat in direct contact met zowel het transferium als het hotel en buiten. In het transferium zorgt de incisie voor extra daglicht in het midden van het gebouw. Het dak van het restaurant loopt door in het hotel. Het hotel prikt er doorheen met zijn kern en gevelkolommen. Door het hotel iets op te tillen van het dak van het restaurant komt het los te staan en is er een duidelijke scheiding in functie, zie ook afbeelding 4.
uiterlijk te geven om zo de eenheid en de overzichtelijkheid te behouden is er één basiselement toegepast dat voor elke dakligger gelijk is. Halverwege het transferium wordt deze basisligger geleidelijk onderspannen om zo de grotere overspanningen te realiseren. Met minimale middelen worden op deze manier grote overspanningen gehaald. Het basiselement volgt qua vormgeving het krachtenverloop in de ligger. Het constructieschema is te zien in afbeelding 5. De randliggers worden om de 18 m. ondersteund om de ruimte flexibel te houden. Deze maat correspondeert met de lengte van een perron. In het stramien van de dakliggers is een zonering aangebracht die de entrees van de verschillende perrons markeren. Deze entrees worden tevens extra benadrukt door het plaatsen van de stabiliteitselementen, die daarnaast ook dienst doen als luchtsluis voor de entrees. Dit is weergegeven in afbeelding 6. Door de gevel zo transparant mogelijk te houden ontstaat er door de uitkragende dakliggers een verbinding tussen binnen en buiten, waardoor de overgang geleidelijk plaats vindt. Het transferium voor vakantiebussen is een duidelijk herkenbare overstapplaats, waarbij de constructie een grote invloed heeft op de beleving van het gebouw en de beweging van de reizigers. «
Afbeelding 4: Incisie dakvlak transferium
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
De plattegrond van het gebouw komt voort uit de routing van de vakantiebussen op het terrein. De verbinding met de snelweg is zo 18 kort, maar ook zo veilig, mogelijk gehouden. De reizigers komen het terrein hoog binnen aan de noordzijde en krijgen meteen een overzicht van het gebouw te zien. Aan deze zijde wordt het terrein ook weer verlaten. De bussen gaan geheel om het gebouw heen en blijven hierdoor altijd zichtbaar voor de reiziger. Aan weerszijden van het gebouw bevinden zich de perrons. De perrons zijn zo ontworpen dat er geen manoeuvres nodig zijn voor de bussen waardoor ze eenvoudig in- en uit kunnen rijden. Op deze manier kruizen de paden van de bussen en reizigers ook niet, waardoor er geen gevaarlijke situaties ontstaan. Elk perron heeft een eigen entree naar het transferium. Op deze manier kunnen reizigers snel en makkelijk naar de bussen. Dit zorgt voor een goede oriëntatie in het gebouw. Tevens ontstaan door het tegenover elkaar plaatsen van de entrees natuurlijke loopzones waartussen het wachten en winkelen plaats kan vinden. In het architectonische ontwerp is de reiziger centraal gesteld. De constructie levert een belangrijke bijdrage hieraan door de beweging van de reiziger te begeleiden. Middels de constructie wordt de reizigers van en naar de bussen geleid. Er is gekozen voor een staalconstructie waarmee grote overspanningen slank uitgevoerd kunnen worden. De perrons zijn geheel kolomvrij gelaten voor de veiligheid en om het overzicht te verbeteren. De ingreep in het dakvlak mag de overzichtelijkheid niet belemmeren. Verder is het vanuit het ontwerp wenselijk om de ruimte zo flexibel mogelijk in te kunnen delen. Met de constructie is hierop ingespeeld door zo min mogelijk steunpunten toe te passen in het midden van de ruimte en zo slank mogelijk te construeren. De incisie in het dakvlak wordt opgevangen door twee hoge randliggers die in het dakvlak van het transferium liggen langs de incisie. Hieraan wordt ook de verdiepingsvloer opgehangen. Deze randliggers vormen daarbij de spil van de constructie omdat hier ook de dakliggers op aan sluiten. Door de vorm van het gebouw variëren de overspanningen van de dakliggers. Om de dakliggers een gelijk
Afbeelding 5: Constructie principe
Afbeelding 6: Entrees transferium
[Projecten )
DE HAAGSCHE ZWAAN
Den Haag, Nederland
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
20
Op de kruising van Schenkkade en Utrechtsebaan is de nieuwbouw van de Haagsche Zwaan gepland (figuur 1). Een kantoorpand met een vloeroppervlak van ca. 20.000m2 en bijna 200 parkeerplaatsen. Het ontwerp van het gebouw is sterk beïnvloed door een aantal specifieke uitgangspunten en randvoorwaarden voor deze locatie. In feite is een groot aantal puzzels opgelost, waarbij deze in elkaar grijpen en samen de constructie van het gebouw vormen. Het gebouw kent een moderne architectuur en er is glas gebruikt. Grote delen van de belangrijke draagconstructie zijn waarneembaar en dit vormt een belangrijk kenmerk voor het gebouw. In dit artikel wordt aan de hand van de uitgangspunten en randvoorwaarden het architectonische en constructieve ontwerp toegelicht.
middels het overhellen van het gebouw over de Utrechtsebaan. Het gebouw hangt ca. 14 meter over haar eigen funderingspoot heen en komt daarmee ca. 1 meter boven de Utrechtsebaan te hangen.
Architectonisch ontwerp Figuur 1: Situatie Haagsche Zwaan
Het onderhavige ontwerp heeft betrekking op een toren van ca. 73,5 meter hoog die samen met de groene toren van TPG Post zorgt voor een poortfunctie over de Utrechtsebaan. Er is voldaan aan de door de gemeente voorgeschreven wens in de Verdichtingsstudie Utrechtsebaan om dit effect te vergroten
De lengte van de kopgevels bedraagt ca. 24 respectievelijk 21m en van de langsgevels ca. 50 m De twee kopse gevels staan niet loodrecht ten opzichte van het maaiveld. De brede kopse gevel is een gevolg van marktconforme maten van
kantoorruimte. De maximale kantoordiepte vanaf de gevel bedraagt daar ca. 7,20 m. De smallere kopse gevel aan de kant van de Utrechtsebaan is een gevolg van de wens om aan deze kant een nog meer rank ogend gebouw te maken. De grote trekbalken in de langsgevels zijn in esthetische zin de grens tussen een compleet, van vloer tot plafond glazen, overhangende gevel en een gevel voor de rest van het kantoorgebouw die voorzien is van een borstwering van ca. 1 m hoog. De hoofdmassa aan de zijde van de Van den Boschstraat is ca.12 meter hoog om aan te sluiten bij de hoogte van de belendende woonbebouwing.
Beperkt funderingsoppervlak Het gebouw heeft als buurman een belangrijk verdeelstation van Eneco. Vanaf dit verdeelstation lopen twee kabeltracés over de nieuwbouwlocatie (zie figuur 3). Deze tracés hebben elk een breedte van 3 à 4m, waarbij één van beide sterk uitwaaiert binnen de locatie naar de Schenkkade toe (zie figuur 4). Het omleggen van de kabels is niet mogelijk. Naast de aanwezige kabels moet binnen de locatie ruimte worden gereserveerd voor een toekomstig tracé met een breedte van 3m.
De betonnen kern van het gebouw, herbergt een viertal liften en een tweetal trappenhuizen. De verticale stijgpunten geven toegang tot de overige 19 lagen. De meeste lagen hebben een ideaal oppervlak van ca. 1.000 m2 bruto vloeroppervlak met uitzondering van de verdiepingen 1 en 2 die daarom voornamelijk installaties herbergen.
Stabiliteit Het gebouw helt voorover tot over de Utrechtsebaan. Op het hoogste punt (73,5m) bedraagt het overstek ca. 14m vanaf de fundering. Door deze scheefstand wordt de horizontale belasting op het stabiliteitsysteem vergroot. Ondanks dat in deze richting de kern in haar stijve richting wordt belast, bleek een additionele voorziening noodzakelijk. In overleg met de architect is gekozen voor een trekstang in beide langsgevels, welke samen met de kolom in de voorgevel een juk vormt (zie figuur 2). De trekstang komt ook nadrukkelijk naar voren in de het gevelontwerp van beide langsgevels. In dwarsrichting wordt de stabiliteit verzorgd door stalen verbanden in de kopgevels.
Figuur 3: De twee leidingtracés die over de bouwlocatie lopen
21
De gevelstructuur van het gebouw is opgebouwd uit een raamwerk van betonnen balken en betonnen kolommen, welke scharnierend met elkaar zijn verbonden. In de beide langsgevels overspant in de onderste drie bouwlagen een brugconstructie ca. 30m over de kabeltracés (zie figuur 5).
»
Figuur 2: De werking van de trekstang in beide langsgevels
«
Om de kern voldoende in te kunnen klemmen in de fundering is het noodzakelijk dat deze over een van beide tracés doorloopt. Dit betekent dat over een afstand van 6m de langswanden van de kern niet kunnen worden ondersteund door funderingspalen. De sparingen in dit deel van de kernwanden zijn hier beperkt over de
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Figuur 4: één van leidingtracés waaiert sterk uit binnen de locatie naar de Schenkkade toe
eerste drie bouwlagen, waardoor deze als wandligger fungeren en de belasting aan weerszijden van het tracé kunnen afdragen. Naast genoemde overkluizingsconstructies zijn schoorpalen noodzakelijk om de geconcentreerde lasten op de fundering te kunnen afdragen zonder aanpassingen aan de kabeltracés.
Naast het bovengronds parkeren zijn ondergronds 120 parkeerplaatsen voorzien in drie ondergrondse bouwlagen (zie figuur 6). De garage is overigens volledig dicht zodat geen overlast door licht, geluid of uitlaatgassen plaats zal vinden.
Beperkte verdiepingshoogte Bij de uitwerking van het plan is in een laat stadium naar voren gekomen dat het aanwezige kabeltracé op de locatie aanzienlijk hoger lag dan gedacht. Voor de haalbaarheid van het plan was het noodzakelijk 21 bouwlagen te realiseren en de hoogste vloer niet boven de 70m te laten uitkomen om een sprinklerinstallatie te voorkomen. Wat resulteerde is slechts een bruto verdiepingshoogte van 3,46m voor de kantoorlagen. Om voldoende ruimte voor leidingwerk onder het plafond te houden is gekozen voor een kanaalplaatvloer in combinatie met hoedliggers en een gevlinderde druklaag zonder afwerkvloer.
Parkeren
«
Het gebouw dient naast de genoemde BVO’s ruimte te bieden aan ruim 200 parkeerplaatsen. De achterzijde van het gebouw, 22 grenzend aan de Van den Boschstraat, was in het ontwerp gereserveerd voor parkeren. Deze plek stond onder druk doordat de bebouwing aan deze zijde slechts 12m hoog mag zijn. Bovendien is een parkeerfunctie gelegen aan de straat niet toegestaan en dient een zone van ca. 5m diep een andere gebruiksfunctie te hebben. Uiteindelijk zijn ca 80 parkeerplaatsen in een bovengrondse parkeergarage gerealiseerd. Door de beperkte ruimte voor bovengronds parkeren in hoogte en plattegrond is veel tijd besteed aan de ontwikkeling van een efficiënte garage afgestemd op de constructie van de hoogbouw. Het resultaat is dat deels onder een lichte helling wordt geparkeerd, waarmee een halve verdieping wordt gestegen. De rest van het hoogteverschil wordt overbrugt door een steile hellingbaan dwars door de stabiliteitskern.
Belendingen Aan de voorzijde grenst de nieuwbouw aan de tunnelbak van de Utrechtsebaan. Dit is een robuuste betonconstructie en er is aangetoond dat de werkzaamheden de stabiliteit van de bak nauwelijks beïnvloeden (zie figuur 7).
Figuur 7: Robuuste betonconstructie
KO/ersief, mei 2007, nummer 72 »
Figuur 6: Ondergrondse parkeergarage
Aan de zijde Van den Boschstraat grenst het gebouw met de parkeerkelder aan woningbouw uit de jaren 30. De woningen zijn opgebouwd uit dragend metselwerk en gefundeerd op houten paaltjes met een lengte van ca. 5m. Voor de nieuwbouw is een bouwput nodig met een diepte van 10m op 1,5m van de belendingen. De put zal in den natte worden ontgraven, waarna een waterdichte bak wordt gecreëerd met 1,2m onder waterbeton. Voor het evenwicht van de betonvloer zijn trekankers met een hart op hart afstand van 2,5m tot een diepte van 30m onder maaiveld toegepast. Figuur 5: Constructie in de gevel van het gebouw
In samenwerking met Fugro zijn uitvoerige studies gemaakt van het vervormingsgedrag van de woningen onder invloed van de bouwput. Uiteindelijk is gekozen voor een verbuisde buispalenwand gewapend met een staalprofiel en een dubbel stempelraam met voorgespannen stempels. Uit berekeningen volgen maximale horizontale vervormingen van 15mm, waarbij de hoekverdraaiingen van de belendingen binnen de toelaatbare waarde van 1/500 blijven. Om elk risico van schade en overlast naar de belendingen uit te sluiten wordt het gebouw gefundeerd op grondverdringende schroefpalen. De palen worden met groutinjectie ca. 8m door de vaste zandlaag op funderingsniveau geboort. Op deze wijze is een draagvermogen van 4500kN haalbaar wat noodzakelijk is om de hoge geconcentreerde lasten op te vangen met het beperkte funderingsoppervlak.
Resumé Uit de complexiteit van de ontwerpopgave is uiteindelijk een complex ontwerp ontstaan waarbij aan alle criteria wordt voldaan. Alle bijzonderheden zijn geconcentreerd in de onderste drie bouwlagen, zodat vanaf de derde verdieping een hoge bouwsnelheid met standaardverdiepingen kan worden gemaakt. Door de keuze voor een relatief gedrongen kern met een slankheid van 1:3,5 kan deze meerdere doelen dienen en is het mogelijk
de kern te integreren in een efficiënte parkeergarage. Bovendien kan over de gehele hoogte een constante wanddikte van 250mm worden toegepast, zodat vanaf begane grond kan worden gestart met een klimbekisting.
Tot slot Inmiddels is het oude pand op de locatie gesloopt en is gestart met de werkzaamheden aan de kabeltracés. Gepland is om in juni 2007 aan te vangen met de bouwwerkzaamheden. De geplande bouwtijd bedraagt ruim 1,5 jaar. «
Bron figuren: -ZZDP Met dank aan: Corsmit Raadgevende Ingenieurs - ir. Arnold Robbemont - ir. Jos Brouns Nieuw Holland Projectontwikkeling - Dennis van den Broek ZZDP Architecten - ir. Adam V. Smit
23
» KO/ersief, mei 2007, nummer 72 «
[Activiteiten ) Windsymposium @TU Delft Op 11 en 12 april werd op de TU Delft faculteit Architectuur een tweedaags symposium gehouden met de titel: ‘Symposium Wind and Buildings / Architecture and Aerodynamics / Simulation based Design’. Het was ons als niet TU Delft student gelukt om in te schrijven voor maar liefst nul euro de man, dit zou dan wel exclusief lunch zijn, maar toch mooi dat we uitgenodigd waren. Uiteindelijk vertrokken we met een groep van vijf man, bestaande uit Frederik, Glenn, Joost, Lex en Bas, op woensdag 11 april om 8.05 u met de trein richting Delft. Na verschillende pogingen in de trein om een fatsoenlijke plek te vinden voor vijf man kwamen we aan in Delft. Voor de lezing begon konden we nog even wakker worden met een lekker kop koffie.
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
De lezing werd geopend door Huib Plomp, coördinator van onderzoeksgroep ‘Wind en gebouwen’. Hij kondigde de eerste spreekster aan: Wipke Iwersen. Wipke is een apart, maar zeker talentvol, type dat ontwerpen maakt die nog het meeste weg hebben van de ontwerpen van Leonardo Da Vinci. Zonder dat we enig idee wat haar achtergrond was, begon ze te vertellen over een brug die ze had ontworpen 24 over de Straat van Gibraltar. Deze brug drijft op het water en is enkel in het midden gescharnierd. Enerzijds wordt de brug door de wind aangedreven en aan de andere kant door de stroming. Er komt dus veel geluk en geduld bij kijken, wanneer je wilt oversteken van Marokko naar Spanje of andersom. Vervolgens liet ze nog enkele andere projecten zien waar ze mee bezig was. Als eerst liet ze de ‘windzoeker’ zien. Een muts gemaakt van vossenvacht met een grote vleugel aan de achterkant en een mooi koperen vizier aan voorkant. Wanneer het waait zal de persoon altijd in de windrichting kijken of er komt wel een erg groot moment op zijn nek te staan. Niet echt een apparaat dat je graag op je hoofd wil hebben, lijkt mij.
Figuur 1: De ‘Windfinder’ als helm
Als laatste vertelde ze over een project waar ze op dit moment het meeste mee bezig is. Het gaat hier om de ‘Windvinder’, een boot die tegen de wind in moet varen. Of anders gezegd: die een ontdekkingsreis maakt naar de oorsprong van de wind, waarbij de wind zowel de enige stuurman als de enige aandrijving is. Het plan is om deze boot midden in de oceaan los te laten, waarna Wipke
deze wil gaan volgen met een zeilboot. De tweede lezing werd gehouden door prof. Mick Eekhout. Mick Eekhout is directeur van Octatube en professor product ontwikkeling aan de TU Delft. Zijn verhaal gaat over het ontwikkelingprogramma ‘Wind en gebouwen’ en hoe de TU Delft hier invulling aan geeft. Fons Verheijen was de derde spreker, die na zijn intreerede in 2002 over ‘Ongeveerkunde’ (omgaan met twijfel) professor is geworden aan de TU Delft. Verheijen ging in op zijn onderzoek naar luchtstromen in een specifieke bebouwde omgeving. Niet alleen het comfort voor voorbijgangers kwam aanbod, maar ook de uitstoot van roetdeeltjes uit de nabijgelegen tunnel. Na deze lezing was er tijd om even wakker te worden met een bakje koffie. Na de koffie werd het woord overgenomen door prof. Jan Hensen van onze eigen universiteit in Eindhoven. Hij is fulltime hoogleraar op het vakgebied ‘Gebouwprestatie Simulatie’ en parttime hoogleraar werktuigbouwkunde in Praag. Zijn lezing begint met een tip over niet werkende PowerPoint presentaties bij symposia: “Zorg dat je het niet als 2007 bestand opslaat, want dan krijg je geheid problemen met compatibiliteit”. En dat bleek: misschien een ludieke actie van Delft om op deze manier TU/e slecht uit de verf te laten komen? Uiteindelijk wordt het toch een flitsend verhaal over prestatiegericht ontwerpen op het gebied van bouwfysica, binnen- en buitenmilieu.
Ook werden de verschillende onderzoeken aan de TU/e toegelicht.
hadden, wisten wij als echte Nederlanders toch nog aardig wat weg te werken.
Hierna volgende een lezing van MAKE Architects, gegeven door Ken Shuttleworth. Ken, a.k.a. ‘Ken the Pen’, is ex architect-directeur bij Foster and Partners en is oprichter van MAKE Architects. Dit was waarschijnlijk de meest interessante lezing van de dag, weinig inspiratieloze grafieken of diagrammetjes, maar gewoon lekker veel gladde renders van uitdagende, opvallende of innoverende gebouwen. Er werden een aantal projecten besproken die een goed voorbeeld vormen van wind engineering. Zoals de Kite Tower, een toren van 28 verdiepingen met een driehoekige doorsnede en drie horizontaal geplaatste windturbines aan de top van het gebouw. Een tweede gebouw was de Stellar tower van 255 m hoog die in de woestijn bij Adu Dhabi gebouwd moet worden. Dit is een toren die naar boven toe een grotere plattegrond krijgt, omdat daar een grotere vraag voor is. Dit gebouw bevat koeling door zeewater en een hele rij windturbines aan de top van het gebouw die moeten zorgen voor de opwekking van de halve energiebehoefte.
Het symposium werd voor vandaag afgesloten met een lezing van Peter Heppel, Aerospace Engineer van jawel…Peter Heppel Associates uit Parijs. Een bedrijf dat zich bezig houdt met zowel scheepsvaart (zeilboten), ruimtevaart, architectuur en softwareontwikkeling. Aan het einde van de dag was er een borrel en we werden uitgenodigd om mee te gaan naar het atelier van Wipke Iwersen om vervolgens ergens te gaan dineren. Dit atelier was dus gevestigd in Amsterdam…om 18.30u vertrok er daarom ook een busje die kant op. Toen Joost door Huib Plomp gerust werd gesteld dat er echt wel degelijk genoeg tijd was om even snel iets te eten in Amsterdam en om daarna op tijd weer terug te zijn op het station om de laatste trein naar het zuiden van Limburg te pakken, was ook Joost om en ging mee naar Amsterdam. Maar de reis ging dus niet zo snel als aangekondigd. Eerst moesten we met een veerboot het IJ over om aan de andere kant van het water het atelier te bezoeken van Wipke. Zoals op de foto’s te zien is, werd de windzoeker-muts door verschillende mensen uitgeprobeerd. Ook was de Windvinder te bewonderen in haar werkplaats.
25
Figuur 3: Wipke’s werkplaats met de ‘Windvinder’
Figuur 2: De Kite tower
KO/ersief, mei 2007, nummer 72 «
Na deze lezing was het tijd om even wat te eten, omdat wij geen gratis lunch zouden krijgen besloten we de lokale kantine op de zoeken. Toen we echter met het buikje gevuld terug kwamen bij het symposium, bleek dat er voor veel te veel mensen was besteld. We konden dus wel gratis mee lunchen en hoewel we al geluncht
»
Andrew Allsop, ‘Civil and Structural Wind Engineer’ van Arup, ging in zijn presentatie verder op het verhaal van ‘Ken the Pen’. Hij ging verder in op de consequenties van het toepassen van windturbines in gebouwen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als een windturbine midden in de stad loslaat en van het gebouw afvalt? Hoe ga je veiligheid voor voorbijgangers garanderen? Dit zijn zaken die tot nu toe weinig besproken zijn, maar gezien de grote opkomst van windturbines in gebouwen, zal dit zeker in de toekomst een belangrijk agendapunt worden.
Na dit korte bezoek bleek dat Joost de laatste trein toch zou gaan missen en hield hij het toch maar voor gezien en de rest van de delegatie ging toen wel uit eten bij de IJ-Kantine. Toen we aan het einde van het diner met zijn allen koffie bestelde in plaats van een dubbele whiskey kreeg Huib Plomp de opmerking van Mick Eekhout dat hij zijn studenten wel erg goed had afgericht. Dit was dus het moment dat ze erachter kwamen dat we van Eindhoven kwamen en niet van Delft. Hiermee kwam de avond tot zijn einde en we willen iedereen van de TU Delft bedanken voor hun gastvrijheid. «
Almere Poort de ideale manier zijn om uitdrukking te geven aan het dynamische en nieuwe karakter van Almere waarin wonen, werken en ontspannen centraal staan. Gekozen wordt voor een landmark in de vorm van een hoogbouwproject. M.b.v. een maquette is het gebied gemodelleerd. Hierin zijn verschillende volumemodellen geplaatst waarmee de vorm Ir. S.G. Roeles van de landmark bepaald is. Het gehanteerde uitgangspunt hierbij is dat vanuit verschillende richtingen een ander aanzicht bewerkstelligd wordt. De doelstelling van het afstudeerproject is te komen tot een ruimtelijk
[Afstudeerverslagen)
bereikt worden door de belasting uit een deel van de kolommen af te dragen op de kern. Dit principe is een bruikbare mogelijkheid bij de constructieve vormgeving van een toren met scheefstand. De toren heeft een hoogte van 120 meter en krijgt een verticale kern. Deze wordt opgedeeld in 2 prismatische doornsneden van verdieping -1 tot aan verdieping 24 (kantoorverdiepingen) en van verdieping 25 tot aan het dak. (appartementenverdiepingen) . toont de schematische doornsnede, FiguurFiguur 2 toont2 de schematische doornsnede, de kernen en de de kernen en de plattegrond. plattegrond.
Landmark Almere Poort en constructief ontwerp voor twee torens aan weerszijden van het spoor die de functies wonen en werken bezitten. De torens moeten een relatie of verbinding met elkaar hebben, zodanig dat er een landmark voor Almere-Poort op deze locatie ontstaat. Een landmark zou voor Almere Poort de ideale manier zijn om uitdrukking te geven aan het dynamische en nieuwe karakter van Almere waarin wonen, werken en ontspannen centraal staan. Gekozen wordt voor 1 Maquette modelhoogbouwproject. met landmark een landmark inFiguur de vorm van een M.b.v. een maquette is het gebied gemodelleerd. Hierin zijn verschillende Het resultaat is een landmark bestaande uit volumemodellen geplaatst waarmee de met vorm een van scheefstand. de landmark twee losstaande torens bepaald is. Het gehanteerde uitgangspunt hierbij is dat vanuit Door af te wijken van de verticale structuur verschillende richtingen een ander aanzicht bewerkstelligd wordt. van de omringende bebouwing ontstaat een
aandachtspunt. Deze afwijking kan vanuit verschillende richtingen opgemerkt doordat beide torens een scheefstand hebben in verschillende richtingen. Het ontwerp van de toren met scheefstand is gekozen vanwege het krachtige gebaar dat gemaakt wordt naar beneden waar zich een belangrijke centrale locatie bevindt in de stad. Namelijk die van bustreinstation. Zie figuur 1. Figuur 1: Maquettehet model met en landmark Het gesloten bouwblok wordt als uitgangspunt 26 Het resultaat isgenomen voorbestaande de aanliggende bebouwing bij een landmark uit twee losstaande torens de torens. gesloten wordt met een scheefstand. Door afHet te wijken van debouwblok verticale structuur geopend en erontstaat wordteen een toren geplaatst van de omringende bebouwing aandachtspunt. Deze de aanwezige In de afwijking kan binnen vanuit verschillende richtingenstructuur. opgemerkt doordat beide torens een scheefstand hebben ontwerpopgave wordt inhetverschillende oostelijke richtingen. deel van Het ontwerp van de toren met scheefstand is gekozen vanwege de landmark, de toren met de het krachtige gebaar dat gemaakt wordt naar beneden waar trapeziumvormige plattegrond uitgewerkt . zich een belangrijkeHorizontale centrale locatiebelastingen bevindt in de die stad. Namelijk die door een van het bus- enscheefstand treinstation. worden Zie figuurgeïnitieerd 1. zijn van groot belang bij het ontwerp van een scheefstaand Het gesloten bouwblok als uitgangspunt genomen van voor de gebouw. wordt De mate van scheefstand de
Figuur 2: Positie van de kern in de toren Figuur 2 Positie van de kern in de toren
Samenvatting Afstudeerverslag In hetIn gearceerde gebied verschuift de kern door plattegrond het gearceerde gebied verschuift dedekern van de toren. Deze verschuiving vindt plaats doordat door de plattegrond van de toren. Deze de kern verticaal staat en de vindt rest vanplaats het gebouw onder hoek staat. verschuiving doordat deeen kern Voor verticaal de constructieve analyse is een viertal varianten staat en de rest van het gebouw onderopgesteld Deze varianten zijnop de opgedeeld in welkeeen methoek elkaar zijn vergeleken grootte van het moment staat. op de kern, de normaalkracht op de kern en de uitbuiging van de deelvarianten met kleineanalyse variaties Voor de constructieve is eendaarbinnen. viertal kern. (zie figuur 3) varianten opgesteld welke met elkaar zijn De varianten worden vergeleken met het vergeleken op de grootte van het moment op de kern, de normaalkracht op de kern en de uitbuiging van de kern. (zie figuur 3)
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
aanliggende bebouwing bij de torens. Het gesloten bouwblok wordt geopend en er_________________________________________________________________________________ wordt een toren geplaatst binnen de aanwezige S.G. Roeles TU/evan Bouwkunde structuur. In de ontwerpopgave wordt het oostelijke deel Constructief Ontwerpen de landmark, de toren met de trapeziumvormige plattegrond uitgewerkt. Horizontale belastingen die door een scheefstand worden geïnitieerd zijn van groot belang bij het ontwerp van een scheefstaand gebouw. De mate van scheefstand van de toren is een belangrijke factor hierbij. Een verdubbeling van de hellingshoek van de toren resulteert in een verdubbeling van de horizontale belasting en daardoor ook een verdubbeling van het optredende moment aan de fundering. Het moment dat ontstaat aan de fundering van een gebouw met een scheefstand kan, als gevolg van het eigen gewicht, geheel worden weggenomen. Dit kan bereikt worden door de belasting uit een deel van de kolommen af te dragen op de kern. Dit principe is een bruikbare mogelijkheid bij de constructieve vormgeving van een toren met scheefstand. De toren heeft een hoogte van 120 meter en krijgt een verticale kern. Deze wordt opgedeeld in 2 prismatische doornsneden van verdieping -1 tot aan verdieping 24 (kantoorverdiepingen) en van verdieping 25 tot aan het dak. (appartementenverdiepingen).
Figuur 3: Varianten voor de constructie van de kern
Figuur 3 Varianten voor de constructie van de kern Deze varianten zijn opgedeeld in deelvarianten met kleine basisprincipe eenworden verticale variaties daarbinnen.welke De varianten vergelekentoren met het representeert. wordt de belasting basisprincipe welkeIn eenVariant verticale 1 toren representeert. In Variant 1 wordt de belasting op de gevelkolommen, twee afgedragen op afgedragen de gevelkolommen, twee inpandige kolommenrijen en de kern. Variant 2 draagt op de inpandige kolommenrijen en de kern. Variant dezelfde manier af op de kolommen en kern, een deel van de 2gevelkolommen draagt opwordt de uitgevoerd dezelfde manier afenop de als trekkolommen bovenaan
kolommen en kern, een deel van de gevelkolommen wordt uitgevoerd als
de kern verbonden. In variant 3 wordt een outriggerconstructie Vanwege de aantrekkelijke vorm, de gunstige constructieve toegepast. Variant 4 is gelijk aan variant 2, alleen worden de eigenschappen, de brandwerendheid en de eenvoudige uitvoering trekkolommen in de gevel verbonden op een lager niveau. van constructieve knopen is gekozen voor ronde buiskolommen Gekozen is voor variant 4 vanwege het relatief kleine moment gevuld met beton. in combinatie met de relatief grote normaalkracht die werkt op de kern. Daarnaast is de verbinding van kolommen met kern T.a.v. de gevel wordt gekozen voor een tweedehuid-façade. eenvoudig uit te voeren. Als vergelijking is deze variant, naast een De klimaatgevel is een goed alternatief maar natuurlijke handberekening, uitgewerkt m.b.v. een Eindige Elementen model, ventilatie en te openen ramen in de gevel bieden voor zowel de ter controle van spanningen en vervormingen. Figuur 4 en 5 tonen kantoorgebruiker als appartementbewoner een grote mate van het principe van de verbinding van de kolommen met de kern. De comfort en flexibiliteit m.b.t. regulering van het binnenklimaat. belasting uit de kolommen gaan aan de bovenzijde over in een Figuur 6 toont een 3D visualisatie van de toren. « vakwerk welke is opgelegd op de hoekpunten van de kern. Op een lager niveau worden de op trek belaste kolommen opgelegd ___ Landmark Almere Poort op een console. Deze verbinding zorgt voor goede spreiding van de belasting op de kern. De constructie van de vloeren bestaat uit een geïntegreerde staal-betonvloer met zwevende dekvloer. De van constructieve knopen is gekozen voor IFB ligger is vanwege zijn gunstige gewicht gekozen als vloerligger. ronde met beton. De totale buiskolommen constructiehoogte kan gevuld hierdoor beperkt blijven tot 260 mm.
27
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
◄ figuur 4 & 5: Verbinding kolommen met de kern
»
▲ figuur 6: 3D visualisatie van de toren
«
Figuur 4 en 5 Verbinding kolommen met kern
[Studeren )
Hälsningar från Göteborg! Door: Frederik Roebroek
In een wereld waarin grenzen vervagen, de communicatiemogelijkheden eindeloos lijken te worden, afstanden steeds makkelijker overbrugd kunnen worden, vliegen in Europa spotgoedkoop is geworden en Engels steeds meer de taal van iedereen begint te worden, kreeg ik vanaf het voorjaar 2005 meer en meer de behoefte om gebruik te maken van de gunstige omstandigheden om mijn horizon te verbreden en dat extra stukje diepgang in mijn studie te bereiken. Maar dan moesten eerst de grootste hordes in Eindhoven nog worden genomen… De aanloop naar mijn uiteindelijke vertrek naar Zweden duurde op zijn zachtst gezegd lang, geholpen door onzinnige plichtmatigheden, verplichtingen en incapabele personen. Daar waar de TU/e probeert zoveel mogelijk buitenlandse studenten 28 naar Eindhoven te lokken (niet zo verwonderlijk ook: buitenlandse studenten leveren geld op), wordt het de Eindhovense studenten allerminst gemakkelijk gemaakt om de omgekeerde weg te bewandelen. In de ogen van menig Eindhovense student betekent een halfjaar studeren, stage lopen of werken in het buitenland daarom nog steeds als een dure, studievertragende en daarom weinig aantrekkelijke aangelegenheid. De huidige ontwikkelingen tonen gelukkig een enigszins verbeterende situatie, maar de overtuiging dat een tijdelijk buitenlands verblijf voor studenten een grote verrijking is, heeft nog steeds niet geresulteerd in gemakkelijke procedures, laat staan een houding van aanmoediging.
De keuze voor Chalmers Tekniska Högskola in Göteborg had ik eigenlijk al gemaakt op het moment dat ik besloot naar het buitenland te gaan. Toen ik in de zomer van 2005 per toeval de mogelijkheid had om alvast een kijkje te nemen op de campus was ik overtuigd: een hoog aangeschreven universiteit met een rijke traditie, uitstekende faciliteiten, sterk internationaal geörriënteerd en een uitgebreid aanbod aan Engelstalige Master’s Programmes. Hier wilde ik wel studeren, hier zou ik een jaar later terugkomen voor een langer verblijf. Uiteindelijk vertrok ik op 18 augustus 2006 richting Göteborg. Natuurlijk niet de andere kant van de wereld en geen totaal verschillende cultuur. Toch zou ik in mijn ruim 5 maanden durende verblijf veelvuldig versteld staan van ‘grote verschillen op kleine schaal’, op detail niveau, in subtiliteit. Iedereen kent Zweden vanwege Ikea, Abba, Pippi Langkous, Wasa Knäckebröd, Volvo en Ericsson, maar de echte aard en identiteit van het land zit niet in de bekende exportproducten, maar verscholen in eeuwenoude tradities en gebruiken. Daarnaast staat er waarschijnlijk maar één woord vetgedrukt in het woordenboek en dat is het begrip gelijkheid, waar alle Zweden sterk aan hechten en waarnaar vele subtiele verschillen met Nederland kunnen worden teruggevoerd. Bij mijn aankomst in Göteborg ben ik direct naar Chalmers gegaan voor het ophalen van de sleutels van mijn appartement.
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
Mijn motivatie om een half jaar aan een buitenlandse universiteit te studeren kwam deels voort uit de verwachting meer diepgang
uiteenlopende culturen. En daarnaast ook een sluimerend gevoel van avontuur en de mogelijkheid om de wereld en jezelf beter te leren kennen.
in mijn studie te kunnen bereiken en deels uit het verlangen even weg te zijn uit Eindhoven, het routinematige en tot een soort van sleur verworden studeren te doorbreken en nieuwe mensen te ontmoeten met totaal verschillende achtergronden en uit
Even buiten Göteborg –in Västra Frölunda– had ik een kamer gekregen in een appartement waar ik samen met 4 andere buitenlandse studenten zou verblijven. Een twintig minuten durend ritje met de tram verder maakte ik snel kennis met mijn huisgenoten
…een verslag over het hoe en waarom van studeren in het buitenland
Sophia (Fr), Sylvie (Fr), Nieves (Sp) en later ook Arne (NL). Ik had me voorgenomen om me snel wegwijs te maken voordat de colleges zouden beginnen en dus ging ik diezelfde dag nog Göteborg verkennen. Volgens veel Zweden is Göteborg eigenlijk de minst Zweedse stad van Zweden. Göteborg kent het hoogste percentage buitenlanders en is de meest multiculturele stad van Scandinavië. Daarom wordt het verschil tussen Stockholm en Göteborg door de Zweden vaak doeltreffend omschreven met de uitspraak ‘Stockholm is voor de Zweden, Göteborg voor de buitenlanders’. In veel opzichten lijkt Göteborg op Rotterdam: beide steden zijn de op-één-na-grootste stad van het land, beide fungeren als belangrijkste havenstad, kennen in de industrie een zeer belangrijke kernactiviteit en hebben nagenoeg evenveel inwoners. De stad Göteborg komt op cultureel vlak niet in de buurt van grote broer Stockholm (dat in mijn ogen overigens verreweg de mooiste stad van Scandinavië is), maar is desondanks een erg warme en vriendelijke stad die juist door zijn multiculturele karakter veel opener en gastvrijer aandoet en enigszins afsteekt tegen de gesloten en stugge mentaliteit van de ‘oer-Zweden’.
Omdat in onze flat en de nabije flatgebouwen veel buitenlandse studenten woonden en er elke avond wel ergens een feestje was waar vrienden van vrienden van vrienden kwamen, was het maken van nieuwe contacten geen probleem. Het contact met de Zweedse studenten was in het begin moeizamer maar naarmate de weken verstreken werd het makkelijker om met ze in contact te komen. Hoewel ogenschijnlijk stug, gesloten en individualistisch bleken de meeste Zweden als je ze wat beter leerde kennen erg vriendelijk, behulpzaam en loyaal.
Ook op Chalmers was het internationale karakter van de stad merkbaar. Ik volgde een semester van het International Master’s Programme Structural Engineering, onderdeel van de faculteit Civiele Techniek. Onze klas bestond uit ongeveer 40 % buitenlandse studenten en 60 % Zweden, de colleges werden gegeven in vloeiend Engels en het programma betrof constructievakken in staal (lokale instabiliteitsverschijnselen en vermoeiing) en beton (voorgespannen beton, platen en vlakke platen), een vak over de theoretische en wiskundige achtergrond
Ik heb geweldige mensen ontmoet, veel gezien, veel gereisd (Malmö, Kalmar, Öland, Kiruna, Abisko, Stockholm, Kopenhagen, Helsinki en Tallinn) en bovenal enorm genoten van vijf bijzondere maanden in Göteborg. Een absolute verrijking en een aanrader voor iedereen! «
Alle studenten die ik heb leren kennen, hebben een uniek verhaal, verschillende achtergronden, een eigen visie op de toekomst, uiteenlopende redenen waarom ze naar Göteborg zijn gekomen, maar vaak met hetzelfde doel: persoonlijke ontwikkeling, een 29 verbreding van de horizon, de wereld een beetje beter leren kennen en begrijpen. Dat is de belangrijkste les die ik heb geleerd –veel belangrijker dan de lessen in colleges–, een ‘levensles’ en een unieke ervaring die je blik verruimt en leidt tot begrip voor andere mensen, andere culturen en andere achtergronden.
» KO/ersief, mei 2007, nummer 72 «
van de Eindige Elementen Methode en een ontwerpvak ‘Structural Systems – design and assessment’. Hoewel ik voor 24 ECTS vakken volgde, wilde ik behalve studeren vooral veel van het land zien en nieuwe mensen ontmoeten.
[Projecten )
THE WATERCUBE Beijing, China
Bron: Arup+CSCEC+PTW
30 Voor de Olympische spelen 2008 in Beijing worden enkele spectaculaire stadions neergezet. Twee opvallende stadions zijn het ‘Bird’s Nest’ en ‘The Watercube’. Dit laatste stadion wordt in dit artikel besproken.
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
Alweer een tijdje geleden (2003) won Arup, samen met PTW en CSCEC (China State Construction and Engineering Corporation) de prijsvraag voor het ontwerp van het Nationaal Zwemstadion van China, dat gebruikt gaat worden voor de Olympische spelen van 2008. Naar verwachting zal het project in oktober 2007 opgeleverd gaan worden. In april 2006 is 500 m2 dak met een prototype van de gevel/dak-bekleding bedekt. Op dit moment zijn de beton- en staalconstructies afgebouwd. Het project maakt gebruik van zonne-energie om het zwembad en het interieur te verwarmen. Ook wordt al het deiningwater gefilterd en opnieuw gebruikt. Constructie Voor de constructie is de formatie van zeepbellen als uitgangspunt gekozen, zodat een willekeurig, organisch patroon ontstaat. Hierbij is gebruik gemaakt van een onderzoek hoe zeepbellen in een oneindige structuur geschikt kunnen worden. De vorm van de constructie van het gebouw wordt beschreven door
de gemeenschappelijke contactranden van de zeepbellen. Om de vorm te versterken zijn de bellen gevuld met een opblaasbaar transparant membraan. Per sectie worden de delen prefab gemaakt, waarna ze vervolgens in het werk geplaatst worden en worden opgeblazen. Er moet continu lucht worden bij gepompt om de druk goed te houden. Voor dit werk is een onderaannemer aangenomen, die verantwoordelijk is voor de installatie en het onderhoud van de gevel voor de komende tien jaar. De constructie van ‘The Water Cube’ is dus gebaseerd op het meest efficiënte 3D-structuur: de ordening van organische cellen en de natuurlijke formatie van zeepbellen. Daarna zal de gevelconstructie bekleed worden met kussens van ETFE folie gevuld met lucht die zal zorgen voor uitstekende isolerende eigenschappen. Enkele leuke weetjes van het ontwerp: »» De holle ruimtes in de gevel en het dak zijn respectievelijk 3,6 en 7,2 meter diep. »» De constructie bevat 6500 ton staal en bestaat uit 22.000 elementen en 12.000 knopen. »» De stalen balken hebben een gezamenlijke lengte van 90 km. »» De constructie is zo stijf dat het op zijn kant gezet kan worden zonder zijn vorm te verliezen. »» De buitenafmetingen zijn 177 x 177 x 31 meter. »» Er zijn naar 190 belastingcombinaties gekeken.
Voor de dakconstructie is het noodzakelijk dat de verschillende onderdelen zo optimaal mogelijk gedimensioneerd worden. De noodzaak hiervan is de grote overspanning van het dak, waar het eigen gewicht een groot deel van sterkte van de constructie opeist. Een andere uitdaging was de constructie bestand te maken tegen seismische belasting. Dit kon op twee manieren: of het dak ontwerpen van compacte elementen die plastisch vervormen tijdens seismische belasting of slanke stijve staven die elastisch vervormen onder de belasting. Uiteindelijk is gekozen voor compacte staven die zich plastisch gedragen onder een level 3 seismische belasting (Voor meer informatie over de verschillende levels van seismische belasting zie artikel over CCTV Headquarters: KOersief 71). Techniek – Constructie optimalisatie programma Arup ontwikkelde een programma dat de constructieve analyse, optimalisatie en ontwerp op zich neemt. Door middel van een iteratief proces werd de minimale afmeting van elk onderdeel bepaald. Dit resulteerde in een minimaal eigen gewicht. Door gebruik van dit computerprogramma konden verschillende opties snel en nauwkeurig bekeken worden. Het computerprogramma kon doormiddel van de Strand7 applicatie goed samenwerken met dit eindige elementenpakket. Alle 24.000 elementen werden voor 200 belastingscombinaties op vijf verschillende
punten met 13 verschillende vergelijkingen (uit de ‘Chinese Structural Code’) getoetst. Iedere iteratie van het gehele ‘Water Cube’ ontwerpproces duurde ongeveer één uur. In totaal zijn er 25 iteraties gedaan. Deze optimalisatie heeft uiteindelijk gezorgd voor een spectaculaire gewichtsreductie, waardoor het totale gewicht van de Water Cube op 100 kg/m2 uitkomt. Conversie programma Om alle elementen van het rekenpakket (Strand7) correct te importeren in het 3D CAD model is een conversie programma ontwikkeld dat het hele gebouw in 25 minuten modelleerde in plaats van de gebruikelijke maanden. Vanuit dit 3D model zijn alle verdiepingen, doorsneden en details gehaald om de uiteindelijke tekeningen mee te maken. (Brand)veiligheid Het gebruikte ETFE voor de bekleding van de constructie is naast een originele gevelbekleding ook een brandbare gevelbekleding en dit is niet toegestaan volgens het Chinese bouwbesluit (Chinese Building Code). Doordat het materiaal echter redelijk snel smelt wanneer het verbrand, zorgt het ervoor dat de rook kan ontsnappen. Het gebouw is dus in principe zelfventilerend. Deze eigenschap heeft ervoor gezorgd dat het toch als gevelmateriaal gebruikt mag worden. Dit alles resulteert in een innovatieve gevel. 31
» KO/ersief, mei 2007, nummer 72 « Bron: Arup+CSCEC+PTW
Omdat er tijdens de Olympische spelen tot maximaal 20.000 mensen in het stadion aanwezig kunnen zijn, moet volgens het Chinese bouwbesluit een totaal van 200 meter aan uitgang zijn. Dit is het equivalent van twee zijdes van het gebouw. Het effect van deze eis op de architectuur en de inbraakgevoeligheid zorgde echter voor problemen. Door het toepassen van sprinklers en rookafvoerkanalen kon deze eis worden teruggebracht.
Centraal in de filosofie van Arup Sustainability ligt het ontwikkelen van een efficiënt water systeem. De watervoorraad in het noorden van China is beperkt en Beijing mist een betrouwbare waterbron om aan de steeds groeiende eis te voldoen. Om hieraan invulling te geven, is een ontwerp gemaakt waarbij 80% van het opgevangen water op het dak en het deiningsweater in het zwembad hergebruikt kan worden. Op deze manier wordt de belasting op de huidige watervoorraad en afvoer systeem zo veel mogelijk beperkt. «
Duurzaambouwen Door veel daglicht het gebouw binnen te laten, hoeft er maar weinig extra verwarmd te worden. Twintig procent van de invallende zonne-energie wordt ingesloten in het gebouw. Deze maatregel zorgt voor een energiebesparing op het verwarmen van de zwembadhal van 30%. Doordat de constructie veel licht binnenlaat, hoeft er in de zwembadhal overdag niet verlicht te worden. Dat zorgt voor een energiebesparing op de verlichting tot 55%.
32
Bron: Arup
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
Bron: Arup
Bron: Arup+CSCEC+PTW
Bron: - www.arup.com/eastasia/project.cfm?pageid=1250 - AEC magazine Met dank aan: - Joanne Johnstone (Arup)
[Activiteiten ) Lezing / ONL Architects 4 april werd door de heer Gijs Joosen van ONL architecten een lezing gehouden over de Hessing cockpit, de daarbij horende Acoustic Barrier en enkele andere projecten. De lezing begon met een inleiding over het gehele plan en hun opdrachtgevers. De opdracht voor de Hessing garage aan de A2 werd toegewezen aan ONL. Er werd vervolgens ook een opdracht uitgegeven voor een geluidswand langs de A2, door een andere opdrachtgever. Hierbij heeft ONL architecten de gemeente aangemoedigd om deze opdracht ook in handen van ONL te leggen.Vanuit twee verschillende opdrachten van twee verschillende opdrachtgevers is uiteindelijk één ontwerp ontstaan die één geheel vormt langs de autosnelweg. Deze is ontworpen vanuit de hoge snelheid waarmee de auto’s voorbij rijden. Bij het ontwerp is uitgegaan van een repetitie van ongelijke elementen. Gijs Joosen lichtte toe dat er te veel compromissen gesloten moesten worden wanneer geprobeerd werd om met een beperkt aantal elementen te ontwerpen. In plaats daarvan is gekozen om een parametrisch model op te stellen met gegevens over knopenpunten, waarmee staaflengten en glasplaten eenvoudig geïmporteerd konden worden in de computersoftware van de fabrikant. Een bijkomend voordeel was dat een aanpassing in het ontwerp nog in een laat stadium op een eenvoudige en snelle manier doorgevoerd kon worden. Naast het ontwerp van de Hessing cockpit kwam ook de nieuwe Ekris garage aanbod. Een ontwerp met een duidelijke link naar de Hessing garage en de koplampen van een BMW. Als laatste kwamen nog enkele zeer grote en spectaculaire projecten voorbij die allemaal gelokaliseerd waren in de Verenigde Arabische Emiraten, daar waar het grote geld is. «
33
Staalplaat-betonvloeren
Postbus 3 - 2380AA Zoeterwoude 071-5418923 / 071-5419670
e-mail:
[email protected]
website:
www.dutchengineering.nl
«
Tel/fax:
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Dutch Engineering r.i. B.V. Energieweg 48 - Zoeterwoude-Rijndijk
Winkelcentrum Piazza Eindhoven
»
Kantoor Unilever "De Brug" Rotterdam
Onderdeel van uitdagingen
[Activiteiten )
BEZOEK AAN ONL-ARCHITE Rotterdam, Nederland
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
34
In november 2006 zijn we met de redactie op bezoek geweest bij architectenbureau ONL [Oosterhuis_Lenard] in Rotterdam. De aanleiding was het Cockpit Hessing / Accoustic Barrier project aan de A2 dat een maandje eerder de Nationale Staalprijs had gewonnen. Om ons voor te bereiden op het interview/gesprek namen we in de trein het artikel over de Hessing cockpit in de BMS nr.190 door. Hoewel we het een indrukwekkend gebouw vonden, waren we niet overtuigd van het feit dat het gebruik van 44.000 verschillende onderdelen geen extra kosten met zich mee bracht. Dit zou zeker één van de vragen worden die we het bureau zouden voorleggen. ONL Architects ONL is opgericht door Kas Oosterhuis en Ilona Lénárd en bestaat uit een multidisciplinair team van architecten, grafisch vormgevers, webdesigners en programmeurs. Kas Oosterhuis is sinds 2000 professor aan de faculteit Architectuur aan de TU Delft en is daar tevens de directeur van de ‘Hyperbody Research Group’. Ilona Lénárd is een gecertificeerd actrice en
beeldend kunstenaar. ONL onderscheidt zich door het zelfontwikkelde file-to-factory [F2F] proces, een directe link tussen 3d model en het productieproces dat het realiseren en beheersen van complexe geometrie mogelijk maakt. Het parametrische detail staat daarbij aan de basis van het mass-customisation paradigma.
Het kantoor van ONL is vanaf het Centraal Station goed met de voet bereikbaar. We worden ontvangen met koffie en Gijs Joosen start zijn presentatie over onder andere Hessing Cockpit, de Acoustic Barrier en het file-to-factory proces. Allereerst vertelt Gijs Joossen dat ook hij een student was aan de TU Eindhoven. Hij studeerde begin 2003 af op het onderwerp ‘Underground Surfacing’ bij de vakgroepen Architectuur en Ontwerpsystemen, waarbij professor Kas Oosterhuis zijn externe begeleider was. Allereerst werd het één en ander uitgelegd over het project waar
ECTS
35
Bron: ONL [oosterhuis_lenard] Bron: ONL [oosterhuis_lenard]
Facts Hessing Cockpit en Acoustic Barrier: Client: Completion:
Hessing BV September 2005
Length: Glass: Steel:
Acoustic Barrier 1.500 m 12.000 m2 800 ton
Cockpit Hessing 120 m 2000 m2 750 ton
Winner ‘Funda Award 2006’ (meest creatieve idee) Winner ‘Nationale Staalprijs 2006 – Categorie Utiliteitsbouw’ Winner ‘Design Award 2006: Ontwerp voor Openbare ruimte’
«
Vouwlijnen De vorm van beide projecten wordt beschreven door middel van 6 lijnen. Twee paar lijnen beschrijven het verloop van de boven- en onderkant van het bouwwerk. Het derde paar lijnen vormen de vouwlijnen die ongeveer halverwege de hoogte zijn gepositioneerd. Deze lijnen bepalen het volume en de vorm van de constructie.
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Concept Dit project is inmiddels wel bekend onder de Nederlandse bevolking. Is het niet vanwege de schitterende exclusieve auto’s die daar tentoongesteld staan, dan is het wel het gevolg daarvan: na de opening van het gebouw stond er regelmatig ’s avonds een flinke file. Waarschijnlijk heeft het ontwerpconcept achter de Cockpit en de aansluitende geluidswal daar iets mee te maken. Het gebouw is namelijk ontworpen vanuit het perspectief van bestuurders die met 120 km/u langs het bouwwerk razen.
Het concept van het ontwerp was om de geluidswand en de autoshowroom op precies dezelfde wijze te ontwerpen, waarbij enkel het ingevulde programma verschillend was. Het resultaat lijkt op een slang die zijn prooi heeft ingeslikt. De twee projecten worden door de bestuurders daarbij als één vloeiend geheel ervaren.
»
we voor kwamen: het Hessing Cockpit project en de Acoustic Barrier aan de A2 in Utrecht.
Van deze vouwlijnen is gretig gebruik gemaakt bij het vormgeven van de Cockpit. Zo wordt, door de wijze van reflectiebeheersing, de vorm geaccentueerd. Voor de vormstudies is gebruik gemaakt van het 3d programma Rhino.
Bron: ONL [oosterhuis_lenard]
Figuur 1: screenshot of parametric control model
Acoustic Barrier Vanuit deze vouwlijnen zijn over een specifiek grid loodrechte lijnen geprojecteerd, waarbij de gecreëerde snijpunten een puntenwolk opleveren. ONL ontwikkelde software waarmee de onderlinge relaties tussen de verschillende punten worden gelegd, hetgeen 36 resulteerde in een draadmodel bestaande uit punten, verbonden door lijnen. De lijnen dienen als referentielijnen van de toe te passen profielen, welke meteen de constructie vormen van de geluidswal.
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
Hessing Cockpit De constructie van de Cockpit is net iets anders aangepakt. In plaats dat er meer diagonalen of ramen bij komen is er gekozen om deze hoeveelheid gelijk te houden en in plaats daarvan het diagonale grid op te rekken in hoogte en breedte. Hierdoor ontstaat de illusie dat de twee projecten in elkaar overlopen. In werkelijkheid zijn het aparte bouwwerken met ieder een eigen opdrachtgever, eigenaar en functie. Parametrisch detail Vanwege de continue variabele doorsneden, is geen hoek of afstand gelijk. Dit vraagt een andere manier van aansturing van het bouwproces dat traditioneel gezien uitgaat van repetitie van Figuur 2: The script of Meijers generates elements piece by piece as they are actually constructed in the factory. First, the main construction is capped Figuur 3: Subsequently, the horizontal tensile construtiona nd the main welding rod are inserted
gelijke elementen. Door er van uit te gaan dat geen enkel detail hetzelfde is, worden alle uitzonderingen gevat in één detail dat zich schikt naar de (variërende) inputdata: een zogenaamd parametrisch detail (zie figuur 2-5). Doormiddel van dit detail konden de ontwerpdata direct worden ingelezen in de machines van de staalfabrikant (Meijers Staalbouw) waarna ze automatisch geproduceerd konden worden: dit proces wordt File2Factory genoemd wordt. Integraal ontwerp Normaal gesproken wordt de glas- en staalconstructie afzonderlijk van elkaar gezien. Het gebouw wordt dan opgebouwd uit twee lagen, zodat de verschillende maatafwijkingen tussen staalen glasconstructie gemakkelijk opgevangen kan worden. Voor staalconstructies zijn maatafwijkingen van 10-20 mm acceptabel, maar voor de glasgevel is slechts 3-6 mm. acceptabel. Bij de Hessing Cockpit en Acoustic Barrier is er echter voor gekozen om één gecombineerd systeem te maken, waarin bevestigingspunten van de glasgevel zijn gesynchroniseerd met de hoofddraagconstructie. Het constructieve ontwerp wordt hierdoor integraal onderdeel van de architectuur. Bouwproces en flexibiliteit Door de logistiek te integreren in het ontwerp- en productieproces, verliep de bouw voorspoedig. Het File2Factory systeem zorgde voor weinig problemen. Het gebouw is bijzonder snel in elkaar gezet, waarbij de montage van de losse onderdelen maatgevend waren. Met behulp van duidelijke labels op de onderdelen werden telkens onderdelen afgeleverd voor een specifieke sector van het gebouw en door Poolse bouwvakkers gemonteerd. Ondanks dat hier een nieuw bouwconcept werd toegepast, wist Gijs Joossen ons verrassenderwijs te vertellen dat juist de traditionele spantconstructie (in de achtergevel van de Cockpit) voor de meeste problemen heeft gezorgd. Dit komt doordat de traditionele manier van bouwen niet goed ingesteld is op veranderingen in het ontwerp. Het parametrische model stelt de ontwerpers in staat om uitermate flexibel te zijn in het bouwproces en maakt het mogelijk om gedurende het proces het gebouw te optimaliseren. Op een zeker moment, bleek namelijk dat bij een aantal glasplaten de Figuur 4: Main glass mounting profiles are inserted Figuur 5: Reinforcements and connection weld plates are inserted
Bron: ONL [oosterhuis_lenard]
Bron: ONL [oosterhuis_lenard]
Figuur 6: Computer generated model of acoustic barrier
Figuur 7: Interior Hessing cockpit
afmetingen van de vlakken tussen de diagonalen groter waren dan de handelsmaten van het glas. Om dit op te lossen is top van de Cockpit enkele tientallen centimeters naar beneden getrokken. Omdat het hele ontwerp op parameters gebaseerd is, paste de rest van het ontwerp zich automatisch aan, waarbij de onderlinge relaties tussen de verschillende elementen in tact bleven.
met de gepresenteerde ontwerpwijze. Op de HTS en TU wordt gestreefd naar het toepassen van zoveel mogelijk terugkerende elementen, terwijl hier vrijwel elk element anders is. Het is een heel andere manier om een ontwerp te benaderen. Dat het toepassen van deze ontwerpstrategie nog niet vaak geïntegreerd is in de lesstof, vindt Gijs Joosen vooral op de TU een gemiste kans. Deze ontwerpstrategie lijkt de ultieme vertegenwoordiging van constructief ontwerpen: door middel van parameters wordt de geometrie van de draagstructuur bepaald die een grote stempel op het uiteindelijke ontwerp drukt.
Wanneer iemand met een CO-achtergrond naar de Cockpit kijkt, vraagt men zich toch af waarom de stalen buizen in de glazen gevel vrij fors uitgevallen zijn. De reden hiervoor is meer praktisch dan constructief: In onderling overleg tussen architect, opdrachtgever, constructeur en staalbouwer heeft een optimalisatie plaatsgevonden tussen kosten, constructieve eisen en esthetische kwaliteit. Door in het parametrische model de diameter van de buizen te vergroten en de wanddikte te verkleinen, kon gebruik worden gemaakt van een meer gangbare, en daarmee kostenefficiënter type buizen. De samenwerking tussen producenten, staalbouwer en ontwerper heeft geleid tot een uniek gebouw, waarbij de communicatie is verlopen via een 3d-model dat gezien werd als de werkelijke representatie van het gebouw. Opmerkelijk is natuurlijk dat voor de Accoustic Barrier abstracties van de werkelijkheid, zoals tekeningen, zijn verbannen. De kosten zijn hierdoor laag gebleven en het gebouw kon binnen budget worden opgeleverd.
37
Na dit prettige gesprek bedankten we Gijs Joosen voor deze inspirerende presentatie en gingen we weer richting Eindhoven met onze hersenen krakend over deze nieuwe mogelijkheden voor de constructeur!
Bron: - ONL Met dank aan: - Gijs Joosen (ONL)
» «
Constructief ontwerpen in optima forma Na deze interessante presentatie kwam het onderwerp ‘constructief ontwerpen’ ter discussie. De manier waarop de constructeur tegenwoordig wordt opgeleid, is namelijk compleet tegenstrijdig
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Andere projecten Na dit project liet Gijs Joosen ons nog een aantal toekomstige projecten zien, die op nagenoeg dezelfde wijze worden aangepakt, namelijk doormiddel van parametrisch ontwerpen. Een opvallend project was een landmark toren in Kaiserslautern, waarbij een brug, conferentie centrum en een woontoren op een plastische wijze in elkaar overliepen.
Mooi werk Grontmij adviseert, engineert en begeleidt
Voor alle mogelijke disciplines en stappen in het
bouwprojecten in de meest ruime zin van het
bouwproces is volop deskundigheid in huis. Door
woord. Van de allereerste ideeën tot en met de
intensieve samenwerking, opleiding, training en
uitvoering en het beheer denken wij mee met
kennisdeling proberen we die deskundigheid
onze klanten. Samen zoeken we naar innovatieve,
voortdurend te vergroten. Grontmij biedt behalve
kwalitatieve en duurzame oplossingen. Samen
uitdagende projecten dus ook volop kansen om
streven we naar mooi werk!
jezelf verder te ontwikkelen. Kortom: mooi werk! www.grontmij.nl
[Activiteiten ) Dartborrel @Vertigo vloer 5 Dat ging toch beter dan ik dacht! Net als vorig jaar is er ook dit jaar een dartborrel gehouden bij KOers. Dit jaar waren er zo’n 30 inschrijvingen. De organisatie bestaande uit Geert en Jop, heeft zijn best gedaan het niveau over de verschillende groepen te spreiden door bij het inschrijven te vragen op wat voor niveau je jezelf inschatte. Een keuze die knap lastig is als je al een hele tijd niet hebt gedart. Ik besloot me daarom maar in te schrijven op niveau 4 (één-na-slechtste). De poule waarin ik terecht kwam bestond uit Mariëlle, Wil, Frank en Sander. Het begon voor mij allemaal niet zo goed, de eerste ronde werd ik door Mariëlle finaal ingemaakt! (Ik weet niet wat het was, maar ik was die ronde behoorlijk afgeleid!) Gelukkig ging de rest beter en wist ik met veel geluk van zowel Sander, Frank en Wil te winnen. Als eerste van de pool mocht ik het opnemen tegen Menno (ja, die van het bestuur). Dit was dus de eerste ronde dat we met een dubbel uit moesten gooien. Dat ging meteen een stuk minder… Toen ik en Menno ieder 20 pijlen op de dubbel één hadden gegooid, besloten we maar gewoon te gaan ‘bullen’ voor de winst. 39 Gelukkig zat ik er net iets dichterbij, waardoor ik de eerst leg won. De tweede leg gooiden we single uit en die ronde was vrij snel afgelopen, waardoor ik tijd had om even bij de anderen te kijken en een pilsje te drinken.
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Bas Wijnbeld
»
De ronde erna kwam ik tegenover Dennis te staan, een enthousiaste darter die voor de winst ging. Nadat Dennis mij in de eerste leg gemakkelijk versloeg, wist ik in de tweede leg terug te komen tot 1-1. Maar echt spannend werd het niet in de 3e ronde: Dennis versloeg mij eenvoudig met 2-1. Door de finalisten werd nog tot laat door gedart. Uiteindelijk rond een uurtje of 10 was de winnaar bekend. De prijs werd door niemand minder uitgereikt dan door onze eigen quizmaster Paul. Dennis kreeg de eerste prijs, een prijs waar hij duidelijk naar uitgekeken heeft, zo bleek uit zijn toespraak. De 2de prijs ging naar de winnaar van vorig jaar (Niels) en de 3de prijs ging naar Sander. Allemaal tevreden gezichten behalve dan bij de bewaking, omdat we te laat het gebouw uit probeerde te vluchten. Maar gelukkig wist Geert, met zijn diplomatieke kwaliteiten, ons zonder problemen het gebouw uit te krijgen, waarna deze geslaagde borrel tot zijn einde kwam.
«
[Interview )
40
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
RijnDijk Engineering is de hoofdsponsor van de studiereis naar Maleisië en Singapore. Naar aanleiding van deze sponsoring willen we dit bedrijf aan jullie voorstellen middels een interview. Dit interview is afgenomen met Jeffrey van de Kerkhof, directeur RijnDijk Engineering. RijnDijk Engineering maakt deel uit van de RijnDijk Groep BV. Deze holding telt momenteel twaalf gezonde en zeer ervaren werkmaatschappijen in binnen- en buitenland, die elk zelfstandig op de staalmarkt actief zijn. Met in 2006 een totale jaaromzet van 170 miljoen euro en zo’n 680 werknemers worden staalbouwprojecten uitgevoerd in de industrie, petrochemie, offshore, energie en de meer complexe projecten in de utiliteitsbouw en infrastructuur. Deze projecten worden, vaker als hoofdaannemer, uitgevoerd in Nederland en steeds vaker het buitenland, voornamelijk Europa. Bij specifieke projecten kan snel en daadkrachtig een intensieve samenwerking met collega-bedrijven binnen de groep worden opgezet, zodat elkaars know-how en ondersteuning ten volle wordt benut. Grote en complexe opdrachten kunnen zo binnen de groep met korte communicatielijnen en onder een centrale verantwoording worden gerealiseerd.
RijnDijk Engineering is het zelfstandig engineeringsbureau binnen de RijnDijk Groep.
opererende
PERSONALIA Jeffrey van de Kerkhof Opleiding - - -
VWO TU Eindhoven: Werktuigbouwkunde (2 jaar, niet afgerond) HTS: Werktuigbouwkunde (Eindhoven)
Hierna is Jeffrey gaan werken bij SGB Helmond op de Research & Development afdeling, waar hij onderzoek heeft gedaan naar de draagcapaciteit van steigerconstructies.Via een vriend, die op dat moment vestigingsmanager was, is Jeffrey bij RijnDijk Engineering
Jeffrey van de Kerkhof (RijnDijk Groep) terecht gekomen, eerst werkzaam als tekenaar/constructeur, daarna als vestigingsmanager en nu als directeur. Werkzaamheden RijnDijk Engineering Op dit moment voert Jeffrey veel verschillende taken uit bij RijnDijk Engineering. Hieronder vallen onder andere het aannemen van nieuw personeel, het verzorgen van interne opleidingen, het begeleiden van werknemers en het maken van berekeningen. Het combineren van managementfuncties en technisch werk is niet altijd even gemakkelijk. Graag zou hij zich wat meer bezig houden met managementfuncties. Om deze reden is Jeffrey op zoek naar een hoofd voor de tekenkamer en de constructeurs, zodat hij de managementtaken op zich kan nemen. RijnDijk Engineering RijnDijk Engineering is begonnen met twee tekenaars, één tekenaar/constructeur (Jeffrey) en één vestigingsmanager. Na 2,5 jaar is Jeffrey vestigingsmanager en later directeur geworden. Op dit moment telt RijnDijk Engineering elf vaste medewerkers en is nog steeds groeiende. Het overgrote deel van het werk dat RijnDijk Engineering doet, wordt uitgevoerd voor bedrijven binnen de RijnDijk Groep. De hoofdbezigheden van RijnDijk Engineering zijn het maken van detail- en hoofdberekeningen en werkplaatstekeningen voor grote industriële staalconstructies. De gehele RijnDijk Groep is volledig op staal georiënteerd. Belangrijke stappen uit het productieproces van staal worden uitgevoerd door bedrijven die onder de vleugels van RijnDijk Groep opereren. Wanneer andere materialen worden toegepast, worden deze door onderaannemers uitgevoerd.
Op welk gebied onderscheidt RijnDijk Engineering zich van andere bedrijven in uw branche?
Ziet u meer mogelijkheden tot samenwerking met KOers? Die mogelijkheden zie ik zeker, zo zijn er bijvoorbeeld altijd stageplaatsen beschikbaar. Als er geen vaste opdracht is, wordt deze gemaakt. Bij ons is een stagiair geen medewerker, het gaat er primair om dat de student leert van zijn stage. Voor de student is het ook een mogelijkheid om de sfeer binnen een bedrijf te proeven. Ik vind het erg belangrijk dat mensen een toekomstvisie hebben. Wanneer deze goed verwoord kan worden, is de student vaak bezig met het bereiken van vooraf gestelde doelen. Verder vind ik het karakter belangrijk en moeten de communicatieve vaardigheden goed zijn. Het cv vind ik minder belangrijk. Wanneer studenten naast hun studie tijd vrijmaken voor nevenactiviteiten hebben deze studenten ook een toekomstvisie, daardoor willen zij ook hun doelen bereiken. Vooral kennisoverdracht door het doen van onderzoek of het houden van een lezing staat mij erg aan. Vroeger heb ik ook 41 onderzoek gedaan aan steigerconstructies in het laboratorium van de Technische Universiteit in Eindhoven. Dit soort samenwerking vind ik zinvoller dan ‘platte’ sponsoring. Hoe denkt u over het huidige onderwijs, ten opzichte van het bedrijfsleven? Ik vind het een goede ontwikkeling dat er steeds vaker projectmatig wordt gewerkt. Dit projectmatig werken gebeurt ook in het bedrijfsleven. Wel is het belangrijk dat er goed op wordt toegezien dat studenten niet mee gaan liften. Wanneer dat gebeurt, heeft het projectmatig werken een averechts effect. Een stage bij de studie bouwkunde is eruit gehaald. Is praktijkervaring tijdens en direct na de studie belangrijk? »
Past deze sponsoring binnen het beleid van RijnDijk Engineering?
Hoe belangrijk is geld en bouwtijd voor een bedrijf als RijnDijk
Wat is de reden dat uw bedrijf de studiereis van KOers sponsort?
«
Ik wil graag wat meer in contact komen met de studenten zelf. Nu kom ik vooral mensen uit mijn eigen branche tegen. Ik heb de indruk dat hoogopgeleiden eerder kiezen voor grote constructiebureaus. Ik wil dan ook graag met studenten in aanraking komen die zich aangesproken voelen door een groeiend bedrijf als RijnDijk Engineering.
Ik ben van mening dat wanneer een project tijdens de studie goed en realistisch is ingericht, een stage niet noodzakelijk is. Een stage is wel leerzaam om te zien wat het bedrijfsleven inhoudt. Door het doen van verschillende stages kun je ontdekken wat voor jou de meest prettige werkomgeving is. Wanneer je gaat solliciteren, weet je vaak niet goed wat je wilt en wat je kan verwachten. Als je dit vooraf hebt geproefd, kun je het beter beoordelen. Het bedrijfsleven is op zoek naar mensen die op een hoog niveau na kunnen denken en deze kennis ook in de praktijk toe kunnen passen.
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Een constructeur die bij ons werkt, maakt het hele proces mee, hierdoor is hij niet betrokken bij slechts een klein deel binnen het proces. Doordat we met een kleine groep mensen werken, wordt veel zelfstandigheid verwacht. Het is van de persoon afhankelijk of deze zich in een zelfstandige omgeving prettig voelt. We werken hier met een jonge club enthousiaste mensen. Met deze kleine groep kunnen we grote spraakmakende projecten realiseren.
Binnen ons bedrijf is er geen apart beleid ten aanzien van sponsoring. Een gedeelte van de sponsoring wordt verzorgd door de RijnDijk Groep. Zelf hebben we ook geld gereserveerd voor dit soort activiteiten. Dat KOers contact opnam was niet gepland; het kwam op mijn pad en ik heb op dat moment de beslissing genomen. Zelf zouden we niet naar een studievereniging gestapt zijn.
42
Engineering?
Hoe ziet u de samenwerking met KOers tot dusver?
Er bestaat altijd een wisselwerking tussen tijd- en commercieel besef en het slim toepassen en onderzoeken van aspecten. Snel schakelen wordt steeds belangrijker. Je probeert te zoeken naar een optimaal evenwicht in tijd, geld en kwaliteit. Niet alles hoeft geheel geoptimaliseerd of van topkwaliteit te zijn. Het is erg belangrijk om een bepaald doel in te kaderen en hier naartoe te werken. Wanneer het traject goed is doorlopen en het doel binnen de gestelde tijd is gehaald, is dit voldoende. Het loont dan niet meer om nieuwe alternatieven te gaan zoeken; je hebt niet altijd het beste nodig. Door deze inkadering kan worden beoordeeld of een project af is. Extra tijd hoeft dan niet te worden gestoken in de verbetering, maar eerder in een aanvulling. De opdracht of het doel kan beter niet worden aangepast. Problemen kun je verwachten wanneer het einddoel en het kader niet goed vastliggen. Hierdoor kan het project divergeren en raak je het overzicht kwijt. Door beslismomenten vast te leggen, wordt dit voorkomen.
De samenwerking met KOers verloopt goed. Er is een duidelijk doel en daar wordt ook volop naar gestreefd. Op dit moment ken ik alleen de contactpersonen van de studiereis. Ook wil ik wat meer bekendheid bij de overige studenten krijgen. Ik heb geen concrete verwachtingen van de samenwerking met KOers. Ik vind het erg belangrijk dat de studenten een goede indruk hebben van hun vakgebied, zodat ze ook weten hoe het er in de praktijk uitziet. Een buitenlandse studiereis zorgt voor wat extra bagage. «
KOers onderweg naar Maleisië en Singapore aan Thailand en in het zuiden aan de zelfstandige eilandengroep Singapore. Het zuidelijke deel van Maleisië grenst in het zuiden aan Indonesië. Maleisië heeft bijna 22 miljoen inwoners en heeft zich sinds de opkomende handel tussen Europa en Azië ontwikkeld tot vooraanstaand handelscentrum.
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
Singapore is het kleinste land in Zuidoost-Azië. Singapore bestaat uit een groot eiland met kleinere bijbehorende eilanden. Van oorsprong bestond het land voor een groot gedeelte uit tropisch regenwoud, deze regenwouden zijn echter voor een groot deel verdwenen door de sterk groeiende bedrijvigheid. Het land breidt haar oppervlakte gestaag uit door landwinning. In totaliteit telt het land bijna 5 miljoen inwoners.
In het collegejaar 2006-2007 wordt er wederom een verre reis gepland, namelijk naar Maleisie en Singapore. De immense en innovatieve bouwwereld in Maleisië en Singapore heeft de commissie doen besluiten deze landen te bezoeken tijdens de studiereis in 2007. Maleisië is een land in het zuidoosten van Azië. Het bestaat uit twee afzonderlijke delen die gescheiden worden door de Zuid-Chinese Zee. Het noordelijke deel, West-Maleisië, grenst in het noorden
De studiereiscommissie is ervan overtuigd van de mogelijkheden die Maleisië en Singapore bieden om 20 meereizende studiegenoten in diverse opzichten te verrijken. Hierbij moet gedacht worden aan hoogstaande architectuur, innovatieve constructieprincipes, uitgebreide materiaalkennis en verontwikkelde uitvoeringstechnieken met een geringe bouwtijd. Om deze mogelijkheden te benutten en daar lering uit te trekken worden er meerdere lezingen door lokale experts gegeven, diverse studiegerichte excursies en bezoeken aan de meest spraakmakende bouwprojecten die Maleisië en Singapore rijk zijn. De zojuist genoemde aspecten zullen plaatsvinden in een tijdsbestek van 12 dagen. Hiervan verblijft de gehele groep 7 dagen in Maleisië en 5 dagen in Singapore.
-EER DAN 3TAAL -ET IN EEN TOTALE JAAROMZET VAN MILJOEN EURO EN WERKNEMERS WORDEN STAAL GERELATEERDE PROJECTEN UITGEVOERD IN DE INDUSTRIE CHEMIE EN PETROCHEMIE ENERGIE EN VUILVERBRANDING OFFSHORE EN COMPLEXE UTILITEITSBOUW EN INFRASTRUCTUUR $EZE PROJECTEN WORDEN VAAK ALS HOOFDAANNEMER UITGEVOERD 2IJN$IJK %NGINEERING RICHT ZICH DAARBIJ OP HET ONTWERPEN BEREKENEN EN TEKENEN VAN DE STAALCONSTRUCTIES 2IJN$IJK 3TEEL #ONTRACTING RICHT ZICH OP HET 2IJN$IJK %NGINEERING
VERWERVEN EN REALISEREN VAN GROOTSCHALIGE OPDRACHTEN OP HET GEBIED VAN INDUSTRIÑLE CONSTRUCTIES
!ALSTERWEG B 2! %INDHOVEN 4EL WWWRIJNDIJKCOM
"INNEN DE 2IJN$IJK 'ROEP IS ALTIJD PLAATS VOOR JONGE ENTHOUSIASTE STAAL CONSTRUCTEURS TEKENAARS BOUWKUNDIG SPECIALISTEN PROJECTMANAGERS WERKVOORBEREIDERS EN CALCULATORS 6OOR MEER INFOMATIE JKERKHOF RIJNDIJK ENGINEERINGNL
[Innovatie
en technologie )
Betonson Pluspaal: de innovatieve, lichte paal van prefab beton Oskar de Kok Betonson is in staat voor de meest uiteenlopende constructieve vraagstukken een oplossing te vinden én maken, zowel boven (vloeren, elementen) - als ondergronds (funderingen, buizen). Een voortdurend investeren in innoverende bouwtechnologie en efficiënte productiemethoden zorgt ervoor dat Betonson zich onderscheidt met nieuwe concepten gekoppeld aan een indrukwekkende productiecapaciteit. Een nieuw voorbeeld van deze innovatiekracht is de Pluspaal. Een prefab betonnen heipaal met een gewichtsbesparend element die beter is voor het milieu en sneller verwerkt kan worden.
44
Figuur 1: De pluspaal
Inleiding
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
Algemene constructieve aspecten van een prefab voorgespannen heipaal Het doel van een funderingspaal is in de meeste gevallen het afdragen van een verticale drukkracht naar de op een bepaalde diepte gelegen draagkrachtige grondlagen. Hiervoor zijn verschillende soorten paalfunderingen mogelijk, doch blijft nog steeds het heien van palen een uitstekende manier om er zeker van te zijn dat de draagkrachtige laag is bereikt, vandaar de heipaal. Om zeker te zijn van een goede kwaliteit van een heipaal is het vooraf produceren van een heipaal, onder constante omstandigheden, een grote pre ten opzichte van in de grond gevormde palen. Wanneer we kijken naar de nu standaard voorgespannen prefab heipalen zien we dat een minimale betonsterkte van C45/55 wordt toegepast, in verband met ontkisten, transporteren, hijsen en heien. Wanneer de palen in de grond zijn geheid en de uiteindelijke gebruiksbelasting op de palen komt, zijn deze palen ruimschoots over gedimensioneerd. Nadere uitleg: Er zijn bij een paalfundering 3 componenten die samen de fundatie verzorgen, deze dienen dus ook alle drie onderbouwd te
Figuur 2 en 3: Heien van een prefab betonnen funderingspaal
zijn. Over het algemeen worden deze drie componenten door drie verschillende partijen bekeken. 1) Het begint in eerste met krachten uit de boven constructie die door de hoofdconstructeur worden berekend. Fd;boven constructie 2) De kracht uit de bovenconstructie moet opgenomen kunnen worden door de paal. De paal bestaat uit gewapend beton, de beton en wapening moeten worden gecontroleerd of deze voldoet aan de maximaal optredende drukspanning. Betonson geeft aan wat de maximaal opneembare drukkracht is van paal. Fr;max;paal
Op deze mogelijke inwendige reductie van de paaldoorsnede sluit de Pluspaal perfect aan. Reductie van de paaldoorsnede van bijvoorbeeld 25% is goed mogelijk 0,75*1861 = 1396 kN dit is nog steeds ruim voldoende in gebruikstoestand. Een belangrijk aandachtspunt is dat er tijdens het heiproces veel hogere spanningen optreden, het is dus ook in deze situatie waarop de paal gedimensioneerd moet worden met betrekking tot betonsterkte, voorspanning, etc.. Tijdens meerdere heiproeven komt naar voren dat een massieve kop wenselijk is voor het op een goede manier inleiden van de piekspanningen naar een gelijkmatige spanning in de paaldoorsnede, wederom sluit de Pluspaal hier perfect op aan met zijn massieve kop & voet. Het beleid van de overheid is gericht op het verminderen van de milieubelasting in termen van materiaalgebruik, energieverbruik en de milieudruk. Het doel is om materiaalarm te bouwen of het voor een gegeven functie leveren van de gevraagde prestatie met minder grondstoffen. Specifiek wil men het gebruik van oppervlakte delfstoffen beperken, met name schaarse producten als grind en beton- en metselzand. Door de toepassing van een gewichtbesparend vulelement in de Pluspaal wordt hier invulling aan gegeven. Daarnaast neemt ook het energieverbruik dat benodigd is voor de productie van de betonspecie sterk af. Afhankelijk van de lengte en de diameter van de funderingspaal 45 kan een besparing worden gerealiseerd van 20 tot 35 procent op de inzet van primaire grondstoffen.
Figuur 4: Werking paalfundering
3) De kracht uit de bovenconstructie moet via de paal aan de grond worden overgedragen. Er moet gecontroleerd worden of de grond deze krachten kan op nemen. Als de grond niet voldoende weerstand kan bieden zal de paal weggedrukt worden in de grond. De controle van de grond wordt over het algemeen gedaan door een grondmechanisch adviesbureau. Fr;max;grond
«
Door het lagere gewicht van de paal kan deze ook ingezet worden
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Uit dit voorbeeld komt duidelijk naar voren dat in gebruikstoestand de paaldoorsnede veel meer capaciteit heeft (ca 300%). Het is dus zeker mogelijk om reductie toe te passen op de paaldoorsnede. Let wel, de grondweerstand wordt geleverd door de paalschachtwrijving en de puntweerstand, dus inwendige reductie!
Door het lage gewicht van de Pluspaal wordt een hogere verwerkingssnelheid bereikt. Enerzijds is een aanzienlijke verhoging aanwezig van de snelheid van het oppakken van de paal uit de tas naar het gereed hangen voor verwerking. Ten opzicht van de traditionele paal kunnen langere palen met een enkele strop gehesen worden. Anderzijds wordt ook een theoretische toename van de snelheid verkregen bij het op de juiste diepte heien van de Pluspaal. Minder energie is nodig om de paal in beweging te krijgen als gevolg van het lagere gewicht. Deze energie wordt nu benut om de grond te verdringen. Dit zorgt ervoor dat de snelheid waarmee de paal geheid wordt vergroot. Bijkomend voordeel van de snellere verwerking is dat de omgeving ook minder hinder ervaart van storende geluiden door de heistelling.
»
Om enig gevoel te krijgen van de verschillende krachten, hier een veel voorkomende paal met de reactiekrachten: Paal vk250mm Fd;max;bovenconstructie = 527kN Fr;max;paal = 1861kN Fr;max;grond = 589kN
In de verkeer en vervoersector komt door de verbranding van fossiele brandstoffen het schadelijke broeikasgas CO2 vrij. De overheid wil de vervoersector stimuleren het brandstof verbruik omlaag te brengen. Ook hier levert het lage gewicht van de Pluspaal een belangrijk voordeel op. Het aantal prefab palen dat op een vrachtwagen vervoerd kan worden is substantieel groter in vergelijking tot de massieve prefab producten. Meer vervoeren met minder transport levert een kostenbesparing op, en is ook beter voor het milieu.
voor projecten waar nu in verband met de benodigde lengte van de paal alleen in de grond gevormde palen toegepast worden. De Pluspaal kan in deze toepassing allerlei voordelen bieden boven de in de grond gevormde palen ten aanzien van zekerheid over het materiaalverbruik en de gevraagde prestatie van de fundering. In totaal zijn tijdens het ontwikkeltraject circa honderden Pluspalen van diverse afmetingen en in wisselende grondslagen geheid zoals onder andere in Son, Almere, Nibbixwoud, Goor, Utrecht, Elst, etc.. De pluspaal ziet de toekomst positief tegemoet!! «
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
46
Bron: - Betonson Met dank aan: - Oskar de Kok
◄ Figuur 5: Koppensnellen van de pluspaal ▼ Figuur 6: Reksensoren en versnellingsopnemers
3AMEN WERKEN AAN OPLOSSINGEN VOOR DE DAG VAN MORGEN
!LS OUDSTE INGENIEURSBUREAU VAN .EDERLAND CREpERT 2OYAL (ASKONING OPLOSSINGEN VOOR VRAAGSTUKKEN DIE DE DUURZAME INTERACTIE TUSSEN DE MENS EN ZIJN OMGEVING BETREFFEN 7E DOEN DAT MET RUIM MEDEWERKERS ACTIEF IN PROJECTEN OP HET GEBIED VAN RUIMTELIJKE ONTWIKKELING INFRASTRUCTUUR TRANSPORT BOUWMANAGEMENT ADVIES ARCHITECTUUR BOUW GEBOUWINSTALLATIES INDUSTRIpLE INSTALLATIES MILIEU WATER KUST RIVIEREN EN MARITIEM 7IJ WERKEN VANUIT MEER DAN VESTIGINGEN IN .EDERLAND EN BIJNA WERELDWIJD 2OYAL (ASKONING ZOEKT ONDERNEMENDE PROFESSIONALS DIE KLANTGERICHT WERKEN INITIATIEF DURVEN NEMEN NIEUWSGIERIG EN INTEGER ZIJN EN GOED KUNNEN SAMENWERKEN 7IJ BIEDEN JE EEN STIMULERENDE WERKOMGEVING MET UITDAGENDE PROJECTEN EN DE MOGELIJKHEID JE TALENTEN TE ONTWIKKELEN "EN JE GEtNTERESSEERD IN EEN CARRInRE BIJ 2OYAL (ASKONING "EZOEK DAN ONZE WEBSITE VOOR MEER INFORMATIE 7IE WEET ONTMOETEN WIJ ELKAAR BINNENKORT
WWWROYALHASKONINGCOM
[Projecten )
Door: Lex Pelkman
WAALPANORAMA Nijmegen, Nederland
Dit is het eerste deel in een reeks van artikelen over de ontwikkelingen in het constructief ontwerpproces van het project ‘Waalpanorama’. Het project situeert zich aan de west-kant van de rand van het centrum van Nijmegen, dat bestaat uit stadswoningen, commerciële ruimte, parkeergarage en een 120 meter hoge woontoren. 48 Programma van eisen
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
Ongeveer een half jaar geleden werd ik, tijdens de stageperiode bij Royal Haskoning voor het eerst geconfronteerd met het project ‘Waalpanorama’ door ir. M.H.M. Baltussen, de constructie-adviseur van dit project en tevens mijn toenmalige stagebegeleider. Destijds bevond het ontwerp zich in de schetsfase. In deze fase had de architect reeds een visie geformuleerd op de stedebouwkundige context van het project met de omgeving en dat van de componenten van het project onderling. Dit is samengevat in een op de projectserver geplaatste ‘moodbook’, waarin tevens een eerste ruimtelijk beeld werd geschetst naar aanleiding van deze stedebouwkundige analyses en het programma van eisen.
Schetsontwerpfase Omdat aA architectsAlliance een Canadese architectenbureau betreft, die werken met een maatvoering in inches, zijn sommige maten in de plattegronden geen standaard stramienmaten.
»
Doorsnede parkeergarage
Tevens is ter bewaking van het Bouwbesluit het Nederlandse architectenbureau Van Aken architecten bij het project betrokken. Aan de hand van de eerste schematische bouwkundige tekeningen van de architect, in oktober van het vorige jaar, is er een aantal aspecten van het ontwerp die constructief van belang waren geïnventariseerd. Parkeergarage Ten eerste was dit de vijf-laagse parkeergarage die maar één laag verdiept onder het maaiveld ligt, door het heel grove zand en het waterniveau van de rivier de Waal. Eerst was de parkeergarage nog gedacht in een hellende parkeerbaan om het tevens hellende grasdak toegangbaar te maken vanaf het maaiveld, maar is later getransformeerd tot een parkeergarage met rechte parkeerbanen en enkel een hellend (gras)dak. Het verticale transport in de parkeergarage wordt via een centraal gelegen helix geregeld. Het stramien van de parkeergarage bedraagt 8,66 bij 5,20 meter, dat betekent dat de parkeergarage met kanaalplaten en geïntegreerde stalen liggers kan worden uitgevoerd. Omdat de parkeergarage een openbare functie vervult en de gemeente Nijmegen zo snel mogelijk daarvan gebruik wenst te maken, zal de parkeergarage (constructief) als eerste gebouwd worden en dus constructief los komen te staan van de aangrenzende woontoren.
Concept Het Stadspark wordt ontwikkeld als langgerekt park dat de spoorzone verbindt aan “ecologische hoofdstructuur” de rivier de Waal. De hoogbouw biedt sterke oriëntatiepunten voor de toegangen naar de binnenstad. De oranje strook is een sterke stedelijke herontwikkeling die de hiaat tussen de binnenstad en de spoorweg vult.
Stedebouwkundig intermezzo Stad Barrière Historisch wordt de stedelijke vorm van Nijmegen gekenmerkt door een concentrisch groeipatroon. De middeleeuwse stad concentreert zich rond de kathedraal. In recentere eeuwen werd het oude centrum nog omringd door stadsmuren. In de negentiende eeuw vormde de spoorwegdijk een nieuwe begrenzing van de historische binnenstad. Doorbraak Tegenwoordig wordt de binnenstad vanuit het westen ontsloten door twee tunnels in de spoordijk. De zone onmiddellijk ten westen van de spoordijk is vrij gebleven van ontwikkeling en biedt kansen voor aansluiting van de binnenstad op de buitenwijken. Spil De hoogbouw wordt strategisch geplaatst bij één van deze doorbraken: bij het begin van de Voorstadslaan, aan de Waalhaven. Gemeente Nijmegen heeft deze locatie als ideale plaats voor een grote parkeergarage aangewezen. Door hier te voorzien in moderne parkeerfaciliteiten met comfortabele toegang voor voetgangers zal het autoverkeer in de binnenstad vermineren.
Barrière
Voorstel De “Stamlijn” zou omgevormd kunnen worden in een langzame verkeersroute en een verbinding aken van de Waalkade en de binnenstad, door het lineaire park in de richting van Wijchen. De ontwikkeling aan de “Tunnelweg” levert aan de achterzijde van hwet station een elegante “groene” entree op en versterkt tevens de relatie met Koers-West.
Project
Doorbraak
Land en water
Spil
Groene structuren
- Huidige situatie - Concept - Voorstel
«
Interactie
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
Achtereenvolgens:
De groene strook aan de westzijde van de spoordijk kan ontwikkeld worden als een langgerekt park dat de spoorzone verbindt aan “ecologische hoofdstructuur” de rivier de Waal. Nieuwbouw kan hier helpen het groene karakter te waarborgen door met smalle hoge gebouwen of grasdaken te werken. De oost kant van de spoordijk kan worden herdefinieert als een hoog stedelijke bebouwingsstrip om west en oost beter met elkaar te verbinden en de gaten die in de negentiende en twintigste eeuwse ontwikkelingen zijn vergebleven op te vullen.
»
Omgeving Huidige situatie De spoordijk wordt aan de westzijde geflankeerd door een ondoelmatige groenstrook en aan de oostzijde door een onsamenhangende stedelijke strook. Het spoorwegstation keert zijn rug naar Koers West.
Concept Bij eerste aanzet tot het verwezenlijken van de ecologische verbinding van de rivier met het achterliggende lineaire park wordt een deel van het programma voor het “Waalpanorama” half verzonken in 49 het Stadspark zodat het landschap over het dak zijn doorgang kan inden. Tevens wordt aan de Voorstadslaan een wand gecreëerd die de stedelijke structuur van uit het westen afmaakt in de richting van de oude binnenstad.
Stedebouwkundige inpassing van het project Het project kan stedebouwkundig worden uiteengezet in drie componenten: het stadspark, het podium en de toren, die samen een nieuwe stedelijke entiteit vormen die de westelijke ingang naar de binnenstad vertolkt, vernieuwt en transformeert. De spoorweg vormt een barrière tussen de binnenstad en het achterliggende gebied . Met de nieuwe plannen voor ‘Koers West’ en het spoorwegstation, neemt het braakliggende terrein ten westen van de spoordijk enorm in belang toe. Dit terrein kan worden ingezet om de stadsdelen weer te verbinden. Het Stadspark wordt een nieuw lineair park tussen de Voorstadslaan en de Tunnelweg, dat dienst kan doen als buurtpark voor informele activiteiten zoals ontmoeten, wandelen, fietsen, voetballen, ontspannen enz. Door het geconcentreerde bebouwingsprogramma op beide uiteinden van het park en de lagere bebouwingsdichtheid die langs het park is gepland, krijgen de ingangen naar de binnenstad een krachtige poortfunctie die de westzijde van de stad weer een nieuw aanzicht geven.
Profiel stadspark
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
50 Het Podium geeft antwoord op de directe omgeving van de Hezelpoort. Dit deel van het project waarborgt de menselijke maat in het project en biedt de omringende straten een verscheidenheid in gebruik en functies. Het Podium schept balans binnen de schaal van het totale project en de omringende bebouwing. Tevens begeleidt het Podium de ingang naar de binnenstad langs de Voorstadslaan en transformeert een publieksonvriendelijke plek in een actief en levendig centrum. De openbare parkeergarage is “begraven” om hinder voor de omringende buurt te minimaliseren. De stadshuizen flankeren de garage aan de Hezelstraat en reflecteren de huidige woonbouw in het nieuwe project. Een publiekstoegankelijk dak verlengt het Stadspark tot over de garage en creëert op die manier een groen balkon dat uitkijkt over de Waalhaven. De parkeergarage is omringd met functies die de buurt een levendig karakter verschaffen. Een grandcafé, een fitnesscentrum, een kinderdagverblijf, autoverhuur, bankfaciliteiten, kleinschalige winkelruimte en de kantoren introduceren een rijke mengeling van gebruik op straatniveau. Een aantal lagen met atelierachtige kantoorfaciliteiten boven de genoemde publieksvoorzieningen versterken de stedelijke schaal aan de Voorstadslaan. Een levendige en stedelijke verblijfsomgeving vervangt een drukke verkeersader. Een ‘binnenhof’ tussen de stadswoningen en de parkeergarage vormt een ingang naar de toren en geeft daglicht in de garage.
Het podium
De Toren stijgt uit boven de directe omgeving en reageert op de stad en haar context. Symbolisch functioneert de toren zoals een spits van een kathedraal of de torens van Middeleeuwse stadsmuren. De hoogbouw creëert een nieuw oriëntatiepunt voor de 21e eeuw: de verbinding tussen verleden en toekomst, de Waalhaven en het landschap, de auto en de voetganger. Het is een symbool voor Nijmegen als moderne en innovatieve stad. Zorgvuldig geplaatst op het dak van het Podium en oprijzend vanuit het nieuwe aan woningtypen: variërend van betaalbare studiowoningen tot luxe penthouses. Alle eenheden zijn licht en transparant van karakter en bieden een hoogwaardige woonbeleving. De toren bevat een diversiteit aan sociale en recreatieve faciliteiten voor bewoners en bezoekers, bijvoorbeeld een restaurant op de hoogste verdieping met spectaculair uitzicht over de stad, maaiveld wordt het effect van de toren op de omgeving tot een minimum teruggebracht. Het woningbouwprogramma kent een grote verscheidenheid de rivier en het omringende landschap. Haar vorm is eenvoudig, elegant en tijdloos. De indeling en oriëntatie van de toren wordt vormgegeven door de diverse zon (wind) richtingen, uitzichten en de verschillende kwaliteiten en schaalniveaus van de omgeving zoals de rivier, het historische centrum en de nieuwe bebouwing van Koers West. De glazen gevel levert een uniek spel van transparantie, reflectie en licht. Lichtgevend, slank en elegant, een modern icoon op de entree naar de oude stad, een nieuwe en hoogwaardige vorm van wonen in Nijmegen.
De toren
Figuur 3: Mogelijke vormen woontoren
Toren torenvorm Ten tweede het constructief meest interessante onderdeel van het project: de 120 meter hoge woontoren In het vroege stadium van het ontwerp, was de definitieve plattegrondvorm en de precieze plaatsing van de toren nog niet bekend. Wel ging er een voorkeur uit naar een organische vorm, maar een rechthoekige of driehoekige vorm was ook nog mogelijk. Factoren als bezonning, uitzicht, stedebouwkundige en ruimtelijk kwaliteit, dienen door de architect dus nog nader onderzocht te worden voor het maken van een definitieve keuze voor de plattegrondvorm en de geometrie van de kernwanden in deze vorm.
8. Grasdak/ Stadspark 9. Spoordijk 10. Toegnag naar Grasdak en Parkeergarage
Tabel 2: Participanten
Conclusie In de schetsontwerpfase is vooral de architect bezig met het globaal ruimtelijk uitwerken van het concept en het programma van eisen, waarbij projectontwikkelaar en aannemer de economische randvoorwaarden te bewaken. Het werk van de constructief ontwerper beperkt zich tijdens deze fase tot het inventariseren van constructieve hoofdzaken en het anticiperen daarop, door zoveel mogelijk vooruit te denken om snel te kunnen antwoorden op eventuele vragen en wensen. In deel 2 van het een volgend artikel zullen de ontwikkelingen van het constructief ontwerp van het project tijdens de voorlopige ontwerpfase aan bod komen. « 1 Woontoren 2 Winkelruimte 3 Binnenhof 4 Stadswoningen (boven) 5 Voorstadslaan 6 Stadswoningen 7 Parkeergarage 8 Grasdak / Stadspark 9 Spoordijk 10 Toegang naar Grasdak en Parkeergarage
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
7. Parkeergarage
51
»
1d-schematisatie Het maken een globale inschatting van de benodigde afmetingen van de stabiliteitsconstructie op basis van een 1D-schematisatie is in dit vroege stadium van het ontwerp voldoende. Voor het principe van de stabiliteitsconstructie betreft betonnen, woningscheidende kernwanden met een minimale dikte van 250 mm vanwege de geluidsnorm. De windbelasting, de gebouwafmetingen en het constructieprincipe vormen daarbij de belangrijkste parameters. Hiervoor is een spreadsheet opgesteld waarmee snel geanticipeerd kon worden op wisselingen in de geometrie van de kernwanden. Er is in eerste instantie verondersteld dat de kernwanden uniform over de hoogte verlopen. Als ontwerpeis voor de toren is een totale toelaatbare horizontale topverplaatsing van 1/500 van de gebouwhoogte gehanteerd. Daarbij wordt in deze fase van het ontwerp aangenomen dat het aandeel van de topverplaatsing dat door funderingsrotatie plaatsheeft de helft is van de totale de totale topverplaatsing. Dat betekent dat de toren geschematiseerd als ingeklemde, prismatische staaf, 1/1.000 van de gebouwhoogte horizontaal mag verplaatsen. Voor de beide vergrotingsfactoren f1 (dynamische vergroting) en dat voor tweede orde is een conservatieve waarde van 1,2 toegekend. En is voor de 1. Woontoren van het beton een waarde van 15.000 N/mm2 elasticiteitsmodulus 2. Winkelruimte aangehouden, omdat nog in deze fase nog onbekend is of het 3. Binnenhof 4. Stadswoningen (boven) beton van de kernwanden ten gevolge van trekspanningen al dan 5. Voorstadslaan 6. Stadswoningen niet ongescheurd blijft in de bruikbaarheids-grenstoestand.
EEM-software Om alvast vertrouwd te raken met de eindige-elementen rekensoftware (SCIA ESA.pt) die later in het ontwerptraject gebruikt zal gaan worden, is er alvast een aantal elementaire gevallen gemodelleerd die door middel van een handberekening geverifieerd konden worden. Het betrof hier elementaire gevallen als de doorbuiging van een horizontaal belast 2d-wandelement, de doorbuiging en snedekrachten in de lateien van een horizontaal belast 2d-wandelement met sparingen, het effect van het op verschillende manieren aanbrengen van de windebelasting per verdiepingsvloer (als lijnlast over de breedte of als puntlast in het zwaartepunt), het verifiëren van de eigenfrequentie van een eenvoudig model bepaald met de rekensoftware aan de hand van NEN 6702 bijlage A.4, het meenemen van de initiële scheefstand van de in de geometrisch niet-lineaire berekening van de rekensoftware.
«
[column) LAB-PRAKTIJKEN Mocht je het CO-lab binnenlopen en zie je toevallig iemand rondkruipen over de vloer, die op het eerste gezicht lijkt te zoeken naar zijn contactlens dan zijn er twee opties. Er is inderdaad iemand zijn contactlens kwijt of iemand inspecteert de vloer op scheuren. In het kader van de wet Milieu Milieubeheer Bodembeschermende Voorzieningen moet een laboratoriumvloer vloeistofdicht zijn. Detecteren en registreren van scheuren, anders volgt een boete. Een argument als ‘wij laten geen overheerlijke mok koffie vallen’ telt niet. Aan de andere kant kunnen honderden liters hydraulische olie van het ringleidingsysteem bij lekkage nogal wat voor milieuproblemen zorgen. Adequate maatregelen zijn omslachtig en duur. Dus volstaat een een onderhoudscontract waarbij het oliesysteem jaarlijks wordt nagekeken. Wetgeving is soms verwarrend. Figuurlijk gesproken: knijp je zachtjes dan voel je weerstand, knijp je hard genoeg dan wordt een sponsig gedrag ervaren. Weer een indicatie dat er in Nederland nog te veel ambtenaren zijn en er bovendien nog te veel geld is. Veel wetgeving en controle-ambtenaren die veel gedogen. Maar waarom zou het ook efficiënt moeten? Elke management- opleiding/cursus/-model gaat over efficiency. Kennelijk is efficiency niet g vanzelfsprekend. Dan was iedere student toch binnen 5 jaren
afgestudeerd! Als de wereld tip-top efficiënt zou worden, dan was er toch geen honger en oorlog meer met al onze superieure technologie! Persoonlijke belangen ondermijnen de efficiency van alle organisaties. Persoonlijke ego-efficiency betekent (veel) geldelijk voordeel, extra comfort-tijd. De tegenstrijdige efficiencydrang tussen organisaties, zoals ook de TU/e, en individuen vormt een interessant spanningsveld. Mensen worden nooit robots die “ 24 / 7 “ optimaal kunnen bijdragen aan een organisatie. Het Chinese model dat het collectief zwaarder telt dan het individu zal ook daar sneuvelen. Het duo Van Kooten en de Bie hebben het jaren geleden al eens schitterend verwoord: “samen voor ons eigen” was de slogan van de “Tegenpartij”. Alle loterijen floreren omdat mensen simpelweg efficiënt rijk willen worden. Efficiënt studeren betekent organiseren en veel samenwerken, handige tips uitwisselen om tijd over te houden voor de betonkanorace, batavierenrace of een krattenbrug stapelen of een koel biertje te drinken. Dan maar een jaartje langer studeren. Kortom, hoe lullig ook voor de maatschappij, een flinke portie egoefficiency hoort er helemaal bij!!
52
BubbleDeck® een vloer op maat! gewichts- en kostenbesparend!
• sparingen eenvoudig aan te brengen • vrije leidingdoorvoer • minimale constructiehoogte
�
• minder ontgraving voor kelder-
»
KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
constructies • balkloze bollenplaatvloer met 30 à 35% minder eigen gewicht • eenvoudige en flexibel te gebruiken vloer- en draagconstructie • vorm- en ontwerpvrijheid met willekeurige vloerplattegrond en kolomplaatsing • grotere vloerbelastingen of grotere vloeroverspanningen • rationeel bouwen met kortere bouwtijd en arbeidsbesparing • milieuvriendelijk door besparing op grondstoffen
• geen dekvloer door monolithische afwerking • betonkernactivering ingebouwd in de vloerelementen • duurzaam bouwen: volledig hergebruik van de vloercomponenten mogelijk
®
Industrieel, flexibel en duurzaam bouwen met BubbleDeck®!
BubbleDeck Nederland BV Adm. Banckertweg 22 Postbus 150 2300 AD Leiden Telefoon +31 (0)71 521 03 56 Fax +31 (0)71 362 49 51 E-mail:
[email protected] www.bubbledeck.nl BubbleDeck Belgium BVBA Avenue Louise 65 1050 Brussel Telefoon +32 (0) 253 57 783 Fax +32 (0) 253 57 700
[Activiteiten ) Lezing / Cement De dagen dat je als constructeur wordt ingehuurd om even snel een constructieberekening uit te voeren, zijn nog niet voorbij. Vooral bij de standaard industrie- en hallenbouw viert deze aanpak nog hoogtijdagen. Gelukkig zien steeds meer architecten in dat een contructeur niet alleen maar in de weg staande kolommen en veel te dikke vloeren aandraagt, maar ook iemand is die een aanvulling kan bieden op het ontwerp bij bijvoorbeeld het versterken van een concept. De Cementlezing 2007, dit jaar georganiseerd op de TU Eindhoven, ging dan ook over deze interactie tussen architect en constructeur. De spreker van deze dag was ir. Jan Versteegen van Pieters Bouwtechniek, welke in het afgelopen jaar een column had in het blad Cement, waarin ook een aantal projecten, waaraan hij had deelgenomen, werden besproken. Aan de hand van verschillende voorbeeldprojecten liep dhr. Versteegen door de lezing heen. Alle studenten herkenden natuurlijk meteen het Atlas gebouw te Wageningen, waarbij dhr. Versteegen inging op het sterke architectonische beeld, waarbij de constructie een bepalende factor was. Ook de samenwerking met de prefab beton leverancier ten aanzien van de detaillering van de knooppunten kwam aan orde. Ook de Toptower in Almere en Blok 16 kwamen aan de orde, waarbij de constructie wederom beeldbepalend was voor het aanzien van het gebouw. Hopelijk zet de trend van een betere samenwerking tussen architect en constructeur zich in de komende jaren voort, en krijgt het constructeursvak meer aanzien. Bij meer wisselwerking loop je als constructeur echter meer kans om in aanraking te komen met doorgeschoten en gekke architecten, zoals dhr. Versteegen prachtig illustreerde met een van zijn laatste voorbeelden. De visie om hangende tuinen van Babylon te maken, met uitkragende balkons van 15 meter, compleet met zwembad en een oude eik, was financieel natuurlijk nooit haalbaar. Om als constructeur te kunnen aantonen dat het wel degelijk gemaakt kan worden, is natuurlijk prachtig. Dat er vervolgens niets gedaan wordt met berekeningen is jammer, maar dat wist je natuurlijk al van tevoren. Na afloop van de lezing stond er achterin de Trappenzaal een borrel met enkele versnaperingen op ons te wachten, alwaar we de lezing nog eens met elkaar doornamen en we de vele mensen van Pieters Bouwtechniek ontmoetten. Een mooie afsluiter van inmiddels weer de 3e Cementlezing. Volgend jaar kunnen we weer richting Delft gaan en hopelijk wordt het dan net zo’n succes. «
53
» KO/ersief, mei 2007, nummer 72 «
[Tot
slot... )
Wist-je-dat...
CO-lofon
... ... ... ...
KOersief is een verenigingsblad dat drie keer per jaar wordt uitgegeven door KOers, sectie Constructief Ontwerpen van de Bouwkundige studievereniging CHEOPS.
karin het afgezaagd zou vinden als het houtcentrum in Houten zou staan? Frederik een hekel heeft aan namen van één lettergreep? Paul B. een praatgroep maar ‘geklets’ vindt? ondanks dat Jeppe geen misselijke tijd heeft gelopen had hij toch nog wat over bij de finish?
Oplage
KOers-sudokupuzzels
Circa 300 exemplaren, verspreid onder student- en fondsleden van KOers.
Ondanks de ‘vele’ inzendingen van de vorige keer is er toch voor gekozen om wederom een prijspuzzel te plaatsen. Ditmaal gaat het om de populaire Sudoku.
Uitgever KOers, sectievereniging van de studievereniging CHEOPS en de unit COUT, sectie Constructief Ontwerpen van de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Eindhoven
Bij 3 volledig goed ingeleverde sudoku’s ontvangt de prijswinnaar een tegoedbon voor gratis eten en drinken bij de eerstvolgende KOers-borrel. Uiterste inleverdatum: 1 september 2007
Drukker De Witte Eindhoven 54
KOers TU/e De Wielen Vertigo 09.25 Postbus 513 5600 MB Eindhoven tel. 040-2474647
[email protected] www.KOersTUe.nl
Kopij
Oplossing KOers-kruiswoordpuzzel nr. 71 KO/ersief, mei 2007, nummer 72
«
1
10
K O S T E L I J 18 K S T A A L
27
»
M A
2
O E V E R B E S C A 3 H O U T S K E L A 6 7 E L L I P S T T R 11 T E M P E R A R K V E K A K E 13 P V A N B A A B 14 L O M A E K 19 E R N T K 21 W C E X P A N 22 A E 23 D L 24 W E I F A N G R 26 T B T R I X M A T E R E O 28 B O O S N
Created with EclipseCrossword — www.eclipsecrossword.com
H E R M I N G E T B O U W
4
Redactie
5
B Z H O U T E N W L L F E V R M I N G E R N K D I C 17 L Y H 20 G S R A F T E S E L N E T E D N G H E C H T I N G E 8
9
A C C 12 V E R V O Y R T O T B A T U U R
15
D 16 S E X R N I E R I E N C E X O S K E L
25
O N T
I A A L T E R G E M A A L Z U I D
Bij voorkeur Word-bestand zonder opmaak via e-mail. Figuren apart meezenden. Kopij KOersief 73 inleveren vóór september 2007.
Antwoord: INNOVATIE_EN_TECHNIEK Prijswinnaar: ?????? Niemand heeft de moeite genomen om het antwoord te sturen naar de redactie en de gratis studiereis naar Maleisië en Signapore schiet aan ieders neus voorbij! JAMMER DAN!! Volgende keer beter
Joost Dekkers
[email protected]
Glenn Plieger
[email protected]
Bas Wijnbeld
[email protected]
Foto omslag Watercube, National Swimming Center, Beijing ©Arup+CSCEC+PTW
ABT is een multidisciplinair adviesbureau voor bouwtechniek met vestigingen in Velp, Delft en Antwerpen. ABT heeft ruim tweehonderd medewerkers, verdeeld over de adviesgroepen Constructies, Bouwkunde, Bouwmanagement, Civiele techniek en Installaties. Afzonderlijk of gezamenlijk zorgen deze groepen voor integraal advies bij projecten van iedere denkbare schaal. www.abt-consult.nl
grensverleggend ABT is een onafhankelijk bureau met meer dan vijftig jaar ervaring. Bij ABT staat het belang van de opdracht voorop. Samen met de opdrachtgever wordt gezocht naar het optimaal haalbare. Dat zorgt regelmatig voor innovatieve en spraakmakende bouwoplossingen. Menselijk van schaal en ambitieus in doelstellingen is ABT altijd op zoek naar de meerwaarde van integraal advies. Voor onze medewerkers, voor onze opdrachtgevers.
gedegen creatief
doelmatig innovatief ABT zorgt ervoor.
ontwerp & detailengineering
prefabricage & innovatie
Hurks delphi engineering bv is een ingenieursbedrijf dat zich concentreert op het gebied van prefabricage van draag- en gevelconstructies. Dit krijgt vorm door in de fasen van voorlopig en definitief ontwerp het constructief ontwerp van met name prefabbeton voor haar rekening te nemen en/of door de detaillering ten behoeve van realisatie te verzorgen. Hurks delphi is onderdeel van Hurks groep en werkt intensief samen met de zusterbedrijven en prefabrikanten Hurks beton, Hurks oosthoek kemper en Hurks geveltechniek. Deze samenwerking leidt ertoe dat delphi productkennis initieert en/of creatief toepast voor het constructief ontwerp van draag- en gevelconstructies. Hurks delphi is ervan overtuigd dat prefabricage meer en meer als bouwmethodiek zal worden toegepast. Wij willen op basis van onze deskundigheid en ambitie hieraan bijdragen. Dat kan het beste binnen samenwerkingsverbanden als een bouwteam of volgens design & construct modellen. Wij hebben echter ook kennis van en ervaring met andere bouwmethoden dan prefabricage. Dit stelt ons in staat om vanuit een breder perspectief te adviseren. Voor nadere informatie kunt u contact met ons opnemen.
Hoofdkantoor: Hurks delphi engineering bv postbus 221, 5500 AE Veldhoven, Locht 126 T (040) 230 95 95, e-mail:
[email protected] www.hurksdelphi-engineering.nl Vestiging Tilburg: T (013) 465 69 30