Consolidatie
samen aan de slag
COMPETENCE CENTER CONSOLIDATIE (CCC) & TEAM BELEIDSONTWIKKELING
Verder gaan.
“Consolidatie betekent het samenvoegen van nauw verwante delen”
Voorwoord
De agenda’s in de pensioensector zijn ruim gevuld de komende maanden. Op 1 januari 2015 worden twee grote wijzingen van kracht: het nieuwe FTK en de fiscale versobering van de pensioenopbouw. Tegelijkertijd wordt van bestuurders gevraagd om mee te praten in de Nationale Pensioendialoog, waarvoor staatssecretaris Klijnsma onlangs het startsein heeft gegeven. Met alles wat het kabinet al heeft aangegeven, leidt de uitkomst hiervan vrijwel zeker tot nieuwe, mogelijk forse aanpassingen. De Pensioendialoog maakt duidelijk dat pensioen definitief een breed besproken onderwerp is geworden. Dat is winst. Een voorziening waarvoor werknemers een dag in de week werken om er daarna hopelijk vele jaren van te genieten, verdient die aandacht. Daarbij is het zaak dat besturen en sociale partners de regie houden over de toekomst van het stelsel en de pensioenfondsen. Want geven zij het roer uit handen, dan bepalen anderen de koers. Regie houden betekent ook actief nadenken over veranderen en mogelijk zelfs consolideren. Het aantal pensioenfondsen in Nederland mag gestaag dalen; dat wil niet zeggen dat consolidatie een evolutionaire golf is waarop besturen alleen maar hoeven mee te varen. Integendeel: elk
bestuur komt voor de vraag of consolidatie een geschikt middel is om de strategische doelen van het fonds te realiseren. En zo ja, met wie en in welke vorm. Het is evident dat consolidatie kan leiden tot lagere kosten per deelnemer en een bijdrage kan leveren in het verlagen van bestuurlijke druk. Maar hoe zwaar weegt het verlies van eigenheid, van direct contact met de eigen achterban? En wat is de uitkomst als door de Pensioendialoog ook andere variabelen gaan wijzigen, zoals de verplichtstelling. Dat zijn razend moeilijke vraagstukken, die vragen om een grondige analyse van verschillende scenario’s. Syntrus Achmea kan deze vragen niet voor u beantwoorden. Dat zouden we ook niet willen. U staat immers aan het roer, niet wij. We kunnen u wel handvatten aanreiken, op basis waarvan u de goede afwegingen kunt maken. Dat doen we met deze Gids. Hans Snijders Directievoorzitter Syntrus Achmea
Inhoudsopgave
1
Inleiding
06
2
Leeswijzer
10
3 Visie en strategie 3.1 Missie, visie, doelstellingen en strategie 3.2 Visie op consolidatie 3.3 DNB-spiegel 3.4 Drie denkstappen in consolidatie 3.5 Positionering
14 14 16 19 22 30
4 Handvat 1: Pensioenregeling 4.1 Basisvariant ‘Lean & Mean’ 4.2 Basisvariant ‘Basis Plus’ 4.3 Basisvariant ‘Standaard Maatwerk’ 4.4 Basisvariant ‘Beperkt Assortiment’
32 32 33 34 36
5 Handvat 2: Risico en solidariteit 5.1 Eén financieel geheel 5.2 Risico en solidariteit
38 38 39
6 Handvat 3: Besturing en governance 6.1 Vormen van consolidatie 6.2 Juridische entiteiten 6.3 Bestuursmodellen
42 42 44 51
7 Handvat 4: Pensioenadministratie 7.1 Drijfveren voor consolidatie 7.2 Regeling(en) en administratie 7.3 Transitie 7.4 Betrokken partijen
58 58 59 60 61
8 Handvat 5: Vermogensbeheer 8.1 Drijfveren voor consolidatie 8.2 Beleidskeuzes 8.3 Governance vermogensbeheer 8.4 Betrokken partijen
64 64 64 65 67
9 Handvat 6: Communicatie 9.1 Opzet communicatie belanghebbenden 9.2 Communicatie over samenvoeging
70 70 72
10
74
Competence Center Consolidatie; samen aan de slag!
1. Inleiding
Syntrus Achmea wil pensioenfondsbesturen en sociale partners terzijde staan bij het anticiperen op al deze ontwikkelingen. In deze gids gaan wij dieper in op het consolidatievraagstuk en bieden wij handvatten aan om in dit kader de juiste beslissingen te nemen.
Er wordt veel van pensioenfondsbesturen en sociale partners gevraagd. Na een aantal roerige jaren, waarbij onder andere het bestuursmodel onder de loep is genomen, staan ons ook de komende tijd weer belangrijke ontwikkelingen te wachten. Zo moet het pensioencontract vanaf 2015 voldoen aan nieuwe wet- en regelgeving; het fiscaal kader is versoberd en ook treedt een nieuwe financieel toetsingskader (FTK) in werking. Daarnaast leeft bij veel pensioenfondsen de vraag of het verstandig is om de krachten met andere partijen te bundelen. En ondertussen moet de pensioencommunicatie worden aangepast aan het verlangen van deelnemers om hun zaken 24/7 online te kunnen regelen.
Bedrijfstakpensioenfondsen verplicht Bedrijfstakpensioenfondsen niet verplicht Ondernemingspensioenfondsen Beroepspensioenfondsen
Totaal Bron: DNB, Register pensioenfondsen (9 juli 2014)
06/80
Consolidatie is een feit Steeds meer pensioenfondsen gaan over tot liquidatie en de afgelopen acht jaar is het aantal fondsen gehalveerd. De grootste daling doet zich voor bij (met name de kleinere) ondernemingspensioenfondsen, maar ook de bedrijfstakpensioenfondsen ontkomen niet aan deze trend.
2000
2006
2014
Wijziging t.o.v. 2006
67
78
60
-23%
25
25
12
-52%
877
643
278
-57%
11
12
13
+ 8%
980
758
363
-52%
Het overgrote deel van de betrokken deelnemers is terechtgekomen bij (andere) bedrijfstakpensioenfondsen. Verzekerde fondsen nemen hun toevlucht veelal bij pensioenverzekeraars waar de verzekering plaatsvond. Opvallend is het verschil tussen verplichtgestelde en niet-verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen en ook de stijging van het aantal beroepspen sioenfondsen springt in het oog. De tabel op pagina 6 geeft de ontwikkeling van het aantal pensioenfondsen weer. DNB verwacht dat het aantal pensioenfondsen in de loop van 2014 tot onder de 350 daalt en dat deze daling doorzet tot onder de 300. Zelfs een nog verdere daling wordt waarschijnlijk geacht, maar is voor DNB geen doel op zichzelf. (Bron: DNBulletin 16 april 2014) Wel stimuleert DNB dat pensioenfondsen bewust nadenken over hun toekomst. Zo hebben zij een zestigtal pensioenfondsen aangeschreven en gevraagd werk te maken van kwetsbare organisatiekarakteristieken, zoals een ongunstige kostenstructuur, beperkte premieruimte, een afnemend (actief) deelnemersbestand of een relatief steeds groter wordende groep gepensioneerden. Soms
kunnen deze knelpunten worden opgeheven en in andere gevallen kan het aanleiding zijn voor bestuurders om aansluiting te zoeken bij een ander fonds. Ook de Pensioenfederatie stimuleert haar circa 180 leden met een vermogen lager dan € 1 miljard om met elkaar in gesprek te gaan. Belangrijk is in ieder geval dat bestuurders een heldere visie ontwikkelen op de toekomst van hun fonds en anticiperen op deze consolidatietrend. De Code Pensioenfondsen vraagt dat ook van pensioenfondsbesturen. Voorkomen moet worden dat een pensioenfonds ‘met de rug tegen muur’ tot opheffing over moet gaan en dan onvoldoende instaat is de optimale borging voor de deelnemers te realiseren. Schaalvoordelen De belangrijkste reden voor de afname van het aantal fondsen lijkt toenemende complexiteit te zijn. Die complexiteit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door toenemende juridisering en een behoefte aan keuzevrijheid bij de deelnemers. Het vergt investeringen in mensen en systemen die zonder schaalvoordelen steeds moeilijker te reali seren zijn. Maar wat nog altijd overeind staat dat is de wens om pensioenaangelegenheden binnen de eigen sector, onderneming, of beroepsgroep te
07/80
Consolidatie, samen aan de slag
organiseren. Dat blijkt ook uit het gegeven dat verreweg de meeste pensioenfondsen gekozen hebben voor het paritaire bestuursmodel. Door de schaalvergroting kunnen de uitvoeringskosten per deelnemer sterk dalen en wordt het mogelijk gemakkelijker om geschikte bestuurders te vinden en om te voldoen aan de eisen voor diversiteit.
Heldere visie en strategie Consolidatievraagstukken beginnen altijd met het formuleren van een heldere visie en strategie. Voor het ene fonds kan die strategie gericht zijn op groei, een ander zoekt aansluiting bij een geschikte partij en een derde tast (nieuwe) vormen van samenwerking af.
Wij vinden dat alle pensioenfondsen een visie op hun toekomst moeten ontwikkelen. Wij denken dat vooral de toenemende complexiteit, de afname in het draagvlak en bijhorende inspanningen en kosten ten grondslag liggen aan de teruggang van het aantal pensioenfondsen. Hoeveel pensioenfondsen er uiteindelijk zullen overblijven, is moeilijk te voorzien.
Dit geeft wel aan dat het consolidatievraagstuk veelomvattend is en geen kant-en-klare antwoorden kent. Om tot de juiste beslissing te komen – die voor ieder pensioenfonds anders kan zijn – is inzicht nodig in de vele aspecten van deze ontwikkeling.
Consolidatie betekent niet dat ‘groter’ per definitie ‘beter’ is Schaalvergroting is zeker niet het standaard antwoord op alle uitdagingen en hoeft ook niet per definitie te leiden tot meer efficiency en kwaliteitsverbetering. Onderzoek wijst uit dat hier grenzen aan zitten. Een pensioenfonds moet bestuurbaar blijven en de deelnemers moeten het gevoel hebben dat hun belangen bij het bestuur in goede handen zijn, ook bij een eventuele keuze voor een andere vorm van uitvoering.
08/80
09/80
2. Leeswijzer
Geen enkel pensioenfonds is hetzelfde en daarom zal ook ieder pensioenfonds een eigen zienswijze op het consolidatievraagstuk hebben. Hiertoe rekenen we ook die fondsen die na een zorgvuldige afweging tot de conclusie komen dat ze sterk genoeg zijn om zelfstandig verder te gaan. Om die diversiteit recht te doen, reiken we in deze consolidatiegids geen standaardoplossingen aan, maar handvatten om als pensioenfondsbestuur weloverwogen eigen keuzes te maken.
2. Pensioenfondsen die aansluiting zoeken bij een groter pensioenfonds, of een ander vehikel met schaalgrootte overwegen. Voor deze pensioenfondsen staat al vast dat een (vrijwillige) opheffing van het eigen pensioenfonds de beste of enige keuze is. De belangrijkste vraag is: bij welke partij kunnen de verplichtingen het beste worden ondergebracht, rekening houdend met de belangen van deelnemers, pensioengerechtig den en werkgevers.
In deze gids werken we een drietal ‘hoofdwegen’ uit, waarbij het accent ligt op fondsen die toewerken naar een krachtenbundeling.
3. Pensioenfondsen die op zoek zijn naar samenwerking, of het samengaan met andere pensioenfondsen op basis van gelijkheid / gelijkgestemdheid. Dit zijn de pensioenfondsen die een tussenpositie innemen. Deze fondsen willen of kunnen niet zelfstandig verder, maar vinden het opgaan in een groot pensioenfonds geen aantrekkelijke optie. Ook kan het zijn dat er geen voor de hand liggend pensioenfonds is om de verplichtingen bij onder te brengen. Zij zullen vooral de samenwerking zoeken met pensioenfondsen die in vergelijkbare posities zitten. Hierbij komen vaak ook alternatieve vehikels in beeld.
1. Pensioenfondsen die groter willen groeien (‘magneetfondsen’). Dit kunnen (middel)grote pensioenfonds zijn die door hun omvang een aanzuigende werking hebben op kleinere pensioenfondsen. Ook vallen hier pensioenfondsen onder die belang hechten aan een zelfstandige toekomst en geloven in eigen kunnen, maar wel beseffen dat ze zullen moeten groeien om levensvatbaar te blijven.
Het proces dat we in deze gids presenteren, is in alle drie de situaties toepasbaar. Iedere strategie kent echter wel eigen vragen als vertrekpunt.
10/80
1. Pensioenfondsen die groter willen groeien (‘magneetfondsen’). Wat heeft u andere pensioenfondsen te bieden? Wat zijn consequenties van groei voor uw bestaande deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers? Voor pensioenfondsen met een groeiambitie is het van belang om scherp te formuleren wat zij andere partijen te bieden hebben. Krijgen pensioenfondsen die geïnteresseerd zijn in een aansluiting ruimte voor eigen invulling? En zo ja, op welke onderdelen? En in welke mate? Daarnaast is het van belang inzicht te verwerven in de eventuele consequenties van groei voor de huidige deelnemers, pensioengerechtigden en werkgever(s). 2. P ensioenfondsen die aansluiting zoeken bij een groter pensioenfonds of een ander vehikel met schaalgrootte overwegen. Wat zijn uw eisen en wensen met betrekking tot het aanbod van partijen waarbij u zich mogelijk wilt aansluiten?
Als een pensioenfonds wil opgaan in een groter geheel, dan zal de te kiezen ‘overnamekandidaat’ de beste keuze moeten zijn vanuit het perspectief van de huidige deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers. Dit betekent dat het pensioenfondsbestuur helder op het netvlies moet hebben waar deze overnamekandidaat aan moet voldoen en welke partijen in aanmerking komen. Vervolgens is het de vraag welk aanbod het beste aansluit op de belangen van de verschillende stakeholders. 3. Pensioenfondsen die op zoek zijn naar samenwerking, of samen willen gaan met andere pensioenfondsen op basis van gelijkheid / gelijkgestemdheid. Hoe wilt u zichzelf profileren indien u besluit om de samenwerking te zoeken, of wilt samengaan met andere partijen? En welke eisen en wensen stelt u daarbij aan die andere partijen? Pensioenfondsen in de ‘tussencategorie’ die tot een succesvol samenwerkingsverband willen komen, moeten vooraf duidelijk hebben op welke gebieden die samenwerking wenselijk is. Als besloten wordt dat het daadwerkelijk samengaan met een andere partij (of partijen) het
11/80
Consolidatie, samen aan de slag
ideaalscenario is, dan moet de vraag worden beantwoord: wat wordt het profiel van deze nieuwe entiteit? Welke vorm en welke doelgroepen sluiten aan bij de eigen eisen en wensen? En voor beide categorieën geldt: is het profiel voldoende aantrekkelijk om ook andere pensioen fondsen te interesseren voor een aansluiting. Met behulp van de zes handvatten en de drie denkstappen in deze gids helpen we u om bovenstaande vragen te beantwoorden. Bij het lezen van deze gids zijn is het steeds van belang vast te stellen welk perspectief voor uw pensioenfonds van toepassing is: heeft uw pensioenfonds een groeiambitie, of zoekt uw pensioenfonds aansluiting bij een groter pensioen fonds dan wel ander vehikel met schaalgrootte. Nog een andere mogelijkheid is dat uw pensioen fonds streeft naar een samenwerking of samengaan met andere pensioenfondsen op basis van gelijkheid / gelijkgestemdheid?
12/80
13/80