Concretisering van de roadmap 20% energieneutraliteit in 2014
Eindrapport
Josje Fens Hanneke Manders Jeroen Vanson Ruud van Vliet
Rapportnummer: 90182/hm/101169 BuildDesk Benelux B.V., Delft Datum: 30 juni 2010
COLOFON
BuildDesk Benelux B.V., Delft Postbus 2960, 2601 CZ Delft Oude Delft 49, Delft Telefoon: 015 - 2150215 Telefax: 015 - 2150216 E-mail:
[email protected] Internet: www.builddesk.nl
Projectnummer: 90182000 Projecttitel: Concretisering roadmap Herhugowaard Opdrachtgever: Gemeente Heerhugowaard
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, elektronisch op geluidsband of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BuildDesk Benelux BV.
Samenvatting In 2007 heeft de gemeente Heerhugowaard een Roadmap laten ontwikkelen waarin staat beschreven wat zij moeten doen om in 2030 energieneutraal te zijn. In die Roadmap staan de grove basisstappen die de gemeente moet zetten, het is echter nodig hier verdere uitwerking aan te geven. Dit uitvoeringsprogramma beschrijft de stappen die Heerhugowaard de komende vier jaar moet nemen om in 2014 20% energieneutraliteit te bereiken. Hiervoor is het nodig randvoorwaarden uit te werken op het gebied van organisatie en communicatie, op het gebied van stakeholders en op het gebied van beleid. Randvoorwaarden Randvoorwaarden zijn nodig om de gestelde ambities daadwerkelijk te kunnen behalen. Vanuit de randvoorwaarden kunnen we acties benoemen die de gemeente moet uitvoeren om de uitvoering van het klimaatbeleid met als doel een energieneutrale gemeente Heerhugowaard, efficiënt en effectief te laten verlopen Organisatie en communicatie -
Heldere en haalbare doelen per sector/doelgroep;
-
Integraal beleid;
-
Kennis en kunde op adequaat niveau;
-
Nieuwe samenwerkingsvormen;
-
Taken en verantwoordelijkheden structureel in de organisatie verankeren;
-
Aangepaste werkprocessen.
Stakeholders De gemeente kan de gestelde ambities niet alleen verwezenlijken. Andere partijen spelen hier een zeer belangrijke rol in. -
Bepaal welke partijen een rol moeten spelen in het realiseren van de energieambities van de gemeente;
-
Bepaal in welke positie deze stakeholders zich bevinden, en in welke positie zij gewenst zijn;
-
Bepaal welke ondersteunende of activerende maatregelen en activiteiten nodig zijn om de partijen in die positie te krijgen, zowel financieel, als organisatorisch en technisch;
-
Bepaal wat voor (verschillende typen) bedrijven de (financiële) voor- en nadelen van
-
Ga de dialoog aan met deze partijen en onderzoek hoe zij staan tegenover de gemeentelijke
maatregelen zijn; ambities en de positie de gemeente voor hen in gedachte heeft; -
Ondersteun de partijen daar waar nodig, eventueel over een langere periode.
Beleid De gestelde ambities zijn niet in vier jaar te realiseren. Dit betekent dat goed nagedacht moet zijn over het beleid, en dat dit niet iedere vier jaar moet veranderen. -
Zorg voor een sterke bestuurlijke trekker die voor de ambities wil gaan en er voor wil vechten;
-
Zorg voor consequent beleid gericht op de lange termijn;
-
Stel een meerjarenaanpak op die los te koppelen is van de politieke situatie;
-
Maak geld vrij om te investeren in duurzame energie, en bepaal hoe om te gaan met de baten die hier, zeker op langere termijn, uit voort komen.
BuildDesk Benelux
i
Projecten Naast de randvoorwaarden die de gemeente moet organiseren, is een aantal concrete projecten benoemd. De projecten zijn onder te verdelen in strategische en operationele projecten. De strategische projecten zijn gericht op de inbedding van duurzaamheid en de ambities in de gemeentelijke organisatie, de operationele projecten op de daadwerkelijke realisatie van duurzame energie en energiebesparing. We kunnen de volgende projecten benoemen, die zijn uitgewerkt in een concreet Plan van Aanpak waar de gemeente direct mee aan de slag kan. Strategische projecten -
Uitwerking Businesscases aardwarmte, warmtenet, glastuinbouw, grootschalige windenergie;
-
LokaalDuurzaamEnergieBedrijf;
-
Marketing en communicatie;
-
Duurzaamheidsacademie;
-
Natuur Milieu Educatiecentrum;
-
Projectencarrousel.
Operationele projecten -
Aanvalsplan bestaande bouw;
-
Nieuwbouw;
-
Gemeentelijke organisatie;
-
Duurzame glastuinbouw.
Om controle te houden op de resultaten van alle projecten, zal bovendien monitoring plaats vinden. Uit dit uitvoeringsprogramma blijkt duidelijk dat de ambitie van de gemeente Heerhugowaard om de eerste 20% energieneutraliteit in 2014 gerealiseerd te hebben grote consequenties heeft. Binnen de gemeente wordt op financieel en organisatorisch vlak veel gevraagd. Het aantal FTE’s dat nodig is om alle plannen in gang te zetten is groter dan het aantal huidige FTE’s voor klimaatbeleid. Ook zijn flinke initiële investeringen nodig. Natuurlijk kan een deel van de stappen goed ingepast worden in de huidige gang van zaken. Hiervoor zijn hier aanpassingen in de werkwijze van de gemeente nodig, maar bij de gemeente Heerhugowaard is een aantal belangrijke randvoorwaarden al gerealiseerd. Bovendien hoeft de gemeente niet alles zelf te doen. Hierin ligt wel nog een grote uitdaging: hoe de burgers en bedrijven mee te krijgen. Als het de gemeente lukt om de in het uitvoeringsprogramma genoemde stappen te zetten, of hier in ieder geval een flinke slag in te slaan, dan is zij al een behoorlijk eind op weg in het behalen van haar ambities. Deze eerste stappen zijn het zwaarst, als de bal eenmaal rolt, gaat hij makkelijker verder.
BuildDesk Benelux
ii
Inhoudsopgave 1 Implementatie van energiemaatregelen ............................................................................1 1.1
Inleiding...................................................................................................................1
1.2
Afkadering van de definitie energieneutraal ...................................................................2
2 Randvoorwaarden ..........................................................................................................5 2.1
Organisatie en communicatie ......................................................................................5
2.2
Stakeholders analyse .................................................................................................8
2.3
Beleid .................................................................................................................... 11
3 Projecten .................................................................................................................... 13 3.1
Strategische projecten ............................................................................................. 13
3.2
Operationele projecten ............................................................................................. 21
3.3
Planning................................................................................................................. 27
3.4
Monitoring .............................................................................................................. 28
4 Doorkijk naar 2030 en herijking van de roadmap.............................................................. 31 Bijlagen Bijlage 1: Maatregelen in 2014 Bijlage 2: Klimaatschap Bijlage 3: Stakeholdersanalyse Bijlage 4: Plannen van Aanpak Bijlage 5: Monitoringsformat Bijlage 6: Multicriteria-analyse
BuildDesk Benelux
iii
BuildDesk Benelux
iv
1
Implementatie van energiemaatregelen
1.1
Inleiding In 2007 heeft BuildDesk voor de gemeente Heerhugowaard een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om energieneutraal te worden, de zogenaamde ‘Roadmap’. Uit het onderzoek blijkt dat deze ambitie voor Heerhugowaard rond 2030 te bereiken is, maar dat hiervoor wel ‘alles uit de kast’ gehaald moet worden. De Roadmap is vertaald in het Klimaatbeleidsplan 2008 – 2012. Hierin staan verschillende algemene acties benoemd op het gebied van duurzame energie en energiebesparing die de gemeente moet uitvoeren. Inmiddels is de gemeente zo ver dat zij met meer concrete acties uit de Roadmap aan de slag wil. Hiervoor is een jaarlijks werkprogramma nodig die zij als leidraad kan gebruiken. Dit uitvoeringsprogramma vormt de basis van dit werkprogramma. Naast de opdracht voor het opstellen van een uitvoeringsprogramma heeft de gemeente de HVC de opdracht gegeven een quickscan duurzame energie uit te voeren. Hierin zijn het energieverbruik en de mogelijkheden voor duurzame energieopwekking onderzocht. De resultaten van het onderzoek van de HVC hebben wij verwerkt in dit uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma heeft als doel om in de periode 2010 – 2014 de eerste 20% van energieneutraliteit te bereiken en brengt in beeld hoe de gemeente dat kan doen. Hierbij gaan we niet alleen in op concrete projecten, maar ook op de uren en de kosten die hiervoor nodig zijn (hoofdstuk 3 en bijlage 4). Bovendien geven we aan welke stakeholders nodig zijn bij de uitvoering (hoofdstuk 2). Naast uitvoering is monitoring van belang om inzicht te verkrijgen in de mate waarin het doel is bereikt. De projecten zijn daarom zo SMART mogelijk omschreven, zodat zij eenvoudig toetsbaar zijn en goed te koppelen aan monitoringsinstrumenten. Bovendien hebben we een monitoringsformat opgesteld dat de gemeente kan gebruiken voor zowel ‘harde’ projecten, waar ook echte besparingsgetallen aan te koppelen zijn, als voor de ‘zachtere’ meer procesgerichte acties (hoofdstuk 3). Om de projecten goed uit te kunnen voeren is het van belang te weten wat de kaders en de randvoorwaarden zijn waarbinnen zij worden uitgevoerd. Dit uitvoeringsprogramma begint daarom met het vaststellen van de definitie energieneutraliteit en de daarbij behorende kaders (paragraaf 1.2). Na de beschrijving van de projecten gaan we bovendien in op de randvoorwaarden waaronder zij zijn uit te voeren (hoofdstuk 2). Het uitvoeringsprogramma bestaat uit 8 projectbeschrijvingen op basis waarvan de gemeente jaarlijks de daarvoor noodzakelijke activiteiten kan opnemen in werkplannen en projecten. De begrootte uren en kosten zijn hierbij indicatief, net als de bijdrage die het projectplan levert aan de doelstellingen. Gedurende de uitvoering is het van belang continu opnieuw de stand van de techniek te bekijken en te bepalen wat op dat moment de beste optie is.
BuildDesk Benelux
1
Zoals aangegeven is dit uitvoeringsprogramma een verdere uitwerking van de Roadmap die in 2007 is opgesteld. Op basis van deze uitwerking en de resultaten van de studie van de HVC is een herijking van de roadmap noodzakelijk: op welke punten is het nodig de Roadmap bij te stellen, wat is wel haalbaar, wat misschien niet meer. Deze herijking vindt plaats in hoofdstuk 4.
1.2
Afkadering van de definitie energieneutraal Heerhugowaard heeft als ambitie gesteld dat zij energieneutraal wil worden. Het is belangrijk vast te stellen wat de gemeente ziet als de kaders voor deze definitie, omdat hier verschil in kan bestaan. In basis betekent energieneutraal: “Energieneutraal is de situatie waarbij over een jaar gemeten het fossiel energiegebruik (en de daaraan gerelateerde CO2-emissies) binnen het grondgebied van een gemeente ten hoogste nul is: er wordt niet meer energie gebruikt dan vanuit duurzame bronnen aan het systeem wordt toegeleverd.” De kaders voor de definitie hebben betrekking op drie punten: -
Mogelijkheden tot compensatie;
-
Oplossen binnen of buiten de gemeentegrenzen.;
-
Welke onderwerpen wel en niet mee te nemen.
De gemeente wil in 2030 geen gebruik maken van compensatie: energieneutraliteit moet volledig worden bereikt met energiebesparingsmaatregelen en de opwekking van duurzame energie. In de tussenliggende periode moet compensatie wel mogelijk zijn, als een tussenoplossing. De gemeente heeft de ambitie om van binnen naar buiten te werken. Dit houdt in dat zij eerst zo veel mogelijk binnen de eigen gemeentegrenzen wil bereiken. Mocht blijken dat het echt niet mogelijk is energieneutraliteit binnen deze grenzen te bereiken, dan moet buiten de gemeente gekeken worden, bijvoorbeeld naar wind op zee. Dit is echter geen uitgangspunt. Hieronder staat per onderwerp aangegeven of de ze wel of niet in de definitie worden meegenomen: CO2-uitstoot door: -
Mobiliteit: alle kilometers gereden binnen gemeentegrenzen zowel o van auto’s van binnen als van buiten Heerhugowaard. o van vrachtvervoer van binnen als van buiten Heerhugowaard. o openbaar vervoer van binnen als van buiten Heerhugowaard.
-
Spoorwegen: Ja
-
Bedrijvigheid (incl. bedrijfsprocessen): Ja
-
Grondstoffen: Nee
-
Indirect CO2 verbruik als gevolg van consumptie (voedsel): Nee
-
Verbruik van huishoudelijke apparaten: Ja
-
Bedrijfsvoering van de gemeente: Ja
BuildDesk Benelux
2
-
Woningen, kantoren, andere gebouwen (incl. elektriciteitsverbruik in de gebouwen): Ja
-
Waterhuishouding kwaliteit en kwantiteit: Ja
Duurzame energie afkomstig van: -
Afval / biomassa geproduceerd binnen de gemeentegrenzen: Ja
-
Afval / biomassa geproduceerd buiten de gemeentegrenzen: Nee
BuildDesk Benelux
3
BuildDesk Benelux
4
2
Randvoorwaarden De vergaande ambities van de gemeente Heerhugowaard kunnen alleen bereikt worden indien de juiste randvoorwaarden aanwezig zijn. De gemeente heeft daarbij in eerste instantie vooral een regisserende rol, maar zal ook partijen moeten ondersteunen op diverse manieren om hun uitvoerende rol optimaal te kunnen spelen. In dit hoofdstuk gaan we in op die noodzakelijke randvoorwaarden, welke het zijn en hoe de gemeente daarmee om kan gaan.
2.1
Organisatie en communicatie Succesvol klimaatbeleid staat of valt met een goede organisatie en effectieve communicatie. De gemeente Heerhugowaard heeft klimaatbeleid en duurzaamheid een prominente plek gegeven in de organisatie. Op dit moment is er 1,87 FTE beschikbaar voor uitvoering van projecten en ondersteuning van projecten van andere afdelingen. Deze formatie is als volgt verdeeld: -
programmamanager duurzaamheid: 1 FTE;
-
specialist subsidie en financiën: 0,67 FTE;
-
secretariële ondersteuning: 0,2 FTE.
Daarnaast is ook een specialist energie en klimaat verbonden aan het team die is opgenomen in de formatie van de afdeling Omgevingsvergunning. Dit is ook nog eens 1 FTE, waarmee de totale inzet specifiek op klimaatbeleid 2,87 FTE beslaat. Veel afdelingen zijn op één of andere manier betrokken bij uitvoering van klimaatbeleid. De belangrijkste interne partners zijn: -
Stadsbeheer: o Ingenieursbureau o Stadsbedrijf (openbare verlichting)
-
o Wijkbeheer Facilitair Bedrijf
-
Vastgoed
-
SRO
-
WOC
-
Omgevingsvergunning
-
Communicatie
Elke afdeling kent wel een aantal gemotiveerde medewerkers voor duurzaamheid en klimaatbeleid. Daardoor zien we veel ontwikkelingen bij de gemeente Heerhugowaard die bijdragen aan een duurzame leefomgeving. Vanuit het verleden is ‘de Stad van de Zon’ het meest aansprekende project waarmee Heerhugowaard zich een koploperspositie heeft verworven op het gebied van klimaatbeleid. Bij de opening van de wijk in september 2009 is bestuurlijke consistentie als één van de belangrijkste succesfactoren genoemd die hebben bijgedragen aan de realisatie van dit ambitieuze en internationaal tot de verbeelding sprekende project. In het nieuwe collegeakkoord voor de bestuursperiode 2010 – 2014 is duurzaamheid opnieuw als een belangrijk speerpunt benoemd.
BuildDesk Benelux
5
Door de wijze waarop de portefeuilles over de bestuurders zijn verdeeld is duurzaamheid bij alle wethouders een relevant onderwerp en daardoor zal het bestuurlijk draagvlak groot zijn. Tegelijk moet worden geconstateerd dat ‘de Stad van de Zon’ de afgelopen jaren veel tijd en geld heeft gevraagd. Daardoor zijn andere onderwerpen nog onvoldoende uit de verf gekomen. Om tot een energieneutraal Heerhugowaard te komen zal de gemeente stevig moeten inzetten op al die andere thema’s en doelgroepen die een bijdrage moeten leveren. Vooral de bestaande bouw en bedrijven zijn sectoren waar nog veel te winnen is op het gebied van energiebesparing en duurzame energie. Om dat te bereiken zijn de volgende randvoorwaarden noodzakelijk: -
Heldere en haalbare doelen per sector/doelgroep: partijen moeten verleid worden om in beweging te komen en hun verantwoordelijkheden te nemen. Door de doelen voor klimaatbeleid goed te koppelen aan de belangen van burgers en bedrijven zal de bereidheid van partijen en individuen veel groter zijn om hun bijdrage te leveren.
-
Integraal beleid: de gemeente moet meer dan tot nu toe bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid zorgen voor het zowel inhoudelijk als organisatorisch verbinden van ambities, doelen en middelen. Energiebesparing in bestaande woningen leidt zowel tot milieueffect als tot lagere woonlasten. Een ander voorbeeld: schone voertuigen of voertuigen met alternatieve brandstoffen zoals aardgas of elektrische voertuigen dragen bij aan het terugdringen van CO2-emissies en tegelijk aan betere luchtkwaliteit. Klimaatbeleid levert derhalve ook maatschappelijk rendement op.
-
Kennis en kunde op adequaat niveau: vaak blijkt een gebrek aan kennis van mogelijkheden binnen een taakgebied een belemmering te vormen voor verdere verduurzaming. Bovendien is men zowel in de gemeente als bij externe partijen vaak onvoldoende op de hoogte wat er speelt en dat klimaatbeleid een relevant thema is. Kennisdeling en het ontwikkelen van de juiste competenties die passen bij de diverse rollen die de gemeente vervuld is essentieel (zie ook het Plan van Aanpak Duurzaamheidsacademie Heerhugowaard).
-
Nieuwe samenwerkingsvormen: de doelen die de gemeente stelt kan zij niet in haar eentje bereiken. Samenwerking met externe partijen is daarbij noodzakelijk. Dat vraagt in sommige gevallen om een andere vorm van samenwerking. In ieder geval vraagt samenwerking een andere rol dan de gemeente vaak gewend is. Dus niet meer de juridische handhavende rol, maar meer regisserend en faciliterend. Dat begint met het opbouwen van vertrouwen en het ontwikkelen van gezamenlijkheid rond het thema klimaatbeleid en duurzaamheid. Een aantal gemeenten in Nederland hebben daar inmiddels de nodige ervaring mee. Zo werkt de gemeente Leeuwarden met zogenaamde vriendenclubs rond specifieke onderwerpen, zoals de vrienden van rijden op aardgas, vrienden van windenergie e.d.. Via informele bijeenkomsten wisselen de betrokken partijen (vooral bedrijven en diverse medewerkers van de gemeente Leeuwarden) veel kennis uit waaruit soms nieuwe initiatieven ontstaan die nieuwe impulsen geven aan klimaatbeleid. De gemeente Tilburg is nog een aantal stappen verder gegaan met de oprichting van het Klimaatschap (zie bijlage 2). In het Klimaatschap heeft de gemeente een gelijkwaardige positie t.o.v. deelnemende marktpartijen en ontwikkelen zij gezamenlijk nieuwe initiatieven voor klimaatbeleid.
BuildDesk Benelux
6
In sommige gevallen worden deze initiatieven via een bedrijfsmatige samenwerking uitgevoerd waarbij de gemeente ook risicodragend kan participeren (een vorm van een Lokaal Duurzaam Energie Diensten Bedrijf). -
Taken en verantwoordelijkheden structureel in de organisatie verankeren: op dit moment liggen veel taken voor klimaatbeleid bij de direct betrokken medewerkers van het duurzaamheidsteam. Op zich logisch maar dit brengt wel risico’s met zich mee. Wanneer taken en verantwoordelijkheden niet goed zijn toebedeeld zal klimaatbeleid en duurzaamheidstaken geen structureel onderdeel zijn van het doen en laten van de gemeente. Op afdelingsniveau dienen de voor die afdeling relevante taken en verantwoordelijkheden te zijn omschreven en verdeeld. Dat houdt tevens in dat in de afdelings- en werkplannen die taken weer moeten terugkomen en zijn uitgewerkt met concrete doelstellingen en te behalen resultaten. Het management speelt hierin een bepalende rol. Wanneer zij nalaten deze acties uit te voeren blijft de uitvoering van projecten en taken kwetsbaar en afhankelijk van de prioriteitstelling van ambtenaren zelf. Wanneer het een expliciete taak is kan de manager de medewerker daar ook op aansturen en ter verantwoording roepen. Daarmee gaat het vrijblijvende karakter van de uit te voeren werkzaamheden er vanaf.
-
Aangepaste werkprocessen: klimaatbeleid en duurzaamheid betekenen niet dat de gemeente andere dingen gaat doen, maar dat zij de dingen anders gaat doen. Integraal beleid is hierboven al genoemd als belangrijke randvoorwaarde, maar dat betekent ook dat bij de uitvoering van taken (zoals inkopen, woonbeleid, afvalverwerking, beheer en onderhoud openbare ruimte, enz.) niet alleen gekeken wordt naar de traditionele oplossingen, maar dat men eventuele nieuwe oplossingen die mede bijdragen aan de klimaatdoelstellingen bewust overweegt. Hiervoor dient een duidelijk kader te komen om deze afweging zo efficiënt mogelijk te laten plaatsvinden. Deze kaders zullen worden vertaald naar werkprocessen.
Advies: Om de uitvoering van het klimaatbeleid met als doel een energieneutrale gemeente Heerhugowaard, efficiënt en effectief te laten verlopen, adviseren wij de volgende acties ten aanzien van de organisatie en communicatie: 1.
De programmamanager inventariseert op alle beleidsterreinen en taakvelden van de gemeente welke duurzaamheidsaspecten en klimaatissues relevant zijn. Dit bij voorkeur in goed overleg met betrokken medewerkers.
2.
Samen met de betrokken medewerkers werkt de programmamanager per beleidsthema en taakveld een integraal beleidskader uit waarbij voor alle relevante onderwerpen handvatten zijn gegeven voor duurzaamheid en klimaatbeleid.
3.
De afdelingsmanagers nemen in hun werkprocessen, indien van toepassing de duurzaamheidsaspecten op en bewaken dat deze adequaat worden uitgevoerd. De programmamanager en de specialist Energie en Klimaat ondersteunen de afdelingsmanagers hierbij.
4.
Op basis van de uitgewerkte werkprocessen worden de daar van af te leiden taken en verantwoordelijkheden expliciet toebedeeld aan de medewerkers. Deze taken en verantwoordelijkheden worden opgenomen in de functieomschrijvingen.
BuildDesk Benelux
7
5.
De gemeente introduceert de Duurzaamheids Academie Heerhugowaard. In eerste instantie om de kennis over duurzaamheid binnen de gemeentelijke organisatie te vergroten en te verspreiden. Eventueel kan deze academie ook worden ingezet om samen met externe partijen (bijv. bedrijven) en de inwoners activiteiten te ontwikkelen in het kader van educatie en voorlichting. Deze Duurzaamheidsacademie is eventueel te realiseren binnen een bestaande structuur, zoals Het Centrum voor Duurzaamheid of de al opgerichte Heerhugowaard Academie.
6.
Alle afdelingen krijgen de opdracht minimaal 1 project per jaar uit te voeren die een bijdrage levert aan de ambities ten aanzien van duurzaamheid en klimaatbeleid.
7.
Elk jaar organiseert de programmamanager samen met de afdeling communicatie een zogenaamde projectencarrousel, waar medewerkers hun projectidee kunnen uitwerken of “verkopen”. Deze projectenmarkt, die minimaal 1 dagdeel in beslag zal nemen, is mede bedoeld om het draagvlak voor duurzaamheid te vergroten en te versterken.
8.
De programmamanager zal in 2010 en 2011 vooral extern gericht zijn met als doel de externe partijen te betrekken bij de uitvoering van het klimaatbeleid. Daarbij dient wel de juiste focus te worden gelegd op de partijen die de grootste bijdrage kunnen leveren aan de prioritaire thema’s bestaande bouw en bedrijven.
9.
De afdeling communicatie maakt 1 fte vrij voor het thema duurzaamheid.
10. De afdeling communicatie werkt aan een marketingplan voor duurzaamheid/klimaatbeleid met als doel de bekendheid bij zowel interne betrokkenen als externe stakeholders sterk te vergroten. Een duidelijk herkenbare huisstijl dient hier onderdeel van te zijn. Voorbeelden: www.energievoordetoekomst.nl (Milieudienst West-Holland) en De Groene Mug (gemeente Haarlem). De gemeente heeft al haar eigen duurzaamheidslogo:
2.2
Stakeholders analyse1
2.2.1
Het model van Macht, Legitimiteit en Urgentie We kunnen verschillende modellen onderscheiden waarin we stakeholders kunnen indelen. In dit geval hebben wij gekozen gebruik te maken van het model van macht, legitimiteit en urgentie (Mitchell, Agle en Wood). Stakeholders zijn te typeren aan de hand van drie dimensies: macht, legitimiteit en urgentie. 1
Onderstaande tekst is overgenomen uit Communiceren met een kritische omgeving: over het belang van het kennen van stakeholders, Moratis en Hoff, CSR Academy. Om de tekst niet te lang te maken is daar waar nodig tekst weg gelaten of zijn kleine aanpassingen gedaan.
BuildDesk Benelux
8
Centraal hierbij staat de mogelijke invloed van stakeholders en de aard van de claim (eisen, verwachtingen, wensen) die een stakeholder op een organisatie legt. In bijlage 2 staat uitgebreid beschreven hoe het model van macht, legitimiteit en urgentie in elkaar zit. Ook bespreken we hier de verschillende typen stakeholders, en de communicatiemogelijkheden met de stakeholders.
2.2.2
De stakeholders uit Heerhugowaard Hieronder staan, volgens het model van macht, legitimiteit en urgentie, de stakeholders weergegeven die een rol moeten spelen bij het energieneutraal worden van Heerhugowaard. Op dit moment vindt deze stakeholdersanalyse plaats in het proces van het verduurzamen van de glastuinbouw.
De belangrijkste partijen die gemobiliseerd moeten worden om de ambities van de gemeente te kunnen realiseren zijn de gemeente zelf, de woningcorporaties, bedrijven en burgers. Dit wetende, valt het op dat in het model relatief weinig stakeholders een urgente claim hebben.
BuildDesk Benelux
9
Een belangrijk deel van deze partijen zijn bovendien ‘bovenlokale’ partijen, die een beperkte macht hebben. Voor de energieambities van de gemeente houdt dit in dat partijen die zich in willen zetten hier beperkte mogelijkheden toe hebben, terwijl de partijen die het werk moeten gaan doen (onder andere bedrijven) niet de urgentie hiertoe voelen. Deze partijen vinden we terug onder de slapende stakeholders. Hieruit kunnen we concluderen dat de gemeente een meer sturende en activerende rol moet spelen. De exacte invulling van de rol is afhankelijk van het type stakeholder. Voor bedrijven is een belangrijke rol weggelegd. Dit zal echter niet voor alle bedrijven gelden. Een eerste stap is daarom te bepalen welke bedrijven een relevante rol kunnen spelen in het realiseren van de ambities. Vervolgens moeten die bedrijven ‘uit hun slaap’ worden gewekt. Zij worden dan een dominante of ultieme stakeholder. Andere bedrijven kunnen als slapende stakeholder blijven functioneren. Het heeft de voorkeur als bedrijven uiteindelijke ultieme stakeholder worden. In dat geval hebben ze ook een urgente claim. Dit zal betekenen dat zij zelf ook de voordelen zien van energiebesparing en duurzame energieopwekking en eerder geneigd zijn hier iets mee te doen en met de gemeente mee te werken. Bedrijven zullen eerder geneigd zijn om mee te doen als zij voor henzelf een voordeel zien. Dit voordeel zal in eerste instantie financieel zijn, maar het zou ook positieve publiciteit en daardoor een beter imago kunnen opleveren. Duurzaamheid wordt steeds meer ingezet voor branding van producten. Bedrijven die zelf initiatieven ontplooien en samenwerking ontwikkelen met de gemeente op dit vlak zullen hiervan meer profiteren en geloofwaardiger overkomen bij de consument. Als bedrijven dominante stakeholders worden, bestaat de kans dat zij het nut van energieaanpak niet inzien en juist een tegenwerkende positie innemen. Dit kan gebeuren als het te veel moeite of geld kost om maatregelen te nemen en voor het bedrijf te weinig oplevert. Ook kan dit gebeuren als een bedrijf ontkennend staat tegenover klimaatverandering en het opraken van fossiele energie. Voor de gemeente is het dus zaak om met bedrijven mee te denken en hen in te laten zien wat de (financiële) voordelen zijn voor hen. Een eerste stap zou daarom moeten zijn in kaart te brengen hoe bedrijven op dit moment aankijken tegen energiemaatregelen. Bedrijven die hier positief tegenover staan moet de gemeente ‘meenemen’ en ondersteunen. Daarnaast kan de gemeente deze bedrijven gebruiken om andere bedrijven over te halen ook mee te doen. Belangrijke voorbereiding hiervoor is dat de gemeente in beeld heeft wat de (financiële) voor- en nadelen van maatregelen zijn voor (verschillende typen bedrijven). De huidige dominante stakeholders spelen een beperkte rol in de ambities van Heerhugowaard. Opvallend is dat deze stakeholders meer landelijk opererende partijen zijn. Dominante stakeholders kunnen een beperkende werking hebben, enerzijds uit ‘onwil’, maar soms ook door gebrek aan kennis en ervaring, zoals in de bouwketen. Als zij echter de urgentie van de ambities van Heerhugowaard inzien, dan kunnen zij juist een stimulerende werking hebben, bijvoorbeeld door financiële ondersteuning vanuit de ministeries. Heerhugowaard moet bedenken hoe deze partijen te ‘triggeren’ zijn om mee te gaan doen. Hoe zijn de nu beperkende factoren om te zetten naar stimulerende factoren? Een belangrijk punt hierin is het stimuleren en meedenken met deze partijen.
BuildDesk Benelux
10
Bijvoorbeeld door gezamenlijk met financiers te zoeken naar mogelijke financiële constructies, die bovendien de financiers nieuwe producten opleveren. Of door de bouwketen te ondersteunen zich te ontwikkelen en ze bovendien ‘mee te nemen’ bij hoge ambities voor nieuwbouwlocaties. Andere partijen zijn wellicht te verleiden door ook hen met de resultaten in Heerhugowaard te laten pronken. Bij de willekeurige stakeholders zal de gemeente zich stuk voor stuk moeten afvragen wat de rol voor deze partijen kan zijn. Sommige partijen zullen niet een relevante bijdrage kunnen bieden, andere partijen kunnen wellicht een voorbeeldrol krijgen of een aanwakkerende functie. Zowel deze stakeholders, als de afhankelijke stakeholders zijn een groep die de gemeente moet ondersteunen en waar relatief veel aandacht voor nodig is. Burgers vormen een onderdeel van de afhankelijke stakeholders, en zij spelen een grote rol in het verduurzamen van Heerhugowaard. Zij moeten ondersteund en gemotiveerd worden om hun woningen aan te pakken. Het Aanvalsplan Bestaande bouw (paragraaf 3.2.2 en bijlage 4) gaat hier nader op in. Advies 1. Bepaal welke partijen een rol moeten spelen in het realiseren van de energieambities van de gemeente. 2. Bepaal in welke positie deze stakeholders zich bevinden, en in welke positie zij gewenst zijn. 3. Bepaal welke ondersteunende of activerende maatregelen en activiteiten nodig zijn om de partijen in die positie te krijgen, zowel financieel, als organisatorisch en technisch. 4. Bepaal wat voor (verschillende typen) bedrijven de (financiële) voor- en nadelen van maatregelen zijn. 5. Ga de dialoog aan met deze partijen en onderzoek hoe zij staan tegenover de gemeentelijke ambities en de positie de gemeente voor hen in gedachte heeft. 6. Ondersteun de partijen daar waar nodig, eventueel over een langere periode.
2.3
Beleid Naast de organisatie & communicatie en de stakeholders speelt ook het beleid een belangrijke rol in het voor elkaar krijgen van een grote ambitie als energieneutraal worden. De gemeente Heerhugowaard stelt hoge ambities, die grote consequenties hebben. Het kost minstens 20 jaar om een energieneutrale stad te realiseren, grote voorinvesteringen zijn nodig. In 20 jaar passeren op zijn minst vijf besturen. Het is onwaarschijnlijk dat zij allemaal eenzelfde visie zullen hebben op de gestelde ambities. Dit kan leiden tot veranderingen in beleid en onzekerheid over de uitvoering van de plannen. Bovendien is durf nodig om de grote investeringen die nodig zijn ook daadwerkelijk te doen. Daarnaast zullen de baten van die investeringen waarschijnlijk op een later moment en dus op het conto van iemand anders komen.
BuildDesk Benelux
11
Advies 1.
Zorg voor een sterke bestuurlijke trekker die voor de ambities wil gaan en er voor wil vechten. Dit kan (een van) de wethouder(s) zijn, maar ook iemand anders binnen de organisatie die aan de juiste knoppen kan draaien. Een sterke bestuurlijke trekker staat open voor andermans belangen, kan hier goed tussen manoeuvreren en weet anderen te overtuigen.
2.
Zorg voor consequent beleid gericht op de lange termijn. Consequent beleid en lange termijndenken zijn nodig omdat een energieneutrale stad niet in een paar jaar gerealiseerd is. Het overstijgt de standaard regeerperiode van 4 jaar. Inconsequent beleid werkt demotiverend, naast dat dit op projectniveau tot grote problemen kan leiden (bijv. bij uiteindelijk afzien van een subsidie). Bovendien is het nodig in het begin hoge investeringen te doen, die zich pas later terug betalen. Dit is alleen te verantwoorden met een lange termijnvisie.
3.
Stel een meerjarenaanpak op die los te koppelen is van de politieke situatie. Dit maakt consequent beleid makkelijker te realiseren.
4.
Maak geld vrij om te investeren in duurzame energie en bepaal hoe om te gaan met de baten die hier, zeker op langere termijn, uit voort komen.
BuildDesk Benelux
12
3
Projecten Zowel uit de in 2007 opgestelde roadmap als uit de studie van de HVC komt een aantal projecten naar voren die in eerste instantie de aandacht verdienen en die 20% neutraliteit in 2014 mogelijk moeten maken. Hoewel we hen benoemen als losse projecten, zit hier veel samenhang tussen. We kunnen twee typen projecten onderscheiden: de strategische projecten en de operationele projecten. De strategische projecten scheppen de randvoorwaarden en de benodigde ondersteuning voor de operationele projecten. In de strategische projecten worden keuzes gemaakt die richtinggevend zijn voor de operationele projecten. Voorbeelden van strategische projecten zijn marketing en communicatie, Lokaal Duurzaam Energie Bedrijf (LDEB) en de projectencarrousel. De operationele projecten, zoals de aanpak van de bestaande bouw, of de gemeentelijke organisatie, steunen op de strategische projecten en maken gebruik van resultaten van de uitgevoerde studies en ontwikkelde beleidslijnen. Hieronder volgt een korte uitwerking van zowel de strategische als de operationele projecten. Daarnaast hebben we voor alle projecten een Plan van Aanpak opgesteld, deze zijn terug te vinden in bijlage 4. In het Plan van Aanpak staan concrete stappen beschreven die de gemeente de komende jaren moet nemen.
3.1 3.1.1
Strategische projecten Businesscases Projectomschrijving Heerhugowaard heeft verschillende onderzoeken laten doen naar de mogelijkheden voor duurzame energie in de gemeente. Deze onderzoeken zijn nog niet zo gedetailleerd dat dit als basis kan dienen voor verschillende projecten. Het is nodig vast te stellen wat beleidsmatig, financieel, organisatorisch en technisch (praktisch) haalbaar is voor de verschillende te ontwikkelen locaties en voor de bestaande bouw. Zo is voor projecten van te voren al duidelijk wat de mogelijkheden en wellicht noodzakelijkheden zijn. De businesscases vormen zo de kaders om duurzame energie in Heerhugowaard te realiseren. Met de resultaten heeft de gemeente de eerste concrete stappen naar realisatie in handen en kan zij in lopende projecten starten met de implementatie van het meest toepasselijke energiesysteem. Uit het onderzoek van de HVC2 blijkt dat voor Heerhugowaard vier belangrijke energiebronnen zijn te benoemen: biomassa, zon, wind en aardwarmte (geothermie). Met name aardwarmte en windenergie vergen een nadere uitwerking in een businesscase om de financiële en organisatorische haalbaarheid te toetsen. Om de aardwarmte te verspreiden is een warmtenet nodig. Op dit moment hebben al twee wijken in Heerhugowaard een warmtenet op basis van een WKK.
2
Energievisie gemeente Heerhugowaard, “Quickscanstudie”, CQ team HVC, Alkmaar, april 2010.
BuildDesk Benelux
13
In de quickscan is al onderzocht wat de mogelijkheden zijn dit warmtenet uit te breiden. Hieruit blijkt dat een groot deel van de bebouwde kom in aanmerking komt voor een warmtenet. Ook voor dit onderwerp is het noodzakelijk een businesscase op te stellen om de mogelijkheden in meer detail te onderzoeken. Tevens is het belangrijk de kansen voor de nieuwbouwwijken in Heerhugowaard mee te nemen. Wat voor ‘de Stad van de Zon’ al is aangegeven in de rapportage van de HVC: door de lage energievraag in de nieuwbouw is het achteraf aanleggen van een warmtenet economisch niet haalbaar. Daarom moet van te voren worden bepaald of de nieuwbouwwijken een warmtenet moeten krijgen of niet. Tot slot is een businesscase nodig om de mogelijkheden voor energie uit de glastuinbouw te onderzoeken. De glastuinbouw zou ook een bron kunnen vormen voor het warmtenet. Uit te voeren businesscases: -
Aardwarmte;
-
Grootschalige windenergie;
-
Energie uit glastuinbouw;
-
Warmtenet.
Een aantal van de stappen -
Inventariseer welke onderzoeken op de vier thema’s / systemen al zijn uitgevoerd, en bepalen hoe relevant deze onderzoeken nog zijn, en of het opstellen van de businesscases dus nog wel relevant is.
-
Zet de businesscases uit. Het valt te overwegen alle vier de businesscases door één partij uit te laten voeren of dit in ieder geval gecoördineerd te doen. Hierdoor krijgen zij alle vier dezelfde opzet en worden dezelfde punten doorgerekend. Dit vergroot de leesbaarheid van het geheel en maakt besluitvorming eenvoudiger.
-
De businesscases zouden in ieder geval de volgende vragen moeten beantwoorden
1.
Wat zijn de beleidsmatige mogelijkheden en beperkingen?
2.
Wat is de technische haalbaarheid? a.
Wat zijn de cijfers en aannames om dit project op te baseren? Denk hierbij aan bijvoorbeeld marktgroei, technische haalbaarheid of verwacht toekomstig marktaandeel.
b.
Wat gebeurt er als we niets doen?
c.
Op welke plekken in Heerhugowaard kan de techniek op korte termijn ingezet worden?
d.
Wat is de minimale hoeveelheid woningen om het systeem technisch en financieel rendabel te houden?
3.
Wat zijn de verwachte kosten en opbrengsten? a.
Inzichtelijk rekenmodel en gehanteerde aannames;
b.
Winst- en verliesrekening.
c.
Cash flow berekening.
d.
NettoContanteWaarde berekening.
e.
Welke financieringsconstructies zijn mogelijk (LDEB, bewoners laten betalen,
f.
Zijn er ontwikkelingen waarbij is aan te sluiten, waardoor het financieel
betalen vanuit het project)? gunstiger wordt (bijv. warmtenet aanleggen bij vervanging riool)?
BuildDesk Benelux
14
4.
Hoe draagt dit project bij aan de strategische doelstellingen? a.
Waar staat de organisatie, als het er op aan komt, nou echt voor? En draagt dit project daar nu daadwerkelijk aan bij?
b. 5.
Past het echt binnen de strategie?
Wat zijn de risico’s? a.
Wat zijn de risico’s op projectniveau (techniek, tijd, geld, resources, bestuurlijke veranderingen etc.)?
b.
Wat is de impact op de gestelde ambities als dit project niet slaagt? Hoe is dat technisch op te vangen en wat zijn dan de financiële verschillen?
c.
Wat is de invloed van andere ontwikkelingen op de (financiële, organisatorische en technische) haalbaarheid? o
Stel dat het warmtenet maar in een deel van Heerhugowaard aangelegd kan worden, is geothermie dan nog wel haalbaar?
o
Stel dat kassen minder energie gaan leveren? Hoe kan je dat dan opvangen?
6.
Wat zijn de eerste te nemen stappen? a.
Waar moet de gemeente beginnen; wat zijn de eerste te nemen stappen?
b.
Wat zijn geschikte locaties; wat is het beste punt om te starten?
De businesscase biedt de basis voor verdere implementatie, is helder geschreven en toetsbaar. Na afronding van de businesscases moet de gemeente gaan beslissen of en hoe zij met de technieken verder wil. Daarna volgt implementatie. Kosten en uren De kosten per onderzoek bedragen gemiddeld € 30.000,- tot € 50.000,-. De uitvoering vindt plaats door externe bureaus. Vanuit de gemeente is vooral begeleiding nodig. Dit kost 0,1 – 0,2 FTE (€ 10.000,- – € 20.000,-).
3.1.2
Lokaal Duurzaam Energie Bedrijf (LDEB) Projectomschrijving Een van de belangrijke maatregelen om energieneutraliteit mogelijk te maken is de oprichting van een Lokaal Duurzaam Energie Bedrijf (LDEB). Veel initiatieven zijn zonder LDEB veel moeilijker van de grond te krijgen. De oprichting van een LDEB is een langdurig en soms moeizaam proces, waar de gemeente zowel financieel als qua tijd in moet investeren. Dat het oprichten van een LDEB moeilijk is, blijkt uit het feit dat het in Nederland barst van de initiatieven, maar dat niemand het ei van Columbus heeft gevonden, laat staan een kip met gouden eieren. Voor Heerhugowaard speelt bovendien de situatie dat het over onvoldoende massa beschikt om geheel zelfstandig een LDEB van de grond te krijgen. Intensieve samenwerking is absoluut noodzakelijk. Landelijke subsidieregelingen staan het daarnaast niet eenvoudig toe dat een samenwerking tussen enkele gemeenten (zoals de drie koplopers, Apeldoorn, Tilburg en Heerhugowaard) in aanmerking komt voor financiële ondersteuning. Financiering voor het op te richten LDEB vormt hiermee op dit moment voor Heerhugowaard een belangrijk probleem.
BuildDesk Benelux
15
Heerhugowaard zal zich de komende tijd richten op samenwerking met gelijkgestemde partners in de regio, of daarbuiten t.a.v. de ontwikkel- en exploitatiefunctie van het LDEB. Met een aantal nieuwbouwprojecten in aantocht moet de gemeente toch zorgen voor een organisatie en financiële constructie om duurzaamheid te verkopen. In plaats van een LDEB op gemeenteniveau is het daarom verstandig om per locatie een zelfstandig energiebedrijf op te richten. In een later stadium zijn deze bedrijven alsnog onder te brengen in een groter duurzaam energiebedrijf op gemeentelijke schaal. We noemen hier twee voorbeelden van kleinschaligere lokale duurzame energiebedrijven, die de gemeente kan overwegen: -
Energie diensten bedrijf dat zorgt voor informatievoorziening over energiebesparing en duurzame energietoepassingen in woningbouw en utiliteitsbouw. Daarnaast initieert, faciliteert en coördineert het marktinitiatieven op het gebied van duurzame energie. De gemeente Heerhugowaard zal deze functie toepassen en wordt op dit moment uitgewerkt in de ontwikkeling van een (digitaal) loket.
-
Woningcorporaties die een eigen energie diensten bedrijf oprichten, met name gericht op het nemen van besparingsmaatregelen (isolatie, ketelvervanging), maar waar nodig en mogelijk op duurzame energieproductie.
-
Een productie- of leveringsbedrijf van duurzame energie, van een of meerdere energiebronnen. Bij warmteprojecten zoals WKO is al snel sprake van productie en levering van energie. Deze opzet is een goede optie bij het realiseren van duurzame energie in nieuwbouwprojecten.
Het verschil tussen een LDEB op gemeentelijke schaal en per project is logischerwijs het schaalniveau en het inperken van de complexiteit. Dit betekent dat minder partijen een rol (hoeven) spelen bij de oprichting, dat het financieel eenvoudiger is in te richten en dat het opzetten van het energiebedrijf eenvoudiger en sneller zal verlopen. Afhankelijk van de gekozen opzet is een projectgekoppelde LDEB (voor een deel) te financieren uit de projectbegroting. Hierdoor rust het minder op de gemeentelijke begroting. Natuurlijk moet binnen de projectbegroting wel ruimte zijn om deze stap te maken. Belangrijk bij de ontwikkeling van projectgerichte lokale energiebedrijven is dat bij het project betrokken partijen zo snel mogelijk bij de ideevorming worden betrokken. Vooral de ambtelijke projectleider en de ontwikkelaar(s) moeten meer enthousiast gemaakt worden en het nut inzien van het lokale energiebedrijf. Aandacht voor deze personen is van groot belang. Naast projectgerichte LDEB’s kan de gemeente ook een Energie Diensten Loket opzetten, zoals zij zelf ook al aangeeft in de Duurzaamheidsagenda 2010. Een Energie Diensten Loket geeft informatie, kan allerlei producten verkopen en is een vraagbaak voor inwoners en bedrijven rond energiezaken. Zo'n loket kan worden ondergebracht in een gemeentehuis of apart in een eigen accommodatie. In het Plan van Aanpak voor het LDEB laten we het Energie Diensten Loket verder buiten beschouwing.
BuildDesk Benelux
16
Een aantal van de stappen -
Bepalen welke projecten / activiteiten zich lenen voor LDEB;
-
Bepalen welke projecten een LDEB nodig hebben om DE / besparing ook daadwerkelijk te realiseren (dus waarbij het project minder duurzaam zou zijn als er geen LDEB is, bijvoorbeeld door de discussies over het split incentive).
-
Businesscases opstellen per project? o
Bepalen per project: termijn waarop LDEB moet zijn opgericht;
o
Mogelijke organisatievormen;
o
Mogelijke financieringsconstructies;
-
o Mogelijke partners en rol van deze partners. Gemeente moet zijn / haar rol bepalen;
-
Bepalen wat de rol(len) van andere partijen kunnen of moeten zijn;
-
Exacte organisatievorm bepalen;
-
Stappenplan hoe daar te komen;
-
Oprichting projectgerichte LDEB.
Kosten en uren De kosten en uren zijn volledig afhankelijk van de opzet van het LDEB. Bij een projectgerichte LDEB ligt het voor de hand dat een belangrijk deel van de kosten op het project te verhalen zijn. Wellicht dat de ontwikkelaar of een andere investeerder ook een belangrijke rol kan spelen. De gemeente zal wel tijd moeten steken in het realiseren van het projectgericht LDEB. Een deel van deze tijd zal bij de projectleider liggen, het team duurzaamheid en eventueel een energieregisseur zullen hem moeten ondersteunen. Wellicht is ook begeleiding van een externe organisatie nodig; ook dit hangt af van de opzet en de betrokken partijen. Een projectgerichte LDEB is van tijdelijke aard. De uren die de gemeente investeert zullen in de loopt der tijd afnemen. De gemeente mag verwachten dat zij 0,2 FTE, verdeeld over de projectleider en een duurzaamheidsambtenaar, moet investeren voor het opzetten van het LDEB. De initiële investering van een projectgerichte LDEB zal in eerste instantie bij externe investeerders liggen. Wellicht dat een aandeel van de gemeente nodig is om voor hen de risico’s te verminderen. Ter indicatie: de initiële investering benodigd voor gemeentelijke gebouwen (inclusief scholen) bedragen € 100.000,-. Zowel de personeelskosten als initiële kosten moeten zich uiteindelijk terugverdienen. Daarnaast zijn deze kosten niet volledig voor de gemeente. Uiteindelijk moet het LDEB dit allemaal zelf kunnen betalen.
3.1.3
Communicatie en marketing Projectomschrijving Communicatie wordt in de Duurzaamheidsagenda 2010 benoemd als een van de speerpunten met als doel het creëren van draagvlak en het bewerkstelligen van gedragsverandering, zowel intern en als extern.
BuildDesk Benelux
17
Naast communicatie (focus op identiteit en imago) is ook het ‘vermarkten’ (marketing) ofwel het verkopen van het uitvoeringsprogramma van groot belang. Hoewel marketing doorgaans extern gericht is, doelt dit plan van aanpak ook op het verkopen van het uitvoeringsprogramma binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Het plan van aanpak voor marketing en communicatie voorkomt dat het uitvoeringsprogramma Klimaat in de bureaula verdwijnt. Het betrekken van mensen, intern en extern, bij de uitvoering van projecten uit het programma staat centraal. Dit plan van aanpak is er dus op gericht het uitvoeringsprogramma te ‘verkopen’. Plaatsing van het programma op de website van de gemeente alleen is niet genoeg. De gemeente zoekt actief de samenwerking op met diverse publieke en private partijen en maakt hen enthousiast om aan de slag te gaan met projecten gericht op duurzaamheid en klimaat. Duidelijk moet zijn dat de afdeling communicatie hier een belangrijke rol in speelt. Op verschillende onderdelen zijn al plannen ontwikkeld die klaar liggen om opgepakt te worden. Daarnaast is het van belang dat de plannen rondom de communicatie en marketing worden gekoppeld aan het evenementenbeleid. Duurzaamheid moet (en is) een speerpunt zijn in de City Marketing. Hoewel marketing en communicatie hier als een los onderdeel wordt beschreven is een koppeling met de operationele projecten, zowel nieuwbouw als bestaande bouw noodzakelijk. Ambities zelf moeten gecommuniceerd worden, maar ook de specifieke ideeën over de aanpak van de ambities. Een aantal van de stappen -
Inventariseren huidige interne en externe communicatie en marketing rondom klimaatbeleid;
-
Uitwerken strategie voor interne en externe marketing en communicatie. Te bepalen onderdelen:
-
o
Doelstellingen communicatie en marketing;
o
Doelgroepen;
o
Boodschap.
Uitwerken strategie in communicatie- en marketingplan voor duurzaamheid en klimaat. Mogelijke onderdelen Marketing en communicatieplan: o
Projectenmarkt;
o
Activiteiten tijdens de jaarlijkse Week van de Vooruitgang (tegenwoordig Europese Mobiliteitsweek);
o
Koppeling met het ‘Startevenement bestaande bouw’;
o
Pitch bij reclamebureaus.
-
Keuze uit de in te zetten communicatie- en marketingmiddelen;
-
Bepalen van de vorm door een logo en bijpassende slogan te ontwikkelen;
-
Organiseer een startbijeenkomst over de uitvoering van het plan van aanpak Marketing en Communicatie.
Kosten en uren Voor het onderdeel is een 0,5 FTE nodig, naast 0,5 FTE specifiek gericht op projecten (bestaande bouw en nieuwbouw) waarmee het totaal op 1 FTE komt. Een budget van € 300.000,- is nodig als werkbudget.
BuildDesk Benelux
18
3.1.4
Duurzaamheidsacademie Projectomschrijving In de praktijk blijkt dat het bij veel gemeentelijke medewerkers ontbreekt aan voldoende kennis over duurzaamheid en klimaatbeleid. Dit leidt er toe dat medewerkers de kansen voor duurzaamheid onvoldoende benutten. Het gericht aanbieden van specifieke kennis vergroot de slagvaardigheid van de organisatie, bevordert het integraal denken en doen, en zorgt voor een verdere verankering van duurzaamheid in de uitvoering van de kerntaken. De kennis kan op diverse manieren worden aangeboden. In eerste instantie richt de Duurzaamheidsacademie zich op de interne gemeentelijke organisatie. Zodra hiervoor een aanbod is ontwikkeld dat in een behoefte voorziet kan de Duurzaamheidsacademie eventueel een aanbod ontwikkelen voor de stakeholders. Binnen de duurzaamheidsacademie kan eventueel ook een aanbod worden ontwikkeld voor bijv. energiezuinig gedrag van huishoudens of bedrijven. Een aantal van de stappen -
Inventariseren huidige kennisbehoefte per afdeling;
-
Inventariseren cursusaanbod bij onderwijsinstellingen (MBO/ROC, HBO/InHolland, particuliere onderwijsinstellingen, aanbod specifieke cursussen);
-
Opstellen opleidingsplan 2011 – 2014;
-
Activiteiten vanaf 2011:
-
o
Interne cursussen;
o
Lunchpresentaties, eventueel verzorgd door een externe partij;
o
Excursies.
Opleidingsplan stakeholders: o
Opstellen startnotitie met een aanbod aan de stakeholders;
o
Bespreken notitie met stakeholders (eventueel in een gezamenlijk overleg);
o
Bepalen opleidingsbehoefte van stakeholders;
o
Opstellen opleidingsplan;
o
Verwerven van fondsen bij stakeholders voor uitvoering opleidingsplan.
Kosten en uren Voor alle voorbereidingen en het organiseren van de cursussen is ongeveer 320 uur nodig. Daarnaast kost het bijwonen van cursussen en lunchpresentaties per medewerker gemiddeld 16 uur per jaar. Er zijn kosten te verwachten voor cursusmateriaal, eventueel de inhuur van experts ten behoeve van de cursussen, en voor excursies. Hoe hoog dit bedrag is, is volledig afhankelijk van de gekozen insteek. Een richtbedrag is € 500,- per persoon. In de loop der tijd worden deze kosten waarschijnlijk lager.
3.1.5
Natuur Milieu Educatiecentrum Projectomschrijving Het energieverbruik van de bewoners van de gemeente vormen een belangrijk aandeel in de CO2-uitstoot in Heerhugowaard. Deze uitstoot is lastig terug te dringen omdat burgers niet gedwongen kunnen worden tot maatregelen of zuiniger met energie om te gaan.
BuildDesk Benelux
19
De beste aanpak is daarom het verspreiden van kennis en het voorzien van burgers van zoveel mogelijk relevante informatie, om ze hiermee te motiveren zelf aan de slag te gaan. Dit kan de gemeente doen in de vorm van een Natuur Milieu Educatiecentrum. Binnen de gemeente bestaan al plannen voor de oprichting van een educatiecentrum, op een locatie in ‘de Stad van de Zon’. Afhankelijk van de exacte locatie is hiermee de link met zowel duurzaamheid als natuur snel gelegd. Een aantal van de stappen -
Zorgen dat het gebouw zelf een duurzaam gebouw is: het gebouw is de reclame voor de inhoud!
-
Bepaal de doelgroep en de inhoudelijke focus voordat het centrum gerealiseerd wordt: o
Wat wil je laten aanbieden en hoe breed: duurzame energie, duurzaamheid in het algemeen, natuur in het algemeen?
o
Wie wordt de doelgroep: Kinderen? Volwassen? Bouwers/aannemers?
o
Welke boodschap wil de gemeente zenden: gaat het over kansen of over bedreigingen?
-
Bepaal het programma: wat ga je doen? Vaste tentoonstellingen of wisselend? Hoe vaak waarover? Heb je een programma voor scholen?
-
Zorg voor goede communicatie: leg contact met de scholen, zorg dat zij eenvoudig op ‘cursus’ kunnen komen e.d..
Kosten en uren Op dit moment is het niet goed mogelijk te bepalen wat de kosten en uren zijn die hiervoor nodig zijn. Beiden zijn directe afhankelijk van de beslissingen zoals in bovenstaande stappen besproken. Ook de ambities voor het gebouw zelf zijn bepalend voor de kosten, qua investering en exploitatie. Naast de kosten voor de bouw zijn blijvende kosten nodig voor de communicatie. Dit kost 0,2 FTE. Afhankelijk van de gekozen ‘inrichting’ van het centrum kunnen deze kosten voor het centrum zelf zijn, in plaats van voor de gemeente.
3.1.6
Projectencarrousel Projectomschrijving De projectencarrousel is net als de duurzaamheidsacademie is een specifieke uitwerking van het onderdeel marketing en communicatie, gericht op de gemeente intern. Her verankeren van duurzaamheid en klimaatbeleid in de kerntaken van de gemeente vraagt veel aandacht. Wanneer alle medewerkers van de gemeente 1 uur per week iets aan duurzaamheid doen zou de inzet voor duurzaamheid gemeentebreed enorm toenemen. Door af te spreken dat alle afdelingen van de gemeente elk jaar minimaal 1 project moeten uitvoeren die een bijdrage levert aan de duurzaamheidsambitie, zorgt de gemeente ervoor dat tijd op effectieve en voor de medewerkers aantrekkelijke wijze wordt ingezet.
BuildDesk Benelux
20
De projectencarrousel is een jaarlijkse happening waarbij medewerkers hun projectidee kunnen uitwerken of “verkopen”, deelnemers worden geënthousiasmeerd, samenwerking wordt georganiseerd en de resultaten van gerealiseerde projecten worden gepresenteerd. De projectencarrousel wordt bij voorkeur elk jaar op de Duurzame Dinsdag gehouden (eerste dinsdag in september) en zal minimaal 1 dagdeel in beslag zal nemen. Het is mede bedoeld om het draagvlak voor duurzaamheid te vergroten en te versterken. De projectencarrousel is bovendien integraal te combineren met het Convenant Wonen 2010 – 2012 en de aanpak Rivierenwijk. Een aantal van de stappen -
Medewerkers uitnodigen voor Duurzame Dinsdag 7 september 2010.
-
Ontwikkelen programma Duurzame Dinsdag.
-
Evaluatie Projectencarrousel: Wat heeft het opgeleverd, hoe waarderen de medewerkers deze dag/dit dagdeel en welke suggestie heeft men voor verbetering.
-
Na de projectencarrousel werken de projectgroepjes hun voorstel verder uit en koppelen dit terug aan de duurzaamheidscoördinator.
-
De afdelingsmanagers krijgen de verantwoordelijkheid de uitvoering van de projecten te bewaken. De duurzaamheidscoördinator stemt regelmatig af met de afdelingsmanager over de stand van zaken en ondersteunt daar waar nodig.
Kosten en uren Voorbereidingen en organisatie van de projectencarrousel 2010: 80 uur. Vanaf 2011 kan het sneller, dan kost het nog 60 uur per jaar. De kosten moeten jaarlijks worden bekeken en zijn afhankelijk van de invulling van het programma. Advies hiervoor is een budget aan te houden van € 5.000,- per jaar.
3.2
Operationele projecten
3.2.1
Inleiding De operationele projecten en hun Plannen van Aanpak komen voort uit een aantal stappen: -
Interviews met ambtenaren van de gemeente;
-
Een Multi-Criteria-Analyse (zij bijlage 6);
-
Bepaling van de benodigde realisatie van duurzame energie en energiebesparing om de 20% reductie in 2014 te bereiken (zie bijlage 1);
-
Bepaling van acties benodigd om na 2014 een verdergaande energieproductie en reductie te bereiken.
Uit het rekenmodel van de Roadmap hebben we kunnen bepalen welke maatregelen nodig zijn om tot 20% energieneutraliteit te komen door energiebesparing en duurzame energieproductie. In bijlage 1 is dit in meer detail weergegeven.
BuildDesk Benelux
21
Hier volstaan we met het benoemen van de drie belangrijkste punten van beide gebieden:
Aandeel in 2014
Sector
Bestaande woningen Glastuinbouw Handel Warmte uit kassen Zon PV - bestaande woningbouw Windturbines (Stad van de Zon)
Maatregelen
10% van woningen extra geïsoleerd, 3,5% zuinigere ketel/gaswarmtepomp, 3% WKK, 6,5% warmteterugwinning, 2,76% 37% verlichting op LEDs 5,62% 25% van de verlichting op LEDs, 25% energieneutrale kas 13% van gebouwen extra geïsoleerd, 26% LEDs, 1,71% 6,5% zuinigere ketel/gaswarmtepomp 2,17% 200.000m2 kas 1,50% 30m2 op 25% van de woningen 1,42% 3x2,3 MW
De drie belangrijkste projecten die we kunnen benoemen zijn de bestaande bouw, nieuwbouw en de gemeentelijke organisatie.
3.2.2
Bestaande bouw Projectomschrijving In de bestaande bouw zijn drie doelgroepen te benoemen: woningcorporaties, VVE’s en particulieren. Het heeft de voorkeur om te kiezen voor een integrale aanpak waarbij besparen, duurzame energie en eventuele andere woonwensen in een keer worden aangepakt. Deze aanpak vraagt een innovatieve aanpak. De ervaringen met campagnes is over het algemeen ontoereikend om tot de beoogde doelstelling te komen. Ontzorgen van huiseigenaren is cruciaal. Dit vraagt nieuwe vormen van samenwerken en financieren. Om dit mogelijk te maken is de introductie van een energieregisseur voor de bestaande bouw een mogelijke oplossing. Deze persoon brengt vraag en aanbod actief bij elkaar, zorgt voor een totaalaanbod voor de huiseigenaar en stuurt de bedrijven aan op kwaliteit en organiseert financiële arrangementen. Het streven is de bekostiging van de energieregisseur te halen uit de omzet die hij lokaal genereert. Dit model dient nader uitgewerkt te worden, bij voorkeur in samenwerking met de lokale stakeholders, zoals aannemers, installatiebedrijven en woningcorporaties. Een projectgericht LDEB kan hierbij een verder ondersteunende rol spelen. Een aantal van de stappen -
energiebesparingpotentieelscan en verkenning DE-opwekking;
-
aansluiten bij de businesscases (zie paragraaf 3.1.1);
-
onderzoeken mogelijke financiële constructies;
-
groslijst maken lokale bedrijven (aannemers/installateurs);
-
aanstellen / benoemen lokale energieregisseur;
-
prestatieafspraken maken met woningcorporaties en uitvoeringsplan op laten stellen;
-
selecteren en optuigen financiële constructies per doelgroep;
BuildDesk Benelux
22
-
arrangementen opstellen voor particuliere woningbezitters, VvE’s en huurders van woningcorporaties;
-
communicatieaanpak opstellen en uitvoeren.
Kosten en uren De meeste van deze werkzaamheden moeten uitgevoerd worden door de gemeente zelf. Het onderzoeken en opzetten van financieringsconstructies, zoals leningen tegen lage rente, zou door een ingehuurd bureau kunnen gebeuren. De kosten: ongeveer € 100.000,-. Ook bij het optuigen van de informatievoorziening, bijvoorbeeld een website of brochures, kan een externe partij nodig zijn, kosten: € 100.000,-. De afspraken en ondersteuning van de woningcorporaties kosten 0,1 - 0,2 FTE (€ 10.000,- – € 20.000,-). De begeleiding en implementatie van de financieringsconstructies kost 0,5 FTE (€ 50.000,-). Het opstellen van de groslijst en leggen van de contacten met bedrijven kost 0,4 FTE (€ 40.000,-). De communicatie kost 0,5 FTE (€ 50.000,-). De uiteindelijke maatregelen kosten ongeveer € 3.000,- tot € 5.000,- per woning.
3.2.3
Nieuwbouw Projectomschrijving Om een beeld te krijgen wat op dit moment speelt binnen de gemeente, en om te onderzoeken in hoeverre het uitvoeringsprogramma daar op aan kan sluiten, heeft BuildDesk verschillende ambtenaren van de gemeente geïnterviewd. Hieruit kwamen de volgende nieuwbouw en revitaliseringsprojecten naar voren: -
Stationsgebied: herontwikkeling, kantoren en appartementen, gezondheidszorg en onderwijs;
-
Hugo-oord: inbreidingslocatie, sloop-nieuwbouw, seniorenwoningen;
-
Broekhorn: nieuwbouw, woningen en kantoren;
-
Westpoort: winkels, bioscoop, kantoren en instellingen;
-
De Draai: nieuwbouw, woningen;
-
Stad van de Zon: nieuwbouw, vooral woningen, deels al gerealiseerd, deels nog te bouwen;
-
Tangent-traject: aanpassen verkeersstructuur;
-
De Vork: nieuw, duurzaam bedrijventerrein.
Bijna alle projecten bevinden zich nog in de planvormingsfase, wat betekent dat aansluiten op de ambities tot op zekere hoogte nog mogelijk is. Nieuwbouw, een onderwerp waar allerlei projecten onder vallen, waar al veel in bereikt is waarop wordt voortgeborduurd en wat vooral verdere structurele verankering vraagt. Geen toevalligheden meer, maar sterke sturing op ambities, goed neerleggen van verantwoordelijkheden bij de juiste partijen en een aantal zaken op strategisch niveau vastprikken. Bijvoorbeeld keuze voor een collectief of gebouwgebonden systeem.
BuildDesk Benelux
23
In ieder geval is het van belang in kaart te brengen op basis van welke randvoorwaarden voor welke optie het beste kan worden gekozen. Hier spelen de businesscases een belangrijke rol. Het is belangrijk dat de businesscases en de nieuwbouwprojecten op elkaar aansluiten. Uit de businesscases zal blijken of een warmtenet en geothermie haalbaar zijn in Heerhugowaard en of zij op de nieuwbouwlocaties moeten worden toegepast om voldoende energievraag te hebben waardoor het systeem rendabel is. Deze resultaten hebben daarmee veel invloed op de beslissingen voor de nieuwbouwprojecten. Overigens heeft het de voorkeur om geothermie in eerste instantie in de bestaande bouw toe te passen. Tot slot is het van belang dat de gemeente zorgt voor kwaliteitsborging in het ontwikkelproces. De gemeente heeft al aardig wat handvatten of zijn bezig deze te realiseren. Een aantal van de stappen -
Aanstellen van een energieregisseur om projectleiders te ondersteunen; Uitvoeren van haalbaarheidsstudies per project, voor zover nog niet uitgevoerd; Aansluiten op businesscases;
-
Per project bepalen welke duurzaamheidsmaatregelen te realiseren;
-
Toetsen en handhaven tijdens de realisatie;
-
Communicatie en marketing gedurende het gehele project veel aandacht geven.
Kosten en uren Aanstellen energieregisseur energieneutrale nieuwbouw: 1 FTE (€ 100.000,-). Aanstellen en/of opleiden toetsers en handhavers: 0,5 FTE (€ 50.000,-). De begeleiding en implementatie van de financieringsconstructies kost 0,5 FTE (€ 50.000,-). Het opstellen van de groslijst en leggen van de contacten met bedrijven kost 0,4 FTE (€ 40.000,-). De communicatie kost 0,5 FTE (€ 50.000,-) (is reeds in het betreffende PvA meegenomen). Per haalbaarheidsonderzoek moet rekening gehouden worden met kosten tussen € 20.000,- en € 50.000,-. Daarnaast is een aanvullende investering van € 20.000,- per woning nodig om deze energieneutraal te realiseren. Een alternatieve aanpak die de initiële investeringskosten beperkt, is om woningen niet direct energieneutraal te bouwen, maar ze wel voor te bereiden op deze mogelijkheid. Dit houdt in dat de daken de juiste oriëntatie moeten hebben, dat in de woningen loze leidingen aanwezig zijn voor de bekabeling van de PV en dat hiervoor ruimte is in de meterkast. Ook is er ruimte voor een warmtepomp en een Laag Temperatuur Verwarmingssysteem.
BuildDesk Benelux
24
3.2.4
Gemeentelijk energieverbruik Projectomschrijving Het energieneutraal maken van het energieverbruik van de gemeentelijke organisatie heeft voor Heerhugowaard betrekking op de gemeentelijke gebouwen en het gemeentelijk wagenpark. De scholen in Heerhugowaard zijn geen eigendom van de gemeente, toch worden zij wel ondersteund in de verduurzaming. Zo zullen in 2010 minimaal 15 scholen worden voorzien van PV. Dit is mede op initiatief van de gemeente. In de Duurzaamheidsagenda 2010 is op basis van de huidige financiële mogelijkheden openbare verlichting buiten beschouwing gelaten. Dat doen wij voor deze projectomschrijving daarom ook. Met het verduurzamen van het gemeentelijk energieverbruik stelt de gemeente een voorbeeldfunctie. In dat kader is het dan ook van belang te zorgen dat het energieverbruik voor 2014 energieneutraal is. Een aantal van de stappen -
Uitvoeren nulmeting en vaststellen verbetermogelijkheden per gebouw of gemeentelijke installaties, zoals rioolgemalen e.d..
-
Vaststellen verlengde terugverdientijd van 15 jaar voor investeringen in de gemeentelijke organisatie.
-
Benoem een verantwoordelijke die zorg draagt voor de daadwerkelijke uitvoering binnen de gestelde termijn.
-
Stel per gebouw een plan op: welke natuurlijke vervangingsmomenten zijn er en welke duurzaamheidsmaatregelen kan je op dat moment extra nemen?
-
Schaf energiezuinige / elektrische / biogas auto’s aan. Pas dit waar mogelijk in, in het vervangingsplan.
-
Vervang de verlichting in de gebouwen door zo zuinig mogelijke verlichting.
-
Sluit verlichting aan op tijdschakelaars en bewegingssensoren.
Kosten en uren De investeringskosten bedragen: -
Gebouwgebonden maatregelen: 2 miljoen euro;
-
Wagenpark: € 25.000,- per auto.
Daarnaast kost het 1 FTE (€ 100.000,-) en € 100.000,- werkbudget. De investeringskosten moeten zich terugverdienen. Door te beginnen met een nauwkeurige controle van de energierekeningen kan vaak een eerste startkapitaal worden gevonden. De meeste energiebedrijven brengen onterecht teveel kosten in rekening. Vaak wordt dit niet opgemerkt. Dit kan alsnog worden teruggevorderd bij de energiebedrijven (controleer de facturen van zowel de leverancier als de netbeheerder).
BuildDesk Benelux
25
3.2.5
Glastuinbouw Projectomschrijving In de verduurzaming van het energiegebruik in Heerhugowaard, speelt de glastuinbouw een belangrijke rol. Enerzijds liggen bij de glastuinbouw grote kansen voor besparing, anderzijds bestaat tegenwoordig de mogelijkheid om energie uit kassen te halen. Hiermee snijdt het mes dus aan twee kanten. Voordat de gemeente met de glastuinbouw aan de slag kan, moet eerst worden uitgezocht wat precies de mogelijke maatregelen zijn. In de businesscase Glastuinbouw (3.1.1) zal dit voor een belangrijk deel al uitgezocht worden. Wellicht is het nodig om per bedrijf een specifiek plan op te zetten. Door de verschillende teelt in de kassen, kunnen ook de meest geschikte maatregelen verschillen. Daarnaast is het van belang om snel in gesprek te raken met de verschillende telers, en samen aan de plannen te werken. De eerste stappen hiertoe heeft de gemeente inmiddels gezet: een stakeholders analyse voor de glastuinbouw wordt uitgevoerd. Eerste doel is om zo veel mogelijk energie te besparen, tweede stap is om energie op te wekken. Een aantal van de stappen -
Op basis van stakeholdersanalyse bepalen wat de ‘incentives’ zijn van partijen om tot actie over te gaan.
-
Partijen om tafel vragen voor verdere uitwerking van afspraken.
-
Onderzoeken waar de winst valt te behalen / welke maatregelen te nemen (=businesscase glastuinbouw 3.1.1).
-
Bepalen mogelijke financieringsconstructie. Waar nodig tuinbouwers ondersteunen bij het uitwerken van meer specifieke businesscase en het uitwerken van een uitvoeringsplan, inclusief planning en monitoring.
Kosten en uren De kosten zullen zich voor de gemeente beperken tot de onderzoekstrajecten en het helpen uitwerken van businesscases en uitvoeringsplannen. De glastuinbouwers dienen zelf de investeringen voor hun rekening te nemen. Eventueel kan de gemeente wel een ondersteunende en stimulerende rol spelen door te zorgen voor goede financierings- en leningsconstructies. De gemeente moet in het begin veel tijd steken in de stakeholdersanalyse en aan de gesprekken met de partijen. Naar mate het traject vordert zal deze tijd minder worden. De energieregisseur of de programmanager duurzaamheid zouden zeer geschikt zijn voor deze rol. De tijdsbesteding zal 0,2 FTE bedragen.
BuildDesk Benelux
26
3.3
Planning Businesscases Inventarisatie Besluit uitvoering Opdracht verlening Uitvoering Evalueren & beslissen Implementeren Oprichting LDEB Projectenlijst Financieringsconstructies Selectie projecten Notitie realiseerbaarheid Betrekken projectleiders / ontwikkelaars Businesscase per project Organisatievorm bepalen Oprichting LDEB Marketing en communicatie Analyse Strategie Uitwerking Uitvoering Duurzaamheidsacademie Aanpak 2010 Aanpak 2011 Vervolg - 2012 Natuur Milieu Educatiecentrum Ontwerp een duurzaam gebouw Doelgroep en focus bepaling Start bouw Programma bepaling Communicatie Opening centrum Projectencarrousel Uitnodiging versturen Ontwikkelen programma Evaluatie Uitwerken projectvoorstellen Voortgang bewaken Aanvalsplan bestaande bouw Onderzoek Organisatie Financiering Aanbod per doelgroep Communicatie Nieuwbouw energieneutraal Onderzoek Organisatie Uitvoering Communicatie Gemeentelijke organisatie Nulmeting Verlengde terugverdientijd Aanpak gebouwen en installaties Wagenpark Niet gebouwgebonden energieverbruik Duurzame glastuinbouw Afronden stakeholdersanalyse Bepalen 'incentives' Uitwerken afspraken Koppeling businesscase Glastuinbouw Financieringsconstructies Ondersteuning
BuildDesk Benelux
27
2010 3 4
2011 1 2
3
4
2012 1 2
3
4
3.4
Monitoring
3.4.1
Waarom monitoring Een belangrijk onderdeel van het uitvoeren van energiebeleid is monitoring. Immers, meten is weten! Doel van monitoring is dan ook inzicht te verkrijgen in de behaalde resultaten en de wijze waarop die resultaten zijn behaald zodat duidelijk wordt of de gestelde doelen gehaald worden en of een andere aanpak nodig is. Daarnaast is monitoring te gebruiken als communicatiemiddel. Monitoring is voor meerdere doelgroepen te gebruiken. In het geval van monitoring als communicatiemiddel, zal de doelgroep vooral bestaan uit burgers. De doelgroep kan ook heel goed de politiek zijn, om hen te enthousiasmeren of te bewegen andere beslissingen te nemen. Natuurlijk zijn ook de ambtenaren, degenen die het project uitvoeren, een belangrijk doelgroep. Zij kunnen door monitoring in de gaten houden hoe een project verloopt en op basis van de resultaten de aanpak en / of verwachtingen bijstellen. Voor monitoring hanteren wij de 5 V’s: -
Volgen, periodiek de monitoringindicatoren verzamelen; Verklaren, duiden van de resultaten, oorzaken benoemen voor afwijking van doelstellingen, zowel de positieve als negatieve;
-
Voorspellen, welke resultaten mogen we verwachten in de toekomst op basis van het bereikte tot op heden (vooral belangrijk voor de volgende 16 jaar);
-
Veranderen, het eventueel aanpassen van de aanpak, het tempo en wanneer blijkt dat het beoogde doel niet behaald zal worden;
-
Verantwoorden, aan het gemeentebestuur en uiteindelijk de kiezers moet verantwoording afgelegd worden.
Voor het volgen en het verzamelen van de monitoringsindicatoren heeft de gemeente aangegeven naar alle waarschijnlijkheid te gaan werken met de CO2-monitor van het CO2-servicepunt. Belangrijk is dat hier zowel concrete projecten als meer beleidsmatige en onderzoeksprojecten in zijn mee te nemen. Vanuit dit monitonringsmodel hebben wij een format opgesteld (zie bijlage 5) dat voor ieder project ingevuld kan worden. Belangrijk is dat medewerkers vanaf het begin van een project zich bewust zijn van de voor monitoring benodigde gegevens zodat dit ook op de juiste manier kan worden ingevuld. Het monitoringsinstrument geeft slecht kwantitatief inzicht in de resultaten van uitgevoerde werkzaamheden. Het is belangrijk deze gegevens niet alleen na uitvoering in te vullen, maar ook vooraf, en misschien zelfs nog enkele malen tussendoor. Het gaat er dus om, om meetpunten te definiëren. Voorbeelden van meetpunten zijn bijvoorbeeld in de structuurvisie-fase, na afronding van het ontwerp, aan het begin van de realisatie, na realisatie en twee jaar na realisatie. Al deze gegevens geven inzicht in het verloop van de realisatie van de ambities en kunnen het eenvoudiger maken om te verklaren op welk moment en waarom gegevens afwijken. Ook kan het inzicht verschaffen in wat eventueel anders had gemoeten.
BuildDesk Benelux
28
Als duidelijk is waarom bepaalde gegevens afwijken of waarom juist niet, maakt dit het mogelijk om andere resultaten te herzien en opnieuw te voorspellen. Zo kunnen ingevulde gegevens steeds worden verbeterd en is steeds nauwkeuriger te bepalen wanneer de overkoepelende ambities, als energieneutraliteit zijn te behalen. Mochten resultaten afwijken terwijl dit niet wenselijk is, dan is het van belang om op basis van de kennis opgedaan bij het verklaren, in andere lopende of te verwachten projecten de aanpak te veranderen, aan te passen. Ook is het natuurlijk mogelijk de gestelde ambitie aan te passen. De veranderingen en eventueel het niet halen van projectambities of grotere overkoepelende ambities vraagt om verantwoording naar het gemeentebestuur en de kiezers. Door de eerste stappen, verzamelen en verklaren, zorgvuldig te doorlopen kan de argumentatie worden gevonden om deze verantwoording af te kunnen leggen.
3.4.2
Monitoring in Heerhugowaard Om de gestelde ambities te bereiken zijn veel maatregelen nodig. Verschillende maatregelen zijn relatief eenvoudig te realiseren, anderen vergen meer onderzoek en voorbereiding. Monitoring moet in dit geval dan ook niet alleen op de harde feiten plaats vinden maar ook op bijvoorbeeld genomen beleidsstappen zoals de beslissing om windturbines te realiseren. Op deze wijze ontstaat een duidelijk inzicht wat er in Heerhugowaard gebeurt en nog gaat gebeuren. Bovendien heeft dit een motiverende werking, zeker in de beginfases waarin waarschijnlijk meer beleidsstappen plaats vinden en de harde maatregelen nog enigszins beperkt zijn. De gemeente moet verschillende projecten opzetten. Een aantal hiervan zijn al benoemd in de Plannen van Aanpak. In deze PvA’s zijn zo veel mogelijk harde cijfers benoemd, die naderhand te controleren zijn. Gedurende een project moeten er vaste momenten zijn waarop monitoring plaats vindt, bijvoorbeeld: -
In Plan van Aanpak: o Welke beslissing moet worden genomen? o Welke maatregelen wil je realiseren? o Wat is de inschatting van de kosten die hieraan zijn verbonden?
-
Na besluitvorming: o Welke beslissing is genomen? o Tot welke maatregelen is besloten? o Welk budget is beschikbaar gesteld? o Wanneer moet het project gerealiseerd zijn?
-
Bij de start van de realisatie: o Welke maatregelen worden gerealiseerd? o Welke kosten zijn hieraan verbonden? o Wanneer is het project afgerond?
-
Halverwege de realisatie: o Wat is er al gerealiseerd aan maatregelen? o Welke kosten zijn tot nu toe gemaakt? o Hoe verloopt de planning?
BuildDesk Benelux
29
-
Na afronding van het project: o Wat is er daadwerkelijk gerealiseerd aan maatregelen? o Hoeveel heeft het gekost? o Wanneer is het project afgerond?
Bij voorkeur worden, zowel vooraf als achteraf, zo veel mogelijk harde feiten benoemd. Deze zijn het eenvoudigst te registreren en dus monitoren. Ten behoeve van de monitoring kan de gemeente gebruik maken van het format zoals in bijlage 5 is weergegeven. Daarnaast gaat de gemeente waarschijnlijk gebruik maken van de CO2monitor van het CO2-servicepunt. Het format is hier direct van afgeleid, zodat invullen van de gegevens zo eenvoudig mogelijk is. In de CO2-monitor staat vervolgens alles bij elkaar opgeslagen. Door de resultaten van de monitoring van verschillende momenten naast elkaar te leggen en te toetsen, is goed bij te houden welke veranderingen eventueel hebben plaats gevonden: wordt de tijdsplanning nog wel gehaald, wordt ook daadwerkelijk zo veel aan maatregelen toegepast als van te voren bedacht, etc. etc. De volgende stap is dan om het lopende proces en eventueel andere lopende processen aan te passen op basis van deze resultaten. De monitoring wordt gedaan door een van de bij het project betrokken ambtenaren. De projectleider houdt in de gaten dat de monitoring ook daadwerkelijk plaats vindt en dat de resultaten kloppen met het project. De programmamanager Duurzaamheid heeft hierbij een ondersteunende rol, en kan mede in de gaten houden of monitoring daadwerkelijk plaats vindt. De uiteindelijke resultaten komen bij het team duurzaamheid, die zorg draagt voor het invullen in de CO2-monitor, en die resultaten van meerdere projecten met elkaar vergelijkt en daar waar nodig zorgt voor aanpassing.
BuildDesk Benelux
30
4
Doorkijk naar 2030 en herijking van de roadmap Uit bovenbeschreven concretisering van de Roadmap zoals gemaakt in 2007, blijkt dat flinke stappen nodig zijn. Gemeente Heerhugowaard heeft aangegeven de eerste 20% van de ambitie in 2014 gerealiseerd te willen hebben. Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat dit grote consequenties heeft. Binnen de gemeente wordt op financieel en organisatorisch vlak veel gevraagd. Het aantal FTE’s dat nodig is om alle plannen in gang te zetten is groter dan het aantal huidige FTE’s. Ook zijn flinke initiële investeringen nodig. Bovendien is er ook een hele praktische kant: alleen al aan PV moet in 4 jaar tijd ruim 300.000m2 op de daken worden geplaatst. Waar komt deze PV vandaan, en wie gaat deze panelen plaatsen? Opleiding van adviseurs en monteurs die dit kunnen doen is nodig, zoals ook beschreven in de Plannen van Aanpak. Natuurlijk kan een deel van de stappen goed ingepast worden in de huidige gang van zaken. Hiervoor zijn aanpassingen in de werkwijze van de gemeente nodig, maar bij de gemeente Heerhugowaard is een aantal belangrijke randvoorwaarden al gerealiseerd: er is een Programmamanager Duurzaamheid, er is een kernteam van specialisten voor klimaatbeleid, bij belangrijke afdelingen is een groot draagvlak voor duurzaamheid en zowel op bestuurlijk als op managementniveau staat het thema duurzaamheid hoog op de agenda. Uitdagingen liggen vooral in het meekrijgen van medewerkers die zich in eerste instantie niet met duurzaamheid en energieneutraliteit bezig houden. Bovendien hoeft de gemeente niet alles zelf te doen. Hierin ligt wel nog een grote uitdaging: hoe de burgers en bedrijven mee te krijgen. In de Plannen van Aanpak staan de mogelijkheden hiertoe benoemd. De gemeente zal hier wel zelf de eerste stap in moeten zetten. Maar daarnaast zullen veel aspecten zich ook autonoom ontwikkelen. Veel marktpartijen zijn bezig met herijking van hun producten en bedrijfsprocessen. Dit zal er toe leiden dat in de loop der tijd steeds meer aanbod komt van duurzame producten en diensten. Nieuwe technologische innovaties zullen de komende jaren de markt bereiken waardoor zaken die nu als moeilijk of onmogelijk worden beschouwd binnen handbereik komen. Het kader hieronder schetst twee van dat soort voorbeelden uit de afgelopen decennia. Toen begin jaren ‘80 van de vorige eeuw een telecommunicatiebedrijf aan zogenoemde experts vroeg hoeveel mobiele telefoons zij in het jaar 2000 zouden kunnen verkopen kwamen zij na een analyse tot het aantal van 900.000 stuks. In werkelijkheid bleek dat het bedrijf in dat jaar meer dan 100 miljoen mobiele telefoons heeft verkocht. Nog een voorbeeld: Bill Gates, de oprichter en voormalige CEO van Microsoft, stelde destijds dat voor een gezin in de toekomst 640 kB computergeheugen meer dan voldoende zou zijn voor het huiselijk gebruik. Deze voorbeelden geven aan dat we naar de toekomst kijken vanuit een denkraam in het heden. Wij kunnen niet echt voorzien wat de toekomst brengt, maar er alleen naar gissen.
BuildDesk Benelux
31
Als het de gemeente lukt om de in dit uitvoeringsprogramma genoemde stappen te zetten of hier in ieder geval een flinke slag in te slaan, dan is zij al een behoorlijk eind op weg in het behalen van haar ambities. Deze eerste stappen zijn het zwaarst. Als de bal eenmaal rolt, gaat hij makkelijker verder. Na 2014 zijn nog een aantal grote slagen te slaan met de realisatie van grotere aantallen windturbines en geothermie. Ook hiervoor zijn de eerste belangrijkste stappen de komende vier jaar al gezet, en zal na 2014 vooral de tijd van daadwerkelijke implementatie starten.
BuildDesk Benelux
32
Bijlagen Bijlage 1: Aandelen energieneutraliteit Bijlage 2: Klimaatschap Bijlage 3: Stakeholdersanalyse Bijlage 4: Plannen van Aanpak voor projecten Bijlage 5: Monitoringsformat Bijlage 6: Multicriteria-analyse
BuildDesk Benelux
BuildDesk Benelux
Bijlage 1: Maatregelen in 2014 Energiebesparing Sector Openbare verlichting Nieuwbouwwoningen Bestaande woningen Glastuinbouw Industrie Nieuwbouw kantoren Bestaande kantoren Handel Horeca Openbaar bestuur Onderwijs Gezond- en welzijnszorg Personenvervoer
Totaal
Aandeel in 2014
Maatregelen
0,06% 100% van lampen op LED, 50% op beweging 0,69% 100% van woningen EPC=0,37, verlichting op LED 10% van woningen extra geïsoleerd, 3,5% zuinigere ketel/gaswarmtepomp, 3% WKK, 6,5% warmteterugwinning, 2,76% 37% verlichting op LEDs 5,62% 25% van de verlichting op LEDs, 25% energieneutrale kas 0,44% 13% energiezuinigere installaties, 13% warmteterugwinning 0,06% 80% van kantoren extra geïsoleerd, 80% LED 19% van kantoren extra geïsoleerd, 37% LED verlichting, 0,24% 6,5% zuinigere ketels/gaswarmtepomp 13% van gebouwen extra geïsoleerd, 26% LEDs, 1,71% 6,5% zuinigere ketel/gaswarmtepomp 13% van gebouwen extra geïsoleerd, 26% LEDs, 0,23% 6,5% zuinigere ketel/gaswarmtepomp 13% van gebouwen extra geïsoleerd, 26% LEDs, 0,62% 6,5% zuinigere ketel/gaswarmtepomp 13%van gebouwen extra geïsoleerd, 100% LEDs, 0,40% 3,5% zuinigere ketel/gaswarmtepomp 13% van gebouwen extra geïsoleerd, 100% LEDs, 0,53% 3,5% zuinigere ketel/gaswarmtepomp 12,5% minder auto's in de stad, 12,5% van auto's 0,42% rijden elektrisch
13,79%
Energieproductie Sector Zon PV - bestaande woningbouw Zon PV - Nieuwbouw (o.a. Stad van de Zon) Zon PV - utiliteitsbouw Zon PV - De Vork
Zon thermisch (zonneboilers) Windturbines (Stad van de Zon) Windturbines overig (10) Warmte-koudeopslag grote schaal Warmte uit kassen Geothermie Biomassacentrale (hout/tuin/plants.) Biomassavergisting GFT Biomassa voor ethanol productie Warmte-koudeopslag uit asfalt
Totaal
BuildDesk Benelux
Aandeel in 2014 Maatregelen
0,59% 0,43% 0,64%
30m2 op 25% van de woningen (150.000m2) 30m2 op 100% van de woningen (55.000m2) totaal 42.000m2 totaal 62.500m2
0,38% 1,42% 0,00% 0,54% 2,17% 0,25% 0,02% 0,46% 0,00% 0,19%
3,5m2 op 25% van de bestaande woningen en op 100% van de nieuwbouwwoningen 3x2,3 mW na 2014 4.000 woningen 200.000m2 kas 120 woningen 1 centrale alle GFT na 2014 48.000m2 (+/- 6km weg)
1,50%
8,60%
BuildDesk Benelux
Bijlage 2: Klimaatschap De gemeente Tilburg is al sinds vele jaren koploper op het gebied van klimaatbeleid en duurzaamheid. Ook heeft zij enorm bijgedragen aan de verbetering van het beleid in Nederland door onder andere het instrument GPR te laten ontwikkelen. Ook in de gemeente Tilburg is het duurzaamheidsdenken begonnen bij de afdeling milieu. In de loop der jaren zijn steeds meer afdelingen betrokken geraakt bij de uitvoering van projecten. Vanaf 2006 is de gemeente Tilburg actief externe partijen gaan betrekken bij het duurzaamheidsbeleid. Via onder andere individuele gesprekken met bedrijven en plenaire bijeenkomsten (zoals energieontbijten en klimaatconferenties) heeft de gemeente bedrijven bereid gevonden mede verantwoordelijkheid te nemen voor klimaatbeleid. Dit is in 2009 concreet vormgegeven via het Klimaatschap. Via het Klimaatschap deelt de gemeente Tilburg de verantwoordelijkheid voor klimaatbeleid met externe actoren. Het Klimaatschap coördineert een deel van de uitvoering van het beleid en zal in principe op termijn ook het nieuwe klimaatbeleid ontwikkelen. De gemeente maakt onderdeel uit van de organisatie maar concentreert zich in de uitvoering vooral op de eigen projecten. Rond het Klimaatschap ontwikkelen zich zogenaamde allianties rond specifieke thema’s of projecten die in sommige gevallen een bedrijfsmatig karakter hebben.
Met het Klimaatschap hoopt de gemeente Tilburg tot een forse schaalsprong te komen op het gebied van klimaatbeleid. Door de intensieve betrokkenheid van externe actoren realiseert men veel sneller dan voorheen concrete resultaten. Bovendien ontstaan via deze constructie andere financiële mogelijkheden die ook sneller beschikbaar komen. Voorwaarde is wel dat de gemeente zelf ook bereid is risicodragend te participeren in projecten indien dit wenselijk of noodzakelijk blijkt. Nadeel is dat de gemeente een deel van haar sturingskracht uit handen geeft en daardoor een hoger risico loopt. De toekomst zal moeten uitwijzen wat de toegevoegde waarde van deze opzet is.
BuildDesk Benelux
BuildDesk Benelux
Bijlage 3: Stakeholdersanalyse3 Het model van Macht, Legitimiteit en Urgentie We kunnen verschillende modellen onderscheiden waarin we stakeholders kunnen indelen. In dit geval hebben wij gekozen gebruik te maken van het model van macht, legitimiteit en urgentie (Mitchell, Agle en Wood). Stakeholders zijn te typeren aan de hand van drie dimensies: macht, legitimiteit en urgentie. Centraal hierbij staat de mogelijke invloed van stakeholders en de aard van de claim (eisen, verwachtingen, wensen) die een stakeholder op een organisatie legt. Bij de dimensie macht gaat het om de vraag in hoeverre een stakeholder in staat is zijn wil aan de organisatie op te leggen. Er is sprake van macht als een stakeholder haar invloed kan laten gelden op een organisatie / systeem zonder dat deze organisatie dit wil of zelfs tegen de wil van de organisatie. Waar de machtsvraag relatief eenvoudig te beantwoorden is, zo anders ligt dit bij de dimensie legitimiteit. Hierbij gaat het erom of de claim of het gedrag van de stakeholder jegens de organisatie legitiem is. Legitimiteit is een subjectief begrip en kan omschreven worden als de mate van draagvlak of steun. Vanuit het perspectief van de organisatie kan gezegd worden dat er sprake is van legitimiteit van stakeholderclaims of -gedragingen indien de organisatie / het systeem veronderstelt dat deze claims of gedragingen wenselijk, juist of conform zijn ten opzichte van de normen, waarden en definities van de stakeholder, de organisatie of de samenleving. Dit laatste stelt de organisatie voor lastige dilemma’s, want wat legitiem voor de ene partij is, hoeft niet legitiem voor de andere partij te zijn. Het belang van de ene stakeholder kan loodrecht op het belang van een andere stakeholder staan. Dit staat in de bedrijfsethiek bekend als het vuile handen vraagstuk. Het vuile handen vraagstuk stelt dat een organisatie nooit alle belangen van alle stakeholders kan behartigen en dat er altijd wel een belang in meer of mindere mate geschaad wordt. Met andere woorden, een organisatie maakt altijd vuile handen. Het belang van een organisatie / systeem is het belang van haar stakeholders en de omgeving waarin zij opereert. De derde dimensie is de dimensie urgentie waarmee er tevens een eerste tijdselement in de typering van stakeholders word gebracht. Hierbij dienen organisaties te bepalen of een stakeholderclaim onmiddellijk aandacht vereist en hoe kritiek of belangrijk deze claim is. Stakeholdertypen Stakeholders kunnen getypeerd worden op elk van de drie genoemde dimensies. Met deze typering is te bepalen welke stakeholders van belang zijn voor de organisatie / het systeem, hoe zij de relatie met deze stakeholders vorm zouden moeten geven in termen van stakeholdercommunicatie. Het figuur op de volgende pagina geeft de typering van stakeholders op de drie dimensies macht, legitimiteit en urgentie weer.
3
Onderstaande tekst is overgenomen uit Communiceren met een kritische omgeving: over het belang van het kennen van stakeholders, Moratis en Hoff, CSR Academy. Om de tekst niet te lang te maken is daar waar nodig tekst weg gelaten of zijn kleine aanpassingen gedaan.
BuildDesk Benelux
1. Slapende stakeholder: weinig interactie met gemeente, kan aan urgentie en legitimiteit winnen. Een slapende stakeholder oefent zijn macht niet uit omdat zijn claim onvoldoende legitimiteit en urgentie bezit. Er is weinig interactie tussen deze stakeholder en de organisatie. Een slapende stakeholder heeft wel de potentie om aan urgentie en legitimiteit te winnen. Een voorbeeld hiervan is een persoon of een organisatie die de aandacht van de media kan manipuleren. 2. Willekeurige stakeholder: geen actieve relatie, ontvangt geld van gemeente. Deze stakeholder heeft een legitieme maar geen urgente claim. Bij gebrek aan macht is de willekeurige stakeholder niet in staat om de organisatie te beïnvloeden. Het is waarschijnlijk dat deze stakeholder gelden van de organisatie ontvangt bij wijze van filantropie. Er ligt geen druk op het management van de organisatie om in een actieve relatie te treden met deze stakeholder. Voorbeelden zijn non-profitorganisaties en vrijwilligersorganisaties. 3. Veeleisende stakeholder: vergt weinig aandacht door gebrek aan macht en legitimiteit. Een veeleisende stakeholder heeft een claim die urgent is, maar onvoldoende legitimiteit bezit. Er is in dit geval geen sprake van macht die deze stakeholder kan uitoefenen. Een veeleisende stakeholder kan lastig zijn, maar vergt niet veel aandacht van het management – als deze stakeholder al aandacht vergt.
BuildDesk Benelux
4. Dominante stakeholder: verwacht en krijg veel aandacht van gemeente. Een stakeholder is dominant als hij macht heeft en over legitimiteit beschikt. Zijn claim is echter niet urgent. Dit type stakeholder vormt een onderdeel van de zogenoemde ‘dominante coalitie’ binnen de organisatie. Deze stakeholder verwacht en krijgt ook veel aandacht van het management. Voorbeelden van dominante stakeholders zijn werknemers en een vertegenwoordiger van een vakbond die zitting heeft in het bestuur van de organisatie. 5. Gevaarlijke stakeholder: mogelijk dwingende stakeholder, onvoldoende legitimiteit, claim hoeft niet noodzakelijkerwijs worden voldaan. Een gevaarlijke stakeholder bezit macht en heeft een urgente claim. Zijn claim heeft echter onvoldoende legitimiteit, deze stakeholders zijn mogelijk dwingend. Het is van groot belang dat het management gevaarlijke stakeholders onderkent, maar er hoeft niet noodzakelijkerwijs voldaan te worden aan de claim van deze stakeholder. Voorbeelden zijn energiebedrijven of netbeheerders met onwettige claims die leiden tot vertraging van ruimtelijke projecten. 6. Afhankelijke stakeholder: door gebrek aan macht afhankelijk van anderen. Deze stakeholder heeft een gebrek aan macht, maar heeft een legitieme en urgente claim. Hiermee is hij afhankelijk van anderen, zoals een dominante stakeholder, die de macht hebben om de wil van deze stakeholder op te leggen aan de organisatie. Een voorbeeld hiervan is het milieu. 7. Ultieme stakeholder: macht, urgentie en legitimiteit Stakeholders kunnen als ultieme stakeholder gezien worden als zij over macht beschikken alsmede over een legitieme en urgente claim. Naast de dominante stakeholder is ook de ultieme stakeholder onderdeel van de ‘dominante coalitie’.
Communicatie met de stakeholders Als gekeken wordt naar de verschillende typen stakeholders die op basis van de dimensies macht, legitimiteit en urgentie onderscheiden kunnen worden, kunnen we een aantal observaties doen. Met name stakeholders die macht hebben en dus hun wil aan de organisatie kunnen opleggen (of: hun claim te gelde kunnen maken), zullen eerder dan stakeholders zonder macht in staat zijn de dialoog te beïnvloeden. Een werkelijk machtige stakeholder zal de vorm, inhoud, intensiteit en frequentie van dialoog op zijn minst mede kunnen bepalen. Zo kan een machtige stakeholder eisen dat er op regelmatige basis met hooggeplaatste functionarissen gesproken wordt en kan deze stakeholder zijn stempel op de agenda drukken. De intensiteit van een dialoog met een machtige stakeholder hoeft niet per definitie hoog te zijn: een werkelijk machtige stakeholder kan in een meningsverschil het gedrag van de organisatie waarschijnlijk met minder moeite naar haar hand zetten en een conflict eenvoudiger in haar voordeel beslechten dan een onmachtige stakeholder. Dit zal des te meer het geval zijn naarmate de claim van de machtige stakeholder meer urgent is (gevaarlijke stakeholder), meer legitimiteit bezit (dominante stakeholder) of zowel door meer urgentie als legitimiteit gekenmerkt wordt (ultieme stakeholder). In het geval van stakeholders die niet over machtsbasis beschikken, maar wel een legitieme en urgente claim jegens de organisatie hebben (afhankelijke stakeholder), zal de stakeholderdialoog qua vorm en intensiteit minder beïnvloed kunnen worden door deze stakeholders. Bij dit type stakeholder wordt de relatie meer gekenmerkt door een machtsevenwicht of een machtssurplus voor de organisatie.
BuildDesk Benelux
Het is waarschijnlijk dat de vorm en de frequentie van de dialoog in goed overleg vastgesteld zullen worden en wellicht meer door de organisatie beïnvloed zullen kunnen worden. De inhoud van de dialoog zal echter een directe afgeleide zijn van de inhoud van de claim. Bij gebrek aan macht zal de intensiteit van de dialoog op een hoog niveau liggen. Immers, deze stakeholder zal juist bij gebrek aan een machtsbasis intensief in dialoog willen treden met de organisatie om haar claim erkend of bevestigd te willen zien. Een dialoog met stakeholders die een claim hebben op de organisatie die ofwel urgent (veeleisende stakeholder) ofwel legitiem (willekeurige stakeholder) is, zal waarschijnlijk noch erg intensief noch erg frequent gevoerd worden. Met name de veeleisende stakeholder zal dit echter wel graag willen, maar heeft hier onvoldoende macht voor en zijn claim mist legitimiteit. In tegenstelling tot de veeleisende stakeholder zal de willekeurige stakeholder in zijn relatie met de organisatie de inhoud van de agenda kunnen meebepalen. Voor beide typen stakeholders speelt de vorm van de dialoog niet zo’n belangrijke rol. Organisaties zullen uit kosten- en managementoverwegingen geneigd zijn om een zo uniform mogelijke dialoog te organiseren waarin zij kunnen communiceren met zoveel mogelijk stakeholders. Echter, naarmate de diversiteit aan aanwezige stakeholdertypen groter is, zal de mogelijkheid om door middel van een uniforme dialoog met meerdere stakeholders tegelijkertijd te communiceren afnemen. De effectiviteit van de stakeholderdialoog is niet altijd gebaat bij de uniformiteit van de dialoog. Individuele stakeholders (met name stakeholders met macht) kunnen zelfs een ‘VIP-behandeling’ afdwingen. Daarnaast dienen communicatiedeskundigen zich te bedenken dat stakeholders zich ontwikkelen en kunnen migreren van het ene naar het andere type. Afhankelijke stakeholders zullen een machtsbasis zoeken door middel van het aangaan van coalities met stakeholders die macht hebben (zoals de media). De legitimiteit van de ene claim kan minder worden ten bate van een andere claim. Het is mogelijk dat stakeholderclaims op korte termijn aan urgentie winnen. Ook kunnen nieuwe stakeholders een relatie met de organisatie aangaan. Al deze ontwikkelingen stellen eisen aan de communicatiearrangementen van de organisatie en dwingen de organisatie om zich flexibel op te stellen in hun stakeholderrelaties. Vorm, inhoud, intensiteit en frequentie van de stakeholderdialoog veranderen en dienen afgestemd te worden op de veranderende relaties met stakeholders. Een organisatie dient derhalve ten allen tijde alert te zijn op ontwikkelingen in haar kritische omgeving. Het communiceren met de kritische omgeving is ook noodzakelijk om de ontwikkeling van stakeholders in de gaten te blijven houden.
BuildDesk Benelux
Bijlage 4: Plannen van Aanpak
BuildDesk Benelux
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Plan van aanpak Businesscases Thema: Strategische projecten Inhoud project Verschillende duurzame energieopties lijken een belangrijk aandeel te kunnen leveren in het energieneutraal worden van Heerhugowaard. Het is nodig te bepalen of het financieel en organisatorisch haalbaar is deze maatregelen uit te voeren. Dit kan de gemeente toetsen in businesscases. De businesscases hebben betrekking op grootschalige windenergie, (ondiepe)geothermie, warmtenet en energie uit kassen. Dit project draagt voor tot 2014 niet direct bij aan de ambitie 20% CO2-reductie 2030. Na realisatie zullen de verschillende projecten rond de 60% bijdrage aan het energieneutraal worden van Heerhugowaard. Projectdoelstelling: Vier onderzoeken zijn uitgevoerd en geven duidelijkheid over realisatiemogelijkheden en concrete stappen over de implementatie. Resultaat: Duidelijkheid over de realisatiemogelijkheden en de eerste stappen die de gemeente moet zetten voor de realisatie. Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Resultaat
Rol gemeente
1. Inventarisatie (2010- kw3)
Overzicht reeds uitgevoerd
Uitvoering
Inventarisatie bestaande onderzoeken
bestaande onderzoeken en de
inventarisatie
resultaten die hier uit voort komen. 2. Besluit uitvoeren businesscases (2010 – kw
Besluit om over te gaan naar de
3)
uitvoering van vier
Bepalen relevantie uitvoeren businesscases mede op
businesscases.
Beslissen
basis van inventarisatie 3. Opdracht verlenen (2010 – kw 3 & 4)
Vier opdrachten voor het
Opstellen offerte en
Uitzetten uitvoering businesscases:
opstellen van businesscases.
opdrachtverlenen
4. Uitvoering (2011 – kw 1&2)
Vier heldere en duidelijk
Begeleiden
De businesscase moet in ieder geval de volgende
uitgewerkte businesscases
- Financiering voor businesscases organiseren; - Bepalen geschikte bureaus voor uitvoering; - Offerte opstellen; - Beoordelen offertes; - Opdracht verlenen.
onderdelen bevatten of de vragen beantwoorden: - Wat is de technische haalbaarheid? - Wat zijn de verwachte kosten en opbrengsten? - Hoe draagt dit project bij aan de strategische doelstellingen? - Wat zijn de risico’s? - Wat zijn de eerste te nemen stappen? - Hoe sluiten de mogelijke technieken aan op de (nieuwbouw) projecten die in Heerhugowaard spelen? 5. Evalueren en beslissen (2011 – kw 3)
Besluit om techniek wel of niet
Resultaten businesscase evalueren en besluiten of
toe te passen, hoe dit te
met deze techniek wordt verder gegaan.
financieren en wanneer het gerealiseerd moet zijn.
BuildDesk Benelux
Beslisser
6. Implementeren (2011 – vanaf kw 4)
Uitvoering en realisatie van de
Uitvoerder,
Indien de gemeente kiest een of meerdere technieken
businesscase.
begeleider
/ systemen te realiseren dan moet zij direct overgaan op de implementatie. In de businesscases zijn hier de eerste stappen voor aangegeven. Uren: De uitvoering vindt plaats door externe bureaus, vanuit gemeente is vooral begeleiding nodig dit kost 0,1 – 0,2 FTE (€10.000,- – € 20.000,-). €: De kosten per onderzoek bedragen gemiddeld € 30.000,- tot € 50.000,-.
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Oprichting LDEB Thema: Strategische projecten Inhoud project Met een aantal nieuwbouwprojecten in aantocht moet de gemeente toch zorgen voor een organisatie en financiële constructie om duurzaamheid te verkopen. In plaats van een LDEB op gemeenteniveau is het daarom verstandig om per locatie een zelfstandig energiebedrijf op te richten. In een later stadium zijn deze bedrijven, indien gewenst, alsnog onder te brengen in een groter duurzaam energie bedrijf op gemeentelijke schaal. Projectdoelstelling: Oprichten van kleinschalige LDEB’s voor die projecten waarbij relevant en noodzakelijk om duurzame energie en energiebesparing te kunnen realiseren. Resultaat: Één of meerder ‘instituten’ die zorg dragen voor de implementatie en financiering van duurzame energie en besparingsmaatregelen. Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Resultaat
Rol gemeente
1. Opstellen projectenlijst (kw 1 – 2011)
Lijst met projecten waarbij een
Uitvoerder
LDEB opgericht zou kunnen worden. 2. Onderzoeken financieringsconstructies (kw 2-
Inzicht in
Uitvoerder, evt.
2011)
financieringsmogelijkheden en
begeleider, bij inhuur
Onderzoeken welke financierinsconstructies mogelijk
de mogelijke partijen.
externe partij.
3. Selectie van projecten (kw 3 - 2011)
Lijst met projecten waarbij een
Uitvoerder, beslisser
De uitgevoerde businesscases moeten inzicht leveren
LDEB opgericht moet worden.
zijn uitgaande van een projectgericht LDEB. Hierbij ook aandacht besteden aan de partijen die die investering kunnen doen.
in de haalbaarheid en de financiële benodigdheden per project. Op basis hiervan is een selectie te maken van de projecten waarin een LDEB nodig is om hogere duurzaamheidsambities te kunnen realiseren. 4. Notitie realiseerbaarheid LDEB per project
Helder en goed communiceer-
(kw 3 - 2011)
baar beeld van de voor- en
Kort en bondig in beeld brengen wat een LDEB kan
nadelen van de oprichting van
betekenen, wat financiële en organsatorische
een LDEB bij ieder project.
Uitvoerder
gevolgen zijn voor ieder van de partijen, wat dit betekent voor het realisatieproces van het project (levert het vertraging op?) etc. 5. Betrekken projectleiders en ontwikkelaars bij
Mede door de notitie staan
Initiator,
ideevorming (kw 3 – 2011)
projectleiders en ontwikkelaars
procesbegeleider
open voor het idee een lokaal energiebedrijf op te richten. 6. Opstellen businesscase per project (kw 4 –
Inzicht in de realiseerbaarheid
Opdrachtgever,
2011 / kw 1 – 2012)
van een projectgericht LDEB. Op
begeleider
- Kosten en baten, investering, NCW;
basis van dit document zijn
- (Financiële) mogelijkheden binnen het project;
betrokken partijen in staat te
- Mogelijke organisatievormen;
bepalen of zij door willen gaan
- Mogelijke partners en hun rol;
met de oprichting van het LDEB.
- Termijn waarop LDEB moet zijn opgericht; - Planning en actieplan; - Risico’s; - Stappenplan voor oprichting.
BuildDesk Benelux
7. Exacte organisatievorm bepalen (2012 – kw
Een duidelijke organisatie-
2)
structuur als basis voor het
- Bepalen rollen van de verschillende partijen;
Procesbegeleider
LDEB.
- Bepalen financiële input van de verschillende partijen; - Bepalen organisatiestructuur. 8. Oprichting projectgerichte LDEB (2012 – kw 3
Het LDEB.
Procesbegeleider
en verder)
De kosten en uren zijn volledig afhankelijk van de opzet van het LDEB. Bij een projectgerichte LDEB ligt het voor de hand een belangrijk deel van de kosten op het project te verhalen. Wellicht dat de ontwikkelaar of een andere investeerder ook een belangrijke rol kan spelen. De gemeente zal wel tijd moeten steken in het realiseren van het projectgericht LDEB. Een deel van deze tijd zal bij de projectleider liggen, het team duurzaamheid en eventueel een energieregisseur zullen hem moeten ondersteunen. Wellicht is ook begeleiding van een externe organisatie nodig, ook dit hangt af van de opzet en de betrokken partijen. Uren: Een projectgerichte LDEB is van tijdelijk aard. De uren die de gemeente investeert zullen in de loopt der tijd afnemen. De gemeente mag verwachten dat zij 0,2 FTE, verdeeld over de projectleider en een duurzaamheidsambtenaar moet investeren voor het opzetten van het LDEB. €: De initiële investering van een projectgerichte LDEB zal in eerste instantie bij externe investeerders liggen. Wellicht dat een aandeel van de gemeente nodig is om voor hen de risico’s te verminderen. Ter indicatie: de initiële investering benodigd voor gemeentelijke gebouwen (inclusief scholen) bedragen € 100.000,-. Zowel de personeelskosten als initiële kosten moeten zich uiteindelijk terug verdienen. Daarnaast zijn deze kosten niet volledig voor de gemeente, uiteindelijk moet het LDEB dit allemaal zelf kunnen betalen.
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Marketing en communicatie Thema: Strategische projecten Inleiding Het plan van aanpak voor marketing en communicatie voorkomt dat het uitvoeringsprogramma Klimaat in de bureaula verdwijnt. Het betrekken van mensen, intern en extern, bij de uitvoering van projecten uit het programma staat centraal. Naast communicatie (focus op identiteit en imago) kiest de gemeente bewust voor het ‘vermarkten’ (marketing) ofwel het verkopen van het uitvoeringsprogramma. Hoewel marketing doorgaans extern gericht is, doelt dit plan van aanpak ook op het verkopen van het uitvoeringsprogramma in de gemeentelijke organisatie zelf. Dit plan van aanpak is er dus op gericht het uitvoeringsprogramma te ‘verkopen’. Plaatsing van het programma op de website van de gemeente alleen is niet genoeg. De gemeente zoekt actief de samenwerking op met diverse publieke en private partijen en maakt hen enthousiast om aan de slag te gaan met projecten gericht op duurzaamheid en klimaat. Doelstelling: Het plan van aanpak voor Marketing en Communicatie is integraal en legt verbanden met de andere plannen in het uitvoeringsprogramma Klimaat van gemeente Heerhugowaard. Resultaat: Marketing en communicatie rondom het uitvoeringsprogramma Klimaat zijn zorgvuldig afgestemd en aangesloten op de huidige communicatie en (City)marketing. Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Rol gemeente Helder beeld van de
Zorgvuldige
Inventariseren huidige interne en externe
communicatie- en marketing-
afstemming tussen
communicatie en marketing rondom klimaatbeleid. In
behoefte in relatie tot (de
medewerkers
kaart brengen huidige doelstellingen, doelgroepen,
ambities in) het uitvoerings-
communicatie /
communicatiemiddelen en kanalen en bepalen of een
programma Klimaat,
marketing en
nieuwe communicatie- en marketingkoers nodig is.
Citymarketing van gemeente
duurzaamheid.
1.
Analyse (2010 - kw 3)
Heerhugowaard en de nieuwe Kadernota Communicatie. Heldere strategie die houvast
Organiseren van
Uitwerken strategie voor interne en externe
biedt bij het stellen van
een of meerdere
marketing en communicatie. Te bepalen onderdelen:
prioriteiten en het nemen van
bijeenkomsten met
a.
Doelstellingen communicatie en marketing
beslissingen rondom de stijl van
medewerkers van
- Intern: Creëren draagvlak en bewerkstelligen
communiceren.
communicatie,
2.
Strategie (2010 - kw 4)
gedragsverandering; - Extern: Marketingmix (product / prijs / plaats / promotie / presentatie). b.
maar ook andere afdelingen. Tijdens
Doelgroepen
deze
- Hierbij krijgt de doelgroep ‘stakeholders’ extra
bijeenkomsten
aandacht. c.
duurzaamheid
wordt toegewerkt
Boodschap
naar een gedragen
- Overkoepelende boodschap;
strategie.
- Boodschap per doelgroep; - Communicatie per project van het uitvoeringsprogramma.
BuildDesk Benelux
Uitvoeringsgericht
Afdeling
(2011 – kw 1)
communicatie- en marketingplan
communicatie
Uitwerken strategie in communicatie- en
op basis van de gekozen
werkt deze
marketingplan voor duurzaamheid en klimaat.
strategie.
strategie uit in het
3.
Uitwerken communicatie- en marketingplan
marketing- en Mogelijke onderdelen Marketing en
communicatieplan
communicatieplan:
in overleg met de
- Projectenmarkt;
medewerkers
- Activiteiten tijdens de jaarlijkse Week van de
duurzaamheid.
vooruitgang;
Daarnaast dient de
- Koppeling met het ‘Startevenement bestaande
gemeenteraad
bouw’ (Zie PvA ‘Aanvalsplan bestaande bouw’);
zorgvuldig
- Pitch bij reclamebureaus.
geïnformeerd te worden over de
Bij alle onderdelen maar bij de planning in het
totstandkoming en
bijzonder is het maken van keuzes van belang. De
inhoud van het
gemeente bepaalt of de hoeveelheid communicatie
marketing- en
van continue aard is of dat er juist piekmomenten
communicatieplan.
komen. 4. Uitvoering (2011 – kw 2)
Zorgvuldig gekozen
Zorgvuldige
In de uitvoeringsfase kiest de gemeente op basis van
communcatie- en marketingmix
afstemming met
de bepaalde strategie welke communicatie- en
inclusief logo en slogan. Gevolgd
o.a. Citymarketing
marketingmiddelen ingezet worden. Daarnaast wordt
door een soepele start van het
en coördineren van
de vorm bepaald door een logo en bijpassende slogan
marketing- en
het proces.
te ontwikkelen.
communicatietraject.
Organiseer een startbijeenkomst over de uitvoering van het plan van aanpak Marketing en Communicatie. - Taken verdelen en afspraken maken; - Opstellen planning; - Starten met de uitvoering. Uren: De meeste van deze werkzaamheden moeten uitgevoerd worden door de gemeente zelf. Begeleiding en afstemming met de afdeling communicatie kost 0,4 FTE (€ 40.000,-). Afdeling communicatie maakt 0,8 FTE vrij voor communicatie over duurzaamheid (€ 80.000,-). €: Kosten extern marketingadvies + ontwikkelen logo en slogan (€ 20.000,-). Kosten communicatie- en marketingmiddelen: (€ 60.000,-).
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Duurzaamheidsacademie Thema: Strategische projecten Inleiding In de praktijk blijkt dat het bij veel gemeentelijke medewerkers ontbreekt aan voldoende kennis over duurzaamheid en klimaatbeleid. Dit leidt er toe dat medewerkers de kansen voor duurzaamheid onvoldoende benutten. Het gericht aanbieden van specifieke kennis vergroot de slagvaardigheid van de organisatie, bevordert het integraal denken en doen, en zorgt voor een verdere verankering van duurzaamheid in de uitvoering van de kerntaken. De kennis kan op diverse manieren worden aangeboden. In eerste instantie richt de Duurzaamheidsacademie zich op de interne gemeentelijke organisatie. Zodra hiervoor een aanbod is ontwikkeld dat in een behoefte voorziet kan de Duurzaamheidsacademie eventueel een aanbod ontwikkelen voor de stakeholders. Binnen de duurzaamheidsacademie kan eventueel ook een aanbod worden ontwikkeld voor bijv. energiezuinig gedrag van huishoudens of bedrijven. Doelstelling: Vergroten betrokkenheid van de interne organisatie door aanbieden van kennis via opleidingen, cursussen en trainingen en deelname aan congressen en symposia. Eventueel uitbreiden door een aanbod te ontwikkelen voor stakeholders en doelgroepen. Resultaat: -
Toename kennis duurzaamheid organisatiebreed;
-
Actievere rol van afdelingen bij opzetten en uitvoeren duurzaamheidsprojecten;
-
Duurzaamheid krijgt structureel aandacht en invulling bij de uitvoering van de kerntaken van de gemeente.
Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Resultaat
Rol gemeente
1.
Opleidingsplan 2011 - 2014
Het betreft een intern
Aanpak 2010 (kw 3 & 4) - Inventariseren huidige kennisbehoefte per
project van de
afdeling;
gemeente.
- Inventariseren cursusaanbod bij onderwijs-
Afstemming met
instellingen (MBO/ROC, HBO/InHolland,
afdeling P&O is van
particuliere onderwijsinstellingen, aanbod
groot belang. Gebruik
specifieke cursussen);
van bestaande
- Opstellen opleidingsplan 2011 – 2014;
opleidingsbudgetten
- Afspraken maken over opleidingsplan met
uitgangspunt
afdelingsmanagers (opnemen in persoonlijke werkplannen). 2. Aanpak 2011: Uitvoering opleidingsplan (kwartaal 1 en 2) Vanaf januari 2011 zal de duurzaamheidsacademie van start gaan. De activiteiten bestaan onder andere uit de volgende activiteiten: - Interne cursussen; - Luchpresentaties, eventueel verzorgd door een externe partij; - Excursies. Meer uitgebreide opleidingen en cursussen die te maken hebben met persoonlijke ontwikkelingsplannen vallen buiten de scope van de duurzaamheidsacademie, ook als deze inhoudelijk overeenkomen met het aanbod uit het opleidingsplan.
BuildDesk Benelux
Verbreding en verdieping van
De gemeente
kennis over duurzaamheid bij
organiseert de
alle afdelingen.
activiteiten.
Kennis over duurzaamheid bij
Initieert verdere
Wanneer de Duurzaamheidsacademie voor de interne
stakeholders is toegenomen.
uitbreiding
organisatie staat kan de gemeente overwegen om in
Breed draagvlak voor
Duurzaamheidsacade
overleg met stakeholders het aanbod te verbreden
duurzaamheid bij stakeholders.
mie.
3.
Vervolg – 2011 (kw. 3 en 4) inclusief 2012
naar externe partijen. Aanpak: - Opstellen startnotitie met een aanbod aan de stakeholders. - Bespreken notitie met stakeholders (eventueel in een gezamenlijk overleg). - Bepalen opleidingsbehoefte van stakeholders. - Opstellen opleidingsplan. - Verwerven van fondsen bij stakeholders voor uitvoering opleidingsplan. Indien gewenst kan binnen dit kader tevens een cursus worden ontwikkeld voor inwoners en bedrijven gericht op energiezuinig gedrag. Uren: Voorbereidingen, inventarisatie kennisbehoefte, inventariseren cursusaanbod regionaal en landelijk: 80 uur Opstellen opleidingsplan: 60 uur Vastleggen afspraken in afdelingsplannen: 40 uur Organiseren cursussen, presentaties en excursies jaarlijks: 150 uur Bijwonen van cursussen en luchpresentaties per medewerker gemiddeld 16 uur per jaar €: De kosten zitten vooral in het aantal uren dat medewerkers besteden aan de cursussen. Daarnaast zijn kosten te verwachten voor cursusmateriaal, eventueel de inhuur van experts ten behoeve van de cursussen, en voor excursies. Hoe hoog dit bedrag is, is volledig afhankelijk van de gekozen insteek. Een richtbedrag is € 500,- per persoon. In de loop der tijd worden deze kosten waarschijnlijk lager.
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Natuur Milieu Educatiecentrum Thema: Strategische projecten Inhoud project Het verspreiden van kennis en het voorzien van burgers van zoveel mogelijk relevante informatie om ze hiermee te motiveren zelf aan de slag te gaan door middel van een Natuur Milieu Educatiecentrum. Binnen de gemeente bestaan al plannen voor de oprichting van een educatiecentrum, op een locatie in de Stad van de Zon. Projectdoelstelling: Realiseren van een kenniscentrum over duurzaamheid in de gemeente Heerhugowaard. Resultaat: Een kenniscentrum waar mensen terecht kunnen voor informatie en inspiratie, niet alleen over duurzame energie maar natuur en milieu in het algemeen. Met name kinderen / jongeren worden zich hierdoor meer bewust van het belang van duurzaamheid. Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Resultaat
Rol gemeente
1. Ontwerp een duurzaam gebouw (2010 - kw3
Concrete stappen in de realisatie
Initiatiefnemer en
& 4)
van de bouw van een
projecttrekker.
Het gebouw vormt de reclame voor de inhoud.
educatiecentrum.
- Bepaal de EPC eis en andere duurzame maatregelen - Bepaal de definitieve bouwlocatie - Zoek een passende architect - Maak een ontwerp 2. Bepaal de doelgroep en de inhoudelijke focus
Duidelijkheid over de focus van
(2010 - kw3 & 4)
het educatiecentrum
Uitvoerder
- Wat wil je laten aanbieden en hoe breed: duurzame energie, duurzaamheid in het algemeen, natuur in het algemeen? - Wie wordt de doelgroep: Kinderen? Volwassen? Bouwers/aannemers? - Welke boodschap wil de gemeente zenden: gaat het over kansen of over bedreigingen? 3. Start met de bouw van het centrum (2011 – kw 1 t/m 4) - De ontwerpen zijn klaar, zet de eerste stappen
De realisatie van een duurzaam
Controleur /
Natuur Milieu Educatiecentrum
supervisor
naar daadwerkelijke realisatie Uitvoerder
4. Bepaal het programma (2011 - kw 2) - Wat ga je doen? Vaste tentoonstellingen of wisselend? - Hoe vaak en waarover? - Is er een programma voor scholen? 5. Zorg voor goede communicatie (2011 – kw 3) - Leg contact met de scholen, zorg dat zij eenvoudig op ‘cursus’ kunnen komen e.d..
Blijvende bekendheid binnen
Uitvoerder
Heerhugowaard bij de relevante doelgroepen
- Zorg voor een goede website met informatie die aansluit bij de inhoud van het centrum. 6. Opening van het centrum (2012 – kw 1) - Richt de vaste en flexibele tentoonstellingen in.
Een goed georganiseerd kenniscentrum met voldoende
- Neem mensen aan de het centrum bemannen.
interessante en relevante
- Organiseer een feestelijke opening met alle
informatie voor jong en oud.
relevante mensen, o.a. de scholen.
BuildDesk Benelux
Uitvoerder
Uren en €: Op dit moment is het niet goed mogelijk te bepalen wat de kosten en uren zijn die voor dit project nodig zijn. Beiden zijn direct afhankelijk van de beslissingen zoals in bovenstaande stappen besproken. Ook de ambities voor het gebouw zelf zijn bepalend voor de kosten, qua investering en exploitatie. Naast de kosten voor de bouw zijn blijvende kosten nodig voor de communicatie. Dit kost 0,2 FTE. Afhankelijk van de gekozen ‘inrichting’ van het centrum kunnen deze kosten voor het centrum zelf zijn in plaats van voor de gemeente.
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Projectencarrousel Thema: Strategische projecten Inleiding Her verankeren van duurzaamheid en klimaatbeleid in de kerntaken van de gemeente vraagt veel aandacht. Wanneer alle medewerkers van de gemeente 1 uur per week iets aan duurzaamheid doen, zou de inzet voor duurzaamheid gemeentebreed enorm toenemen. Door af te spreken dat alle afdelingen van de gemeente elk jaar minimaal 1 project moeten uitvoeren die een bijdrage levert aan de duurzaamheidsambitie, zorgt de gemeente ervoor dat tijd op effectieve en voor de medewerkers aantrekkelijke wijze wordt ingezet. De projectencarrousel is een jaarlijkse happening waarbij projectideeën worden uitgewisseld, deelnemers worden geënthousiasmeerd, samenwerking wordt georganiseerd en de resultaten van gerealiseerde projecten worden gepresenteerd. De projectencarrousel wordt bij voorkeur elk jaar op de Duurzame Dinsdag gehouden (eerste dinsdag in september). Doelstelling: Vergroten draagvlak bij de interne organisatie door het jaarlijks uitvoeren van duurzaamheidsprojecten. Resultaat: -
Toename inzet op duurzaamheid organisatiebreed.
-
Actievere rol van afdelingen bij opzetten en uitvoeren duurzaamheidsprojecten.
-
Duurzaamheid krijgt structureel aandacht en invulling bij de uitvoering van de kerntaken van de gemeente.
-
Jaarlijkse duurzaamheidsdag gemeente Heerhugowaard.
Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Resultaat
Rol gemeente
1. Uitnodigen medewerkers voor Duurzame
Concrete projecten per afdeling
Uitvoerder
Dinsdag 7 september 2010 (kw 3) en daarop
die bijdragen aan duurzaam-
ieder jaar.
heidsambities
2. Ontwikkelen programma duurzame dinsdag
Een programma voor de
(2010 – kw 3) en daarop ieder jaar.
Duurzame Dinsdag.
Uitvoerder
NB. Onderdeel maken van het marketingplan: a. Plenaire aftrap door wethouder / College
Op de dag zelf: Concrete
b. Presentatie stand van zaken
projecten m.b.t. duurzaamheid
c. Uitleg projectencarrousel
waar de medewerkers van de
d. Starten projectencarrousel
gemeente zelf mee aan de slag
e. Plenair terugkoppeling resultaten
kunnen.
projectencarrousel (welke projecten zijn gekozen, wie werkt aan welke projecten) f. Gedurende de dag diverse activiteiten in het kader van Duurzame Dinsdag, zoals een diavoorstelling in publiekshal, een lunchpresentatie over een inhoudelijk onderwerp, enz. 3. Evaluatie Projectencarrousel (2010 – kw 4)
Feedback over de opzet van de
en daarop ieder jaar.
dag en de projecten.
Uitvoerder
Wat heeft het opgeleverd, hoe waarderen de medewerkers deze dag/dit dagdeel, welke suggestie heeft men voor verbetering. 4. Uitwerken projectvoorstellen (2010 – kw 4)
Concrete projectvoorstellen
Na de projectencarrousel werken de projectgroepjes
waarmee verschillende groepjes
hun voorstel verder uit en koppelen dit terug aan de
verdere invulling kunnen geven
duurzaamheidscoördinator.
aan duurzaamheid binnen hun project.
BuildDesk Benelux
Uitvoerder
5. Voortgang bewaken ( 1e kwartaal 2011 en
De projecten blijven doorlopen
verder)
en zijn na een jaar uitgevoerd
De afdelingsmanagers krijgen de verantwoordelijk-
zodat zij op de volgende
heid de uitvoering van de projecten te bewaken. De
Duurzame Dinsdag
duurzaamheidscoördinator stemt regelmatig af met
gepresenteerd kunnen worden.
Uitvoerder
de afdelingsmanager over de stand van zaken en ondersteunt daar waar nodig. Uren: Voorbereidingen en organisatie projectencarrousel 2010: 80 uur Projectencarrousel 2011 e.v.: 60 uur per jaar €: Afhankelijk van invulling programma. Advies is hiervoor een budget aan te houden van € 5.000,- per jaar.
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Aanvalsplan bestaande bouw Thema: Operationele projecten Inhoud project Het Aanvalsplan Bestaande Bouw richt zich op de mogelijkheden voor energiebesparing en opwekking van duurzame energie in de bestaande bouw. Hierbij gaat het om zowel particuliere woningen als om woningen van woningcorporaties. Centraal in de aanpak staat het creëren van de juiste randvoorwaarden om forse energiebesparing en opwekking van duurzame energie te realiseren. Dit project draagt voor 2,76% bij aan de ambitie 20% CO2-reductie 2030. Projectdoelstelling: Minimaal twee labelsprongen voor 15% van de bestaande woningvoorraad. Resultaat: Besparing kg CO2 per jaar: 11.990 Besparing kWh per jaar: 46.400.000 Besparing: m3 gas per jaar: 2.130.000 Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Resultaat
Rol gemeente
ONDERZOEK (2010 - kw. 3&4)
Beeld van het totale energiegebruik in de
Uitzetten opdracht +
1. Energiebesparingpotentieelscan +
woningvoorraad en het praktisch te benutten
coördineren
verkenning DE-opwekking
besparingspotentieel
2. Onderzoeken mogelijke financiële
Overzicht opties
constructies
Uitzetten opdracht + coördineren
NB. Dit kan samen vallen met het onderzoek voor het LDEB. 3. Aansluiting bij de businesscases
Duidelijkheid over de mogelijkheden, gevolgen
De resultaten van de businesscases
en de te nemen stappen in de bestaande bouw
moeten aansluiten en vertaald worden
op het gebied van aardwarmte en
naar de mogelijkheden en de zetten
warmtenetten.
Uitvoerder
stappen in de bestaande bouw. ORGANISATIE (2011 – kw. 1)
Vast contactpersoon / coördinator voor
3. Aanstellen procesmanager
woningcorporaties en particulieren.
Aanstellen
bestaande bouw 4. Bepalen relevante stakeholders en
Overzicht mogelijke samenwerkingspartners
contacten leggen
leggen
5. Groslijst maken lokale bedrijven
Inzicht in:
(aannemers/installateurs):
-
Welke bedrijven zijn er
-
Wie kan wat
-
Wat is de kwaliteit van deze bedrijven
-
Wat zijn de kosten
6. Aanstellen / benoemen lokale
Selecteren / contacten Opstellen selectiecriteria + selecteren
Verantwoordelijke voor de aanpak.
Aanstellen
Prestatieafspraken. Evt. een convenant.
Gespreks-
Energieregisseur 7. Prestatieafspraken maken met woningcorporaties 8. Woningcorporaties uitvoeringsplan
convenantpartner Uitvoeringsplan
Partner
FINANCIERING (2011 – kw 1)
Passende financieringsconstructie(s) per
Uitzetten opdracht +
1. Selecteren financiële constructies
doelgroep
coördineren
Ondermeer: lage renteleningen / subsidies
Uitzetten opdracht +
op laten stellen
per doelgroep 2. Financiële constructies optuigen.
coördineren
BuildDesk Benelux
AANBOD PER DOELGROEP (2011 – kw. 2) 3. Arrangementen opstellen voor
Passend aanbod met juiste randvoorwaarden
Facilitator
Passend aanbod met juiste randvoorwaarden
Facilitator
Passend aanbod met juiste randvoorwaarden
Facilitator
Communicatieplan
Uitvoeren samen met
particuliere woningbezitters 4. Arrangementen opstellen voor VVE’s 5. Arrangementen opstellen voor huurders woningcorporaties COMMUNICATIE (doorlopend) (NB. Zie ook PvA Marketing&communicatie) 1. Bepalen en uitwerken
afdeling communicatie
communicatieaanpak 2. Informatievoorziening optuigen
Afhankelijk van communicatieplan
Uitvoeren samen met afdeling communicatie
3. Organiseren diverse activiteiten en
Ondermeer: Startevenement bestaande bouw
Uitvoeren samen met
bijeenkomsten o.b.v.
Doel:
afdeling communicatie
communicatieplan
Doelgroepen zijn op de hoogte van het lokale
en extern bureau
aanbod aan bedrijven / subsidies etc. Uren: De meeste van deze werkzaamheden moeten uitgevoerd worden door de gemeente zelf. De afspraken met en ondersteuning van de woningcorporaties kost 0,1 - 0,2 FTE (€ 10.000,- – € 20.000,-). De begeleiding en implementatie van de financieringsconstructies kost 0,5 FTE (€ 50.000,-). Het opstellen van de groslijst en leggen van de contacten met bedrijven kost 0,4 FTE (€ 40.000,-). De communicatie kost 0,5 FTE (€ 50.000,-). €: Voor het onderzoeken en opzetten van financieringsconstructies kan de gemeente een extern bureau inschakelen. De kosten: ongeveer € 100.000,-. Ook bij het optuigen van de informatievoorziening kan een externe partij nodig zijn, kosten: € 100.000,-. De uiteindelijke maatregelen kosten ongeveer € 3.000,- tot € 5.000,- per woning. Het heeft de voorkeur deze investeringen te doen vanuit het LDEB. Deze investeringen verdienen zichzelf terug.
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Nieuwbouw energieneutraal Thema: Operationele projecten Inhoud project Het plan van aanpak ‘Alle nieuwbouw energieneutraal’ gaat uit van het feit dat het niet energieneutraal realiseren van nieuwbouw per definitie een gemiste kans is. Nieuwe woningen en gebouwen mogen niet leiden tot toename van CO2-emissies. Dat betekent dat alle nieuwbouw energieneutraal dient te zijn en indien mogelijk energieleverend. De gemeente hanteert bij het duurzaam bouwen de GPR als ontwerp en toetsinstrument. De doelstellingen dienen in de GPR-ambities te zijn opgenomen. Verder werkt de gemeente Heerhugowaard aan de noodzakelijke beleidsinstrumenten die moeten leiden tot verdere borging van energieneutraal bouwen in het ontwikkelproces. Het komt er op aan dat deze instrumenten op adequate wijze en consequent worden ingezet bij nieuwe ontwikkelingen. Te denken valt aan structuurvisie, bestemmingsplannen, samenwerkingsovereenkomsten, enz. Centraal in de aanpak staat het creëren van de juiste randvoorwaarden om energieneutrale nieuwbouw te faciliteren en realiseren. Dit project draagt voor1,5% bij aan de ambitie 20% CO2-reductie 2030. Projectdoelstelling: Vanaf 2010 is energieneutraal de standaard voor alle nieuwbouw in Heerhugowaard. Resultaat: Besparing kg CO2 per jaar: 7.030.000 Besparing kWh per jaar: 8.960.000 Besparing: m3 gas per jaar: 920.000 Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Resultaat
Rol gemeente
ONDERZOEK (2010 - kw 3 )
Overzicht
Uitvoeren
1. Inventarisatie geplande nieuwbouwprojecten en
inventarisatie
de stand van zaken. Tevens toetsen op energieneutraliteit 2. Onderzoeken mogelijke innovatieve financiële
Overzicht opties
constructies 3. Inventariseren bestaande beleidsinstrumenten en
Uitzetten opdracht + coördineren
Overzicht beleidsinstrumenten
Uitvoeren
ontwikkelen van voortstellen voor verankering
inventarisatie en
energieneutraal bouwen
aanpassing instrumenten
ORGANISATIE (2010 – kw 3)
Vast contactpersoon /
Afdeling RO neemt
4. Aanstellen energieregisseur energieneutrale
coördinator
coördinatieactiviteite
nieuwbouw
n op in formatie en werkplan
5. Aanstellen en/of opleiden toetsers en handhavers
Vooraf, tijdens en na de bouw
Afdeling Handhaving
m.b.t. energieneutrale nieuwbouw
vindt toetsing en handhaving
neemt coördinatie en
plaats op energieneutrale
uitvoering op in
nieuwbouw
formatie en werkprocessen
UITVOERING (2010 – kw 4)
Inzicht in de mogelijkheden om
Opdracht verlenen,
6. Uitvoeren haalbaarheidsstudies voor geplande
energieneutraal te worden
begeleiden, zorgen
projecten waar dit nog niet heeft plaatsgevonden.
voor afstemming met
Voor Broekhorn en De Draai zijn deze onderzoeken
de businesscases.
reeds uitgevoerd. De studies worden afgestemd op de businesscases die worden uitgevoerd. 7. Per project mogelijkheden bepalen om
Duidelijkheid over in welk
energieneutraliteit te bereiken.
project welke maatregelen worden toegepast en wat het
BuildDesk Benelux
Uitvoeren
uiteindelijke energetische resultaat is 8. Toezien op en handhaven van de gestelde ambities
Daadwerkelijke realisatie van de
tijdens de projectuitvoering.
ambities
Handhaven
COMMUNICATIE (doorlopend)
Communicatie- en marketing-
Uitvoeren samen met
1. Bepalen en uitwerken communicatie- en
plan voor dit plan van aanpak in
afdeling
marketingaanpak voor dit plan van aanpak in
lijn met de overkoepelende
communicatie
afstemming met het overkoepelende communicatie-
communicatie- en marketing-
en marketingplan
aanpak
2. Informatievoorziening optuigen:
Afhankelijk van communicatie-
Uitvoeren samen met
en marketingplan
afdeling communicatie
3. Organiseren diverse activiteiten en bijeenkomsten
Ondermeer:
Uitvoeren samen met
o.b.v. communicatie- en marketingplan
Startevenement nieuwbouw
afdeling communicatie en extern bureau
Uren: De meeste van deze werkzaamheden moeten uitgevoerd worden door de gemeente zelf. Aanstellen energieregisseur energieneutrale nieuwbouw: 1 FTE (€ 100.000,-). Aanstellen en/of opleiden toetsers en handhavers: 0,5 FTE (€ 50.000,-). De begeleiding en implementatie van de financieringsconstructies kost 0,5 FTE (€ 50.000,-). Het opstellen van de groslijst en leggen van de contacten met bedrijven kost 0,4 FTE (€ 40.000,-). De communicatie kost 0,5 FTE (€ 50.000,-). €: Per haalbaarheidsonderzoek moet rekening gehouden worden met kosten tussen € 20.000,- en € 50.000,-. Daarnaast is een aanvullende investering van € 20.000,- per woning nodig om deze energieneutraal te realiseren.
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Aanvalsplan gemeentelijke organisatie Thema: Operationele projecten Inhoud project Om te laten zien dat de gemeente serieus is met haar doelstelling wil zij het goede voorbeeld geven en laten zien dat een energieneutrale organisatie mogelijk is. Dit aanvalsplan beschrijft de weg naar deze energieneutrale organisatie. Dit project draagt voor 0,62% bij aan de ambitie 20% CO2-reductie 2030. Projectdoelstelling: Een energieneutrale organisatie in 2014. Resultaat: Besparing kg CO2 per jaar 3.510 Besparing kWh per jaar: 13.000.000 Besparing: m3 gas per jaar: 119.000 Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Resultaat
Rol gemeente
1. Nulmeting & verbetermogelijkheden (kw3
- Label met EPA advies met
Uitvoering van het
2010)
daarin aangegeven de maat-
onderzoek
Om te kunnen bepalen wat de mogelijkheden zijn
regelen die de gemeente in de
moet eerst de gemeentelijke organisatie in kaart
gebouwen kan nemen, zowel
worden gebracht.
gebouwgebonden als niet
- Overzicht energiegebruik per gemeentelijk
gebouwgebonden.
gebouw, uitgesplitst in gebouwgebonden en niet
- Inzicht in de benodigde
gebouwgebonden (verlichting).
investeringen en de terug-
- Overzicht van het gemeentelijk wagenpark.
verdientijd van de maatregelen.
Aantal en soort voertuigen, het verbruik en
- Inzicht in natuurlijke
eventuele verbetermogelijkheden met
vervangingsmomenten waarop
bijbehorende investeringen.
is aan te sluiten.
- Overzicht energiegebruik gemeentelijke installaties, zoals rioolgemalen e.d. 2. Verlengde terugverdientijd (kw 3 2010)
Raadsbesluit waarin staat dat
Besluitvorming en
Vastleggen mogelijkheid voor een verlengde terug-
investeringen met een terug-
Uitvoering
verdientijd voor investeringen in de gemeentelijke
verdientijd van 15 jaar of
organisatie.
minder in ieder geval worden
Stel op basis van de nulmeting en daaruit volgend de
genomen.
te nemen maatregelen en terugverdientijden, een notitie op met argumenten waarom het nodig is deze beslissing te nemen. 3. Aanpak gemeentelijke gebouwen en
De gemeentelijke gebouwen zijn
Uitvoering en
installaties(2010 – 2014)
binnen enkele jaren energie-
aansturing
- Benoem een verantwoordelijke die zorg draagt voor uitvoering binnen de gestelde termijn.
neutraal. De werkzaamheden zijn op een zo efficiënt (zowel
- Stel per gebouw en installatie een plan op: welke
organisatorisch, als financieel)
natuurlijke vervangingsmomenten zijn er, welke
mogelijke manier uitgevoerd.
duurzaamheidsmaatregelen kan je op dat moment extra nemen (bijv. nieuw dak + isolatie + PV)? - Vervroeg natuurlijke vervangingsmomenten daar waar mogelijk. - Onderzoek de mogelijkheden om een zelfde maatregel in meerdere gebouwen in een keer aan
BuildDesk Benelux
te pakken om zo kostenvoordeel te behalen door in grotere hoeveelheden te kunnen inkopen. 4. Gemeentelijk wagenpark (2010 – 2011) - Stimuleer werknemers op de fiets of met het
Zo min mogelijk gebruik van
Uitvoering
auto’s door werknemers.
openbaar vervoer te komen door autokilometers
Maximale besparing op
voor woon-werkverkeer tot 5 km niet te
autovervoer van de gemeente.
vergoeden. - Geef alle ambtenaren een cursus nieuwe rijden. - Schaf energiezuinige / elektrische / biogas auto’s aan. Pas dit waar mogelijk in, in het vervangingsplan. 5. Niet gebouwgebonden energieverbruik (kw 3
Energiezuinig gedrag ‘tussen de
& 4)
oren’.
- Vervang de verlichting in de gebouwen door zo
Uitvoering
Energiezuinige inrichting
zuinig mogelijke verlichting. - Sluit verlichting aan op tijdschakelaars en bewegingssensoren. - Zorg voor zuinige computers met screensavers als mensen de computer niet gebruiken. - Stimuleer het gedrag van ambtenaren / gebruikers. Uren: Voor de coördinatie en uitvoer van de maatregelen om energieneutraal te worden is 1 FTE nodig bij de gemeente. In principe is dit een tijdelijke post; als de gemeente energieneutraal is, is het werk niet meer nodig. Aan de andere kant kan de kennis die is opgedaan tijdens dit proces goed ingezet worden om ook anderen in de gemeente verder te helpen. Binnen de gemeente blijft er wel een (kleine) taak als ‘energieregisseur’. Iemand moet het verbruik van de gebouwen in de gaten houden zodat afwijkingen snel opgemerkt worden. €: De investeringskosten bedragen: -
Gebouwgebonden maatregelen: €2 miljoen
-
Wagenpark: € 25.000,- per auto
Daarnaast kost het € 100.000,- werkbudget. De investeringskosten moeten zich terugverdienen.
BuildDesk Benelux
Projecttitel: Duurzame glastuinbouw Thema: Operationele projecten Inhoud project In de verduurzaming van het energiegebruik in Heerhugowaard, speelt de glastuinbouw een belangrijke rol. Voordat de gemeente met de glastuinbouw aan de slag kan, moet eerst worden uitgezocht wat precies de mogelijke maatregelen zijn. Wellicht is het nodig om per bedrijf een specifiek plan op te zetten. Daarnaast is het van belang om snel in gesprek te raken met de verschillende telers, en samen aan de plannen te werken. Herstructurering van het glastuinbouwgebied is noodzakelijk omdat er veel leegstand is in verband met de economische malaise. Dit biedt voor het gebied kansen. Dit project draagt voor 7,79% bij aan de ambitie 20% CO2-reductie 2030. Projectdoelstelling: Energieneutrale en waar mogelijk energieleverende kassen. Resultaat: Besparing kg CO2 per jaar: 44.100 Besparing kWh per jaar: 6.400.000 Besparing: m3 gas per jaar: 17.000.000 Warmte opwekking PJ per jaar: 0,22 Actie – jaartal/kwartaal (kw)
Resultaat
Rol gemeente
1. Afronden stakeholdersanalyse (2010 – kw 3) De gemeente is reeds begonnen met een stakeholder-
Inzicht in welke glastuinbouwers
Organisator
analyse. Deze moet eerst zijn afgerond voor de volgende
Heerhugowaard.
stappen genomen kunnen worden. 2. Bepalen incentives (2010 – kw 4)
Duidelijkheid wat nodig is om
Breng in beeld wat de redenen zijn voor glastuin-
glastuinbouwers aan te zetten
bouwers om tot actie over te gaan.
tot het nemen van maatregelen.
3. Uitwerken afspraken (2011 – kw 1 & 2)
Alle neuzen staan de zelfde kant
Maak concrete afspraken met de glastuinbouwers:
op, iedereen weet wat hij aan
-
Wat verwacht de gemeente van hen?
-
Wat kunnen de glastuinbouwers van de
-
Welke maatregelen worden toegepast?
-
Stel een Plan van Aanpak op.
een rol spelen in
Uitvoerder
Organisator
elkaar heeft.
gemeente verwachten?
Integratie van twee projecten.
Organisator
5. Bepalen financieringsconstructies (2011 – kw
Financiële mogelijkheden voor
Uitvoerder
2 & 3)
de glastuinbouwers zodat zij
Hoewel de financiering in principe bij de glastuin-
daadwerkelijk tot realisatie over
bouwers ligt, kan het wel noodzakelijk en bevorderlijk
gaan.
4. Koppeling businesscase Glastuinbouw (2011 – kw 2 ) Pas de resultaten van de businesscase in de uitgewerkte afspraken en het opgestelde Plan van Aanpak.
zijn om hen op enige wijze te ondersteunen, bijvoorbeeld door het verstrekken van een lening met een lage rente. 6. Ondersteuning (2011 - kw 3 en verder)
Maatregelen worden
Ondersteuner /
De gemeente moet daar waar nodig en mogelijk de
daadwerkelijk gerealiseerd.
begeleider
glastuinbouwers zo veel mogelijk ondersteunen en stimuleren de maatregelen te nemen, zodat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Ondersteuning vindt onder andere plaatst bij de planning en monitoring.
BuildDesk Benelux
Uren: De gemeente moet in het begin veel tijd steken in de stakeholdersanalyse en aan de gesprekken met de partijen. Naar mate het traject vordert zal deze tijd minder worden. De energieregisseur of de programmanager duurzaamheid zouden zeer geschikt zijn voor deze rol. De tijdsbesteding zal 0,2 FTE bedragen. €: De kosten zullen voor de gemeente zich beperken tot de onderzoekstrajecten en het helpen uitwerken van businesscases en uitvoeringsplannen. Dit zal ongeveer € 50.000,-. De glastuinbouwers dienen zelf de investeringen voor hun rekening te nemen. Eventueel kan de gemeente wel een ondersteunende en stimulerende rol spelen door te zorgen voor goede financierings- en leningsconstructies.
BuildDesk Benelux
Bijlage 5: Monitoringsformat
BuildDesk Benelux
BuildDesk Benelux
Project specifiek Delegatie van projecten Toelichtende tekst Project Openbaar * Status
ja
nee
Operationeel
Meenemen in statistieken *
ja
nee
Kroonproject
ja
nee
ja
nee
SLOK project Thema *
Gemeentelijke gebouw en - Nieuw bouw van gebouw en
Naam * Omschrijving
WYSIWYG aan of uit zetten Postcode * Aangemeld door* Email * Datum Projectstart Datum start CO2reductie Project foto
Project specifiek Delegatie van projecten Toelichtende tekst Financiering Investering
0,00
Financieringsbronnen
Subsidie aangevraagd *
ja
nee Notitie
Interne opmerkingen:
Terug
Volgende
Onderstaande lijst wordt beschikbaar per thema. Deze lijst is dus voor gemeentelijke – bestaande gebouwen. Voor bijvoorbeeld nieuwbouw is deze lijst dus anders…!!
Bijlage 6: Multicriteria-analyse
BuildDesk Benelux
BuildDesk Benelux
prioriteit
multicriteria-analyse Heerhugowaard Investering gemeente - ja - nee - kan
Investering stakeholders - ja - nee
Positiefeffect Subsidieop woonlasten mogelijkheden - groot - gemiddeld - klein
CO2 Bijdrage aan doelstelling - Groot - Gemiddeld - Weinig
Alle projecten in de extra
kan
ja
groot
nee (korting elektra-aansl WP)
Gemiddeld
Bestaande bouw -
planning Isoleren
extra
kan
ja
gemiddeld
particulieren doel labelverlaging
Isolatieglas en Groot BTW. Maatwerkadvi es EB
Ketelvervanging
eenvoudig
nee
ja
klein
Nee
weinig
PV / Zb
substantieel
kan
ja
groot
SDE
Groot
Periode waarin het
Type project
Project
wat oplevert 2010 – 2014
Nieuwbouw
1
1
2
Geld Realiseerbaarheid: - Relatief eenvoudig - Extra middelen - Substantiele investering
Micro WKK's
eenvoudig
kan
ja
klein
WTW's
eenvoudig
kan
ja
gemiddeld
Dz. Warmte BB Nee
Gemiddeld
Isoleren
extra
kan
ja
gemiddeld
Isolatieglas
groot
Ketelvervanging
eenvoudig
nee
ja
weinig
nee
weinig
Uitstraling Politiek uitstraling - beperkt - groot
Voorbeeldfunc tie - ja - nee
Haalbaarheid Financieel Technisch - goed - redelijk - moelijk
Robuustheid Organisatorisc Politieke h wisselingen - gevoelig - redelijk gevoelig - ongevoelig
groot
ja
goed
redelijk
goed
redelijk gevoelig goed
ja
ja
groot
groot
groot
nee
redelijk
goed
redelijk
ongevoelig
goed
nee
nee
groot
groot
beperkt
nee
goed
goed
goed
ongevoelig
matig
ja
nee
groot
beperkt
groot
nee
goed
redelijk
goed
redelijk gevoelig goed
ja
nee
groot
groot
beperkt
nee
redelijk
redelijk
redelijk
ongevoelig
matig
ja
nee
groot
beperkt
beperkt
nee
moeilijk
redelijk
redelijk
ongevoelig
goed
nee
nee
groot
beperkt
Toekomstbest Gevoelig voor Wijzigingen Technische endig locatiewijzigingen - goed ontwikkeling - matig
Afhankelijkhei Maatschappel d ijke stakeholders gevoeligheid
weinig
groot
1
Bestaande bouw woco's doel labelverlaging
3
groot
ja
redelijk
redelijk
redelijk
redelijk gevoelig goed
nee
nee
redelijk
beperkt
ja
goed
goed
goed
ongevoelig
matig
ja
nee
redelijk
groot beperkt
groot
ja
goed
redelijk
goed
redelijk gevoelig goed
ja
nee
redelijk
groot
PV / Zb
substantieel
ja
ja
groot
SDE?
groot
Micro-WKK's
eenvoudig
nee
ja
klein
weinig beperkt
ja
redelijk
redelijk
redelijk
ongevoelig
matig
ja
nee
redelijk
beperkt
WTW's
eenvoudig
nee
ja
gemiddeld
Dz. Warmte BB nee
gemiddeld
beperkt
ja
redelijk
redelijk
redelijk
ongevoelig
goed
nee
nee
redelijk
beperkt
Isoleren
extra
nee
ja
n.v.t.
EIA
gemiddeld
beperkt
nee
goed
goed
goed
ongevoelig
goed
nee
nee
groot
nee
PV
substantieel
nee
ja
n.v.t.
EIA / SDE
groot
groot
een beetje?
goed
redelijk
goed
redelijk gevoelig goed
ja
ja
groot
nee
ja
2
2
1
2
Bedrijven
4
5
WKO
extra
nee
ja
n.v.t.
EIA
groot
groot
nee
redelijk
goed
goed
redelijk gevoelig goed
ja
ja
groot
nee
Kassen
LED's in kassen
eenvoudig
nee
ja
n.v.t.
nee
gemiddeld
groot
nee
redelijk
goed
goed
redelijk gevoelig goed
ja
nee
groot
beperkt
bespreken met Altonstichting Gemeenteniveau
geothermie
substantieel
ja
ja
n.v.t.
groot groot
nee
moeilijk
moeilijk
redelijk
gevoelig
matig
ja
ja
groot
beperkt
Openbare verlichting Plan van Aanpak gemeentelijk objecten: tijdspad, kosten
eenvoudig
ja
nee
n.v.t.
Term Aardwarmte nee
weinig groot
ja
goed
goed
goed
ongevoelig
goed
matig
nee
nee
nee
eenvoudig
ja
nee
n.v.t.
nee
gemiddeld
groot
ja
redelijk
goed
goed
ongevoelig
goed
matig
nee
nee
nee
groot
6
Mobiliteit
7
particulier/deelauto Elektrisch vervoer
substantieel
ja
ja
n.v.t. (gem)
nee
groot
groot
nee
moeilijk
moeilijk
moeilijk
gevoelig
matig
ja
nee
groot
OV
Elektrisch vervoer
substantieel
ja
ja
n.v.t.
nee
gemiddeld
groot
ja
moeilijk
redelijk
goed
gevoelig
matig
ja
nee
groot
beperkt
eigen vervoer
Elektrisch vervoer
extra
ja
nee
n.v.t.
nee
weinig
groot
ja
redelijk
redelijk
goed
ongevoelig
matig
ja
nee
nee
nee
bedrijven- Wm
mobiliteitsmanagem eenvoudig ent Oprichting substantieel energiebedrjf
kan
ja
n.v.t.
nee
gemiddeld beperkt
nee
moeilijk
redelijk
redelijk
redelijk gevoelig matig
ja
nee
groot
beperkt
ja
ja
n.v.t.
IKS?
groot groot
n.v.t.
goed
redelijk
redelijk
gevoelig
goed
nee
nee
groot
nee
extern
eenvoudig
ja
nee
n.v.t.
nee
gemiddeld
groot
n.v.t.
goed
goed
goed
gevoelig
n.v.t.
nee
nee
nee
nee
intern
eenvoudig
ja
nee
n.v.t.
nee
gemiddeld
groot
n.v.t.
goed
goed
goed
redelijk gevoelig n.v.t.
nee
nee
nee
nee
Windturbines
eenvoudig
ja
nee
n.v.t.
nee
groot beperkt
n.v.t.
goed
goed
goed
gevoelig
matig
ja
ja
nee
groot
Geothermie
eenvoudig
ja
nee
n.v.t.
nee
groot
beperkt
n.v.t.
goed
goed
goed
gevoelig
matig
ja
ja
nee
groot
Warmtenet
eenvoudig
ja
nee
n.v.t.
nee
groot
beperkt
n.v.t.
goed
goed
goed
gevoelig
goed
matig
ja
nee
groot
eenvoudig
ja
nee
n.v.t.
nee
groot
beperkt
n.v.t.
goed
goed
goed
gevoelig
matig
ja
nee
nee
beperkt
Energiebedrijf
1
8
1
9
1
Communicatie
Nu doen voor na 10 2014
Benodigd onderzoek
Energie uit kassen
10-6-2010
100122_Multicriteria-analyse v1 HHW.xls