Concept Spoorboekje van A naar D: werken aan het (duurzaamheids)spoor Uitvoeringsprogramma bij de reisgids voor duurzaamheid, energie en klimaat in Alphen aan den Rijn 2014-2020 “Van A naar D: Alphen aan den Rijn op weg naar Duurzaamheid”
“In 2050 is de samenleving van Alphen aan den Rijn fossiele brandstofvrij en energie- en CO2-neutraal!”
2
Samenvatting De gemeente Alphen aan den Rijn is ambitieus als het gaat om duurzaamheid. De mogelijkheden en kansen van een gemeente met een combinatie van stad en platteland zijn groot. Alphen aan den Rijn is uniek door de ligging in het Groene Hart. Het is de enige gemeente in het Groene Hart met meer dan honderdduizend inwoners. De duurzaamheidsambities van de gemeente zijn opgenomen in de Alphense Reisgids naar duurzaamheid; van A naar D. Onderhavig document is het uitvoeringsprogramma dat bij het Alphens duurzaamheidsbeleid hoort. Dit uitvoeringsprogramma is geschreven voor de periode 2014 tot en met 2020. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks, indien noodzakelijk, geactualiseerd. Deze eerste versie van het uitvoeringsprogramma concentreert zich op de eerste jaren van de uitvoering van het beleid. We streven naar aantoonbare resultaten op het gebied van duurzaamheid, waarmee we een prettige en leefbare omgeving bereiken, ook voor de toekomst! In het uitvoeringsprogramma wordt onderscheid gemaakt tussen projecten van de gemeentelijke organisatie en projecten waarmee de gemeente de samenleving stimuleert en faciliteert op weg naar een duurzaam Alphen aan den Rijn. Wettelijke milieutaken zijn niet in dit uitvoeringsprogramma opgenomen. De wettelijke milieutaken zoals vergunningverlening, handhaving en milieuonderzoek worden op dit moment door twee omgevingsdiensten uitgevoerd en vanaf 2016 door de Omgevingsdienst Midden Holland. Deze werkzaamheden staan in een apart jaarlijks Uitvoeringsprogramma van de Omgevingsdienst.
3
Inhoud Samenvatting 1. Inleiding (waarom een Uitvoeringsprogramma?) 2. De route 2.1 Ambities Gemeentelijke organisatie 2.2 Ambities Samenleving 3. Projecten gemeentelijke organisatie 3.1 In 2018 alleen nog maar ten minste energieneutraal bouwen bij gemeentelijke plannen en projecten; 3.2 In 2020 20% besparing ten opzichte van 2013 in de openbare verlichting en verkeersinstallaties 3.3 In 2020 is dankzij energiemanagement 5 % energie bespaard bij gemeentelijke aansluitingen 3.4 In 2020 is 100% van het elektraverbruik en 50% van het gasverbruik van de gemeentelijke organisatie regionaal vergroend 3.5 In 2020 100% duurzaam inkopen 3.6 Gemeentelijk vastgoed in 2025 energieneutraal 3.7 Duurzaamheids DPL ambitie (ADP) bij gemeentelijke RO-projecten ≥ 7 3.8 De medewerkers van de gemeentelijke organisatie zijn zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid 3.9 Samenvatting projecten Gemeentelijke organisatie 4. Projecten samenleving 4.1 In 2020 is 75% van het huishoudelijk afval in Alphen aan den Rijn gescheiden 4.2 In de periode 2014-2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten 4.3 In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie 4.4 De sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld een energielabel B, 80% van de particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal een energielabel C 4.5 In 2020 worden braakliggende terreinen tijdelijk gebruikt voor duurzame initiatieven vanuit de samenleving 4.6 In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid) 4.7 Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar. 4.8 In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal 4.9 Samenvatting projecten Samenleving 5. Monitoring 6. Communicatie 7. Financiën 7.1 Menskracht 7.2 Financiële middelen 7.3 Inzet vrijkomend geld door revolverende fondsen BIJLAGE I Verklarende woordenlijst BIJLAGE II Duurzame greenport pilots BIJLAGE III Format stoplichtrapportage
4
3 5 7 7 8 9 9 10 11 12 13 15 17 20 25 27 27 28 32
34 38 40 44 47 56 59 60 62 62 62 63 4 6 69 71
Inleiding (waarom een Uitvoeringsprogramma?) In de reisgids “van A naar D”, “duurzaamheid, energie en klimaat Alphen aan den Rijn 2014-2020”, is de gemeentelijke duurzame “stip op de horizon” voor 2050 weergegeven en zijn de hieruit vertaalde ambities voor 2020 vastgelegd. Globaal is daarbij beschreven hoe we de ambities willen gaan bereiken. Het spoor ernaartoe is flexibel en dynamisch. Op deze manier kunnen we de komende jaren inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen. We maken onderscheid in ambities voor de Gemeentelijke Organisatie en ambities voor de Samenleving. Als gemeentelijke organisatie geven wij het goede voorbeeld en daar horen reële ambities bij waar wij vol voor kunnen en willen gaan. Bij het verwezenlijken van de ambities op samenlevingsniveau speelt de samenleving zelf uiteraard een belangrijke rol. We zoeken dan ook naar het antwoord op de vraag hoe wij als organisatie de samenleving het beste denken te kunnen faciliteren, stimuleren en enthousiasmeren om gezamenlijk de duurzame doelen te kunnen bereiken. Hoe creëren wij als organisatie mogelijkheden en ruimte zodat de samenleving stappen kan zetten naar een duurzame gemeente? Het is een mooi streven als uiteindelijk het thema duurzaamheid in elke vezel van de gemeentelijke organisatie en de samenleving gaat zitten, zodat duurzaam doen een natuurlijke handelswijze wordt en we gezamenlijk (ieder in haar eigen rol) de duurzaamheidsdoelen kunnen behalen om een leefbare omgeving aan de volgende generaties te kunnen doorgeven. We zijn goed op pad, maar om dit te bereiken is nog een lange weg te gaan. Reist u met ons mee? In voorliggend uitvoeringsprogramma “Werken aan het spoor” zijn de ambities uit de reisgids “van A naar D” vertaald naar concrete projecten. Wat gaan wij als gemeentelijke organisatie doen om onze eigen ambities te behalen en wat gaan wij als gemeentelijke organisatie doen om samen met de samenleving stappen te zetten op weg naar een duurzame samenleving. Daarnaast geven we aan hoe wij de voortgang monitoren. Het spoorboekje wordt jaarlijks op actualiteit beoordeeld en zo nodig aangepast. Dit is nodig omdat het Uitvoeringsprogramma flexibel en dynamisch is. De lange termijn doelstellingen zijn leidend, het spoor er naar toe is divers kan mogelijk in de loop der tijd nog veranderen. Op deze manier kunnen we blijven inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen die plaatsvinden. Tenslotte wordt jaarlijks een voortgangsrapportage (stoplichtrapportage) op basis van het spoorboekje opgesteld (zie bijlage III voor een voorbeeld).
5
6
2. De route Zoals beschreven in de reisgids “van A naar D” maken we onderscheid in ambities voor de Gemeentelijke Organisatie en Ambities voor de Samenleving. In de volgende hoofdstukken worden de duurzame ambities 2020 van beide sporen opnieuw benoemd en de thema’s onder deze ambities uitgewerkt in concrete projecten met doelstelling, planning en uitvoering. Voor een aantal thema’s is dit echter niet voldoende. Sommige thema’s zijn dermate omvangrijk dat er specifiek voor die thema’s een apart plan van aanpak moet worden gemaakt voor de betreffende project. Deze plannen van aanpak maken geen onderdeel uit van dit uitvoeringsprogramma maar zullen separaat worden opgesteld. De harmonisatietaken ten behoeve van de fusie, zoals is vastgelegd in het harmonisatiebeleid van 2013 en het Harmonisatie uitvoeringsprogramma Duurzaamheid 2014-2015, zijn voorzover ze in 2014 nog niet zijn uitgevoerd opgenomen als project in dit uitvoeringsprogramma.
2.1 Ambities Gemeentelijke organisatie Als gemeentelijke organisatie geven wij het goede voorbeeld en daar horen reële ambities bij waar wij vol voor kunnen en willen gaan. De volgende doelen zijn vastgelegd in de reisgids “van A naar D”. 1. In 2018 alleen nog maar ten minste energieneutraal bouwen bij gemeentelijke plannen en projecten; 2. In 2020 20% besparing ten opzichte van 2013 in de openbare verlichting en verkeersinstallaties; 3. In 2020 is dankzij energiemanagement 5% energie bespaard1 bij gemeentelijke aansluitingen. 4. In 2020 is 100% van het elektraverbruik van de gemeentelijke organisatie regionaal vergroend; 5. In 2020 is 50% van het gasverbruik van de gemeentelijke organisatie regionaal vergroend; 6. In 2020 100% duurzaam inkopen. In alle aanbestedingen wordt Duurzaamheid meegenomen (in eis, selectiecriteria en/of gunningscriterium); 7. D uurzaamheids DPL ambitie (ADP) bij gemeentelijk projecten ≥ 7 8. G emeentelijk vastgoed in 2025 energieneutraal. 9. D e medewerkers van de gemeentelijke organisatie zijn zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid.
1 Het betreft besparing door inzicht en maatregelen. Hierin is terug levering van bijvoorbeeld zonnepanelen niet meegenomen.
7
2.2 Ambities Samenleving Bij het verwezenlijken van de duurzaamheidambities op samenlevingsniveau (Spoor Samenleving) speelt de samenleving zelf uiteraard een belangrijke rol. We zoeken dan ook naar het antwoord op de vraag hoe wij als organisatie de samenleving het beste denken te kunnen faciliteren, stimuleren en enthousiasmeren om gezamenlijk de duurzame doelen te kunnen bereiken. Hoe creëren wij als organisatie mogelijkheden en ruimte zodat de samenleving stappen kan zetten naar een duurzame gemeente? De ambities voor de samenleving zijn: 1. In 2020 is 75% van het huishoudelijk afval in Alphen aan den Rijn gescheiden; 2. In de periode 2014- 2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten2; 3. In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie; 4. D e sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld een energielabel B, 80% van de particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal een energielabel C; 5. In 2020 zijn braakliggende terreinen (voor zover mogelijk) tijdelijk in gebruik voor duurzame initiatieven (bijvoorbeeld stadslandbouw) vanuit de samenleving; 6. In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2- reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid.) 7. Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar. 8. In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal.
2 De gemeente kiest voor deze doelstelling omdat onbekend is hoeveel kton CO2 de gemeente in 1990 produceerde. Daarnaast is het aantal geproduceerde tonnen CO2 sterk afhankelijk van de economische situatie waardoor een reductiedoelstelling op basis van het totaal aantal geproduceerde tonnen CO2 binnen de gemeente niet representatief is voor het effect van duurzaamheidsmaatregelen
8
3. Projecten gemeentelijke organisatie In onderstaande paragrafen is per ambitie uitgewerkt welke projecten worden uitgevoerd om zo een bijdrage te leveren aan het behalen van die ambitie. 1. In 2018 alleen nog maar ten minste energieneutraal bouwen bij gemeentelijke plannen en projecten; 2. In 2020 20% besparing ten opzichte van 2013 in de openbare verlichting en verkeersinstallaties; 3. In 2020 is dankzij energiemanagement 5% energie bespaard3 bij gemeentelijke aansluitingen. 4. In 2020 is 100% van het elektraverbruik van de gemeentelijke organisatie regionaal vergroend; 5. In 2020 is 50% van het gasverbruik van de gemeentelijke organisatie regionaal vergroend; 6. In 2020 100% duurzaam inkopen. In alle aanbestedingen wordt Duurzaamheid meegenomen (in eis, selectiecriteria en/of gunningscriterium); 7. Duurzaamheids DPL ambitie (ADP) bij gemeentelijk projecten ≥ 7 8. G emeentelijk vastgoed in 2025 energieneutraal. 9. D e medewerkers van de gemeentelijke organisatie zijn zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid.
3.1 In 2018 alleen nog maar ten minste energieneutraal bouwen bij gemeentelijke plannen en projecten; Energieneutraal bouwen is technisch mogelijk en blijft in de praktijk nog achterwege, vanwege de hogere investeringskosten bij de bouw. Dit kan echter terugverdiend worden door de energie besparing die energieneutraalbouwen oplevert tijdens het gebruik van de gebouwen. Binnen de gemeentelijke organisatie moeten de nodige stappen/afspraken worden gemaakt dat er in 2018 daadwerkelijk alleen maar energieneutraal wordt gebouwd. Dit betekent dat bouwvergunningen niet pas per 1 januari 2018 energieneutraal moeten zijn. Aangezien sommige bouwvergunningen reeds jaren voor de daadwerkelijke realisatie worden aangevraagd en verkregen. Daarom zal reeds in 2015 worden gestart met uitvoeringsbeleid dat regelt dat vanaf de vaststelling van voornoemd beleid alleen nog maar energieneutraal mag worden gebouwd.
3 Het betreft besparing door inzicht en maatregelen. Hierin is terug levering van bijvoorbeeld zonnepanelen niet meegenomen.
9
G1
Energieneutraal bouwen
Ambitie
In 2018 alleen nog maar ten minste energieneutraal bouwen bij gemeentelijke plannen en projecten.
Doelstelling/planning
Doelstelling: In 2018 alleen nog energieneutraal bouwen, dus ook als de omgevingsvergunning eerder is afgegeven. Planning: 2015-2018
Uitvoering
Binnen de gemeentelijke organisatie afspraken maken en de nodige stappen zetten om energieneutraal bouwen in 2018 te realiseren.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Afdeling projecten/IB/Inkoop/vergunningverlening
Financiën
Eventuele extra financiering vanuit projectbudgetten
Voortgangsindicator
Percentage afgegeven bouwvergunningen voor gemeentelijke plannen en projecten die energieneutraal worden gerealiseerd (doelstelling is dus 100%)
3.2 In 2020 20% besparing ten opzichte van 2013 in de openbare verlichting en verkeersinstallaties Al jaren wordt in Alphen aan den Rijn de nieuwste ontwikkelingen gevolgd en toegepast op het gebied van openbare verlichting. Alphen aan den Rijn is daardoor een van de koplopers op het gebied van verduurzamen van de openbare verlichting. Zo zijn energie- en milieuonvriendelijke kwiklampen al jaren geleden uit het straatbeeld verdwenen en worden relatief energiezuinige PLL (fluorisentielampen) en SON (hogedruk natrium) lampen toegepast. Vanaf 2008 zijn deze standaard voorzien van een dimmer.
10
G2
Energiebesparing openbare verlichting gemeente
Ambitie
In 2020 20% energiebesparing ten opzichte van 2013.
Doelstelling/planning
Doelstelling: Bij het vervangen van verlichtingsinstallaties volgens het reguliere vervangingsritme wordt met toepassing van energiezuinige LED verlichting en dimmen in de nachtelijke uren (23.00-06.00uur) energie bespaard (ca. 50% per armatuur). Planning: De levensduur van verlichtingsarmaturen wordt gesteld op 20 jaar. Met een areaal van 21.000 armaturen worden jaarlijks dus gemiddeld 1050 armaturen vervagen.
Uitvoering
De vervangingsprojecten vinden plaats gelijktijdig met de uitvoering van het groot onderhoud aan riolering, bestrating en groenvoorzieningen (IRS) en op basis van separate mast- en armatuurvervangingsprojecten.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Afdeling BOR
Financiën
Gefinancierd vanuit de onderhoudsbegroting. Voorwaarde om de genoemde ambitie te bereiken: De behaalde besparing op het energiebudget wordt ingezet voor het uitvoeren van het vervangingsplan.
Voortgangsindicator
•P ercentage energieverbruik (in kWh) openbare verlichting • t.o.v. energieverbruik OV 2013 (doelstelling is dus 80%)
Vanaf 2012 wordt standaard bij elke vervanging een armatuur met LED verlichting gekozen. Op 1 januari 2015 is al bijna 20% van het openbaar verlichtingsareaal van LED verlichting (met dimmer) voorzien. Naast het toepassen van LED verlichting wordt geëxperimenteerd met managementsystemen, gelijkstroomnetten en het toepassen van vervangende lampen met LED of QL in nog niet afgeschreven PLL en SON armaturen.
3.3 In 2020 is dankzij energiemanagement 5 % energie bespaard bij gemeentelijke aansluitingen “Door te investeren in energiebeheer kunnen gemeenten van een ongrijpbaar energieverbruik overgaan naar een beheersbare besparing op energieverbruik”. Energiemanagement maakt het mogelijk om te sturen op energieverbruik door technische, organisatorische of gedragsmatige maatregelen waarbij verbruiksgegevens het uitgangspunt vormen voor de gekozen strategie. In de 2de kwartaal 2015 zijn (voor zover technisch mogelijk) alle gemeentelijke energie aansluitingen voorzien van een slimme meter. Door de plaatsing van deze meters krijgen we real time inzicht in ons energieverbruik waardoor er geen verrassingen achteraf zijn en we direct kunnen acteren op afwijkend verbruik. G3
Energiemanagement bij gemeentelijke aansluitingen
Ambitie
In 2020 is dankzij energiemanagement 5 % energie bespaard bij gemeentelijke aansluitingen.
Doelstelling/planning
Doelstelling: Besparing op het energieverbruik van de gemeentelijke aansluitingen. Kostenbesparing en CO2-reductie. Planning: In 2e kwartaal 2015 afronding plaatsing slimme meters. Vanaf 3e kwartaal 2015 starten met monitoring van verbruikgemeentelijke aansluitingen. Bij afwijkend verbruik wordt vervolgens direct onderzocht wat de oorzaak is en waar mogelijk actie ondernomen.
Uitvoering
Energie-coördinator zorgt voor uitvoering. Voor energiemonitoring dient op termijn een programma te worden aangeschaft. Eerst wordt gekeken op welke aansluitingen uitgebreide monitoring een toegevoegde waarde heeft.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Afdeling BOR
Financiën
P.M.
Voortgangsindicator
•P ercentage energieverbruik (in kWh) gemeentelijke aansluitingen t.o.v. • energieverbruik gemeentelijke aansluitingen 2013 (doelstelling is dus 95%)
11
3.4 In 2020 is 100% van het elektraverbruik en 50% van het gasverbruik van de gemeentelijke organisatie regionaal vergroend Voor het vergroenen van het energieverbruik koopt de gemeente momenteel elektriciteit- en gascertificaten (Garanties Van Oorsprong oftewel GVO’s) van duurzame projecten. Te denken valt aan windenergie, waterkracht, biomassa of aanplant van bomen om CO2 uitstoot te compenseren. Deze projecten hoeven niet in Nederland te zijn. De gemeente Alphen aan den Rijn heeft de ambitie om lokaal/regionaal4 de ontwikkeling van duurzame projecten te stimuleren door de komende jaren de GVO’s te betrekken van regionale projecten. Zo vinden er op dit moment gesprekken plaats met de vergistingsinstallatie Indaver in Alphen aan den Rijn om een gedeelte van het gasverbruik regionaal te vergroenen. Zolang deze regionale projecten nog niet voorhanden zijn wordt bij voorkeur elektriciteit van Nederlandse windenergie aangevuld met waterkracht uit Noorwegen vergroend. Gas wordt in dat geval indien aanwezig vergroend met biomassa of andere soortgelijke projecten vanuit het buitenland of ingekocht. G4
Vergroening gasverbruik
Ambitie
In 2020 is 100% van het elektraverbruik en 50 % van het gasverbruik van de gemeentelijke organisatie regionaal vergroend;
Doelstelling/planning
Doelstelling: Energie verbruik 100% vergroenen middels aankoop van regionale GVO’s. Deze zijn echter nog in beperkte mate voorhanden maar bij ieder nieuw project proberen wij zoveel mogelijk certificaten op te kopen. Daarmee stimuleren we de lokale markt voor duurzame energie. Planning: Momenteel is gestart met de aankoop van lokale GVO’s. We zijn hiervoor afhankelijk van het aanbod. We hebben een actieve houding bij het zoeken van nieuwe projecten.
Uitvoering
Inkoop van energie wordt met diverse regiogemeenten (o.a. Gouda) uitgevoerd. Met deze gemeenten wordt ook de vergroening gerealiseerd. De Omgevingsdienst Midden-Holland heeft hierin een leidende rol. De energiecoördinator van de gemeente neemt deel aan de kerngroep energie. Het percentage vergroening wordt jaarlijks gemonitord.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Omgevingsdienst Midden-Holland/Afdeling BOR
Financiën
Vanuit de reeds beschikbare energie budgetten.
Voortgangsindicator
•P ercentage regionaal vergroende elektriciteit t.o.v. het totale stroom verbruik van de gemeentelijke organisatie (doelstelling is 100%) • Percentage regionaal vergroende gas t.o.v. het totale gasverbruik van de gemeente (doelstelling is 50%)
4 Onder regionaal verstaan we vooralsnog Zuid-Holland.
12
3.5 In 2020 100% duurzaam inkopen De gemeente past de landelijke “criteria voor duurzaam inkopen” al toe in de aanbestedingstrajecten zoals noodzakelijk was om te voldoen aan de landelijke doelstelling van 100% duurzaam inkopen in 2015. Nu is uit een landelijk onderzoek gebleken dat de criteria voor ‘duurzame’ producten vaak nietszeggend of verouderd zijn en in bijna de helft van de gevallen duurzame beloften in de praktijk niet of deels worden waargemaakt. Om die reden neemt de gemeente de verantwoordelijkheid om dit onderwerp structureel aan te pakken en ervoor te zorgen dat duurzaamheid in elke stap van inkoop een belangrijke plek krijgt, zodat we in 2020 100% duurzaam inkopen. In de praktijk kan dit op verschillende manieren. Duurzaamheid kan bijvoorbeeld worden meegenomen als: Eis voor de uitvoering; Selectiecriterium voor de selectie van het bedrijf; Gunningscriterium (emvi-criterium), voor de beoordeling van de inschrijvingen. Door duurzaamheid standaard op te nemen in onze aanbestedingsdocumenten maken we de interne organisatie bekend met duurzaamheid maar vooral ook de bedrijven die wij vragen een offerte in te dienen. Naast dat wij aangeven wat wij willen, geven wij bedrijven ook de mogelijkheid (via de gunningcriteria) om zelf met duurzaamheidsvoorstellen/ontwikkelingen te komen. Verantwoording van de realisatie verloopt via de opdrachtgever. Deze is verantwoordelijk voor de uitvoering van de contracten, waar de duurzaamheid deel van uit maakt. Inkoop is op de hoogte van de aanbestedingen waar duurzaamheid een rol in speelt, en voert de regie. Middels de accountgesprekken met de afdelingshoofden en contracteigenaars kan inkoop de resultaten verzamelen en als managementinformatie verstrekken. De afdeling I&A zal bij de aankoop van ICT en telefonie producten vanaf 2015 het criterium duurzaamheid zwaarder laten meewegen in de beoordeling. N.B.: Bij de uitvoering van de inkoopacties wordt er expliciet op gelet en in beeld gebracht wat de duurzaamheidswinst is van het duurzaam inkomen. Dit wordt bij voorkeur beschreven in concrete waarden zoals het aantal vermeden tonnen CO2, het aantal Kwh dat op jaarbasis wordt bespaard, enzovoorts. G5
Duurzaam inkopen
Ambitie
In 2020 100% duurzaam inkopen. In alle aanbestedingen wordt Duurzaamheid meegenomen (in eis, selectiecriteria en/of gunningscriterium)
Doelstelling/planning
a. In 2016 is duurzaamheid een belangrijk onderdeel van het moeder bestek (G5.a); b. In 2016 is duurzaamheid een vast onderdeel van de E mvi-criteria bij inkoop/ aanbestedingen en bestekken (G5.b); c. In 2015 wordt in pilotvorm gebruik gemaakt van de duurzame materialentool Dubomat G5.c). d. Duurzaamheid toevoegen aan het Inkoophandboek (wordt in 2015 vastgesteld) (G5.d). e. Duurzaamheid gaat onderdeel uitmaaken in de Europese aanbestedingen en de meervoudig-onderhandse aanbestedingen (G5.e). f. Vanaf 2015 bij vervangen ICT-infrastructuur de factor duurzaamheid zwaarder laten meewegen in de uiteindelijke keuze voor nieuwe middelen (G5.f). g. Aanpak en uitvoering FSC convenant (G5.g).
13
14
Uitvoering
Ad a en b: Er wordt een klein projectteam opgezet met civieltechnische specialisten van het Ingenieursbureau (IB), Beheer openbare ruimte (BOR) en Inkoop die er voor gaan zorgen dat duurzaamheid wordt ingebed in het moederbestek/ aanbestedingsdocument en een vast onderdeel wordt van de emvi-criteria. Op verzoek van het projectteam kan de duurzaamheidsregie ondersteuning bieden. Ad c: De tool Dubomat is een handreiking waarbij ondersteuning wordt geboden bij de materiaalkeuze voor de openbare ruimte. Het Ingenieursbureau (IB) gaat in de vorm van een pilot project bij een aantal projecten de tool toepassen. Ad d: Op het eerstvolgende natuurlijke moment wordt het Inkoophandboek aangepast. Duurzaamheid, en vooral hoe dit in de aanbestedingen toe te passen, zal een grotere uitwerking krijgen. Ad e: Niet alleen zal duurzaamheid een rol gaan spelen in de Europese aanbestedingen, maar zeker ook bij de meervoudig-onderhandse aanbestedingen. Dit zal dan met name plaatsvinden door duurzaamheid als gunningscriterium op te nemen. Ad f: Duurzaamheid wordt meegenomen bij lopende aanbestedingen. Stimuleren van het gebruik van Cloud Computing (meerdere bedrijven gebruiken online services via gedeeld platform). Dit is in de regel energiezuiniger door schaalvoordeel en omdat de benodigde technologie schaalbaar is (men gebruikt alleen wat op dat moment daadwerkelijk nodig is). Ad g: Alle hout en papier producten die de gemeente inkoopt dient te zijn voorzien van een FSC keurmerk en te worden geleverd door een FSC gecertificeerde leverancier.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Ad a: IB/BOR 200 uur, Inkoop 20 uur Ad b: IB/BOR Ad c: IB Ad d en e: Inkoop 20 uur Ad f: I&A Ad g: Inkoop/ IB/BOR/Duurzaamheidsregie
Financiën
Ambtelijke uren Ad c: € 5.000,- uit bestaande budgetten
Voortgangsindicator
Percentage aanbestedingen waarin Duurzaamheid is meegenomen (in eis, selectiecriteria en/of gunningscriterium) Doelstelling is 100%. Er wordt steekproefsgewijs getoetst door de afdeling inkoop.
3.6 Gemeentelijk vastgoed in 2025 energieneutraal In het kader van “geef als gemeente zelf het goede voorbeeld” zijn we aan het werk om de energieprestaties van onze eigen gemeentelijke gebouwen te verbeteren. Deze verbeteringen starten met inzicht in ons energieverbruik door in alle gebouwen slimme meters te plaatsen. Op korte termijn levert dit inzicht op over het werkelijke verbruik in de tijd (kwartierwaarden) en over een heel jaar levert dit inzicht in het verbruik gedurende diverse seizoenen. Korte termijn actie hierbij is gedragsverandering. Voor de langere termijn kunnen gebouwen geselecteerd worden (bv. op basis van een afwijkend energieverbruik) waar een nadere energiescan voor nodig is. Op basis van inzicht kunnen in gebouwen investeringen worden gedaan om (onnodig) gebruik te verminderen. Een belangrijke afweging hierbij is uiteraard de kosteneffectiviteit van deze investeringen. Naast verbruik zijn aan gebouwzijde ook mogelijkheden om energieverbruik te verminderen door centrale energievoorzieningen (CEV)/warmte-koude installaties optimaal te gebruiken, te investeren in zonnepanelen en extra isolerende maatregelen. Het geheel van monitoren en verminderen van gebruik kan eventueel ingebracht worden in een energie service company (ESCo) die de gehele prestatie kan verbeteren. Deze optie wordt nader onderzocht. De benodigde overig energie wordt gezamenlijk met andere gemeenten ingekocht en vergroend door middel van certificaten (GVO’s, garanties van oorsprong) (zie ook de ambitie om regionaal te vergroenen in paragraaf 3.1.4). Om dit vliegwiel op gang te houden is monitoring van gegevens en in gang zetten van acties nodig door middel van energiecoördinatie, waar mogelijk wordt samengewerkt met gemeenten in de regio Midden-Holland.
• Slimme meters • Energiescans • Gedrachtsverandering
• Quick wins • Verbetering isolatie • CEV’s • Zonnepanelen
Inzicht
Gebouw
Organisatie
Inkoop
• Coördinatie • Samenwerking
• Goedkope en groene energie
15
G6
Gemeentelijk Vastgoed
Ambitie
Gemeentelijk vastgoed in 2025 energieneutraal
Doelstelling/planning
Het gemeentelijk vastgoed de komende jaren verduurzamen met als einddoel volledig energieneutraal in 2025.
Uitvoering
In 2015 worden de volgende stappen genomen: •A fronden plaatsen slimme meters (1e kwartaal) •K orte termijn inzicht (2e kwartaal) •V erbeteren exploitatie WKO’s (2e-4e kwartaal) • Isolatieverbetering op moment dat installatie en/of gebouw aan groot onderhoud toe is. (dit jaar start/Langeroode). • Inregelen binnenklimaat gemeentehuis. •V ergroening van ons energieverbruik door certificaten binnen regio. •S tart analyse slimme meters (4e kwartaal) • Haalbaarheidsonderzoek In het tweede kwartaal wordt een notitie “vastgoed en energie” opgeleverd waarin de doelstellingen en acties voor de komende jaren nader worden uitgewerkt. Vanaf 2016 zullen energiescans worden uitgevoerd (en maatregelen genomen bij de daarvoor geselecteerde gebouwen.
16
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
• Afdeling vastgoed • Energie coördinator
Financiën
Wordt uitgewerkt in de notitie “Vastgoed en duurzaamheid”. NB: Kosten voor energiescans en investeringen in gebouwen kunnen worden gedekt door aan te sluiten bij afschrivingstermijnen, het naar voren halen van vervangingen zorgt voor gedeeltelijke kapitaalvernietiging en extra kosten. Een andere manier om extra te investeren in verbetering van energieprestaties in gemeentelijke gebouwen is overschot op energiebudget (door goedkoper inkopen of minder verbruik) in te zetten als dekking.
Voortgangsindicator
Het verbruik uitgedrukt in aantal kWh van het totale gemeentelijk vastgoed t.o.v. het verbruik in 2015. (Na verrekening duurzaam opgewekte energie).
3.7 Duurzaamheids DPL ambitie (ADP) bij gemeentelijke RO-projecten ≥ 7 DPL als plannings- en borgingsinstrument Binnen Alphen aan den Rijn zal de komende jaren nog maar weinig nieuwbouw plaatsvinden, maar steeds meer herstructurering en renovatie. Het DPL profiel (duurzaamheidsprestatie van een locatie) van de betreffende wijk geeft de sterke en zwakke punten in de huidige situatie weer. Voor het hele bebouwde grondgebied (woonwijken en bedrijventerreinen) is de nulinventarisatie voor DPL uitgevoerd. Hierbij is ook het gemiddelde van de Alphense wijken geintroduceerd, het ADP. Het ADP voor woonwijken bedraagt anno 2015 en 6,7. Voor bedrijventerreinen bedraagt het ADP een 6,0. Het is de bedoeling om onder meer op basis van de DPL-inventarisatie duurzaamheidsdoelen te formuleren. Uitgangspunt is dat indicatoren die onvoldoende scoren tenminste verbeteren en, als het even kan, een voldoende halen. Ook kan DPL worden ingezet bij het zoeken naar kansen voor duurzame verbetering of het vergelijken van planvarianten. De adviezen/wensbeelden worden in contracten/ convenanten/enzovoorts opgenomen (DPL als borgingsinstrument).
Duurzame ontwikkeling
Planet (milieu)
Triple P
Aspecten
A. Voorraden
B. Klimaat
Thema’s
4. Energiegebruik 5. Opwekken duurzame energie 6. Hemelwaterafvoer 7. Overstromingsrisico
1. Ruimtegebruik 2. Materialen 3. Afvalinzameling
People (leefbaarheid)
D. Hinder
C. Biodiversiteit en groen
F. kwaliteit wijk en woning
9. Bodemkwaliteit 10. Luchtkwaliteit 11. Geluid 12. Geur 13. Externe veiligheid
8. Groen en water in de wijk
E. Veiligheid
G. Sociale cohesie
H. Voorzieningen
16. Kwaliteit woningen en omgeving 17. Cultuurhistorische waarde
14. Sociale veiligheid 15. Verkeersveiligheid
People (economie)
I. Economische viraliteit
J. Duurzaam ondernemen
19. Voorzieningen en winkels 20. Duurzaam vervoer
18. Sociale cohesie
K. Toekomstwaarde
23. Duurzame bedrijven
21. Lokale werkgelegenheid 22. Diversiteit bedrijvigheid
24. Functiemening 25. Flexibiliteit
17
G7.a t/m G7.c
ADP bij gemeentelijke projecten ≥ 7
Ambitie
De totale duurzaamheid, verdeeld over de triple-p van de wijken van alphen aan den Rijn te verbeteren
Doelstelling/planning
a. Eind 2015 is het instrument DPL en daarmee de nulsituatie voor de gemeente binnen de organisatie gepresenteerd en bekend gemaakt (G7.a). b. Vanaf 2016 bij gemeentelijke projecten voor het ADP een streefwaarde ≥ 7 hanteren in combinatie met een verbetering van de DPLthema’s die een onvoldoende scoren met meer dan 2 cijfers (G7.b) c. V anaf 2016 bij transformatie/herstructurering van bedrijventerreinen een ADP van tenminste 6,5 realiseren (G7.c).
Uitvoering
• Faciliteren door duurzaamheidsregie • Invulling/commitment door alle afdelingen, inclusief management
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
• Duurzaamheidsregie • Gebruik DPL ander afdelingen bij gebiedsontwikkeling
Financiën
• Uren uit de begroting • Licentiekosten DPL
Voortgangsindicator
a. Bepaling bekendheid DPL door digitale steekproef bij relevante afdelingen. b. Percentage van het aantal gemeentelijke projecten waarbij DPL is toegepast. Subindicator is het realiseren van een ADP van 7. c. Percentage van het aantal transformaties/herstructurering bedrijventerreinen waarbij DPL is toegepast. Subindicator is het realiseren van een ADP van 6,5.
Duurzame gebiedsontwikkeling DGO DGO oftewel Gebiedsgericht milieubeleid heeft als doel om de samenhang tussen de milieukwaliteit en andere kwaliteiten zoals bijvoorbeeld de indeling van de openbare ruimte (die samen met de milieukwaliteit de totale leefomgevingskwaliteit in gebieden bepalen) concreet te maken. Gebiedsgericht beleid maakt het mogelijk om, daar waar dit gewenst of nodig is, tot differentiatie in milieukwaliteit te komen. Het motto hierbij is: “de juiste milieukwaliteit op de juiste plek”. Met gebiedsgericht milieubeleid wordt namelijk niet overal dezelfde milieukwaliteit nagestreefd, maar is het kwaliteitsniveau afhankelijk is van de situatie in verschillende gebieden, zoals bijvoorbeeld een stadscentrum, een suburbane woonwijk, een bedrijventerrein of een natuurgebied. Zo worden op een bedrijventerrein bijvoorbeeld veel minder kwaliteitseisen aan de milieuthema’s geluid en luchtkwaliteit gesteld, dan in een woonwijk. Maar voor onder andere energiebeheer of duurzaam bouwen kunnen de kwaliteitseisen voor het bedrijventerrein gelijk zijn aan die voor een woonwijk.
18
Ook de (milieu)beleving zal per gebied verschillen. Deze eigenschappen bepalen in sterke mate de huidige kwaliteit en de mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering in een gebied. De mileuinzet kan daarom uiteenlopen van gebied tot gebied. Door ambities af te stemmen op de kenmerken van een gebied, kunnen de karakteristieke kwaliteiten van een gebied worden beschermd of verbeterd. Met behulp van gebiedsgericht milieubeleid worden milieuvoorwaarden en -ambities voor de ontwikkeling van specifieke gebieden vroegtijdig geformuleerd en kunnen ze gestructureerd en op het juiste moment worden ingebracht bij ruimtelijke planvorming in die gebieden. De nieuwe Omgevingswet, die naar verwachting in 2018 van kracht zal worden, ruimt expliciet ruimte in voor (verbetering) van de leefomgevingskwaliteit en de gebiedsgerichte benadering hiervan om dit te bereiken. Het Alphense gebiedsgericht milieubeleid zal dan ook parallel aan de nieuwe Omgevingswet worden ontwikkeld. G7.d t/m G7.f
ADP bij gemeentelijke projecten ≥ 7
Ambitie
De leefomgevingskwaliteit van het wonen in de gemeente verbeteren.
Doelstelling/planning
d. Verbeteren van de leefomgevingskwaliteit door de introductie van gebiedsgericht beleid (G7.d). e. Introductie van Milieukwaliteitsprofielen die de kwaliteiten per gebiedstype én per (milieu)thema bepalen (G7.e). f. Voorbereiden en Invoeren DGO gelijktijdig met het van kracht worden van de omgevingswet (G7.f).
Uitvoering
•F aciliteren door duurzaamheidsregie Invulling/commitment door alle afdelingen, inclusief management. • Introductie gebiedswerken loopt gelijk op met de introductie van de Omgevingswet.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO, duurzaamheidsregie
Financiën
• Uren uit de reguliere begroting • Nieuwe software: p.m.
Voortgangsindicator
d. In 2015 hebben de relevante afdeling zoals REO, Projectmanagement, Ingenieursbureau met gebiedsgericht beleid kennisgemaakt. e. Aanwezigheid én toepassing gebiedsgericht beleid binnen de gemeente. f. Geen indicator, gebiedsgericht beleid wordt gekoppeld aan de introductie van de Omgevingswet.
19
3.8 De medewerkers van de gemeentelijke organisatie zijn zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid Duurzaamheidsambassadeurs Zoals bij elke organisatie zijn er afdelingen die duurzaamheid hoog in het vaandel hebben staan en afdelingen die er minder aandacht voor hebben. Om de bewustwording van duurzaamheid binnen alle afdelingen te borgen worden duurzaamheidsambassadeurs geworven per afdeling/team (minimaal 1, liever 2 per afdeling). Een duurzaamheidsambassadeur moet een verantwoordelijke worden op wie men trots is en die zijn/haar taak graag en met enthousiasme uitvoert. Hiervoor dient door het management van de diverse afdelingen ruimte worden gecreëerd in het werkpakket van de ambassadeurs. Duurzaamheidsregie ondersteunt en faciliteert de duurzaamheidsambassadeurs onder andere door regelmatig bijeenkomsten te organiseren waarbij de laatste informatie/ontwikkelingen over duurzaamheid worden gedeeld, interessante voorbeelden over duurzaamheid worden behandeld en bezocht, bij elke bijeenkomst de duurzaamheidsdilemma’s en vragen van 1 afdeling worden behandeld, ondersteuning bij verduurzamen van beleid wordt aangeboden. Daarnaast is het streven om in het managementteam een afvaardiging te vinden van 3 duurzaamheidsambassadeurs die 4 maal per jaar bij elkaar komen. Dit straalt naar de medewerkers uit dat duurzaamheid niet alleen iets is dat voor de medewerkers is, maar ook door het management als belangrijk wordt gevonden.
20
G8.a en G8.b
Medewerkers gemeentelijke organisatie zijn zich meer bewust van Duurzaamheid
Ambitie
De medewerkers van de gemeentelijke organisatie zijn zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid
Doelstelling/planning
a. Medio 2016 is tenminste 1 duurzaamheidsambassadeur per afdeling bekend en zijn binnen het managementteam 3 duurzaamheids ambassadeurs bekend (G9.a). b. In 2016 hebben minimaal 2 bijeenkomsten voor deze ambassadeurs plaatsgevonden (G9.b). In de volgende jaren vinden minimaal 3 bijeenkomsten per jaar plaats.
Uitvoering
• Faciliteren door duurzaamheidsregie • Invulling/commitment door alle afdelingen, inclusief management
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie
Financiën
Geen (uren uit bestaande afdelingsplannen)
Voortgangsindicator
a. Percentage duurzaamheidsambassadeurs afgezet tegen het aantal afdelingen binnen de gemeente (100% is minimaal 13 ambassadeurs én tenminste 1 ambassadeur per afdeling b. Aantal duurzaamheidsbijeenkomsten per jaar.
Besluitvorming In ieder bestuurlijk besluit wordt duurzaamheid als vast onderdeel meegenomen. G8.c
Medewerkers gemeentelijke organisatie zijn zich meer bewust van Duurzaamheid
Ambitie
De medewerkers van de gemeentelijke organisatie zijn zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid
Doelstelling/planning
Vanaf medio 2015 is het onderwerp duurzaamheid een vast onderdeel in de bestuurlijke besluitvorming.
Uitvoering
In de toelichting bij de besluitformulieren wordt het kopje “duurzaamheid” toegevoegd, met daarbij een begeleidende tekst (G9.c). De “veelschrijvers” van besluitformulieren worden actief benaderd door duurzaamheidsregie om te stimuleren dat altijd wordt nagedacht over duurzaamheid.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Diverse afdelingen/ Duurzaamheidsregie
Financiën
Geen
Voortgangsindicator
Percentage besluiten waarbij duurzaamheid onderdeel uitmaakt van de afweging (tenminste een paragraaf in de toelichting besteed aan de duurzaamheidseffecten van het besluit). Doelstelling is 100%. Er wordt inhoudelijk getoetst door duurzaamheidsregie d.m.v. het houden van steekproeven.
Publieksdienstverlening Eén van de pijlers van de dienstverlening van Alphen aan den Rijn is het voortzetten van de reeds ingezette stap van digitaliseren. Digitaal betekent: internet is het voorkeurskanaal. Voor de digitale benadering kiezen betekent dat de gemeente altijd bereikbaar is via de internetsite. Daar wordt alle informatie gedeeld en kunnen (voor zover wettelijk mogelijk) zoveel mogelijk producten en diensten worden aangevraagd. Het is de bedoeling dat mensen thuis hun zaken regelen met de gemeente. Naast het streven naar een excellente dienstverlening aan de klant leidt het digitaliseren van aanvragen en het digitaal afhandelen van aanvragen tot een duurzamere bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie. Er wordt immers minder papier verbruikt en deze aanpak scheelt ritjes van klanten naar het gemeentehuis omdat er minder fysieke klantcontacten nodig zijn. In 2016 en 2017 zal kanaalsturing (sturen tussen internet,email, telefoon, balie en post) een belangrijke ambitie blijven, zonder dat kanaalkeuze kan worden afgedwongen. De wetgeving en de burger bepalen welk kanaal wordt gebruikt voor laagdrempelig contact met de lokale overheid. We proberen de burger zoveel mogelijk te verleiden naar het digitale kanaal. In de strategische heroriëntatie zoekt de gemeente naar wegen om de zelfredzaamheid van burgers te bevorderen. We kijken naar wat de burgers zelf kunnen en passen daar het aanbod op aan. Niet alleen in de individuele sociale dienstverlening maarook op straat. Dit leidt ook tot minder klantcontacten en minder verkeersbewegingen naar het gemeentehuis en draagt bij aan een efficiënte en duurzame bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie.
21
22
G8.d t/m G8.f
Medewerkers gemeentelijke organisatie zijn zich meer bewust van Duurzaamheid
Ambitie
De gemeentelijke organisatie is zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid. “Verduurzamen dienstverlening aan burgers”.
Doelstelling/planning
Dienstbaar & dichtbij d. Wij streven ernaar dat klanten zoveel mogelijk producten en diensten digitaal aan kunnen en gaan vragen en tevens het achterliggende proces digitaal in te richten. Een belangrijke basis voor deze verwachting vormt de overheid brede uitvoeringsagenda Digitaal 2017 (G9.d, kabinetsstandpunt). e. Burgers digivaardiger maken: “Digisterker”. Op basis van ervaringen van burgers met gedigitaliseerde producten en diensten analyseren hoe burgers hierbij beter ondersteund kunnen worden (G9.e). f. De zelfredzaamheid en eigen initiatief/verantwoordelijkheid van burgers stimuleren door motiverende gesprekstechnieken waardoor de gemeente minder zelf capaciteit hoeft in te zetten (G9.f).
Uitvoering
d. Digitaliseren publieksproducten (voor zover wettelijk mogelijk) door het ontwikkelen van nieuwe e-formulieren, het aanpassen an systemen en het optimaliseren van informatie op de website. Digitaal ondersteunen van afhandeling van publieksproducten. Er wordt onderzocht welke producten hiervoor geschikt zijn. e. Samen met Bibliotheek cursussen aanbieden om burgers zelfred zamer te maken in de digitale overheid. Samen met Serviceplein en Wijken & kernen burgers attenderen op deze mogelijkheid. Het streven is om 3 cursussen per jaar (4 dagdelen) te geven. Start eind april 2015. f. Trainingen motiverende gesprekstechnieken van ’t Gilde voor medewerkers Serviceplein, VT&H, KCC.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
d en e. O pdrachtgever: Gerda Hoppener Aanspreekpunt: Lisette van den Berg f. Nardy Beckers, Arjen Piëst, Gerda Hoppener
Financiën
Reeds opgenomen in afdelingsbegrotingen
Voortgangsindicator
Opnemen paragraaf duurzaamheidsvragen in de eerstvolgende stadspeiling waarbij specifiek naar de genoemde doelstellingen wordt gevraagd.
Informatisering en automatisering binnen de gemeentelijke bedrijfsvoering In 2014 is het voor (bijna) alle medewerkers mogelijk gemaakt om tijd- en plaatsonafhankelijk te werken. Dit heeft naast alle andere voordelen ook een positief effect op de CO2 uitstoot. Medewerkers hoeven minder te reizen, maken efficiënter gebruik van beschikbare tijd en ruimte, werken op gedeelde flexplekken (70%) en hebben allen een mobiele telefoon. Met de juiste ICT middelen is dit mogelijk gemaakt. De nieuwe ICT infrastructuur heeft 50% energiebesparing opgeleverd. Er is al veel gedaan in 2014. In de komende jaren staan er verschillende projecten op het programma om onze bedrijfsvoering verder te verduurzamen. Digitaler en efficiënter (samen)werken met de juiste ICT middelen leidt al snel tot minder papierverbruik en energiebesparing. G8.g t/m G8.j
Medewerkers gemeentelijke organisatie zijn zich meer bewust van Duurzaamheid
Ambitie
De gemeentelijke organisatie is zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid. “Verduurzamen bedrijfsvoering gemeentelijke organisatie”.
Doelstelling/planning
De medewerker van de gemeentelijke organisatie is, bij het dagelijks gebruik van de aangeboden ICT-infrastructuur, zich bewust en heeft inzicht in het zo efficiënt en duurzaam mogelijk gebruiken van de aan geboden technische infrastructuur.
Uitvoering
Dienstbaar & dichtbij g. Met de inzet van de ICT tool Bluebeam kan kaartmateriaal digitaal bewerkt en doorgestuurd worden. In 2015 zal het proces tot aan het verlenen van de omgevingsvergunning volledig digitaal (papierloos) worden ingericht h. Periodiek zal een bewustwordingsactie worden gedaan m.b.t. papier en/of energieverbruik (computer uitzetten, monitor uitzetten, opladers uitschakelen als oplading compleet is, nog bewuster omgaan met papier, afval etc.) Inzicht geven in hoeveel watt verbruikt een computer en een monitor, en hoeveel bespaar je dus als je deze uitzet) i. Bewustwording door communicatie over wat er met de bestaande techniek al kan, levert vermindering aantal fysieke bezoeken of km’s door bijvoorbeeld teleconference, video conference, Lync, laten inbellen van leveranciers ipv fysieke bezoeken (meetbaar maken?) en inzicht geven in hoeveel een apparaten gebruiken als ze standby staan j. Efficiënter, duurzamer werken wordt bereikt door een duidelijke visie op werkwijze. In de komende jaren wordt daadkrachtig ingezet op: • Werken onder architectuur • Standaardisatie (uniformiteit van middelen) • Werken in programma’s (bv iNUP) • Mogelijk aangaan samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld Nieuwkoop, Kaag en Braassem, Holland Rijnland)
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Afdeling I&A
Financiën
Gefinancierd vanuit de afdelingsbegroting I&A.
Voortgangsindicator
g. Percentage digitaal verleende vergunningen. h. t/m j. N.v.t.
23
Optimalisatie werkprocessen In het kader van de ambities Dienstbaar & Dichtbij gecombineerd met ambitie Beste Werkgever, zetten we in op het continue verbeteren van onze processen. Hierbij wordt uitgegaan van het toevoegen van waarde voor de klant en efficiency. Uitkomsten van procesoptimalisaties kunnen zijn minder papierverbruik en minder archiefruimte. Dit levert een positieve bijdrage aan de duurzame bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie. G8.l
Medewerkers gemeentelijke organisatie zijn zich meer bewust van Duurzaamheid
Ambitie
De medewerkers van de gemeentelijke organisatie is zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid.
Doelstelling/ planning
Dienstbaar & dichtbij en beste werkgever: Processen in de organisatie efficiënter inrichten.
Uitvoering
Processen optimaliseren d.m.v. inzet Lean. Hiertoe zijn diverse medewerkers opgeleid tot Lean-adviseur. Jaarlijks zullen zij, afhankelijk van grootte, 15 tot 30 processen optimaliseren.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Opdrachtgever: DT/ aanspreekpunt: B. Willems
Financiën
Nvt
Voortgangsindicator
In elke Lean proces/advies wordt aandacht aan duurzaamheid besteed
Stimuleren fietsgebruik en openbaar vervoer in personeelsbeleid Ten behoeve van de fusie zijn in 2013 het P&O-beleid en de personele regelingen geharmoniseerd. Het uitgangspunt ten aanzien van dienstreizen (regeling vergoeding reiskosten) is dat medewerkers zoveel mogelijk gebruik dienen te maken van de fiets of het openbaar vervoer. Gebruik van de auto wordt ontmoedigd en komt slechts in een beperkt aantal situaties in aanmerking voor een vergoeding. In de regeling woon-werkverkeer is eveneens het uitgangspunt dat het gebruik van de fiets of het openbaar vervoer qua vergoeding het voordeligst is voor medewerkers. Daarnaast heeft Het Nieuwe Werken door de mogelijkheid tot thuiswerken voor medewerkers als bijkomend effect dat het aantal woon-werkverkeerkilometers vermindert. Voor het stimuleren van fietsgebruik en openbaar vervoer wordt binnen het bestaande beleid en de personele regelingen naar verdere mogelijkheden gezocht.
24
G8.m
Stimuleren fietsgebruik en OV in personeelsbeleid
Ambitie
De medewerkers van de gemeentelijke organisatie zijn zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid.
Doelstelling/ planning
Medewerkers stimuleren en enthousiasmeren om vaker met de fiets te komen en de auto te laten staan.
Uitvoering
In 2015/2016 wordt het personeelsbeleid voortgezet en wordt gemonitord op welke wijze medewerkers naar het werk komen. Daarbij wordt binnen het bestaande beleid en de personele regelingen gekeken naar verdere mogelijkheden om het gebruik van fiets of openbaar vervoer te stimuleren.Vanuit het vitaliteitsbeleid wordt bijvoorbeeld het gebruik van de fiets gestimuleerd, onder meer door actieve deelname aan de landelijke ‘fiets naar je werk dag’.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
P&O
Financiën
Geen
Voortgangsindicator
Percentage van het gemeentelijk personeel dat met de fiets of OV naar het werk gaat.
3.9 Samenvatting projecten Gemeentelijke organisatie In onderstaande tabel I zijn alle projecten die bijdragen aan het behalen van de ambities voor de gemeentelijke organisatie in overzicht weergegeven. Tabel I: Samenvatting projecten gemeentelijke organisatie: Nr.
Hoofdproject
Subproject/werkwijze
Verantwoordelijke
Uitvoering
Projecten/IB/Inkoop/ Vergunningverlening
2015-2018
Reguliere vervangingsritme aanhouden.
BOR
2015-2018
Kostenbesparing en CO2-reductie door plaatsing van slimme meters en monitoring van verbruik gemeentelijke aansluitingen.
BOR/ Energiecoördinator
2015-2020
Aankoop van regionale Garanties van Oorsprong. Actief zoeken naar regionale projecten.
BOR/ Energiecoördinator/ ODMH
2015-2020
G5a: In 2016 is duurzaamheid een belangrijk onderdeel van het moederbestek G5b: In 2016 is duurzaamheid een vast onderdeel Emvi-criteria bij inkoop, aanbestedingen en bestekken; G5c: In 2015 pilot duurzame materialentool Dubomat. G5d: Duurzaamheid toevoegen aan het Inkoophandboek G5e: Duurzaamheid o nderdeel van Europese aanbestedingen en de meervoudigonderhandse aanbestedingen G5f: Vanaf 2015 bij vervangen ICT duurzaamheid zwaarder laten mee wegen G5g: Aanpak en uitvoering FSC convenant
G5a: BOR/IB/Inkoop G5b: BOR/IB/Inkoop G5c: IB G5d: Inkoop G5e: Inkoop G5f: I&A G5g: Inkoop/IB/BOR/ Duurzaamheidsregie
G5a: 2015/2016 G5b: 2015/2016 G5c: 2015/2016 G5d: Vaststelling 2015 G5e: 2015-2020 G5f: 2015-2020 G5g: 2015-2020
G1 In 2018 alleen nog maar ten minste
Afspraken maken voor het borgen van deze ambitie. energieneutraal bouwen bij gemeen- (eis opnemen in bouwvergunningen) telijke plannen en projecten;
G2 In 2020 20% besparing ten opzichte van 2013 in de openbare verlichting en verkeersinstallaties.
G3 In 2020 is dankzij energiemanagement 5 % energie bespaard bij gemeentelijke aansluitingen.
G4 In 2020 is 100% van het elektraverbruik en 50% van het gasverbruik van de gemeentelijke organisatie regionaal ‘vergroend’
G5 In 2020 100% duurzaam inkopen. In alle aanbestedingen wordt Duurzaamheid meegenomen in eis, selectiecriteria en/of gunnings criterium
25
G6 Gemeentelijk vastgoed in 2025 energieneutraal.
G7 Verduurzaming Alphense wijken en bedrijventerreinen (ADP≥ 7)
G8 De medewerkers van de gemeentelijke organisatie zijn zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid.
26
•A fronden plaatsen slimme meters. Vervolgens analyse slimme meters; • Korte termijn inzicht; • Verbeteren exploitatie WKO’s; • Isolatieverbetering op moment dat installatie en/of gebouw aan groot onderhoud toe is; • Inregelen binnenklimaat gemeentehuis; • Regionale vergroening van ons energieverbruik; • Haalbaarheidsonderzoek; • notitie “vastgoed en energie” waarin de doelstellingen en acties voor de komende jaren nader worden uitgewerkt; • Vanaf 2016 energiescans uitgevoerd (en maatre gelen genomen bij de daarvoor geselecteerde gebouwen);
Vastgoed/ Energiecoördinator
2015-2025
G7a: Nulsituatie Alphen Duurzaamheidsprofiel (ADP) hele gemeente gepresenteerd en bekend gemaakt. G7b: gemeentelijke projecten streefwaarde ADP ≥7 G7c: herstructurering bedrijventerreinen ADP ≥ 6,5 G7d: introductie gebiedsgericht beleid G7e: uitwerking milieukwaliteitsprofielen (gebieds gerichte ambities) G7f: implementatie duurzame gebiedsontwikkeling (in kader Omgevingswet)
G7a: Duurzaamheidsregie G7b: Alle afdelingen G7c: Alle afdelingen G7d: Duurzaamheidsregie G7e: Alle afdelingen G7f: Alle afdelingen
G7a: 2015 G7b: 2016-2020 G7c: 2016-2020 G7d: 2015 G7e: 2016 G7f: 2018
G8 a+b: inzet interne duurzaamheidsambassadeurs G8c: duurzaamheid vast onderdeel besluitvorming G8 d-f: digitalisering dienstverlening G g-k: duurzaamheidskansen ICT intern gebruiken G8 l: toepassing ‘lean’filosofie G8 m: stimuleren gebruik fiets medewerkers
G8 a+b: Duurzaamheids regie/ Alle afdelingen G8c: Duurzaamheidsregie/ Alle afdelingen G8 d-f: Publieksdienst verlening/I&A G g-k: I&A G8 l: DT G8 m: P&O
G8 a+b: 2016-2020 G8c: 2015 G8 d-f: 2015-2020 G g-k: 2015-2020 G8 l: 2015-2020 G8 m: 2015-2020
4. Projecten samenleving In onderstaande paragrafen is per ambitie uitgewerkt welke projecten worden uitgevoerd om zo een bijdrage te leveren aan het behalen van die ambitie. De duurzaamheidsambities voor de samenleving zijn: 1. In 2020 is 75% van het huishoudelijk afval in Alphen aan de Rijn gescheiden; 2. In de periode 2014- 2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten5; 3. In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie; 4. D e sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld een energielabel B, 80% van de particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal een energielabel C; 5. In 2020 zijn braakliggende terreinen (voor zover mogelijk) tijdelijk in gebruik voor duurzame initiatieven (bijvoorbeeld stadslandbouw) vanuit de samenleving; 6. In 2020 de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd ( ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid). 7. Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar. 8. In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal.
4.1 In 2020 is 75% van het huishoudelijk afval in Alphen aan den Rijn gescheiden De inzameling van huishoudelijk afval is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Met de opening van het nieuwe Afvalbrengstation Ecopark DeLimes en de start van gescheiden inzameling van Plastic Metalen en Drinkpakken (PMD) investeert gemeente Alphen aan den Rijn in de gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Voor het behalen van de landelijke doelstelling van 75% gescheiden huishoudelijk afval in 2w020 is echter nog een flinke slag nodig (op dit moment scheiden we in Alphen aan den Rijn 51%). Daarom wordt in 2015 een nieuw gemeentelijk uitvoeringsprogramma VANG (Van Afval Naar Grondstof) uitgewerkt en aan de raad voorgelegd, met daarin de benodigde maatregelen om genoemde doelstelling te behalen. S1
Scheiding huishoudelijk afval
Ambitie
In 2020 is 75% gescheiden huishoudelijk afval in Alphen aan de Rijn.
Doelstelling/planning
Het gemeentelijk uitvoeringsprogramma VANG (Van Afval Naar Grondstof) wordt in 2015 aan de raad voorgelegd.
Uitvoering
2015-2020
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Dico Kuipers
Financiën
Uitvoering vindt plaats binnen de Kostendekkende Exploitatie (KDE) Afval voor ongeveer €12.000.000 per jaar
Voortgangsindicator
Percentage gescheiden afval in Alphen aan den Rijn
5 De gemeente kiest voor deze doelstelling omdat onbekend is hoeveel kton CO2 de gemeente in 1990 produceerde. Daarnaast is het aantal geproduceerde tonnen CO2 sterk afhankelijk van de economische situatie waardoor een reductiedoelstelling op basis van het totaal aantal geproduceerde tonnen CO2 binnen de gemeente niet representatief is voor het effect van duurzaamheidsmaatregelen
27
4.2 In de periode 2014- 2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten Verkeer, vervoer en mobiliteit Het verkeer is een belangrijke veroorzaker voor de uitstoot van broeikasgassen. Om de uitstoot te verminderen loont het dan ook om het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer en het gebruik van alternatieve brandstoffen te stimuleren. Daarnaast is het van belang om een goede doorstroming van het verkeer binnen de gemeente te realiseren. Samen met de provincie ZuidHolland werkt de gemeente aan de verbetering van de doorstroming van het verkeer op de regionale verkeerswegen N207 en N209. Ook wordt onderzocht hoe de Hreenport beter kan worden ontsloten. In 2015 wordt een integrale Structuurvisie Verkeer en Vervoer opgesteld voor de nieuwe gemeente Alphen aan den Rijn. Hierin krijgt ook duurzaamheid een belangrijke plaats. Enkele onderdelen zijn hieronder kort benoemd. Fietsgebruik stimuleren Het gebruik van de fiets levert een positieve bijdrage aan het dagelijks verkeer in Alphen aan den Rijn. Hoe meer mensen overstappen van de auto naar de fiets, hoe prettiger en veiliger het op de wegen wordt. Voor de fietsers zelf levert het gebruik van de fiets binnen Alphen aan den Rijn vaak tijdwinst op. Daarnaast heeft de fiets veel andere voordelen die ook bij langere afstanden gelden. Fietsen is goed voor het milieu, is gezond en de benodigde reistijd is vaak constant. Voor de gemeente is het ook belangrijk dat meer mensen overstappen van de auto naar de fiets. Er zijn dan minder ingrijpende aanpassingen nodig aan de infrastructuur en er zijn minder parkeerplaatsen nodig bij bestemmingen die veel bezocht worden (o.a. centrum, winkelcentra, sportvoorzieningen, NS station). De luchtkwaliteit wordt beter en de geluidsoverlast neemt af. De belangrijkste verbeteringen op het gebied van fietsinfrastructuur de komende jaren zijn de realisatie van een brug voor fietsers en voetgangers over het Aarkanaal tussen de Burgemeester Bruins Slotsingel in Alphen aan den Rijn en de N231 en de realisatie van een brug voor fietsers en voetgangers tussen de Keplerweg en de Zuiderkeerkring in Alphen aan den Rijn. Omdat deze twee bruggen grote bestaande barrières wegnemen zijn zij een enorme verbetering voor het fietsnetwerk en daarmee –gebruik.
28
S2.a
Terugbrengen uitstoot broeikasgassen
Ambitie
In de periode 2014-2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten
Doelstelling/planning
Fietsgebruik stimuleren Realisatie brugverbindingen voor fietsers. In 2015 nieuwe fietsplan vaststellen met aandacht voor: • een goed en compleet fietsnetwerk (fietsroutes) • de veiligheid van de fietsers; • het stallen van fietsen; • het op tijd en voldoende rekening houden met de plaats en de rol van de fiets in eigen plannen en in plannen van bedrijven en ontwikkelaars. • promotie van fietsen
Uitvoering
periode 2015-2020
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
BOR verkeer en vervoer
Financiën
Als onderdeel van projecten (projectbudgetten), eventueel apart budget aanvragen.
Voortgangsindicator
Monitoren hoe fietsgebruik verandert d.m.v. stadspeiling en tellingen (eenmaal per 4 á 5 jaar).
Openbaar Vervoergebruik stimuleren Het provinciale HOV-net Zuid-Holland Noord project is een grote verbetering voor hoogwaardig openbaar vervoer in het noorden van de provincie Zuid-Holland. Voor de gemeente Alphen aan den Rijn bestaat het project uit de volgende assen: Leiden-Alphen aan den Rijn-Utrecht (trein). Hier gaan vier treinen per uur per richting rijden (twee intercity’s en twee sprinters). In Hazerswoude-Rijndijk wordt een nieuw station geopend; Alphen aan den Rijn-Gouda (trein). Hier gaan vier treinen per uur per richting rijden op doordeweekse dagen. Dit tijdens en tussen de spitsperioden. Hiervoor en -na blijft de trein twee keer uur rijden. Ook wordt het station Boskoop Snijdelwijk geopend; A lphen aan den Rijn-Schiphol (bus). De huidige bus rijdt 24 uur per dag. Aanvullend op het eerdere besluit tot aanleg van busstroken op de gehele N207 wordt de dalfrequentie doordeweeks verhoogd van vier naar zes bussen per uur per richting. De NS verwacht op station Hazerswoude Koudekerk 650 in- en uitstappers per gemiddelde werkdag, waarvan 350 nieuwe in- en uitstappers. Daarnaast willen we graag met de provincie in overleg over het verplaatsen van het carpoolplein aan de N11/Gemeneweg (eigendom PZH) naar het aan te leggen stations-plein Hazerswoude-Koudekerk. Dat maakt het aantrekkelijker om daar over te stappen op een andere modaliteit. We weten hoeveel er nu gebruik van wordt gemaakt, we hopen natuurlijk dat deze maatregelen het gebruik nog meer verbetert. S2.b
Terugbrengen uitstoot broeikasgassen
Ambitie
In de periode 2014- 2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten
Doelstelling/planning
Openbaar vervoer gebruik stimuleren • Extra trein- en busritten. • Verplaatsen Carpoolplein N11
Uitvoering
periode 2015-2020
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO en BOR verkeer en vervoer
Financiën
Provincie ZH, projectbudgetten en BDU subsidies
Voortgangsindicator
Monitoren gebruik OV in Alphen aan den Rijn (absolute aantallen en % bezetting). Deze gegevens worden door de Provincie en NS verzameld.
29
Brandstof besparing/bewustwording Met te zachte banden verbruiken auto’s op jaarbasis 2 tot 5% meer brandstof en de slijtage van de banden neemt toe. Het is ook gevaarlijk. De verkeersveiligheid neemt af door een slechtere weg ligging, een langere remweg en een grotere kans op een klapband. Ongeveer de helft van het hele Nederlandse wagenpark (3,5 miljoen voertuigen) rijdt met een te lage bandenspanning. Gezamenlijk zorgt dat voor een verspilling die kan oplopen tot zo’n 400 miljoen liter brandstof en een uitstoot die kan oplopen tot circa 1 miljoen ton extra CO2. De service ‘Band op spanning’ is een initiatief van Stichting de Groene Garage. Gemeente Alphen aan den Rijn vindt dit een goed initiatief en heeft deze service de afgelopen jaren dan ook al negen maal kosteloos aangeboden voor alle inwoners van Gemeente Alphen aan den Rijn. Naast dat er brandstof, geld en CO2 wordt bespaard helpt het ook mee aan de bewustwording van de inwoners. De afgelopen jaren zijn er in totaal ruim 1000 auto’s gecontroleerd. Dit heeft een besparing opgeleverd van 16 ton CO2 en ruim 4300 liter brandstof. Vanwege het succes van de afgelopen jaren bieden we de actie band op spanning in 2015 nog driemaal aan. S2.c
Terugbrengen uitstoot broeikasgassen
Ambitie
In de periode 2014- 2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten
Doelstelling/planning
In 2015 drie maal de actie band op spanning organiseren
Uitvoering
periode 2015
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
duurzaamheidsregie
Financiën
€ 3.000,- betaald uit bestaand budget
Voortgangsindicator
Aantal vermeden kg CO2
Alternatieve brandstoffen Openbare oplaadpalen De elektrische auto komt steeds meer in ons straatbeeld. Wanneer je als eigenaar van zo’n auto ruimte hebt op eigen terrein om de auto weer op te laden is er geen probleem. Je koopt of least een oplaadpaal en je kan beginnen. Maar wat als je geen ruimte hebt, om je auto op eigen terrein te parkeren? De gemeente wil ook deze automobilisten faciliteren. De gemeente heeft daarom beleidsregels vastgesteld voor openbare oplaadpalen in het openbaar gebied. De beleidsregels geven informatie over het aanvragen van openbare laadpalen in de openbare ruimte voor particulieren en bedrijven.
30
S2.d
Terugbrengen uitstoot broeikasgassen
Ambitie
In de periode 2014- 2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten
Doelstelling/planning
Alternatief brandstoffenverbruik stimuleren Elektrisch rijden is schoner en zuiniger dan rijden op benzine of diesel. De landelijke overheid heeft als doelstelling dat het aantal elektrische auto’s in 2020 tot 200.000 stijgt. In 2025 moet Nederland 1 miljoen elektrische auto’s tellen. Voorwaarde is wel dat er voldoende openbare oplaadvoorzieningen zijn.
Uitvoering
Vanaf januari 2015 kunnen voor onbepaalde tijd openbare oplaadpalen worden aangevraagd door inwoners en bedrijven zonder parkeerruimte op eigen terrein.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
BOR verkeer en vervoer
Financiën
Geen kosten voor plaatsen en exploitatie laadpalen, gemeentelijke werkzaamheden uit reguliere budgetten en leges.
Voortgangsindicator
Aantal openbare laadpalen binnen de gemeente.
Aardgasvulpunten De gemeente Alphen aan den Rijn heeft in 2013 een groot gedeelte van haar wagenpark vervangen voor aardgasauto’s (of eigenlijk biogasauto’s). Aardgas is het schoonste fossiele alternatief en door de inzet van biogas relatief gemakkelijk CO2-neutraal te maken is. Het is onafhankelijk van olie en zeer schoon ten opzichte van diesel (m.n. fijnstof, NOx en NO2). Op dit moment is er één aard gasvulpunt aanwezig binnen de gemeente Alphen aan den Rijn. Om het gebruik van alternatieve brandstoffen te stimuleren zou het mooi zijn als er nog een vulpunt bij kan komen in Alphen aan den Rijn. Op dit moment vinden er onderhandelingen plaats voor een tweede aardgasvulpunt S2.e
Terugbrengen uitstoot broeikasgassen
Ambitie
In de periode 2014- 2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten
Doelstelling/planning
• Alternatief brandstoffenverbruik stimuleren • Een extra aardgasvulpunt realiseren binnen de gemeente Alphen aan den Rijn
Uitvoering
Op dit moment vinden er onderhandelingen plaats voor een tweede aardgasvulpunt.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO
Financiën
Nog niet bekend.
Voortgangsindicator
Aantal kilogram aardgas dat per jaar in Alphen wordt getankt
31
4.3 In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie De gemeente Alphen aan den Rijn voert deze ambitie uit voor het onderdeel duurzame (elektrische) energie.
Windenergie Op het moment zijn binnen de gemeente Alphen aan den Rijn 4 grote windturbines aanwezig (circa 10 MW). Deze zijn geplaatst aan het spookverlaat binnen de voormalige gemeente Rijnwoude. Deze windturbines zijn goed voor 6,5% van de totale elektrische energiebehoefte van de gemeente. Daarnaast is er een initiatief om in de Steekterpoort langs de N11 een tweede windturbinepark van circa 15 MW te realiseren. Het MER en voorontwerpbestemmingsplan zijn reeds gereed. De procedure moet nu alleen wachten totdat er duidelijkheid is omtrent de situatie externe veiligheid van de nabijgelegen hogedrukaardgasleiding. S3.a
Duurzaam opgewekte energie
Ambitie
In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie
Doelstelling/planning
Het plaatsen van windmolens langs de N11 ruimtelijk mogelijk maken
Uitvoering
2015-2016
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO/vergunningverlening
Financiën
n.v.t.
Voortgangsindicator
Het percentage duurzaam opgewekte energie dat windmolens in Alphen aan den Rijn bijdragen
Zonnepanelen gemeentelijke gebouwen Eind 2014 is voor 4 gemeentelijke gebouwen subsidie aangevraagd voor de aanleg van zonne panelen op de daken. Te weten: de achterbouw van het stadhuis, Langeroode, de Plantaan en zwembad De Hoorn. Het betreffen hier zogenaamde grootverbruikaansluitingen. Bij dergelijke grootverbruikaansluitingen is het alleen rendabel om zonnepanelen aan te leggen met behulp van subsidie. Inmiddels is bekend geworden dat voor 3 van de 4 locaties subsidie is verleend. Voor de andere locaties is dit nog niet bekend. Verder zijn er eind 2014 offertes aangevraagd voor de aanleg van zonnepanelen op het Ecopark om daarmee een energie-neutraal Ecopark te krijgen. Naar verwachting volgt opdracht-verlening in het eerste kwartaal van 2015.
32
S3.b
Duurzaam opgewekte energie
Ambitie
In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie
Doelstelling/planning
Meer gemeentelijke gebouwen met zonnepanelen
Uitvoering
a. In 2015 vindt onderzoek plaats naar de constructie van het dak van de achterbouw van het stadhuis. Indien geschikt wordt een overeenkomst gesloten met Rooftop Energy en kunnen de panelen worden geplaatst. Als bekend is of de andere gebouwen ook subsidie krijgen volgen hiervoor dezelfde stappen. b. Offertes voor zonnepanelen ten behoeve van een energieneutraal Ecopark zijn aangevraagd. Naar verwachting volgt opdrachtverlening in eerste kwartaal van 2015.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
energiecoördinator
Financiën
a. Geen aanschafkosten. Voor de eigen opgewekte energie betalen we een lagere prijs per kWh dan voor de overige opgewekte energie. Dit levert een kleine besparing op. b. Aanschafkosten voor de zonnepanelen op het Ecopark worden opgenomen in de bedrijfsvoering
Voortgangsindicator
Het aantal m2 zonnepanelen die op gemeentelijk vastgoed is aangebracht.
Zonnevelden/zonnewand In Alphen aan den Rijn is veel ruimte die beschikbaar zou kunnen worden gesteld ten behoeve van zonnepanelen. Zo zijn er grote stukken grond die tijden terug door de gemeente (of andere organisaties) zijn aangekocht met het idee er bijvoorbeeld woningbouw op te laten plaatsvinden. Op dit moment is de economische situatie er echter niet naar om deze grond met woningbouw in te vullen. Ook is er bijvoorbeeld de geluidswal langs de N11 waar mogelijk zonnepanelen op kunnen worden geplaatst of zijn er bijvoorbeeld boomkwekers die hun grond graag willen gebruiken voor zonnepanelen. De gemeente wil het mogelijk maken om (tijdelijk) zonnepanelen op deze grond te plaatsen. S3.c
Duurzaam opgewekte energie
Ambitie
In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie
Doelstelling/planning
Mogelijk maken dat grotere (braakliggende) terreinen (tijdelijk) in kunnen worden gevuld met zonnepanelen.
Uitvoering
a. Het onderzoek naar de mogelijkheden voor een zonnewand langs d e geluidswal N11 wordt in 2015 als een project opgepakt. b. Als initiatiefnemers met verzoeken komen om zonnepanelen te plaatsen op hun grond dan faciliteert de gemeente dit bijvoorbeeld door het verlenen van tijdelijke vergunningen hiervoor
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO, Vergunningverlening
Financiën
Nog niet bekend
Voortgangsindicator
Het percentage duurzaam opgewekte energie dat zonnepanelen in Alphen aan den Rijn bijdragen
33
Duurzaamheids/stimuleringsleningen De duurzaamheidslening is een groot succes. De raad heeft in mei 2014 deze gunstige lening voor energiebesparende maatregelen voor particuliere huiseigenaren open gesteld. Het budget van 341.900,- euro was in 5 maanden uitgeput. In de meeste gevallen is de lening aangevraagd voor het plaatsen van zonnepanelen. In enkele gevallen voor het plaatsen van HR++ glas, het aanbrengen van dakisolatie, het plaatsen van een HR ketel en het plaatsen van een zonneboiler. De duurzaamheids lening levert tot nu toe een toename van ruim 1000 m2 aan zonnepanelen op binnen de gemeente Alphen aan den Rijn. Dit komt overeen met een CO2 reductie 57 ton. Opvallend is de duurzaamheidslening in sommige straten en wijken als een olievlek heeft gewerkt (in 1 straat zijn voor zeven woningen aanvragen ingediend). Buren stimuleerden elkaar om zonnepanelen te plaatsen. Daarmee heeft de lening een succesvolle eerste aanzet gegeven in het verduurzamen van woningen van particuliere huiseigenaren. In december 2014 heeft de raad het budget met 100.000,- euro verhoogd. In 2015 kunnen huiseigenaren weer duurzaamheidsleningen aanvragen. De stimuleringslening is een soortgelijke lening als de duurzaamheidslening, waarmee ook anderen dan particuliere eigenaren, zoals huurders, verenigingen van eigenaren (VvE), gemeen schapshuizen, scholen, coöperaties en ook (sport) verenigingen gebruik kunnen maken van deze gunstige regeling voor het treffen van duurzame maatregelen. Voor de stimuleringslening is een totaalbudget van 600.000,- euro beschikbaar. De gemeenteraad heeft in mei 2014 de Verordening stimuleringslening vastgesteld. Tot nu toe heeft één school en een VvE een lening toegewezen gekregen en heeft 1 VvE serieuze interesse getoond voor de stimuleringslening. De gunstige lening zorgt ervoor dat zij direct maandelijks geld gaan besparen. S3.d
Duurzaam opgewekte energie
Ambitie
In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie;
Doelstelling/planning
Mogelijk maken dat grotere (braakliggende) terreinen (tijdelijk) in kunnen worden gevuld met zonnepanelen.
Uitvoering
De bestaande leningen (revolverend fonds) voortzetten gedurende de looptijd van dit spoorboekje 2014-2020
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie
Financiën
In totaal is een budget van € 1.041.900,- voor de leningen onder gebracht als revolverend fonds bij SVn.
Voortgangsindicator
Aantal verleende duurzaamheids- en stimuleringsleningen
4.4 De sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld een energielabel B, 80% van de particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal een energielabel C Als het gaat om energiebesparing dan liggen er zeker kansen op het gebied van de huurwoningsector. De gemeente heeft hierin een faciliterende en stimulerende rol. Onderstaande projecten helpen mee om de ambitie die voortkomt uit het Nationaal Energieakkoord te kunnen behalen.
34
Benutten (gemeentelijke) duurzaamheidsinstrumenten door woningbouwcorporaties Onderzocht wordt wat de mogelijkheden zijn voor het verduurzamen van het woningbestand van de corporaties; welke instrumenten worden er aangeboden door het Rijk en welke instrumenten biedt de gemeente hiervoor. De gemeente draagt hier bijvoorbeeld aan bij door het sluiten van greendeals met de corporaties of het onder de aandacht brengen van de stimuleringslening voor VVE’s (waarin de corporaties in sommige gevallen een aandeel in hebben) en huurders bij de corporaties. Ook worden er goede voorbeelden gezocht bij andere corporaties in Nederland om inspiratie en ideeën op te doen. Zo ondersteunen/stimuleren/faciliteren we de corporaties om hun energie doelen te halen. S4.a
Labelverbetering huurwoningen
Ambitie
De sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld een energielabel B, 80% van de particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal een energielabel C
Doelstelling/planning
Benutten gemeentelijke instrumenten door woningbouwcorporaties
Uitvoering
Vanuit de gemeente worden de corporaties actief geïnformeerd over de mogelijkheden die er zijn op gemeentelijk en rijksgebied en welke kansen dit biedt. Ook worden de corporaties in contact gebracht met aantrekkelijke projecten/ andere voorlopende corporaties.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Woningbouwcorporaties en gemeente (duurzaamheidsregie)
Financiën
Vanuit zowel het Rijk als de gemeente is er budget beschikbaar in de vorm van subsidies dan wel leningen/green deals.
Voortgangsindicator
• Labelverdeling sociale huurwoningen in % • Labelverdeling particuliere huurwoningen in %
Duurzaamheid als onderdeel in de prestatieafspraken De prestatieafspraken die de gemeente samen met de corporaties maakt zijn een uitgelezen kans om gezamenlijk tot haalbare doelen op gebied van duurzaamheid te komen. Door het treffen van duurzame maatregelen aan huurwoningen mogelijk te maken in de prestatie afspraken kunnen stappen worden bereikt. S4.b
Labelverbetering huurwoningen
Ambitie
De sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld een energielabel B, 80% van de particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal een energielabel C
Doelstelling/planning
Duurzaamheid onderdeel uit laten maken van de prestatieafspraken en hierin onder andere afspraken opnemen voor het mogelijk maken en realiseren van duurzame maatregelen aan huurwoningen.
Uitvoering
In 2015 worden de nieuwe prestatieafspraken opgesteld.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO en corporaties
Financiën
n.v.t.
Voortgangsindicator
• Labelverdeling sociale huurwoningen in % • Labelverdeling particuliere huurwoningen in %
35
Zonnepanelen op huurwoningen Vele daken van de woningcorporatiewoningen lenen zich voor het plaatsen van zonnepanelen. Tot nu toe zijn deze daken nog nauwelijks benut. De corporaties kunnen ervoor zorgen dat deze daken wel benut gaan worden. Onderstaande voorbeelden behoren hierbij tot de mogelijkheden. V oor huurders is het nodig dat het aantrekkelijker wordt gemaakt om zelf zonnepanelen op het dak te plaatsen. Met interessante regelingen kan ervoor gezorgd worden dat huurders ‘durven te investeren’ in zonnepanelen op hun dak. Corporaties plaatsen zelf zonnepanelen. C orporaties stellen de daken beschikbaar aan investeerders in zonnepanelen. Huurders betalen maandelijkse kosten voor zonnestroom (naar voorbeeld van Den Helder en Haarlemmermeer). Voorbeeld 1 is opgepakt door de gemeente door de stimuleringslening voor het treffen van duurzame maatregelen aan huurwoningen ter beschikking te stellen aan onder andere huurders. De corporaties hebben al aangegeven dat zij dit mogelijk maken in hun zogenaamde ZAV-beleid (Zelf aangebrachte voorzieningen-beleid). Een belangrijk aspect dat gezamenlijk met de corporaties wordt opgepakt is de communicatie hieromheen. Voorbeeld 2 is al opgepakt door minimaal 1 corporatie die binnenkort zonnepanelen op het dak van haar kantoor plaatst om zo het energieverbruik grotendeels op te vangen en om ervaring op te doen met de panelen. Ook plaatsen zij al zonnepanelen in de nieuwbouwprojecten. De mogelijk heden voor voorbeeld 3 wordt op dit moment door in ieder geval 1 corporatie onderzocht. De verwachting is dat hier voor de zomer van 2015 meer duidelijkheid over is. De andere corporaties kijken met belangstelling mee en hebben aangegeven graag op de hoogte te worden gehouden van de voortgang van dit project.
36
S4.c
Labelverbetering huurwoningen
Ambitie
De sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld een energielabel B, 80% van de particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal een energielabel C
Doelstelling/planning
Corporaties plaatsen zelf zonnepanelen of maken het huurders mogelijk dit te doen
Uitvoering
Uitvoering van dit project ligt bij corporatie/huurders/investeerders. En vindt plaats in de periode 2015-2018
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Corporaties, waarbij de gemeente waar nodig faciliteert.
Financiën
• De corporatie investeert om vervolgens het rendement te verkrijgen. • Binnen het beschikbare budget kan de gemeente stimuleringsleningen aan huurders van huurwoningen verstrekken of een Green Deal lening verstrekken aan de initiatiefnemer.
Voortgangsindicator
• Labelverdeling sociale huurwoningen in % • Labelverdeling particuliere huurwoningen in %
Project “De stroomversnelling”: Vier bouwers en zes woningcorporaties in Nederland tekenden 20 juni 2013, in het bijzijn van de minister van Wonen, Stef Blok, de deal ‘Stroomversnelling’, voor de eerste 11.000 woningen. Dit initiatief moet uiteindelijk resulteren in een degelijke renovatie van 111.000 woningen, terwijl voor de huurders de woonkosten in de meeste gevallen gelijk kunnen blijven. Dit kan door een combinatie van drie nieuwe ideeën: huurders betalen hun energiekosten aan hun corporatie corporaties investeren dat geld in renovatie bouwers leveren duurzaam gerenoveerde woningen zonder energiekosten. Winstpunt van deze deal is dat huurders van relatief slechte woningen met hoge energierekeningen een comfortabele en duurzame woning krijgen tegen dezelfde woonkosten (en geen energie lasten, ‘nul op de meter’). Daarnaast gebruiken corporaties de nieuwe geldstroom om te investeren in de waarde van hun vastgoed en de leefbaarheid van wijken, zonder overheidssubsidies. Een belangrijk neveneffect is dat deze deal de bouwsector veel werkgelegenheid brengt. Eind vorig jaar werden al de eerste prototype woningen opgeleverd. Onderdeel van het bouwconcept is onder meer: 3D woning-inmeting, extern installatieportaal, gelijkstroom in plaats van wisselstroom, minimale bouwtijd door kant-en-klare-gevels en daken. Dit jaar volgt een nieuwe reeks testwoningen. Vanaf 2015 is de proefperiode voorbij en moet een totaalconcept ontwikkeld zijn voor de grootschalige aanpak. Idee is dat we als gemeente en corporaties ‘aangehaakt’ blijven bij het verloop van dit project om zo te kijken waar de mogelijkheden en kansen liggen voor de Alphense corporaties. S4.d
Labelverbetering huurwoningen
Ambitie
De sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld een energielabel B, 80% van de particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal een energielabel C
Doelstelling/planning
Gedurende 2015-2020 de corporaties in contact brengen met aantrekkelijke projecten/ andere voorlopende corporaties.
Uitvoering
Uitvoering van dit project ligt bij corporatie/energiemaatschappij/ bouwers. Doordat het uiterlijk van de woningen verandert, zal de gemeente in staat moeten zijn te dereguleren en voorwaarden te scheppen om het mogelijk te maken.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Corporatie, de gemeente faciliteert
Financiën
De corporatie investeert om vervolgens het rendement te verkrijgen.
Voortgangsindicator
• Labelverdeling sociale huurwoningen in % • Labelverdeling particuliere huurwoningen in %
37
4.5 In 2020 zijn braakliggende terreinen (voor zover mogelijk) tijdelijk in gebruik voor duurzame initiatieven vanuit de samenleving (bijvoorbeeld stadslandbouw) De gemeentelijke programma’s Doen Participatie, Bloeiende Linten en Eetbaar Alphen zijn programma’s die sterk afhankelijk zijn van burgerinitiatieven op basis van overheidsparticipatie. De rol van de gemeente is in dit geval vooral faciliterend. Het grondgebied van Alphen aan den Rijn kent een groot areaal met een agrarische bestemming. Van de totale oppervlakte van 132km² wordt ca.74% (97,5km²) gebruikt voor de landbouw. Door de eeuwen heen zijn de weidse open landschappen van de droogmakerijen en veenweidegebieden van grote invloed geweest op de economische en ruimtelijke ontwikkeling van het gebied. Deze belangrijke directe relatie tussen stad en land en daarmee ook tussen voedselproductie en consumptie is in de afgelopen eeuw door verstedelijking, industrialisering, globalisering en commer cialisering verloren gegaan. Maar de laatste jaren is een kentering hierin zichtbaar: De hernieuwde consumenteninteresse voor gezonde voeding en duurzame productieketens maakt deel uit van een bredere beweging waarbij duurzaamheid geen uitzondering maar de norm is. In Nederland belandt ongeveer een derde van het geproduceerde voedsel in de afval en wordt zo aan natuurlijke kring lopen onttrokken - een enorme verspilling van grondstoffen. De afhankelijkheid van ruwe olie en mineralen in de voedselvoorziening (bemesting, productie, oogst, verpakking, transport, verwerking, afvoer) is met het oog op de toenemende schaarste en eindigheid van deze grondstoffen een doodlopende weg. Mede om deze redenen is in 2011 het programma “Eetbaar Alphen” opgesteld. Een belangrijk middel hierbij is de Doen participatie.
Stadslandbouw Stadslandbouw is: “het voortbrengen, verwerken en vermarkten van voedsel en daaraan gerelateerde producten en diensten, in urbane en peri-urbane gebieden, daarbij gebruikmakend van stedelijke hulpbronnen en reststoffen.” Hierbij kan aan verschillende functies worden gedacht als voedsel, energie, kringloop, vrije tijd, educatie, zorg, beheer, biodiversiteit. De meerwaarde van stadslandbouw ligt in de directe verbinding die het legt tussen diverse groene diensten en de stad of stedeling. Deze verbindingen kunnen bijdragen aan een verduurzaming van het stedelijke leefklimaat, zowel economisch, fysiek als maatschappelijk. Stadslandbouw biedt ruimte aan een nieuwe beleving van landbouw en voedsel- smaak en genieten- participatie van inwoners en elkaar ontmoeten. Het leidt tot innovaties op het gebied van voedselproductie in stedelijk gebied en inspireren tot vernieuwend ondernemerschap. Het is echter een misvatting om te veronderstellen dat stads landbouw een oplossing biedt voor het mondiale voedselprobleem en dat via stadslandbouw een stad kan worden gevoed. Dit is vooralsnog niet aan de orde. Het geeft wel een nieuwe dimensie aan ‘overheidsparticipatie’ waarbij de gemeente faciliteert in het beschikbaar stellen van grond, het delen van het gemeentelijke kennisnetwerk en het inzetten van bij beheer vrijkomende reststoffen.
38
Beleid Bloeiende linten Een achttal gemeenten uit de regio en de stichting Land van Wijk en Wouden werken samen aan een netwerk van bloemrijke bermen. De berm is een uitstekende plek voor planten en dieren om voedsel te vinden en zich te nestelen. Als deze plekken met elkaar worden verbonden, kan de levende natuur zich verder verspreiden. Deze groene snelwegen zijn bijvoorbeeld essentieel voor een gezonde bijenstand. En uiteindelijk dus voor onze voedselvoorziening. Verder bieden bloeiende bermen een mooi decor voor de recreatie in de regio. Het thema biodiversiteit is steeds vaker een drive om participatief in samenwerking met de gemeente aan de slag te gaan. Behalve de bermen vormen de vele braakliggende terreinen potentiele objecten voor doen participatie. Dit thema is een goede opstap naar overheidsparticipatie. De gemeente faciliteert door letterlijk ruimte te bieden voor participatieve projecten. S5a
Duurzaam gebruik braakliggende terreinen
Ambitie
In 2020 zijn braakliggende terreinen (voor zover mogelijk) tijdelijk in gebruik voor duurzame initiatieven (bijvoorbeeld stadslandbouw) vanuit de samenleving;
Doelstelling/planning
het verhogen van de veerkracht van de lokale voedselvoorziening, het versterken van de relatie tussen stad en landschap en het vergroten van het bewustzijn van het belang van een gezonde, duurzame levensstijl. In het verlengde hiervan liggen positieve effecten op de lokale economie en werkgelegenheid, maar ook oplossingen voor sociaal- maatschappelijke vraagstukken.
Uitvoering
De uitvoering is afhankelijk van initiatieven vanuit de samenleving. Gebruik kan worden gemaakt van bijvoorbeeld DIVA om partijen te verbinden, te verleiden, in contact te brengen. De rol van de gemeente ligt dan ook met name in het stimuleren en het (fysiek/juridisch) mogelijk maken van initiatieven. Bij de uitvoering kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van green deals. Er wordt een kleine projectgroep opgestart vanuit Wijken en Kernen, REO en BOR.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Wijken en Kernen, BOR en REO
Financiën
Startbudget deels vanuit wijkbudgetten (niet structureel) overig budget vanuit initiatiefnemers.
Voortgangsindicator
• Aantal m2 braakliggende terrein dat voor duurzame toepassingen wordt gebruikt. • Percentage van braakliggende terreinen dat voor duurzame initiatieven wordt gebruikt.
39
Fruitbomen project De Universiteit Wageningen zet in op het versterken van gezonde voeding in combinatie met onderwijs en sport. Hiervoor zijn de programma’s “Fruits for Schools” en “Fruits for Sports” in het leven geroepen. Concreet betreft het de aanplant en het onderhoud van fruitbomen langs sport terreinen en op schoolpleinen. De deelnemende scholen en instellingen krijgen hiervoor ook instructie en een leertraject aangeboden. De gemeente Alphen aan den Rijn wil dit project ook binnen de gemeente uit gaan voeren. S5b
Duurzaam gebruik braakliggende terreinen
Ambitie
In 2020 zijn braakliggende terreinen (voor zover mogelijk) tijdelijk in gebruik voor duurzame initiatieven (bijvoorbeeld stadslandbouw) vanuit de samenleving;
Doelstelling/ planning
Het versterken van gezonde voeding in combinatie met onderwijs en sport door het plaatsen van fruitbomen op sportvelden en schoolpleinen. De teelt komt ten goede aan de vereniging of school.
Uitvoering
Wij gaan dit inzetten als pilot voor de periode 2015-2016. In 2015 wordt onderzocht of een fruittuin kan worden ingericht bij de Groene Vinger aan de Renaissancelaan. Bij succes kan dit op diverse plekken binnen de gemeente worden toegepast.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO/BOR/MO
Financiën
Kosten t/m 2016 €9.900,-. Hiervoor moet nog dekking worden gezocht.
Voortgangsindicator
• Fysieke fruittuin gerealiseerd. • Renderend bedrijfsconcept gereed in 2016.
4.6 In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid) Greenport De Greenport is een belangrijk onderdeel van het programma bedrijvigheid in de gemeente Alphen aan den Rijn. Op dit moment zijn er 5 projecten te benoemen waaraan gewerkt wordt door verschillende partijen in samenwerking met de gemeente en de stichting Greenport6. Al deze projecten dragen bij aan het verduurzamen van de Greenport. Hierbij gaat het niet alleen om klimaat en energie, maar ook over toekomstbestendigheid van de Greenport en leefbaarheid in de kernen van de kwekersdorpen.
6 De stichting Greenport Regio Boskoop heeft tot doel om een bijdrage te leveren aan de instandhouding en verdere versterking van de boomteeltsector in de regio Boskoop, met een goede balans tussen boomteelteconomie enerzijds en natuur, recreatie en wonen anderzijds. Doel is een groen, vitaal, gezond, duurzaam en gerespecteerd cluster.
40
Modernisering Greenport West In het westelijk deel van de Greenport is om diverse redenen een moderniseringsslag zeer gewenst en noodzakelijk. Het gebied heeft met een aantal prangende zaken te maken, te weten: D e waterhuishouding in dit gebied is nog niet op orde als het om inlaatwater gaat. De stichting Belangenbehartiging Greenport (voorheen stichting Molenkolk) heeft geen watervoorraad meer in dit gebied om compensatieverplichtingen af te kopen; E r is een overaanbod van kwekerijgrond door de intensivering, modernisering en schaalvergroting van kwekerijen en ook in de komende jaren zal dit fenomeen zich gaan voor doen of zelfs toenemen. E r loopt een onderzoek in regionaal verband voor de aansluiting N207 en N11. D e interne ontsluiting alsook de oost-west verbinding heeft om diverse redenen aandacht nodig. In een afgebakend deel van Greenport West willen de stichting Greenport en de ondernemers graag met de overheid komen tot een duurzame kwaliteitsverbetering van het buitengebied enerzijds en toekomstbestendige bedrijven anderzijds. In 2015 wordt gestart met de aanzet van een DuurzaamheidsProfiel (DPL) op locatie voor dit gebied. Er zal een nulmeting worden uitgevoerd volgens de triple-P benadering van DPL. Deze nulmeting zal ten aanzien van duurzaamheid van grote waarde zijn het project modernisering Greenport West. S6.a
Duurzame Greenport
Ambitie
In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid)
Doelstelling/planning
Duurzame kwaliteitsverbetering van de Greenport om te komen tot toekomstbestendige bedrijven.
Uitvoering
• Sierteelt buiten de contour. In 2015 voorbereiding tot saneren en verplaatsen van aantal bedrijven. In 2016 start uitvoering. • Herstructurering/modernisering Greenport West 2015-2017 • Nulmeting DPL voor Greenport-West 2015-2016
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
St. Greenport regio Boskoop i.s.m. REO
Financiën
50% Provincie Zuid-Holland en 50% St. Greenport
Voortgangsindicator
• Aantal toekomstbestendige bedrijven door dit proces. • Aantal ha gemoderniseerd teeltareaal. • Nulmeting DPL gereed.
41
Innovatie en Demonstratie Centrum (IDC) De Provincie en het Greenport bedrijfsleven hebben samen geld beschikbaar gesteld voor het onderzoeken van de wenselijkheid en invulling van een Innovatie en Demonstratie Centrum (IDC). In dit IDC worden duurzame innovaties, onderzoek en onderwijs met elkaar en met de sector verbonden, daarbij gebruik makend van het netwerk aan IDC’s in de provincie Zuid-Holland. De verkenning -met een begroting van € 83.000,00- is in 2014 afgerond. Op dit moment wordt een aanvraag voor een EFRO subsidie voorbereid voor: Het oprichten van een IDC fysiek Het opzetten van een kennisbank Het opzetten van proeftuinen S6.b
Duurzame Greenport
Ambitie
In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid)
Doelstelling/planning
Door duurzame innovaties, verbinding en samenwerking de doorontwikkeling en de concurrentiekracht van de Greenport te versterken.
Uitvoering
• Opzetten van een IDC in de Greenport. • In 2015 EFRO subsidie aanvraag. • In 2016 start uitvoeringsfase eerste fase.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO/St. Greenport regio Boskoop
Financiën
Cofinanciering programma Greenport
Voortgangsindicator
Fysieke IDC gerealiseerd.
Duurzame agrologistiek In de Greenport regio Boskoop is een efficiency slag nodig in de logistiek rond de bedrijven. Met name de oost-west verbinding in Boskoop vormt een logistiek knelpunt. In 2012 heeft de Stichting Greenport regio Boskoop al een kwantitatieve analyse gedaan naar de agrologistieke stromen in Greenport Boskoop. Dit project heeft in 2013 een vervolg gekregen met het project Ontwikkeling PCT terrein duurzame agrologistiek en richtte zich op samenwerking, collectief transport en bewustwording en gedragsverandering. Inmiddels is ook fase 3 opgestart. In deze fase worden 3 pilots (zie bijlage II voor de uitwerking van de pilots) opgestart die allen positief zullen bijdragen aan de leefbaarheid in de kernen, kosten- en tijdreductie voor bedrijven, CO2 reductie door minder transportbewegingen en een beginnende samenwerking binnen de Greenport.
42
S6.c
Duurzame Greenport
Ambitie
In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid.)
Doelstelling/ planning
Optimalisatie van logistiek in de Greenport.
Uitvoering
• Pilot BUS concept (zie bijlage II). • Pilot aanbodplaats van vrachten (zie bijlage II) • Pilot elektrisch vervoer (zie bijlage II) Alle pilots starten in 2015.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
St. Greenport regio Boskoop i.s.m. REO
Financiën
Programma Greenport
Voortgangsindicator
Aantal pilots dat voortgezet wordt door partijen.
Greenports-Mainports Samenwerking tussen Greenport productiesector (Boskoop) en Mainport dienstensector (Rotterdamse haven) kan marktvergroting voor de Greenport opleveren en duurzaam transport over weg, water en spoor. Er wordt in dit kader een pilot opgestart om sierteeltproducten te vervoeren in gestandaardiseerde 20’’ en 40’’ reefer-containers. Deze containers kunnen via het water of per trein naar het achterland vervoerd worden dan wel via de haven van Rotterdam naar bestemmingen elders in de wereld. Ook wordt er een haalbaarheidsonderzoek opgestart om een praktische invulling te vinden voor de rol die Boskoop kan vervullen als logistiek centrum. Meer informatie over de pilot en het haalbaarheidsonderzoek kunt u vinden in bijlage II. S6.d
Duurzame Greenport
Ambitie
In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomst bestendigheid.)
Doelstelling/planning
Verbinding tussen Greenport en Mainport Rotterdam: Marktvergroting bereiken met duurzaam transport over weg, water en spoor.
Uitvoering
•P ilot vervoer sierteelt per container (zie bijlage II). Voorbereiding 2015-2016. •H aalbaarheidsonderzoek naar logistieke hub in aansluiting bij het programma Fresh Corridor (zie bijlage II). Voorbereiding start in 2015-2016.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO / St. Greenport regio Boskoop
Financiën
Programma Greenport
Voortgangsindicator
Plan van aanpak gereed/financiering geregeld.
Meer Uit Groen (MUG) Groenafval uit de Greenport regio Boskoop opwaarderen tot nieuwe en nuttige producten waardoor afval waarde krijgt (geen kostenpost maar opbrengstpost). Dat is de uitdaging die zes MKB-bedrijven zijn aangegaan met het project Meer Uit Groen (MUG). Het project MUG is een initiatief van Greenport Boskoop. Projectpartners zijn F&H Crone uit Moordrecht, Verkade Klimaat uit Wateringen, NettEnergy uit Boskoop, DLV Plant en Ekodorp uit Alphen aan de Rijn. Het project krijgt financiële ondersteuning via de subsidieregeling Clusterprojecten van provincie Zuid-Holland uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en wordt begeleid door DLV Plant en Haute Equipe. De gemeenten Alphen aan den Rijn en Waddinxveen ondersteunen het project. Momenteel wordt de haalbaarheid onderzocht van een experimentele installatie die geschikt is om van laagwaardige biomassa om te zetten naar nieuwe grondstoffen en de productie van duurzame energie die kan worden gebruikt in de regio. Het project MUG loopt tot en met 2015. Mocht dit project slagen dan is er sprake van een doorbraakinnovatie met een grote maatschappelijke meerwaarde. Ofwel uit iets kleins kan iets heel groots groeien: van MUG een olifant maken.
43
S6.e
Duurzame Greenport
Ambitie
In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid)
Doelstelling/planning
Restproductenl uit de Greenport opwaarderen tot nieuw en nuttige producten waardoor afval waarde krijgt.
Uitvoering
In 2015 testen van bio-based conversie technieken op kleine schaal ter voorbereiding op schaalvergroting: MUG. Rapportage volgt in 2016.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
St. Greenport regio Boskoop
Financiën
n.v.t.
Voortgangsindicator
Aantal tonnen restproducten uit groen per jaar dat opgewaardeerd is naar nieuwe producten.
4.7 Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar. Eén van de ambities die voort zijn gekomen uit de harmonisatie van het duurzaamheidsbeleid is “Stimuleren energiezuinig gedrag bij 10% van de huishoudens”. De projecten die in deze alinea worden benoemd en het merendeel van de overige projecten onder het hoofdstuk “samenleving” dragen hier allen aan bij.
Website duurzaamheid De website is één van de communicatie instrumenten bij het genereren van publiciteit/media-aandacht rondom duurzame initiatieven. De huidige gemeentelijke website biedt onvoldoende ruimte om goede voorbeelden uit te dragen, te inspireren en te stimuleren. Er is behoefte aan een digitaal platform waar partijen goede duurzame ideeën met elkaar kunnen delen en elkaar kunnen vinden.
44
S7.a
(verdere) Bewustwording inwoners
Ambitie
Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar.
Doelstelling/planning
Duurzaamheid is van ons allemaal en bereiken we samen door te inspireren, stimuleren en goede voorbeelden uit te dragen.
Uitvoering
In 2015 opzetten van een informatieve website over duurzaamheid waar partijen goede duurzame ideeën met elkaar delen en elkaar kunnen vinden.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie
Financiën
Gedekt uit bestaande communicatiebudgetten
Voortgangsindicator
Opnemen paragraaf duurzaamheidsvragen in de eerstvolgende stadspeiling waarbij specifiek naar de genoemde doelstellingen wordt gevraagd.
Beeldmerk duurzaamheid lanceren en laden Er wordt een beeldmerk “’t Groene vinkje” gelanceerd om herkenbaarheid te geven aan duurzame initiatieven die door de gemeente worden ondersteund. Dit vinkje geeft haar waardering aan “groene en duurzame” projecten. Door dit beeldmerk stelselmatig te gebruiken gaan inwoners het associëren met duurzame initiatieven. S7.b
(verdere) Bewustwording inwoners
Ambitie
Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar.
Doelstelling/planning
Met het beeldmerk “’t Groene vinkje” herkenbaarheid geven aan duurzame initiatieven die door de gemeente worden ondersteund.
Uitvoering
In 2015 zal het “Groene Vinkje”, in combinatie met een duurzaam initiatief gelanceerd worden. Gedurende het jaar zal bij verschillende duurzaamheidsactiviteiten het beeldmerk ‘geladen’ worden, waardoor het onlos makelijk verbonden wordt aan duurzaamheid in Alphen aan den Rijn.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie
Financiën
Gedekt uit bestaande communicatiebudgetten
Voortgangsindicator
Bekendheid “‘t Groene Vinkje” meenemen in de 2-jaarlijkse stadspeiling.
Natuur en Milieu Educatie Het doel van Natuur- en Milieueducatie is om kinderen bewust te maken van hun directe leefom geving. De leefomgeving van het kind is het uitgangspunt voor het verwerven van inzicht in en kennis over natuur, milieu en duurzaamheid. Hierdoor krijgen kinderen het besef dat het belangrijk is voorzichtig om te gaan met de natuur en het milieu. Per 1 januari 2016 worden de subsidies van het maatschappelijke domein beëindigd. Ook de relatie met Avifauna op het gebied van NME is opgezegd. Het doel hiervan is ruimte te creëren om het maatschappelijke domein op een nieuwe en andere manier in te richten, waarbij de gemeente gaat sturen op maatschappelijke effecten. De gemeente zal Wijkbudgetten en drie gemeentebrede opdrachten (“talentontwikkeling”, “gezonde leefstijl” en “opgroeien en ontwikkelen”) inzetten om vanuit de gemeentelijke financiering de omslag in het maatschappelijke domein in gang te zetten. NME wordt ondergebracht bij de opdracht “opgroeien en ontwikkelen”. Ook op het gebied van NME kunnen maatschappelijke organisaties in samenwerking met elkaar zich inschrijven voor de gemeentebrede opdrachten, waarbij verbinding van activiteiten en innovatie centraal staat. S7.c
(verdere) Bewustwording inwoners
Ambitie
Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar.
Doelstelling/planning
NME maakt onderdeel uit van de gemeentebrede opdracht “opgroeien en ontwikkelen”.
Uitvoering
De opdracht wordt in de loop van 2015 uitgezet en gaat per 1 januari 2016 in.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling
Financiën
Wijkbudgetten en gemeentebrede opdrachten
Voortgangsindicator
• Aantal schoolklassen dat heeft meegedaan aan 1 of meer NME projecten. • Percentage scholen dat heeft mee gedaan aan 1 of meer NME projecten. 45
Overige Educatie Om inwoners te inspireren duurzaamheids initiatieven te nemen wordt er momenteel gewerkt aan een tweetal proef- en inspiratielokaties in Boskoop. Dit zijn: Educatief centrum de Veenmol Zwarte pad Boskoop De Harry van de Laartuin Rijneveld 153 Boskoop Educatief centrum de Veenmol Deze voorziening is gelegen aan Zwarte pad 105 en bestaat uit een natuurlijke tuin en een educatiegebouw en is ontwikkeld in samenwerking tussen gemeente, wellandcollege en de greenport. Hoofddoel is educatie. De inrichting van de tuin is dienend aan het onderwijs. Een groot deel van de tuin wordt ingericht en beheerd door het wellandcollege en voorziet in natuureducatieve voorzieningen c.q. voorzieningen voor bijen, slangen, egels, diverse vogelsoorten, medicinale kruiden, natuurvriendelijke tuinen etc. Het openbare deel van de tuin is in beheer van de gemeente. Deze zorgt voor diverse inzenders zoals hoveniersbedrijven, kwekers die de tuin inrichten als natuurtuin, eetbare tuin en duurzaamheidstuin. Dit alles ter inspiratie van duurzame , groene initiatieven met aandacht voor kringloop (craddle tot craddle), en duurzame energie. De Harry van de Laartuin De ambitie van de sortimentstuin Harry van de Laar is het ontwikkelen van een ontmoetingsplek van professional en liefhebber rondom het thema groene beleving waarbij mensen in de samenleving een eigen sociaal-economisch perspectief nastreven.De gemeente heeft een deel van deze tuin in gebruik ter promotie en inspiratie van duurzame tuinen. Specifieke aandachtspunten zijn eetbare tuinen, groene wanden en duurzame energie. Dit komt tot uiting middels in een aanbouw zijnde groene wand welke wordt voorzien van een met zonnepanelen aangedreven vochtvoorziening.
46
S7.d
(verdere) Bewustwording inwoners
Ambitie
Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar.
Doelstelling/planning
De boodschap overbrengen aan ten minste 5000 bezoekers per jaar.
Uitvoering
Er worden regelmatig excursies en inspiratiedagen georganiseerd (onder andere door de gemeente)
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Wijken en kernen in combinatie Tuinpad Rijneveld
Financiën
Eenmalige investering vanuit wijkbudget.
Voortgangsindicator
N.v.t.
4.8 In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal Naast de projecten voor de specifieke subdoelstellingen, moet er natuurlijk ook gewerkt worden aan de totaalambitie om in 2050 energie én CO2-neutraal te zijn. Onder deze post vallen alle projecten die bijdrage aan voornoemde duurzaamheidsdoelstelling, maar die niet specifiek aan 1 van de subdoelstellingen toe te wijzen zijn.
GPR Gebouw intern en extern uitdragen GPR Gebouw is een instrument dat de gemeente – en steeds meer marktpartijen - gebruikt om de duurzaamheidsprestatie van gebouwen inzichtelijk te maken. GPR Gebouw meet de duurzaamheidsprestaties van nieuwbouw of verbouw zowel van woningen als utiliteitsbouw. Het programma bestaat uit vijf thema’s. De gemeente stelt de licentie gratis ter beschikking aan architecten, ontwikkelaars, aannemers en particulieren. Dit moet worden uitgedragen en medewerkers moeten weten hoe ze met het instrument kunnen werken. Bij gebiedsontwikkeling kan het GPR-instrument gecombineerd worden met het DPL-instrument. Naast dat het instrument GPR intern moet worden uitgerold is het belangrijk dat ook naar buiten toe (bedrijven/inwoners) bekend wordt gemaakt dat de gemeente met dit instrument werkt en gratis ter beschikking stelt. Dit zal geschieden door middel van communicatie, het opnemen van GPR in overeenkomsten die de gemeente aangaat en/of beloningssystemen (van moeten naar willen). S8.a
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Doelstelling/planning
In 2016 is zowel binnen de gemeentelijke organisatie als binnen de samenleving bekend dat we als gemeente werken met het GPR instrument.
Uitvoering
a: Bij bouwprojecten waarbij de gemeente betrokken is wordt GPR verplicht toegepast en wordt een GPR van 7 voorgeschreven b: In 2016 worden diverse presentaties (intern) gehouden over het instrument en waar nodig cursussen gegeven. c: Via de gebruikelijke communicatiewegen en in gesprekken met de samenleving wordt het instrument (verder) bekend gemaakt.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
• Presentaties: duurzaamheidsregie • Gebruik en communicatie: alle relevante afdelingen als REO, projectmanagement en vergunningverlening/inspectie
Financiën
Vooralsnog alleen de licentiekosten voor GPR (€ 2.000,- per jaar) en de ambtelijke uren.
Voortgangsindicator
a: Aantal en percentage bouwprojecten waar een GPR van 7 verplicht is gesteld. b: Aantal presentaties GPR. c: N.v.t.
47
ODMH bedrijven De omgevingsdienst Midden-Holland (in 2015 nog samen met de ODWH) verzorgt de vergunningen toezichthoudende milieutaken bij bedrijven binnen de gemeente Alphen aan den Rijn. Zowel bij de vergunningverlening en toezicht wordt het onderdeel energiebesparing en duurzaam handelen aanzienlijk vergroot. Hiertoe zullen de medewerkers van de omgevingsdienst zich naast de toezichthoudende taken ook steeds meer gaan toeleggen op adviserende taken. In 2015 wordt met behulp van de VNG-subsidie voortkomend uit het energie-akkoord extra ingezet op kennisverhoging en voorlichting van energiebesparing bij bedrijven. Daarnaast zullen ook 2 bedrijfsbranches worden doorgelicht. Vanaf 2016 zal energiebesparing bij bedrijven een vast onderdeel van het jaarprogramma van de ODMH uitmaken. Energiebesparingsacties worden projectmatig en branchegericht uitgevoerd. S8.b t/m S8.d
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Doelstelling/planning
Zo veel mogelijk bedrijven in de gemeente die hun bedrijfsvoering verduurzamen, waarbij het totale energieverbruik van bedrijven jaarlijks met 1% daalt
Uitvoering
a: Vanaf 2016 wordt er projectmatig en branchegericht bij bedrijven gehandhaafd en toezicht uitgevoerd, gericht op vermindering van het energiegebruik (S8.b) b: Aan bedrijven worden energiescans aangeboden onder voorwaarde dat tenminste 2 aanbevelingen van het advies worden uitgevoerd (S8.c). c: In 2015 worden de kennis- en advies vaardigen van het personeel van de OD’s op energiegebied verhoogt (S8.d).
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Omgevingsdienst Midden-Holland
Financiën
p.m.
Voortgangsindicator
a: Aantal bedrijven dat specifiek op energieverbruik is gecontroleerd. b: Percentage bedrijven die een energiescan hebben laten uitvoeren en maatregelen hebben getroffen. c: Aantal medewerkers dat in het bezit is van een energiediploma/ certificaat.
Stimulering energiebesparing bij bedrijven Ongeveer 1/3de van de CO2 uitstoot wordt veroorzaakt door mobiliteit. De laatste jaren wordt met moderne handhaving bij bedrijven (meer stimulerend/adviserend optreden en pas bij achterblijvers regulerend) het toepassen van energiebesparende maatregelen aan gebouwen bevorderd. Een vergelijkbaar traject is voor vervoersmanagement (zuinig omgaan met mobiliteiten) in voor bereiding. In opdracht van de ministerie van I&M wordt momenteel een handreiking (inclusief een databank met kosteneffectieve maatregelen) ontwikkeld om de zorgplicht bij bedrijven toe te passen voor het vooruithelpen van duurzame mobiliteit. De nieuwe handreiking wordt binnen de gemeente (mogelijk ook de regio Midden-Holland) in een pilot ingezet. Door duurzame mobiliteit te bevorderen wordt niet alleen gewerkt aan energie- en CO2-besparing maar ook aan een gezondere leefomgeving en aan een betere bereikbaarheid zowel binnen de eigen gemeente en regio als in de omliggende gebieden.
48
S8.e
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
Stimuleren duurzame mobiliteit bij bedrijven uit gemeente Alphen aan den Rijn
Doelstelling/planning
Bij 10 bedrijven in samenspraak plannen van aanpak voor vervoersmana gement opstellen inclusief termijnen voor realisatie van de maatregelen.
Uitvoering
De handreiking Vervoersmanagement (in opdracht van I&M) is naar verwachting in de zomer 2015 gereed. Vervolgens voert de Omgevingsdienst Midden-Holland in de periode januari – december 2016 een pilot door de handreiking bij 10 bedrijven toe te passen.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Omgevingsdienst Midden-Holland. De gemeente draagt de bedrijven voor het project aan.
Financiën
financiën: 10 bedrijven x 20 uur per bedrijf x €85 per uur = €17.000 (+10% onvoorzien omdat het om een nieuw traject gaat) Totaal: ca. 19.000 euro Budget ODMH 2016
Voortgangsindicator
Aantal bespaarde vervoerskilometers
Milieubarometer De Milieubarometer is een gebruiksvriendelijk online meetinstrument (duurzaamheidsmonitor) dat de milieukosten, milieuprestaties en CO2 uitstoot van een bedrijf in één oogopslag inzichtelijk maakt. Het is een eenvoudige tool, met veel praktische, snel terug te verdienen besparingstips. Deze tips zijn voor bedrijven niet alleen interessant vanuit het milieu oogpunt of de portemonnee, maar kunnen ook het (duurzame) imago van het bedrijf verbeteren. De Milieubarometer ondersteunt en versterkt daarmee het economisch functioneren van het bestaande bedrijfsleven in onze gemeente en draagt daarmee bij aan een aantrekkelijk ondernemersklimaat. Daarom heeft het college in 2014 besloten om het startabonnement voor de Milieubarometer en Kansen bij Verkassen de komende 3 jaar aan alle bedrijven en organisaties die gevestigd zijn in Alphen aan den Rijn gratis beschikbaar te stellen. Met dit abonnement wordt ook het instrument “Kansen bij Verkassen” aangeboden aan bedrijven die gaan verhuizen, verbouwen of zich vestigen in de gemeente. In het kader van acquisitie van nieuwe bedrijven naar de gemeente is dit een aantrekkelijke tool. Ondernemers die te maken hebben met aanbestedingen waarbij duurzaamheidseisen worden gesteld, zijn door de Milieubarometer beter voorbereid. S8.f
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
• In 2020 is de uitstoot van broeikasgassen 20 % lager dan het niveau in 1990; • In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal.
Doelstelling/planning
Zo veel mogelijk bedrijven in de gemeente die hun bedrijfsvoering verduurzamen.
Uitvoering
De komende 3 jaar gratis aanbieden van een startabonnement voor de Milieubarometer en Kansen bij Verkassen aan bedrijven en organisaties. Dit breed bekend maken via diverse communicatiekanalen. Gestart in 2014. Loopt t/m 2017
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie en ODMH
Financiën
De kosten voor het beschikbaar stellen van het startabonnement zijn eenmalig € 5000,-. Dekking is gevonden in budget Duurzaamheid/ communicatie en in budget Economie
Voortgangsindicator
Aantal bedrijven dat gebruik heeft gemaakt van de milieubarometer 49
Samenwerking Woerden/Gouda Binnen het Groene Hart werken de grote gemeente Alphen aan den Rijn, Gouda en Woerden samen op duurzaamheidsgebied. Primair is deze samenwerking gericht op het uitwisselen van informatie en het beschikbaar stellen van kennis (en mankracht) als 1 van de gemeenten een duurzaamheidsproject van een van de andere gemeenten wil overnemen. Daarnaast wordt de haalbaarheid onderzocht van regiobrede duurzaamheidsprojecten. S8.g
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Doelstelling/planning
Versterken van integrale duurzaamheid in het Groene Hart
Uitvoering
a: Uitwisseling kennis en informatie; b: Samenwerken aan regionale duurzaamheidsdoelen en projecten; c: Belangenbehartiging duurzaamheid bij regionale instanties zoals bijvoorbeeld de ODMH.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie
Financiën
N.v.t.
Voortgangsindicator
N.v.t.
Subsidievormen Op gebied van duurzaamheid en klimaat zijn diverse subsidies beschikbaar bij Provincie, Rijk en Europa. Zeker als zogenaamde “100.000+ gemeente” biedt dit mogelijk kansen. Welke kansen precies moet worden onderzocht.
50
S8.h
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
Verkrijgen subsidies om gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen sneller te realiseren.
Doelstelling/planning
Verkenning externe financieringsbronnen klimaat- en duurzaamheidsbeleid
Uitvoering
Op het gebied van duurzaamheid en Klimaat zijn diverse subsidies beschikbaar bij provincie, Rijk en Europa. Om hier met succes een beroep op te doen worden de volgende activiteiten ondernomen: • Deelname aan en relatieopbouw met grote gemeenten Nederland om inzicht te krijgen in voor gemeenten beschikbare subsidies; • Aanhalen banden met Rijksoverheid; • Intensivering regionale contacten, o.m. met Groene Hart gemeenten Gouda en Woerden om te bezien hoe samenwerking ook tot gezamenlijke subsidie-aanvragen kan leiden; • Indien kansrijk: internationale contacten leggen voor gezamenlijke projecten en financiering door Europa.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie
Financiën
N.v.t.
Voortgangsindicator
N.v.t.
Duurzaam bouwloket Hoewel energiebesparing en duurzame energieopwekking al jaren hoog op de politieke staan, is daar door het landelijk energie-akkoord eind 2013 een nieuwe impuls aan gegeven. Vanuit de VNG worden regionale samenwerkingsverbanden ondersteund bij het opstarten en inrichten van een energieloket. Vanaf december 2014 zet de Regio Midden Holland plus Alphen aan den Rijn daartoe het Duurzaam Bouwloket in. Inwoners uit deze regio kunnen voor vragen en informatie op het gebied van duurzaam (ver)bouwen, energiebesparing of energie-opwekken terecht bij dit Duurzaam Bouwloket. Daar vinden zij ook de aanbiedingen van (regionale) bouwbedrijven voor een goede en betaalbare aanpak. Via de website, per mail of telefonisch kunnen inwoners bij het Duurzaam Bouwloket terecht voor al hun vragen over kwaliteitsverbetering en besparingsmogelijkheden voor de woning. Gemeentelijke regelingen, zoals de duurzaamheidsleningen, zijn ook via het loket te vinden. Daarnaast staat het Duurzaam Bouwloket regelmatig op markten en is het aanwezig tijdens informatiebijeenkomsten. Naast het thema energie zijn de onderwerpen gezondheid, wooncomfort en het toekomstgeschikt maken van de woning belangrijke aandachtspunten binnen de nieuwe energieloket-structuur. Het Duurzaam Bouwloket heeft een aantal communicatieactiviteiten/middelen beschikbaar, b.v. tips en informatieberichten, een nieuwsbrief, flyers, posters, website en social media. Ook informatieavonden worden georganiseerd. Naast deze activiteiten wordt ingegaan op actualiteiten die de revue passeren, b.v. postcoderoosregeling en energielabels. Hierbij wordt samengewerkt met de gemeente zodat beschikbare communicatiekanalen (b.v. stadskrant en gemeentelijke website) en netwerken optimaal benut worden. Ieder kwartaal ontvangt de gemeente een monitoringsrapportage van het Duurzaam Bouwloket. Daarin wordt weergegeven hoeveel bezoekers de website bezocht hebben, over welke onderwerpen informatie is ingewonnen, naar welk type bedrijven is gezocht, en wat daarvan de mogelijke spinoff naar de regionale economie is. S8.i
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
Stimuleren energiezuinig gedrag bij de huishoudens.
Doelstelling/planning
Het Duurzaam Bouwloket wordt ingezet voor bewustwording en verspreiding van kennis over duurzaam (ver)bouwen, energiebesparing of energie-opwekken en welke bedrijven dat leveren. Het Duurzaam Bouwloket staat borg voor een onafhankelijk, professioneel en gratis advies.
Uitvoering
Via de website, per mail of telefonisch kunnen inwoners bij het Duurzaam Bouwloket terecht voor al hun vragen over kwaliteitsverbetering en besparingsmogelijkheden voor de woning. Ook staat het Duurzaam Bouwloket regelmatig op markten en is het aanwezig tijdens informatiebijeenkomsten. Naast het thema energie zijn de onderwerpen gezondheid, wooncomfort en het toekomstgeschikt maken van de woning belangrijke aandachtspunten binnen de nieuwe energieloket-structuur. Het aantal bezoekers van de website, gezochte informatie en bedrijven en mogelijke spinoff worden gemonitord.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie ism ODMH
Financiën
Ondersteuning voor uitvoering Energieakkoord vanuit de VNG t/m 2016.
Voortgangsindicator
Het aantal bezoekers van de website, gezochte informatie en bedrijven en mogelijke spinoff worden gemonitord. 51
In het coalitieakkoord 2014-2018 “Daadkracht Dichtbij” van de gemeente Alphen aan den Rijn staat: “Wij sluiten Green Deals met de Alphense samenleving. Deze dragen bij aan verduurzaming van de maatschappij op korte en langere termijn en zijn lonend voor de gemeente en de maatschappij. Doel van de Green Deals is laten zien dat groen en groei hand in hand gaan. We richten een fonds op van 1 miljoen euro voor duurzaamheid om het sluiten van Green Deals te stimuleren. Dit wordt eenmalig gefinancierd met Nuon-middelen. Wij gaan daarbij uit van stimulering (leningen) en niet van het verstrekken van subsidies.”
Green deals met de samenleving Bedrijven, inwoners en maatschappelijke organisaties lopen soms tegen knelpunten aan als ze een duurzaam initiatief willen realiseren. De gemeente Alphen aan den Rijn kan helpen om deze barrières te doorbreken door een Green Deal met ze aan te gaan. Een Green Deal hoeft niet altijd samen te gaan met een lening. De gemeente kan ook op andere manieren een duurzaam initiatief faciliteren. In het kaderdocument “Kaders voor Green Deals in Alphen aan den Rijn” zijn de voorwaarden vastgelegd voor de Green Deal in het algemeen en voor de Green Deal Lening die daaraan gekoppeld kan worden. Vastgelegd is dat het fonds van 1 miljoen euro vanaf 1 januari 2015 beschikbaar komt voor het verstrekken van Green Deal Leningen. De Verordening “SVn Stimuleringslening Green Deal Alphen aan den Rijn” is in februari 2015 door de Gemeenteraad vastgesteld. Vanaf dat moment kunnen initiatiefnemers zich bij de gemeente melden voor een Green Deal. S8.j
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
• In 2020 is de uitstoot van broeikasgassen 20 % lager dan het niveau in 1990; • In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie; •In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal.
Doelstelling/planning
Zoveel mogelijk duurzame initiatieven realiseren door het sluiten van Green Deals met de samenleving.
Uitvoering
2015-2020
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie
Financiën
Er is 1 mln euro beschikbaar voor het sluiten van Green Deal leningen.
Voortgangsindicator
•Aantal Green Deals die zijn gesloten • Indien van toepassing het aantal kWh opgewekt duurzame energie en/of het aantal tonnen CO2 reductie.
Schaliegasvrije gemeente In de ondergrond van de gemeente Alphen aan den Rijn zit naar grote waarschijnlijkheid de fossiele brandstof schaliegas. Door proefboringen kan vastgesteld worden hoeveel schaliegas er daadwerkelijk aanwezig is en of winning hiervan rendabel is. Eind augustus 2013 heeft minister Kamp van Economische Zaken aangekondigd de weg vrij te willen maken voor schaliegaswinning in Nederland. Schaliegas is een fossiele brandstof en zorgt tijdens de winning en tijdens het verbruik voor de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2. Proefboringen en winning van schaliegas betekenen risico’s voor ernstige langdurige vervuiling van de ondergrond en water. Schaliegas komt vrij door fraccen (scheuren van gesteente onder hoge druk met water, chemicaliën en zand). Hierdoor kunnen lichte aardbevingen ontstaan. Ook boven de grond is de impact groot. Alleen al de vele transportbewegingen van vrachtwagens die onder andere chemicaliën vervoeren. 52
Op dit moment wordt een landelijk milieu-effectonderzoek uitgevoerd naar de milieuaspecten die zich voordoen bij het ontginnen van schaliegas. Onderdeel van het mer-onderzoek is tevens de meest kansrijke locaties voor de winning van schaliegas vast te stellen. De resultaten van het mer-onderzoek worden tegen het eind van 2015 verwacht. De gemeente Alphen aan den Rijn heeft de lange termijn ambitie om in 2050 (voor zover mogelijk) fossiele brandstofvrij te willen zijn en zet in op het gebruik van duurzame energie bronnen en op energiebesparing. In het duurzaamheidsbeleid van de gemeente past daarom de winning van schaliegas (een nieuwe eindige bron van fossiele brandstof) niet. Als de resultaten van de landelijke onderzoeken bekend zijn ligt het voor de hand om, gezien de ambities van de gemeente, om Alphen aan den Rijn Schaliegasvrij te verklaren. S8.k
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
In 2050 fossiele brandstof vrij.
Doelstelling/planning
Alphen aan den Rijn verklaart zichzelf Schaliegasvrij.
Uitvoering
Als de resultaten van het landelijke onderzoek bekend zijn, de Raad een besluit te laten nemen over Schaliegas. Verwachting eind 2016.
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie
Financiën
Geen
Voortgangsindicator
N.v.t.
Circulaire Economie en biobased economie Economie en milieu gaan goed samen: duurzame innovaties leveren namelijk geld én banen op en versterken tevens de concurrentiepositie van de bedrijven in onze gemeente. Naast verduur zaming van het bedrijfsleven willen we ook de transitie naar een biobased en circulaire economie stimuleren. Oftewel het gebruik van biomassa voor niet-voedsel toepassingen en het hergebruik van materialen. Dit draagt bij aan een sterke concurrentiepositie, verduurzaming van de economie en uiteindelijk streven ernaar om minder afhankelijk te zijn van fossiele grondstoffen. Hierbij denken we aan het prikkelen van bedrijven tot duurzame innovaties of initiatieven door onder meer Green Deals of inzet milieubarometer. Het verbinden van initiatieven/partijen en netwerkvorming als basis voor de totstandkoming van duurzame innovaties. De economische potentie van het landschap en braakliggende stukken grond beter benutten, onder meer voor bijvoorbeeld zonnepanelen, proeftuinen of stadslandbouw. Ruimte bieden voor (ruimtelijke) experimenten. Regionale samenwerking op het gebied van biobased economy. Het bieden van een netwerk en platform functie als gemeente. Deze ideeën worden in 2015 nader verkend en waar mogelijk uitgewerkt in de economische visie die in 2015 wordt vastgesteld.
53
Duurzame bedrijvigheid en werklocaties Minder leegstand en toekomstbestendige werklocaties. Duurzaam ruimte gebruik is het uitgangspunt. Nieuwe locaties worden alleen ontwikkeld indien er een concrete vraag is die niet binnen bestaand stedelijk gebied kan worden opgevangen. Sommige werklocaties worden toekomstbestendig door (gedeeltelijk) te verkleuren naar andere functies. Kwaliteit gaat boven kwantiteit en de aandacht gaat dan ook naar herstructurering. Daarbij kan onder andere het instrument DPL worden ingezet. Tevens zal de ladder voor duurzame verstedelijking toegepast worden bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Ook de milieubarometer en Kansen bij Verkassen zijn instrumenten die worden ingezet om toekomstbestendigheid te bereiken en duurzame kansen optimaal te benutten. Ook deze ideeën worden in 2015 nader verkend en zo mogelijk uitgewerkt in de economische visie die in 2015 wordt vastgesteld.
54
S8.l
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Doelstelling/planning
• Economie en duurzaamheid gaan hand in hand op weg naar een circulaire en biobased economie. • Duurzame bedrijvigheid op duurzame en toekomstbestendige werk locaties
Uitvoering
Opstellen van de economische visie in 2015; Netwerk/platformfunctie bieden/organiseren voor duurzame initiatieven
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
REO
Financiën
€ 5.000,- per jaar.
Voortgangsindicator
Aantal netwerkbijeenkomsten waarbij Duurzaamheid prominent onderwerp is geweest
Onderzoek gebruik duurzame aardwarmte uit de bodem Om een compleet energie-neutrale gebouwde omgeving in 2050 te hebben gerealiseerd moet gebruik gemaakt worden van aardwarmte als duurzame bron. Het programmabureau Warmte Koude Zuid Holland wil gemeenten in Zuid-Holland graag projectmatig ondersteunen bij het maken van warmtekaarten voor hun grondgebied. Uitgangspunt is het in kaart brengen van de warmtebehoefte in de gebouwde omgeving. Om van daar uit te kunnen kijken naar de beste, haalbare, betaalbare mogelijkheden om in die warmtevraag te voorzien. Stap 1: is het kennen van de warmtebehoefte in de gebouwde omgeving op wijkniveau/ buurtniveau. Stap 2: is het kunnen inschatten van de verandering die de warmtevraag nog krijgt in de komende 10, 20 jaar - denk aan wijkrenovatie, sloop en nieuwbouw enz. Stap 3: is het inzicht in de verschillende mogelijkheden om in de warmtebehoefte te voorzien, en in de gevolgen die de verschillende mogelijkheden hebben qua ruimtebeslag, kosten, infrastructuur, externe effecten enz. Binnen Alphen aan den Rijn zal deze zich concentreren op technieken om gebruik te maken van aardwarmte. S8.m
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Ambitie
In 2050 is de gemeente energieneutraal én CO2-neutraal
Doelstelling/planning
Het in kaart brengen van de aardwarmtelagen in de bodem van Alphen aan den Rijn Inventariseren technieken en economische haalbaarheid toepassen aardwarmte als duurzame energiebron
Uitvoering
2015
Verantwoordelijkheid/ aanspreekpunt
Duurzaamheidsregie
Financiën
Ambtelijke uren
Voortgangsindicator
N.v.t.
55
4.9 Samenvatting projecten Samenleving In onderstaande tabel II zijn alle projecten die bijdragen aan het behalen van de ambities voor de samenleving in overzicht weergegeven. Tabel II: Samenvatting projecten samenleving
56
Nr.
Hoofdproject
Subproject/werkwijze
Verantwoordelijke
Uitvoering
S1
In 2020 is 75% huishoudelijk afval scheiden
Het gemeentelijk uitvoeringsprogramma VANG (Van Afval Naar Grondstof) wordt in 2015 aan de raad voorgelegd
BOR
2015-2020
S2
In de periode 2014-2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten
S2a: Fietsgebruik stimuleren door uitvoering nieuw fietsplan (o.a. verbetering fietsroutes, veiligheid en stallingsmogelijkheden verbeteren) S2b: openbaar vervoer stimuleren, door extra trein en busritten en verplaatsing carpoolplein N11 S2c: driemaal actie band op spanning S2d: bevorderen elektrisch rijden door oplaadpalen openbare ruimte S2e: extra aardgasvulpunt realiseren
S2a: BOR/Verkeer en Vervoer S2b: REO en BOR Verkeer en Vervoer S2c: Duurzaamheidsregie S2d: BOR Verkeer en Vervoer S2e: REO
S2a: 2015-2020 S2b: 2015-2020 S2c: 2015 S2d: 2015-2020 S2e: 2015/2016
S3
In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie
S3a: plaatsing windmolens langs N11 ruimtelijk mogelijk maken S3b: meer gemeentelijke gebouwen met zonnepanlen S3c: mogelijk maken dat braakliggende terreinen (tijdelijk) worden gebruikt voor zonnepanelen S3d: verstrekken duurzaamheidsen stimuleringsleningen
S2a: REO/Vergunning verlening S2b: energie coördinator S2c: REO/Vergunning verlening S2d: Duurzaamheidsregie
S2a: 2015/2016 S2b: 2015/2016 S2c: 2015-2020 S2d: 2015-2020 (zolang budget beschikbaar is)
S4
Sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld energielabel B; 80% particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal energielabel C
S4a: gemeente stimuleert corporaties door informatie over kansen (Rijks)beleid en goede voorbeelden S4b: duurzaamheid opnemen in prestatie-afspraken S4c: Corporaties plaatsen zelf zonnepanelen of maken het huurders mogelijk dit te doen S4d: Corporaties op de hoogte houden van project de Stroomversnelling
S2a: Corporaties/ Duurzaamheidsregie S2b: REO/ Corporaties S2c: corporatie/huurders/ investeerders S2d: Corporaties
S2a: 2015-2020 S2b: 2015/2016 S2c: 2015-2018 S2d: 2015-2018
S5
In 2020 zijn braakliggende terreinen (voor zover mogelijk) tijdelijk in gebruik voor duurzame initiatieven vanuit de samenleving
S5a: gemeente stimuleert nieuwe initiatieven door initiatiefnemers te helpen. S5b: Het versterken van gezonde voeding in combinatie met onderwijs en sport door het plaatsen van fruitbomen op sportvelden en schoolpleinen.
S2a: Wijken en Kernen, BOR en REO S2b: REO/BOR/MO
S2a: 2015-2020 S2b: 2015/2016
S6
In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid)
S6a: sanering/verplaatsing sierteeltbedrijven, nulmeting en herstructurering Greenport-West S6b: opzet IDC Greenport en EFRO-subsidie-aanvraag S6c: optimalisatie logistiek Greenport door pilots BUS-concept, aanbodplaats voor vrachten en elektrisch vervoer S6d: duurzaam transport door pilot sierteelt per container en haalbaarheidsonderzoek logistieke ‘hub’ in aansluiting met programma ‘Fresh corridor’ S6e: groenafval Greenport opwaarderen tot nieuwe producten
S6a: St. Greenport/ REO S6b: REO/St. Greenport S6c: St. Greenport/ REO S6d: REO/St. Greenport S6e: St. Greenport
S6a: 2015-2020 S6b: 2015/2016 S6c: 2015-2020 S6d: 2015-2020 S6e: 2015-2016
S7
Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar.
S7a: website duurzaamheid met o.a. mogelijkheid goede ideeën te delen S7b: beeldmerk ‘’t Groene Vinkje’ presenteren en toepassen S7c: NME maakt onderdeel uit van gemeente-brede opdracht ‘opgroeien en ontwikkelen’ S7d: organisatie excursies en inspiratiedagen
S6a: Duurzaamheidsregie S6b: energie coördinator S6c: Maatschappelijke ontwikkeling (MO) S6d: Wijken en Kernen, Tuinpad Rijneveld
S6a: 2015 S6b: 2015 S6c: 2015/2016 S6d: 2015-2020
57
S8
58
In 2050 is de gemeente energie neutraal en CO2-neutraal
S8a: instrument GPR Gebouw toepassen en bekendheid geven S8b t/m d: verduurzamen bedrijfsvoering van bedrijven door handhaving en energiescans (doel: 1% daling energieverbruik per jaar) S8e: plannen van aanpak vervoersmanagement voor 10 bedrijven S8f: gratis aanbieden aan bedrijven van de ‘Milieu barometer’ en ‘Kansen voor verkassen’ S8g: versterken integrale duurzaamheid Groene Hart door regionale samenwerking S8h: verkrijgen subsidies om gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen sneller te realiseren S8i: Stimuleren energiezuinig gedrag bij 10% van de huishoudens door het Duurzaam Bouwloket S8j: Green deals aangaan met de samenleving S8k: besluitvorming raad over ‘Alphen aan den Rijn Schaliegasvrij’ S8l: opstellen economische visie en organiseren platform duurzame initiatieven/circulaire, biobased economy S8m: onderzoek perspectieven gebruik aardwarmte
S6a: REO, project management, verg. verlening en inspectie S6b t/m d: ODMH S6e: ODMH S6f: ODMH, Duurzaamheidsregie S6g: Duurzaamheidsregie S6h: Duurzaamheidsregie S6i: Duurzaamheidsregie, ODMH S6j: Duurzaamheidsregie S6k: Duurzaamheidsregie S6l: REO S6m: Duurzaamheidsregie
S6a: 2015-2020 S6b t/m d: 20152020 S6e: 2016 S6f: 2015-2017 S6g: 2015-2020 S6h: 2015-2020 S6i: 2015-2020 S6j: 2015-2020 S6k: 2016/2017 S6l: 2015-2020 S6m: 2015
5. Monitoring De gemeenteraad heeft aangegeven dat er aantoonbare, meetbare én verifieerbare resultaten moeten worden geboekt. Hiervoor zal naast een helder geformuleerd uitvoeringsprogramma ook expliciet worden ingezet op adequate monitoring van duurzaamheid en klimaat in totaal voor de gemeente Alphen aan den Rijn en het uitvoeringsprogramma in het bijzonder. Hiervoor worden de volgende monitoringsinstrumenten gebruikt: Duurzaamheidsmonitor DPL; Enervisa-monitor (voorheen CO2-monitor); Een totaalmeetlat voor het uitvoeringsprogramma. DPL (DuurzaamheidsProfiel van een Locatie) is een instrument dat de duurzaamheid van een wijk of een bedrijventerrein meet. Het is ontwikkeld in opdracht van het Ministerie van VROM. Duurzaamheid is daarbij aan de hand van de internationaal gebruikte 3 P’s: Planet (Milieu), People (leefbaarheid) en Profit (economie), uitgewerkt in 25 aspecten. Het is de bedoeling dat DPL het monitoringsinstrument wordt om duurzaamheid bij gebieds ontwikkeling in Alphen aan den Rijn te monitoren. De Enervisa-monitor (voorheen CO2-monitor) geeft overheden de benodigde informatie voor het formuleren en monitoren van energie- en klimaatambities. Op basis van de ingevoerde projecten berekent de tool de gerealiseerde energiebesparing, duurzame energieopwekking en CO2-reductie. Veel monitoringsinstrumenten of meetlatten zijn ofwel heel globaal ofwel voor een belangrijk deel gericht op ‘natuurlijk kapitaal’ in een gemeente. Dat betekent dat zo’n meetlat bijvoorbeeld meet hoeveel hectare natuurgebied er in een gemeente is, maar dat zegt natuurlijk weinig tot niets over de resultaten die de gemeente boekt op het gebied van duurzaamheid. We gaan op zoek naar een geschikt instrument waarmee we onszelf, met geringe inspanning, kunnen vergelijken met andere gemeenten.
Verantwoording en Rapportages De monitoring van duurzaamheids- en klimaatprestaties vindt veelal continu plaats. Zo wordt elk gerealiseerd energiebesparend project direct in de Enervisamonitor gezet. Op wijk- en bedrijventerreinniveau vindt ten aanzien van het DPL-instrument vierjaarlijks een actualisatie plaats van de DPL-scores. Jaarlijks wordt een voortgangsrapportage opgesteld op basis van de dan beschikbare gegevens. Dit is tevens belangrijke input voor de jaarlijkse beoordeling van actualiteit van het uitvoerings programma.
59
6. Communicatie Met een goede communicatie versterkt de gemeente Alphen aan den Rijn haar duurzame imago en het helpt om de gezamenlijke ambities te behalen. Hiervoor wordt onder andere de samenwerking gezocht met partijen vanuit de samenleving. We bouwen zo gezamenlijk aan een gedegen netwerk op gebied van duurzaamheid. De doelgroepen worden actief geïnformeerd met behulp van positieve/goede voorbeelden op het gebied van duurzaamheid. Deze zetten anderen aan tot bijvoorbeeld een energiebewust(er) leven. Onderdeel van de kernboodschap is: “Duurzaamheid is van ons allemaal”. Beeldmerk Met het beeldmerk “’t Groene vinkje” wordt herkenbaarheid gegeven aan “groene en duurzame” initiatieven die door de gemeente worden ondersteund. Dit “Groene Vinkje” zal, in combinatie met een duurzaam initiatief gelanceerd worden. Gedurende het jaar zal bij verschillende duurzaamheidsactiviteiten het beeldmerk ‘geladen’ worden, waardoor inwoners het gaan associëren met duurzaamheid. Communicatiestrategie Bij de uitvoering van de projecten van het uitvoeringsprogramma worden verschillende communicatie-instrumenten ingezet om duurzaamheid onder de aandacht van de verschillende doelgroepen te brengen. In onderstaand kader zijn de verschillende instrumenten benoemd. Bij elk project wordt zorgvuldig afgewogen welke instrumenten ingezet gaan worden. De Communicatiestrategie rondom duurzaamheid en het uitvoeringsprogramma richt zich op: • • • • • • • • •
60
Als organisatie zelf het goede voorbeeld geven en goede voorbeelden belonen en ondersteunen. Bijvoorbeeld door het genereren van publiciteit/media-aandacht rondom duurzame initiatieven. Het actief uitdragen van de faciliterende en stimulerende maatregelen door de gemeente, evenals de resultaten hiervan. Inspireren en stimuleren door een platform te bieden waar partijen goede duurzame ideeën met elkaar kunnen delen en elkaar kunnen vinden, onder meer door DIVA (zie kader) of een digitaal platform. Laten zien hoe eenvoudig het is om energie te besparen en resultaten vertalen naar concrete en begrijpbare getallen/geld. Altijd het gedragscomponent (wat u zelf kunt doen) benoemen. Oplossingsgericht en met een tikje humor communiceren over kansen en mogelijkheden. Scholen, maatschappelijke- en belangenorganisaties actief betrekken bij de communicatie naar buiten toe. Hierdoor de communicatie zo veel mogelijk te bundelen en synergie creëren. Het duurzaamheidsbeeldmerk “’t Groene Vinkje” laden en herkenbaar maken als voorbeeld van een duurzaam initiatief/bedrijf/product. Aanhaken bij ander gemeentelijk beleid en dit benaderen vanuit duurzaamheidsgedachte.
Doelgroepen Inwoners van de Gemeente Alphen aan den Rijn Bedrijven en ondernemers in de Gemeente Alphen aan den Rijn Scholen Maatschappelijke organisaties Belangengroeperingen Pers (lokaal, regionaal, incidenteel landelijk én vaktijdschriften) Middelen, planning, organisatie Voor de communicatie vanuit de gemeente zijn de volgende middelen in te zetten; website, Week in beeld, Twitter, Facebook, digitale evenementenborden, AlphenActua en het persgesprek. Voor de interne communicatie wordt het intranet ingezet. Afhankelijk van de doelstelling wordt er gekozen voor één of meerdere middelen. Daarnaast wordt onderzocht welke gadget gebruikt kunnen worden om duurzaamheid onder de aandacht te brengen. Exacte invulling is afhankelijk van budget en initiatieven. Voor de planning is een communicatiekalender opgesteld, deze wordt minimaal 1x per maand bijgewerkt om zo aan te kunnen sluiten bij de actualiteiten. Monitoring en evaluatie De beoogde resultaten en doelstellingen worden actief gemonitord door gebruik te maken van het bewonerspanel. Aan de hand van een aantal vragen wordt geïnventariseerd hoe groot de bereidheid is tot duurzaam gedrag en welke aspecten hierbij het meest appelleren bij inwoners om tot gedrag over te gaan. Uiteraard wordt ook gekeken naar het huidige imago en of de communicatie inzet haar doel bereikt tot bewustwording bij doelgroepen als het gaat om duurzaamheid.
61
7. Financiën in dit hoofdstuk zijn de beschikbare en benodigde middelen weergegeven.
7.1 Menskracht Met de ambities in onze reisgids leggen we de lat hoog. Deze ambities realiseren we samen met de samenleving en de partners binnen de gemeente. Op iedere ambitie zetten we menskracht in. Daarbij gaat het om adviseurs en specialisten die werken binnen projecten en die veelal kennis en ervaring hebben met participatie en netwerken.
7.2 Financiële middelen Naast de inzet van personeel zijn er ook (structurele of jaarlijkse) uitvoeringsbudgettenbeschikbaar dan wel noodzakelijk. Deze zijn in onderstaande tabellen (tabellen III en IV) weergegeven. De benodigde middelen worden vooralsnog betaald vanuit bestaande budgetten. Tabel III. Beschikbare middelen
62
Bedrag
onderwerp
Toelichting
€441.900,-
Duurzaamheidsleningen
Lening voor duurzame maatregelen aan woning van particuliere huiseigenaren
€600.000,-
Stimuleringsleningen
Lening voor duurzame maatregelen aan gebouw of woning van huurders, VvE’s, scholen, (sport)verenigingen, non-profitorganisaties en coöperaties.
€1.000.000,-
Green Deal lening
Stellen initiatiefnemers, bedrijven en organisaties in staat om met een Green Deal Lening van de gemeente duurzame initiatieven te verwezenlijken.
€ 60.000,-
Duurzaamheidscommunicatie
Beeldmerk, website, publicaties, beleidsprogramma met spoorboekje, netwerkbijeenkomsten, duurzaamheidsambassadeurs, energiecoaches, bijdrage aan regionale energieakkoorden, stimuleren duurzaamheid wijkcomité’s.
Tabel IV. Benodigde middelen Bedrag
onderwerp
Structureel/incidenteel
€2.000,-
GPR licentie
Structureel
€ 800,-
DPL
Structureel
€ 1.000,-
FSC lidmaatschap
Structureel
€ 1.000,-
CO2/Enervisa monitor
Structureel
€ 1.000,-
Nieuwe monitorinsinstrument
Structureel
€ 2.500,-
Pilot Dobumattool
Vooralsnog incidenteel (pilot)
€ 1.200,-
Lidmaatschap Klimaatverbond NL
Structureel
€ 5.000,-
Duurzame Economie
Structureel
€ 5.000,-
Werkbudget duurzaamheidsregie
Structureel
€ 3.000,-
Lokale acties op verzoek college
Structureel
€ 20.000,€ 2.500,-
Structureel Incidenteel
De nog benodigde middelen komen op dit moment op een structureel (jaarlijks) bedrag uit van € 20.000,-. Deze middelen worden vooralsnog betaald uit bestaande budgetten.
7.3 Inzet vrijkomend geld door revolverende fondsen Om de ambities te kunnen behalen is het essentieel als, in ieder geval gedurende de looptijd van deze reisgids (2014-2020), het vrijkomende geld7 dat wordt gerealiseerd door besparingen en de revolverende fondsen niet terugvloeien in de algemene reserves van de gemeente, maar opnieuw worden ingezet voor duurzaamheid. Hieronder enkele voorbeelden: Het geld dat is gereserveerd voor de duurzaamheid-, stimulerings- en green deal leningen vloeit in de loop van 10, 15 en 20 jaar terug op de gemeenterekening van SVn. Gezien de successen die zijn/worden behaald met de leningen op gebied van duurzaamheid is het zeer aan te bevelen om de budgetten opnieuw in te zetten op duurzaamheid. Om de genoemde ambitie te bereiken ten aanzien van openbare verlichting is een voorwaarde dat de behaalde besparing op het energiebudget voor openbare verlichting wordt ingezet voor het uitvoeren van het vervangingsplan. Ten aanzien van de besparing die we behalen door het plaatsen van slimme meters8 op alle gemeentelijke elektriciteitsaansluitingen kunnen we meer bereiken door deze besparing de komende jaren opnieuw in te zetten voor het verder verduurzamen van het gemeentelijke energieverbruik.
7 Na aftrek van gemaakte kosten en voorgenomen bezuiningingen. 8 Simme meters geven op elk moment inzicht in het energieverbruik. Hiermee is monitoren en eventueel ingrijpen mogelijk.
63
Bijlage I: Verklarende woordenlijst
64
Woord/Uitdrukking
Verklaring
Agro-logistiek
Het vervoer, de opslag, de distributie en de regie (besturing, beheersing en organisatie) van de agrostromen (food en non-food) in de gehele agroketen. Deze keten loopt van grondstoffen tot consument
Biobased Economy
Biobased Economy (BBE) gaat over de overgang van een economie die draait op fossiele grondstoffen naar een economie die draait op biomassa als grondstof. In een biobased economy gaat het over het gebruik van biomassa voor niet-voedsel toepassingen. Deze toepassingen zijn bijvoorbeeld chemicaliën, materialen, transportbrandstoffen, elektriciteit en warmte.
Biogas
Biogas is een mengsel van hoofdzakelijk methaan en koolstofdioxide dat ontstaat door anaerobe (zonder zuurstof) vergisting. Groen gas wordt geproduceerd door opwerking van biogas tot aardgaskwaliteit. Biogas wordt ook gemaakt door vergassing van droge biomassa. Biogas wordt na opwaardering ook aangeduid met de term groen gas.
Biogasinstallatie
Een biogasinstallatie produceert biogas uit slib van de rioolwaterzuivering. Het biogas wordt vervolgens opgewaardeerd tot groen gas. Dit heeft dezelfde kwaliteit als aardgas, maar is vele malen duurzamer. Zowel bij de productie als bij het gebruik, doordat groen gas vrijwel geen lang cyclische CO2-uitstoot heeft.
Biomassa
Het biologisch afbreekbare gedeelte van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, alsmede het biologisch afbreekbare gedeelte van industrieel en huishoudelijk afval.
Biovergisting
Het winnen van biogas uit een mengsel van mest en organische restproducten (biomassa).
Bodemenergiesystemen
Bodemenergie is een duurzame techniek waarmee energie uit de bodem kan worden gewonnen. Bij bodemenergie wordt gebruik gemaakt van de warmte die van nature aanwezig is in de bodem en het grondwater. Daarmee is bodemenergie een vorm van duurzame en hernieuwbare energie.
CO2 compensatie
De hoeveelheid CO2 (broeikasgassen) die bij een eigen activiteit (bijvoorbeeld het productieproces) wordt uitgestoten op een andere plaats verminderen of vastleggen. Denk hierbij aan duurzame energie (wind en zon) of het planten van bomen.
CO2 neutraal (volgens gemeente Alphen aan den Rijn)
De term CO2-neutraal is de situatie waarbij de CO2-emissies binnen onze gemeentegrenzen (al dan niet na compensatie) ten hoogste nul zijn. Overige broeikasgassen, zoals methaan zijn hierin niet meegenomen. CO2 komt niet alleen vrij bij energieverbruik, vervoer is ook een belangrijke veroorzaker van dit broeikasgas.
DIVA Composteerinstallatie Dubomattool
De Inspiratie van Alphen: om partijen metfruitgoede met(gft) elkaar te verbinden. Installatie waarmee grote podium hoeveelheden groente-, enideeën tuinafval verwerkt worden tot compost. (Computer)programma dat gebruikt wordt om de meest duurzame keuze te maken bij materiaal gebruik in de openbare ruimte.
DuurzaamheidsProfiel van Locatie (DPL)
(Computer)programma om het duurzaamheidsprofiel van een wijk te kunnen berekenen op een 25 tal punten en te vergelijken met andere wijken. De sterke en zwakke punten op het gebied van duurzaamheid per wijk worden daarmee zichtbaar.
Duurzaamheidsagenda
Overzicht van de uitgangspunten voor een duurzame structuurvisie (beleid)
Duurzaamheidsbeleid
De maatregelen die een gemeente zich heeft voorgenomen om binnen een afgesproken periode een bepaald doel te bereiken op het gebied van duurzaamheid met gebruik van een afgesproken (oftewel: gebudgetteerde) hoeveelheid geld.
Duurzaamheids- en Stimuleringslening
Een lening via de gemeente, met een aantrekkelijke rentekorting voor energiebesparende maatregelen in en aan uw woning of gebouw.
Duurzaamheidsmarkt
Hier kan men inzicht krijgen in wat er allemaal mogelijk is rondom het onderwerp duurzaamheid.
Duurzaamheidsmonitor DPL
Meetinstrument waarmee DPL (Duurzaamheids Profiel van Locatie) bepaald kan worden.
Duurzaamheidsprofiel
Een duurzaamheidsprofiel geeft door middel van een gemiddeld rapportcijfer de kwaliteit van een bepaald gebeid weer. Een duurzaamheidsprofiel is opgebouwd uit 16 tot 25 thema’s die elk een apart rapportcijfer hebben.
Duurzame vergisting
Vergisten is de biologische omzetting van organisch afvalmateriaal waarbij biogas ontstaat, dat grotendeels bestaat uit methaangas en kooldioxide. Wanneer deze omzetting gebeurt op een manier die het milieu en de natuur zo min mogelijk belast, spreekt men van duurzame vergisting.
Duurzame economie
Een economie waarin groei, versterking van de concurrentiekracht en een toename van de werkgelegenheid gecombineerd worden met een beter beheer van ruimte, natuur en een vermindering van de milieudruk.
Ecologie
Wetenschap die onderzoekt hoe planten en dieren in verhouding staan tot elkaar en hun omgeving.
Ecologische waarden
Waarden voor een evenwichtig ecosysteem, bijvoorbeeld het belang van bossen voor de biodiversiteit, natuurwaarde, fauna en flora.
Energiehuishouding (warmtevraag, elektriciteitsvraag en brandstofvraag)
Het geheel aan energiestromen dat in Nederland plaatsvindt. Dit betreft enerzijds de winning, de in- en uitvoer en de voorraad en anderzijds het energieverbruik.
65
66
Energielabel
Dit label is een maatstaf voor de consument om te zien hoe zuinig, milieuvriendelijk en/of energiebesparend een aangekocht product (bijvoorbeeld een woning) is. Tevens geeft het label vaak informatie over de prestaties van het product en de gebruikte materialen bij de productie.
Energieneutraal (volgens gemeente Alphen aan den Rijn)
Energieneutraal houdt in dat we binnen onze regio net zoveel duurzame energie (zon, wind of biomassa) opwekken als dat we verbruiken binnen de gemeente . Alle huishoudens, bedrijven, scholen en zorginstellingen worden hierin meegenomen.
Enervisamonitor (voorheen CO2-monitor)
Enervisamonitor is onder de naam CO2-monitor ontwikkeld. De monitor is een (computer)programma dat door de gemeente wordt gebruikt om bijvoorbeeld uit te rekenen hoeveel CO2 reductie een duurzaam project opleverd.
Extensieve recreatie
Een vorm van recreatie die nauwelijks verstorend is voor natuur en bewoners van het gebied en waarvoor nauwelijks voorzieningen aangelegd hoeven te worden.
Fossiele brandstoffen
De belangrijkste fossiele brandstoffen zijn aardolie, aardgas en steenkool. Het zijn koolstofverbindingen die zijn ontstaan uit resten van plantaardig en dierlijk leven van miljoenen jaren oud.
Fossiele brandstofvrij
Het niet meer gebruikmaken van fossiele brandstoffen.
FSC-certificaten
Het FSC keurmerk (Forest Stewardship Council) is internationaal het bekendste keurmerk voor duurzaam hout. Het Forest Stewardship Council, is een internationale organisatie die verantwoord bosbeheer stimuleert. FSC stelt wereldwijde standaarden voor bosbeheer op, met daaraan gekoppeld een keurmerk. De stichting streeft naar het verhogen van het aandeel FSC-hout en -papier in Nederland. De kern van het werk van FSC is zorgen dat bossen, zowel tropische als niet-tropische, goed worden beheerd.
GPR gebouw
Meetinstrument waarmee de duurzaamheid van bestaande bouw, nieuwbouw en renovatie van woning- en utiliteitsbouw gemeten wordt.
Green Deal
Afspraken tussen partijen en gemeenten om duurzame plannen uit te kunnen voeren.
Greenport
Een Greenport is de term die in Nederland wordt gebruikt voor een groot tuinbouwcluster, waarin planten, bomen, bollen, bloemen en groenten worden geproduceerd en verhandeld. Het grootste deel van de productie gebeurt onder glas (de glastuinbouw, maar een belangrijk deel - vooral de bollenteelt en boomsierteelt - ook in de open lucht. Behalve productie en handel is er sprake van een hele keten van activiteiten met kassenbouw, techniek, transport, onderwijs en onderzoek, veredeling e.d. Alles bij elkaar vertegenwoordigen de Greenports een grote economische waarde, ook internationaal gezien.
Groene golven
Een groene golf is een term uit de verkeerskunde en houdt in dat verkeer (meestal automobilisten, maar vaak ook openbaar vervoer en soms zelf fietsers) op een verkeersweg met meerdere verkeerslichten kunnen doorrijden zonder te hoeven stoppen (elk licht staat op groen bij het passeren).
‘t Groene vinkje
Beeldmerk van de gemeente Alphen aan den Rijn dat aangeeft dat een activiteit duurzaamheidswaarde heeft.
Groengasauto
Auto die rijdt op groengas. Groengas is de duurzame variant van aardgas en wordt gemaakt door biogas op te waarderen tot aardgaskwaliteit. Groengas is een niet-fossiele brandstof. Het is vrijwel CO2 neutraal.
Handleiding Gebiedsgericht Beleid
Bij gebiedsgericht beleid gaat het om een afgestemde inzet van beleid, maatregelen en instrumenten in een bepaald gebied. De kenmerken zijn opgenomen in een handleiding gebiedsgericht beleid. Er wordt in beschreven welke maatregelen en instrumenten nodig zijn om doelen te bereiken en hoe de samenwerking in het gebied waar het om gaat vorm moet krijgen.
Hernieuwbare energie
Energiebronnen die onuitputtelijk zijn en telkens opnieuw kunnen worden gebruikt voor het opwekken van energie. Voorbeelden hiervan zijn waterkracht, zonne-energie (via zonnepanelen), windenergie (via windturbines) en energie uit biomassa (bv. vergisting van groente-, fruit- en tuinafval, vergisting van mest of slib of verbranding van houtafval).
IVN
Het Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid (IVN) is een landelijke organisatie die werkt aan een duurzame samenleving. Door mensen zelf in aanraking te brengen met de natuur zijn zij zich pas écht bewust van de waarde ervan. Daarom laten zij jong en oud de natuur van dichtbij beleven.
Klimaatprogramma
Een beleids- en uitvoeringsprogramma waarin de visie en ambities en de uit te voeren projecten zijn vastgelegd op het gebied van duurzaamheid en klimaat.
De Lansing
Natuur- en recreatiegebied gelegen op zowel het grondgebied van de gemeente Reeuwijk als van de gemeente Boskoop. Het gebied ligt verscholen tussen de boomkwekerijen en nauwelijks zichtbaar vanaf de openbare weg. Een oase van rust tussen de intensief gebruikte kwekerijgronden. In de afgelopen 40 jaar heeft Jan van Leeuwen het poldergebied een aanzien gegeven zoals het er 100 jaar geleden uitgezien moet hebben.
LED-verlichting
LED (Light Emitting Diode) is een duurzaam en milieuvriendelijk soort verlichting door een laag energieverbruik en lange levensduur.
Milieubarometer
De Milieubarometer is een online tool waarmee de milieuprestatie, CO2-footprint en bijbehorende kosten van een bedrijf of organisatie zichtbaar worden gemaakt. Ingevulde gegevens over energie, water, afval, emissies, transport en papierverbruik worden vertaald naar de CO2-footprint en snel terug te verdienen tips. De uitkomsten kunnen vergeleken worden met branchegemiddeldes.
Milieurendement
De kosteneffectiviteit van milieumaatregelen die de relatie weergeeft tussen de verrichte inspanning gemeten in kosten en het bereikte milieueffect.
Monitoringsinstrumenten
Instrumenten (meestal computerprogramma’s) die ingezet worden om de resultaten van het beleid en van projecten op het gebied van duurzaamheid te meten.
67
68
Natuur- en milieueducatie
Natuur- en milieueducatie (NME) betreft alle vormen van (systematische en planmatige) leeractiviteiten met betrekking tot natuur, ecologie, milieu, landschap en duurzaamheid. Vaak met als achterliggende gedachte dat bekendheid hiermee en kennis hiervan zal leiden tot meer betrokkenheid, respect, natuur- en milieuvriendelijk handelen en daarmee tot duurzaamheid en leefbaarheid van de samenleving.
Omgevingsdienst
De omgevingsdienst is een regionale dienst die de wettelijke milieutaken voor gemeenten en de provincie uitvoert.
Regionaal beleidskader Duurzame Stedenbouw
Het Regionaal beleidskader Duurzame Stedenbouw beschrijft een planproces en prestatieafspraken gekoppeld aan ambitieniveaus.
Restafval
Restafval is het gedeelte van het huishoudelijk afval (maar ook van industrieel en bedrijfsafval) dat overblijft nadat al het recyclebare afval is gescheiden.
Stadslandbouw
Stadslandbouw is het telen, oogsten en afzetten van voedsel in of in de nabijheid van een stad. Onder stadslandbouw valt ook veeteelt en de kweek van vissen voor consumptie.
Structuurvisie Buitengebied
De Structuurvisie legt op hoofdlijnen vast wat de kenmerken en hoofdfuncties van buitengebieden zijn.
Uitplaatsingslocatie
De plek (locatie) waar een functie wordt weggehaald of beëindigd en het voortzetten/opbouwen van de functie elders. Uitplaatsing is erg duur en moet meestal samenvallen met bedrijfsinvesteringen om haalbaar te zijn.
Uitvoeringsprogramma
Het ‘spoorboekje’ behorend bij deze reisgids voor duurzaamheid in Alphen aan den Rijn 2014-2020. Hierin zijn de ambities vertaald naar concrete uitvoerbare projecten.
Verkeerscirculatieplannen
Een verkeerscirculatieplan (VCP) is een verkeersplan waarin verschillende functies worden beschreven zoals het beleid dat gevoerd wordt, het kader waaraan getoetst wordt en een plan waarin voorgenomen maatregelen beschreven zijn. Het accent bij een verkeerscirculatieplan ligt op de hoofdinfrastructuur van een gemeente en de belangrijke verkeersrelaties met omliggende gebieden.
Wettelijke grenswaarden
De maximaal toegestane waarden vastgelegd in wetgeving.
Wettelijke milieutaken
De uit te voeren taken op grond van de Wet milieubeheer.
Bijlage II: Duurzame Greenport pilots Duurzame agrologistiek (S6.c) In de Greenport regio Boskoop is een efficiency slag nodig in de logistiek rond de bedrijven. Met name de oost-west verbinding in Boskoop vormt een logistiek knelpunt. Er worden 3 pilots opgestart die allen positief zullen bijdragen aan de leefbaarheid in de kernen, kosten- en tijdreductie voor bedrijven, CO2 reductie door minder transportbewegingen en een beginnende samenwerking binnen de Greenport.
Pilot voorstel 1: BUS concept Er rijden op gezette tijden wagens rond om bij kwekers orders op te halen tegen een aantrekkelijk tarief en deze direct te leveren aan de verschillende handelspartijen binnen de greenport. Via een methodiek (app, website, lamp) kan er kenbaar gemaakt worden dat er een vracht is die moet worden opgehaald. Dit is voor kwekers heel laagdrempelig en het is dan meestal NIET interessant om met eigen vervoer te rijden. Deze pilot kan klein beginnen en uitgroeien naar een grotere samenwerking en nieuwe inzichten door het bundelen van grotere vrachten en meer te regelen via automatisering.
Pilot voorstel 2: aanbodplaats van vrachten Het idee is om de beladingsgraad van trucks te verhogen door vrachten in een systeem aan te bieden. Hier kunnen transporteurs op intekenen of akkoord geven. Er zal een systeem worden opgezet waarmee gewenste leveringen of vrachten kenbaar gemaakt kunnen worden. Ook in deze pilot zal klein worden gestart met een aantal lokale transporteurs. Bij succes zal dit worden opgeschaald.
Pilot voorstel 3: elektrisch vervoer De derde pilot is om transporteurs over te laten gaan op elektrisch vervoer. Met name voor de BUS in pilot 1 is elektrisch rijden heel geschikt. De idee is om aan 1à 2 leveranciers van truck/bakwagens te vragen of zij hiervoor test wagens beschikbaar willen stellen. Op die manier kan onderzocht worden of het rendabel en toepasbaar is. Het doel is dat dit project na de pilot zonder bijdrage van de overheid verder kan. De kracht is, dat het kosteneffectief kan zijn en het gedragen kan worden door de stakeholders, waardoor er sneller medewerking is en inzet wordt geleverd. Op dit moment wordt naar financiering gezocht om te kunnen starten
69
Greenports-Mainports (S6.d) Samenwerking tussen Greenport productiesector (Boskoop) en Mainport dienstensector (Rotterdamse haven) kan marktvergroting voor de Greenport opleveren en duurzaam transport over weg, water en spoor. Er wordt in dit kader een pilot opgestart om sierteeltproducten te vervoeren in gestandaardiseerde 20’’ en 40’’ reefer-containers. Deze containers kunnen via het water of per trein naar het achterland vervoerd worden dan wel via de haven van Rotterdam naar bestemmingen elders in de wereld. Ook wordt er een haalbaarheidsonderzoek opgestart om een praktische invulling te vinden voor de rol die Boskoop kan vervullen als logistiek centrum.
Pilot vervoer sierteelt-producten per container. Op dit moment vindt het vervoer van sierteeltproducten voornamelijk over de weg plaatst. Om een duurzame agro-logistieke keten te realiseren voor de sierteelt is het vervoer van deze producten over het water en/of per trein een kans. Vervoer over water is heel duurzaam. Er zal een pilot worden opgestart om sierteeltproducten te vervoeren in gestandaardiseerde 20’’ en 40’’ reefer-containers. Deze containers kunnen via het water of per trein naar het achterland vervoerd worden dan wel via de haven van Rotterdam naar bestemmingen elders (Scandinavië, Portugal, etc.). Voordeel voor de Rotterdamse haven is dat dit de export markt vergroot, momenteel gaan vele containers leeg terug naar elders. Deze pilot heeft tot doel om in de praktijk te laten zien hoe sierteeltproducten per reefer over het water vervoerd kunnen worden.
Haalbaarheidsonderzoek Boskoop als logistieke hub (centraal overslagpunt) Er zal een haalbaarheidsonderzoek worden opgestart om een praktische invulling te vinden voor de rol die Boskoop kan vervullen als logistiek centrum. Naast de grote hubs als de Mainport Schiphol/Aalsmeer en Venlo zal Boskoop juist een niche speler worden voor het leveren van toegevoegde waarde. Aansluiting op de Fresh Corridor is hierbij een randvoorwaarde. Het driejarig programma van Fresh Corridor richt zich op maatregelen voor vervoer van versproducten met de binnenvaart tussen het Rotterdams havengebied en de greenports. De snel toenemende containerisatie van internationale vers logistiek biedt nieuwe kansen voor samenwerking tussen de greenports en de mainport Rotterdam, ter versterking van de concurrentiekracht en verbetering van duurzaamheid. Het resultaat van dit haalbaarheidsonderzoek is een concreet stappenplan voor het realiseren van een duurzaam agro logistiek park met hoge toegevoegde waarde gevestigd op het PCT-terrein.
70
Bijlage III: Format Stoplichtrapportage Nr.
Hoofdproject
Subproject
Verantwoordelijke Status
G1
In 2018 alleen nog maar ten minste energieneutraal bouwen bij gemeentelijke plannen en projecten;
Afspraken maken voor het borgen van deze ambitie. (eis opnemen in bouw vergunningen)
Projecten/IB/ Inkoop/Vergunningverlening
G2
In 2020 20% besparing ten opzichte van 2013 in de openbare verlichting en verkeersinstallaties.
Reguliere vervangingsritme aanhouden.
BOR
G3
In 2020 is dankzij energiemanagement 5 % energie bespaard bij gemeentelijke aansluitingen.
Kostenbesparing en CO2-reductie door plaatsing van slimme meters en monitoring van verbruik gemeentelijke aansluitingen.
BOR/ Energiecoördinator
G4
In 2020 is 100% van het elektraverbruik en 50% van het gasverbruik van de gemeentelijke organisatie regionaal ‘vergroend’
Aankoop van regionale Garanties van Oorsprong. Actief zoeken naar regionale projecten.
BOR/ Energiecoördinator/ ODMH
Niet gestart
Toelichting
71
72
Nr.
Hoofdproject
Subproject
Verantwoordelijke Status
G5
In 2020 100% duurzaam inkopen. In alle aanbestedingen wordt Duurzaamheid meegenomen in eis, selectiecriteria en/of gunningscriterium
G5a: In 2016 is duurzaamheid een belangrijk onderdeel van het moederbestek G5b: In 2016 is duurzaamheid een vast onderdeel Emvi-criteria bij inkoop, aanbestedingen en bestekken; G5c: In 2015 pilot duurzame materialentool Dubomat. G5d: Duurzaamheid toevoegen aan het Inkoophandboek G5e: Duurzaamheid onderdeel van Europese aanbestedingen en de meer voudig onderhandse aanbestedingen. G5f: Vanaf 2015 bij vervangen ICT duurzaamheid zwaarder laten meewegen G5g: Aanpak en uitvoering FSC convenant
G5a: BOR/IB/Inkoop G5b: BOR/IB/Inkoop G5c: IB G5d: Inkoop G5e: Inkoop G5f: I&A G5g: Inkoop/IB/ BOR/ Duurzaam heidsregie
G6
Gemeentelijk vastgoed in 2025 energieneutraal.
• Afronden plaatsen slimme meters. Vervolgens analyse slimme meters; • Korte termijn inzicht; • Verbeteren exploitatie WKO’s; • Isolatieverbetering op moment dat installatie en/of gebouw aan groot onderhoud toe is; • Inregelen binnenklimaat gemeentehuis; • Regionale vergroening van ons energieverbruik; • Haalbaarheidsonderzoek; • notitie “vastgoed en energie” waarin de doelstellingen en acties voor de komende jaren nader worden uitgewerkt; • Vanaf 2016 energiescans uitgevoerd (en maatregelen genomen bij de daarvoor geselecteerde gebouwen);
Vastgoed/ Energiecoördinator
Niet gestart
Toelichting
Nr.
Hoofdproject
Subproject
Verantwoordelijke Status
G7
Verduurzaming Alphense wijken en bedrijventerreinen (ADP≥ 7)
G7a: Nulsituatie Alphen Duurzaamheids profiel (ADP) hele gemeente gepresenteerd en bekend gemaakt. G7b: gemeentelijke projecten streefwaarde ADP ≥7 G7c: herstructurering bedrijventerreinen ADP ≥ 6,5 G7d: introductie gebiedsgericht beleid G7e: uitwerking milieukwaliteitsprofielen (gebiedsgerichte ambities) G7f: implementatie duurzame gebiedsontwikkeling (in kader Omgevingswet)
G7a: Duurzaamheidsregie G7b: Alle afdelingen G7c: Alle afdelingen G7d: Duurzaam heidsregie G7e: Alle afdelingen G7f: Alle afdelingen
G8
De medewerkers van de gemeentelijke organisatie zijn zich nog meer bewust van het belang van duurzaamheid.
G8a t/m b inzet interne duurzaamheids ambassadeurs G8c: duurzaamheid vast onderdeel besluitvorming G8 d t/m f: digitalisering dienstverlening G g t/m k: duurzaamheidskansen ICT intern gebruiken G8l: toepassing ‘lean’-filosofie G8m: stimuleren gebruik fiets medewerkers G8n: stimuleren gebruik fiets medewerkers
G8a en b: Duurzaamheidsregie/ Alle afdelingen G8c: Duurzaamheidsregie/ Alle afdelingen G8d t/m f: Publieks dienstverlening/I&A G8g t/m k: I&A G8l: DT G8m: P&O G8n: P&O
S1
In 2020 is 75% huishoudelijk afval scheiden
Het gemeentelijk uitvoeringsprogramma VANG (Van Afval Naar Grondstof) wordt in 2015 aan de raad voorgelegd
BOR
Niet gestart
Toelichting
73
74
Nr.
Hoofdproject
Subproject
Verantwoordelijke Status
S2
In de periode 2014-2020 wordt 12.000 ton CO2 bespaard door binnen de gemeentegrenzen uitgevoerde projecten
S2a: Fietsgebruik stimuleren door uitvoering nieuw fietsplan (o.a. verbetering fietsroutes, veiligheid en stallingsmogelijkheden verbeteren) S2b: openbaar vervoer stimuleren, door extra trein en busritten en verplaatsing carpoolplein N11 S2c: driemaal actie band op spanning S2d: bevorderen elektrisch rijden door oplaadpalen openbare ruimte S2e: extra aardgasvulpunt realiseren
S2a: BOR/Verkeer en Vervoer S2b: REO en BOR, Verkeer en Vervoer S2c: Duurzaam heidsregie S2d: BOR Verkeer en Vervoer S2e: REO
S3
In 2020 bestaat het energieverbruik voor minimaal 14% uit duurzaam opgewekte energie
S3a: plaatsing windmolens langs N11 ruimtelijk mogelijk maken S3b: meer gemeentelijke gebouwen met zonnepanelen S3c: mogelijk maken dat braakliggende terreinen (tijdelijk) worden gebruikt voor zonnepanelen S3d: verstrekken duurzaamheids- en stimuleringsleningen
S2a: REO/Vergunningverlening S2b: energie coördinator S2c: REO/Vergunning verlening S2d: Duurzaamheidsregie
S4
Sociale huurwoningen hebben in 2020 gemiddeld energielabel B; 80% particuliere huurwoningen hebben in 2020 minimaal energielabel C
S4a: gemeente stimuleert corporaties door informatie over kansen (Rijks)beleid en goede voorbeelden S4b: duurzaamheid opnemen in prestatieafspraken S4c: Corporaties plaatsen zelf zonnepanelen of maken het huurders mogelijk dit te doen S4d: Corporaties op de hoogte houden van project de Stroomversnelling
S2a: Corporaties/ Duurzaamheids regie S2b: REO/ Corporaties S2c: corporatie/ huurders/ investeerders S2d: Corporaties
Niet gestart
Toelichting
Nr.
Hoofdproject
Subproject
Verantwoordelijke Status
S5
In 2020 zijn braakliggende terreinen (voor zover mogelijk) tijdelijk in gebruik voor duurzame initiatieven vanuit de samenleving
S5a: gemeente stimuleert nieuwe initiatieS2a: Wijken en ven door initiatiefnemers te helpen. Kernen, BOR en REO S5b: Het versterken van gezonde voeding S2b: REO/BOR/MO in combinatie met onderwijs en sport door het plaatsen van fruitbomen op sportvelden en schoolpleinen
S6
In 2020 is de logistiek rond de Greenport geoptimaliseerd (ten behoeve van CO2 reductie, leefbaarheid en toekomstbestendigheid)
S6a: sanering/verplaatsing sierteeltbedrijven, nulmeting en herstructurering Greenport-West S6b: opzet IDC Greenport en EFRO-subsidie-aanvraag S6c: optimalisatie logistiek Greenport door pilots BUS-concept, aanbodplaats voor vrachten en elektrisch vervoer S6d: duurzaam transport door pilot sierteelt per container en haalbaarheidsonderzoek logistieke ‘hub’ in aansluiting met programma ‘Fresh corridor’ S6e: groenafval Greenport opwaarderen tot nieuwe producten
S6a: St. Greenport/ REO S6b: REO/St. Greenport S6c: St. Greenport/ REO S6d: REO/St. Greenport S6e: St. Greenport
S7
Inwoners zijn zich elk jaar meer bewust van het belang van natuur, milieu en duurzaamheid in hun directe leefomgeving en handelen hiernaar.
S7a: website duurzaamheid met o.a. mogelijkheid goede ideeën te delen S7b: beeldmerk ‘’t Groene Vinkje’ presenteren en toepassen S7c: NME maakt onderdeel uit van gemeente-brede opdracht ‘opgroeien en ontwikkelen’ S7d: organisatie excursies en inspiratiedagen
S6a: Duurzaamheidsregie S6b: energie coördinator S6c: Maatschappe-lijke ontwikkeling (MO) S6d: Wijken en Kernen, Tuinpad Rijneveld
Niet gestart
Toelichting
75
Nr.
Hoofdproject
Subproject
Verantwoordelijke Status
S8
In 2050 is de gemeente energieneutraal en CO2-neutraal
S8a: instrument GPR Gebouw toepassen en bekendheid geven S8b t/m d: verduurzamen bedrijfsvoering van bedrijven door handhaving en energiescans (doel: 1% daling energieverbruik per jaar) S8e: plannen van aanpak vervoersmanagement voor 10 bedrijven S8f: gratis aanbieden aan bedrijven van de ‘Milieubarometer’ en ‘Kansen voor verkassen’ S8g: versterken integrale duurzaamheid Groene Hart door regionale samenwerking S8h: verkrijgen subsidies om gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen sneller te realiseren S8i: Stimuleren energiezuinig gedrag bij 10% van de huishoudens door het Duurzaam Bouwloket S8j: Green deals aangaan met de samen leving S8k: besluitvorming raad over ‘Alphen aan den Rijn Schaliegasvrij’ S8l: opstellen economische visie en organiseren platform duurzame initiatieven/circulaire, biobased economy S8m: onderzoek perspectieven gebruik aardwarmte
S6a: REO, projectmanagement, verg.verlening en inspectie S6: ODMH S6e: ODMH S6f: ODMH, Duurzaamheidsregie S6g: Duurzaamheidsregie S6h: Duurzaamheidsregie S6i: Duurzaamheidsregie, ODMH S6j: Duurzaamheidsregie S6k: Duurzaamheidsregie S6l: REO S6m: Duurzaamheidsregie
Legenda voortgang Groen, voortgang ligt op schema Geel, voortgang is vertraagd; toelichting gewenst Rood, voortgang stagneert of project is vroegtijdig beëindigd, toelichting verplicht
76
Niet gestart
Toelichting
77
78
79
COLOFON
80
Datum:
mei 2015
Opsteller:
Duurzaamheidsregie gemeente Alphen aan den Rijn
Vormgever:
Verheul communicatie
Bron foto’s en illustraties:
gemeente Alphen aan den Rijn;
Voor meer info:
www.alphenaandenrijn.nl
mailto:
[email protected] o.v.v. duurzaamheidsloket