CONCEPT Beoordelingskaders ten behoeve van de ontwikkeling van een nieuw accreditatiestelsel in Nederland en Vlaanderen 21 april 2009
Inho oud 1
Opbouw van v het stelsel
2
Instellingsaudit 2.1 O Opzet 2.2 B Beoordelingska ader voor de instellingsaud i it 2.3 S Samenstelling van de auditc commissie 2.4 B Beoordelingsp roces 2.4.1 Bestuurlijk B ove erleg 2.4.2 Accreditatiepor A rtret 2.4.3 Kritische K reflecctie 2.4.4 Locatiebezoek L k 2.4.5 Beoordelingsp B rocedure binn nen de auditco ommissie 2.4.6 Adviesrapport A 2.5 N NVAO-besluitv vorming 2.6 V Verplichte documentatie 2.6.1 Basisgegevens B s over de inste elling 2.6.2 Verplichte V bijla agen bij de krittische reflectie e 2.6.3 Documenten D te er inzage tijde ens de bezoekken
6 6 7 9 9 9 9 10 10 12 12 13 13 13 14 14
3
Beperkte opleidingsbe eoordeling 3.1 O Opzet 3.2 B Beoordelingska ader voor de beperkte b o opleidingsbeoo ordeling van het visitatiepanel 3.3 S Samenstelling roces 3.4 B Beoordelingsp 3.4.1 Kritische K reflecctie 3.4.2 Locatiebezoek L k 3.4.3 Beoordelingsp B rocedure binn nen het visitatiiepanel 3.4.4 Beoordelingsra B apport 3.5 N NVAO-besluitv vorming 3.6 V Verplichte documentatie 3.6.1 Basisgegevens B s over de ople eiding 3.6.2 Verplichte V bijla agen bij de krittische reflectie e 3.6.3 Documenten D te er inzage tijde ens het bezoekk
15 15
Uitgebreide opleidings sbeoordeling g 4.1 O Opzet 4.2 B Beoordelingska ader voor de uitgebreide u o opleidingsbeoo ordeling van het visitatiepanel 4.3 S Samenstelling roces 4.4 B Beoordelingsp 4.4.1
22 22
4
4
16 17 18 18 19 19 19 20 20 20 21 21
23 27 28
4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.5
Kritische e reflectie 28 Locatiebezoekk L 29 B Beoordelingsp rocedure binn nen het visitatiiepanel 29 B Beoordelingsra apport 29 N NVAO-besluitv vorming 30
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pa agina 2
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3
Verplichte documentatie V B Basisgegevens s over de ople eiding V Verplichte bijla agen bij de krittische reflectie e D Documenten te er inzage tijde ens het bezoekk
30 30 31 32
5
Beperkte Toets Nieuw we Opleiding (TNO) ( 5.1 O Opzet 5.2 B Beoordelingska ader voor de beperkte b TNO O 5.3 S Samenstelling van het visitatiepanel roces 5.4 B Beoordelingsp 5.4.1 In nformatiedosssier 5.4.2 Locatiebezoek L k 5.4.3 Beoordelingsp B rocedure binn nen het visitatiiepanel 5.4.4 Adviesrapport A 5.5 N NVAO-besluitv vorming 5.6 V Verplichte documentatie 5.6.1 Basisgegevens B s over de ople eiding 5.6.2 Verplichte V bijla agen bij het infformatiedossie er 5.6.3 Documenten D te er inzage tijde ens het bezoekk
33 33 34 35 36 36 36 37 37 37 38 38 39 39
6
Uitgebreide Toets Nieuwe Opleidin ng (TNO) 6.1 O Opzet 6.2 B Beoordelingska ader voor de uitgebreide u TN NO 6.3 S Samenstelling van het visitatiepanel roces 6.4 B Beoordelingsp 6.4.1 In nformatiedosssier 6.4.2 Locatiebezoek L k 6.4.3 Beoordelingsp B rocedure binn nen het visitatiiepanel 6.4.4 Adviesrapport A 6.5 N NVAO-besluitv vorming 6.6 V Verplichte documentatie 6.6.1 Basisgegevens B s over de ople eiding 6.6.2 Verplichte V bijla agen bij het infformatiedossie er 6.6.3 Documenten D te er inzage tijde ens het bezoekk
40 40 41 45 46 46 46 46 47 47 48 48 48 49
7
Bijzonderre kenmerken n 7.1 A Achtergrond 7.2 C Criteria voor ee en bijzonder kenmerk k
50 50 50
8
Bezwaar en beroep
52
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pa agina 3
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
1 Opb bouw van n het stels sel Accre editatie vindt in n het onderhavige stelsel on nverminderd plaats p op het n niveau van de opleid ding. Een inste elling kan daa arnaast een zo ogeheten inste ellingsaudit laten verrichten door de NV VAO. Wannee er door de NVA AO bij een dergelijke grondige doorlichtin ng is vastgeste eld dat de e kwaliteitszorrg van een insstelling zó goe ed op orde is dat d de kwaliteitt van de opleid dingen stelselm matig en waarr nodig verbetterd wordt, kom mt de instelling in een ande er accre editatieregime terecht. In een dergelijk reg gime geschied dt de accredita atie van opleid dingen op ee en andere wijzze dan wannee er er geen pos sitieve instellin ngsaudit is. In dit regime beoorrdeelt een visiitatiepanel van n onafhankelijke deskundige en een opleidiing op een kle ein aanta al standaarden n die het hart van v de onderw wijskwaliteit be etreffen, en acccrediteert de NVAO O op basis daa arvan al dan niet n een opleid ding. De docen nten kunnen h hun aandacht en energ gie steken in verbetersugge v sties van desk kundigen die over o de kern vvan hun onderrwijs gaan en hoeven zicch minder bezzig te houden met randvoorw waardelijke fa acetten die me eer op het niiveau van de instelling i ligge en. Op instellin ngsniveau is im mmers al aang getoond dat een instelling voor die onderwerpen o v vertrouwen ve erdient. Het is een stelsel wa aarin: a. door d de instelllingsaudit de interne kwalite eitscultuur insttellingsbreed e een impuls krijjgt; b. bij b de opleidingsaccreditatie e de aandachtt ligt bij de esssentie van het onderwijs: ( (verbetering v van) de inhoud delijke kwaliteit; c. een e goede balans ontstaat tussen de maat nemen van n opleidingen e enerzijds en de v verbeterfunctie e anderzijds. 1
lsel bevat in elk a e geval zes beoordelingska b aders : Het accreditatieste 2 een kader op instellingsnive 1. eau voor de ‘in nstellingstoetss kwaliteitszorrg’ , de zogenoemde instellingsau udit; een kader op opleidingsniveau met ‘bepe 2. erkte beoordelingscriteria acccreditatie bij 3 instellingen diie met positieff gevolg de ins stellingsaudit hebben h doorlo open’ , de zogenoemde beperkte oplleidingsbeoordeling; 3. ebreide beoord delingscriteria a voor verlenen van een kader op opleidingsniveau met ‘uitge 4 mde uitgebreiide opleidingsbeoordeling g (noodzakelijk bij accreditatie’ , de zogenoem een negatieve e instellingsau udit of indien een e instelling geen g instelling gsaudit heeft aangevraagd)); 4. een kader op opleidingsniveau met ‘bepe erkte beoordelingscriteria to oets nieuwe opleiding bij in nstellingen die e met positief gevolg g de insttellingsaudit hebben doorlop pen’5, de zogenoem mde beperkte TNO; 5. een kader op opleidingsniveau met ‘uitge ebreide beoord delingscriteria a voor verlenen 6 o , de e zogenoemde e uitgebreide e TNO (noodza akelijk bij een toets nieuwe opleiding’
1 2
Deze indeling is gemaakt op o grond van het Nederlandse wetsvoors stel, in afwachting van Vlaamse wet- en re egelgeving ter zake. Wijzig ging van de Wet op het hoger onderwijs en e wetenschappelijk onderzoek o in verband d met aanpassing va an het accreditatieste elsel,
artikel 5a.13a t/m 13e.
3
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en e wetenschappelijk onderzoek o in verband d met aanpassing va an het accreditatieste elsel,
artikel 5a.13f.
4
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en e wetenschappelijk onderzoek o in verband d met aanpassing va an het accreditatieste elsel,
artikel 5a. 8.
5
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en e wetenschappelijk onderzoek o in verband d met aanpassing va an het accreditatieste elsel,
artikel 5a.13g.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pa agina 4
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
6.
negatieve insttellingsaudit of o indien een in nstelling geen instellingsaud dit heeft aangevraagd)); een beoordeliingskader aan n de hand waa arvan vastgestteld kan worde en of een inste elling 7 of een opleiding beschikt ovver een bijzon nder kenmerk k .
In de volgende vijf hoofdstukken zijn de eerste e vijf beoordelingskaders we eergegeven. Bij B ieder beoordelingskkader worden achtereenvolgens weergeg geven: de opzzet ervan, het kader zelf, de d samenstelling van de auditcommissie of het visitatie epanel, de ond derdelen van het h beoorrdelingsprocess, de mogelijkke NVAO-beslu uiten en de minimaal benod digde docum mentatie. In ho oofdstuk 7 wo orden de achte ergrond en de criteria voor ttoekenning van een bijzon nder kenmerk behandeld. Het onderhavige o do ocument word dt afgesloten met m de mogelijjkheden voor bezwaar en beroe ep. Veran ntwoording Bij he et opstellen va an de kaders zijn z de Europe ese richtlijnen voor v de interne kwaliteitszorg van in nstellingen rich htinggevend geweest. g Deze e zijn te vinden n in hoofdstukk 2 van de ‘Stand dards and Guidelines for Quality Assuran nce in the Euro opean Higher Education Area’ (‘Euro opean Standa ards and Guide elines’; ESG) van v het Europ pese netwerk vvoor kwaliteits szorgagenttschappen, de e European Asssociation for Quality Assura ance (ENQA). Dit documen nt is in 2005 door de onde erwijsministerss in Bergen aa angenomen. De NV VAO heeft geconstateerd dat d de eisen die in de notitie van de Nederlandse ministter van OCW, O ‘Focus op o kwaliteit’, gesteld g worden n aan de inste ellingsaudit uitsstekend aanslluiten 8 op de e ESG. De NV VAO heeft de ESG vertaald d en herschikt zodat de nadrruk sterker is kome en te liggen op p kwaliteitsverb betering (‘qua ality enhancem ment’) in plaatss van op kwalitteitszorg (‘qua ality assurance e’). De NVAO heeft ervoor gekozen g om d de inhoud van de instellingsaudit teza amen met de inhoud van de e beperkte oplleidingsbeoord deling te laten n voldo oen aan alle ES SG. Aangezien er op dit moment in Nederland N reed ds een wetsvo oorstel in voorrbereiding is met m het oo og op de herzziening van de accreditatiew wetgeving, heb bben de onderrstaande tekstten op een aantal a punten soms nadrukkkelijker de inkleuring van he et Nederlandse e hogerronderwijssystteem.
6
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en e wetenschappelijk onderzoek o in verband d met aanpassing va an het accreditatieste elsel,
artikel 5a. 10a.
7
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en e wetenschappelijk onderzoek o in verband d met aanpassing va an het accreditatieste elsel,
artikel 5a.10.
8
Tweed de Kamer der Staten n-Generaal, vergaderrjaar 2007–2008, 31 288 en 28 879, nr. 21. Zie ook ‘Het Hoog gste Goed’, Strategische
agenda voor het hoger onde erwijs-, onderzoek, -e en wetenschapsbeleid, Kamerstuk 2007-2 2008, 31288, nr. 1.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pa agina 5
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
2 Insttellingsau udit
2.1
et Opze Het doel van de insstellingsaudit is i vast te kunn nen stellen of het bestuur va an een instellin ng vanuiit zijn visie op de kwaliteit va an het onderw wijs een doeltre effend systeem m van kwalitteitszorg hante eert waarmee e het de kwalite eit van de aan ngeboden ople eidingen kan garan nderen. Het ga aat bij de inste ellingsaudit uittdrukkelijk niett om de beoorrdeling van de kwalitteit van de afzzonderlijke opleidingen. In esssentie gaat he et bij de instellingsaudit om vijf v samenhan ngende vragen n: 1. Wat is de visie e van de inste elling op de kw waliteit van haa ar onderwijs? 2. Hoe wil de insstelling deze visie v realiseren n? 3. Hoe meet de instelling in ho oeverre de vis sie wordt gerealiseerd? 4. Hoe werkt de instelling aan n verbetering? 5. Wie is waarvo oor verantwoo ordelijk? Deze vijf vragen zijjn vertaald in vijf v standaarde en. Over elk van deze vijf sttandaarden ge eeft de au uditcommissie een gewogen n en gemotive eerd oordeel op een driepun ntsschaal: vold doet wel, voldoet v niet off voldoet ten dele aan de sta andaard. Vervvolgens geeft d de auditcomm missie een gemotiveerd g eindoordeel ovver de vraag off een instelling g ‘in control’ iss over de kwalliteit van haar h opleidinge en. Ook dat oo ordeel vindt pllaats op basiss van een driep puntsschaal: positief, negatief off positief onde er voorwaarden n.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pa agina 6
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
2.2
Standa aard 1:
Beoo ordelingskade er voor de ins stellingsaudit Visie op de kwalitteit van het on nderwijs De instelling besch hikt over een breed b gedrage en visie op de kwaliteit van h haar onderwijs s en op he et ontwikkelen van een kwalliteitscultuur.
Toelich hting:
Deze visie heeft be etrekking op de e ambitie van de instelling ten t aanzien va an de kwaliteitt van haar onderwijs o en de d eisen die de d instelling ste elt aan de kwa aliteit van haa ar opleidingen. Ten behoeve b van het h ontwikkele en van een kwaliteitscultuur stimuleert hett instellingsbes stuur de op pleidingen om hun kwaliteit te t monitoren en e waar nodig g verbeteringen door te voerren. Een actieve a rol van n allen die bij het h onderwijs betrokken zijn n, is hierbij van n groot belang g.
Oordee el:
Voldo oet wel, voldoe et niet of voldo oet ten dele aa an de standaa ard. (Gewogen n en gemotive eerd.)
Standa aard 2:
Beleid De instelling besch hikt over adequ uaat beleid om m de visie op de d kwaliteit va an haar onderw wijs te realisseren. Dit omvvat in elk gevall: beleid op he et gebied van onderwijs, perrsoneel, voorzzieningen, de verankering v va an onderzoek k in het onderw wijs, alsmede d de verwevenh heid tusse en onderwijs en het (internattionale) beroe epenveld en va akgebied.
Toelich hting:
De te e beoordelen beleidsterreine b en zijn niet bep perkt tot de in de standaard d genoemde, maar m zijn afhankelijk van n de visie van de d instelling op o de kwaliteit van haar onderwijs. Adequaat beleid d veronderstellt concrete doe elstellingen die voortvloeien n uit de visie e en veronderste elt toewijjzing van vold doende middellen voor de im mplementatie van v het beleid. De ve erankering van n onderzoek in n het onderwijjs is van belan ng omdat inste ellingen voor hoger h onderrwijs alle in me eer of mindere e mate te mak ken hebben met m onderzoek,, zelfs als ze zelf z geen onderzoek ve errichten en de e studenten slechts op de hoogte h willen b brengen van nieuw we wetenschap ppelijke ontwikkelingen in het h domein van n hun opleidin ng. Het gaat hiier uitdru ukkelijk niet om m de beoordeling van het on nderzoek zelf.
Oordee el:
Voldo oet wel, voldoe et niet of voldo oet ten dele aa an de standaa ard. (Gewogen n en gemotive eerd.)
Standa aard 3:
Resu ultaten De instelling heeft zicht z op de ma ate waarin haa ar visie op de kwaliteit van h haar onderwijs js wordtt gerealiseerd,, en meet en evalueert e rege elmatig de kwa aliteit van haar opleidingen bij stude enten, medewe erkers, alumnii en vertegenw woordigers van het beroepe enveld.
Toelich hting:
Met betrekking b tot de d uitvoering van v het beleid d en de resulta aten van haar opleidingen besch hikt de instellin ng over manag gementinform matie en hantee ert ze een ade equaat systeem van in nterne evaluatties en externe e beoordelingen. De evalua atie- en meeta activiteiten zijn goed opgezzet en leveren n geaggregeerrde informatie op voor het bestuur b van de e instelling. He et is niet noodzakelijk n da at de evaluatie e- en meetacttiviteiten instellingsbreed un niform zijn.
el: Oordee
Voldo oet wel, voldoe et niet of voldo oet ten dele aa an de standaa ard. (Gewogen n en gemotive eerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pa agina 7
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Standa aard 4:
Verbe eterbeleid De instelling kan aa antonen dat ziij de kwaliteit van haar opleidingen waar nodig systema atisch verbe etert.
Toelich hting:
De instelling voert een e actief verbeterbeleid op p grond van ha aar zicht op de e verkregen resulttaten. Dit draa agt bij aan de kwaliteitscultu k uur binnen de instelling.
Oordee el:
Voldo oet wel, voldoe et niet of voldo oet ten dele aa an de standaa ard. (Gewogen n en gemotive eerd.)
Standa aard 5:
Organisatie- en be eslissingsstrructuur De instelling heeft een e effectieve e organisatie- en beslissingssstructuur mett betrekking to ot de kwalitteit van haar opleidingen, o w waarin de taken n, bevoegdheden en veranttwoordelijkhed den duide elijk zijn afgeba akend en waa arvan de inspra raak van stude enten en mede ewerkers deell uitma aakt.
Toelich hting:
De orrganisatie- en beslissingstru uctuur maakt het h mogelijk de e visie (standa aard 1), het be eleid (stand daard 2), de re esultaten (standaard 3) en het h verbeterbe eleid (standaa ard 4) in same enhang te realiseren. De be etrokkenheid van v medewerkkers en studen nten blijkt uit de d wijze waaro op zij worden geraa adpleegd en uit de doorwerkking van hun aanbevelingen a n in de opleidingen. Bij de beoorrdeling van de eze standaard worden (indie en wettelijk ve ereist) ook de ttaakstelling en n de positionering van examencommi e issies en opleiidingscommissies betrokken n.
Oordee el:
Voldo oet wel, voldoe et niet of voldo oet ten dele aa an de standaa ard. (Gewogen n en gemotive eerd.)
Algem meen oordee el Het bestuur b van de e instelling han nteert vanuit zijn z visie op de e kwaliteit van het onderwijs s een doeltrreffend systee em van kwalite eitszorg waarm mee het de kw waliteit van de aangeboden opleid dingen kan ga aranderen. Oordee el:
Positiief, negatief, of o positief onde er voorwaarde en. (Gewogen n en gemotivee erd.) Indien n de auditcom mmissie het oo ordeel positief onder voorwa aarden uitspreekt, geeft zij deze d voorw waarden explicciet aan.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pa agina 8
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
2.3
Same enstelling van n de auditcom mmissie De NV VAO stelt de auditcommiss a audit uitvoert e en de NVAO ie samen die de instellingsa benoe emt deze auditcommissie. De D te beoorde elen instelling heeft het rech ht beargumentteerd bezw waren aan te drragen tegen de d samenstelling van de aud ditcommissie. Aan de d auditcommissie worden de d volgende eisen e gesteld: de commissie 1. e bestaat uit te enminste vier leden, l onder wie w een student; 2. de commissie e beschikt ove er bestuurlijke deskundigheid d, onderwijsde eskundigheid en auditdeskundigheid, is op de d hoogte van ontwikkelinge en in de hogerronderwijssector in binnen- en bu uitenland en iss gezaghebben nd; 3. één van de le eden met bestu uurlijke deskundigheid treed dt op als voorzzitter; 4. de commissie e is onafhanke elijk (de leden hebben tenmiinste vijf jaar g geen banden gehad met de e te beoordele en instelling). De au uditcommissie e wordt begele eid door een procescoördina ator van de NV VAO en onderrsteund door een e secretariss. Ook de secrretaris en de procescoördina p ator zijn onafh hankelijk van de d desbetreffe ende instelling. Alle commissielede c en en de secre etaris verklare en voorafgaand d aan het bezzoek aan de NVAO geen relaties of ban nden met de desbetreffende d e instelling te onderhouden, privé noch zakelijk, die een on nafhankelijke oordeelsvormi o ing over de insstelling ten po ositieve of ten negattieve zouden kunnen k beïnvlloeden, alsme ede dat zij zodanige relatiess of banden me et de instelling de afgelopen vijf jaar niet hebben ge ehad. Hiertoe stelt s de NVAO O een gedragscode voor commissieled en en secreta c arissen vast. Commissielede C en en secretarrissen onderrtekenen de gedragscode vooraf v en onde ertekenen na afloop a van hett beoorrdelingproces een door de NVAO N voorge elegde verklaring dat de beo oordeling in onafh hankelijkheid heeft h plaatsgevonden. Indien n er tijdens he et beoordelingssproces zaken n plaatsvinden n die de onafh hankelijkheid van v de be eoordeling kun nnen beïnvloed den, kunnen belanghebben b nden, zoals co ommissieleden n, mede ewerkers of stu udenten, dit melden m bij de NVAO. N De NV VAO zal hiervo oor een proced dure ontwikkelen.
2.4
Beoo ordelingsproc ces
2.4.1
Bestu uurlijk overleg De NV VAO wenst maatwerk m te levveren en wil re ekening houde en met de versscheidenheid in organ nisatievormen, de gewenste e mate van inte ernationalisering van de audit en het specifieke karakterr van een inste elling. Het beo oordelingsprocces start daaro om met een bestu uurlijk overleg tussen de insttelling en de NVAO. N In dit overleg o wordt in het bijzonde er gekekken naar de organisatiestructuur van de instelling wat betreft b het ond derwijs, de moge elijke (internatiionale) samen nstelling van de auditcommissie, de taal w waarin de audit dient te worden uitg gevoerd, het bijbehorende b tijdpad t en het in de instelling g beschikbare e materriaal ten behoeve van de insstellingsaudit.
2.4.2
Accre editatieportret Op ba asis van het bestuurlijk b overrleg met de instelling start de d NVAO met het opstellen van een ‘a accreditatiepo ortret’. Het acccreditatieportre et is gebaseerrd op de accre editatiebesluite en van de d NVAO ten aanzien a van nieuwe en besttaande opleidingen tijdens d de eerste fase e van het acccreditatiestelsel. Daarbij worden w ook ‘sid de letters’ en andere a informatie die bij de
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pa agina 9
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
NVAO O bekend is, betrokken. b Hett accreditatiep portret wordt meegegeven m a aan de e instelling en auditccommissie. He et wordt voora af bekend gem maakt aan de desbetreffend d n de instelling krijgt de gelegenheid g om erop te reag geren. 2.4.3
Kritiscche reflectie De instelling stelt een e kritische re eflectie op. De e kritische refle ectie beantwo oordt in essenttie de vraag g op welke wijzze de instelling g aantoont da at ze ‘in contro ol’ is over de kw waliteit van de e aange eboden opleid dingen. De krittische reflectie e volgt de stan ndaarden van het kader voo or de instellingsaudit, wa aarbij de sterke e en de zwakk ke punten van n de instelling w worden besch hreven aan de e hand van aansprekende voorbeelden. v D kritische re De eflectie is een op o zichze elf staand doccument, dat ze elfstandig te le ezen is. De krritische reflectiie bevat een aantal a basisge egevens over de d instelling e en haar opleidiingen. Deze stellen de auditcommissie in staat om ee en globaal bee eld over de insstelling te verkriijgen. (De verp plichte basisge egevens word den opgesomd d in paragraaf 2.6.1.) Bij de e behandeling van de standa aarden is het de bedoeling dat de instellin g ng zelf richting geeft aan haar visie e en beleid en n dat de auditc commissie beo oordeelt in hoe everre de insttelling haar ambities a waarrmaakt. Dit be etekent bijvoorrbeeld dat een n auditcommisssie dient na te e gaan of een instelling die in haarr visie aangee eft zich te willen richten op in nternationalise ering van - of in - de ople eidingen, niet alleen a beleid dienaangaand d de ontwikkelt e en middelen te er besch hikking stelt, maar m dit beleid d ook evalueerrt en het zo no odig bijstelt. Eenze elfde redeneriing geldt voor aspecten als diversiteit, did dactische vorm mgeving, EVC, inbren ng van het we erkveld et cete era. Wanneer deze d zijn opge enomen in de visie en het beleid b ten aa anzien van de e opleidingen, dienen zij ook k onderwerp te e zijn van de e evaluatie en inform matievergaring g, van een beo oordeling van de behaalde kwaliteit k ervan n en van eventuele verbe eteracties. Wat betreft b persone eel en voorzie eningen gaat het h bij de inste ellingsaudit om m de beoordeliing van het h beleid en de d procedures met betrekkin ng tot het perssoneel en de vvoorzieningen en niet om o de opleidin ngsspecifieke realisatie r erva an. Dit heeft to ot gevolg dat h het beleid en de d proce edures beschreven moeten worden in de kritische reflectie. De uitvoe ering van het beleid b komt in de instelling gsaudit aan de e orde, maar opleidingsspe o ecifiek-inhoude elijke zaken, zoals bijvoo orbeeld de inh houdelijke deskundigheid va an docenten, komen k alleen iin de beperkte e opleid dingsbeoordelling aan de ord de. De au uditcommissie e beperkt zich in haar beoorrdeling tot het instellingsbele eid ten aanzie en van de we erking van de kwaliteitszorg g over de opleidingen. De co ommissie geefft geen oordee el over de d kwaliteit va an de opleiding gen. Ten behoeve b van de d beschrijving g van de resulltaten kan de instelling teve ens relevante publie eke informatie e opnemen, zo oals bijvoorbee eld in Nederland de Keuzeg gids. De om mvang van de e kritische refle ectie is maxim maal 50 pagina a’s. De kritisch he reflectie hee eft boven ndien een zee er gering aanta al bijlagen van n beperkte om mvang. (De verrplichte bijlage en worde en opgesomd in paragraaf 2.6.2.) 2
2.4.4
Locattiebezoek Het lo ocatiebezoek ten t behoeve van v de instellin ngsaudit besta aat uit twee de elen en duurt in i totaall tussen de tw wee en vijf dagen. De standa aardopzet is dat de auditcom mmissie eerst een bezoe ek van een da ag brengt aan de instelling, gevolgd g door een tweede b bezoek dat tussen
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 10
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
de tw wee en de vier weken later plaatsvindt. p Va an deze opzet kan in onderliing overleg wo orden afgew weken. Eerstte bezoek: verrkenning Voora afgaand aan het h eerste bezoek heeft de auditcommiss a ie de kritische e reflectie van de instelling en het accreditatieportrret bestudeerd d. De commisssie bespreekt voorafgaand aan het ee erste bezoek de d vragen die zij aan de gespreksdeelnemers gaat voo orleggen. Tijde ens de vo oorbereidende e bijeenkomst bestudeert de e auditcommissie tevens een n aantal onderrliggende docu umenten bij de e kritische refllectie. Het eerste e bezoek heeft een verkennend kara akter. De audittcommissie kriijgt inzicht in het h reilen n en zeilen van n de instelling,, de specifieke e aandachtspu unten van het instellingsbes stuur, de tevvredenheid bijj studenten, do ocenten en an ndere belangh hebbenden. Zijj identificeert welke w onderrwerpen zij na ader wil onderzzoeken. De au uditcommissie e spreekt tijden ns het eerste bezoek b in elk geval met de volgende gesprekspartners s: instellingsbesstuur (en indien n gewenst doo or de instelling g: een vertege enwoordiger van de • raad van toezzicht; Nederlan nd); voor het onde erwijs bevoegd de manageme ent; • kwaliteitszorg gdeskundigen en andere relevante staffun nctionarissen; • • docenten uit vertegenwoord v digende organ nen; • studenten uit vertegenwoorrdigende organen; • indien relevan nt: vertegenwo oordigers van het beroepenveld. Het bezoekprogram b mma wordt opgesteld door de d procescoörrdinator van de NVAO in same enspraak met de d voorzitter van v de auditco ommissie en de d contactperssoon van de instelling. Daarbij worden w in begiinsel de volge ende randvoorw waarden in accht genomen: • De gesprekke en duren drie kwartier k tot ee en uur. • De delegatiess van de instellling zijn ongev veer zes personen. • van de auditccommissie. Tussen de ge esprekken doo or is tijd voor beraadslaging b Aan het h einde van het eerste bezzoek geeft de voorzitter van n de auditcommissie een bekno opte terugkoppeling aan de instelling. In deze d terugkop ppeling worden de eerste indrukkken weergeg geven over de kwaliteitszorg g in de instellin ng. Tevens wo ordt aangegev ven welke e ‘audit trails’ zullen z worden uitgevoerd. Audit A trails zijn onderzoeken n waarbij de problemen he auditccommissie voo or de uitvoerin ng van het beleid en/of de hantering h van p et spoorr volgt van hett instellingsnivveau naar het uitvoeringsnivveau of omgekkeerd. De auditccommissie beslist welke ond derwerpen zij in de audit tra ails aan de ord de wil stellen en e welke e personen zij in dat kader wil w spreken. De instelling ka an de auditcom mmissie gemo otiveerd wijzen n op andere mogelijkheden m of verzoeken om een extra audit trail uit te t voere en. Om de d werklast voor de instelling g zo laag mog gelijk te houde en geeft de auditcommissie specifieke aanwijzingen over de in het kader van v de audit trrails te bestude eren documen nten en de e verwachte ge esprekspartne ers. De instelling bereid dt het tweede bezoek voor in samenspraa ak met de proccescoördinato or van de NV VAO. Twee ede bezoek: ve erdieping Tijden ns het tweede e bezoek vindtt een nadere discussie d plaatts tussen de a auditcommissie en verteg genwoordigers van de inste elling over aan ndachtspunten n naar aanleiding van de
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 11
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
gesprrekken en de bestudeerde b d documentatie tijdens het ee erste bezoek. D Deze gesprek kken stellen de auditcom mmissie in staa at om na te ga aan of haar ee erste indrukken n juist waren. De deleg gaties van de instelling zijn wederom w onge eveer zes perssonen. De au uditcommissie e moet duidelijk maken op welke w wijze is nagegaan n of d de kwaliteitszo org binne en een instellin ng werkt. Daarrvoor zijn de ‘a audit trails’ no oodzakelijk. Err zijn verticale en horizo ontale audit tra ails. Hierbij mo oet worden aa angetekend da at het bij de in nstellingsaudit uitdru ukkelijk niet ga aat om het beo oordelen van opleidingen, o m maar om het b beoordelen van n de werking van de kwa aliteitszorg me et betrekking tot t de opleidin ngen. Bij ee en verticale au udit trail wordt bij twee of me eer opleidinge en onderzocht in hoeverre een eleme ent van de in standaard s 1 genoemde visie e daadwerkeliijk wordt uitge evoerd. Hierbij worde en alle standa aarden van hett kader succes ssievelijk lang gsgelopen. De e commissie ka an bijvoo orbeeld onderzzoeken of de internationale uitwisseling van v studenten die wordt beo oogd, werke elijk plaatsvind dt. Bij ho orizontale audiit trails wordt één é standaard d (anders geze egd: een onde erdeel van de kwalitteitszorg) onderzocht bij een aantal opleid dingen. Te de enken valt bijvo oorbeeld aan het functiioneren van op pleidingscomm missies of de opvolging o van n verbetermaa atregelen. Aan het h einde van het tweede be ezoek koppelt de voorzitter van de auditccommissie het algem mene oordeel en de onderlig ggende overw wegingen op be eknopte wijze terug aan de instelling. 2.4.5
Beoordelingsproce edure binnen de d auditcommiissie De au uditcommissie e geeft een oordeel over alle e in het beoord delingskader o opgenomen stand daarden. Dat oordeel o wordt gemotiveerd door d een wegiing van de possitieve en kritische eleme enten uit de be evindingen va an de commiss sie. Het oorde eel kan zijn: vo oldoet wel, voldoet niet of o voldoet ten dele d aan de sttandaard. Verrvolgens formu uleert de comm missie een algem meen, gewoge en en gemotive eerd, oordeel over de vraag g of een instellling ‘in controll’ is over de d kwaliteit va an de opleiding gen die zij aan nbiedt. Ook da at oordeel worrdt gegeven op een driepu untsschaal: po ositief, negatie ef, of positief onder o voorwaa arden.
2.4.6
Advie esrapport De se ecretaris van de d auditcomm missie stelt een n adviesrapporrt op van 20 to ot 30 pagina’s. Het rappo ort heeft als vo oornaamste in nhoud de oordelen van de co ommissie op d de standaarde en. Het iss van belang dat d de auditcommissie hierb bij een onderbouwing geeft op basis van de d kritiscche reflectie va an de instellin ng, de gesprek kken met de ve ertegenwoordigers van de instelling en de ond derliggende da ata uit het bes studeerde matteriaal. In het a adviesrapport zijn dan ook o aanspreke ende en repressentatieve voo orbeelden opg genomen. Het adviesrapport a w wordt voorafge egaan door ee en algemene afweging a van het oordeel over de kw waliteitszorg va an de instelling van maxima aal twee pagin na’s. Indien er verbeteracties moge elijk zijn, dan zijn z deze in ee en aparte para agraaf van het adviesrapporrt opgenomen.. Verde er bevat het ra apport een sco oretabel met de d oordelen va an de instelling gsaudit, inform matie over de d data van de locatiebezoe eken, de namen van de gesspreksdeelnem mers, een aan ntal basisgegevens ove er de instelling g (zie paragraa af 2.6), een ovverzicht van he et bestudeerd de materriaal en de onafhankelijkheiidsverklaringe en van de com mmissieleden e en de secretarris. De inhoud van het adviesrapportt wordt aan he et einde van het tweede bezzoek besproke en en voorlo opig vastgeste eld door de au uditcommissieleden. De NV VAO stuurt he et adviesrappo ort naar het be estuur van de instelling nada at alle comm missieleden he ebben ingestemd met de inh houd van het rapport. r De instelling krijgt de d
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 12
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
geleg genheid om te reageren op feitelijke f onjuis stheden in hett rapport, waa arna de voorzittter van de d auditcommiissie het rappo ort definitief va aststelt. Het ra apport wordt o ondertekend door de vo oorzitter en de secretaris van de commiss sie en ter beslu uitvorming aan ngeboden aan n het bestu uur van de NVA AO. Indien he et rapport vrag gen oproept bijj het bestuur vvan de NVAO of indien n een instelling g dit wenst, ka an het bestuurr van de NVAO O de instelling g en/of de auditccommissie uitn nodigen voor nader overleg g.
2.5
O-besluitvorm ming NVAO Het oordeel o ‘positie ef’ leidt tot een n goedkeuringsbesluit van de d NVAO met een geldigheiid van zes ja aar. De opleidingsbeoordelingen mogen dan d plaatsvind den via het kader voor de beperrkte opleidingssbeoordeling. Het oordeel o ‘positie ef onder voorw waarden’ leidt tot een goedkkeuring van de e NVAO onderr ontbin ndende voorw waarden met een e geldigheid van zes jaar. De opleidingssbeoordelinge en moge en dan plaatsvvinden via het kader voor de e beperkte oplleidingsbeoord deling. Bij het oorde eel ‘positief on nder voorwaard den’ dient de instelling binn nen maximaal twee jaar een n aanvu ullende beoord deling aan te vragen, v waarb bij de NVAO beziet b of de insstelling inmidd dels aan de d gestelde vo oorwaarden he eeft voldaan. Indien geen aa anvullende be eoordeling worrdt aange evraagd of ind dien niet aan de d voorwaarde en blijkt te zijn n voldaan, vervvalt het positie eve besluit. De beoorde eling van de gestelde g voorw waarden wordtt uitgevoerd in n opdracht van n de NVAO O door een au uditcommissie. De aanvullen nde beoordelin ng volgt op ho oofdlijnen de proce edure voor een n reguliere insstellingsaudit. De auditcomm missie richt zicch met name op o de eerde er geconstatee erde tekortkom mingen binnen n de instelling.9 Het oordeel o ‘negatiief’ leidt tot on nthouding van goedkeuring voor v een perio ode van minim maal drie ja aar. Opleiding gsbeoordelinge en vinden dan n plaats via he et regime van d de uitgebreide e opleid dingsbeoordellingen.
2.6
Verpllichte docum mentatie Tijden ns het beoordelingsproces verstrekt v de in nstelling een beperkt b aantal documenten aan de au uditcommissie. De NVAO ga aat er van uit dat d het bestaa ande documen nten zijn, die binne en de instelling g voorhanden zijn en niet sp peciaal voor de e instellingsau udit worden opgessteld. De docu umenten diene en ter onderbo ouwing en eve entueel ter verrificatie. Anderr materriaal is slechtss noodzakelijkk als de commissie expliciet daarom vraag gt of als de instelling een bepa aalde profilerin ng wil aantonen.
2.6.1
Basissgegevens ove er de instelling g (De basisgegevens b s worden opge enomen in de kritische refle ectie, het advie esrapport en het h besluit van de NVA AO.) 1. 2.
9
naam instellin ng; status instellin ng (voor Nede erland: bekostiigd, aangewezzen of anders; voor Vlaande eren: ambtshalve geregistreerd of o geregistreerrd);
Instellingen en koepels in Vlaanderen V opteren eerder voor geen sanctionering bij ‘positiief onder voorwaarde en’ tijdens de lopende e cyclus.
Pas bij de d volgende institutio onele audit kan sancttionerend worden opgetreden. Men wensst in de eerste plaats met behulp van de institutio onele audit de kwalite eitscultuur te versterkken.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 13
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
3. 4. 2.6.2
Verpllichte bijlagen bij de kritische reflectie (De lijjst met bestud deerde bijlagen wordt opgen nomen in het adviesrapport a .) 1. 2.
2.6.3
locatie(s); overzicht mett alle opleiding gen, studenten n- en docenten naantallen.
missie en/of visie v ten aanzien van het on nderwijs en, indien aanwezig g, het meest recente strate egische beleidsplan van de instelling; organigram.
umenten ter inzzage tijdens de d bezoeken Docu (De lijjst met bestud deerd materiaa al wordt opgen nomen in het beoordelingsrrapport.) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
onderwijsbele eidsplan of soo ortgelijk(e) doc cument(en); beleidsplan op het gebied van v onderzoek k in relatie tot de aangeboden opleidingen of soortgelijk(e) document(en)); personeels(be eleid)plan of soortgelijk(e) s document(en); d ; voorzieningen nplan of soortg gelijk(e) docum ment(en); kwaliteitszorg gplan; samenvatting en analyse va an recente evaluatieresultaten en relevan nte managementiinformatie; instellingsjaarrverslag over ‘beroep ‘ tegen examens’ (Ne ederland) of p passage uit jaarverslag ovver betwisting inzake studie evoortgangsbe eslissingen (Vllaanderen).
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 14
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
3 Bep perkte op pleidingsb beoordeling
3.1
et Opze Het kader k voor de beperkte b beoo ordeling van bestaande b ople eidingen word dt gebruikt als de instelling beschikt over o een posittief oordeel ov ver de instellin ngsaudit. De beoordeling komt tot stand d op basis van een discussie e met ‘peers’ over o de inhoud d en kwaliteit van de opleiding en is gericht op drie e vragen: 1. 2. 3.
Wat beoogt de opleiding? Hoe realiseerrt de opleiding dit? Worden de do oelstellingen bereikt? b
Deze drie vragen zijn z vertaald in drie standaarrden. Over dezze drie standa aarden geeft een e visitattiepanel een gemotiveerd g o oordeel op een n vierpuntssch haal: onvoldoe ende, voldoend de, goed of excellent. Vervolgens V ge eeft dit panel een e gemotivee erd eindoordee el over de kwa aliteit van de d opleiding, ook o op de vierp puntsschaal.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 15
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
3.2
Standa aard 1:
Beoo ordelingskade er voor de be eperkte opleid dingsbeoorde eling ogde eindkwa alificaties Beoo De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g zijn wat betre eft inhoud, nivveau en oriënttatie gecon ncretiseerd en n voldoen aan internationale e eisen.
Toelich hting:
De be eoogde eindkw walificaties pa assen wat betrreft niveau en oriëntatie (bacchelor of mastter; hbo / professioneell gericht of wo o / academisch h gericht) binn nen de Nederla andse of Vlaamse kwalifficatieraamwe erken. Ze sluite en bovendien aan bij de acttuele eisen die e in internation naal persp pectief vanuit het h beroepenvveld en het vakgebied worde en gesteld aan de inhoud van v de opleid ding.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 2:
Onde erwijsleeromg geving Het programma, p he et personeel en e de opleiding gsspecifieke voorzieningen v maken het vo oor de instro omende studen nten mogelijk de beoogde eindkwalificatie e es te realisere en.
Toelich hting:
De inhoud en vorm mgeving van he et programma a stelt de toege elaten studentten in staat de e beoog gde eindkwalifficaties te bere eiken. De kwa aliteit van het personeel p en vvan de opleid dingsspecifiekke voorziening gen is daarbij essentieel. e Pro ogramma, perrsoneel en voorzzieningen vorm men een voor studenten sam menhangende e onderwijslee eromgeving.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 3:
Toets sing en gerea aliseerde eind dkwalificaties s De op pleiding besch hikt over een adequaat a syste eem van toetssing en toont a aan dat de beoog gde eindkwaliificaties worde en gerealiseerd rd.
Toelich hting:
Het gerealiseerde g n niveau blijkt uit de tussentijd dse en afsluite ende toetsen, de afstud deerwerken en n de wijze waa arop afgestud deerden in de praktijk of in e een vervo olgopleiding functioneren. De toetsen en de d beoordeling g zijn valide, b betrouwbaar en e voor studenten s inziichtelijk.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Algem mene conclusie waliteit van de e opleiding is De kw Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 16
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Bij de e beoordeling worden de volgende definities gehanteerrd. Deze definities hebben zowel z betrekking op de sccores van de standaarden s als a op de scorres van de opleiding in totaa al. skwaliteit Basis De kw waliteit die in internationaal perspectief re edelijkerwijs ve erwacht mag w worden van ee en bache elor- of masteropleiding binnen het hogerr onderwijs. oldoende Onvo De op pleiding voldoe et niet aan de basiskwaliteitt. Voldo oende De op pleiding voldoe et aan de basiskwaliteit. d Goed De op pleiding stijgt aanmerkelijk a u boven de basiskwaliteit. uit b Excellent pleiding stijgt ver v uit boven de d basiskwalitteit en vervult een voorbeeld dfunctie voor De op anderre relevante opleidingen. o
3.3
Same enstelling van n het visitatie epanel Het iss van belang dat d het visitatie epanel op een n dusdanige manier m wordt samengesteld dat een zinvolle z discusssie tussen ‘pe eers’ kan ontsttaan, waarbij het h panel vold doende onafh hankelijk is. In Nederland ste elt de instelling het panel sa amen en draag gt dat vervolgens 10 ter go oedkeuring voor aan de NVA AO. De inste elling levert hiervoor op een n door de NVA AO vastg gestelde wijze gegevens aan n over de deskundigheden en onafhanke elijkheid van de e panellleden en de secretaris. s In Nederland N kan n de instelling het panel zelff samenstellen n en zelf een e secretaris aanzoeken, maar m zij kan hiervoor ook op pdracht geven aan een exte ern evaluatiebureau. In n Vlaanderen stellen s de VLIR en de VLHO ORA de panels samen. De NVAO O maakt jaarlijjks een lijst be ekend van gec certificeerde se ecretarissen e en evaluatiebureaus. Aan het h visitatiepan nel worden de e volgende eis sen gesteld: 1. het panel besstaat uit ten miinste vier lede en, onder wie een e student; 2. de inhoudelijkke deskundige het panel besschikt over ten minste twee gezaghebben g en. Tenminste ee en van deze le eden beschikt over onderwijservaring op h het betreffende opleidingsnive eau. 3. het panel is op de hoogte van v internation nale ontwikkeliingen in het va akgebied en beschikt, voorr zover van toepassing, ove er werkvelddesskundigheid; 4. het panel besschikt daarnaa ast over onderw wijsdeskundig gheid en visita atie- of auditdeskundigheid, het panel is onafhankelijk (d de leden hebb ben minstens vijf jaar geen banden gehad d met 5. de instelling waartoe w de opleiding behoort);
10
De NVAO N twijfelt er aan of o deze werkwijze in overeenstemming is s met de eisen die de e ESG aan zulk een b beoordeling stellen en e vraagt
het Nederlandse ministerie van v OCW om een sta andpunt ter zake. De e NVAO is van menin ng dat indien zij zelf d de panels benoemt er e wel overeen nstemming met de ES SG wordt bereikt.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 17
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
6.
het panel worrdt in Nederlan nd bijgestaan door een onaffhankelijke, exxterne secreta aris die getraind en e gecertificee erd is door de NVAO en in Vlaanderen V do oor een onafhankelijke e secretaris va an VLIR/VLHO ORA.
In Ne ederland verkla aren alle pane elleden en de secretaris s voo orafgaand aan n het bezoek aan a de NVAO O geen relatie es of banden met m de desbetreffende instelling te onderh houden, privé noch zakelijk, die een on nafhankelijke oordeelsvormi o ing over de kw waliteit van de opleiding ten positieve of ten neg gatieve zoude en kunnen beïn nvloeden, alsm mede dat zij zodanige relaties of bande en met de insttelling de afge elopen vijf jaarr niet hebben gehad. g Hiertoe e stelt de NVA AO een gedragscode g v voor panellede en en secretarrissen vast. Pa anelleden en ssecretarissen onderrtekenen de gedragscode vooraf v en onde ertekenen na afloop a van hett beoorrdelingproces een door de NVAO N voorge elegde verklaring dat de beo oordeling in onafh hankelijkheid heeft h plaatsgevonden. In Vla aanderen worrdt de reeds be estaande proce edure inzake onafhankelijkh o heid gevolgd. Indien n er tijdens he et beoordelingssproces zaken n plaatsvinden n die de onafh hankelijkheid van v de be eoordeling kun nnen beïnvloed den, kunnen belanghebben b nden, zoals pa anelleden, mede ewerkers of stu udenten, dit melden m bij de NVAO. N De NV VAO zal hiervo oor een proced dure ontwikkelen.
3.4 3.4.1
Beoo ordelingsproc ces Kritiscche reflectie De op pleiding prese enteert ten beh hoeve van de beoordeling door d het visitattiepanel een kritiscche reflectie ovver de opleiding. De kritisch he reflectie die ent de standaa arden van het kaderr voor de bepe erkte opleiding gsbeoordeling te volgen, wa aarbij de sterke en de zwakk ke punte en van de ople eiding worden beschreven. Tevens T wordt aangegeven welke verbe etermaatregele en zijn genom men naar aanle eiding van de vorige v visitatie e. De kritische e reflecctie is een op zichzelf z staand d document, dat d zelfstandig g te lezen is. In hett accreditatiekkader voor de beperkte ople eidingsbeoorde eling is gekoze en voor een opzet o die ve eel ruimte laatt voor de opleiiding om haar eigenheid te benadrukken.. In de kritische reflecctie kan de oplleiding van de eze ruimte geb bruik maken. De D kritische re eflectie is bij uitstek het ha andvat om docenten en ‘peers’ te laten spreken over de d inhoud van de opleiding. Het moet dan ook een document zijn n waarin docen nten en studenten de opleid ding herkenne en. Het accreditatiekad a der biedt daarn naast de mogelijkheid om het h gesprek tijd dens de visitattie niet alleen a te laten gaan over de in het verlede en behaalde re esultaten, maa ar ook over de e ambitties van de op pleiding. Wat zijn z de keuzes voor de toeko omst, waar will de opleiding heen? ? Om een derrgelijk gesprekk te kunnen vo oeren, wordt van v het visitatie epanel verwac cht dat he et ook in staatt is met de oplleiding over ha aar toekomstp plannen te reflecteren. Bij he et schrijven va an de kritische reflectie en bij de uitvoering g van de visita atie is het van belan ng dat er geen overlap optre eedt met de be eoordeling in het h kader van de instellingsaudit. Indien n het nodig is te refereren aan a instellings-- of bijvoorbee eld facultair be eleid, gaat hett bij de be eoordeling van n de opleiding strikt om de ‘ffitness for purpose’ van het beleid voor de desbe etreffende opleiding. Randvvoorwaardelijk ke zaken, zoalss de opzet van de kwaliteits szorg of hett personeelsbe eleid van de in nstelling beho oren hier niet to oe, omdat dezze onderwerp zijn van de d instellingsau udit.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 18
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
De om mvang van de e kritische refle ectie is maxim maal 25 pagina a’s, exclusief b bijlagen. 3.4.2
Locattiebezoek Het verplichte v locattiebezoek ten behoeve van de beperkte opleidingsbeo o ordeling duurtt in begin nsel een dag. Indien I vergelijkbare opleidin ngen van een instelling teza amen worden beoorrdeeld, kan err een relatieve e reductie van de bezoektijd plaatsvinden. Het visitatiepanel v h heeft voorafgaand aan het bezoek b een aa antal afstudeerrwerken bestu udeerd teneind de zicht te heb bben op het be ereikte eindnivveau in de opleiding. Het maakt hierto oe een selectie e uit een door de opleiding opgestelde o ovverzichtslijst. D De afstudeerw werken met de d bijbehorend de beoordeling gscriteria en normering n word den voorafgaa and aan het bezoek toege estuurd aan de e panelleden of o de panelled den bestuderen deze ter ple ekke voorafgaa and aan het h bezoek. De e panelleden vormen v voorafgaand aan he et bezoek een n voorlopig oorrdeel over de d opleiding en e formuleren vragen voor het h locatiebezo oek. Het pane el betrekt het resulttaat van de insstellingsaudit bij zijn oordee elsvorming. Het visitatiepanel v s spreekt tijdenss het locatiebezoek in elk ge eval met het opleid dingsmanagem ment, leden va an de examen ncommissie (N Nederland) en de opleid dingscommisssie, docenten, studenten, alu umni en waar relevant verte egenwoordige ers van het h beroepenveld. Daarnaasst bestudeert het h panel het door d de opleid ding ter inzage e geleg gde materiaal. De precieze omvang o van de d gesprekken n, de mogelijke e clustering va an de gesprreksdeelneme ers en de verdere inrichting van het bezoe ek worden bep paald in overle eg tusse en de contactp persoon van de e instelling en de secretariss en voorzitter van het panel. De deleg gaties van de opleiding o zijn ongeveer o zes personen. He et panel kan in n overleg met de opleid ding colleges of o andere ond derwijsleersitua aties bezoeke en of een open n spreekuur instellen. Aan het h einde van het locatiebezzoek koppelt de d voorzitter va an het visitatie epanel het algem mene oordeel en de onderlig ggende overw wegingen op be eknopte wijze terug aan de opleid ding.
3.4.3
Beoordelingsproce edure binnen het h visitatiepan nel v g geeft een oordeel over alle in het beoorde elingskader op pgenomen Het visitatiepanel stand daarden. Dat oordeel o wordt gemotiveerd door d een wegiing van de possitieve en kritische eleme enten uit de be evindingen va an het panel. Het H oordeel ka an zijn: onvoldoende, voldoe ende, goed of excellent. Vervolgens V formuleert het panel p een alge emeen, gewog gen en gemo otiveerd, oorde eel over de kw waliteit van de opleiding. Oo ok dat oordeel wordt gegeve en op een vierpuntsschaa v al, variërend van v onvoldoen nde tot excelle ent.
3.4.4
Beoordelingsrappo ort De se ecretaris van het h visitatiepan nel stelt een beoordelingsra b apport op van ongeveer 20 pagin na’s. Het rappo ort heeft als vo oornaamste in nhoud de oord delen van het p panel op de stand daarden. Het panel p geeft daarbij een onde erbouwing op basis van de kritische reflectie van de d opleiding, de d gesprekken n met de vertegenwoordigerrs van de ople eiding en de onderrliggende data a uit het ter inzzage liggende e materiaal. In het rapport zijjn aanspreken nde en representatieve voorbeelden opgenomen. Het beoordelingsra b apport wordt vo oorafgegaan door d een samenvattend oorrdeel over de kwalitteit van de oplleiding van ma aximaal twee pagina’s. Indie en er verbeterracties mogelijjk zijn, dan d neemt hett panel in een aparte paragrraaf aanbevelingen op.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 19
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Verde er bevat het ra apport een sco oretabel met de d paneloorde elen, informatie e over de datu um / data van v het locatie ebezoek, de namen n van de gespreksdeelnemers, de b basisgegevens s over de op pleiding (zie pa aragraaf 3.6), een overzichtt van het bestu udeerde mate eriaal en de onafh hankelijkheidsvverklaringen van v de panelle eden en de secretaris. De se ecretaris van het h visitatiepan nel stuurt het rapport naar het h bestuur va an de instelling g nadatt alle panelled den hebben ing gestemd met de inhoud van n het rapport. De instelling krijgt k de ge elegenheid om m te reageren op o feitelijke on njuistheden in het rapport, w waarna de voorzzitter van het panel p het rapp port definitief vaststelt. v Het ra apport wordt o ondertekend door d de vo oorzitter en de secretaris van het panel.
3.5
O-besluitvorm ming NVAO Het in nstellingsbestu uur vraagt op basis van het beoordelingsrapport accred ditatie aan bij de NVAO O. De NVAO kan k op hoofdlijjnen twee mogelijke besluiten nemen: ge eaccrediteerd (voor een periode p van ze es jaar) en niet geaccreditee erd. In het gevval van een ne egatief oordee el door het be eoordelingspa anel voegt het instellingsbes stuur een verb beterplan bij he et rapport, wa aaruit blijkt dat d de opleidin ng in een periode van maximaal drie jaarr het niveau va an voldoende basiskwaliteit zal behalen. De NV VAO bepaalt in Nederland of o op basis van het verbeterrplan een herstelperiode h mogelijk is. Voor V Vlaandere en wordt de re eeds bestaand de procedure voor herste el behouden.
3.6
Verpllichte docum mentatie Tijden ns het beoordelingsproces verstrekt v de opleiding een beperkt b aantal documenten aan het viisitatiepanel. De D NVAO gaa at er van uit da at het bestaande documente en zijn, die bin nnen de op pleiding of insttelling voorhan nden zijn en niet speciaal vo oor de opleidin ngsbeoordelin ng worde en opgesteld. De documentten dienen ter adstructie en eventueel terr verificatie. An nder materriaal is slechtss noodzakelijkk als het panel expliciet daarrom vraagt of als de opleidin ng een bepaalde b profilering wil aanttonen.
3.6.1
Basissgegevens ove er de opleiding g (De basisgegevens b s worden opge enomen in de kritische refle ectie, het beoo ordelingsrappo ort en het be esluit van de NVAO.) N Admin inistratieve geg gevens van de e opleiding 1. naam opleidin ng zoals in CR ROHO of HOR R; 2. oriëntatie en niveau n opleiding; 3. aantal studiep punten; 4. afstudeerrichttingen; 5. locatie(s); 6. variant(en); 7. registratienum mmer in CROH HO of HOR.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 20
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Admin inistratieve geg gevens van de e instelling 1. naam instellin ng; 2. status instellin ng (voor Nede erland: bekostiigd, aangewezzen of anders; voor Vlaande eren: ambtshalve geregistreerd of o geregistreerrd); resultaat inste 3. ellingsaudit. Kwan ntitatieve gege evens over de opleiding 1. in-, door- en uitstroomgege u evens van - zo o mogelijk - de e laatste 6 cohorten; 2. gerealiseerde e docent-stude ent ratio; 3. gemiddeld aa antal contacturren per fase va an de studie (Nederland; ee en fase kan bijvoorbeeld aangegeven a w worden in regu uliere studiejarren, de stage en de afstudeerperio ode) of ECTS-fiches aangevuld met studietijdmetingen n (Vlaanderen). 3.6.2
Verpllichte bijlagen bij de kritische reflectie (De lijjst met bestud deerde bijlagen wordt opgen nomen in het beoordelingsr b rapport.) 1. 2. 3.
domeinspecifiek referentiekkader en de eiindkwalificatie es van de ople eiding; schematisch programmaov p verzicht; inhoudsbesch hrijving (op hoofdlijnen) van de programm maonderdelen, met vermeldiing van eindkwaliificaties, leerdoelen, werkvo orm(en), wijze van toetsing, voorgeschrev ven literatuur, doccent en studiep punten; 4. literatuurlijst (verplicht / aan nbevolen); 5. onderwijs- en examenregelling (OER; in Vlaanderen V alleen voor zovver afwijkend van v zoals op inste ellingsniveau vastgelegd); v (Puntt 2 t/m 5 zijn veelal opgenom men in een stu udiegids, in da at geval kan de eze als bijlage e worde en opgenomen.) 6. 7.
8. 3.6.3
et naam, functtie, omvang aa anstelling, gra aad en overzicht van het ingezette personeel me deskundigheid d; overzichtslijstt van de laatste 25 afstudee erwerken of de e afstudeerwerrken van de la aatste twee jaar (of van v portfolio’ss / werkstukken n waaruit het door d de stude ent bereikte eindniveau ka an worden afgeleid); rapport van de e instellingsau udit.
Docu umenten ter inzzage tijdens het h bezoek (De lijjst met bestud deerd materiaa al wordt opgen nomen in het beoordelingsrrapport.) 1. 2.
3. 4. 5.
verslagen van n overleg in re elevante comm missies / organ nen; toetsopgaven n met bijbehore ende beoorde elingscriteria en normering (a antwoordmodellen) en een repressentatieve sele ectie van feite elijk gemaakte toetsen (zoalss presentaties s, stages, assesssments of porrtfolio’s) en be eoordelingen; door het pane el bepaalde re epresentatieve e selectie van afstudeerwerk a ken van de afgelopen twe ee jaar met bijbehorende be eoordelingscritteria en norme ering; handboeken en e overig stud diemateriaal; samenvatting en analyse va an recente evaluatieresultaten en relevan nte managementiinformatie.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 21
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
4 Uitg gebreide opleiding gsbeoord deling
4.1
et Opze Het kader k voor de uitgebreide u be eoordeling van n bestaande opleidingen o wo ordt gebruikt als a de instelling niet besch hikt over een positief p oordee el over de insttellingsaudit. D De beoordeling komt tot stand op basis b van een discussie mett ‘peers’ over de d inhoud en kwaliteit van de d opleid ding en is gericht op zes vra agen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wat beoogt de opleiding? Met welk prog gramma? Met welk perssoneel? Met welke voo orzieningen? Hoe wil de op pleiding de kwa aliteit borgen? ? Worden de do oelstellingen bereikt? b
Deze zes vragen zijn vertaald in zes onderwerrpen en 16 sta andaarden. Ovver de standaarden geeft een visitatiep panel een gem motiveerd oordeel op een vie erpuntsschaal: onvoldoende e, voldo oende, goed off excellent. Ve ervolgens geeft dit panel een gemotiveerd d eindoordeel over de on nderwerpen en n ten slotte ovver de kwaliteitt van de opleid ding, ook op d de vierpuntssc chaal.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 22
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
4.2
Standa aard 1:
Beoo ordelingskade er voor de uittgebreide oplleidingsbeoo ordeling ogde eindkwa alificaties Beoo De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g zijn wat betre eft inhoud, nivveau en oriënttatie gecon ncretiseerd en n voldoen aan internationale e eisen.
Toelich hting:
De be eoogde eindkw walificaties pa assen wat betrreft niveau en oriëntatie (bacchelor of mastter; hbo / professioneell gericht of wo o / academisch h gericht) binn nen de Nederla andse of Vlaamse kwalifficatieraamwe erken. Ze sluite en bovendien aan bij de acttuele eisen die e in internation naal persp pectief vanuit het h beroepenvveld en het vakgebied worde en gesteld aan de inhoud van v de opleid ding. (facett vorig kader NL N 1.1 t/m 1.3 3; VL 1.1 en 1.2; standaard 1 beperkte opleid dingsbeoordelling)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 2:
Programma De orriëntatie van het h programma a waarborgt de e ontwikkeling g van vaardigh heden op het gebie ed van wetensschappelijk ond derzoek en/off de beroepsprraktijk.
Toelich hting:
Het programma p he eeft aantoonba are verbanden n met actuele ontwikkelingen o n in het beroe epenveld en het vakgebied. (facett vorig kader NL N & VL 2.1)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 3:
De inhoud van het programma biedt b studenten n de mogelijkh heid om de be eoogde eindkkwalificaties te e bereiken.
Toelich hting:
De eindkwalificaties zijn adequaa at vertaald in leerdoelen l van (onderdelen n van) het progrramma. Studenten volgen een inhoudelijk k samenhange end studieprog gramma. (facett vorig kader NL N & VL 2.2 en n 2.3)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 4:
De vo ormgeving van n het programma zet aan to ot studeren en biedt studentten de mogelijjkheid om de e beoogde ein ndkwalificatiess te bereiken.
Toelich hting:
Het didactisch conccept is in lijn met m de beoogd de eindkwalificcaties en de w werkvormen sluiten aan bij b het didactisch concept. (facett vorig kader NL N 2.7; VL 2.4 4 en 2.7)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 23
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Standa aard 5:
Het programma p slu uit aan bij de kwalificaties k va an de instrome ende studente en.
Toelich hting:
De ge ehanteerde toelatingseisen zijn realistisch h met het oog op de beoogd de eindkkwalificaties. (facett vorig kader NL N & VL 2.5)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 6:
Het programma p is studeerbaar. s
Toelich hting:
Facto oren, die betre ekking hebben n op het progra amma en die de d studievoorttgang belemm meren worde en zoveel mog gelijk weggeno omen. (facett vorig kader NL N & VL 2.4)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 7:
De op pleiding voldoe et aan wettelijjke eisen met betrekking tott de omvang e en de duur van n het progrramma.
Toelich hting:
Nede erland: hbo-bachelor:: 240 studiepu unten, wo-bachelor: in de regel 18 80 studiepunte en, hbo-master: minimaal m 60 sttudiepunten, wo-master: minimaal m 60 stu udiepunten, affhankelijk van de opleiding, Vlaan nderen: bachelor: tenm minste 180 stu udiepunten, bachelor na bachelor: b tenm minste 60 studiiepunten, master: tenmiinste 60 studie epunten, master na ma aster: tenminstte 60 studiepu unten. (facett vorig kader NL N & VL 2.6)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.) Conc clusie program mma Het programma p van de opleiding g is
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 24
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Standa aard 8:
Perso oneel De op pleiding besch hikt over een doeltreffend d pe ersoneelsbele eid. (nieuw w)
Toelich hting:
Het personeelsbele p eid voorziet in de voor de re ealisatie van het programma a benodigde kwalifficaties, scholiing, beoordeling en omvang g van het perssoneel.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 9:
Het personeel p is ge ekwalificeerd voor v de inhoud delijke, onderw wijskundige en n organisatoriische realissatie van het programma. p
Toelich hting:
De exxpertise van het personeel sluit s aan bij de e eisen gesteld d aan een pro ofessionele (hb bo-) of een n academisch he (wo-)opleidiing. (facett vorig kader NL N & VL 3.1 en n 3.3)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 10:
De om mvang van he et personeel iss toereikend vo oor de realisattie van het pro ogramma. (facett vorig kader NL& N VL 3.2)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.) Conc clusie person neel Het personeelsbele p eid en de perssoneelsinzet zijn
Oordee el:
Standa aard 11:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Voorzzieningen De hu uisvesting en de d materiële voorzieningen v zijn toereiken nd voor de rea alisatie van het progrramma. (facett vorig kader NL N & VL 4.1)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 12:
De sttudiebegeleidin ng en de inforrmatievoorzien ning aan stude enten bevorde eren de studie evoortgang en n sluiten aan bij b de behoefte e van studente en. (facett vorig kader NL N & VL 4.2)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.) Conc clusie voorzie eningen De vo oorzieningen van v de opleidin ing zijn
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 25
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Standa aard 13:
Kwaliteitszorg De op pleiding wordtt periodiek geë ëvalueerd, me ede aan de han nd van toetsbare streefdoellen.
Toelich hting:
De op pleiding bewaa akt de kwaliteit van de beoo ogde eindkwalificaties, het p programma, het perso oneel, de voorzieningen, de toetsing en de gerealiseerd de eindkwalificcaties via regelm matige evalua aties. De opleid ding verzamelt tevens mana agementinform matie met betrekking tot de re endementen en e de staf-stud dentratio. N & VL 5.1) (facett vorig kader NL
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 14:
De uiitkomsten van deze evaluati tie vormen de basis voor aantoonbare verrbetermaatreg gelen die bijijdragen aan realisatie r van de d streefdoele en. (facett vorig kader NL N & VL 5.2)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 15:
Bij de e interne kwaliiteitszorg zijn de d opleidings-- en examenco ommissie, me edewerkers, stude enten, alumni en e het afneme end beroepenveld van de op pleiding actieff betrokken. (facett vorig kader NL N & VL 5.3)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.) Conc clusie kwalite eitszorg De kw waliteitzorg va an de opleiding g is
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 16:
Toets sing en gerea aliseerde eind dkwalificaties s De op pleiding besch hikt over een adequaat a syste eem van toetssing en toont a aan dat de beoog gde eindkwaliificaties worde en gerealiseerd rd.
Toelich hting:
Het gerealiseerde g n niveau blijkt uit de tussentijd dse en afsluite ende toetsen, de afstud deerwerken en n de wijze waa arop afgestud deerden in de praktijk of in e een vervo olgopleiding functioneren. De toetsen en de d beoordeling g zijn valide, b betrouwbaar en e voor studenten s inziichtelijk. (facett vorig kader NL N 2.8 en 6.1;; VL 2.8, 2.9 en 6.1; standaa ard 3 beperkte e 11 opleid dingsbeoordelling)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
11
Niet opgenomen: facet vo orig kader NL & VL 6.2. 6
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 26
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Algem mene conclusie waliteit van de e opleiding is De kw Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Oordee el:
Bij de e beoordeling worden de volgende definities gehanteerrd. Deze definities hebben zowel z betrekking op de sccores van de standaarden s als a op de scorres van de ond derwerpen en de opleid ding in totaal. skwaliteit Basis De kw waliteit die in internationaal perspectief re edelijkerwijs ve erwacht mag w worden van ee en bache elor- of masteropleiding binnen het hogerr onderwijs. oldoende Onvo De op pleiding voldoe et niet aan de basiskwaliteitt. Voldo oende De op pleiding voldoe et aan de basiskwaliteit. d Goed De op pleiding stijgt aanmerkelijk a u boven de basiskwaliteit. uit b Excellent pleiding stijgt ver v uit boven de d basiskwalitteit en vervult een voorbeeld dfunctie voor De op anderre relevante opleidingen. o
4.3
enstelling van n het visitatie epanel Same Het iss van belang dat d het visitatie epanel op een n dusdanige manier m wordt samengesteld dat een zinvolle z discusssie tussen ‘pe eers’ kan ontsttaan, waarbij het h panel vold doende onafh hankelijk is. In Nederland ste elt de instelling het panel sa amen en draag gt dat vervolgens 12 ter go oedkeuring voor aan de NVA AO. De inste elling levert hiervoor op een n door de NVA AO vastg gestelde wijze gegevens aan n over de deskundigheden en onafhanke elijkheid van de e panellleden en de secretaris. s In Nederland N kan n de instelling het panel zelff samenstellen n en zelf een e secretaris aanzoeken, maar m zij kan hiervoor ook op pdracht geven aan een exte ern evaluatiebureau. In n Vlaanderen stellen s de VLIR en de VLHO ORA de panels samen. De NVAO O maakt jaarlijjks een lijst be ekend van gec certificeerde se ecretarissen e en evaluatiebureaus.
12
De NVAO N twijfelt er aan of o deze werkwijze in overeenstemming is s met de eisen die de e ESG aan zulk een b beoordeling stellen en e vraagt
het Nederlandse ministerie van v OCW om een sta andpunt ter zake. De e NVAO is van menin ng dat, indien zij zelf d de panels benoemt (op ( voordraccht van de instelling)), er in elk geval overreenstemming met de e ESG wordt bereikt..
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 27
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Aan het h visitatiepan nel worden de e volgende eis sen gesteld: 1. het panel besstaat uit ten miinste vier lede en, onder wie een e student; 2. de inhoudelijkke deskundige het panel besschikt over ten minste twee gezaghebben g en. Tenminste ee en van deze le eden beschikt over onderwijservaring op h het betreffende opleidingsnive eau. 3. het panel is op de hoogte van v internation nale ontwikkeliingen in het va akgebied en beschikt, voorr zover van toepassing, ove er werkvelddesskundigheid; 4. het panel besschikt daarnaa ast over onderw wijsdeskundig gheid en visita atie- of auditdeskundigheid, het panel is onafhankelijk (d de leden hebb ben minstens vijf jaar geen banden gehad d met 5. de instelling waartoe w de opleiding behoort); het panel worrdt in Nederlan nd bijgestaan door een onaffhankelijke, exxterne secreta aris 6. die getraind en e gecertificee erd is door de NVAO en in Vlaanderen V do oor een onafhankelijke e secretaris va an VLIR/VLHO ORA. ederland verkla aren alle pane elleden en de secretaris s voo orafgaand aan n het bezoek aan a de In Ne NVAO O geen relatie es of banden met m de desbetreffende instelling te onderh houden, privé noch zakelijk, die een on nafhankelijke oordeelsvormi o ing over de kw waliteit van de opleiding ten positieve of ten neg gatieve zoude en kunnen beïn nvloeden, alsm mede dat zij zodanige relaties of bande en met de insttelling de afge elopen vijf jaarr niet hebben gehad. g Hiertoe e stelt de NVA AO een gedragscode g v voor panellede en en secretarrissen vast. Pa anelleden en ssecretarissen onderrtekenen de gedragscode vooraf v en onde ertekenen na afloop a van hett beoorrdelingproces een door de NVAO N voorge elegde verklaring dat de beo oordeling in onafh hankelijkheid heeft h plaatsgevonden. In Vla aanderen worrdt de reeds be estaande proce edure inzake onafhankelijkh o heid gevolgd. Indien n er tijdens he et beoordelingssproces zaken n plaatsvinden n die de onafh hankelijkheid van v de be eoordeling kun nnen beïnvloed den, kunnen belanghebben b nden, zoals pa anelleden, mede ewerkers of stu udenten, dit melden m bij de NVAO. N De NV VAO zal hiervo oor een proced dure ontwikkelen.
4.4 4.4.1
Beoo ordelingsproc ces Kritiscche reflectie De op pleiding prese enteert ten beh hoeve van de beoordeling door d het visitattiepanel een kritiscche reflectie ovver de opleiding. De kritisch he reflectie die ent de standaa arden en de onderrwerpen van het h kader voorr de uitgebreid de opleidingsb beoordeling te volgen, waarb bij de sterke e en de zwakkke punten van n de opleiding worden besch hreven. Teven ns wordt aange egeven welke e verbetermaattregelen zijn genomen g naarr aanleiding va an de vorige visitattie. De kritisch he reflectie is een e op zichze elf staand docu ument, dat zellfstandig te lez zen is. De krritische reflectiie is bij uitstekk het handvat om docenten en deskundigen te laten sp preken over de d kwaliteit va an de opleiding g. Het moet da an ook een do ocument zijn w waarin docente en en stude enten de opleid ding herkenne en. Het accreditatiekad a der biedt de mogelijkheid m om m het gesprekk tijdens de vissitatie niet alleen te laten gaan over de in het verlede en behaalde re esultaten, maa ar ook over de e ambities van n de opleid ding. Wat zijn de keuzes voor de toekoms st, waar wil de e opleiding hee en? Om een
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 28
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
derge elijk gesprek te e kunnen voerren, wordt van n het visitatiep panel verwachtt dat het ook in staat is met de ople eiding over ha aar toekomstpllannen te refle ecteren. De om mvang van de e kritische refle ectie is maxim maal 40 pagina a’s, exclusief b bijlagen. 4.4.2
Locattiebezoek Het verplichte v locattiebezoek ten behoeve van de uitgebreide opleidingsbe eoordeling duurt ongevveer twee dag gen. Indien vergelijkbare opleidingen van een instelling tezamen worrden beoorrdeeld, kan err een relatieve e reductie van de bezoektijd plaatsvinden. Het visitatiepanel v h heeft voorafgaand aan het bezoek b een aa antal afstudeerrwerken bestu udeerd teneind de zicht te heb bben op het be ereikte eindnivveau in de opleiding. Het maakt hierto oe een selectie e uit een door de opleiding opgestelde o ovverzichtslijst. D De afstudeerw werken met de d bijbehorend de beoordeling gscriteria en normering n word den voorafgaa and aan het bezoek toege estuurd aan de e panelleden of o de panelled den bestuderen deze ter ple ekke voorafgaa and aan het h bezoek. De e panelleden vormen v voorafgaand aan he et bezoek een n voorlopig oorrdeel over de d opleiding en e formuleren vragen voor het h locatiebezo oek. Het visitatiepanel v s spreekt tijdenss het locatiebezoek in elk ge eval met het opleid dingsmanagem ment, leden va an de examen ncommissie (N Nederland) en de opleid dingscommisssie, docenten, studenten, alu umni en waar relevant verte egenwoordige ers van het h beroepenveld. Daarnaasst bestudeert het h panel het door d de opleid ding ter inzage e geleg gde materiaal. De precieze omvang o van de d gesprekken n, de mogelijke e clustering va an de gesprreksdeelneme ers en de verdere inrichting van het bezoe ek worden bep paald in overle eg tusse en de contactp persoon van de e instelling en de secretariss en voorzitter van het panel. De deleg gaties van de opleiding o zijn ongeveer o zes personen. He et panel kan in n overleg met de opleid ding colleges of o andere ond derwijsleersitua aties bezoeke en of een open n spreekuur instellen. Aan het h einde van het locatiebezzoek koppelt de d voorzitter va an het visitatie epanel het algem mene oordeel en de onderlig ggende overw wegingen op be eknopte wijze terug aan de opleid ding.
4.4.3
Beoordelingsproce edure binnen het h visitatiepan nel v g geeft een oordeel over alle in het beoorde elingskader op pgenomen Het visitatiepanel stand daarden en onderwerpen. Dat D oordeel wo ordt gemotivee erd door een w weging van de e positieve en kritisch he elementen uit de bevindiingen van het panel. Het oo ordeel kan zijn n: onvoldoende, voldo oende, goed of o excellent. Vervolgens form muleert het pa anel een algem meen, gewo ogen en gemottiveerd, oorde eel over de kwaliteit van de opleiding. o Ookk dat oordeel wordt w gegevven op een vie erpuntsschaall, variërend va an onvoldoend de tot excellen nt.
4.4.4
Beoordelingsrappo ort De se ecretaris van het h visitatiepan nel stelt een beoordelingsra b apport op van 20 tot 30 pagina’s. Het ra apport heeft als a voornaamste inhoud de oordelen o van het h panel op d de standaarde en en de on nderwerpen. Het H panel geefft daarbij een onderbouwing o g op basis van de kritische reflecctie van de oplleiding, de gessprekken met de vertegenw woordigers van n de opleiding en de on nderliggende data d uit het terr inzage liggen nde materiaal.. In het rapporrt zijn aansp prekende en representatiev r ve voorbeelden n opgenomen.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 29
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Het beoordelingsra b apport wordt vo oorafgegaan door d een samenvattend oorrdeel over de kwalitteit van de oplleiding van ma aximaal twee pagina’s. Indie en er verbeterracties mogelijjk zijn, dan d neemt hett panel in een aparte paragrraaf aanbevelingen op. Verd der bevat het rappo ort een scoreta abel met de pa aneloordelen, informatie ovver de datum / data van het locatiebezoek, de namen n van de e gespreksdee elnemers, de basisgegevens b s over de ople eiding (zie paragraaf p 4.6),, een overzich ht van het besttudeerde mate eriaal en de onafh hankelijkheidsvverklaringen van v de panelle eden en de secretaris. De se ecretaris van het h visitatiepan nel stuurt het beoordelingsrrapport aan he et bestuur van n de instelling nadat alle e panelleden hebben h ingestemd met de in nhoud van hett rapport. De instelling krijgt de gelegenheid g om te reageren n op feitelijke onjuistheden o in het rapport, waarn na de voorzitte er van het pan nel het rapportt definitief vasststelt. Het rap pport wordt onderrtekend door de d voorzitter en e de secretarris van het pan nel.
4.5
NVAO O-besluitvorm ming Het in nstellingsbestu uur vraagt op basis van het beoordelingsrapport accred ditatie aan bij de NVAO O. De NVAO kan k op hoofdlijjnen twee mogelijke besluiten nemen: ge eaccrediteerd (voor een periode p van ze es jaar) en niet geaccreditee erd. In het gevval van een ne egatief oordee el door het be eoordelingspa anel voegt het instellingsbes stuur een verb beterplan bij he et rapport, wa aaruit blijkt dat d de opleidin ng in een periode van maximaal drie jaarr het niveau va an voldoende basiskwaliteit zal behalen. De NV VAO bepaalt in Nederland of o op basis van het verbeterrplan een herstelperiode h mogelijk is. Voor V Vlaandere en wordt de re eeds bestaand de procedure voor herste el behouden.
4.6
Verpllichte docum mentatie Tijden ns het beoordelingsproces verstrekt v de opleiding een beperkt b aantal documenten aan het viisitatiepanel. De D NVAO gaa at er van uit da at het bestaande documente en zijn, die bin nnen de op pleiding of insttelling voorhan nden zijn en niet speciaal vo oor de opleidin ngsbeoordelin ng worde en opgesteld. De documentten dienen ter adstructie en eventueel terr verificatie. An nder materriaal is slechtss noodzakelijkk als het panel expliciet daarrom vraagt of als de opleidin ng een bepaalde b profilering wil aanttonen.
4.6.1
Basissgegevens ove er de opleiding g (De basisgegevens b s worden opge enomen in de kritische refle ectie, het beoo ordelingsrappo ort en het be esluit van de NVAO.) N Admin inistratieve geg gevens van de e opleiding 1. naam opleidin ng zoals in CR ROHO of HOR R; 2. oriëntatie en niveau n opleiding; 3. aantal studiep punten; 4. afstudeerrichttingen; 5. locatie(s); 6. variant(en); 7. registratienum mmer in CROH HO of HOR.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 30
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Admin inistratieve geg gevens van de e instelling 1. naam instellin ng; 2. status instellin ng (voor Nede erland: bekostiigd, aangewezzen of anders; voor Vlaande eren: ambtshalve geregistreerd of o geregistreerrd); resultaat inste 3. ellingsaudit. Kwan ntitatieve gege evens over de opleiding 1. in-, door- en uitstroomgege u evens van - zo o mogelijk - de e laatste 6 cohorten; 2. gerealiseerde e docent-stude ent ratio; 3. gemiddeld aa antal contacturren per fase va an de studie (Nederland; ee en fase kan bijvoorbeeld aangegeven a w worden in regu uliere studiejarren, de stage en de afstudeerperio ode) of ECTS-fiches aangevuld met studietijdmetingen n (Vlaanderen). 4.6.2
Verpllichte bijlagen bij de kritische reflectie (De lijjst met bestud deerde bijlagen wordt opgen nomen in het beoordelingsr b rapport.) 1. 2. 3.
domeinspecifiek referentiekkader en de eiindkwalificatie es van de ople eiding; schematisch programmaov p verzicht; inhoudsbesch hrijving (op hoofdlijnen) van de programm maonderdelen, met vermeldiing van eindkwaliificaties, leerdoelen, werkvo orm(en), wijze van toetsing, voorgeschrev ven literatuur, doccent en studiep punten; 4. literatuurlijst (verplicht / aan nbevolen); 5. onderwijs- en examenregelling (OER; in Vlaanderen V alleen voor zovver afwijkend van v zoals op inste ellingsniveau vastgelegd); v (Puntt 2 t/m 5 zijn veelal opgenom men in een stu udiegids, in da at geval kan de eze als bijlage e worde en opgenomen.) 6. 7.
et naam, functtie, omvang aa anstelling, gra aad en overzicht van het ingezette personeel me deskundigheid d; overzichtslijstt van de laatste 25 afstudee erwerken of de e afstudeerwerrken van de la aatste twee jaar (of van v portfolio’ss / werkstukken n waaruit het door d de stude ent bereikte eindniveau ka an worden afgeleid).
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 31
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
4.6.3
Docu umenten ter inzzage tijdens het h bezoek (De lijjst met bestud deerd materiaa al wordt opgen nomen in het beoordelingsrrapport.) onderwijsbeleidsplan of soortgelijk(e) doc o cument(en); b beleidsplan op p het gebied va an onderzoek in relatie tot de d aangebode en opleidingen n of s soortgelijk(e) d document(en); ; 3. personeels(be p eleid)plan of so oortgelijk(e) do ocument(en); 4. voorzieningenp v plan of soortgelijk(e) docum ment(en); 5. kwaliteitszorgp k plan; 6. samenvatting s e analyse va en an recente eva aluatieresultate en en relevantte m managementin nformatie; 7. verslagen v van overleg in rele evante commissies / organe en; 8. to oetsopgaven met bijbehore ende beoordeliingscriteria en n normering (a antwoordmode ellen) e een represe en entatieve sele ectie van feiteliijk gemaakte toetsen t (zoalss presentaties,, s stages, assesssments of porttfolio’s) en beo oordelingen; 9. door d het panell bepaalde rep presentatieve selectie van afstudeerwerke a en van de a afgelopen twee e jaar met bijb behorende beo oordelingscrite eria en norme ering; 10. handboeken h e overig studiemateriaal. en 1. 2.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 32
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
5 Bep perkte To oets Nieuw we Opleid ding (TNO O)
5.1
et Opze Het kader k voor de beperkte b beoo ordeling van nieuwe n opleidin ngen wordt ge ebruikt als de instelling beschikt over o een posittief oordeel ov ver de instellin ngsaudit. De beoordeling komt tot stand d op basis van een discussie e met ‘peers’ over o de inhoud d en kwaliteit van de opleiding en is gericht op vie er vragen: 1. 2. 3. 4.
Wat beoogt de opleiding? Hoe wil de op pleiding dit rea aliseren? Hoe wil de op pleiding dit toe etsen? Zijn er voldoe ende financiële e middelen?
Deze vier vragen zijn z vertaald in vier standaarrden. Over de standaarden geeft een visitattiepanel een gemotiveerd g o oordeel op een n tweepuntsscchaal: onvoldo oende of voldo oende. Vervo olgens geeft het panel een gemotiveerd g eindoordeel e ovver de kwaliteiit van de opleiiding, ook op o de tweepun ntsschaal.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 33
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
5.2
Standa aard 1:
Beoo ordelingskade er voor de be eperkte TNO ogde eindkwa alificaties Beoo De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g zijn wat betre eft inhoud, nivveau en oriënttatie gecon ncretiseerd en n voldoen aan internationale e eisen.
Toelich hting:
De be eoogde eindkw walificaties pa assen wat betrreft niveau en oriëntatie (bacchelor of mastter; hbo / professioneell gericht of wo o / academisch h gericht) binn nen de Nederla andse of Vlaamse kwalifficatieraamwe erken. Ze sluite en bovendien aan bij de acttuele eisen die e in internation naal persp pectief vanuit het h beroepenvveld en het vakgebied worde en gesteld aan de inhoud van v de opleid ding.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 2:
erwijsleeromg geving Onde Het programma, p he et personeel en e de opleiding gsspecifieke voorzieningen v maken het vo oor de instro omende studen nten mogelijk de beoogde eindkwalificatie e es te realisere en.
Toelich hting:
De inhoud en vorm mgeving van he et programma a stelt de toege elaten studentten in staat de e beoog gde eindkwalifficaties te bere eiken. De kwa aliteit van het personeel p en vvan de opleid dingsspecifiekke voorziening gen is daarbij essentieel. e Pro ogramma, perrsoneel en voorzzieningen vorm men een voor studenten sam menhangende e onderwijslee eromgeving.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 3:
sing Toets De op pleiding besch hikt over een adequaat a syste eem van toetssing.
Toelich hting:
Dit blijkt uit de tusssentijdse en affsluitende vorm men van toetsing. De toetse en en de beoorrdeling zijn va alide, betrouwb baar en voor studenten s inzicchtelijk.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 4:
udeergarantie e en financiële voorziening gen Afstu De instelling geeft aan a studenten n de garantie dat d het progra amma volledig g kan worden doorlo open en stelt toereikende t fin inanciële voorz rzieningen besschikbaar.
Toelich hting:
De affstudeergaranttie beslaat een redelijke termijn.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Algem mene conclusie waliteit van de e opleiding is De kw Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 34
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Bij de e beoordeling worden de volgende definities gehanteerrd. Deze definities hebben zowel z betrekking op de sccores van de standaarden s als a op de scorres van de opleiding in totaa al. skwaliteit Basis De kw waliteit die in internationaal perspectief re edelijkerwijs ve erwacht mag w worden van ee en bache elor- of masteropleiding binnen het hogerr onderwijs. oldoende Onvo De op pleiding voldoe et niet aan de basiskwaliteitt. Voldo oende De op pleiding voldoe et aan de basiskwaliteit.
Indien n een opleidin ng niet volledig g nieuw is of omgevormd o wo ordt, worden b bij de oorde eelsvorming oo ok de gerealisseerde eindkw walificaties betrokken.
5.3
Same enstelling van n het visitatie epanel De NV VAO stelt het visitatiepanel samen dat de e TNO uitvoerrt en de NVAO O benoemt dit visitattiepanel. De te e beoordelen opleiding heeft het recht be eargumenteerd d bezwaren aa an te drage en tegen de sa amenstelling van v het visitatiepanel. Het iss van belang dat d het visitatie epanel op een n dusdanige manier m wordt samengesteld dat een zinvolle z discusssie tussen ‘pe eers’ kan ontsttaan, waarbij het h panel vold doende onafh hankelijk is. Aan het h visitatiepan nel worden de e volgende eis sen gesteld: 1. het panel besstaat uit ten miinste vier lede en, onder wie een e student; 2. de inhoudelijkke deskundige het panel besschikt over ten minste twee gezaghebben g en. Tenminste ee en van deze le eden beschikt over onderwijservaring op h het betreffende opleidingsnive eau. 3. het panel is op de hoogte van v internation nale ontwikkeliingen in het va akgebied en beschikt, voorr zover van toepassing, ove er werkvelddesskundigheid; 4. het panel besschikt daarnaa ast over onderw wijsdeskundig gheid en visita atie- of auditdeskundigheid, het panel is onafhankelijk (d de leden hebb ben minstens vijf jaar geen banden gehad d met 5. de instelling waartoe w de opleiding behoort). Het visitatiepanel v w wordt begeleid d door een pro ocescoördinato or van de NVA AO en onderstteund door een e secretariss. Ook de secrretaris en de procescoördin p nator zijn onafh hankelijk van de d desbe etreffende insttelling. Alle panelleden p en de secretaris verklaren voo orafgaand aan n het bezoek a aan de NVAO geen relatie es of banden met m de desbetreffende inste elling te onderrhouden, privé é noch zakelijk k, die een onafhankelijke o e oordeelsvorm ming over de kwaliteit k van de e opleiding ten n positieve of ten negattieve zouden kunnen k beïnvlloeden, alsme ede dat zij zodanige relatiess of banden me et de instelling de afgelopen vijf jaar niet hebben ge ehad. Hiertoe stelt s de NVAO O een gedragscode voor panelleden p en n secretarissen n vast. Panelle eden en secre etarissen onde ertekenen de gedra agscode voora af en ondertekkenen na afloo op van het beo oordelingproce es een door de
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 35
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
NVAO O voorgelegde e verklaring da at de beoordeling in onafhankelijkheid he eeft plaatssgevonden. Indien n er tijdens he et beoordelingssproces zaken n plaatsvinden n die de onafh hankelijkheid van v de be eoordeling kun nnen beïnvloed den, kunnen belanghebben b nden, zoals pa anelleden, mede ewerkers of stu udenten, dit melden m bij de NVAO. N De NV VAO zal hiervo oor een proced dure ontwikkelen.
5.4 5.4.1
Beoo ordelingsproc ces Inform matiedossier De op pleiding prese enteert ten beh hoeve van de beoordeling door d het visitattiepanel een inform matiedossier over o de opleidiing. Het inform matiedossier dient d de standa aarden van he et kaderr voor de bepe erkte TNO te volgen. v De opleiding wordt gepositioneerd g d ten opzichte e van besta aande (en nieu uwe) opleiding gen in binnen- en buitenland d. Het informa atiedossier is een e op zicchzelf staand document, da at zelfstandig te lezen is. In hett beperkte TNO-kader is gekozen voor ee en opzet die veel v ruimte laa at voor de ople eiding om ha aar eigenheid te benadrukkken. In het info ormatiedossierr kan de opleid ding van deze e ruimte e gebruik makken. Het inform matiedossier is s bij uitstek he et handvat om docenten en ‘peerss’ te laten spre eken over de inhoud van de e opleiding. He et moet een document zijn waara aan de belang ghebbenden zich gecommittteerd hebben.. Het TNO-kader T bie edt daarnaast de mogelijkhe eid om het gessprek tijdens d de visitatie ove er de ambitties van de op pleiding. Wat zijn z de keuzes voor de toeko omst, waar will de opleiding heen? ? Om een derrgelijk gesprekk te kunnen vo oeren, wordt van v het visitatie epanel verwac cht dat he et ook in staatt is met de oplleiding over ha aar toekomstp plannen te reflecteren. Bij he et schrijven va an het informattiedossier en bij b de uitvoerin ng van de visittatie is het van n belan ng dat er geen overlap optre eedt met de be eoordeling in het h kader van de instellingsaudit. Indien n het nodig is te refereren aan a instellings-- of bijvoorbee eld facultair be eleid, gaat hett bij de be eoordeling van n de opleiding strikt om de ‘ffitness for purpose’ van het beleid voor de desbe etreffende opleiding. Randvvoorwaardelijk ke zaken, zoalss de opzet van de kwaliteits szorg of hett personeelsbe eleid van de in nstelling beho oren hier niet to oe, omdat dezze onderwerp zijn van de d instellingsau udit. De om mvang van he et informatiedo ossier is maxim maal 20 pagina’s, exclusief bijlagen.
5.4.2
Locattiebezoek Het verplichte v locattiebezoek ten behoeve van de beperkte TNO T duurt in b beginsel een dag. d Hierb bij wordt als we erkwijze gehanteerd dat hett visitatiepanel gezamenlijk vooraf een voorlo opig oordeel heeft h gevormd d over de opleiiding en de vra agen voor hett locatiebezoek heeft geformuleerd d. Het panel be etrekt het resu ultaat van de in nstellingsaudit bij zijn oorde eelsvorming. Het visitatiepanel v s spreekt tijdenss het locatiebezoek in elk ge eval met het opleid dingsmanagem ment, leden va an de examen ncommissie (N Nederland) en de opleid dingscommisssie, docenten en e waar releva ant vertegenw woordigers van n het beroepenveld. Daarn naast bestude eert het panel het door de op pleiding ter inzzage gelegde materiaal. De e precie eze omvang van v de gesprekken, de mogelijke clusterin ng van de gesspreksdeelnem mers
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 36
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
en de e verdere inrichting van het bezoek worde en bepaald in overleg tussen de conta actpersoon van n de instelling en de proces scoördinator en voorzitter va an het panel. De D deleg gaties van de opleiding o zijn ongeveer o zes personen. Aan het h einde van het locatiebezzoek koppelt de d voorzitter va an het visitatie epanel het algem mene oordeel en de onderlig ggende overw wegingen op be eknopte wijze terug aan de opleid ding. 5.4.3
edure binnen het h visitatiepan nel Beoordelingsproce v g geeft een oordeel over alle in het beoorde elingskader op pgenomen Het visitatiepanel stand daarden. Dat oordeel o wordt gemotiveerd door d een wegiing van de possitieve en kritische eleme enten uit de be evindingen va an het panel. Het H oordeel ka an zijn: onvoldoende of voldo oende. Vervolg gens formulee ert het panel ee en algemeen, gewogen en gemotiveerd, oorde eel over de kw waliteit van de opleiding. Ook dat oordeel wordt gegeve en op de tweep puntsschaal (o onvoldoende of o voldoende)..
5.4.4
Advie esrapport De se ecretaris van het h visitatiepan nel stelt een adviesrapport a o van ongeveer 20 pagina op a’s. Het ra apport heeft als a voornaamste inhoud de oordelen o van het h panel op d de standaarde en. Het panel p geeft daa arbij een onde erbouwing op basis van de kritische k reflecctie van de opleid ding, de gesprrekken met de e vertegenwoo ordigers van de opleiding en n de onderligg gende data uit u het ter inza age liggende materiaal. m In het rapport zijn n aansprekend de en representatieve voo orbeelden opg genomen. Het adviesrapport a w wordt voorafge egaan door ee en samenvatte end oordeel o over de kwalite eit van de op pleiding van maximaal m twee pagina’s. Indien er eventue ele verbeteraccties mogelijk zijn, z dan zijn z deze in ee en aparte paragraaf van het rapport opgen nomen. Verde er bevat het ra apport een scoretabel s mett de paneloord delen, informa atie over de da atum / data va an het locatiebezoek, de namen n van de e gespreksdee elnemers, de basisgegevens b s over de ople eiding (zie paragraaf p 0), een e overzicht van v het bestud deerde materiiaal en de onafh hankelijkheidsvverklaringen van v de panelle eden en de secretaris. De NV VAO stuurt he et adviesrappo ort aan het bes stuur van de instelling nada at alle panelled den hebbe en ingestemd met de inhoud van het rapp port. De instelling krijgt de g gelegenheid om te reage eren op feitelijkke onjuisthede en in het rapport, waarna de e voorzitter va an het panel het rappo ort definitief va aststelt. Het ra apport wordt ondertekend do oor de voorzittter en de secrretaris van het h panel en te er besluitvorming aangeboden aan het be estuur van de NVAO. Indien n het rappo ort vragen opro oept bij het be estuur van de NVAO of indie en een instelling dit wenst, kan k het be estuur van de NVAO de oplleiding en/of het h visitatiepan nel uitnodigen voor nader overle eg.
5.5
O-besluitvorm ming NVAO De NV VAO kan op hoofdlijnen h twe ee mogelijke besluiten b neme en: een positie ef oordeel ove er de toets nieuwe opleid ding (voor een n periode van zes z jaar in Ne ederland en vie er jaar in Vlaan nderen), of een n negatief oorrdeel over de toets t nieuwe opleiding. o In bijzzondere gevalllen kan de NV VAO voorwaarrden verbinde en aan het bessluit. In dat gev val dient de opleiding binnen b drie jaa ar een aanvulllende beoorde eling aan te vrragen, waarbij de
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 37
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
NVAO O beziet of de opleiding inm middels aan de e gestelde voo orwaarden hee eft voldaan. Indien geen herbeoordelin ng wordt aang gevraagd of ind dien niet aan de voorwaarden blijkt te zijn n volda aan, vervalt he et positieve besluit. De beoo ordeling van de e gestelde voo orwaarden wo ordt uitgevvoerd in opdra acht van de NV VAO door een n beoordelingsspanel. De aanvullende beoorrdeling volgt op o hoofdlijnen de procedure voor een reguliere beperktte TNO. Het beoorrdelingspanel richt zich mett name op de eerder e geconsstateerde teko ortkomingen binnen de op pleiding.
5.6
Verpllichte docum mentatie Tijden ns het beoordelingsproces verstrekt v de opleiding een beperkt b aantal documenten aan het viisitatiepanel. De D NVAO gaa at er van uit da at het bestaande documente en zijn, die bin nnen de op pleiding of insttelling voorhan nden zijn en niet speciaal vo oor de opleidin ngsbeoordelin ng worde en opgesteld. De documentten dienen ter adstructie en eventueel terr verificatie. An nder materriaal is slechtss noodzakelijkk als het panel expliciet daarrom vraagt of als de opleidin ng een bepaalde b profilering wil aanttonen.
5.6.1
Basissgegevens ove er de opleiding g (De basisgegevens b s worden opge enomen in hett informatiedosssier, het adviiesrapport en het besluit van de NVA AO.) Admin inistratieve geg gevens van de e opleiding 1. naam opleidin ng 2. oriëntatie en niveau n opleiding; 3. aantal studiep punten; 4. afstudeerrichttingen; 5. locatie(s); 6. variant(en). Admin inistratieve geg gevens van de e instelling 1. naam instellin ng; 2. status instellin ng (voor Nede erland: bekostiigd, aangewezzen of anders; voor Vlaande eren: ambtshalve geregistreerd of o geregistreerrd); resultaat inste 3. ellingsaudit. Kwan ntitatieve gege evens over de opleiding 1. beoogde doce ent-student ra atio; 2. beoogd aanta al contacturen per fase van de studie (Nederland; een ffase kan bijvoorbeeld aangegeven a w worden in regu uliere studiejarren, de stage en de afstudeerperio ode) of ECTS-fiches (Vlaan nderen).
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 38
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
5.6.2
Verpllichte bijlagen bij het informa atiedossier (De lijjst met bestud deerde bijlagen wordt opgen nomen in het adviesrapport a .) 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7. 8. 5.6.3
domeinspecifiek referentiekkader en de eiindkwalificatie es van de ople eiding; schematisch programmaov p verzicht; inhoudsbesch hrijving (op hoofdlijnen) van de programm maonderdelen van het eerste e jaar, met vermeldin ng van eindkw walificaties, lee erdoelen, werkkvorm(en), wijze van toetsin ng, voorgeschrevven literatuur, docent d en studiepunten; literatuurlijst (verplicht / aan nbevolen); onderwijs- en examenregelling (OER; in Vlaanderen V alleen voor zovver afwijkend van v zoals op inste ellingsniveau vastgelegd); v overzicht van het in te zette en personeel met m naam, fun nctie, omvang aanstelling, graad g en deskundigheid; uitkomst macrodoelmatighe eid; rapport instellingsaudit.
Docu umenten ter inzzage tijdens het h bezoek (De lijjst met bestud deerd materiaa al wordt opgen nomen in het adviesrapportt.) 1. 2.
vverslagen van overleg in rele evante commissies / organe en; h handboeken e overig studiemateriaal. en
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 39
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
6 Uitg gebreide Toets Nie euwe Oplleiding (T TNO)
6.1
et Opze Het kader k voor de uitgebreide u be eoordeling van n nieuwe opleidingen (uitgebreid TNO-kader) wordtt gebruikt als de d instelling niet beschikt ov ver een positie ef oordeel ove er de instellingsaudit. De e beoordeling komt k tot stand d op basis van n een discussie e met ‘peers’ over o de inh houd en kwalitteit van de opleiding en is gericht g op zeve en vragen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Wat beoogt de opleiding? Met welk prog gramma? Met welk perssoneel? Met welke voo orzieningen? Hoe wordt de kwaliteit gebo orgd? Hoe wil de op pleiding dit toe etsen? Zijn er voldoe ende financiële e middelen?
Deze zeven vragen n zijn vertaald in zeven onde erwerpen en 15 1 standaarde en. Over de onderrwerpen en de e standaarden n geeft een vis sitatiepanel ee en gemotiveerd d oordeel op een e tweep puntsschaal: onvoldoende o o voldoende. Vervolgens ge of eeft het panel een gemotive eerd eindo oordeel over de kwaliteit van n de opleiding, ook op de tw weepuntsschaa al.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 40
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
6.2
Standa aard 1:
Beoo ordelingskade er voor de uittgebreide TNO ogde eindkwa alificaties Beoo De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g zijn wat betre eft inhoud, nivveau en oriënttatie gecon ncretiseerd en n voldoen aan internationale e eisen.
Toelich hting:
De be eoogde eindkw walificaties pa assen wat betrreft niveau en oriëntatie (bacchelor of mastter; hbo / professioneell gericht of wo o / academisch h gericht) binn nen de Nederla andse of Vlaamse kwalifficatieraamwe erken. Ze sluite en bovendien aan bij de acttuele eisen die e in internation naal persp pectief vanuit het h beroepenvveld en het vakgebied worde en gesteld aan de inhoud van v de opleid ding. (facett vorig kader NL N 1.1 t/m 1.3 3; VL 1.1 en 1.2; standaard 1 beperkte TN NO)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 2:
Programma De orriëntatie van het h programma a waarborgt de e ontwikkeling g van vaardigh heden op het gebie ed van wetensschappelijk ond derzoek en/off de beroepsprraktijk.
Toelich hting:
Het programma p he eeft aantoonba are verbanden n met actuele ontwikkelingen o n in het beroe epenveld en het vakgebied. (facett vorig kader NL N & VL 2.1)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 3:
De inhoud van het programma biedt b studenten n de mogelijkh heid om de be eoogde eindkkwalificaties te e bereiken.
Toelich hting:
De eindkwalificaties zijn adequaa at vertaald in leerdoelen l van (onderdelen n van) het progrramma. Studenten volgen een inhoudelijk k samenhange end studieprog gramma. (facett vorig kader NL N & VL 2.2 en n 2.3)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 4:
De vo ormgeving van n het programma zet aan to ot studeren en biedt studentten de mogelijjkheid om de e beoogde ein ndkwalificatiess te bereiken.
Toelich hting:
Het didactisch conccept is in lijn met m de beoogd de eindkwalificcaties en de w werkvormen sluiten aan bij b het didactisch concept. (facett vorig kader NL N 2.2; VL 2.2 2 en 2.4)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 41
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Standa aard 5:
Het programma p slu uit aan bij de kwalificaties k va an de instrome ende studente en.
Toelich hting:
De ge ehanteerde toelatingseisen zijn realistisch h met het oog op de beoogd de eindkkwalificaties. (facett vorig kader NL N & VL 2.5)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 6:
Het programma p is studeerbaar. s
Toelich hting:
Facto oren, die betre ekking hebben n op het progra amma en die de d studievoorttgang belemm meren worde en zoveel mog gelijk weggeno omen. (facett vorig kader NL N 2.4; VL nie euw)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 7:
De op pleiding voldoe et aan wettelijjke eisen met betrekking tott de omvang e en de duur van n het progrramma.
Toelich hting:
Nede erland: hbo-bachelor:: 240 studiepu unten, wo-bachelor: in de regel 18 80 studiepunte en, hbo-master: minimaal m 60 sttudiepunten, wo-master: minimaal m 60 stu udiepunten, affhankelijk van de opleiding, Vlaan nderen: bachelor: tenm minste 180 stu udiepunten, bachelor na bachelor: b tenm minste 60 studiiepunten, master: tenmiinste 60 studie epunten, master na ma aster: tenminstte 60 studiepu unten. (facett vorig kader NL N & VL 2.6)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.) Conc clusie program mma Het programma p van de opleiding g is
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 42
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Standa aard 8:
Perso oneel De op pleiding besch hikt over een doeltreffend d pe ersoneelsbele eid. (nieuw w)
Toelich hting:
Het personeelsbele p eid voorziet in de voor de re ealisatie van het programma a benodigde kwalifficaties, scholiing, beoordeling en omvang g van het perssoneel.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 9:
Het personeel p is ge ekwalificeerd voor v de inhoud delijke, onderw wijskundige en n organisatoriische realissatie van het programma. p
Toelich hting:
De exxpertise van het personeel sluit s aan bij de e eisen gesteld d aan een pro ofessionele (hb bo-) of een n academisch he (wo-)opleidiing. (facett vorig kader NL N & VL 3.1 en n 3.3)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 10:
De om mvang van he et personeel iss toereikend vo oor de realisattie van het pro ogramma. (facett vorig kader NL& N VL 3.2)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.) Conc clusie person neel Het personeelsbele p eid en de perssoneelsinzet zijn
Oordee el:
Standa aard 11:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Voorzzieningen zijn toereiken De hu uisvesting en de d materiële voorzieningen v nd voor de rea alisatie van het progrramma. (facett vorig kader NL N & VL 4.1)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
Standa aard 12:
De sttudiebegeleidin ng en de inforrmatievoorzien ning aan stude enten bevorde eren de studie evoortgang en n sluiten aan bij b de behoefte e van studente en. (facett vorig kader NL N & VL 4.2)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.) Conc clusie voorzie eningen De vo oorzieningen van v de opleidin ing zijn
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende, goed, excellent. (Ge ewogen en ge emotiveerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 43
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Standa aard 13:
Kwaliteitszorg De op pleiding wordtt periodiek geë ëvalueerd, me ede aan de han nd van toetsbare streefdoellen.
Toelich hting:
De op pleiding bewaa akt de kwaliteit van de beoo ogde eindkwalificaties, het p programma, het perso oneel, de voorzieningen, de toetsing en de gerealiseerd de eindkwalificcaties via regelm matige evalua aties. De opleid ding verzamelt tevens mana agementinform matie met betrekking tot de re endementen en e de staf-stud dentratio. N & VL 5.1) (facett vorig kader NL
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 14:
Bij de e interne kwaliiteitszorg zijn de d opleidings-- en examenco ommissie, me edewerkers, stude enten, alumni en e het afneme end beroepenveld van de op pleiding actieff betrokken. (facett vorig kader NL N & VL 5.2)
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.) Conc clusie kwalite eitszorg De kw waliteitzorg va an de opleiding g is
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 14:
Toets sing De op pleiding besch hikt over een adequaat a syste eem van toetssing. (facett vorig kader NL N 2.2; VL 2.2 2 en 2.7; stand daard 3 beperkkte TNO)
Toelich hting:
Dit blijkt uit de tusssentijdse en affsluitende vorm men van toetsing. De toetse en en de beoorrdeling zijn va alide, betrouwb baar en voor studenten s inzicchtelijk.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Standa aard 15:
Afstu udeergarantie e en financiële voorziening gen De instelling geeft aan a studenten n de garantie dat d het progra amma volledig g kan worden doorlo open en stelt toereikende t fin inanciële voorz rzieningen besschikbaar. (facett vorig kader NL N & VL 6.1 t/m /m 6.3; standa aard 4 beperktte TNO)
Toelich hting:
De affstudeergaranttie beslaat een redelijke termijn.
Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
Algem mene conclusie waliteit van de e opleiding is De kw Oordee el:
Onvo oldoende, voldoende. (Gewo ogen en gemo otiveerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 44
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Bij de e beoordeling worden de volgende definities gehanteerrd. Deze definities hebben zowel z betrekking op de sccores van de standaarden s als a op de scorres van de opleiding in totaa al. skwaliteit Basis De kw waliteit die in internationaal perspectief re edelijkerwijs ve erwacht mag w worden van ee en bache elor- of masteropleiding binnen het hogerr onderwijs. oldoende Onvo De op pleiding voldoe et niet aan de basiskwaliteitt. Voldo oende De op pleiding voldoe et aan de basiskwaliteit.
Indien n een opleidin ng niet volledig g nieuw is of omgevormd o wo ordt, worden b bij de oorde eelsvorming oo ok de gerealisseerde eindkw walificaties betrokken.
6.3
Same enstelling van n het visitatie epanel De NV VAO stelt het visitatiepanel samen dat de e TNO uitvoerrt en de NVAO O benoemt dit visitattiepanel. De te e beoordelen opleiding heeft het recht be eargumenteerd d bezwaren aa an te drage en tegen de sa amenstelling van v het visitatiepanel. Het iss van belang dat d het visitatie epanel op een n dusdanige manier m wordt samengesteld dat een zinvolle z discusssie tussen ‘pe eers’ kan ontsttaan, waarbij het h panel vold doende onafh hankelijk is. Aan het h visitatiepan nel worden de e volgende eis sen gesteld: 1. het panel besstaat uit ten miinste vier lede en, onder wie een e student; 2. de inhoudelijkke deskundige het panel besschikt over ten minste twee gezaghebben g en. Tenminste ee en van deze le eden beschikt over onderwijservaring op h het betreffende opleidingsnive eau. 3. het panel is op de hoogte van v internation nale ontwikkeliingen in het be e het eroepenveld en vakgebied en beschikt, voo or zover van to oepassing, ove er werkveldde eskundigheid; het panel besschikt daarnaa 4. ast over onderw wijsdeskundig gheid en visita atie- of auditdeskundigheid, het panel is onafhankelijk (d de leden hebb ben minstens vijf jaar geen banden gehad d met 5. de desbetreffe ende opleiding g en de instellling waartoe de d opleiding be ehoort). v w wordt begeleid d door een pro ocescoördinato or van de NVA AO en onderstteund Het visitatiepanel door een e secretariss. Ook de secrretaris en de procescoördin p nator zijn onafh hankelijk van de d desbe etreffende insttelling. Alle panelleden p en de secretaris verklaren voo orafgaand aan n het bezoek a aan de NVAO geen relatie es of banden met m de desbetreffende inste elling te onderrhouden, privé é noch zakelijk k, die een onafhankelijke o e oordeelsvorm ming over de kwaliteit k van de e opleiding ten n positieve of ten negattieve zouden kunnen k beïnvlloeden, alsme ede dat zij zodanige relatiess of banden me et de instelling de afgelopen vijf jaar niet hebben ge ehad. Hiertoe stelt s de NVAO O een gedragscode voor panelleden p en n secretarissen n vast. Panelle eden en secre etarissen onde ertekenen de gedra agscode voora af en ondertekkenen na afloo op van het beo oordelingproce es een door de
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 45
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
NVAO O voorgelegde e verklaring da at de beoordeling in onafhankelijkheid he eeft plaatssgevonden. Indien n er tijdens he et beoordelingssproces zaken n plaatsvinden n die de onafh hankelijkheid van v de be eoordeling kun nnen beïnvloed den, kunnen belanghebben b nden, zoals pa anelleden, mede ewerkers of stu udenten, dit melden m bij de NVAO. N De NV VAO zal hiervo oor een proced dure ontwikkelen.
6.4 6.4.1
Beoo ordelingsproc ces Inform matiedossier De op pleiding prese enteert ten beh hoeve van de beoordeling door d het visitattiepanel een inform matiedossier over o de opleidiing. Het inform matiedossier dient d de standa aarden van he et kaderr voor de uitge ebreide TNO te t volgen. De opleiding o word dt gepositione eerd ten opzich hte van bestaande b (en nieuwe) opleidingen in binn nen- en buiten nland. Het info ormatiedossierr is een op o zichzelf staand documen nt, dat zelfstandig te lezen iss. Het in nformatiedosssier is bij uitste ek het handvatt om docenten n en ‘peers’ te laten spreken n over de inh houd van de opleiding. o Het moet dan ook k een document zijn waaraa an de belan nghebbenden zich gecommiitteerd hebben n. Het TNO-kader T bie edt daarnaast de mogelijkhe eid om het gessprek tijdens d de visitatie ove er de ambitties van de op pleiding. Wat zijn z de keuzes voor de toeko omst, waar will de opleiding heen? ? Om een derrgelijk gesprekk te kunnen vo oeren, wordt van v het visitatie epanel verwac cht dat he et ook in staatt is met de oplleiding over ha aar toekomstp plannen te reflecteren. De om mvang van he et informatiedo ossier is maxim maal 35 pagina’s, exclusief bijlagen.
6.4.2
Locattiebezoek Het verplichte v locattiebezoek ten behoeve van de uitgebreide TNO duurt in beginsel een dag. Hierbij H wordt als a werkwijze gehanteerd g da at het visitatiepanel vooraf g gezamenlijk een voorlo opig oordeel heeft h gevormd d over de opleiiding en de vra agen voor hett locatiebezoek heeft geformuleerd d. Het visitatiepanel v s spreekt tijdenss het locatiebezoek in elk ge eval met het opleid dingsmanagem ment, leden va an de examen ncommissie (N Nederland) en de opleid dingscommisssie, docenten en e waar releva ant vertegenw woordigers van n het beroepenveld. Daarn naast bestude eert het panel het door de op pleiding ter inzzage gelegde materiaal. De e precie eze omvang van v de gesprekken, de mogelijke clusterin ng van de gesspreksdeelnem mers en de e verdere inrichting van het bezoek worde en bepaald in overleg tussen de conta actpersoon van n de instelling en de proces scoördinator en voorzitter va an het panel. De D deleg gaties van de opleiding o zijn ongeveer o zes personen. Aan het h einde van het locatiebezzoek koppelt de d voorzitter va an het visitatie epanel het algem mene oordeel en de onderlig ggende overw wegingen op be eknopte wijze terug aan de opleid ding.
6.4.3
Beoordelingsproce edure binnen het h visitatiepan nel v g geeft een oordeel over alle in het beoorde elingskader op pgenomen Het visitatiepanel stand daarden en onderwerpen. Dat D oordeel wo ordt gemotivee erd door een w weging van de e
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 46
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
positieve en kritisch he elementen uit de bevindiingen van het panel. Het oo ordeel kan zijn n: onvoldoende of volldoende. Vervvolgens formulleert het panel een algemee en, gewogen en e gemo otiveerd, oorde eel over de kw waliteit van de opleiding. Oo ok dat oordeel wordt gegeve en op de tw weepuntsschaa al (onvoldoend de of voldoend de). 6.4.4
Advie esrapport De se ecretaris van het h visitatiepan nel stelt een adviesrapport a o van 20 tot 30 pagina’s. Het op H rappo ort heeft als vo oornaamste in nhoud de oordelen van het panel p op de sttandaarden. Het H panell geeft daarbij een onderbou uwing op basis van de kritissche reflectie vvan de opleiding, de ge esprekken mett de vertegenw woordigers va an de opleiding g en de onderliggende data uit het te er inzage ligge ende materiaal. In het rappo ort zijn aanspre ekende en rep presentatieve voorb beelden opgen nomen. Het adviesrapport a w wordt voorafge egaan door ee en samenvatte end oordeel o over de kwalite eit van de op pleiding van maximaal m twee pagina’s. Indien er eventue ele verbeteraccties mogelijk zijn, z dan zijn z deze in ee en aparte paragraaf van het rapport opgen nomen. Verde er bevat het ra apport een scoretabel s mett de paneloord delen, informa atie over de da atum / data va an het locatiebezoek, de namen n van de e gespreksdee elnemers, de basisgegevens b s over de ople eiding (zie paragraaf p 6.6),, een overzich ht van het besttudeerde mate eriaal en de onafh hankelijkheidsvverklaringen van v de panelle eden en de secretaris. De NV VAO stuurt he et adviesrappo ort naar het be estuur van de instelling nada at alle panelle eden hebbe en ingestemd met de inhoud van het rapp port. De instelling krijgt de g gelegenheid om te reage eren op feitelijkke onjuisthede en in het rapport, waarna de e voorzitter va an het panel het rappo ort definitief va aststelt. Het ra apport wordt ondertekend do oor de voorzittter en de secrretaris van het h panel en te er besluitvorming aangeboden aan het be estuur van de NVAO. Indien n het rappo ort vragen opro oept bij het be estuur van de NVAO of indie en een instelling dit wenst, kan k het be estuur van de NVAO de oplleiding en/of het h visitatiepan nel uitnodigen voor nader overle eg.
6.5
O-besluitvorm ming NVAO De NV VAO kan op hoofdlijnen h twe ee mogelijke besluiten b neme en: een positie ef oordeel ove er de toets nieuwe opleid ding (voor een n periode van zes z jaar in Ne ederland en vie er jaar in Vlaan nderen), of een n negatief oorrdeel over de toets t nieuwe opleiding. o In bijzzondere gevalllen kan de NV VAO voorwaarrden verbinde en aan het bessluit. In dat gev val dient de opleiding binnen b drie jaa ar een aanvulllende beoorde eling aan te vrragen, waarbij de NVAO O beziet of de opleiding inm middels aan de e gestelde voo orwaarden hee eft voldaan. Indien geen herbeoordelin ng wordt aang gevraagd of ind dien niet aan de voorwaarden blijkt te zijn n volda aan, vervalt he et positieve besluit. De beoo ordeling van de e gestelde voo orwaarden wo ordt uitgevvoerd in opdra acht van de NV VAO door een n beoordelingsspanel. De aanvullende beoorrdeling volgt op o hoofdlijnen de procedure voor een reguliere beperktte TNO. Het beoorrdelingspanel richt zich mett name op de eerder e geconsstateerde teko ortkomingen binnen de op pleiding.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 47
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
6.6
Verpllichte docum mentatie Tijden ns het beoordelingsproces verstrekt v de opleiding een beperkt b aantal documenten aan het viisitatiepanel. De D NVAO gaa at er van uit da at het bestaande documente en zijn, die bin nnen de op pleiding of insttelling voorhan nden zijn en niet speciaal vo oor de opleidin ngsbeoordelin ng worde en opgesteld. De documentten dienen ter adstructie en eventueel terr verificatie. An nder materriaal is slechtss noodzakelijkk als het panel daarom expliciet vraagt of als de opleidin ng een bepaalde b profilering wil aanttonen.
6.6.1
er de opleiding g Basissgegevens ove (De basisgegevens b s worden opge enomen in hett informatiedosssier, het adviiesrapport en het besluit van de NVA AO.) Admin inistratieve geg gevens van de e opleiding 1. naam opleidin ng; 2. oriëntatie en niveau n opleiding; 3. aantal studiep punten; 4. afstudeerrichttingen; 5. locatie(s); 6. variant(en). Admin inistratieve geg gevens van de e instelling 1. naam instellin ng; 2. status instellin ng (voor Nede erland: bekostiigd, aangewezzen of anders; voor Vlaande eren: ambtshalve geregistreerd of o geregistreerrd); resultaat inste 3. ellingsaudit. Kwan ntitatieve gege evens over de opleiding 1. beoogde doce ent-student ra atio; 2. beoogd aanta al contacturen per fase van de studie (Nederland; een ffase kan bijvoorbeeld aangegeven a w worden in regu uliere studiejarren, de stage en de afstudeerperio ode) of ECTS-fiches (Vlaan nderen).
6.6.2
Verpllichte bijlagen bij het informa atiedossier .) (De lijjst met bestud deerde bijlagen wordt opgen nomen in het adviesrapport a 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7.
domeinspecifiek referentiekkader en de eiindkwalificatie es van de ople eiding; schematisch programmaov p verzicht; inhoudsbesch hrijving (op hoofdlijnen) van de programm maonderdelen van het eerste e jaar, met vermeldin ng van eindkw walificaties, lee erdoelen, werkkvorm(en), wijze van toetsin ng, voorgeschrevven literatuur, docent d en studiepunten; literatuurlijst (verplicht / aan nbevolen); onderwijs- en examenregelling (OER; in Vlaanderen V alleen voor zovver afwijkend van v zoals op inste ellingsniveau vastgelegd); v overzicht van het in te zette en personeel met m naam, fun nctie, omvang aanstelling, graad g en deskundigheid; uitkomst macrodoelmatighe eid.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 48
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
6.6.3
Docu umenten ter inzzage tijdens het h bezoek (De lijjst met bestud deerd materiaa al wordt opgen nomen in het adviesrapportt.) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
onderwijsbeleidsplan of soortgelijk(e) doc o cument(en); b beleidsplan op p het gebied va an onderzoek in relatie tot de d aangebode en opleidingen n of s soortgelijk(e) d document(en); ; p personeels(be eleid)plan of so oortgelijk(e) do ocument(en); v voorzieningenp plan of soortgelijk(e) docum ment(en); k kwaliteitszorgp plan; v verslagen van overleg in rele evante commissies / organe en; h handboeken e overig studiemateriaal. en
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 49
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
7 Bijzzondere kenmerke k en
7.1
ergrond Achte De bijjzondere kenm merken zijn op pgenomen in het h accreditatiestelsel omda at deze kunnen bijdra agen aan de nationale en intternationale profilering p van opleidingen in n het hoger onderrwijs. Het bijzo ondere kenme erk biedt instelllingen de mog gelijkheid zich h te profileren op aspeccten die niet direct d gerelatee erd zijn aan he et niveau van de opleiding, maar bijvoorb beeld te ma aken hebben met m de oriënta atie (zoals ond derzoeksmaste ers), met doelsstellingen als duurzzaamheid, of met m het reside entiële karakte er. De uitgangspunten n bij de beoord deling van een n bijzonder ken nmerk zijn: 1.
2. 3. 4. 5.
6.
7.2
Criterium 1:
De auditcomm missie of het visitatiepanel v to oetst een bijzo onder kenmerrk aan de hand d van het daarvoor relevante kader in combinatie met ondersstaande criteria. De commis ssie of het panel beoordeelt b hierrbij of een insttelling of een opleiding o met een bijzonderr kenmerk waarmaakt wat ze e belooft. De commissie e of het panel stelt hiertoe in n samenspraa ak met de inste elling of opleid ding vast aan welkke standaarden precies aandacht zal word den besteed b bij de beoorde eling. De noodzakelijke vergelijkin ng met andere e relevante insstellingen of opleidingen wo ordt uitgevoerd do oor de instelling of opleiding zelf. De samenstelling van de be eoordelende commissie c of het h panel is ad dequaat met het h oog op de beo oordeling van het bijzondere kenmerk. Uitgangspunt is dat de beoordeling van een e bijzonder kenmerk doorr de instelling of opleiding op ie eder moment kan worden aangevraagd, a maar dat de a accreditatietermijn ervan de eind ddatum van de e oorspronkelijjke aanvraag niet overschrijjdt. Een bijzonderr kenmerk moet voldoen aan de volgende e criteria.
Criteria voor een bijzonder b ken nmerk Onde erscheidend karakter k Het bijzondere b ken nmerk is onderrscheidend vo oor de instelling g of opleiding in relatie tot releva ante instellingen of opleiding gen in het Ned derlandse of Vlaamse V hoge er onderwijs.
hting: Toelich
De instelling of ople eiding toont aa an dat het bijz zondere kenmerk een onderrscheidend, maar m niet noodzakelijk n un niek, karakter heeft ten opz zichte van relevante instellin ngen of opleidiingen in hett Vlaamse of Nederlandse N h hoger onderwijs.
Oordee el:
Voldo oet wel, voldoe et niet of voldo oet ten dele aa an de standaa ard. (Gewogen n en gemotive eerd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 50
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
Criterium 2:
Conc cretisering De ge evolgen van het h bijzondere kenmerk voorr de kwaliteit van v het onderw wijs zijn geope erationaliseerd rd aan de hand d van de relev vante standaarrden van het d desbetreffende e beoorrdelingskader. r.
Toelich hting:
De be eoordelende auditcommissi a e of het visitattiepanel geeft aan welke sta andaard(en) waaro om relevant ge eacht worden voor de realis satie van het kenmerk. k In de e beoordeling moet de op perationaliserin ng van het bijzzondere kenm merk aangetoo ond worden vo oor de relevantte stand daard(en). Indiien een bijzon nder kenmerk inhoudelijk i samenhangt me et meerdere stand daarden van het desbetreffe ende kader, da an moet voor al a die standaa arden een concrete en afg geronde beoo ordeling van he et kenmerk op pgenomen zijn n.
Oordee el:
Voldo oet wel, voldoe et niet of voldo oet ten dele aa an de standaa ard. (Gewogen n en gemotive eerd.)
Algem mene conclusie b ken nmerk wordt Het bijzondere Oordee el:
Wel, niet toegekend. (Gewogen en gemotivee erd.)
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 51
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009
8 Bezzwaar en beroep erland: Nede Alvore ens het besluiit vast te stelle en over een in nstellingsaudit,, een beperkte e opleid dingsbeoordelling, een uitge ebreide opleidiingsbeoordelin ng, een beperrkte TNO of ee en uitgeb breide TNO sttelt de NVAO het instellings sbestuur in de gelegenheid o om binnen twe ee weken zijn zienswijjze over het vo oorgenomen besluit b naar vo oren te brenge en. Deze twee e weken vallen binne en de wettelijkke termijn van zes maanden (voor de inste ellingsaudit, de beperrkte TNO en de d uitgebreide TNO) dan we el van vier maa anden (voor d de beperkte opleid dingsbeoordelling en de uitg gebreide opleid dingsbeoordeling) waarbinn nen de NVAO tot een besluit b moet ko omen. De NV VAO zendt na a definitieve va aststelling het besluit onverw wijld aan het instellingsbesttuur en ma aakt het beslu uit tegelijkertijd d openbaar do oor middel van n plaatsing op de website va an de NVAO O. Daarb bij bestaat ookk de mogelijkh heid van bezw waar en beroep p: Het maken m van bezzwaar geschie edt door het in ndienen van ee en bezwaarscchrift door een belan nghebbende bij de NVAO. De D termijn voor het indienen n van bezwaarr bedraagt zes s weken. In het kade er van de beha andeling van het h bezwaar viindt een hoorzzitting plaats. De D NVAO O beslist binne en tien weken na ontvangstt van het bezw waarschrift. De e beslissing op p bezw waar kan voor ten t hoogste viier weken worrden verdaagd d. Hiervan worrdt schriftelijk mede edeling gedaan n. Tegen een beslissing op bezwaa ar van de NVA AO staat beroe ep open bij de e Afdeling bestu uursrechtspraa ak van de Raa ad van State. De D termijn voo or het indienen n van beroep bedra aagt zes weke en. De Afdeling g doet in begin nsel zes weke en na de zitting g uitspraak. Deze D termijjn kan met ten n hoogste zes weken worde en verlengd. Hang gende de bezw waar- en/of beroepsprocedu ure kan aan de e Voorzitter va an de Afdeling g bestu uursrechtspraa ak van de Raa ad van State worden w verzoccht een voorlop pige voorzieniing te treffen indien onverrwijlde spoed, gelet op de betrokken b bela angen, dat verreist. Vlaan nderen: Naar analogie met de reeds besttaande voorzieningen voor bezwaar en b beroep.
NVAO | CONCEPT Beoo ordelingskaders te en behoeve van de d ontwikkeling va an een nieuw accre editatiestelsel in
pag gina 52
Nederland en Vlaandere en | 21 april 2009