Community arts Lab XL Katalysator voor het productieklimaat van community arts in Nederland
Actieplan 2010-‐2012 • Netwerkvorming • Scholing en intervisie • Onderzoek en documentatie De vier jonge community arts makers die deelnamen in het professionalise-‐ ringstraject Leven met Verschillen presenteren hun ervaringen aan belangstellenden en onderzoekers, tijdens de afsluiting van het traject in Cultuurhuis Stefanus van ZIMIHC. Foto: Michael Kooren
met samenwerkingspartners:
Kunstfactor | Kunstenaars&CO | Cultuurnetwerk Nederland | Movisie | Landelijk Platform Cultuuraanjagers | Stichting Cultuurimpuls
Fonds voor Cultuurparticipatie | Tender voor Het beste van twee werelden ZIMIHC huis voor amateurkunst | postbus 13335 | 3507 LH Utrecht
Proloog Een droom
'Het is eind 2012 en ik word wakker als directeur van een centrum voor de kunsten in een middelgrote gemeente in Brabant. Ik sta op, neem koffie en een hap uit een appel en kijk in mijn agenda. Ik zie dat ik weer aan de bak moet voor de nieuwe amateurs met CAL XL. Geen straf, maar wel even aanpoten. Volgende week heb ik een regionale regiegroep bijeenkomst met de collega's uit Limburg. Samen met elf andere koplopers van collega-‐culturele instellingen, welzijn, wijkaanpak, woningcorporaties, ervaren makers en actieve deelnemers hebben we ons halfjaarlijks strategisch overleg over de voortgang van CAL XL. Volgens mij gaat dat wel goed want we hebben nu al twee keer een inspirerende cursus georganiseerd voor medewerkers van nieuwe stedelijke partners. Op de intervisiebijeenkomsten merk je dat ze er echt kijk op hebben gekregen. Volgende keer kan ik zelf terugkoppelen dat de geadviseerde presentatie van 'onze man van de woningcorporaties' aan zijn collega's in mijn gemeente inderdaad heel succesvol is geweest. Ze gaan nu alsnog een meerjarig partnerschap aan. Morgen heb ik een afspraak in het buurthuis om de theaterproductie met de Somalische gemeenschap te evalueren. Als ik de resultaten in de projectscan zo zie, denk ik dat we volgende keer toch nog iets verder kunnen gaan op de as van actieve kunstbeoefening. De deelnemers hebben hun ervaringen gedocumenteerd en op de website gezet en hebben nu als het goed is ook de 'waardevangers' in hun gemeente geïnterviewd. Ik ga zo kijken of hun interview met de wethouder al online staat. Misschien kunnen ze het geheel volgende week uploaden op de landelijke site. Leuk dat we nu ook de regionale scholing voor makers rond hebben en dat er twee recent afgestudeerden van De Theaterschool aan het project hebben meegewerkt. Dat ging prima met mentoring van een ervaren welzijnswerker uit Utrecht, die al eerder een project met Somaliërs had gedaan. En het was interessant voor onze ervaren maker. Zij brengt die ervaring weer in tijdens haar gastles in de regionale cursus in Drenthe over twee weken – het is daar misschien relevant voor het Molukse project. Niet vergeten in de regionale regiegroep ook even melding te maken van onze laatste landelijke regiegroep van koplopers in community arts bij Cultuurnetwerk Nederland en Kunstfactor. Het landelijke bureau CAL XL heeft de advisering van de centra voor de kunsten nu helemaal aan hen overgedragen, maar blijft er wel in meedenken. Volgende maand komt Cultuurnetwerk Nederland met de publicatie van het door de kenniskring CAL XL geëntameerde onderzoek samen met de universiteiten van Tilburg en Groningen. Daaruit blijkt dat centra voor de kunsten die in community arts investeren zelf ook een betere positie verwerven en relatief ver gevorderd zijn met nieuwe verdienmodellen. Interessant. Toch goed dat we vanaf 2010 zoveel tijd in CAL XL hebben gestoken. Ik smeer nog een boterham en dan lekker op de fiets naar mijn werk.'
CAL XL: katalysator voor het productieklimaat van community arts in Nederland 'Een katalysator is een stof die de snelheid van een bepaalde chemische reactie beïnvloedt zonder zelf verbruikt te worden. Gewoonlijk wordt hiermee een versnelling van de reactiesnelheid bedoeld. Soms is het praktisch ondoenlijk om reacties te laten verlopen zonder katalysator: de activeringsenergie is dan dusdanig hoog, dat het zonder katalysator eeuwen zou duren voor de evenwichtstoestand wordt bereikt.' Uit: Wikipedia
Inhoudsopgave Inhoudsopgave............................................................................................................................................... 0 1. Uitgangspunten .......................................................................................................................................... 0 De noodzaak van CAL XL ..................................................................................................................................... 1 CAL extra large .................................................................................................................................................... 2 Samenwerking met/tussen nieuwe amateurs, nieuwe makers en nieuwe partners.......................................... 3 CAL XL: verbindende factor................................................................................................................................. 3 2. Doelen........................................................................................................................................................ 3 Doelstellingen ..................................................................................................................................................... 4 Doelgroepen ....................................................................................................................................................... 4 Krachtenbundeling op twee niveaus................................................................................................................... 5 3. Resultaten eind 2012 .................................................................................................................................. 5 Drie resultaatgebieden ....................................................................................................................................... 6 Twee programmalijnen ....................................................................................................................................... 7 SMART................................................................................................................................................................. 7 4. Organisatie ................................................................................................................................................. 8 ZIMIHC en het project CAL XL ............................................................................................................................. 8 Samenwerkingspartners van CAL XL ................................................................................................................... 9 Bureau CAL XL (ondersteuning landelijk) .......................................................................................................... 10 Kernteam CAL XL (voorbereiding landelijk)....................................................................................................... 10 Regiegroepen CAL XL (voorbereiding regionaal)............................................................................................... 11 Monitoring en evaluatie.................................................................................................................................... 12 5. Activiteiten............................................................................................................................................... 13 Regiegroepen regionaal (uitvoering) ................................................................................................................ 13 Regiegroepen landelijk (uitvoering) .................................................................................................................. 14 Scholing en intervisie voor nieuwe makers....................................................................................................... 14 Scholing en intervisie voor nieuwe partners..................................................................................................... 15 Landelijke regiegroep onderwijs ....................................................................................................................... 16 Onderzoek en documentatie met nieuwe amateurs ........................................................................................ 16 Onderzoek en documentatie met ervaren partners ......................................................................................... 17 Advisering en ontwikkeling onderzoek ............................................................................................................. 18 Landelijke regiegroep onderzoek...................................................................................................................... 18 Website en databank ........................................................................................................................................ 19 Publicaties ......................................................................................................................................................... 20 Planning ............................................................................................................................................................ 20
Bijlagen Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI Bijlage VII
: SWOT-‐analyse CAL XL : netwerken per regio en landelijk : planning van de activiteiten CAL XL 2010-‐2012 : conferenties : agendapunten uit het veld : conclusies uit de werkbijeenkomst : deelnemerslijst werkbijeenkomst
1. Uitgangspunten Zoals cultuur betekenis geeft aan onze alledaagse werkelijkheid (in taal, rituelen, vormgeving, enz.), zo geeft kunst betekenis aan veranderingen daarin (als laboratorium, als katalysator of zelfs als exponent van die verandering). Daarom is kunst niet alleen van belang voor de gevestigde culturele elite maar ook – en misschien wel juist – voor relatieve buitenstaanders die een andere, nieuwe, betere betekenis willen geven aan hun dagelijkse werkelijkheid. De laatste tien jaar is er veel ervaring opgedaan met kunstprojecten die betekenis geven aan het leven in achterstandswijken en de belevingswereld van zogenaamde achterstandsgroepen. We spreken van community arts, sociaal-‐artistieke praktijken of in bredere zin van artistieke interventies in maatschappelijke ontwikkelingen. Het gaat hierbij om kunst die betekenis geeft aan de eigen identiteit en het (immateriële) erfgoed van burgers die daar zelf bij betrokken zijn in de vorm van actieve kunstbeoefening en/of vrijwilligerswerk. Samen met kunstenaars komen ze tot oorspronkelijke, vernieuwende kunst op plekken waar in eerste instantie vaak bar weinig verbeeldingskracht aanwezig lijkt te zijn.
De noodzaak van CAL XL De kwartiermakers van CAL XL hebben in de eerste maanden van 2010 het werkveld uitgebreid geconsulteerd middels telefonische interviews, gesprekken en uitvoerige mailcorrespondentie met vele betrokkenen uit 1 2 diverse sectoren. Tijdens een speciale werkconferentie op 13 april werden de ideeën en opzet voor CAL XL in concept aan het veld gepresenteerd, waarna de reacties zijn verwerkt in het definitieve plan. Uit alle inspanningen van het kwartier maken is duidelijk naar voren gekomen dat het plan voor CAL XL breed wordt gedragen. Er is een gevoel van urgentie en er lonken uitdagingen. De noodzaak van CAL XL is als volgt te motiveren: •
zonder inbedding en verankering van community arts binnen de (reguliere) gemeentelijke infrastructuur overleeft deze vorm van artistieke interventie de pioniersfase niet. Community arts is nu in (te) hoge mate afhankelijk van incidentele projectsubsidies en persoonsgebonden idealisme;
•
zonder doorbraak in samenwerking tussen culturele en (andere) maatschappelijke beleidsterreinen zoals onderwijs, welzijn, volkshuisvesting en wijkaanpak zal de beoogde synergie en waardecreatie tussen deze sectoren achterblijven bij de verwachtingen, en zal het perspectief op nieuwe vormen van inhoudelijk en financieel draagvak voor community arts eroderen;
•
zonder de snelle regionale en landelijke krachtenbundeling van koplopers binnen de diverse beleidsterreinen en een vruchtbare verbinding met hun achterban in kennis-‐, opleidings-‐ en onderzoeksinstituten is de kans op een doorbraak klein. Zeker in een tijd van bezuinigen, wanneer er gekozen moet worden tussen terugvallen op oude zekerheden of vooruitspringen naar een werkelijkheid geïnspireerd door nieuwe paradigma's;
•
zonder goede doorgroei-‐ en ontwikkelingsmogelijkheden voor nieuwe makers en partners lopen de vruchtbare artistiek-‐inhoudelijke samenwerkingsvormen tussen professionals en nieuwe amateurs de kans om te verdwijnen voordat die verbindingen hun volledige potentie hebben bereikt;
•
zonder daadwerkelijke toename van claim making power vanuit de nieuwe amateurs en nieuwe makers zelf, zal het moeilijk – en voor de politiek ook twijfelachtig – blijven om de reguliere 1
Als Bijlage V is een samenvatting opgenomen van interviews en gesprekken met diverse betrokkenen. Als Bijlage VII is de deelnemerslijst toegevoegd.
2
1
infrastructuur duurzaam voor community arts te interesseren en te committeren. Community arts kan degenereren in een 'linkse hobby' van artistieke professionals wanneer de artistieke en inhoudelijke werking van projecten niet voor een bredere groep mensen inzichtelijk wordt gemaakt. Na tien jaar (hier en daar zelfs al langer) pionieren in zowel steden als op het platteland wijst alles er op dat de ontwikkeling van community arts door kan zetten. Het is daarvoor wel van belang dat de kern en de vormen ervan worden ingebed en verankerd binnen de culturele en maatschappelijke infrastructuur op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Het productieklimaat voor community arts is nog niet optimaal. Aan de ene kant zijn culturele instellingen zoals centra voor de (beeldende) kunsten, musea, podia en bibliotheken, plus de regionale en landelijke kennis-‐ opleidings-‐ en onderzoeksinstituten nog erg zoekende naar hun rol binnen en/of verhouding tot community arts – en dat geldt ook voor hun partners in onderwijs, welzijn, volkshuisvesting en wijkaanpak; aan de andere kant zijn de nieuwe amateurs en nieuwe makers (zie onder) nog niet voldoende in staat om de artistieke en inhoudelijke werking van projecten inzichtelijk te maken en zo claim making power te 3 ontwikkelen voor ondersteuning vanuit de bestaande infrastructuur. De beoogde koplopers in diverse kennis-‐, opleidings-‐ en onderzoeksinstituten zijn enthousiast en gemotiveerd om zich volledig in te zetten voor CAL XL. Ieder in hun eigen professionele omgeving werken ze al hard aan ontwikkeling en verankering, maar het veld is te gefragmenteerd en te zeer belast met de plaatselijke waan van de dag om de krachten op eigen houtje regionaal en landelijk te kunnen bundelen. 'Community art is iets anders dan autonome kunst. De wijk als werkplaats en community art zijn voor de gemeente Groningen, haar inwoners en haar kunstenaars een nieuw avontuur. Dit avontuur is voortvarend van start gegaan. Beoogde doelstellingen zijn (ruimschoots) gehaald. Tegelijkertijd is er sprake van een opstartperiode, die laat zien dat er nog veel vraag is naar kennis over community art. Het is van belang hier de komende tijd in te investeren.' Conclusie uit: Eén jaar De wijk als werkplaats, de recente evaluerende notitie van gemeente Groningen.
CAL extra large De afgelopen jaren is met Community Arts Lab Utrecht (CAL Utrecht) de benodigde ervaring opgedaan met het koppelen van community arts aan de systeemwereld van de culturele infrastructuur – inclusief onderwijs en onderzoek. CAL XL bouwt deze ontwikkeling verder uit met verbanden naar de maatschappelijke infrastructuur en een landelijke werking. XL staat voor het verbreden van het model van CAL Utrecht en het ondersteunen van vergelijkbare laboratoria in andere regio's in Nederland met een gezamenlijk landelijk actieplan voor drie jaar. Er is in Nederland een aantal grotere cultuurparticipatieprogramma's dat een dergelijke aanpak ambieert en ook waar kan maken (zie onder 5. Activiteiten). XL staat voor een duurzame en brede oriëntatie van de culturele én maatschappelijke infrastructuur op alle mogelijke vormen van artistieke interventie in maatschappelijke ontwikkeling met een substantiële rol voor de deelnemers in termen van sociale en artistieke participatie en betekenis voor de eigen leefwereld en identiteit. Niet in de laatst plaats kan de afkorting CAL XL gelezen worden als een georganiseerde en gefaciliteerde extra large call (roep of appèl) uit het veld om gezamenlijk de nieuwe werkelijkheid die zich aftekent daadwerkelijk verder te onderzoeken en vorm te geven. 3
Dit belang van claim making power werd o.a. benoemd door de denktank De kracht van cultuur (UNESCO) op de conferentie Grenzeloze nieuwsgierigheid,naar een werkelijk internationaal cultuurbeleid in 2008 (Sylvia Borren, Chris Keulemans c.s.)
2
Samenwerking met/tussen nieuwe amateurs, nieuwe makers en nieuwe partners Bij community arts gaat het om 'amateurs' die meestal geen deel uitmaken van de wereld van de gevestigde amateurkunst-‐ en erfgoedverenigingen. In de traditionele betekenis van het woord zijn het geen amateurs. De actieve deelnemers aan community arts projecten kunnen daarom met recht 'nieuwe amateurs' 4
'Het amateurkunstbeleid wil mensen ook maat-‐ schappelijk activeren. Dit krijgt beleidsmatig vorm in het ondersteunen van amateurverenigingen. Daarbij dient zich de vraag aan of alle beoogde doelgroepen wel door die verenigingen worden bereikt (…). Met community arts projecten kunnen wijk-‐ en buurtbewoners of specifieke doelgroepen bereikt worden. De leefwereld van specifieke groepen (stads)bewoners is hierbij uitgangspunt; zij worden als makers bij het project betrokken. Deze benadering past goed in een amateurkunstbeleid gericht op maatschappelijke activering.' Uit: Amateurkunstbeleid OK, Kunstfactor en VNG.
genoemd worden. Samen met een generatie van 'nieuwe makers' en 'nieuwe partners' (de kunstenaars en professionals bij instellingen die zich met de ontwikkeling en/of implementatie van community arts bezighouden) hebben zij laten zien tot betekenisvolle 5 kunstproducties te kunnen komen. De participatie van nieuwe amateurs is cruciaal: community arts bestaan bij de gratie van samenwerking tussen professionele kunstenaars en nieuwe amateurs. CAL XL gaat directe partnerschappen aan met organisaties van de nieuwe amateurs en hun professionele omgeving door de ontwikkeling en realisatie van netwerken, producten en diensten.
CAL XL: verbindende factor Kenmerkend voor community arts is de diversiteit aan werkvormen en kunstdisciplines en een samengaan van sociale en artistieke aspecten. Wij spreken graag van een community arts spectrum, waarin een variëteit aan doelstellingen en activiteiten bestaat: verglijdend en elkaar overlappend. CAL XL richt zich nadrukkelijk op de overeenkomsten in het complexe community arts veld. Omdat we weten dat er inmiddels een schat aan kennis en ervaring is opgedaan die gedeeld kan worden; omdat het bundelen van krachten de mogelijkheden vergroot; en vooral omdat we geloven dat er juist in die diversiteit een enorm potentieel ligt besloten. Uitwisseling tussen de verschillende werkvormen en kunstdisciplines kan bijzonder verrijkend zijn. Voor individuele kunstenaars, voor de professionele kunstensector, voor de amateurkunsten en niet in de laatste plaats voor het publiek (de doelgroepen) dat zich laat verleiden. De bezielde authenticiteit, de manier waarop traditioneel moeilijk bereikbare publieksgroepen worden betrokken en de sterke band tussen kunst en 'het echte leven' bij community arts, kunnen bestaande sectoren in de kunstwereld (zowel amateur als professioneel) een grote positieve impuls geven. CAL XL streeft dan ook steeds, behalve naar cross-‐sectorale samenwerking, naar goede relaties en zoveel mogelijk wederkerige samenwerking met organisaties en personen uit zowel de professionele als de amateurkunstsector.
2. Doelen CAL XL gaat van start in 2010 en wordt afgerond in 2012. CAL XL is een landelijke bundeling van lokale krachten met als doel om vooral op regionaal niveau een aantal doelstellingen te realiseren. De resultaten van CAL XL 4
De term 'nieuwe amateur' is eerder in gebruik geweest bij De Nieuwe Amateur (dNA) van Frank Koenen, een Delftse netwerkorganisatie op het raakvlak van kunst, cultuur, welzijn en onderwijs. Inmiddels is dNA omgedoopt tot De Nieuwe Academie http://www.denieuweacademie.nl/. 5 Projectvoorbeelden zijn onder meer te vinden in recente publicaties zoals (He)art&society, Boekman 82 – community arts, Nieuwe praktijken in de wijken, Nieuwe Cultuurfuncties, Het is om de hoek – Acht jaar Actieplan Cultuurbereik en de publicaties van drie jaar International Community Arts Festival.
3
worden ontwikkeld, ingebed en verankerd binnen bestaande instellingen. Eind 2012 zullen niet alle regio's even ver zijn, maar zijn de producten en diensten (scholing, intervisie en participatief actieonderzoek inclusief een interactieve database) wel zodanig ontwikkeld dat de betrokken instellingen zelf zorg kunnen dragen voor de verdere implementatie.
Doelstellingen De centrale doelstelling van CAL XL is het Nederlandse productieklimaat voor community arts te optimaliseren. Bottom-‐up en vraaggericht. Met optimaal bedoelen we: een productieklimaat waarin nieuwe amateurs actief participeren in betekenisvolle kunstprojecten midden in de samenleving. Een productieklimaat met gedreven, deskundige nieuwe makers in een goede, voorwaardenscheppende institutionele omgeving; waarin gedegen onderzoek plaatsvindt en dat richting krijgt vanuit doordachte beleidskaders. De centrale doelstelling is vertaald in de volgende subdoelstellingen: •
het stimuleren van artistieke en inhoudelijke samenwerking tussen nieuwe makers (professionals) en nieuwe amateurs (doelgroepen) teneinde de artistieke en inhoudelijke ontwikkeling van community arts in al zijn diversiteit te bevorderen;
•
het stimuleren, verhechten en verduurzamen van de verbinding en het actieve netwerk tussen nieuwe amateurs/makers, het amateurkunstenveld en de professionele kunstensector; en tussen deze culturele partijen en betrokkenen in andere maatschappelijke sectoren zoals volkshuisvesting, wijkaanpak, jeugd en welzijn;
•
het verbeteren van de ondersteuning en zichtbaarheid van community arts teneinde de culturele en maatschappelijke infrastructuur van betrokken partners te optimaliseren (in faciliteiten, begeleiding en dienstverlening), zodat nieuwe amateurs en nieuwe makers optimaal worden ondersteund bij hun praktijken;
•
de ontwikkeling van doorgroeimogelijkheden voor nieuwe makers en nieuwe partners – vooral op die gebieden waar het kunstvakonderwijs nog onvoldoende aansluiting biedt op de community arts praktijken.
Doelgroepen De belangrijkste doelgroepen van CAL XL zijn de nieuwe amateurs, de nieuwe makers en de nieuwe partners in gemeenten door heel Nederland: de (cultureel) diverse doelgroepen die als deelnemers in community arts participeren (zie ook kader hiernaast), community arts kunstenaars, en artistieke en sociale professionals in de rol van beleidsmaker, programmamaker of cultuuraanjager, en de mensen werkzaam bij kennis en onderwijsinstituten. CAL XL werkt eraan hen te interesseren voor en te committeren aan deelname in nieuwe vormen van artistieke interventie in maatschappelijke ontwikkeling, en bevordert de samenwerking hierbij. Dit resulteert behalve in een groot, dynamisch netwerk waarin kennis en ervaringen worden uitgewisseld, in een op maat gemaakt regionaal aanbod van participatieve onderzoeksmethodieken, scholing, mentoring en intervisie.
'Een project kan zich richten op een wijk, op een culturele groep of op een 'sociale groep', bestaande uit mensen met beperkingen of die in armoede leven. Een project kan zich ook richten op zoveel mogelijk verschillende mensen, op een dwarsdoorsnede van de bevolking van een bepaalde wijk of stad. Ten slotte kan men zich ook richten op een gezamenlijke interesse in een bepaalde kunstvorm, of bezorgdheid overeen bepaald probleem.' Uit: Kunst en sociaal engagement, S. Trienekens 2006.
4
Om de beoogde ontwikkeling in het productieklimaat voor community arts mogelijk te maken, start CAL XL vanuit de bundeling van de krachten die er zijn. Het gaat om mensen die op dit moment een koplopersrol vervullen in community arts projecten en programma's; in culturele en maatschappelijke instellingen; in kennisorganisaties, scholings-‐ en onderzoeksinstituten. Samen met de nieuwe amateurs vormen zij het netwerk van CAL XL. Door de nieuwe generatie amateurs, makers en partners hechter met elkaar in contact te brengen vergroot CAL XL niet alleen het draagvlak voor community arts, maar wordt ook een kwaliteitsimpuls gestimuleerd vanuit de eigen competenties en invalshoeken die deze nieuwe generatie met zich meebrengt. In het afgelopen jaar is er op kleine schaal al een dergelijke ontwikkeling geconstateerd in de Community of Practice (CoP) 6 Cultuurimpuls, met nieuwe inbreng uit het perspectief van stedelijke ontwikkeling en creatieve economie.
Krachtenbundeling op twee niveaus Op regionaal niveau heeft de bundeling van krachten binnen CAL XL bij uitstek een cross-‐sectoraal karakter. CAL XL zorgt dat ervaringsdeskundigen uit culturele en (andere) maatschappelijke beleidsterreinen doelmatig hun krachten verenigen in een leernetwerk, op zo'n manier dat praktijk, onderzoek en beroepsonderwijs en elkaar beter gaan vinden. Op landelijk niveau heeft de bundeling van krachten in eerste instantie een monosectoraal karakter. De koplopers uit de regionale regiegroepen ontmoeten elkaar landelijk in een overleg bij hun eigen platform kennis-‐ of sectorinstituut; wisselen ervaring uit over hun regionale rol en adviseren het betreffende instituut over de landelijke rol op het gebied van community arts. CAL XL en de (samenwerkings )partners verwachten dat daarmee de lokale Fulco van 't Hag, directeur van Stichting roep naar cross-‐sectorale investeringen in community arts ook op PodiumPartners: 'Stichting PodiumPartners heeft een landelijk niveau beter zal doordringen en vertaald kan worden Werkplaats Community Arts in voor-‐ naar nieuwe paradigma's en nieuw beleid. CAL XL richt zich primair op het faciliteren van strategisch belangrijke ontwikkelingen die op lokaal niveau van belang zijn voor deelnemers, makers en partners in het veld. Het is in eerste instantie niet de bedoeling om veel gewicht te leggen in (het organiseren van) landelijke conferenties en beleidsbepalende vergaderingen. In tweede instantie wil CAL XL ook daar opereren, maar dan vooral indirect: door mensen in de bestaande organisatorische structuur van de verschillende beleidsterreinen zichtbaar betrokken en belanghebbend te maken.
3. Resultaten eind 2012
bereiding. We helpen jonge makers uit de disciplines theater, dans en gezongen muziek om zich te ontwikkelen tot professionele community kunstenaars. In Amsterdam Oost werken we bij de realisatie van de werkplaats samen met een festival en een aantal community arts professionals. CAL XL kan met kennis, ervaring en middelen de ontwikkeling van onze werkplaats ondersteunen, en onze ervaring en die van werkplaatsen delen en verspreiden. Wij werken lokaal aan het verbeteren van het productieklimaat voor community arts. CAL XL kan daar landelijk aan bijdragen.'
Vanuit de centrale doelstelling het productieklimaat voor community arts te willen optimaliseren, werken we aan een hecht landelijk netwerk en concrete inzet door heel Nederland. CAL XL zet daarvoor aanvankelijk in op een bundeling van krachten in zes regio's. Daarbinnen kan vroeg of laat nog differentiatie optreden. Als bijlage II is een 6
De CoP Cultuurimpuls is een intensief programma dat vijftien kunst-‐ en cultuurprojecten in verschillende Nederlandse krachtwijken met elkaar verbindt in een leernetwerk. Meer informatie op http://www.cultuurimpuls.nl
5
overzicht opgenomen van de belangrijkste partners, programma's en projecten per regio en landelijk. De zes regio's zijn: Noord-‐Holland, Noord-‐Nederland (Groningen, Drenthe en Friesland), Midden-‐Nederland (Utrecht en Flevoland), Oost-‐Nederland (Gelderland en Overijssel), Zuid-‐Holland (provincies Zuid-‐Holland en Zeeland), en Zuid-‐Nederland (Brabant en Limburg).
Drie resultaatgebieden CAL XL is een tijdelijke projectorganisatie die bouwt aan regionale netwerken, producten en diensten die ten dienste staan aan zowel 'gewone' amateurs als nieuwe amateurs, aan makers en aan institutionele partners in community arts. De nieuwe netwerken, producten en diensten worden zo snel mogelijk ingebed en verankerd binnen de bestaande infrastructuur. In elke regio worden zowel op het niveau van makers/amateurs, als op het niveau van partners/makers resultaten geboekt in drie resultaatgebieden: •
netwerkvorming: realisatie van regionale regiegroepen van koplopers in community arts (ervaren deelnemers, makers en partners), gericht op het inbedden en duurzaam verankeren van community arts binnen de culturele en maatschappelijke infrastructuur;
•
scholing en intervisie: realisatie van een regionaal aanbod van (post-‐hbo) scholing en intervisie voor nieuwe makers en partners, gekoppeld aan werkervaringsplaatsen met nieuwe amateurs binnen 'gevestigde' community arts projecten en programma’s;
•
onderzoek en documentatie: realisatie van participatief actieonderzoek door nieuwe amateurs en ervaren partners (plus aanvullend beleidsvoorbereidend onderzoek) zodat zij beter in staat zijn om de betekenis van community arts voor henzelf en voor hun omgeving – inclusief potentiële financiers – zichtbaar te maken.
7
Bij scholing en intervisie bedoelen we met 'gevestigd' dat de praktijken gedragen worden door bekwame makers en/of partners die hun ervaring kunnen overbrengen op de nieuwe generatie, en die bovendien een vorm van continuïteit kennen zodat de investering in een goede leeromgeving niet verloren gaat. Bij onderzoek en documentatie investeert CAL XL in de ontwikkeling van methodieken en instrumenten die de deelnemers in het werkveld helpt om zelf claim making power te ontwikkelen en op die manier een beter productieklimaat voor community arts te bewerkstelligen.
Peter Stam, regisseur, schrijver, toneeladviseur Limburg, maker van het drieluik Warg:
'Als ik het heb over samenwerking tussen professionele en amateurtoneelmakers, dan spreek ik over een structurele samenwerking. Zo'n samenwerking verleidt de prof om een taal en beeldtaal te ontwikkelen die herkenbaar en volledig invoelbaar voor de geoefende én niet geoefende toeschouwer. En de amateur wordt verleid zich te laten optillen van 'het kleine verhaal' naar 'het grote verhaal'. Wij spreken niet meer van samenwerking tussen professionals en amateurs, maar van een bonte verzameling mensen die zich met kunst bezighouden. Kunst die de toeschouwer verbindt met zichzelf en de ander. Kunst als verademing, als adem.
7
Actieonderzoek is een vorm van empirisch onderzoek die wordt ingezet om iets te verbeteren of iets te ontwikkelen binnen de praktijk. Het onderzoek vergroot de competenties van de deelnemers om meer invloed op hun eigen situatie te krijgen en is in die zin tegelijk een educatieve, emanciperende interventie.
6
Twee programmalijnen We constateren dat er twee oriëntaties zijn in community arts: een verticale van nieuwe amateurs en makers, en een horizontale van culturele en maatschappelijke partners. De oriëntaties kunnen niet los van elkaar worden gezien maar hebben wel allebei een eigen dynamiek, eigen leerstijlen en een eigen urgentie in vraagstelling. CAL XL wil beide bedienen binnen een integrale aanpak. Dat resulteert in twee programmalijnen die dwars door de drie resultaatgebieden lopen: Programmalijn makers (verticale oriëntatie)
Programmalijn partners (horizontale oriëntatie)
doelgroepen en individuele makers project methodisch proces en resultaat waarde maken investeren
stedelijke partners programma bestuurlijk effecten waarde vangen incasseren
Voor de dagelijkse praktijk en de resultaten van CAL XL betekent dit dat er binnen de beoogde resultaten een differentiatie kan optreden tussen producten en diensten voor nieuwe amateurs/makers; en culturele en maatschappelijke instellingen. De ontwikkeling van de producten en diensten kan om praktische of strategische redenen ook verschillend gefaseerd zijn. Zo verwachten we vrij snel in de zes regio's een training en netwerkdagen te kunnen aanbieden voor nieuwe stedelijke partners (horizontale oriëntatie); maar pas eind 2012 in enkele regio's een volledig trainingsaanbod voor nieuwe makers (verticale oriëntatie). Zie ook onder 6.
'Ook community art is steeds vaker onderdeel van het mission statement van kunstinstellingen. Desondanks is er nog genoeg te verbeteren. Er is nog niet genoeg verankering in de sector. Het label ‘cultuurparticipatie’ werd regelmatig willekeurig op bestaande projecten geplakt omdat dit extra geld op zou leveren. Er werd te weinig gekeken naar de effectiviteit van de projecten. De vraag is echter hoe meetbaar die effectiviteit is. Er zijn immers ook kunstervaringen die niet te meten zijn (…): ervaringen die vaak een blijvende indruk maken en die erg belangrijk zijn voor de kunstbeleving in het latere leven van de mens. Toch klinkt de roep om verdere verankering en professionalisering van community art in de creatieve sector. Een mooi streven voor de komende acht jaar.' Uit: de extra Actiekrant n.a.v. de slotconferentie over Acht jaaractieplan Cultuurbereik.
Planning.
SMART Hieronder schematisch het actieplan van CAL XL met SMART geformuleerde resultaten. De activiteiten worden verder toegelicht onder 5. Activiteiten. Tabel 1: actieplan CAL XL 2010 – 2012 met SMART geformuleerde resultaten: Activiteit
SMART Resultaat
Regionale regiegroepen (cross-‐sectoraal) Landelijke regiegroepen (monosectoraal)
Jaarlijks 6 x 2 bijeenkomsten in de regio Jaarlijks 40 uur inzet van 6 x 10 koplopers Jaarlijks 10 x 1 á 2 bijeenkomsten bij instellingen in de landelijke infrastructuur
7
Scholing en intervisie makers
Scholing & intervisie partners
Regiegroep onderwijs Participatief actieonderzoek amateurs en makers Participatief actieonderzoek partners Regiegroep onderzoek Databank Website Nieuwsbrief Publicaties De Chemie van CAL XL
2 cursussen in 2011 4 cursussen in 2012 Jaarlijks 12 terugkomdagen met intervisie maal 15 deelnemers 2 cursussen in 2010 4 cursussen in 2011 6 cursussen in 2012 Jaarlijks 12 terugkomdagen met intervisie maal 15 deelnemers 2 Bijeenkomsten per jaar 12 onderzoeken per jaar (2011 en 2012) maal gemiddeld 6 deelnemers per onderzoek 6 Expedities per jaar en 6 'proeftuinen' (projecten) 60 Actieve partners 2 Bijeenkomsten per jaar De inzet van 20 jonge onderzoekers per jaar Meerjarig onderzoeksplan in 2012 Begin 2011 eerste versie operationeel Eind 2012 databank klaar en 30 projecten online Direct operationeel in najaar 2010 4 Keer per jaar 3 Syllabi in 2011 1 Publicatie wetenschappelijk onderzoek in 2012 1 Publicatie in 2012
CAL XL heeft een landelijke voorbeeldfunctie doordat de resultaten van CAL XL het belang van de organiserende (partner)instellingen overstijgen, en bovendien relevant zijn voor derden. De resulterende regiegroepen, trainingen, tools en websites staan in principe ook te dienste van (nieuwe) amateurs, makers en partners die niet direct bij de ontwikkeling van deze producten en diensten zijn betrokken. Naast directe resultaten verwachten we veel indirecte resultaten zoals beïnvloeding van het beleid bij reguliere instellingen en fondsen; onderwijsontwikkeling binnen het reguliere hoger(beroeps)onderwijs; en innovatie binnen projecten en programma's die niet direct in het netwerk betrokken zijn.
4. Organisatie ZIMIHC en het project CAL XL ZIMIHC, huis voor de amateurkunst van de stad en de provincie Utrecht, wordt projecteigenaar van CAL XL. ZIMIHC is een sterke partij met een stevige positie in het Utrechtse culturele veld. ZIMIHC staat dicht op de multidisciplinaire en cultureel diverse praktijk van de (amateur)kunsten, en heeft tegelijkertijd een bovenlokale werking als één van de provinciale instellingen voor kunst en cultuur in de Raad van twaalf. Er bestaat al goede relatie met een groot aantal regionale en landelijke partners die voor CAL XL van belang zijn. Een praktische bijkomstigheid is dat de meeste landelijke partners ook in Utrecht zijn gevestigd. CAL XL past goed bij de uitgangspunten, doelstellingen en ambities van ZIMIHC en andersom. Binnen de organisatie zijn medewerkers actief als cultuuraanjager, programmeur van wijkcentra, consulent voor cultureel diverse projecten, etc. ZIHMIC was partner in de eerste fase en is beoogd projectleider van de tweede fase 8
(2011-‐2012) van de werkplaats CAL Utrecht. ZIMIHC is ook actief betrokken bij de CoP Cultuurimpuls en andere landelijke initiatieven ter bevordering van community arts. CAL XL bouwt voort op de expertise en de netwerken van CAL Utrecht en voegt daar een landelijke werking aan toe. ZIMIHC verstevigt met CAL XL haar lokale expertise en positie en een kan een belangrijke bijdrage gaan leveren aan vergelijkbare ontwikkelingen in andere regio’s . Het bureau van CAL XL wordt gevestigd in de nieuwbouw van het Vorstelijk Complex, een nieuw en ambitieus samenwerkingsverband van cultuur en welzijn in de Utrechtse krachtwijk Zuilen. Het Vorstelijk Complex wordt het nieuwe sociaal-‐culturele hart van Zuilen en thuisbasis van amateurkunstenaars, buurtgroepen, wijkorganisaties en CAL Utrecht. Daarmee is het ook als thuisbasis voor CAL XL zeer geschikt. Naast kantoorruimte beschikt het complex over diverse voorzieningen zoals een theaterzaal, vergaderruimtes en een grand café.
Het Vorstelijk Complex, binnenkort de huisvesting van ZIMIHC en CAL XL
'In 2010 wordt het Vorstelijk Complex geopend. Dat wordt het gezicht van de amateurkunst van stad en provincie Utrecht. Zowel kunst uit de wijk als toonaangevende amateurkunst uit de stad en provincie zullen er een plek krijgen, aangevuld met nationale en soms internationale projecten. In samenwerking met Vrede van Utrecht zullen we het Community Arts Lab hier zijn basis geven. Ons streven om de amateurkunst een belangrijke rol te laten spelen op weg naar culturele hoofdstad in 2018 krijgt hierdoor steeds meer vorm.' Uit: Jaarverslag Zimihc, huis voor amateurkunst 2009.
Samenwerkingspartners van CAL XL CAL XL wordt uitgevoerd in samenwerking met een groot aantal landelijke en lokale partners. Op landelijk niveau is er bij aanvang van het project een samenwerkingsovereenkomst met zes landelijke instellingen: Kunstfactor, Kunstenaars&CO, Cultuurnetwerk Nederland, Movisie, Landelijk Platform Cultuuraanjagers en Stichting Cultuurimpuls. Zij gaan voor de projectperiode 2010-‐2012 de volgende verbintenis aan: •
de samenwerkingspartner participeert in het kernteam van CAL XL door de inzet van een projectleider voor rekening van de partnerorganisatie, met een vastgesteld aantal uren voor overleg en afstemming (voorbereiding landelijk). De projectleiders blijven in dienst van de betreffende organisaties, met uitzondering van Sikko Cleveringa (LPC) die in dienst treedt van ZIHMIC;
•
de samenwerkingspartner investeert in regelmatig contact met de landelijke regiegroep van koplopers binnen het eigen beleidsterrein en maakt optimaal gebruik van hun expertise (één tot twee maal per jaar een gezamenlijke bijeenkomst, zie verder onder 5. Activiteiten);
9
•
de samenwerkingspartner integreert relevante inzichten, producten en diensten van CAL XL zoveel mogelijk binnen het eigen reguliere beleid. Deze ontwikkeling komt ook tot uiting in publicaties, conferenties en andere vormen van kennisdeling en distributie.
De samenwerkingspartners vormen samen met ZIMIHC een stuurgroep voor CAL XL, die ieder kalenderjaar minimaal één keer bij elkaar komt. Op basis van een door Bureau CAL XL gepresenteerde monitor verifiëren zij of het project volgens plan verloopt en adviseren zij over de te volgen koers van CAL XL. In de loop van het project kunnen zich andere samenwerkingspartners aansluiten met een vergelijkbare inbreng. Voorbeelden van mogelijke nieuwe landelijke partners zijn KEI, FORUM, Oxfam Novib/E-‐motive en Erfgoed Nederland.
Bureau CAL XL (ondersteuning landelijk) Twee programmaleiders vormen samen het bureau CAL Xl dat eindverantwoordelijk is voor de uitvoering van het project: Ingrid Docter (Kunstfactor) en Sikko Cleveringa (Landelijk Platform Cultuuraanjagers/ZIMIHC). Ingrid Docter (0,4 fte) is verantwoordelijk voor de activiteiten gericht op makers en de artistiek-‐inhoudelijke leiding ; Sikko Ida van der Lee, beeldend kunstenaar, Cleveringa (0,6 fte) is verantwoordelijk voor de activiteiten regisseur van verandering: gericht op partners en de zakelijke leiding . Bureau CAL XL 'Het is erg goed dat community art een coördineert en ondersteunt de voorbereiding, ontwikkeling en professionaliseringsslag maakt, dat het uitvoering van alle activiteiten van CAL XL. Ingrid Docter en Sikko erkend wordt als tak van sport naar de Cleveringa zijn daarnaast actief in de uitvoering van bepaalde zogenaamde 'echte' autonome kunst. activiteiten. CAL XL voorziet ook in secretariële ondersteuning Soms is het institutionaliseren een gevaar; (0,6 fte) voor project-‐ en relatiebeheer binnen het omvangrijke dat het geld aan de strijkstok blijft hangen, maar in dit geval ken ik de landelijke netwerk.
Kernteam CAL XL (voorbereiding landelijk)
mensen die in de organisatie werken goed en weet ik dat ze voeling met de praktijk zullen houden. Het verzamelen, delen, bevragen en onderzoeken van dilemma’s, kennis en ervaring is belangrijk. Ik hoop dat ze goed aan de echte doelgroep blijven denken: de kunstenaars en de bewoners. Daar heb ik wel vertrouwen in.'
De programmaleiders van Bureau CAL XL vormen samen met de projectleiders van de samenwerkingspartners het kernteam van CAL XL. Iedere lid van het kernteam werkt aan tenminste één specifiek resultaatgebied. Theo van Adrichem (Kunstenaars&CO) werkt aan scholing en intervisie van makers; Saskia van Grinsven (Movisie) werkt aan scholing en intervisie van partners; Finn Minke (Cultuurnetwerk Nederland) werkt aan projectdocumentatie met nieuwe amateurs en makers; en Simon van Dommelen (De Stad bv/CoP Cultuurimpuls) werkt aan participatief actieonderzoek en documentatie met professionele partners en opdrachtgevers. Tabel 2: de samenstelling van het kernteam met de twee programmalijnen en drie resultaatgebieden: Kernteam CAL XL
Programmalijn makers/amateurs
Programmalijn partners/makers
Netwerkvorming Scholing en intervisie Onderzoek en documentatie
Ingrid Docter Theo van Adrichem Finn Minke
Sikko Cleveringa Saskia van Grinsven Simon van Dommelen
Het kernteam is gericht op onderlinge afstemming en afstemming met het veld in de voorbereiding van productontwikkeling en het aanbieden van diensten. De leden van het kernteam spelen een belangrijke rol in de feitelijke ontwikkeling en uitvoering van producten en diensten (zie onder 5. Activiteiten). 10
Incidenteel kunnen er tijdelijke adviseurs toegevoegd worden aan het team voor specifieke deelprojecten. Voorbeelden van tijdelijke adviseurs zijn Rien Sprenger (Artwise/CAL Utrecht), Eugene van Erven (Universiteit Utrecht/CAL Utrecht/artistiek leider International Community Arts Festival) en Jan Brouwer (ABF Cultuur). Zij maken geen deel uit van het kernteam, maar spelen op deelaspecten wel een belangrijke rol in het netwerk van CAL XL. Het kan ook zijn dat er voor langere tijd één of meer projectleiders worden toegevoegd aan het team, wanneer nieuwe landelijke partners structureel willen aanhaken bij CAL XL.
Regiegroepen CAL XL (voorbereiding regionaal) In de zes eerder genoemde regio's worden cross-‐sectorale regiegroepen samengesteld van ervaren koplopers die zich committeren aan het actieplan van CAL XL. Iedere regio heeft een regiegroep die bestaat uit een aantal ervaringsdeskundigen uit diverse culturele en (andere) maatschappelijke beleidsterreinen (welzijn, wijkaanpak, woningcorporaties, enz.). Zij dragen bij aan netwerkvorming binnen de regio en voeren regie op de ontwikkeling en uitvoering van producten en diensten voor community arts. Het betreft hier geen vrijblijvend gezelschap, maar een gericht geworven groep mensen die een sleutelrol willen en kunnen vervullen in de landelijke ontwikkeling en regionale uitvoering van scholing, intervisie, onderzoek en documentatie. De koplopers uit de regionale regiegroepen ontmoeten elkaar daarnaast ook in een landelijk overleg bij hun eigen platform, kennis-‐ of sectorinstituut. Daar wisselen ze ervaringen uit over hun regionale activiteiten en adviseren ze het betreffende instituut over de landelijke rol of missie, waaronder expertmeetings en conferenties. Samen met collega's die in andere regio's werkzaam zijn in dezelfde sector, vervullen de koplopers in het landelijke overleg een ambassadeurs-‐ en adviserende rol in de 'eigen' landelijke infrastructuur. De selectie van koplopers wordt gedaan door CAL XL, in nauw overleg met strategische partners op zowel lokaal als landelijk niveau. In tabel 3 op de volgende pagina is een schematisch overzicht van de lokale en landelijke instellingen waaraan we denken, zie ook Bijlage II. Ieder lid van een regionale regiegroep zet zich op jaarbasis tenminste veertig uur in voor CAL XL, voor rekening van z/haar organisatie of project. Net als de leden van het kernteam kunnen de koplopers daarnaast een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling en uitvoering van verschillende producten en diensten, bijvoorbeeld als gastdocent, mentor of adviseur. Voor dit werk zal in de meeste gevallen een vergoeding beschikbaar zijn. Iedere regiegroep bestaat uit acht tot twaalf personen. De selectie van deze mensen wordt gedaan door CAL XL, in nauw overleg met strategische partners op zowel lokaal als landelijk niveau. De regionale regiegroepen hebben telkens twee functies: •
regie, monitoring en evaluatie van de activiteiten van CAL XL binnen de eigen regio en afstemming met landelijke ontwikkeltrajecten (welke activiteiten hebben prioriteit in de regio? Welke projecten doen waar aan mee? Waar kunnen we activiteiten inbedden en verankeren? Enz.). Direct resultaat gericht;
•
netwerkvorming tussen regionale koplopers uit verschillende sectoren en beïnvloeding van het beleid in de regio en op landelijk niveau. De koplopers staan samen sterk en krijgen een positie en 'een verhaal' in handen waarmee ze zelf nieuwe partners, beleidsmakers, fondsen en de politiek kunnen benaderen. Uit het kwartier maken is de behoefte aan zo'n lobby voor de wat langere termijn ook duidelijk naar voren gekomen. Bewust voert niet CAL XL die lobby, maar de betrokken zelf.
11
Tabel 3: schematisch overzicht van de beleidsterreinen en organisaties waarbinnen koplopers worden geworven voor de regionale regiegroepen, plus de landelijke infrastructuur waar ze verband mee hebben: Beleidsterreinen Amateurkunst en nieuwe amateurs Kunsteducatie
Regionale partners Stedelijke instellingen voor amateurkunst Provinciale instellingen kunst & cultuur Centra voor de kunsten Provinciale instellingen kunst en cultuur
Professionele producties en makers
Centra voor beeldende kunst Ervaren makers in meerjarige community arts projecten en –organisaties Schouwburgen Vlakke vloer theaters Poppodia Festivals Musea en archieven Bibliotheken Erfgoedverenigingen Cultuuraanjagers Programmaleiders Cultuurcoördinatoren Cultuurcoaches Welzijnsorganisaties, opbouwwerk, jongerenwerk; etc. Woningcorporaties Programmaleiders bij herstructurering en reconstructie
Podium programmering
Erfgoed en bibliotheken
Cultuurparticipatie Basis en voortgezet onderwijs Welzijn Volkshuisvesting
Wijkaanpak
Wijkambtenaren Actieve bewoners/huurders
Culturele diversiteit
Zelforganisaties migranten en andere cultureel diverse groepen Hbo-‐kunstvakopleidingen Cmv-‐opleidingen Eventueel ook mbo Universiteiten/faculteiten/masters met sociale of culturele oriëntatie Onderzoeksinstituten zoals NISIS Institute
Beroepsonderwijs
Onderzoek
Partners in de landelijke infrastructuur Kunstfactor; Raad van twaalf Cultuurnetwerk Nederland; Raad van twaalf; Kunstfactor Cultuur & Ondernemen; SKOR; Raad van twaalf Nederlands Fonds voor Podiumkunsten +; VSCD; TIN ; MCN Erfgoed Nederland; Landelijk Platform Bibliotheek & Educatie; Nederlands Centrum voor Volkscultuur Landelijk Platform Cultuuraanjagers Cultuurnetwerk Nederland; Cultuurformatie Movisie KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing; Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV); NICIS Institute LPB Platform voor Wijkgericht Werken; Landelijk Samenwerkingsverband Aandachtswijken (LSA) Forum Regiegroep onderwijs CAL XL; Cultuurnetwerk Nederland Regiegroep onderzoek CAL XL; Cultuurnetwerk Nederland
Monitoring en evaluatie De regionale regiegroepen hebben een belangrijke rol in de monitoring en evaluatie. Bureau CAL XL bespreekt twee maal per jaar met de koplopers in iedere regio de voortgang van CAL XL. Dit gebeurt aan de hand van een uitgebreide checklist, die deels wordt gevoed vanuit (tussen-‐)evaluaties van de deelprojecten in de betreffende regio. De resultaten worden vervolgens besproken met de directie van ZIMIHC en de stuurgroep van samenwerkingspartners.
12
In de tweede helft van 2012 wordt dit werk gedaan door een externe adviseur die de resultaten vastlegt in een eindrapport. Eerder in het traject kunnen ook externe adviseurs worden ingezet op deelaspecten die volgens de monitor extra aandacht behoeven. De monitor is zowel kwantitatief (aantal producten, deelnemers) als kwalitatief (de mate waarin CAL XL bijdraagt aan de capaciteit van amateurs/deelnemers om de waarde van de praktijken zichtbaar te maken voor henzelf en voor hun omgeving, en om adequate ondersteuning te bewerkstelligen).
5. Activiteiten Ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van activiteiten CAL XL investeert in de ontwikkeling en evaluatie van nieuwe producten en diensten voor de regio’s. De resultaten, producten en diensten worden zoveel mogelijk direct bij bestaande organisaties ingebed en verankerd. CAL XL is verantwoordelijk voor de ondersteuning van de regionale regiegroepen en het faciliteren van participatief actieonderzoek met nieuwe amateurs en makers. Daarnaast stimuleert CAL XL door landelijke productontwikkeling en regionale netwerkvorming de uitvoering van activiteiten door derden zoals het aanbieden van cursussen en intervisie in het veld. Voor alle activiteiten van CAL XL geldt dat ze direct aanhaken op de behoefte, dynamiek en deskundigheid binnen bestaande programma's en projecten in de regio's. De praktijk vormt de basis. Voor een belangrijk deel is al duidelijk om welke regionale programma's en projecten het gaat; voor een ander deel besperken we dit met de regiegroepen op het moment dat CAL XL een feit is. Voorbeelden van programma's waar CAL XL intensief mee samenwerkt zijn meerjarige cultuurparticipatieprogramma's zoals Kunst in mijn Buurt in Utrecht en Deventer, Bureau Loeks in Groningen, Pact op Zuid en Stichting NRC in Rotterdam, Koers Nieuw West in Amsterdam. Voorbeelden van projecten/projectorganisaties zijn het 5eKwartier van Titia Bouwmeester, Zina van Adelheid Roosen, PeerGrouP in Drenthe, Medialab Enschede, en projecten van Ida van der Lee, Adriaan Nette, Merlijn Twaalfhoven en andere prominente makers. Binnen deze programma's, projecten en hun netwerken worden de koplopers gevonden; doen nieuwe makers en nieuwe partners hun ervaring op; wordt actieonderzoek gedaan met amateurs en professionals; haken formeel onderwijs en wetenschappelijk onderzoek aan; en worden de bevindingen gedocumenteerd en gepubliceerd. Community arts projecten en programma's vormen het vertrekpunt voor alle activiteiten van CAL XL. CAL XL is voor negentig procent aan het werk in het veld en voor tien procent op het bureau. Jos Zandvliet, artistiek leider Stichting ACCU: 'ACCU ontwikkelt 'Nieuwe Rituelen': breed gedragen ceremonies met de thema’s geboorte, oogst en dood. Hierbij betrekken we maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven, gemeentelijk instellingen, de professionele en amateurkunstwereld en opleidingen, met als doel hechte gemeenschappen op te bouwen. Zo kruipen we in de huid en het hart van de samenleving. CAL XL kan het werk van ACCU ondersteunen en onze ervaringen beter inzichtelijk en overdraagbaar maken voor anderen, zodat duurzame cultuurproducten zich steeds verder kunnen ontwikkelen en verankeren in de wijken, en de kunst weer betekenis krijgt in het leven van de mensen.'
Regiegroepen regionaal (uitvoering) CAL XL is verantwoordelijk voor de uitvoering van bijeenkomsten van de regionale regiegroepen (in elke regio in principe twee keer per jaar). Ingrid Docter en Sikko Cleveringa dragen er zorg voor dat de bijeenkomsten goed zijn voorbereid, met een inspirerende mix van eigen inbreng uit het veld, extra deskundigheid van buiten (gastsprekers), netwerkvorming binnen de eigen beweging en verbindingen met bestuurders binnen de 13
gevestigde infrastructuur. In het begin zal CAL XL het initiatief nemen in het bijeenroepen, vormgeven en voorzitten van de regiegroepen. In de loop van het project kunnen de regionale regiegroepen ingebed worden binnen bestaande structuren en steeds meer een eigen verantwoordelijkheid nemen. CAL XL voorziet in de kosten van externe expertise (zoals gastsprekers), logistiek en catering.
Regiegroepen landelijk (uitvoering) De samenwerkingspartners organiseren jaarlijks, elk binnen hun eigen beleidsterrein, één of twee landelijke bijeenkomsten met de koplopers. Bureau CAL XL stimuleert en ondersteunt dit, maar de regie ligt bij de instellingen en de betreffende projectleider in het kernteam. De organisaties dragen ook zelf de eventuele kosten voor deze bijeenkomsten. Samen met de koplopers in het veld interesseert Bureau CAL XL in de loop van het project ook andere landelijke instellingen om dergelijke bijeenkomsten te beleggen. Er zijn twee uitzonderingen: CAL XL trekt zelf één landelijke regiegroepen voor onderwijs en één voor onderzoek. Deze Gudrun Beckmann, studieleider Opleiding regiegroepen adviseren over curriculumontwikkeling, -‐ Docent Theater, NHL Hogeschool: uitvoering en -‐evaluatie binnen CAL XL en bevorderen de 'Gisteren zag ik vier voorstellingen van studenten in het kader van ons jaarlijks verbinding met onderwijs en onderzoek bij gevestigde Community Festival. Er werd veel gelachen, en instellingen.
Scholing en intervisie voor nieuwe makers Ontwikkeling In samenwerking met kunstvakopleidingen en het werkveld werkt CAL XL aan een praktijkgericht curriculum voor makers in community arts. CAL XL heeft een budget gereserveerd voor investering in uren en materiële kosten zoals documentatiemateriaal (publicaties, dvd’s) en logistiek. De curriculumontwikkeling wordt uitgevoerd door experts in het netwerk van CAL XL en de regiegroep onderwijs. In eerste instantie wordt het curriculum ontwikkeld voor een onafhankelijk post-‐hbo-‐traject voor community arts makers dat regionaal kan worden 8
gehuild; het was honderd procent leven, honderd procent theater en honderd procent menselijkheid. Er ontstond de verbindende dynamiek tussen spelers en publiek die typerend is voor deze intensieve werkwijze met verschillende doelgroepen/gemeenschappen. Mijn collega en ik keken elkaar aan en dachten: Welk rijkdom! Welk rijkdom aan ervaringen en persoonlijkheden. Zoveel verschillende mensen met één verbindende drive: ervaringen willen delen met het publiek, gezien en gehoord worden, theater maken en ook heel hard om jezelf kunnen en willen lachen. En dan? Hoe verder? Met een landelijk laboratorium en documentatiecentrum zoals CAL XL zouden de ervaringen van onze studenten zichtbaar worden voor anderen en zouden onze studenten uitgedaagd kunnen worden om zich verder te professionaliseren.'
aangeboden. We denken aan een jaarprogramma met goed gefaciliteerde werkervaringsplaatsen voor cursisten en elke twee weken een gezamenlijke scholingsdag. Het programma is geïnspireerd op de succesvolle opleiding beroepskunstenaars in de klas (bik) van Kunstenaars&CO. Naast de investering in curriculumontwikkeling, speelt CAL XL een belangrijke rol in het optimaliseren van de verbinding tussen de opleiding, werkplaatsen en koplopers. CAL XL draagt actief bij aan het ontstaan of bestendigen van goed gefaciliteerde werkplaatsen omdat we tijd, expertise en overzicht in huis hebben om nieuwe, sterke verbindingen tot stand te kunnen brengen. Zowel opleidingen als prominente makers hebben veel belangstelling voor dit traject. 8
In de fase van kwartier maken is opnieuw bevestigd dat het formele onderwijs nog grote moeite heeft om regulier onderwijs voor artistieke professionals in community arts vorm te geven. Het onderwijs heeft een (te) beperkte capaciteit om zelf kennis en een effectieve relatie met de praktijk op te bouwen.
14
Uitvoering De uivoering van de post-‐hbo voor makers in community arts wordt gecoördineerd door Theo van Adrichem (Kunstenaars&CO) en kan – net als de bik – op termijn worden overgenomen door hbo-‐opleidingen in de regio. Het resultaat van de gezamenlijke inspanning kan door de verschillende hbo-‐ en master-‐opleidingen ook vertaald worden naar meer reguliere vormen van onderwijs (zoals oriënterende minoren en verdiepende masters). Daar blijkt een aantoonbare behoefte te bestaan (onder andere bij Codarts, INHolland, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht en Artez Hogeschool voor de Kunsten). In vervolg op het post-‐hbo-‐traject worden in het kader van CAL XL ook terugkomdagen ontwikkeld en via de partners aangeboden. Alumni worden ondersteund met een combinatie van inspirerende gastsprekers en intervisie. De extra inzet op curriculumontwikkeling en verbanden met de praktijk wordt gefinancierd vanuit CAL XL, maar het feitelijke aanbod van de cursussen en intervisie moet kostendekkend door de cursisten worden opgebracht, of door een derde partij die de opleiding voor hen financiert. Het post-‐hbo-‐traject voor makers is vanwege de geringe koopkracht van de meeste makers wat dat betreft kwetsbaar en Kunstenaars&CO zal daarom voor de uitvoering mogelijk nog aanvullende subsidies aanvragen bij OCW en/of regionale fondsen.
Scholing en intervisie voor nieuwe partners Ontwikkeling Wat betreft de curriculumontwikkeling voor nieuwe partners in Wouter van den Haak, hoofd Bureau Kunst community arts geldt een vergelijkbaar traject. In samenspraak in de Wijk/zakelijk leider Wijktheater Delft: met regionale kunstvak-‐ en cmv-‐opleidingen en sociale 'CAL XL kan ons verder helpen de o zo wetenschappen, zorgt CAL XL voor de (door)ontwikkeling van noodzakelijke praktijkopleiding voor de bestaande post-‐hbo en intervisiebijeenkomsten voor nieuwe kunstenaars, projectleiders en productie-‐ partners. Ook hier heeft CAL XL een budget gereserveerd voor leiders zo methodisch mogelijk uit te voeren. We kunnen leren van opgedane investering in uren en materiële kosten zoals kennis en ervaring van anderen en zelf documentatiemateriaal (publicaties, dvd’s) en logistiek. De onze kennis en ervaring ter beschikking curriculumontwikkeling wordt uitgevoerd door experts in het stellen. We zitten te springen om goede netwerk van CAL XL en de regiegroep onderwijs. Het betreft professionals en deskundige ondersteuning een extra impuls voor de reeds bestaande post-‐hbo Community en samenwerking bij het opleiden. Door 9 arts van INHolland Academy . Deze wordt succesvol deelname aan CAL XL bieden wij een nieuw aangeboden maar de opzet van cursus kan verder beroepsperspectief voor docenten binnen geoptimaliseerd worden in antwoord op behoeften uit het veld. het centrum voor de kunsten en zullen wij meer steun ontvangen van politiek en Het gaat om een korte cursus van zes tot tien dagdelen, voor fondsen: we worden een waardevollere artistieke en sociale professionals in de rol van beleidsmaker of organisatie waar de hele stad van kan cultuuraanjager die zich nader willen oriënteren op hun rol als profiteren.' partner in community arts. CAL XL signaleert ook de behoefte aan een onafhankelijk ontwikkeld curriculum. De huidige cursus bereikt vooral medewerkers van centra voor de kunsten. Met aanpassingen en aanvullende partnerschappen wordt de cursus meer van toepassing voor deelnemers uit maatschappelijke sectoren, zoals wijkambtenaren, opbouwwerkers en coördinatoren van de sociale programma's van woningcorporaties. Ook in dit traject kan CAL XL een belangrijke rol spelen in het optimaliseren van de verbinding met projecten, programma's en koplopers zodat de cursisten ook praktisch ervaring kunnen opdoen. En ook voor dit traject 9
Deze cursus wordt nu uitgevoerd in Noord-‐Holland en Gelderland en komend seizoen ook in Brabant, Drenthe en Overijssel. Meer informatie op de website van INHolland Academy: www.inholland.nl/NR/exeres/A0D2D0D5-‐11C1-‐44CC-‐ BD93-‐E3B9DB59DA75.htm.
15
ontwikkelt CAL XL terugkomdagen voor alumni met een combinatie van inspirerende sprekers en onderlinge intervisie. Sikko Cleveringa (Bureau CAL XL, Landelijk Platform Cultuuraanjagers) heeft de regie over de verdere ontwikkeling van dit traject en hij werkt daarbij intensief samen met Saskia van Grinsven (kernteam CAL XL, Movisie). Uitvoering CAL XL wil in overleg met huidige cursusaanbieder INHolland zorgen dat ook andere (regionale) partijen kunnen participeren in de uitvoering van de cursus en/of vergelijkbare curricula kunnen aanbieden, dan wel de curricula kunnen integreren binnen het reguliere onderwijs zoals masters en minoren. Voor de intervisietrajecten bestaat veel belangstelling; hierin gaat mogelijk Movisie een rol spelen. De bekostiging van de post-‐hbo voor partner is minder kwetsbaar dan die voor nieuwe makers, omdat de sociale en artistieke professionals in de meeste gevallen een dienstverband hebben van waaruit scholing en intervisie betaald kunnen worden. De cursus en de intervisie kan daardoor gemakkelijker kostendekkend worden aangeboden.
Landelijke regiegroep onderwijs Bovenstaande ontwikkelingen worden afgestemd binnen de landelijke regiegroep onderwijs. De groep bestaat uit koplopers uit de Nederlandse bachelor-‐, post-‐hbo-‐ en master-‐opleidingen die geïnteresseerd zijn in en/of actief zijn op het gebied van community arts. Zulke bachelors en masters zijn op dit moment in al de zes regio’s aanwezig en deze zullen ook in de regionale regiegroepen vertegenwoordigd zijn. Deelnemers aan de regiegroep zijn bijvoorbeeld Peter Maissan (INHolland), Gudrun Beckmann (Noordelijke Hogeschool Leeuwarden), Bart Gruson (Codarts), Frank Mineur (Hogeschool Zuyd), Peijk Suyling (Rietveld Academie), Mieke Klaver (Haagse Hogeschool/cmv) en Frits de Dreu (Hogeschool Utrecht/cmv). De taken van de regiegroep zijn: •
het gezamenlijk ondersteunen van de curriculumontwikkeling voor nieuwe makers en partners in community arts – in eerste instantie voor de post-‐hbo (zie boven) en in tweede instantie ook voor mbo-‐ en hbo-‐opleidingen (minoren en masters);
•
het meedenken in de opzet van de landelijke website en de database in verband met de gebruiksvriendelijkheid voor het onderwijs.
•
het in kaart brengen van de beschikbare opleidingscapaciteit en afstemming bewerkstelligen tussen instellingen en het werkveld (werkervaringsplaatsen met mentoren) en tussen instellingen onderling (onder andere cmv en kunstvakonderwijs).
Onderzoek en documentatie met nieuwe amateurs Ontwikkeling CAL XL investeert in het ontwikkelen en introduceren van methodieken voor participatief actieonderzoek met nieuwe amateurs. Actieonderzoek laat de doelgroep zelf aan het woord over de professionalisering en legitimering van community arts; de competentie neemt toe en deelnemers leren zelf aanspraak maken op de juiste professionele en financiële ondersteuning (toename van claim making power). CAL XL werkt met jonge onderzoekers, makers en de nieuwe amateurs aan een methodiek en systematiek die herhaalbaar en overdraagbaar is, zodat de uitkomsten landelijk te vergelijken zijn. Er ligt een accent op concrete methodieken, processen en resultaten (waarde maken). Er wordt zoveel mogelijk wederzijdse aansluiting gezocht op de systematiek van de CoP Cultuurimpuls, de Projectscan, de Effectenarena en de Wijkfoto. De ontwikkeling van deze producten en diensten wordt vormgegeven in samenwerking met de 16
landelijke samenwerkingspartners van CAL XL – het is nog niet duidelijk wie hier de regie in zal nemen. Vrij snel na aanvang van CAL XL wordt een syllabus samengesteld met informatie over participatief actieonderzoek voor de deelnemers. Later in het traject kan de methodiek mogelijk zelfs worden aangeboden in de vorm van een kadercursus participatief actieonderzoek voor nieuwe amateurs. De ontwikkeling van het participatief actieonderzoek kan versterkt worden vanuit het principe van 'omgekeerde ontwikkelingssamenwerking', omdat een aantal organisaties in de tropen al heel vertrouwd zijn met deze methodieken. Een voorbeeld van zo'n organisatie is Alforja in Midden Amerika. Om de kennis die CAL XL opdoet met participatief onderzoek en community arts vervolgens te delen biedt het International 'Wie niet wil wachten tot amateurs en Community Arts Festival in Rotterdam (voorjaar 2012) een professionals in elkaars armen springen, ideaal platform. En ook bij andere organisaties zijn er die maakt het ze wat makkelijker om mogelijkheden tot samenwerking, onder andere met Oxfam elkaar te ontmoeten, van gedachten te wisselen en plannen op te laten borrelen. Novib/E-‐motive . Die verleidt ze met een aantrekkelijke omgeving. Dat kan een kraakpand zijn aan de rafelrand van de stad. Of een oude cementfabriek aan de Maas. Het kan een simpele studio zijn, een werkplaats, of een uitgekiende combinatie van podium, repetitieruimte, bibliotheek, galerie, café, park en cd-‐winkel die zó gesitueerd zijn dat je elkaar wel moet tegenkomen. Maar vooral is het een huis. En de sleutel is van iedereen.' Uit: Warg, publicatie van het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten, 2005.
Uitvoering CAL XL neemt gedurende de looptijd van het project de uitvoering van het participatieve actieonderzoek ter hand. We willen acht tot twaalf projecten per jaar volgen en daar de methodiek beproeven en overdraagbaar maken. De nieuwe amateurs documenteren en onderzoeken de betekenis van het community arts project voor henzelf en hun omgeving, en communiceren hierover naar derden – onder meer naar de opdrachtgevers en waardevangers van een project. De experimenten in het veld worden vanwege de directe koppeling met documentatie centraal aangestuurd door Finn Minke (kernteam CAL XL, Cultuurnetwerk Nederland) en regionaal ondersteund en uitgevoerd door jonge onderzoekers van diverse master-‐opleidingen. CAL XL heeft daarvoor uren gereserveerd en een budget voor de aanschaf van materialen en logistieke kosten. Audiovisuele middelen zoals Bloggies (relatief goedkope filmcameraatjes op broekzakformaat) gaan een belangrijke rol spelen in het documenteren van projecten door de nieuwe amateurs. De databank/website van CAL XL wordt daartoe ingericht met de mogelijkheid om filmpjes en andere vormen van documentatie up te loaden (zie pagina 19).
Onderzoek en documentatie met ervaren partners Ontwikkeling Participatief actieonderzoek en documentatie met ervaren professionele partners heeft in 2009 vorm gekregen binnen de CoP Cultuurimpuls. De CoP ís een vorm van participatief actieonderzoek. De professionalisering en legitimering van community arts staan centraal en er ligt een accent op de resultaten en effecten (waarde vangen) en op het investeren in nieuwe verdienmodellen. CAL XL en Stichting Cultuurimpuls hebben afgesproken om de CoP Cultuurimpuls te integreren binnen CAL XL: vanuit het landelijke Bureau CAL XL en de regionale regiegroepen bespreken en ondersteunen we de voortgang van de CoP. De regie over de verdere ontwikkeling en uitvoering van dit traject blijft bij Stichting Cultuurimpuls en is daarom in dit projectplan verder niet toegelicht. Simon van Dommelen (kernteam CAL XL, CoP Cultuurimpuls) draagt bij aan de afstemming tussen de CoP en de overige activiteiten van CAL XL. Voor zowel de CoP als CAL XL heeft intensieve samenwerking grote voordelen. De netwerken van beide projecten vertonen niet alleen sterke overlap, ook interessante complementaire vertakkingen. De kracht van 17
CAL XL ligt meer bij de nieuwe makers en amateurs (het verticale perspectief); de kracht van de CoP Cultuurimpuls meer bij de partners (het horizontale perspectief). De één kan niet zonder de ander en de ontwikkeling van een gemeenschappelijke taal en instrumentarium is voor beiden van belang. Een heel concrete aanleiding en ingang voor samenwerking is de ontwikkeling van een vrij geavanceerde databank waarin documentatie en onderzoek door amateurs, makers en partners een plek krijgen. Daarnaast is er een gedeeld belang om de opzet van wetenschappelijk en beleidsvoorbereidend onderzoek te bevorderen en te optimaliseren en er voor te zorgen dat dit aansluit op de praktijken. Uitvoering De CoP Cultuurimpuls heeft in 2009/2010 een eerste cyclus doorlopen van expedities op locatie en 10 thematische reflectiesporen. Voor de komende twee jaar zijn er in ieder geval voldoende financiële middelen beschikbaar (100.000 euro) om die werkwijze door te zetten met nieuw partners in diverse regio’s. De regionale regiegroepen van CAL XL dragen bij aan de identificatie en mobilisatie van nieuwe deelnemers in dit traject. Bij de regeling Innovatieve cultuuruitingen is daarnaast financiering aangevraagd (340.000 euro) voor zes 'proeftuinen' (projecten), waarin een verdiepende variant van de CoP wordt voorgesteld. In het projectplan van de CoP wordt verwezen naar CAL XL en de zes proeftuinen zijn regionaal gespreid bij partners die ook een belangrijke rol spelen binnen CAL XL (onder andere ZIMIHC, Kunstbedrijf Arnhem en Kunst in mijn Buurt Deventer).
Advisering en ontwikkeling onderzoek Ontwikkeling CAL XL investeert in documentatie en onderzoek en kiest vooral voor vormen van participatief actieonderzoek. Enerzijds met nieuwe amateurs en makers; anderzijds met ervaren partners. De keuze voor participatief actieonderzoek is ingegeven door het streven om met CAL XL bij te dragen aan het vergroten van competenties van 'actoren aan de basis', die zelf meer grip krijgen op de werking van community arts projecten en de betekenis van deze praktijken voor zowel de eigen leefwereld als de directe omgeving. De keuze voor nieuwe makers en ervaren partners komt voort uit de doelstelling van CAL XL om juist die twee doelgroepen een gezicht en een stem te geven. Naast actieonderzoek leeft er in het werkveld een sterke behoefte aan specifiek beleidsvoorbereidend onderzoek voor community arts. CAL XL wil dat er in 2012 daarvoor een concrete aanzet is gedaan. De regiegroep onderzoek adviseert over beide typen onderzoekstrajecten. CAL XL voorziet echter ook in een eigen budget om methodieken voor participatief actieonderzoek te inventariseren, te ontwikkelen, te testen en bij te stellen en om te werken aan een agenda en concrete opzet van beleidsvoorbereidend onderzoek. Cultuurnetwerk Nederland heeft toegezegd (tegen vergoeding) een belangrijke rol op zich te willen nemen. Daarnaast worden er mogelijk ook andere partners betrokken zoals Movisie, Kunstfactor en mogelijk internationale partners.
Landelijke regiegroep onderzoek De landelijke regiegroep onderzoek bestaat uit relevante koplopers zoals onderzoekers, werkzaam bij de Universiteit van Utrecht (Eugene van Erven c.s.), de Rijksuniversiteit Groningen (Quirijn van den Hoogen c.s.) en de Hogeschool van Amsterdam (Sandra Trienekens). De regiegroep onderhoudt tevens intensief contact met onderzoekers buiten Nederland, onder meer met François Matarasso (en zijn netwerk) in het Verenigd 10
Uitgebreide informatie over de expedities en reflectiesporen op www.cultuurimpuls.nl.
18
Koninkrijk, en An de Bisschop in Vlaanderen (Universiteit van Gent, directie Demos, kenniscentrum voor participatie en democratie in Vlaanderen). Ook Cultuurnetwerk Nederland met zijn brede kennis van en ervaring met onderzoeksmethoden en -‐technieken, NICIS en ABF Cultuur hebben hierin een belangrijke rol. De taken van de regiegroep zijn: •
het gezamenlijk ondersteunen van de ontwikkeling van participatief actieonderzoek met nieuwe amateurs en partners;
•
meedenken in de opzet van de landelijke website en de database ten behoeve van documentatie en onderzoek;
•
de beschikbare onderzoekscapaciteit in kaart brengen en afstemming bewerkstelligen tussen instellingen en het werkveld en tussen instellingen onderling (ook studenten verbinden aan documentatie en onderzoek via het netwerk van CAL XL);
•
bijdragen aan het in kaart brengen van relevant actueel onderzoek en dit toegankelijk maken voor makers en partners in het werkveld (redactie door Cultuurnetwerk Nederland met als resultaat een publicatie als onderdeel van de serie Cultuur + Educatie in 2012);
•
het opstellen van een onderzoeksagenda voor nieuw beleidsvoorbereidend en eventueel fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, plus het realiseren van extra financiering en formatie daarvoor.
De regiegroep onderzoek verbindt bestaande onderzoekscapaciteit (beter) aan vraagstukken in het veld, stemt verschillende onderzoeken op elkaar af en maakt resultaten beter zichtbaar voor een bredere groep belanghebbenden. Ook legt de groep verbinding met het participatieve actieonderzoek dat binnen CAL XL wordt uitgevoerd met nieuwe amateurs en partners. De krachten worden gebundeld om de realisatie van een meerjarig interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek mogelijk te maken, met financiering van één of meer aio's (assistenten in opleiding) en mogelijk Europese financiering.
Website en databank Ontwikkeling en uitvoering CAL XL neemt het voortouw om twee online informatiesystemen te (helpen) ontwikkelen en te (laten) hosten: 11
•
een algemene website over community arts in het verlengde van de huidige site van CAL Utrecht met daaraan gekoppeld een digitale nieuwsbrief. Deze website heeft net als de huidige website een internationaal karakter (met google-‐vertaalfunctie) en is toegankelijk voor een breed publiek. Zowel de website als de nieuwsbrief moeten vooral nieuwe amateurs, nieuwe makers en nieuwe partners kunnen interesseren en informeren;
•
een vrij geavanceerde, interactieve digitale databank waarin onderzoek naar en documentatie over projecten en programma’s van nieuwe amateurs, makers en partners een plek krijgen. De databank is in ieder geval dienstbaar aan het participatief actieonderzoek van nieuwe amateurs en partners in het kader van CAL XL en de CoP Cultuurimpuls. De databank is in principe bedoeld voor relatief ervaren deelnemers, makers en partners, inclusief de alumni van de post-‐hbo trajecten die de database moeten kunnen gebruiken als offline kladblok/mind map en online platform voor documentatie, onderzoek en benchmarking.
11
www.community-‐art.nl
19
Binnen het lopende actieonderzoek (met Projectscan in het kader van het Handboek Community Arts en de CoP) bestaat er grote behoefte aan een dergelijke database. Zodra deze geïntroduceerd wordt in de post-‐hbo-‐ cursussen en eventueel regulier onderwijs en onderzoek, kunnen we rekenen op een intensief gebruik. Bij deze plannen is rekening gehouden met de ontwikkelingen rond verschillende modellen en websites bij partners (Cultuurnetwerk Nederland, Landelijk Platform Cultuuraanjagers, Cultuurimpuls en mogelijk ook KEI) en enkele (particuliere) fondsen. Er is gerede kans dat daar uit projecten, financiën en expertise kan worden ingebracht voor het ontwikkelen van een gezamenlijk systeem. In het najaar 2010 wordt dit volledig uitgewerkt in verband met ontwikkelingen bij de diverse organisaties. Binnen het budget van CAL XL is 50.000 euro gereserveerd en Cultuurnetwerk Nederland brengt vanuit kennis 12 over de eigen databank gespecialiseerde expertise in voor advies over dit traject.
Publicaties CAL XL werkt, naast de database en de website met nieuwsbrief, aan de samenstelling en redactie van enkele publicaties. In het kader van de curriculumontwikkeling en het participatieve actieonderzoek worden drie studiewijzers en syllabi gemaakt ten behoeve van de scholing en intervisie van nieuwe amateurs, makers en partners: •
een studiewijzer en syllabus voor makers in community arts XL;
•
een studiewijzer en syllabus voor partners in community arts XL;
•
een handreiking en syllabus voor actieonderzoek in community arts XL.
De syllabi worden (voor zover auteursrechten dat toelaten) online gepubliceerd en kunnen door gebruikers kosteloos worden gedownload. De eerste versies van de syllabi zijn eind 2010 beschikbaar. Ze worden daarna met regelmaat aangevuld en geactualiseerd. Ook werkt CAL XL aan de samenstelling en redactie van twee publicaties die het licht zien in 2012/begin 2013: •
Review van recent wetenschappelijk onderzoek in community arts XL (werktitel): een inventarisatie en analyse van relevant recent onderzoek, op toegankelijke wijze ontsloten in een publicatie onder redactie van Cultuurnetwerk Nederland als onderdeel van de onderzoeksserie Cultuur + Educatie van Cultuurnetwerk Nederland;
•
De Chemie van CAL XL (werktitel): een uitgebreid verslag van de activiteiten, het proces en de resultaten binnen het netwerk van CAL XL, met concrete aanbevelingen voor de (nabije) toekomst..
Planning Een globale planning van de activiteiten CAL XL 2010-‐2012 is opgenomen als Bijlage III. Nota bene: CAL XL stimuleert en ondersteunt conferenties en expertmeetings bij de partners in het netwerk. Er is alvast een aantal belangrijke conferenties te noemen, hiervoor verwijzen we graag naar Bijlage IV: Conferenties.
12
http://www.projectloketcultuur.nl/communityartlab.asp
20
BIJLAGE I
SWOT analyse van CAL XL Sterk
Zwak
• CAL XL is een landelijk bundeling van krachten van lokale koplopers met als resultaat relevante, nieuwe, tweedelijns netwerken, producten en diensten op regionaal niveau;
• CAL XL is voor haar succes afhankelijk van de inzet van koplopers en een netwerk van zeer uiteenlopende partijen, die elkaar nog lang niet altijd kennen of effectief samenwerken;
• CAL XL creëert en versterkt met nieuwe vormen van scholing en intervisie de doorgroeimogelijkheden voor nieuwe amateurs, makers en partners;
• CAL XL ontwikkelt een aantal producten en diensten voor nieuwe amateurs en makers die zelf niet koopkrachtig zijn en meestal ook geen werkgever hebben die voor hen betaalt (bij de partners is dat wel in voldoende mate het geval);
• CAL XL stimuleert met nieuwe vormen van actieonderzoek de artistieke en inhoudelijke samenwerking tussen nieuwe amateurs, makers en partners; • CAL XL investeert in nieuwe competenties aan de basis, zodat nieuwe amateurs, makers en partners zelf de claim making power ontwikkelen om het productieklimaat voor community arts te verbeteren.
Kansen • De huidige kredietcrisis en de aanstaande bezuinigingen kunnen een aanleiding zijn voor potentiële partners in het netwerk om deze nieuwe weg in te slaan;
• CAL XL voorziet zelf niet in de financiering/ subsidiëring van de community arts projecten en programma's waar CAL XL wel van afhankelijk is als werkplaats voor nieuwe amateurs, makers en partners.
Bedreigingen
• De huidige kredietcrisis en de aanstaande bezuinigingen zijn een bedreiging voor het voortbestaan van bijna alle partijen in het netwerk van CAL XL. Zeker voor de incidenteel gefinancierde nieuwe cultuurfuncties, projecten • de cross-‐sectorale benadering van community arts en programma's; maakt partijen van groter belang en minder kwetsbaar binnen gemeentelijke netwerken, en • als deze basis sterk wordt aangetast dan zijn er biedt perspectief op nieuwe vormen van mogelijk onvoldoende werkplaatsen waardecreatie en verdienmodellen; mogelijkheden bieden om de kwaliteitsimpuls vorm te geven voor en door nieuwe amateurs, • het belang van artistieke verbeeldingskracht in makers en partners; maatschappelijke ontwikkeling en vice versa wordt steeds meer onderkend binnen zowel de • als het veld er niet in slaagt om met CAL XL de sociale als de culturele sector, en heeft vanwege landelijke en gemeentelijke infrastructuur het aspect van waardecreatie de potentie om niet duurzaam te verbinden met deze nieuwe vormen alleen een linkse maar ook een 'rechtse hobby' te van artistieke interventies in maatschappelijke worden. Dat vergoot het draagvlak. ontwikkeling, dan sterft de beweging een zekere dood in een uitzichtloze pioniersfase.
BIJLAGE II
Deze bijlage biedt een overzicht van de belangrijkste regionale partners, programma's en projecten van CAL XL. CAL XL onderscheid zes regio's: Noord-‐Holland, Noord-‐Nederland, Midden-‐Nederland, Oost-‐Nederland, Zuid-‐ Holland en Zuid-‐Nederland. Er is ook een overzicht toegevoegd van landelijke partijen.
Netwerk regio Noord-‐Holland Beleidsterrein
Regionaal (gemeentelijke en provinciale instellingen)
Personen
Amateurkunst en nieuwe amateurs Kunsteducatie
⋅ De Kunst
⋅ Tineke Feijen
Artiance Fluxus Ida van de Lee 5eKwartier ACCU Kunst in de Wereld Voices of the City Jongerentheater 020 Theatre Embassy Beloofd Land Podium Partners (Pleintheater en Muiderpoorttheater) ⋅ Festival de Karavaan ⋅ Tolhuistuin ⋅ Cultureel erfgoed Noord Holland ⋅ Artiance ⋅ IVKO
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Danielle Koelemeij Harry Swinkels Ida van der Lee Titia Bouwmeester Jos Zandvliet Merlijn Twaalfhoven Ron Bunzl Marion Schiffers Berith Danse Peter Saal Fulco van ‘t Hag
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Kees Plugboer Ilse van Dijk Jeroen Saris Mira Kho Lucas de Bruyn Peter Maissan, Dominique Romeny Bruin Otten Marjon Goossens Theo van Adrichem Sandra Trienekens
Professionele producties en makers
Podium programmering
Erfgoed en bibliotheken Cultuurparticipatie Basis en voortgezet onderwijs Welzijn Volkshuisvesting Wijkaanpak
Culturele diversiteit Beroepsonderwijs
Onderzoek
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Primho Haarlem/5e kwartier De Stad bv Koers Nieuw West Zelforganisaties migranten en andere cultureel diverse groepen INHolland post-‐hbo INHolland hbo bachelor Music in society AHK Theaterdocent Hogeschool Amsterdam/cmv Kunstenaars&CO Lectoraat Burgerschap en Culturele Dynamiek Kohnstamm Instituut
⋅ ⋅
Titia Bouwmeester Chris Keulemans Rob Berends Peter Saal Danielle Koelemeij Geert van den Berg
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ Wil Oud
BIJLAGE II
Netwerk regio Noord-‐Nederland (Groningen, Drenthe en Friesland) Beleidsterrein
Regionaal (gemeentelijke en provinciale instellingen)
Amateurkunst en nieuwe amateurs
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Kunsteducatie
Professionele producties en makers
Podium programmering
Erfgoed en bibliotheken
Cultuurparticipatie
Basis en VO Welzijn Volkshuisvesting
Wijkaanpak
Beroepsonderwijs
Kunstencentrum Groningen/Buro Loeks Theaterwerkplaats De Prins v. Groningen Delfzijl/Ivak/De Cultuurfabriek SWET Keunstwurk Kunstencentrum Groningen KunstStation C Theaterwerkplaats De Prins v. Groningen Keunstwurk educatie/participatie PeerGroup/Donderen (i.o) Zina neemt de wijk Kunstprojecten Noorderstation Project David Bade Sult/BUOG Fries festival
VHDG/Voorheen de Gemeente Urban ontwikkeling/Urban House/New Attraction ⋅ Diever
personen ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
⋅ Sjoerd Wagenaar ⋅ Zina/NNT, Adelheid Roosen, Ola Mafaalani ⋅ Henk Puts, Jan Reemeijer ⋅ ⋅ Pieter Stellingwerf, Kees Botman ⋅ Dries van Weperen, Griet Molenbuur ⋅ Wouter Osterholt, Elke Uitentuis ⋅ Ingeborg Struyck, Alex Tjoelker ⋅ Jack Nieborg
⋅ Archief: aandacht voor historische context van wijk op verhalen niveau. Museumhuis (verzameling) a la carte/vooral cultuureducatie ⋅ Tresor ⋅ Kunstencentrum/Buro Loeks ⋅ Keunstwurk projectburo ⋅ Kwartiermaker Friesland Culturele Hoofdstad 2018 ⋅ Kunstencentrum/cultuureducatie stad ⋅ Maatschappelijk Juridische Dienstverlening MJD ⋅ Volkshuisvesting: bestaat in Groningen uit 4 organisaties. Er is een apart fonds voor krachtwijken
⋅ ⋅ ⋅ ⋅
De Wijk als Werkplaats/Groningen Kunstraad Welzijn MJD Gemeente Leeuwarden/ wijkprojecten Hanze Hogeschool/Conserv. Pr. Claus Minerva beeldend
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Jan Brouwer Ben Smit Anja Renders Gert Sennema Kie Ellens Jan Brouwer Gerrie Klaasen Ben Smit
Eddy de Jonge
Roelie Broekhuis Marijne van Lingen Henk Keizer
⋅ Gertrude Kokke ⋅ Anja Aaldring ⋅ Gesprekken via Jan Brouwer
Mark Floor Annette Steenhuisen Anja Aaldring Emma Okkersen
BIJLAGE II
Onderzoek
⋅ ⋅ ⋅ ⋅
ROC Noorderpoort college NHL De Afleiding/PeerGroup RUG vakgroep kunsten, cultuur en media
⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Marcella van der Spoel Gudrun Beckmann Riet Mellink Hans van Maanen, Quirijn van den Hoogen
Netwerk regio Midden-‐Nederland∗ Beleidsterrein
Regionaal (gemeentelijke en provinciale instellingen)
Amateurkunst en nieuwe amateurs
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Kunsteducatie
Professionele producties en makers
Podium programmering
ZIMIHC CAL/Vrede van Utrecht
Zuilen en Vecht/Frappant ZFC-‐werkplaats (fanfare) Circus Diedom Theaterwerkplaats De Rest Utrechts Centrum v/d Kunsten Doe Mee Centrum (UCK) Het Wilde Westen Cultuurhuis Kanaleneiland Kunst Centraal Centrum De Kunstlinie/Almere Centrum De Kubus/Lelystad STUT Theater Zelfstandig maker Zelfstandig maker VIDA YO Operawerkplaats De Dansers Het Lab Het Kantoor DOX Via Vinex Maanzaad/Slinger van Lombok Fort van de Verbeelding De Bonte Hond/Almere Vrede van Utrecht 2013 Theater Dichtbij in Stefanus Cultuurcentrum Stefanus/Zimihc
personen ⋅ Appie Alferink, Arie Koelemij, Jolanda Kamphuis ⋅ Eugene van Erven, Rien Sprenger, Margreet Bouman, Ivana Cerovecki ⋅ Gerard Joost Esser ⋅ Thijs Hazeleger ⋅ Jasper Riedeman ⋅ Renée Fleur, Jasper Hoogma ⋅ Peter Grooten ⋅ Yvonne Keiser ⋅ Dorothé Lucassen ⋅ Mieke Franssen ⋅ Frank Verhulst ⋅ Franc Heijke ⋅ Akke Wiersma ⋅ Donna Risa, Jan Renierse ⋅ Marlies Hautvast/Jos Bours ⋅ Anouk de Bruin ⋅ Suzanne Reindersma ⋅ Anthony Heitweiler ⋅ Wies Merkx ⋅ Dennis Meyer ⋅ Hans Blik ⋅ Hildegard Draaier ⋅ Daphne de Bruin ⋅ Marij Nielen ⋅ Peter de Boer ⋅ Noël Fischer ⋅ Paul Feld ⋅ STUT Theater/Jan Renierse ⋅ Linn den Hollander
*
NB: het netwerk in Flevoland is in dit overzicht beperkt opgenomen en wordt t.z.t. verder uitgewerkt.
BIJLAGE II
Erfgoed en bibliotheken Cultuurparticipatie Basis en voortgezet onderwijs Welzijn
Volkshuisvesting Wijkaanpak Culturele diversiteit
Beroepsonderwijs
Onderzoek
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Vorstelijk Complex/Zimihc Kaasschaafcollectief UCEE Station/UCK Kunst in mijn Buurt Utrecht CBK De Kamers (Amersfoort) Utrechts Archief Volksbuurtmuseum Wijk C UCK Educatie/Vrede van Utrecht
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Leendert Veldhuizen Robert Kouijzer Annemarie de Jong Toon Kort Jan van der Meulen Leo Roeleveld
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Portes Cumulus Doenja Mitros Portaal Wijkservicecentra Kosmopolis Utrecht Stichting BOEG/Zelforganisaties migranten en andere cultureel diverse groepen HKU Theater BA HKU Muziek HKU Beeldende Kunst en Vormgeving HKU Kunst/media/technologie HKU MA Kunst en Educatie Beroepskunstenaar in de klas (post-‐hbo) Hogeschool Utrecht/cmv Lectoraat Theatrale Maakprocessen Universiteit Utrecht Theater, Film en Televisiewetenschappen Sociale Wetenschappen
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Jos Berkers Ida Thoenes c.s. Nancy Jouwe Femke Broere
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Paul de Vries/Jet Vos Jos Schilling Til Groenendijk Thera Jonker Victor Frederik Frits de Dreu Nirav Cristophe, Henny Dörr Eugene van Erven Sigrid Merx Willibrord de Graaf
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Netwerk regio Oost-‐Nederland (Gelderland en Overijssel) Beleidsterrein
Regionaal (gemeentelijke en provinciale instellingen)
Amateurkunst en nieuwe ⋅ KCO Kunst en Cultuur Overijssel amateurs ⋅ KCG Kunst en Cultuur Gelderland ⋅ EduArt Kunsteducatie ⋅ Leeuwenkuil/bureau Kunstcircuit & amateurkunst ⋅ Kunstbedrijf/Beleven Arnhem ⋅ De Lindenberg Nijmegen ⋅ Muziekschool Twente ⋅ De Muzerie Zwolle Markant Apeldoorn
personen ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Iris Offringa Elsbeth Rozenboom Yvonne Drissen Piet Elenbaas Jan verschure Jos van Ruyven Collin Vaneker Fred Teunnissen
BIJLAGE II
Professionele producties en makers Podium programmering Erfgoed en bibliotheken Cultuurparticipatie
Basis en voortgezet onderwijs
Welzijn Volkshuisvesting Wijkaanpak Culturele diversiteit Beroepsonderwijs
Onderzoek
⋅ Stichting InterArt
⋅ Soheila Najand
⋅ OostCultuur Festival/Anatolie festival ⋅ HCO Historisch Centrum Overijssel ⋅ Kunst in mijn Buurt Deventer ⋅ Medialab Enschede ⋅ Cultuurmakelaar Twente ⋅ 3 Cultuurscouts KCO ⋅ Cultuuraanjagers Arnhem ⋅ Cultuuraanjager Nijmegen ⋅ FUN4U Deventer Enkele initiatieven in Roombeek ⋅ Diverse programma’;s vanuit centra voor de kunsten (zie bioven) ⋅ New Arts Oost NL ⋅ Raster Welzijnsgroep Deventer ⋅ Welvada Wageningen ⋅ Ieder1 Deventer/ Zutphen Arnhem ⋅ Rentree Deventer ⋅ Deventer wijkaanpak ⋅ OostCultuur ⋅ ROC Aventus, Twente, Rijn IJssel i.s.m. New Arts Oost-‐NL ⋅ ARTEZ ⋅ Windesheim CMV ⋅ Bestuurskunde Universiteit Twente ⋅ Alterra Wageningen
⋅ Faruk Köklü ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Bert de Vries Sikko Cleveringa Wilja Jurg Eléon de Haas Vacatures Marijn Swarte CS Iris van der Boon Wilja Jurg Anne de Jong Ap van Straaten Melitta steenhuis Jolanda Hoeflak Dick Metselaar Martin Schuttert Faruk Kölu Jan Verschure Ariane Vervoorn/Ap Sandbrink Richard Jongetjes Pat van der Jagt
Netwerk regio Zuid-‐Holland (Zuid-‐Holland en Zeeland) Beleidsterrein Amateurkunst en nieuwe amateurs
Kunsteducatie & amateurkunst
Regionaal (gemeentelijke en provinciale instellingen) ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Culturalis Theater Bureau d’Arts sans Frontieres Wijktheater Delft De Theaterstraat Juxtapose Jeanne Works Cultuurfonds Leiden Rotterdams Wijktheater WE are CONCERNed e.a. Jongerentheater De Ontbranding Formaat Bureau Kunst in de wijken Stichting Vonk
personen ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Kees Bavius/Pieta Bot Wouter Julien van den Haak Mieke de Wit Esther Klinkers Jeanne van Heeswijk Erica Haffmans Stefan van Hees Tonny van Sommeren Hans Lein Ronald Matthijsen Wouter van den Haak
BIJLAGE II
Professionele producties en makers Podium programmering Erfgoed en bibliotheken Cultuurparticipatie
Basis en voortgezet onderw
Welzijn
Volkshuisvesting Wijkaanpak
Culturele diversiteit
Beroepsonderwijs
⋅ SCOOP, Zeeuws Inst.v zorg,welzijn&cult ⋅ Kunstgebouw, K&C Zuid-‐Holland ⋅ Koorenhuis ⋅ ToBe, stichting kunstzinnige vorming ⋅ De VAK Centrum voor de Kunsten ⋅ Stichting Kunsteducatie Walcheren ⋅ Omsk ⋅ Siberia ⋅ Rotterdams Wijktheater ⋅ Internat. Community Arts Festival ⋅ Theater Pierrot/Den Haag ⋅ Erfgoedhuis Zuid-‐Holland ⋅ Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland ⋅ Cultuuranker Escamp ⋅ Cultuurmakelaar Dordrecht ⋅ PJ Partners Rotterdam ⋅ ⋅ St. Welzijn West Zeeuwsch-‐ Vlaanderen ⋅ DOCK ⋅ dS+V Rotterdam ⋅ Pact op Zuid ⋅ SBAW (Cultuurscouts/Stichting NRC) ⋅ Culturalis Theater ⋅ Kosmopolis Rotterdam ⋅ Kosmopolis Den Haag ⋅ Codarts Hogeschool vd Kunsten ⋅ Codarts R'damse Dansacademie ⋅ Willem de Koning ⋅ Haagse Hogeschool/cmv ⋅ Hogeschool Rotterdam/cmv spec. Theater en maatschappij (va sept.'10)
⋅ Hogeschool Leiden/cmv ⋅ Hogeschool INHolland ⋅ Koninklijk Conservatorium Onderzoek
⋅ Bureau Letty Ranshuysen ⋅ TNO ⋅ ABF Cultuur
⋅ Ron Lubbersen ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ Lotte van den Berg ⋅ Jolanda Spoel ⋅ Stefan van Hees/Hans Lein ⋅ Eugene van Erven ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ Paul Cornelissen ⋅ Kasper Stolk ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ Joseé de Wild ⋅ ⋅ Herman van Wamelen ⋅ Margot van Asseldonk ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Liane van der Linden Rabiaa Benlahbib Leo Molendijk Ben Bergmans
⋅ Mieke Klaver ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ Letty Ranshuysen ⋅ Peter Brouwer ⋅ Jan Brouwer
BIJLAGE II
Netwerk regio Zuid-‐Nederland (Noord-‐Brabant en Limburg) Beleidsterrein
Regionaal (gemeentelijke en provinciale inst.)
Amateurkunst en nieuwe amateurs
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Kunsteducatie Professionele producties en makers Podium programmering Erfgoed en bibliotheken Cultuurparticipatie Basis en voortgezet onderwijs Welzijn Volkshuisvesting Wijkaanpak Culturele diversiteit Beroepsonderwijs
Onderzoek
Personen
Kunstbalie Huis voor de Kunsten Limburg Intendant Amateurkunst Kunstbalie Steunpunt Cultuureducatie Limburg De Queeste/Genk Het Bossche Makershuis Erfgoed Brabant Bureau Cultuurmakelaar Tilburg
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Leo Benders Jaap van Royen Christophe Aussens Romijn Conen Bert Matthijssen
Trajekt, ondernemen in welzijn Humanitas Eindhoven Kwartiermaker Maasticht Oost Kunstbalie Brabant Hogeschool Zuyd/Toneelacademie Hogeschool Zuyd/social work Fontys Eindhoven/cmv Lectoraat Autonomie en openbaarheid in de kunsten (HZ) ⋅ Hogeschool Zuyd ⋅ Fontys Tilburg Hogeschool vd Kunsten, Lectoraat Kunstpraktijk id Samenleving
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Henk Geelen, Mart Mooren Mariëlle Nollen Mart Mooren Warner Werkhoven Leo Swinkels Miep Hanssen Peter Peters
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Frank Mineur Pascal Gielen, Paul de Bruyne
Netwerk landelijk Beleidsterrein
Landelijk
Amateurkunst en nieuwe amateurs Kunsteducatie
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Professionele producties en makers
⋅ ⋅ ⋅ Podium programmering
⋅ ⋅
Kunstfactor Raad van twaalf Cultuurnetwerk Nederland Raad van twaalf Kunstenaars&CO SKOR Raad van twaalf Nederlands Philharmonisch Orkest NFPK+ TIN
Personen ⋅ Ingrid Docter, Tom de Rooij ⋅ Connie Verberne ⋅ Finn Minke, Piet Hagenaars Connie Verberne ⋅ Theo van Adrichem, Krista Heijster ⋅ ⋅ Connie Verberne ⋅ Sven Arne Tepl ⋅ Laurien Saraber ⋅ Henk Scholten
BIJLAGE II
Erfgoed en bibliotheken
Cultuurparticipatie Basis en voortgezet onderwijs Welzijn Volkshuisvesting
Wijkaanpak
Culturele diversiteit
Beroepsonderwijs
⋅ Erfgoed Nederland ⋅ Mertens Instituut ⋅ Nederlands Centrum voor Volkscultuur ⋅ Landelijk Platform Cultuuraanjagers ⋅ Cultuurnetwerk Nederland ⋅ De Cultuurformatie ⋅ Movisie ⋅ KEI ⋅ SEV ⋅ NICIS ⋅ LPB Platform voor Wijkgericht Werken en Landelijk Samenwerkingsverband Achterstandswijken (LSA) ⋅ Forum ⋅ NFPK+ ⋅ Kunstfactor ⋅ Oxfam Novib/E-‐motive ⋅ Nieuw in te richten regiegroep onderwijs
Onderzoek
⋅ Nieuw in te richten regiegroep onderzoek
Fondsen
⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Fonds voor Cultuurparticipatie Innovatieve cultuuruitingen Stichting Doen VSB Fonds Oranjefonds Cultuurfonds
⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Odette Reydon Gerard Rooijakkers Ineke Strouken Sikko Cleveringa
⋅ Finn Minke, Piet Hagenaars ⋅ ⋅ ⋅ ⋅ ⋅
Harry Mertens Olaf van de Wal Jeroen Saris, Jan Brouwer, Sikko Cleveringa
⋅ Rein Sohilat, Nadya van Putten ⋅ Ricardo Burgzorg ⋅ Claudia Marinelli ⋅ Carin Boersma ⋅ Theo van Adrichem ⋅ Leo Molendijk/Bart Gruson ⋅ Peter Maissan/Lucas de Bruijn ⋅ Paul de Vries/Gudrun Beckmann ⋅ Johan Wagenaar/Peijk Suyling ⋅ Mieke Klaver/Marjon Goosens ⋅ Frits de Dreu ⋅ Eugene van Erven ⋅ Peter Peters ⋅ Sandra Trienekens ⋅ Hans van Maanen ⋅ Quirijn van den Hoogen ⋅ Wil Oud ⋅ Pascal Gielen/Paul de Bruyne ⋅ Pat van de Jagt ⋅ Jan Jaap Knol, Willemijn in 't Veld ⋅ Bert Holvast ⋅ Yu-‐Lan van Alphen ⋅ Erika Happe ⋅ Melanie Vaessen ⋅ Mat Meijs
BIJLAGE III
Globale planning activiteiten CAL XL 2010 – 2012 Activiteit
2010
2011
2012
Regiegroep regionaal
Eerste ronde bijeenkomsten regiegroepen in zes regio's. Taakverdeling per regio vaststellen.
Tenminste twee rondes bijeenkomsten van de regiegroepen in zes regio's.
Regiegroep landelijk
Inrichten van de regiegroepen Onderwijs en Onderzoek. Start regiegroep Welzijn (i.v.m. conferentie Movisie, zie onder Conferenties).
Start van de overige landelijke regiegroepen met elke een of twee bijeenkomsten die (deels) i.s.m. het ICAF worden georganiseerd.
Scholing en intervisie van nieuwe makers
Ontwikkeling en start intervisie in twee regio's. Start curriculumontwikkeling.
Scholing en intervisie van nieuwe partners
(Door)ontwikkeling en pilot van de scholing in tenminste twee regio's. Start intervisie. Ontwikkeling actieonderzoek met nieuwe amateurs en makers. Start tweede ronde CoP Cultuurimpuls: proeftuinen met ervaren partners.
Curriculumontwikkeling en in het najaar een pilot in twee regio's. Intervisie in tenminste drie regio's. Evaluatie en implementatie incl. intervisiein tenminste vier regio's. Start actieonderzoek met nieuwe amateurs in tenminste drie regio's. Partner in uitvoering CoP Cultuurimpuls en proeftuinen (afronding in 2012). Eerste versie van interactieve database operationeel.
Tenminste twee rondes bijeenkomsten van regiegroepen. De coördinatie van de regionale regiegroepen volledig overdragen aan regionale instellingen. Alle landelijke regiegroepen operationeel. De coördinatie van de landelijke regiegroepen volledig overdragen aan landelijke instellingen. Evaluatie, en in het najaar implementatie in tenminste vier regio's. Intervisie in tenminste zes regio's. Implementatie incl. intervisie in tenminste zes regio's.
Onderzoek en ontwikkeling diensten
Website, interactieve database en documentatie
Website CAL XL operationeel. Eerste versie syllabi gereed en online.
Ondersteunen van actieonderzoek in tenminste zes regio's. Afsluiting CoP. Start beleidsvoorbereidend onderzoek.
Interactieve database gereed. Publicatie over onderzoek. Eindverslag CAL XL.
BIJLAGE IV
Conferenties CAL XL organiseert zelf geen conferenties, maar stimuleert en ondersteunt conferenties en expertmeetings bij de partners in het netwerk. In alle gevallen zet CAL XL vooral in op de versterking van de competenties van nieuwe amateurs, makers en partners die zelf de resultaten en effecten van hun praktijken onderzoeken en communiceren. Er zijn nu al de volgende belangrijke conferenties te noemen: •
najaar 2010: Movisie wil in de jaarlijkse conferentie extra aandacht besteden aan artistieke interventies in maatschappelijke ontwikkeling;
•
voorjaar 2011: het Rotterdams Wijktheater (RWT) organiseert het vijfde International Community Arts Festival in Theater Zuidplein. Het hele gebouw en ruimtes in de buurt van het theater worden interdisciplinair gevuld met community arts projecten uit de hele wereld. Het thema van deze vijfde editie is the power of communy art: de kracht van de artistieke communicatie, de kracht van het sociale effect bij nieuwe amateurs en publiek, zowel op micro als in macro niveau. Rond de voorstellingen wordt een uitgebreid randprogramma georganiseerd waarin nieuwe amateurs, makers en partners in gesprek gaan over (internationale) verschillen en overeenkomsten in werkwijze en meer;
•
voorjaar 2012: de CoP Cultuurimpuls organiseert een afsluitende conferentie over de oogst van de CoP Cultuurimpuls met (onder voorbehoud) de uitkomst van de experimenten in de zes Proeftuinen.
In het najaar van 2012 organiseert CAL XL, bij wijze van uitzondering, een afsluitende conferentie over de 'oogst' van tweeënhalf jaar samenwerking en de perspectieven voor de nabije toekomst. Naar verwachting wordt dan ook de 'oogst' van zes jaar Community Arts Lab Utrecht (2006-‐2012) gepresenteerd (boek en dvd). CAL XL: proloog en epiloog Op 30 juni 2010 wordt een grootschalig, multidisciplinair symposium georganiseerd over de uitdagingen van community arts voor beleid, onderzoek, opleiding en kritiek, getiteld The next step: community arts in breder perspectief. Het symposium wordt onder andere georganiseerd door een aantal van de kernteamleden en 1 samenwerkingspartners van CAL XL en de speerpunten van CAL XL (netwerkvorming, scholing en onderzoek) staan op de agenda. De verschillende sessies tijdens The next step worden uitgebreid gedocumenteerd (film en verslag) en de uitkomsten van het symposium zullen inhoudelijke vertrek-‐ en aanknopingspunt bieden voor de regiegroepen. In 2013 wordt de Vrede van Utrecht gevierd met een internationaal georiënteerd programma waarin community arts een prominent onderdeel is. Het wordt een bijzondere mengeling van scherpe inhoud en een aanstekelijk volksfeest. Inzet is om via een nationaal en internationaal aansprekend programma nieuwe verbindingen op gang te brengen. Een richtinggevend kader bij de ontwikkeling voor het programma zijn The Utrecht Principles: de kracht van open mind, diversiteit, meertaligheid en interculturaliteit; en de kracht van kennis en cultuur als motor voor sociale dialoog. CAL XL heeft tijdens de viering opnieuw een platform om in lokaal, regionaal en internationaal perspectief de oogst van het werk te presenteren en te positioneren.
1
The next step is een initiatief van: Community Arts Lab Utrecht, Kunstenaars&CO, Kunstfactor, Landelijk Platform Cultuuraanjagers, Boekmanstichting, Domein voor Kunstkritiek, Theater Instituut Nederland, Muziek Centrum Nederland, en Vrede van Utrecht. Het symposium heeft een eigen website: www.communityarts2010.nl/
BIJLAGE V
Agendapunten uit het veld
Hieronder een opsomming van agendapunten en behoeften die tijdens het kartier maken naar voren zijn gekomen uit verschillende interviews en gesprekken met vertegenwoordigers uit het community arts veld. De punten zijn min of meer thematisch geclusterd. Agendapunten en behoeften uit het veld -‐
-‐ -‐
-‐
-‐ -‐
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐
begrip voor en inzicht in de manier waarop community arts tot stand komen creëren (langdurige processen, onvoorspelbare processen), bij fondsen, (lokale) overheden en samenwerkingspartners/opdrachtgevers zoals centra voor de kunsten; het draagvlak voor community arts bij fondsen, opdrachtgevers en partners versterken; ondersteuning van de langere lijnen: meer aandacht en begrip creëren voor het feit dat goede community arts meestal een groot (langdurig) voortraject nodig heeft; meer voor de nood aan inbedding en 'goede nazorg' van deelnemers om kortstondigheid te voorkomen; het contact ondersteunen tussen kunstenaars en partijen als scholen, welzijns-‐ en maatschappelijke organisaties, gemeenten en culturele aanbieders. Meer samenwerking bevorderen zodat initiatieven zelfdragend kunnen worden en duurzaam verankeren in lokale gemeenschappen; begrip ontwikkelen voor het feit dat een community arts concept niet zomaar door iedereen uitgevoerd kan worden: de verbeeldende kracht/inbreng (van kunstenaars) is essentieel; meer begrip ontwikkelen voor de idee dat er geen universele waarde van kunst bestaat en dat verschillende, evenwaardige kunstuitingen en manieren van kunstbeleving naast elkaar bestaan, die verschillende publieksgroepen aanspreken; ondersteuning bieden bij het cross-‐sectoraal elkaars taal leren spreken, tussen kunstenaars en maatschappelijke partners/(commerciële) bedrijven; bepleiten dat de adviescolleges bij financiers duidelijk vertegenwoordigd worden door de publieksgroepen waarop community arts gericht zijn; kunstfondsen opvoeden en afhelpen van de idee dat autonome kunst de enige is; meehelpen aan het creëren van een groter maatschappelijk bewustzijn over het belang van duurzaamheid, samenhang en zorg voor de lokale leefomgeving; ervoor zorgen dat community art een volwaardig specialisme wordt in het Nederlandse cultureel-‐ maatschappelijke veld;
-‐ -‐
verschillende thema's en onderwerpen met betrekking tot methodiekontwikkeling gericht beschrijven; meer onderzoek mogelijk maken om community arts beter te onderbouwen: onderzoek naar sociale cohesie, leefbaarheid, impact, etc. Antwoord op de vraag wat doet community arts? Wat kun je er wel en niet van verwachten? Effectonderzoek is niet ideaal; verhalend/kwalitatief onderzoek zegt meer; (… wordt vervolgd op volgende pagina)
BIJLAGE V
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
-‐ -‐
-‐ -‐
-‐
-‐
-‐ -‐ -‐ -‐
-‐ -‐
de uitwisseling van ervaring en expertise bevorderen om visie en beleid met elkaar verder te kunnen brengen; de inhoudelijke uitwisseling mbt verschillende methodieken en manieren van werken onder kunstenaars (internationaal) mogelijk maken/bevorderen; inhoudelijke verdieping stimuleren door het organiseren van studiedagen; een CAL XL-‐nieuwsbrief verspreiden; kunstenaars en cultuuraanjagers voeden met vakgerichte informatie; een aanspreekpunt en informatiebron zijn voor lezingen, symposia, studiedagen, etc. Enerzijds het maken en verspreiden van een agenda, anderzijds het bij elkaar brengen van thema's en informatie voor organisatoren; zorgen voor de uitwisseling van praktische ervaringen op gebied van pr, publiekswerving, acquisitie, etc.; optreden als adviseur en sparringpartner bij het ontwikkelen en het schrijven van plannen en subsidieaanvragen; mensen cross-‐sectoraal inspireren met verschillende werkwijzen en uitdagende mogelijkheden inzichtelijk maken. Bijvoorbeeld met lezingen; sociaal-‐cultureel buurtwerkers scholen om hun werk op een andere manier invulling te (kunnen) geven, zodat continuïteit en duurzaamheid beter gewaarborgd kunnen worden als een kunstenaar na een project weer uit een gemeenschap vertrekt. Wijkorganisaties/partners kunnen het werk nu niet overnemen omdat het a) niet hun opdracht is en ze b) de expertise missen; meehelpen aan het creëren van een culturele infrastructuur die toereikend is voor het succesvol presenteren community arts (met oa meer flexibiliteit en verbeterde zichtbaarheid voor andere publieken in de stad); de infrastructuur voor community arts verbeteren door te stimuleren dat programmeurs in theaters meer bij de inhoud betrokken raken en creatief worden in de manieren waarop voorstellingen geprogrammeerd kunnen worden (in de wijk); het productie klimaat voor community arts versterken door de opgebouwde expertise in Nederland inzichtelijk te maken en daardoor partijen gerichter aan elkaar te kunnen koppelen; bruggen slaan tussen de professionele kunsten en de amateurkunsten; een impuls geven aan de ontwikkelingen binnen de kunsteducatie, die in Nederland van oudsher op hele schoolse manier wordt ingevuld; het gedifferentieerde denken ontkrachten; in de (beleidsmatige) gedachtevorming over community arts helder maken dat de community arts iets kunnen toevoegen aan het professionele veld. Dat aspect wordt (net als bij de amateurkunsten en kunsteducatie) onderschat; beleidsmatige tegenstellingen signaleren en aantasten (bijvoorbeeld bij de rigide scheiding die door fondsen gemaakt wordt tussen amateurkunst, professionele kunst en kunstparticipatie); een lans breken voor de kwaliteit van community arts door het denken op kunstvakopleidingen te stimuleren en te zorgen dat jonge makers enthousiast worden om de wijken in te gaan.
BIJLAGE VI
Conclusies uit de werkbijeenkomst De volgende brief werd na de CAL XL werkbijeenkomst op 13 april per e-‐mail verstuurd aan het volledige netwerk van CAL XL (ook aan mensen die niet op de werkbijeenkomst aanwezig waren). Beste mensen, Hierbij een update wat betreft CAL XL. Op de eerste plaats dank aan allen die op 13 april hebben gereageerd en meegedacht over de eerste opzet. We hebben daar veel aan gehad en het is duidelijk geworden op welke punten het plan nog bijgesteld moet worden. We zijn nu hard bezig met een aangepaste versie, die we op korte termijn denken af te kunnen ronden. Zodra we zover zijn, krijgen jullie de nieuwe versie per e-‐mail toegestuurd om weer op te kunnen reageren. Uiterlijk 15 juni moet de aanvraag bij het Fonds voor Cultuurparticipatie ingeleverd worden. Hier volgen de belangrijkste conclusies uit de werkbijeenkomst 13 april. We verwerken deze nu in de nieuwe versie: • de vorm en inhoud van actieplan kloppen op hoofdlijnen maar de uitwerking is nog te star en ook in de taal/het jargon moet nog wat gebeuren; • in de presentatie moet het plan nog meer vanuit het veld gemotiveerd worden (wat hebben makers/deelnemers en instellingen er in de praktijk aan); • het is goed dat een onderscheid gemaakt wordt tussen het belang, de interesse, de leerstijl van makers versus die van institutionele partners. In de praktische uitwerking moet dat echter nog meer tot uiting komen; • er moet een duidelijker fasering in het plan komen met meer ruimte voor verschillen per regio. De regionale focusgroepen kunnen daar een belangrijke rol in spelen; • het accent op de tweedelijns dienstverlening is goed, maar belangenbehartiging van makers moet ook een belangrijke plek krijgen; • in de regio's is er het meeste animo voor scholing 'on the job' van nieuwe makers en partners en een mentorenrol voor ervaren makers en partners. Dit kan sterker terugkomen in de opzet van CAL XL; • een eventuele internationale oriëntatie ontbreekt nog, het is echter nog de vraag hoeveel belang het veld daar aan hecht; • bij de financiering vanuit het Fonds voor Cultuurparticipatie is een stevige bijdrage vereist vanuit niet-‐ rijksmiddelen. Dit vraagt nog extra aandacht; • de tweede ronde van de Community of Practice Cultuurimpuls (experiment 2) wordt geïntegreerd in het actieplan CAL XL, maar de financiering daarvoor wordt separaat aangevraagd (onder meer bij de Innovatieregeling cultuuruitingen). Als we in deze lijst nog belangrijke punten over het hoofd zien dan horen we dat graag. (Per mail via
[email protected] of door deze e-‐mail te beantwoorden.) We laten binnenkort weer van ons horen. Mede namens de andere kwartiermakers met een hartelijke groet, Sikko Cleveringa
BIJLAGE VII
Deelnemerslijst werkbijeenkomst 13 april, Fort Blauwkapel Utrecht 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Andrea Tuiten Arie Koelemij Corrina Manara Danielle Koelemij Dominique Romeny Donna Risa Eugene van Erven Finn Minke Fulco van 't Hag Geert Snelders Gudrun Beckman Hans Blik Harry Mertens Ida van der Lee Ilse van Dijk Ingrid Docter Ingrid van Leeuwen Iris Offringa Ivana Cerovecki Ivo Vermeent Ivonne Vlooswijk Jan Verschure Jeroen Saris Jos Zandvliet José de Wild Liebeth Jenné Lucas de Bruin Margreet Bouwman Marijn Swarte Mart Mooren Nathalie van der Hak Paul de Vries Peter Maissan Peter van den Hurk Rien Sprenger Saar van der Spek Saskia van Grinsven Sikko Cleveringa Theo van Adrichem Titia Bouwmeester
onderzoeksstage CAL Utrecht (cmv) ZIMIHC, huis voor amateurkunst theaterregisseur & tolk Italiaans Artilliance Alkmaar Conservatorium Hogeschool INHolland Stut Theater Vrede van Utrecht/CAL Utrecht CAL XL/Cultuurnetwerk Nederland Stichting PodiumPartners e-‐Motive NHL Hogeschool Het Lab Movisie Ida van der Lee 5eKwartier CAL XL/Kunstfactor Artez Kunst & Cultuur Overijssel Vrede van Utrecht/CAL Utrecht Vrede van Utrecht/CAL Utrecht Wijkzaken gemeente Delft New Arts Oost Nederland Stichting Cultuurimpuls ACCU Stichting Dock onderzoeksstage CAL (cmv) INHolland Academy Vrede van Utrecht/CAL Beleven Arnhem kwartiermaker Maastricht Oost Sector kunst en cultuur gemeente Delft Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Conservatorium INHolland Rotterdams Wijktheater CAL XL/Vrede van Utrecht Kunst in mijn Buurt Movisie CAL XL/Landelijk Platform Cultuuraanjagers CAL XL/Kunstenaars&Co 5eKwartier