Koolhof Coaching en Training
Workshop Taal, veel meer dan praten. Over de complexiteit van communicatie Onderwerp:
communicatie vanuit systeemtheoretisch perspectief
Uitgangspunt:
“Je kunt niet niet communiceren, besef het!” (er is geen nooduitgang)
Doel: NIET dé theorie en dé methode van communicatietheorie aan reiken. WEL de praktijk onderzoeken vanuit een selectie uit de systeem- en communicatie-theoretische visie van de Interactieacademie in Antwerpen. D.m.v. theorie, interactie en oefenen. Selectie van thema’s:
Beïnvloeding: je kunt niet niet beïnvloeden, Inzetserkenning en inzetsnegatie Verschil tussen bedoeling en effect Verschil tussen binnenkant, buitenkant en overkant Verschil in perspectieven en de effecten Loyaliteiten en hun effecten
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT
Agenda 1
Opening
2
Het begrip ‘’inzet’’ als belangrijk element van de theorie. o Warming up rond het begrip inzet o Theorie rond het begrip inzet o Op zoek naar voorbeelden van inzet en van ‘’inzetsnegatie’’
3
De begrippen ‘’binnenkant-buitenkant-overkant’’ o Theorie rond de begrippen binnenkant-buitenkant-overkant o Op zoek naar voorbeelden van ‘’vertaalmisverstanden’’
4
Het begrip ‘’invloed’’ o Theorie: o Je kunt niet niet beïnvloeden en niet niet beïnvloed worden. o Communicatie is gelijktijdig en het is er altijd o Op zoek naar voorbeelden van invloed en van gelijktijdigheid
6
Het begrip ‘’sociale perspectieven’’ o Theorie o Op zoek naar voorbeelden
7
I don’t know, let’s find out! Lichtpuntje: vragen stellen als een hulpmiddel
8
Reflectieopdracht o Waar ga ik de komende tijd op letten o Wat kan ik in met de begrippen van deze dag in mijn eigen context
9
Sluiting
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT
2.
Het begrip ‘’inzet’’ als belangrijk element van de theorie.
De inzet van elk mens ziet er anders uit. Hoe ziet jouw inzet eruit? Beantwoord de volgende vraag individueel en wissel daarna uit in tweetallen.
Wat heb je er voor moeten doen om hier te kunnen zitten vandaag?
Wat wordt onder inzet verstaan? Inzet of inspanning is er altijd: je zit er altijd in, je bent altijd betrokken, je hebt altijd inzet, maar dat wordt niet altijd gezien of herkend door de ander.
Benoem vanuit je praktijksituatie voorbeelden van inzet.
Inzetsnegatie Het erkend worden in de inzet is een fundamentele behoefte van de mens. Inzet wordt niet altijd gezien door de ander. Vaak wordt inzet als “gewoon”gezien; het hoort bij het werk. Je spreekt dan van inzetsnegatie.
Benoem vanuit je praktijksituatie voorbeelden van inzetsnegatie en wat dat doet met de betrokkenen.
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT
3.
De begrippen “binnenkant-buitenkant-overkant”. En bedoeling en effect.
De binnenkant Wanneer mensen bij en met elkaar zijn, voelen zij rond dat gebeuren allerlei. Dit voelen noemen de binnenkant. Naast gevoelens omvat deze binnenkant bedoelingen, gewaarwordingen, belevingen, betekenissen en gedachten. De binnenkant is niet rechtstreeks kenbaar voor de ander (overkant) De buitenkant Wat we van elkaar waarnemen (zowel verbaal als non-verbaal), is ons handelen:wat we doen en wat we niet doen. Is de binnenkant van de ander niet rechtstreeks toegankelijk, de buitenkant is dat wel: die nemen we waar met onze zintuigen. De overkant Wat onze buitenkant teweegbrengt bij de ander noemen we het effect van ons gedrag bij de ander. Die ander is voor ons de overkant. Die overkant merkt iets van ons gedrag. Het handelen van die ander doet mij ook wat. De buitenkant van de overkant doet mijn binnenkant wat. Die overkant ziet mijn buitenkant, maar niet mijn binnenkant.
Effect en bedoelingen We worden beïnvloed door de buitenkant en met de buitenkant oefenen we invloed uit. Dit gebeurt wederzijds in een bepaalde context. Dit vormt soms een belemmering in de menselijke communicatie: het effect op een ander hangt niet af van onze bedoelingen of intenties, maar wel van het effect van onze buitenkant en zijn betekenis voor de ander. Betekenis Aangezien mensen zeer verschillend gevoelig zijn voor de betekenis van de buitenkant zijn de effecten van invloed en beïnvloeding niet voorspelbaar. Hetzelfde geldt in de omgekeerde richting: het effect van de buitenkant van anderen op ons correspondeert niet altijd met de binnenkant van de andere. N.B. de effecten ( en hun betekenis) bepaal je niet alleen.
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT
Voorbeeld: Context: Mieke en Karen zijn twee vriendinnen die na een bioscoopbezoek nog samen een glas gaan drinken: één momentopname. MIEKE Binnenkant: is erg bezig met de film en denkt erover na.
KAREN Binnenkant: is opgetogen over de avond en wil graag opnieuw afspreken voor een volgens bioscoopbezoek.
Buitenkant: zwijgt en steekt een sigaretje op.
Buitenkant: leest een bioscoopfolder en becommentarieert het volgend programma hardop.
Overkant: wat merkt Mieke van Karen’s gedrag) hoort Karen praten.
Overkant: ( wat merkt Karen van Mieke’s gedrag) ziet Mieke zwijgen.
Betekenis: Karen is enthousiast.
Betekenis: zou het Mieke tegengevallen zijn? Binnenkant: wat angstig.
Binnenkant: daarmee is ze blij. Buitenkant: Gaat in op Karens vraag
Buitenkant: vraagt of Mieke van de film genoten heeft.
In het voorbeeld van Mieke en Karen zou men zich kunnen voorstellen dat Karen het zwijgen van Mieke zou opnemen als luisteren en dus prettig doorpraten………terwijl Mieke zich zou kunnen doodergeren aan Karen’s gepraat. Voor Karen een geslaagde avond, voor Mieke een teleurstellende ervaring.
Benoem vanuit je praktijksituatie voorbeelden van “vertaalmisverstanden”.
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT
4.
Het begrip “invloed”
Je kunt niet niet beïnvloeden en niet niet beïnvloed worden. Communicatie is gelijktijdig Er is altijd invloed Bedoeld of onbedoeld Met woorden en vooral zonder woorden Niet altijd rechtsreeks waar te nemen We beïnvloeden en worden beïnvloed in een proces waarbij wederzijdse beïnvloeding tegelijk plaatsvindt. Niet via de binnenkant, maar via de buitenkant. Betrokkenheid is gelijktijdig, mensen staan niet los van elkaar. De samenhang is van belang Ieder heeft een aandeel in de communicatie via de wederzijdse beïnvloeding Het effect is het criterium, niet de bedoeling. Het effect bepaal je niet alleen Wat ik bedoel is niet per se waar voor de ander Beïnvloeding via o Positieve feedback: alle gedrag van de ander die je aanzet om je gedrag voort te zetten o Negatieve feedback: alle gedrag van de ander die je aanzet om je gedrag stoppen Soms ben je bezig als coach het ginds te beïnvloeden, dus indirecte invloed o Houd rekening met hoe mensen ‘’daar’’ werken en denken o Via het bevragen van de context kan je afleiden hoe het ‘’ginds ‘’ loopt Ga op zoek naar wegen om te beïnvloeden, vraag naar wat mensen doen/gedaan hebben en het effect er van: o Zicht krijgen op de bedoelingen van de overkant en effecten van het gedrag op anderen
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT
6.
Het begrip “sociale perspectieven”
De zienswijzen, invalshoeken t.a.v. alles wat met mensen te maken heeft; waarmee we kijken, luisteren, voelen, praten etc. En die dus invloed hebben. Van invloed: de structuur, de positie, de rol, de taak, de opleiding, de cultuur, de historie, de sociale context,….. In communicatie is er een constante stroom van uitwisseling van perspectieven. Vaak wordt de invloed volledig toegewezen aan personen of karakters of negatieve bedoelingen, terwijl het vaak de druk is van andermans ogen die de invloed bepaalt. Als een conflict geworden is tot een interpersoonlijk conflict is het onoplosbaar. Als men in staat is om te beseffen dat het gaat om een botsing tussen sociale perspectieven is er een lichtpuntje. Sociale perspectieven zeggen iets over wat hoort/niet hoort, passend is/niet past Elke meningsvorming is zwaar beïnvloed door sociale betekenisverlening Loyaliteit met je sociale systeem is een sterke invloed
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT
7.
I don’t know, let’s find out!
Vragen stellen Er is één troost: vragen stellen kan helpen om de ingewikkeldheid van het werk en van de communicatie te onderzoeken. Open-gesloten-gerichte vragen Uitgebreide contextverkenning soms nodig: o Organisatiestructuur o Positie o Situatie van de werksituatie o Beleving o Historie Vragen naar effecten Vragen naar inzet (wat heb je gedaan) o Erkennen van de inzet Concretiserende vragen Differentiërende vragen Analyserende vragen Vragen over vaagheden Vragen over noodzakelijkheden Vragen over eeuwige waarheden Vragen over veronderstellingen Vragen over oorzaak en gevolg Vragen over waardeoordelen
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT
8.
Observatievragen, kies er 1 uit voor jezelf 1
Houd eens een week bij hoe vaak collega’s een beroep op je doen. Wat willen ze van je: je mening, een beslissing, een advies, je steun
2
Begin morgen te letten op je houding Spreek je je waardering wel eens uit? Geef je je collega's emotionele ondersteuning? Geef of krijg je feedback?
3
Turf een dag waar je je het meeste mee bezig houdt: Met antwoorden geven
4
Of met vragen stellen
Observeer hoe collega’s omgaan met initiatieven: Ze nemen zonder overleg veel initiatieven
Sommigen nemen nooit initiatieven, anderen vaak
Ze polsen eerst jouw mening
Ze kijken wel uit om initiatieven te nemen
5
Le er eens op in hoeverre je collega’s zich verantwoordelijk voelen om een taak af te ronden in alle aspecten (kwalitatief en kwantitatief)
6
Denk na over: Wat zijn de sterke kanten van mijn collega’s
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT
Bronnen Materiaal uit de opleiding aan de Interactie academie Antwerpen, opleider Dany Baert, 1996-1997 Materiaal uit de supervisiegroep van Dany Baert, 1997-heden Materiaal van Bureau Communicatie en Samenwerking in Oosterbeek Tijschrift Systeemtheoretisch Bulletin van de Interactie Academie Rita Steens: Menselijke communicatie Marleen de Fraye: Constructieve groepsprocessen
Workshop AVS 10-11-2011, © KCT