VRAGEN/TOEZEGGINGEN UIT RAAD/COMMISSIE Agendering door griffie Betreft Agendapunt
:
Brede Commissie d.d. 25-08-2014 4a
Vraag en / of opmerking door: Naam / fractie Onderwerp Vraag
Deadline
: : :
:
CDA - Van Helden Hulp bij het huishouden Wij zijn blij dat het probleem van de eigen bijdrage voor de hulp bij het huishouden voor wat de korte termijn betreft is opgelost. Regeren is echter vooruitzien. Wat gaat er de komende jaren gebeuren? Het CDA wil graag een doorrekening voor de jaren 2015 tot en met 2019. Wanneer kunnen wij die tegemoet zien? Daarbij nogmaals de vraag: welke mogelijkheden zijn er om in de toekomst deze eigen bijdrage inkomensafhankelijk te maken? 25-09-2014
Beantwoording Antwoord cq reactie:
: Het is erg lastig om precies aan te geven hoe de financiële situatie er in 2019 uitziet. De meerjarenprognose vanuit een begroting en ook vanuit het Rijk (verschillende circulaires) lopen tot 2018. Daarnaast is het sociale domein volop in beweging, en veranderen de prognoses van de budgetten een paar keer per jaar. Ook de kosten zijn lastig in te schatten, helemaal over de jaren tot en met 2019. De extra toelage die beschikbaar is gesteld vanuit het Rijk voor de hulp bij het huishouden, geldt vooralsnog alleen voor 2015 en 2016. Het maximale bedrag waar Hattem aanspraak op kan maken is totaal € 106.000. De gemeente Hattem moet voldoen aan een aantal voorwaarden om dit ook daadwerkelijk te krijgen. Hier doen we natuurlijk onze uiterste best voor, en de kansen worden redelijk hoog ingeschat. Het bedrag van de extra toelage (€ 106.000 over 2 jaar) zou ook nog hoger kunnen worden, wanneer andere gemeenten weinig aanspraak maken op het budget. Het resterende budget wordt dan verdeeld over de gemeenten die wel aanspraak maken op het budget. Vanaf 2017 vervalt de extra toelage waarschijnlijk.
De inkomsten vanuit het Rijk zijn, zoals ook in de actieve raadsinfo dd. 14 augustus geschetst, als volgt: baten WMO algemene uitkering onderdeel HH aanvullend budget HH 2015 en 2016 totaal baten begroting
2015 683.000 53.000 736.000
2016 583.000 53.000 636.000
2017 2018 583.000 583.000 583.000
583.000
Voor de jaren daarna is het onzeker wat het Rijk van plan is met hulp bij het huishouden. Hulp bij het huishouden is geen wettelijk verplichte taak meer, de verplichting is om mensen te compenseren voor de beperkingen die zij ondervinden bij hun zelfredzaamheid en participatie. Per jaar, met de begroting, en tussentijds wanneer dit nodig is, zal de raad worden ingelicht over de budgetten. Een doorrekening tot en met 2019 is niet realistisch in te schatten met de op dit moment bekende gegevens. Gemeenten gaan op verschillende manieren om met de veranderde taakstelling en het teruglopende budget. Het college van Hattem heeft voorgesteld om de huidige algemene voorziening en de tariefsbijdrage van 3 euro per uur te handhaven voor 2015. Hulp in de huishouding is voor veel mensen in Hattem een belangrijke voorziening. Het kan een goed instrument zijn om mensen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen. Het is daarom dat het college in 2015 zich nader wil beraden op de rol van hulp in de huishouding in de context van de Wmo. Het college hecht er aan dat er zo tijdig mogelijk aan zowel cliënten als aanbieders van hulp in het huishouden duidelijkheid kan worden verschaft.
Inkomensafhankelijke bijdrage HH Voor de maatwerkvoorziening geldt een landelijke inkomensafhankelijke eigenbijdrage-regeling op grond van een landelijk Besluit Maatschappelijke Ondersteuning. Voor de algemene voorziening geldt dat de landelijke eigenbijdrageregeling hierop niet van toepassing is. Gemeenten mogen zelf een bijdrage vragen tot maximaal de kostprijs van de voorziening. (Bron: VNG). Op algemene voorzieningen mag helemaal geen inkomensafhankelijke bijdrage gevraagd worden. Wel mag, zoals nu ook het geval is in Hattem, een tariefsbijdrage gevraagd worden. Voor mensen beneden een bepaalde inkomensgrens kan een vergoeding voor deze kosten worden geregeld. De enige manier om hulp bij het huishouden weer inkomensafhankelijk te maken, zou zijn om weer terug te gaan naar een maatwerkvoorziening. Omdat vorig jaar de algemene voorziening is ingericht, en deze algemene voorziening ook past binnen de nieuwe wet maatschappelijke ondersteuning, ligt het niet voor de hand om
2
weer terug te gaan naar maatwerkvoorzieningen. Uit memorie van toelichting wettekst wmo 2015: Gemeenten kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen groepen ingezetenen te benoemen die in aanmerking komen voor een korting op de bijdrage. Hierbij kan bijvoorbeeld ook worden gedacht aan het toekennen van een kortingpas voor bepaalde maatschappelijke activiteiten of voorzieningen. De gemeente Hattem heeft een vergoeding via de bijzondere bijstand beschikbaar voor inwoners die beneden een bepaalde inkomensgrens zitten. Artikel 2.1.4 nieuwe wettekst Wmo 1. Bij verordening kan worden bepaald dat een cliënt een bijdrage in de kosten is verschuldigd: a. voor het gebruik van een algemene voorziening, niet zijnde cliëntondersteuning; b. voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget. 2. In de verordening kan de hoogte van de bijdrage voor de verschillende soorten van voorzieningen verschillend worden vastgesteld en kan worden bepaald dat: a. voor personen, behorende tot daarbij omschreven groepen, een daarbij aangegeven korting op de bijdrage voor een algemene voorziening van toepassing is; b. de bijdrage voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget: 1°. verschuldigd is zolang de cliënt van de maatwerkvoorziening gebruik maakt onderscheidenlijk gedurende de periode waarvoor het persoonsgebonden budget wordt verstrekt, en 2°. afhankelijk is van het inkomen en vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot. 3. Het totaal van de bijdragen voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget gaat de kostprijs niet te boven. In de verordening wordt bepaald op welke wijze de kostprijs wordt berekend. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de bijdragen voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget, waaronder regels over: a. de hoogte, b. de wijze waarop het inkomen en vermogen bij de vaststelling worden betrokken, c. de termijn waarbinnen de verschuldigde bijdrage moet zijn voldaan, d. de wijze van invordering, en e. de uitzonderingsgronden voor het verschuldigd zijn van een bijdrage. 5. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het vierde lid, die betrekking heeft op het in het tweede lid bedoelde vermogen, wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan en kan niet eerder dan zes weken na het besluit van die kamer der Staten-Generaal een nieuw ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
3
6. De bijdrage voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsge-bonden budget wordt, met uitzondering van die voor opvang, vastgesteld en voor de gemeente geïnd door het CAK. 7. In de verordening wordt bepaald door welke instantie de bijdrage voor een maatwerkvoorziening dan wel een persoonsgebonden budget voor opvang wordt vastgesteld en geïnd. Het college draagt er zorg voor dat aan het CAK mededeling wordt gedaan van de bijdragen die door de bedoelde instantie zijn vastgesteld, voor zover niet betrekking hebbende op personen die de thuissituatie hebben verlaten in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld. Uit memorie van toelichting nieuwe wettekst wmo 2015 De gemeente kan, naast de eigen bijdragen voor maatwerkvoorzieningen, voor het gebruik van een algemene voorziening een vergoeding (bijdrage) van de ingezetene vragen, welke veelal moet worden betaald aan de aanbieder van die voorziening. De hoogte van deze vergoeding kan de gemeente zelf bepalen. Dit wetsvoorstel laat gemeenten die ruimte. Indien de gemeente dit wenst, kan de gemeente een korting geven op deze eigen bijdrage, bijvoorbeeld voor bezitters van een ‘minimapas’. Uitgangspunt van dit wetsvoorstel is dat maatschappelijke ondersteuning beschikbaar is voor degenen die daarop zijn aangewezen, ongeacht de hoogte van het inkomen of vermogen. De regering kiest niet voor het hanteren van een inkomens– dan wel vermogensgrens of toets die bepaalt of iemand in aanmerking komt voor ondersteuning uit hoofde van dit wetsvoorstel. De gemeente bepaalt of cliënten voor ondersteuning van de gemeente een (eigen) bijdrage verschuldigd zijn. Als de gemeente daarvoor kiest, zal dat in de verordening moeten worden bepaald. Het wordt mogelijk om voor alle voorzieningen (dus zowel voor maatwerkvoorzieningen als voor algemene voorzieningen) een bijdrage op te leggen, die verschuldigd is zolang de cliënt gebruikt maakt van de voorziening, waarbij het resultaat dat wordt geleverd het uitgangspunt is voor de (eigen) bijdrage. Voor maatwerkvoorzieningen kan in de verordening worden bepaald dat de bijdrage afhankelijk is van het inkomen en het vermogen van de cliënt en zijn echtgenoot. Net als de Wmo bepaalt dit wetsvoorstel dat met betrekking tot de eigen bijdragen voor maatwerkvoorzieningen nadere regels worden gesteld in een algemene maatregel van bestuur. Deze regels zijn noodzakelijk om te waarborgen dat in alle gemeenten sprake is van een uniforme systematiek voor het vaststellen van inkomens- en vermogensafhankelijke bijdragen. Inkomensbeleid blijft de verantwoordelijkheid van het Rijk en de regering is niet voornemens de systematiek van de eigen bijdrageregeling te wijzigen. Dit betekent dat bij het toekennen van een maatwerkvoorziening uitsluitend rekening kan worden gehouden met het inkomen of vermogen van de cliënt op een bij amvb vast te stellen manier. Dit is ook niet mogelijk met een beroep op de zelfredzaamheid van de aanvrager. Het inkomen dat relevant is voor het vaststellen van de hoogte van de bijdrage, is sinds januari 2013 verhoogd met 8% van
4
Behandelend ambtenaar Tijdbesteding
het belastbaar vermogen (de zgn. vermogensinkomensbijtelling). Het eigen vermogen van de cliënt van een maatwerkvoorziening (en zijn echtgenoot) wordt hierdoor al in voldoende mate betrokken. Wel zullen op basis van de te treffen amvb de mogelijkheden voor gemeenten tot het opleggen van hogere eigen bijdragen voor maatwerkvoorzieningen worden verruimd. Dit gebeurt door aanpassing van de parameters op basis waarvan het CAK de maximale periodebijdrage voor een cliënt berekent. Ook voor woningaanpassingen voor minderjarigen en voor rolstoelen zal een bijdrage kunnen worden opgelegd. Omdat geen sprake is van een vaste gelimiteerde periode waarover de eigen bijdrage verschuldigd is, en deze gelimiteerd is tot een bedrag dat gelijk is aan de kostprijs voor het leveren van de maatwerkvoorziening, zullen financieel draagkrachtige cliënten binnen een kortere termijn de voorziening hebben ‘afbetaald’. Marieke Peterson email-adres :
[email protected] doorkiesnummer :
: 1 uur
5