CO.MEDIA Uitgave van het Commissaria at voor de Media - Nummer 136 - april 2011
Evenementlogo’s: wat is wel en niet toegestaan?
Consultatie beleidsregels videodiensten op aanvraag
Anouchka van Miltenburg (VVD):
“Duidelijke richtlijnen over kwaliteit programma’s publieke omroep”
inhoud
COLOFON Nummer 136 April 2011 CoMedia is een uitgave van het Commissariaat voor de Media Redactie: Wanda Bade, Fred van der Gon Netscher, Jim Holterhuës Met een bijdrage van: Marcel Betzel, Madeleine de Cock Buning, Rutger Fortuin, Hester Timmermans Fotografie: Dirk-Jan van Dijk
4 “Maak de regionale omroep meer onderdeel van de publieke omroep” Anouchka van Miltenburg vindt dat de publieke omroep kwalitatief betere programma’s moet maken. De mediawoordvoerder van de VVD over onder meer haar plannen voor Nederland 3, de rol van de publieke omroep op internet en het omroepsysteem.
8
Kleine overtredingen: Sponsorvermeldingen Bij cultureel of educatief media-aanbod, sportevenementen en -wedstrijden en uitzendingen van evenementen voor ideële doelen moeten publieke omroepen duidelijk vermelden dat en door wie het programma wordt gesponsord.
Redactieadres: Commissariaat voor de Media Bureau Communicatie Postbus 1426 1200 BK Hilversum T 035 7737700 F 035 7737799
[email protected] www.cvdm.nl Vormgeving: FC Klap, Hilversum Druk: Roto Smeets GrafiServices
14 Commissariaat voorbeeld van ‘best practice’ Coverfoto:
Anouchka van Miltenburg (VVD)
2 lllll CoMedia 136 lllll April 2011
Uitkomsten van een Europese studie naar onafhankelijkheid van toezichthouders op de media.
16 Evenementlogo’s: wat is wel en niet toegestaan? Volgens het Mediabesluit 2008 mag een verslag of weergave van een evenement dat in Nederland plaatsvindt (of is geproduceerd) vermijdbare uitingen, zoals een logo, bevatten als “de uitingen niet overheersend zijn”.
column
Publieke waarde, publiek belang Henk Hagoort zei in zijn nieuwjaarstoespraak: “In de digitale wereld zal elk individueel programma, elke individuele website, elke nieuwe dienst die met publiek geld gebouwd of gemaakt wordt, zijn publieke waarde moeten kunnen aantonen.” Juist door de convergentie in de media nemen vragen van legitimatie van de overheidsinterventie in de mediamarkt in belang toe. Commerciële en publieke mediabedrijven - omroep en pers - komen elkaar in het geïntegreerde domein tegen; op de iPad wedijveren elektronische kranten en Uitzending Gemist letterlijk om onze kostbare mediatijd.
10 Consultatie beleidsregels levert bruikbare reacties op Belanghebbende partijen reageren op de voorgenomen beleidsregels voor videodiensten op aanvraag.
De Nederlandse mediamarkt brengt een grote verscheidenheid aan titels, dagbladen, tijdschriften, zenders en mediawebsites, terwijl de aanwas van nieuwe private aanbieders op de mediamarkt nog lang niet tot stilstand is gekomen. Van marktfalen is dus geen sprake. Is overheidsfinanciering van publieke media-instellingen dan om andere redenen een nuttige investering? De Britten vonden van wel. Toen de BBC onafhankelijk onderzoek liet doen naar haar ‘public value’ bleek dat de totale toegevoegde waarde van de BBC twee keer zo groot is als wat zij de samenleving kost. Zou dat anders zijn voor de Nederlandse publieke omroep? Het thema voor het afscheidssymposium van onze gewaardeerde collega Jan van Cuilenburg is daarom niet zonder reden het public value debat rondom de nieuwe publieke mediadiensten. Van Cuilenburg, die steeds opnieuw heeft bewezen een toekomstbestendige kijk op het medialandschap te hebben, vraagt ons onder andere na te denken over hoeveel ruimte de publieke omroep moet hebben om nieuwe mediadiensten te ontwikkelen. Kunnen we concrete indicatoren bedenken voor het vaststellen van de publieke waarde van nieuwe publieke mediadiensten? Hoe betrekken we het publiek bij het bepalen van de publieke waarde van nieuwe mediadiensten? En welke middelen en voorzieningen zijn nodig om die publieke waarde te realiseren? En hoe moeten we rekening houden met private partijen die ook nieuwe mediadiensten in de markt willen zetten?
18 Collegebesluiten
Een overzicht van besluiten genomen in de periode van 16 november 2010 tot en met 15 februari 2011.
Het Commissariaat beoogt met het symposium een bijdrage te leveren aan het door de publieke omroep uit eigen kracht geïnitieerde debat over zijn eigen publieke waarde. Madeleine de Cock Buning Commissaris
interview
VVD-mediawoordvoerder Anouchka van Miltenburg:
“Maak de regionale omroep meer onderdeel van de publieke omroep.” 4 lllll CoMedia 136 lllll April 2011
De publieke omroep zou minder moeten doen en kwalitatief betere programma’s moeten maken, vindt Tweede Kamerlid Anouchka van Miltenburg van de VVD. “In de nieuwe Mediawet moeten we objectieve richtlijnen opnemen over kwaliteit.” Van Miltenburg is de tweede in een reeks interviews met mediawoordvoerders van landelijke politieke partijen.
interview
favoriete radioprogramma is O.V.T., een historisch programma op zondagochtend. Van de nieuwe media maak ik alleen functioneel gebruik. Ik heb wel een eigen website en een pagina op LinkedIn, maar daar maak ik niet heel actief gebruik van. Ik twitter ook niet. Wat dat betreft ben ik een heel ouderwets mens.”
Van Miltenburg (43), sinds januari 2003 lid van de Tweede Kamer, nam na het vertrek van haar voorganger Johan Remkes de portefeuille mediabeleid over. De voormalig journaliste volgt de media selectief. “‘Ik kijk heel gericht televisie, vooral naar nieuwsprogramma’s. Maar ik hou ook van een goede film of serie. In de auto luister ik veel naar Radio 1. Mijn
Nederland 3 De VVD-er vindt het jammer dat haar partij en het CDA in het regeerakkoord niet hebben afgesproken dat Nederland 3 moet verdwijnen. “De minister heeft wel aangegeven dat het haar inzet is om Nederland 3 te behouden, maar ik denk dat dat in de huidige vorm niet kan. Ik voel me daarbij gesteund door omroepdirecteuren die aangeven dat zij met zo’n enorme aanslag op hun budget niet zoveel programma’s voor dezelfde kwaliteit kunnen blijven maken. Als de landelijke omroepen het derde net niet meer hoeven te vullen, hebben zij minder personeel en faciliteiten nodig. Dat wil overigens niet zeggen dat ik Nederland 3 wil opheffen. Ik wil er een andere invulling aan geven, namelijk voor de regionale omroepen. Mensen kunnen het regionale nieuws dan ook makkelijker vinden. De regionale zender is ongelooflijk belangrijk voor de pluriformiteit van de media in de regio.”
Provincies Van Miltenburg ziet voordelen wat betreft de financiering van de regionale omroepen. “Er gaat meer dan honderd miljoen euro publiek geld naar de regionale omroep in Nederland. Dat gaat via de provincies, maar eigenlijk zijn die niets anders dan een doorgeefluik van belastinggeld. In de Mediawet staat precies omschreven wat de regionale omroepen moeten doen, daar mogen de provincies niks aan toevoegen of van afhalen. Als we Nederland 3 openzetten voor de regionale omroepen, brengen we ook het geld terug naar het landelijk niveau. Want wie bepaalt, moet ook betalen.”
“De regionale zender is ongelooflijk belangrijk voor de pluriformiteit van de media in de regio.” Samenwerking “Nu zijn er dertien regionale zenders, die allemaal een eigen afdeling personeelszaken hebben en zelf inkopen”, vervolgt Van Miltenburg. “Als je dat centraal regelt, blijft er van die honderd miljoen meer over voor het maken van goede televisieprogramma’s. Wat ik verder graag wil is dat er een betere samenwerking tot stand komt tussen de NOS en die regionale zenders. Er is een heel goed correspondentennetwerk, maar als er wat in de provincie aan de hand is, springen in Hilversum mensen met al
CoMedia 136 lllll April 2011 lllll 5
“Het afschaffen van reclame bij de publieke omroep is niet aan de orde.”
“Het aantal herhalingen moet worden beperkt.”
hun apparatuur in de auto om ergens in Zeeland of Friesland een programma te gaan maken, als concurrent van diezelfde regionale zenders. Ik zou denken: bel naar de correspondent in Zeeland en vraag of hij een mooi item wil maken voor het NOS Journaal. Maak die regionale omroepen meer onderdeel van de publieke omroep, werk samen, leer van elkaar en maak gebruik van elkaars kwaliteiten. Dan kan de NOS zich concentreren op het landelijke en internationale nieuws.” Reclamevrij Het afschaffen van reclame bij de publieke omroep, wat de VVD in het verleden heeft geopperd, is volgens Van Miltenburg op dit moment niet aan de orde. “Ik zou het liefst nog steeds willen dat de publieke omroep reclamevrij is. Reclame is marktvervuiling. Maar we hebben nu gezegd dat er 20% minder belastinggeld naar de publieke omroep gaat. Als wij ook nog eens zouden gaan pleiten voor het afschaffen van reclame, zouden er erg weinig middelen overblijven.”
6 lllll CoMedia 136 lllll April 2011
‘Kwalitatief hoogwaardig’ Volgens het Kamerlid zou de publieke omroep nog meer kunnen bezuinigen door zich op de kerntaken te richten. “De VVD vindt dat de publieke omroep zich moet concentreren op maken van nieuws, achtergronden bij het nieuws en kunst en cultuur. Dat is de meerwaarde van de publieke omroep. In het regeerakkoord hebben we afgesproken dat het programma-aanbod ‘kwalitatief hoogwaardig’ moet zijn. Maar wat ‘kwalitatief hoogwaardige programma’s’ precies zijn, daar hebben we verder nooit over nagedacht. Nu wil ik me helemaal niet gaan bemoeien met de inhoud van programma’s, maar ik vind wel dat we in de nieuwe Mediawet
objectieve richtlijnen moeten opnemen die dat begrip verder invullen.” Richtlijnen Van Miltenburg denkt daarbij onder andere aan de hoeveelheid nieuwe programma’s. ”Het aantal herhalingen moet worden beperkt. Het is raar dat ik de hele zomerperiode naar herhalingen zit te kijken en er een veel beperkter aanbod is van achtergronden bij het nieuws. Er is tenslotte gewoon nieuws, en daarnaast kijken mensen tegenwoordig ook als ze op vakantie zijn via internet naar Nederlandse zenders.” Waar de VVD ook vanaf wil is het feit dat de publieke omroep weliswaar een breed program ma-aanbod uitzendt, maar wel altijd
interview
te veel mensen aan bureaus waardoor te weinig mensen mooie televisieprogramma’s maken. Dat moet ophouden. Wij moeten duidelijker zijn in de wet wat we wel en niet verwachten. En vervolgens moeten omroepen aan de hand van die spelregels zelf bepalen hoe ze dat invullen, aan de hand van wat hun leden belangrijk vinden. Met duidelijke richtlijnen kan het Commissariaat voor de Media op een makkelijke manier controleren of gebeurt wat wij graag willen.
op dezelfde tijden. “Waarom moet mijn moeder die graag naar een concert kijkt, altijd tot half één ‘s nachts wachten? Daar kun je toch ook afwisseling in aanbrengen?” Vergadercircus “In de nieuwe Mediawet moeten die richtlijnen duidelijk worden omschreven”, vervolgt Van Miltenburg. “Nu zijn er al wel richtlijnen voor kwaliteit, maar niemand weet wat ermee bedoeld wordt. Je krijgt er een heel vergadercircus over, met lange epistels en veel beleidstukken, wat allemaal wordt betaald met geld dat bedoeld is voor het maken van radio- en televisieprogramma’s. De NPO vind ik een bureaucratisch monster. Er zitten
“André van Duin is ook cultuur” Van Miltenburg vreest niet dat de publieke omroep bij deze taakopdracht alleen programma’s voor een elitepubliek gaat maken. “Er zijn heel veel manieren waarop je aan nieuws en nieuwsduiding kunt doen. Met een actualiteitenrubriek, maar ook op heel veel andere manieren. Een programma als De Wereld Draait Door gaat ook over nieuws en bereikt een enorm groot publiek. De publieke omroepen mogen best creatiever worden in de manier waarop ze kunst en cultuur brengen. Het is niet zo dat de VVD vindt dat alleen cultuur met een hoofdletter C op de televisie moet. Cultuur is niet alleen opera’s en klassieke concerten, maar bijvoorbeeld ook André van Duin. Dat moeten ze gewoon blijven uitzenden en daarop wil ik helemaal niet bezuinigen. Ik heb wel moeite met televisiespelletjes. Waarom moeten die op publieke zenders? De publieke omroep moet zich concentreren op programma’s die niet zo snel door de commerciële zenders worden gemaakt. Het gaat ook om de manier waarop je die programma’s aanbiedt, de formats. De commerciële zenders hebben maar beperkt
ruimte om risico’s te nemen, zij moeten immers geld verdienen. Voor de publieke omroep geldt dat niet.” Internet Die vernieuwende rol van de publieke omroep ziet Van Miltenburg liever niet op internetgebied. “De publieke omroep bepaalt op het gebied van nieuwswebsites hoe het er aan toe gaat. Dat vind ik een foute ontwikkeling. Internet is het meest vrije medium, waarop marktpartijen heel veel nieuwe initiatieven ondernemen. Omdat websites van de publieke omroep met belastinggeld gefinancierd zijn, heeft de publieke omroep een grote voorsprong en maken initiatieven van anderen geen kans. Ik ben niet tegen vernieuwing en innovatie, integendeel zelfs, maar ik vind dat de publieke omroep een aanvullende rol heeft en dingen moet doen die door de private partijen niet per definitie gedaan kunnen worden. Zeker als het gaat om het gebruik van nieuwe technieken.” Leden Volgens het regeerakkoord moeten omroepverenigingen waar mogelijk nauwer samenwerken of hun krachten bundelen. Van Miltenburg noemt het vreemd dat het College van Omroepdirecteuren aan de minister drie scenario’s voor mogelijke fusies heeft voorgelegd. “Ik verzet me er tegen als de minister uitspraken gaat doen over de voorwaarden waaronder gefuseerd moet worden. Ik wil me helemaal niet bemoeien met de manier waarop private partijen zichzelf organiseren of onder welke voorwaarden zij met anderen willen gaan fuseren of samenwerken. Het eind van de rit moet wat mij betreft wel zijn dat er minder omroepen komen. De taak van de minister is om aan te geven hoeveel leden een omroep nodig heeft om te kunnen blijven uitzenden. Dat is ons sturingsmechanisme. In de nieuwe Mediawet zou ook moeten staan dat er geen plek meer is voor kleine omroepen zonder leden. Die kunnen onderdak vinden bij andere omroepen. Ik denk dat we naar een systeem moeten met één taakomroep, een samenvoeging van NOS en NTR, één vernieuwende omroep, en zes overige omroepen. Liefst nog minder. De omroepen met de meeste leden blijven over. Lid worden van een omroep is een direct middel voor mensen om aan te geven wat zij op radio en televisie willen horen en zien. Die stem moet belangrijker worden. Dat vind ik het mooie aan ons systeem.” n
CoMedia 136 lllll April 2011 lllll 7
Kleine overtredingen
Sponsorvermeldingen Bij de controle van programma’s van publieke en commerciële televisiezenders constateert het Commissariaat voor de Media geregeld kleine overtredingen van de Mediawet. Dergelijke overtredingen zijn in principe eenvoudig te voorkomen. Vooralsnog lijken deze overtredingen voort te komen uit onachtzaamheid van de omroepen. CoMedia neemt deze slordigheden onder de loep. Dit keer: sponsorvermeldingen bij de publieke omroep.
Programma’s van publieke media-instellingen mogen niet worden gesponsord. Een uitzondering op die regel is er voor cultureel of educatief aanbod, sportevenementen en -wedstrijden en uitzendingen van evenementen voor ideële doelen. Als een dergelijk programma gesponsord wordt moet ter informatie van de kijker wel duidelijk worden vermeld dat en door wie het programma wordt gesponsord. Dit gebeurt in ieder geval wanneer de mededeling “dit programma is (mede) mogelijk gemaakt door” of “dit programma is gesponsord door” duidelijk leesbaar of hoorbaar wordt gedaan in de sponsorvermelding. “Met medewerking van”, “dit programma wordt u aangeboden door” en “met dank aan” zijn voorbeelden van vermeldingen die niet in voldoende mate aangeven dat het hier om een sponsor gaat. Vijf seconden Per sponsor mag niet meer dan één naam, één merk en één beeldmerk (zoals een logo) worden vermeld of getoond. De sponsorvermelding moet in ieder geval plaatsvinden aan het begin en/of het einde van het programma en mag niet langer duren dan vijf seconden per sponsor. Als de vermelding niet plaatsvindt op de aan- of aftiteling, mag deze vermelding uitsluitend bestaan uit stilstaande beelden. Daarnaast mag de vermelding nooit beeldvullend zijn.
8 lllll CoMedia 136 lllll April 2011
Een billboard mag dus niet bewegen, niet beeldvullend zijn en niet langer dan vijf seconden per sponsor duren. Neutraal Omdat de sponsorvermelding niet is bedoeld als extra reclamemogelijkheid, maar dient ter informatie van de kijker, moet deze neutraal zijn en mag zij geen wervend karakter hebben. Een sponsorvermelding wordt in ieder geval een reclameboodschap indien: • een product/dienst of consumentenverpakking waarneembaar en identificeerbaar wordt vermeld of getoond; • een slagzin wordt vermeld of getoond; • een herkenningsmelodie wordt gespeeld; • met gebruikmaking van beeld en geluid wordt verwezen naar een product (consumentenverpakking)/dienst; • aan een naam of (beeld)merk kwalificaties worden gegeven; • bedrijfsgebouwen of – middelen van de sponsor worden vermeld of getoond; • een adres, telefoonnummer, fax-
nummer wordt vermeld of getoond; • de vormgeving duidelijke overeenkomsten heeft met de vormgeving van een product of verpakking van een product van de sponsor. Nieuwe beleidsregels Op dit moment is het Commissariaat bezig met de ontwikkeling van nieuwe beleidsregels Sponsoring publieke media-instellingen waarin de materie rond sponsorvermeldingen verder wordt verhelderd. Nauwlettend Het Commissariaat gaat ervan uit dat omroepen waar nodig hun uitzendingen zullen aanpassen en in overeenstemming zullen brengen met de mediawettelijke bepalingen. Dit wordt vanzelfsprekend nauwlettend gevolgd, zodat kan worden opgetreden als onvoldoende verbeteringen zichtbaar zijn. n
onderzoek
Commissariaat inventariseert aanbod webwinkels Het Commissariaat deed in 2010, net als in 2008, onderzoek naar online verkoopactiviteiten van de publieke omroepen. Het onderzoek is herhaald om te zien hoe de webwinkels van deze omroepen zich ontwikkelen. De resultaten van dit onderzoek worden meegenomen in de evaluatie nevenactiviteiten die het Commissariaat dit jaar zal uitvoeren. In totaal zijn er 1662 producten aangetroffen in webwinkels van acht landelijke en zes regionale omroepen. De grootste winkels zijn te vinden bij de VARA, VPRO en KRO: hier worden 250 à 300 producten verkocht. Ten opzichte van 2008 is er bij de landelijke publieke omroepen sprake van een totale daling van ruim tien procent in aantal producten. De winkel van de AVRO heeft in de afgelopen twee jaar de grootste groei doorgemaakt van 30 naar 118 producten. De EO daarentegen heeft de online winkel van 307 producten naar 196 producten teruggebracht. Relatie product-omroep Van het aanbod bestaat 93 procent uit boeken, cd’s en dvd’s. Deze laatste twee
categorieën laten een toename zien ten opzichte van 2008, het aanbod boeken is echter geslonken. De relatie tussen product en omroep kan op drie manieren worden getypeerd: de producten die gemaakt zijn door de omroep zelf, de producten die afgeleid zijn van een programma en de producten die als promotiemateriaal worden aangeboden. Een derde van alle producten is gemaakt door de omroep zelf, 80 procent is afgeleid van een programma en 4 procent is promotiemateriaal. MAX, AVRO en Omrop Fryslân hebben met respectievelijk 36, 47 en 38 procent de grootste aandelen als het gaat om producten die in geen van deze drie groepen voorkomen.
Toegankelijkheid De toegankelijkheid van de producten in de webwinkels is overal gelijk: zowel leden als niet-leden kunnen de producten bestellen. Wel hanteren enkele webwinkels een korting voor leden, meestal in de vorm van het niet hoeven betalen van verzendkosten. Voor zowel cd’s als dvd’s kan worden geconcludeerd dat het aantal producten met een lagere prijs dan die andere aanbieders (zoals Bol.com, Free Record Shop, Bruna en AKO) hanteren, is toegenomen. Tegelijkertijd is de absolute prijs voor deze producten gemiddeld genomen gedaald. Van alle boeken die onder de Wet op de vaste boekenprijs vallen, heeft 58 procent daadwerkelijk de vastgestelde prijs. Bij de overige boeken heeft de ene helft een prijs die hoger is dan de opgelegde prijs, de andere helft van de boeken heeft een lagere prijs. Het gaat om minimale afwijkingen die gemiddeld niet meer dan een euro bedragen. Omroepgidsen Op sommige websites komt het voor dat er naast een apart ingerichte webwinkel, eveneens producten elders op de website worden aangeboden, bijvoorbeeld op de homepage. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de online verkoopactiviteiten van de omroepen, zijn deze producten ook meegenomen bij het onderzoek. Hierbij is ook gekeken naar het aanbod op de websites van omroepgidsen. Sommige van deze producten worden expliciet aan leden aangeboden, sommige niet en bij sommige staat dat het voor leden is, maar is er tijdens het bestelproces geen enkele controle op het lidmaatschap. Alle aanbieders samengenomen heeft 31 procent van de producten die buiten de webwinkels worden verkocht geen herkenbare relatie met de betreffende omroep. n
CoMedia 136 lllll April 2011 lllll 9
Videodiensten op aanvraag
Consultatie beleidsregels Sinds de Mediawet eind 2009 is aangepast aan de Europese Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten, vallen bepaalde videodiensten op aanvraag onder de Mediawet. Omdat de Richtlijn en de Mediawet weinig concreet zijn over de exacte criteria die bepalen of een videodienst op aanvraag onder de Mediawet valt, heeft het Commissariaat in 2010 concept-beleidsregels opgesteld waarin dergelijke criteria nader worden uitgewerkt. Door een openbare consultatie via de website van het Commissariaat konden mogelijk belanghebbende partijen reageren op deze ‘beleidsregels classificatie commerciële mediadiensten op aanvraag’ in conceptvorm.
Het Commissariaat nodigde reeds bekende partijen en belanghebbenden per e-mail uit om te reageren op de consultatie, die van 7 december 2010 tot en met 14 januari 2011 liep. Een dwarsdoorsnede van bestaande media-instellingen en nieuwe aanbieders van videodiensten op aanvraag, aangevuld met distributiepartijen, zoals kabelaars, reageerde op de voorgenomen beleidsregels. ‘Level playing field’ Partijen die al als aanbieder van omroepdiensten onder de Mediawet vallen, wijzen vooral op het belang van het creëren van een ‘level playing field’ onder alle aanbieders van mediadiensten op aanvraag. Zij pleiten ervoor dat het Commissariaat kijkt naar de aard van een dienst en of deze concurreert met diensten op aanvraag van traditionele media-instellingen. Videodiensten op aanvraag van bijvoorbeeld
10 lllll CoMedia 136 lllll April 2011
kranten en tijdschriften zouden dan op dezelfde wijze moeten worden beoordeeld als vergelijkbare videodiensten die worden aangeboden door partijen die momenteel al omroepdiensten aanbieden. ‘Overmatige regulering’ Partijen die nu (nog) niet onder de Mediawet vallen, stellen zich overwegend afwijzend op ten opzichte van regulering en waarschuwen voor overmatige regulering van online media. Zij pleiten er voor om de innovatieve ontwikkelingen in de sector niet te laten remmen door onnodig strenge regels. Ook bestaat de vrees dat lokale, kleinschalige initiatieven zullen worden gereguleerd. ‘Abstract geformuleerd’ Over het algemeen spreken de partijen hun waardering uit voor de consultatie.
Ook wordt de brochure ‘Commerciële mediadiensten op aanvraag’ gewaardeerd als informatiebron. Toch vinden enkele partijen de beleidsregels nog (te) abstract geformuleerd en daardoor lastig toe te passen, met name wat betreft het criterium ‘hoofddoel’. Zij stellen het op prijs wanneer er meer aansprekende voorbeelden worden genoemd van websites of diensten die wel of juist niet onder de Mediawet zullen vallen. Techniek Sommige partijen merken op dat het risico bestaat dat de criteria snel door de ontwikkelingen van de techniek zullen worden achterhaald. Specifieke aandacht is verder onder meer gevraagd voor de status van een volledig uit gesponsorde beelden bestaande dienst, het toepassen van het criterium ‘televisie-achtig’, de positie van kranten
Videodiensten op aanvraag
levert bruikbare reacties op
en zal de suggesties en opmerkingen gebruiken om tot een weloverwogen en zo breed mogelijk gedragen invulling van de beleidsregels te komen. Uiteraard moet deze invulling wel passen binnen de kaders van de Mediawet en de Europese Richtlijn. Wanneer de beleidsregels definitief worden vastgesteld, zullen deze onder meer in de Staatscourant en op www.cvdm.nl worden en de positie van losse YouTube-video’s, YouTube-kanalen en de zogenaamde video-aggregatiediensten.
wachten zijn. Sommige partijen vragen zich af of het voorgenomen toezicht door het Commissariaat niet te verreikt.
Afbakening van toezicht Uit de ontvangen reacties bleek dat de beleidsregels classificatie commerciële mediadiensten op aanvraag geen ‘standaard’ beleidsregels zijn. Het gaat om wezenlijke vragen naar de afbakening van het toezicht op een nieuw type diensten, waarin de komende tijd nog aanzienlijke ontwikkelingen te ver-
Hoe nu verder? Het Commissariaat heeft naast inhoudelijke reacties ook vragen en opmerkingen gekregen naar aanleiding van de consultatie. De komende tijd werkt het Commissariaat aan de beantwoording van de openstaande vragen. Het Commissariaat waardeert de bijdragen van de partijen die hebben gereageerd
Sommige partijen merken op dat het risico bestaat dat de criteria snel door de ontwikkelingen van de techniek zullen worden achterhaald gepubliceerd. Het Commissariaat kan dan verdere duidelijkheid geven over de grenzen van het toezicht op de videodiensten op aanvraag. n
CoMedia 136 lllll April 2011 lllll 11
BESLUIT
Lokale omroep Midden-Groningen mag geen krant uitgeven Het Commissariaat voor de Media heeft Omroep Midden-Groningen geen toestemming verleend voor het uitgeven van een gratis huis-aan-huiskrant. De lokale omroep voldoet met deze nevenactiviteit namelijk niet aan de relatietoets.
De huis-aan-huiskrant, ‘Regionieuws’ genaamd, wordt vijfmaal per jaar gratis verspreid in een oplage van 48.550 exemplaren in tien gemeenten in MiddenGroningen. De krant bestaat hoofdzakelijk uit regionaal nieuws en advertenties en wordt bekostigd uit de opbrengst van de verkoop van advertentieruimte. Omdat de krant momenteel al wordt verspreid kon Omroep Midden-Groningen een exemplaar als voorbeeld aan het Commissariaat voorleggen. Deze editie (van najaar 2010) bestaat voor 38% uit nieuws en 62% uit advertenties. Op geen enkele wijze besteedt de krant aandacht aan programma’s, programmamakers of de programmering van Omroep MiddenGroningen. Volgens Omroep MiddenGroningen bestaat de relatie tussen de omroep en de nevenactiviteit uit het feit dat beide nieuws uit de regio brengen en dat in de krant regelmatig aandacht wordt besteed aan de omroep. Betrokkenheid vergroot Op grond van de Beleidsregels neven activiteiten 2009 houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht “indien de
12 lllll CoMedia 136 lllll April 2011
betrokkenheid van gebruikers bij het media-aanbod of de publieke mediainstelling met de nevenactiviteit wordt vergroot”. De activiteit dient ook aantoonbaar inhoudelijk aan te sluiten bij het media-aanbod of de publieke mediainstelling. Omroep Wijchen Op 16 november 2010 keurde het Commissariaat een soortgelijke nevenactiviteit van Omroep Wijchen wel goed. In dat geval betrof het echter een krant waarin specifiek en louter wordt bericht over de programma’s, program-
In Regionieuws wordt helemaal niet of zeer beperkt aandacht geschonken aan (het programma-aanbod van de) Omroep Midden-Groningen. De lezer van deze huis-aan-huiskrant wordt hierdoor niet gestimuleerd om gebruik te maken van het media-aanbod van de omroep. Ook voelt de ontvanger van de krant zich niet meer dan daarvoor betrokken bij Omroep Midden-Groningen en haar media-aanbod. Direct stoppen Een nevenactiviteit mag alleen na voorafgaande toestemming worden verricht.
De activiteit dient ook aantoonbaar inhoudelijk aan te sluiten bij het media-aanbod of de publieke media-instelling mamakers en de programmering van deze lokale omroep en over andere wetenswaardigheden met betrekking tot de omroep. Bij dat goedkeuringsbesluit nam het Commissariaat bovendien de voorwaarde op dat alleen toestemming wordt verleend voor een blad dat louter bericht over deze onderwerpen.
Omdat de nevenactiviteit op dit moment zonder de vereiste toestemming van het Commissariaat wordt uitgevoerd, moet Omroep Midden-Groningen per direct met het uitbrengen van de krant stoppen. n
Kort nieuws
Jaarverslag 2010 Het jaarverslag 2010 van het Commissa riaat voor de Media laat zien dat het Commissariaat vorig jaar een flinke stap vooruit heeft gezet in het nieuwe toezicht op audiovisueel media-aanbod dat via internet of via mobiele applicaties wordt verspreid. Daarnaast had de organisatie te maken met een forse toename van de hoeveelheid te beoordelen nevenactiviteiten die door publieke omroepen werden aangemeld. Ook heeft het Commissariaat zich in het afgelopen jaar op de toekomst voorbereid door zijn organisatiestructuur te hervormen. Verder licht het jaarverslag de speerpunten van 2010 toe, het toezicht op de publieke en commerciële media-instellingen, overige wettelijke taken zoals het uitbrengen van de Mediamonitor en het metatoezicht op het NICAM en het toezicht op de Wet op de vaste boekenprijs.
Engelstalige Mediamonitor verschenen Jaarlijks brengt het Commissariaat de verhoudingen binnen de mediawereld in kaart met het rapport ‘Mediamonitor’. Het Commissariaat kijkt in de Mediamonitor terug op het afgelopen jaar: wat waren de trends, wat hebben de grote mediabedrijven gedaan en wat waren hun marktaandelen? In februari is een Mediamonitor in het Engels verschenen. Aanleiding hiervoor was de geconstateerde behoefte aan een actueel beeld van het Nederlandse medialandschap voor een internationaal publiek. Met een samengevatte jaarrekening legt het Commissariaat financiële verantwoording af. Het verslag wordt gelardeerd met twaalf portretten van (nieuwe) medewerkers van het Commissariaat.
Het jaarverslag is te downloaden via www.cvdm.nl.
Telefonisch vragenuur Het Commissariaat heeft elke dag tussen 11.00 uur en 12.00 uur een telefonisch vragenuur. Het vragenuur is bedoeld voor juristen en programmamakers die werkzaam zijn bij omroepen en die vragen hebben over de Mediawet of daarvan afgeleide regelgeving, bijvoorbeeld over sponsoring en reclame. Tijdens het vragenuur kan informatie worden verkregen over de regels die gelden en de manier waarop het Commissariaat die uitlegt. De juridische medewerkers van het Commissariaat zijn te bereiken via telefoonnummer 035-7737700.
?
In deze editie komen de Nederlandse dagbladen-, televisie-, internet- en radiomarkt aan de orde, voorafgegaan door informatie over de regelgeving op het gebied van mediaconcentraties. Om het Nederlandse mediabestel daarbij in Europees perspectief te plaatsen, wordt ook op de situatie in enkele andere landen ingegaan, te weten België, Duitsland, Italië, Zweden, Spanje, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. n
Het rapport is terug te vinden op www.mediamonitor.nl.
CoMedia 136 lllll April 2011 lllll 13
Onderzoek
Commissariaat voorbeeld van ‘best practice’ In vrijwel alle Europese landen bestaat onafhankelijk toezicht op de media. Deze onafhankelijkheid wordt vaak impliciet of expliciet in de wetgeving erkend, soms zelfs in de Grondwet. In landen buiten Europa gaat de onafhankelijkheid van het toezicht vaak minder ver. Dat is een van de belangrijkste uitkomsten van een studie naar onafhankelijkheid van toezichthouders in de landen van de Europese Unie, kandidaat-lidstaten en enkele landen buiten Europa, waaronder de Verenigde Staten en Japan.
Samen met een aantal partners voerde het Hans Bredow Instituut in Hamburg de studie uit in opdracht van de Europese Commissie. De studie is getiteld: ‘Indireg’, een afkorting van ‘Indicators for independence and efficient functioning of audiovisual media services regulatory bodies’. Het onderzoek had als doel de wettelijke status van de toezichthouders en de situatie in de praktijk in kaart te brengen. Daarnaast wilde de studie de belangrijkste indicatoren, de zogenaamde key characteristics, van een onafhankelijk toezichthouder identificeren. Trends In het onderzoek naar de formele en feitelijke situatie in de 43 landen viel het op dat in bijna de helft van de Europese landen een toezichthouder instructies kan krijgen van een andere autoriteit dan de rechterlijke macht. Uit de studie bleek ook dat in de overgrote meerderheid van Europese landen dezelfde instantie zowel toezicht uitoefent over de commerciële als over de publieke mediadiensten. Overigens
14 lllll CoMedia 136 lllll April 2011
zegt dit niets over in hoeverre het toezicht op beide sectoren met elkaar vergelijkbaar is. Zo gaat in sommige landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, het toezicht op de publieke omroepen minder ver omdat zij voor een deel ook onder een interne toezichthouder vallen. Ook maakte de studie duidelijk dat in de overgrote meerderheid van de Europese landen nog altijd geen geconvergeerde toezichthouders opereren. Dit is alleen het geval in het Verenigd Koninkrijk, Italië, Slovenië, BosniëHerzegovina, Oostenrijk en sinds kort ook Hongarije. Ook zijn er buiten de Britse Ofcom maar weinig toezichthouders in Europa aan te wijzen die een algemene bevoegdheid hebben tot het vaststellen van regelgeving die verder
gaat dan beleidsregels. De trends uit het rapport moeten worden bezien in de nationale context en daarom kunnen niet te snel algemene conclusies worden verbonden aan de situatie in een specifiek land. Hiervoor verschillen de toezichthouders ook te veel op allerlei terreinen. Tool De onderzoekers hebben een tool ontwikkeld waarmee toezichthouders aan de hand van vragen kunnen beoordelen hoe ze scoren op vijf dimensies: ‘status en bevoegdheden’, ‘financiële zelfstandigheid’, ‘zelfstandigheid van beslissers’, ‘kennis’ en ‘transparantie en verantwoordingsmechanismen’. Op deze manier kunnen toezichthouders
Onderzoek
inzicht krijgen in hun mate van onafhankelijkheid en of ze op bepaalde onderdelen risico lopen te worden beïnvloed door de industrie of centrale overheid. Bij de beoordeling wordt niet alleen gekeken naar het wettelijk kader, maar nadrukkelijk ook naar de feitelijke situatie. De beantwoording van de vragen van de tool mondt uit in een illustratie die veel weg heeft van een spinnenweb. In het algemeen geldt dat hoe groter het web, hoe kleiner het risico is op beïnvloeding door derden en hoe groter de mate van onafhankelijkheid. Nederland Samen met het Verenigd Koninkrijk, Italië, Hongarije, Estland, Slovenië, Bosnië-Herzegovina en Macedonië is Nederland aan een diepgaander onderzoek onderworpen. De reden daarvoor was dat Nederland zeer goed scoorde op de dimensies status en bevoegdheden, financiële zelfstandigheid, zelfstandigheid van beslissers en kennis. Het Commissariaat voor de Media werd door de onderzoekers geïdentificeerd als potentieel een ‘best practice’ voorbeeld in Europa. Het Commissariaat wordt
Nederland scoort goed op onder meer financiële zelfstandigheid, zelfstandigheid van beslissers en kennis in de praktijk een grote onafhankelijkheid toegedicht. Wel noemt het onderzoek een aantal kritiekpunten en mogelijke risico’s voor de onafhankelijkheid. Zo kan de wettelijke mogelijkheid van de minister om een besluit van het Commissariaat te schorsen of te vernietigen, negatief uitpakken omdat dit ’governance by threat’ in de hand zou werken. Ook vonden de onderzoekers het wenselijk dat de vereiste kennis voor het uitoefenen van toezicht expliciet in de wet wordt vastgelegd, ook al levert dit in de praktijk
geen probleem op. Daarnaast zou het wenselijk zijn dat meer eisen ten aanzien van de transparantie van de benoemingsprocedure in de wet worden vastgelegd. Ook het houden van publieke consultaties zou een wettelijk basis kunnen krijgen omdat dit de ‘checks and balances’ en draagvlak voor besluitvorming verder kan versterken. Het onderzoeksrapport zal naar verwachting binnenkort officieel worden gepubliceerd. Op www.indireg.eu kan meer achtergrondinformatie over de studie worden gevonden. n
CoMedia 136 lllll April 2011 lllll 15
uitleg
Evenementlogo’s: wat is wel en niet toegestaan? De publieke omroep zendt jaarlijks diverse registraties uit van grootschalige evenementen, zoals Pinkpop, North Sea Jazz Festival, Lowlands en dancefeesten. Bij de controle van deze programma’s constateert het Commissariaat nu en dan overtredingen van de Mediawet door het overdreven en/of overdadig tonen van het logo van het desbetreffende evenement. Wanneer mag een logo nu wel en niet worden vertoond?
Volgens Artikel 12 van het Mediabesluit 2008 mag een verslag of weergave van een evenement dat in Nederland plaatsvindt (of is geproduceerd) vermijdbare uitingen, zoals een logo, bevatten als “de uitingen niet overheersend zijn”.
is, bijvoorbeeld op de achterwand van het podium. Tenzij zij overdreven en/of overdadig in beeld worden gebracht, bijvoorbeeld door een close-up van enige seconden, zijn dit soort onvermijdbare uitingen toegestaan.
Wat mag wel? Logo’s die aanwezig zijn op het evenement zelf mogen in beeld worden gebracht. Bij de registratie van bijvoorbeeld een muziekfestival komt regelmatig het logo van het evenement voorbij op bijvoorbeeld t-shirts, petjes of andere merchandising van bezoekers, vlaggen, banners of festivaltenten. Deze uitingen kunnen als straatbeeld worden aangemerkt. Dat geldt ook voor een logo dat tijdens een optreden zichtbaar
Wat mag niet? Het logo kan ook door de omroep zelf in beeld zijn ingevoegd, een zogenaamde insert. Bijvoorbeeld in een bumper of in een tekstbalk of -kader met daarin de naam van een presentator of artiest en/of de songtitel waarbij het logo of de naam van het evenement wordt getoond. Bij deze voorbeelden gaat het niet om straatbeeld. Op grond van Artikel 2.89, eerste lid onder b, van de Mediawet mag een uitzending van de
16 lllll CoMedia 136 lllll April 2011
publieke omroep “geen vermijdbare andere uitingen bevatten die onmiskenbaar tot gevolg hebben dat de afname van producten of diensten wordt bevorderd”. Inserted logo’s zijn per definitie vermijdbaar en dus nooit toegestaan. Het logo van het evenement mag ook niet voorkomen bij de vermelding van de programmatitel of in de leader. Volgens de beleidsregels ontheffing programmatitel publieke omroep 2007 mag de naam van een evenement (dans-, muziek- of theatervoorstelling) alleen neutraal getoond of vermeld worden in de programmatitel. De programmatitel wordt ook beperkt en neutraal in het programma getoond. Op basis hiervan mag de omroep alleen een neutrale vermelding en dus nooit het logo van het evenement in de leader gebruiken. Overigens mogen ook promofilmpjes en ander promotiemateriaal voor een evenement niet in een programma worden vertoond. n
besluit uitgelicht
Boete Ster voor uitzenden alcoholreclame Het Commissariaat voor de Media heeft de Ster een boete van €35.000,- opgelegd wegens het uitzenden van reclameboodschappen voor alcoholhoudende drank tussen 6.00 uur en 21.00 uur. De Ster zond commercials uit waarin reclame werd gemaakt voor de merken Heineken en Bavaria. De reclameboodschappen voor Heineken bier werden rond vier wedstrijden van de Champions League uitgezonden. Het merk en de naam Heineken werden hierbij prominent getoond. “Give me a fucking beer” Ook de reclame van Bavaria 0.0% is ten minste één maal tussen 6.00 uur en 21.00 uur uitgezonden, constateerde het Commissariaat. In de commercial bestelt acteur Mickey Rourke een biertje aan de bar: “Hey man, I need a drink, give me a fucking beer.” De barman twijfelt tussen Bavaria en Bavaria 0.0% en besluit Rourke een alcoholvrije Bavaria te schenken, zonder dat de acteur hiervan op de hoogte is. Alcoholvrij Bavaria 0.0% is weliswaar een alcoholvrij bier, maar deze commercial kan toch deels worden aangemerkt als een reclameboodschap voor alcoholhoudende drank. In de reclameboodschap ligt de nadruk op de aanprijzing van het alcoholvrije Bavaria 0.0%, maar de commercial vestigt daarnaast duidelijk de aandacht op het alcoholhoudend bier van Bavaria. De flesjes van dit bier worden namelijk
naast de flesjes Bavaria 0.0% in beeld gebracht, waarbij de barman een keuze maakt uit beide mogelijkheden. Bovendien worden aan het eind van de reclameboodschap het logo en de naam van de bierbrouwer getoond, zonder vermelding ‘0.0%’. Hierdoor heeft de uiting een wervend karakter voor het in beeld gebrachte alcoholhoudende bier van Bavaria. Complexe structuur De Ster codeert commercials voor alcoholhoudende dranken met een zogenaamde branchecode. Wanneer wordt geprobeerd tussen 6.00 en 21.00 uur een commercial te plaatsen waaraan de branchecode alcohol is gekoppeld, blokkeert automatisch het plaatsingsproces. Bij de Heinekenreclames was er sprake
van een uitzondering op deze werkwijze, zo voerde de Ster aan. Dit kwam doordat de commercials niet de branchecode alcohol hadden meegekregen, maar een andere, algemene code die wordt gekoppeld aan alle zogenaamde ‘breakbumpers’. Dat zijn de commercials die rondom Champions Leaguewedstrijden worden geplaatst op grond van afspraken tussen diverse partijen die met de Champions League te maken hebben. De afstand tussen de adverteerder en de Ster is hierdoor groot en de situatie daarmee complexer, aldus de Ster. De complexe structuur van rechten en verplichtingen in het kader van uitzendingen van de Champions League, ontslaat de Ster echter niet van haar verantwoordelijkheid voor de inhoud van de uitgezonden reclameboodschappen, oordeelde het Commissariaat. Maatregelen Gezien de maatregelen die de Ster voor en na het begaan van de overtredingen had getroffen om (verdere) overtreding van de wettelijke beperkingen ten aanzien van alcoholreclame te voorkomen, besloot het Commissariaat de aanvankelijk voorgenomen boete van € 85.000 aanzienlijk te matigen. De Ster kan nog in bezwaar tegen deze boete. n
CoMedia 136 lllll April 2011 lllll 17
Collegebesluiten over de periode 16 november 2010 tot en met 15 februari 2011
Vergunningen Publieke lokale media-instelling Als publieke lokale media-instelling zijn aangewezen: Radio Omroep Stichting Albrandswaard Stichting Lokale Omroep De Berkelstroom voor de gemeente Zutphen Stichting Radio Stad Harlingen Saturnus – Radio Omroep Abcoude - Baambrugge Liemerse Omroep Stichting voor de gemeenten Doesburg, Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar Stichting Lokale Omroep Hellendoorn Stichting Lokale Omroep Hoorn Stichting Lokale Omroep Midden-Nederland voor de gemeenten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg Stichting Radio & Televisie West-Friesland voor de gemeenten Andijk, Drechterland, Medemblik, Koggenland, Opmeer, Stede Broec en Wervershoof Stichting Lokale Media Groep Deurne Stichting Heerhugowaard A Life voor de gemeente Heerhugowaard Stichting Omroeporganisatie NENS voor de gemeenten Noordwijk en Noordwijkerhout Stichting Omroep P&M voor de gemeente Peel en Maas Stichting Lokale Omroep Oudewater Stichting Omroep Voorne voor de gemeenten Hellevoetsluis, Bernisse en Westvoorne Stichting Omroep N voor de gemeente Nijkerk Stichting Lokale Omroep Dronten Stichting Televisie Radio Ouder Amstel Lokaal voor de gemeente Ouder-Amstel Stichting Radio en Televisieomroep Wageningen. De zendtijdtoewijzing van de Algemene Radio Omroep Stichting (gemeenten Loenen en Wijdemeren) wordt op verzoek van de omroep ingetrokken.
Commerciële media-instelling Toestemming is verleend aan de volgende media-instellingen: Telecom Vision International B.V. voor Hotradio Plus Dhr. A.F. Geers voor Radio Fortuna Studenten Omroep Stichting voor Radio SOS en Televisie SOS Nico’s Music voor Waterstad FM Koole Media Service voor Kabelkrant TV Christoffer Productions & Beheer B.V. voor The Family 7 Channel Brava 3D B.V. voor Brava 3 Stichting Info66 voor TV Info 66
18 lllll CoMedia 136 lllll April 2011
KKN Media ltd voor KKN Regio TV, editie Cuijk TV Digitaal B.V. voor TV Oranje Weert Televisie v.o.f. voor Weert Televisie SBS Broadcasting B.V. voor Tele6, Via5 en Big Brother Dhr. J.J. Soer voor JackyFM, Jacky Jazz en Radio Musica Reservata Gorter Beheer B.V. voor Kabelkrant Zwijndrecht en Kabelkrant Papendrecht DHS Broadcasting NL Ltd. Voor NL Live TV Radio Limburg 97 FM B.V. voor RadioNL Limburg Weijmans Publisher B.V. voor RTV7 UPC Nederland B.V. voor UPC Evenementenkanaal Dhr. D. Viergever voor SUNrtv1 en SUNrtv2 Media Super World voor Super One, AJTV en Amovie STV International B.V. voor Spice en Private Spice De Omroep B.V. voor Gelre TV en Graafschap TV Exceed Jazz B.V. voor Arrow Jazz FM UPC Broadband Operations voor Dla Dzieci Na Zadanie Stichting Ondernemende Schiermonnikogers voor Schiermonnikoog TV Dhr. B. Kloosterhuis voor Lokaal TV Veendam Stichting The Word voor The Word Network TV Ellef ltd. voor TVEllef.
Evenementenzender Toestemming is verleend aan: Production World, Nieuwjaarsevenement van DAS Mvr. J.G. Leusink, inzamelingsactie voor Chu Shin Dhr. R.G. Haller, Gabberweek Amsterdamsche Studenten-Roeivereniging Nereus, Heineken Roeivierkamp 2011 Stichting Facilitair Centrum De Golfbreker, diverse evenementen rond carnaval 2011 Stichting Ondernemende Schiermonnikogers, Schiermonnikoog TV Q Outdoor Events b.v., dance evenement Defqon.1 2011 Circuit van Drenthe Evenementen b.v., diverse auto- en motorevenementen 2011 Filmtechniek b.v., Openluchtbioscoop te Naarden
Programmatoezicht ■■ 7 december Het vermelden van de bedrijfsnamen van donerende bedrijven en instellingen in de radio-uitzending van Haren FM op 10 december van 09.00 tot 21.00 uur, in het kader van de liefdadigheidsactie ten behoeve van Terre des Hommes, wordt onder voorwaarden aangemerkt als een toegestane uiting.
■■ 11 januari De bezwaren van de VARA tegen het besluit om het onderzoeksrapport van Bureau Hofman niet openbaar te maken, worden ongegrond geacht. ■■ 18 januari Het verzoek van de Stichting Programma Raad Rotterdam tot bestuurlijke handhaving jegens UPC Nederland B.V. wordt toegewezen. UPC dient het aanvullende advies van de Stichting voor wat betreft het programmakanaal TVE op te volgen onder oplegging van een last onder dwangsom. De NPO krijgt voor wat betreft de themakanalen van de publieke omroep ontheffing van het percentage ondertitelingverplichting. ■■ 25 januari De door Teleac voorgelegde samenwerking met Singer Laren voor het programma Knoop in je zakdoek wordt aangemerkt als een vorm van gelijkwaardige samenwerking tussen Teleac als publieke media-instelling en Singer als culturele instelling. ■■ 15 februari Telenet krijgt ontheffing van de verplichting om haar aangeslotenen in de gemeente Baarle-Nassau een televisieprogramma van een regionale publieke mediadienst uit een aangrenzende provincie van Noord-Brabant door te geven. De bezwaren inzake aanwijzing voor het verzorgen van media-aanbod op geestelijk terrein voor landelijke publieke mediadienst voor de hoofdstroming Islam, worden niet-ontvankelijk (SLIM) dan wel ongegrond (SMON en SMO) verklaard. Het besluit van 23 augustus 2010 blijft gehandhaafd. Met inachtneming van de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 19 oktober 2010 en onder verwijzing naar de in de overwegingen opgenomen nadere motivering, worden de bezwaren van de SMO tegen het besluit van 29 december 2010 ongegrond verklaard. De aanvraag van de SLIM wordt niet in behandeling genomen en de aanvragen van de SIK, SAI, SMON en SMO worden afgewezen.
Financieel toezicht
Nevenactiviteiten
De volgende brieven, waarin aanwijzingen bij de jaarrekeningen over 2009, zijn vastgesteld: Stichting RTV Noord-Holland Stichting Regionale Omroep Brabant Stichting Regionale Omroep West Stichting Omrop Fryslân Stichting Regionale Omroep Flevoland Stichting Regionale Omroep Rotterdam-Rijnmond Stichting Regionale Televisie Noord Stichting Samenwerkende Publieke Omroepen MiddenNederland Stichting Omroep Zeeland Stichting Omroep Limburg Stichting Omroep Gelderland Nederlandse Omroep Stichting FunX RKK Verzorging Kerkelijke Zendtijd (VKZ) Joodse Omroep AVRO Stichting Omroep Drenthe NPO.
De volgende activiteiten worden aangemerkt als toegestane nevenactiviteiten: Het in licentie geven door de NPS van vier nummers van het North Sea Jazz festival aan Caro Emerald B.V. ten behoeve van bonusmateriaal bij de cd Deleted Scenes From The Cutting Room Floor Het uitgeven van een Wijchense Omroep Krant door de Wijchense Omroep De verkoop van een keukenschort Taarten van Abel door de VPRO Het in licentie geven van vier items uit De Grote Bijbelquiz 2009 aan het Nederlands Bijbelgenootschap door de EO Het beschikbaar stellen van bestaand NOS jeugdjournaal AV-materiaal aan een uitgever voor een lesprogramma en het produceren van nieuw AV-materiaal H et op de markt brengen van het shirt Spuiten en Slikken door BNN H et beschikbaar stellen van programma’s van de hierna genoemde publieke omroepen via Filmotech, aangemeld door de KRO, mede namens de AVRO, BNN, BOS, IKON, MAX, NCRV, RKK, TELEAC, VARA en VPRO
L icentieverlening voor het gebruik van het (beeld)merk NCRV en de programmatitel Terug naar mijn roti ten behoeve van een eensluidend kookboek Het detacheren van een medewerker en het verhuren van bedrijfsruimte aan een MBO-instelling voor techniek en itc door Omroep Gelderland Licentieverlening van een aflevering van Klokhuis (met als thema diabetes) door de NTR aan de Bas van Goor Foundation ten behoeve van educatief gebruik. De volgende nevenactiviteit is afgewezen: De licentieverlening door de VARA voor het gebruik van het character (naam en portret) Mien Dobbelsteen aan Henkel Nederland B.V. ten behoeve van de promotie van een wasmiddel. De VARA is in bezwaar gegaan.
Collegebesluiten Vaste boekenprijs van 2 november tot en met 22 februari ■■ 2 november NDC Mediagroep krijgt een bestuurlijke boete van €2500,- een zevental boektitels voor een lagere prijs dan de vaste prijs die ten tijde van de actie van toepassing was, is verkocht. ■■ 30 november Handelsonderneming De Heus krijgt een waarschuwing omdat hij (tenminste) op de woensdagmarkt te Hilversum diverse boeken heeft aangeboden voor een lagere prijs dan de door de uitgever vastgestelde prijs. Speurhoek krijgt een waarschuwing omdat de boektitel Mijn moeders hoop in combinatie met de dvd The last sin eater op haar website is aangeboden voor een prijs die lager is dan de prijs die Uitgeverij Voorhoeve ten tijde van de actie voor het boek had vastgesteld en de dvd tezamen.
■■ 14 december Het bezwaar van PS Media tegen het besluit een boete van €10.000,- op te leggen wegens een door haar geboden negatieve servicefee in de offerte voor een door Waterschap Brabantse Delta (hierna: het Waterschap) uitgeschreven aanbesteding, wordt ongegrond verklaard. Dutch Media Uitgevers krijgt een waarschuwing omdat de actieprijs die is vastgesteld voor het pakket met de boeken Onze oom en De Joodse Messias niet in overeenstemming is met de Wvbp. ■■ 11 januari A.W. Bruna Uitgevers krijgt een waarschuwing wegens het niet vaststellen en het niet melden van een combinatieprijs voor de actie Warm Winterlezen.
■■ 25 januari Stichting Een en Ander ontvangt een waarschuwing wegens het toepassen van ongeoorloofde korting bij de verkoop van het boek Op het Zand. ■■ 8 februari Het bezwaar van Off Screen tegen de boete van €1,- in verband met het toepassen van 10% korting bij verkoop aan leden van Off-Screen, wordt ongegrond verklaard. ECI voor boeken en platen B.V. ontvangt een bestuurlijk rechtsoordeel over het melden van bijzondere boekenclubprijzen. ■■ 22 februari Terra Lannoo B.V. ontvangt een bestuurlijk rechtsoordeel over het cumuleren van actieprijzen en combinatieprijzen.
CoMedia 136 lllll April 2011 lllll 19
Redactieadres: Commissariaat voor de Media Bureau Communicatie Postbus 1426 1200 BK Hilversum T 035 7737700 F 035 7737799
[email protected] www.cvdm.nl
CO.MEDIA