Monitor Wonen 2010
Colofon Monitor Wonen 2010 | December 2010
Opdrachtgever Samen Leven/Strategische Cel/Woonregie
Uitvoerders Bestuurszaken/Studiedienst Stadsobservatie Samen Leven/Strategische Cel/Woonregie
Verantwoordelijke uitgever Tom Meeuws, Francis Wellesplein 1, 2018 Antwerpen
Grafische vormgeving Stad Antwerpen | Markenting & communicatie | C 67922
Wettelijk depot D/2011/0306/9
|3| Monitor wonen 2010
1. Demografie
Monitor Wonen 2010
Inhoud Inleiding
1. Demografie 1.1. Bevolking 1.1.1. Inwoners 1.1.2. Huishoudens 1.2. Verhuisbewegingen 1.3. Inkomen
2. Ruimte en woningpatrimonium 2.1. Ruimte 2.1.1. Woongebied 2.1.2. Woondichtheid 2.1.3. Onbebouwde percelen 2.1.4. Open ruimte en groen 2.2. Woningpatrimonium 2.2.1. Woningtype 2.2.2. Statuut bewoner 2.2.3. Nieuwbouw 2.2.4. Renovatie van woningen 2.2.5. Sociale huisvesting
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen 3.1. Betaalbaar wonen 3.1.1 Verkoopprijs private woning of bouwgrond 3.1.2. Verkoopprijs sociale koopwoning 3.1.3. Huurprijs private woning 3.1.4. Huurprijs sociale woning 3.1.5. Huursubsidie 3.2. Kwaliteitsvol wonen 3.2.1. Ongeschikt- en onbewoonbaar verklaarde panden 3.2.2. Leegstaande en verwaarloosde panden 3.2.3. Aangenaam wonen
7
9 10 10 11 13 18
21 22 22 23 25 27 29 29 30 32 34 36
39 40 40 42 42 43 43 44 44 45 47
4. Wonen en welzijn 4.1. Dak- en thuislozen 4.1.1. Crisisopvang 4.1.2. Transitwoningen 4.1.3. Residentiële opvangcentra 4.1.4. Nachtopvang 4.2. Personen met een handicap 4.2.1. Residentiële opvang 4.2.2. Opvang binnen sociale huisvesting 4.3. Ouderenvoorzieningen 4.3.1. Levensloopbestendige wijken 4.3.2. Aantal bedden in rust- en verzorgingstehuizen 4.3.3. Aanbod serviceflats 4.3.4. Aantal plaatsen voor dagverzorging en kortverblijf 4.3.5. Dienstencentra
49 50 50 51 52 53 53 53 55 56 56 59 60 62 63
1. Demografie |6| Monitor wonen 2010
Inleiding Zoals alle grote steden kent Antwerpen veel verhuisbewegingen. Zo zijn er vorig jaar meer dan 26.000 nieuwe mensen in Antwerpen komen wonen. Velen onder hen hebben bewust gekozen om naar de stad te verhuizen. Wonen in de stad heeft immers vele voordelen. Je vindt er het comfort om alle voorzieningen zoals scholen, winkels, sport en recreatie op wandelafstand te hebben. Men kan in de stad ook zonder auto mobiel zijn, … . Zo hebben gezinnen meer tijd voor elkaar en kunnen ze genieten van alles wat de stad te bieden heeft op vlak van cultuur en recreatie. Maar om de stad voor veel mensen nog aantrekkelijker te maken moeten we zorgen voor kwaliteitsvolle én betaalbare woningen. Iedereen moet in elke fase van zijn leven en in welke gezinssituatie hij zich ook bevindt bij ons terecht kunnen. Wij moeten dan ook inzetten op een zo ruim mogelijk aanbod van woningen: sociale huurwoningen, sociale koopwoningen, maar ook bescheiden appartementen, grotere appartementen en eengezinswoningen met een tuin. De vergrijzing dwingt ons om ook aandacht te hebben voor en te investeren in aangepaste woningen voor senioren en ouderen en in randvoorzieningen zoals dienstencentra. In onze nieuwe woonprojecten doen we er dan ook alles aan om een gezonde, sociale mix te creëren. We streven in de stadsontwikkelingsprojecten naar een mix van 25% sociale huur- en koopwoningen, 50% bescheiden woningen en 25% residentiële woningen. Er komt waar mogelijk ook een mix van appartementen en woningen met een tuin. Waar nood is aan extra gemeenschapsvoorzieningen zoals kinderopvang, scholen en dienstencentra plannen we die in. In het Militair Hospitaal worden de eerste bewoners onthaald in het voorjaar. Ook in de andere stadsontwikkelingsprojecten zoals de Cadixwijk op het Eilandje en Scanfil in Hoboken passen we deze mix toe. Maar ons woonbeleid zet ook in op de reeds bestaande oudere woonwijken. In opdracht van de stad koopt het autonoom gemeentebedrijf Vespa verkrotte en leegstaande panden in moeilijke buurten om ze om te vormen tot kwaliteitsvolle woningen. Op die manier willen we jonge gezinnen de opportuniteit tonen van deze stadsdelen, en nieuw leven in de wijken brengen. Ons woonbeleid is een werk van lange adem. Het dwingt ons ook alle veranderingen in de samenleving nauwkeurig te monitoren. Ik twijfel er niet aan dat dit document hierbij een handig instrument zal zijn.
Leen Verbist Schepen voor Jeugd, Wonen, Samenlevingsopbouw, Stedelijk Wijkoverleg en Ontwikkelingssamenwerking
|7| Monitor wonen 2010
|8| Monitor wonen 2010
1 Demografie Antwerpen wil een aangename stad zijn voor gezinnen in alle mogelijke samenstellingen (Bestuursakkoord Stad Antwerpen 2007 – 2012). In dit hoofdstuk worden aan de hand van algemene demografische gegevens en evoluties, een aantal kenmerken belicht die belangrijk zijn in het kader van het woonbeleid.
|9| Monitor wonen 2010
1. Demografie
1.1. Bevolking 1.1.1. Inwoners Grafiek 1.1: Evolutie aantal inwoners stad Antwerpen, 2000 – 2010
490.000 484.850 480.000 470.000
465.552
460.000 452.609
450.000 440.000 430.000
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Bron: Stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie In de loop van het laatste decennium is de bevolking van de stad Antwerpen met 7 procentpunten gegroeid van 452.609 inwoners naar 484.850 (+ 32.241 inwoners). De bevolkingstoename binnen de stad wordt voor het grootste deel verklaard door verhuisbewegingen (zie verder). Tabel 1.1:
Evolutie inwoners stad Antwerpen naar leeftijdsgroep, 2000 – 2010
2000 Totaal
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
evolutie ’00 - ’10
452.609 456.485 462.217 464.215 465.552 468.244 470.044 473.265 477.306 482.510 484.850 + 7,1%
-18j
89.712
90.965
92.037
92.605
93.222
94.486
95.032
96.080
97.517
99.303 100.796 + 12,4%
18 tem 24j
37.020
38.466
39.745
40.073
40.168
40.282
40.173
40.702
41.058
41.430
25 tem 39j
99.787 100.290 102.306 103.008 102.748 103.128 103.675 104.854 106.536 108.594 109.195 + 9,4%
40.899 + 10,5%
40 tem 64j 135.910 136.610 137.907 138.828 139.595 140.835 142.213 143.438 144.725 145.891 146.706 + 7,9% 65 tem 79j
69.499
68.201
67.104
66.097
65.546
64.683
63.555
62.194
60.949
60.391
59.920 – 13,8%
80+ j
20.681
21.953
23.118
23.604
24.273
24.830
25.396
25.997
26.521
26.901
27.334 + 32,2%
Bron: Stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Opgesplitst naar leeftijd tekenen we de sterkste stijging op bij de 80-plussers, namelijk 32 procentpunten, daarna volgen de min 18-jarigen met een stijging van 12 procentpunten. Alleen voor de groep tussen 65 en 80 jaar is een daling zichtbaar. Tussen 2000 en 2010 daalt hun aantal met 14 procentpunten van 69.499 naar 59.920. | 10 | Monitor wonen 2010
1. Demografie
1.1.2. Huishoudens Tabel 1.2:
Aantal huishoudens per district, 2010 N
Stad Antwerpen District Antwerpen
%
233.456
100,0%
92.298
39,5%
Centrum (2000)
22.510
9,6%
Zuid (2018)
25.638
11,0%
Kiel (2020)
11.868
5,1%
Luchtbal (2030)
4.819
2,1%
Linkeroever (2050)
7.898
3,4%
Noord (2060)
19.582
8,4%
District Bezali
3.894
1,7%
District Ekeren
9.643
4,1%
19.124
8,2%
District Merksem District Hoboken
15.079
6,5%
District Wilrijk
18.216
7,8%
District Berchem
21.137
9,1%
District Borgerhout
19.223
8,2%
District Deurne
34.776
14,9%
66
0,0%
Onbekend
Bron: Stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Anno 2010 telt de stad 233.456 gezinnen. Dit is een stijging van 2 procentpunten in vergelijking met 2004. Ongeveer vier op tien gezinnen resideert in het district Antwerpen, daarna volgt het district Deurne met bijna 15%.
| 11 | Monitor wonen 2010
1. Demografie
Tabel 1.3:
Evolutie Antwerpse huishoudens naar type, 2004 – 2010 evolutie ’04 - ’10
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
%
Totaal huishoudens
+ 2%
228.818
229.561
230.316
231.160
232.106
233.600
233.456
100%
Alleenstaanden
+ 1%
107.555
107.909
108.553
108.679
108.664
108.935
108.222
46%
Eenoudergezinnen
+ 3%
19.007
19.198
19.334
19.396
19.311
19.230
19.626
8%
Koppels zonder kinderen
– 1%
51.964
51.668
51.376
51.417
51.538
51.730
51.320
22%
Koppels met kinderen
+ 7%
47.359
47.777
47.954
48.453
49.250
50.192
50.749
22%
Ander huishoudtype
+ 24%
2.860
3.009
3.099
3.215
3.343
3.513
3.539
2%
Huishoudtype onbekend
73
Bron: Stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Ongeveer 46% van de gezinnen betreft alleenstaanden. In Vlaanderen bedraagt dit aandeel in 2008 ongeveer 30% (cfr. ADSEI). Het aandeel koppels met kinderen is even groot als dat zonder kinderen, namelijk 22% en ongeveer 8% van de gezinnen is een éénoudergezin. De eerste kolom van de tabel geeft de evolutie van het aantal huishoudens ten opzichte van 2004 weer. In verhouding stijgt de categorie ‘andere’1 het sterkst (+24 procentpunten), daarna volgt ‘koppels met kinderen’ met een stijging van 7 procentpunten.
1
‘Andere huishoudens’ zijn bijvoorbeeld gezinnen waar niet-verwante personen inwonen of collectieve huishoudens.
| 12 | Monitor wonen 2010
1. Demografie
1.2. Verhuisbewegingen De verhuisintensiteit is de optelling van alle mogelijke verhuisbewegingen naar, binnen en vanuit de stad Antwerpen. Deze indicator geeft aan hoeveel er verhuisd wordt, ongeacht het soort verhuisbeweging. Anno 2009 worden 96.007 verhuisbewegingen geregistreerd. De verhuisintensiteit neemt met de jaren stelselmatig toe: sinds 2001 is ze met ongeveer 6.900 eenheden gestegen. Wanneer de aard van de bewegingen onder de loep wordt genomen blijkt 46% een migratie binnen de stadsgrenzen te zijn, 28% een inschrijving en 26% een uitschrijving. Tabel 1.4:
20 belangrijkste verhuisbestemmingen van en naar stad Antwerpen, 2009 Inschrijvingen
Schoten
651
Uitschrijvingen Schoten
840
Mortsel
645
Mortsel
736
Brussel
606
Brasschaat
714
Brasschaat
550
Kapellen
518
Kapellen
523
Stabroek
509
Stabroek
389
Edegem
461
Edegem
387
Borsbeek
447
Borsbeek
350
Zwijndrecht
403
Gent
286
Brecht
391
Mechelen
277
Hemiksem
309
Brecht
273
Kontich
289
Zwijndrecht
259
Beveren-Waas
276
Schilde
235
Zoersel
269
Ranst
219
Wommelgem
257
Wommelgem
208
Schilde
254
Kontich
194
Lier
250
Hemiksem
190
Ranst
248
Beveren-Waas
190
Wijnegem
244
Turnhout
188
Aartselaar
234
Lier
184
Mechelen
225
Bron: Stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Voor welke gemeenten is Antwerpen een aantrekkingspool en welke gemeenten hebben een sterke aantrekkingskracht bij de Antwerpse inwoners? In tabel 1.4 wordt voor de inen uitschrijvingen de 20 belangrijkste gemeenten weergegeven. Het merendeel van de gemeenten is gelegen in de provincie Antwerpen, meer bepaald in de rand van Antwerpen of het Waasland. De vijf belangrijkste gemeenten zijn voor de in- en uitschrijvingen op één stad na identiek: Schoten, Brasschaat, Mortsel en Kapellen zijn populaire vertrek- én aankomstpunten.
| 13 | Monitor wonen 2010
1. Demografie
Bij de inschrijvingen staat Brussel op de derde plaats en zien we eveneens een significant aantal inwijkelingen uit Gent. In vergelijking met 2008 tekenen we weinig verschillen op. Tabel 1.5:
5 belangrijkste landen bij in- en uitschrijvingen van de stad Antwerpen, 2009
Inschrijvingen
Uitschrijvingen
Nederland
1551 Nederland
Polen
795
1430 Spanje
237
Marokko
732 Polen
229
Spanje
692 Verenigd Koninkrijk
218
Turkije
341 Indië
193
Bron: Stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Antwerpen is een populaire bestemming voor Nederlanders en Polen: beide zijn goed voor bijna 3.000 inschrijvingen of meer dan 10%. Daarna volgen Marokko, Spanje en Turkije. Ook bij de uitschrijvingen staat Nederland op nummer één; dit aantal ligt echter gevoelig lager dan bij de inschrijvingen, namelijk 795 registraties. Daarna volgen Spanje en Polen. Grafiek 1.2: Evolutie van het verhuissaldo, absoluut en per 1.000 inwoners voor de stad Antwerpen, 2002 – 2009 verhuissaldo
verhuissaldo per 1.000 inwoners
4.500
10,0
4.000
9,0
3.500
8,0 7,0
3.000
6,0
2.500
5,0
2.000
4,0
1.500
3,0
1.000
2,0
500
1,0
0
0,0 2002
2003
2004
2005
2006
2007
Bron: Stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie
| 14 | Monitor wonen 2010
2008
2009
Grafiek 1.3: Verhuissaldo per 1.000 inwoners naar district, 2008 – 2009
15,0 10,0 5,0
District Deurne
District Borgerhout
District Berchem
District Wilrijk
District Hoboken
District Merksem
District Ekeren
District Bezali
-10,0
District Antwerpen
-5,0
Stad Antwerpen
0,0
2008 2009
-15,0 -20,0
Bron: Stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Naar district tekenen we voor 2009 de hoogste saldo’s per 1.000 inwoners op voor Hoboken (9), Deurne (7) en Berchem (7). Voor het district Borgerhout is het saldo per 1.000 inwoners sterk negatief, namelijk -15 en ook voor Merksem tekenen we een licht negatief saldo op. Ter vergelijking: in 2008 bedroeg het saldo voor de stad 9 en voor Borgerhout 2. Met uitzondering van Hoboken wordt voor alle districten een sterke daling vastgesteld in vergelijking met 2008.
| 15 | Monitor wonen 2010
1. Demografie
Het verhuissaldo is het verschil tussen het aantal aankomsten en het aantal vertrekken in Antwerpen. Anno 2009 bedraagt het saldo 1.041 of 2,2 verhuisbewegingen per 1.000 inwoners. In grafiek 1.2 zien we voor de hele tijdslijn een positief saldo, met andere woorden meer aankomsten dan vertrekken, tussen 2005 en 2008 een stijgende trend en in 2009 een sterke daling. Dit is voornamelijk te wijten aan een kleiner aantal inschrijvingen mogelijk als gevolg van de economische crisis.
70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0
2008
10,0
2009 65+
40 tem 64j
25 tem 39j
-20,0
18 tem 24j
-10,0
-18j
0,0 Stad Antwerpen
1. Demografie
Grafiek 1.4: Verhuissaldo per 1.000 inwoners naar leeftijd, 2008 – 2009
Bron: Stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Het positieve saldo voor de stad kan toegeschreven worden aan een sterk positief saldo bij de 18- tot 24-jarigen, namelijk 1.508 of 36 per 1.000 inwoners tussen 18 en 24 jaar. Bij de 25- tot 39-jarigen bedraagt het saldo 5 per 1.000 inwoners. Voor de oudere leeftijdscategorieën zijn de saldo’s negatief. In de Antwerpse Monitor2 worden de verhuisintenties van de respondenten bevraagd. Ongeveer twee op drie respondenten heeft de eerste vijf jaar geen verhuisplannen, 14% meldt in de nabije toekomst naar een andere stad/gemeente te verhuizen, één op acht blijft in Antwerpen maar trekt naar een andere buurt en 8% verhuist binnen dezelfde buurt.
2
De Antwerpse Monitor (AMon) is een enquête opgestart in december 2009. Wekelijks krijgt een willekeurige selectie van 500 Antwerpenaren tussen 16 en 80 jaar een schriftelijke vragenlijst in de brievenbus. De vragenlijst bevat zowel vaste als variabele vragen. Eén versie van de vragenlijst – ‘golf’ – wordt gedurende zes weken verstuurd. Na die zes weken worden de variabele vragen aangepast. Het variabele deel laat toe om ad-hoc beleids- en onderzoeksvragen voor een korte periode aan een zeer lage meerkost te onderzoeken. De respons per golf bedraagt gemiddeld 22%. Eind september 2010 beschikken we over meer dan 4.000 respondenten.
| 16 | Monitor wonen 2010
Bron: Stad Antwerpen, Antwerpse Monitor, golf 1 tot 7 Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie In bovenstaande grafiek worden de verhuismotieven opgelijst van respondenten die aangeven binnen de vijf jaar naar een andere stad of gemeente te willen verhuizen. Elke respondent kan maximum drie motieven aankruisen. Woonomgeving staat op één met maar liefst 55%, daarna volgen een wijziging van de gezinssituatie en de aanwezigheid van een tuin. Tenslotte vermeldt ook één op vier respondenten de grootte van het huis of de belastingsdruk als verhuismotief.
| 17 | Monitor wonen 2010
1. Demografie
Grafiek 1.5: Belangrijkste verhuismotieven bij personen die binnen de 5 jaar naar een andere stad/gemeente willen verhuizen, december 2009 tot september 2010
Grafiek 1.6: Gemiddeld netto belastbaar inkomen per aangifte (niet-geïndexeerd) naar district in 2006 en procentuele stijging ten opzichte van 2000
30.000
16,0% 14,0% 12,0% 10,0% 8,0% 6,0% 4,0% 2,0% 0,0% -2,0% -4,0%
25.000 20.000 15.000 10.000 5.000
2006 groei tov 2000
2060
2030
2020
District Borgerhout
2000
2050
2018
Stad Antwerpen
District Deurne
District Merksem
District Hoboken
District Berchem
District Wilrijk
District Bezali
0 District Ekeren
1. Demografie
1.3. Inkomen
Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie De cijfers met betrekking tot inkomen zijn gebaseerd op de fiscale gegevens afkomstig van de belastingsaangiften. Het gemiddeld niet-geïndexeerd netto belastbaar inkomen per aangifte in de stad Antwerpen bedroeg in 2006 € 22.800 per jaar. Voor Vlaanderen is dit € 26.187. Er zijn echter opvallende verschillen wanneer een opdeling naar postcode wordt gemaakt. De postcodes die binnen het district Antwerpen vallen scoren systematisch lager dan het gemiddelde en ook voor het district Borgerhout tekenen we een laag gemiddeld inkomen per aangifte op. De randdistricten doen het beter. In de drie sterkste districten (Ekeren, Wilrijk en Bezali) ligt het gemiddeld inkomen per aangifte meer dan € 10.000 hoger dan in hekkensluiter Antwerpen Noord, waar afgerond amper € 16.500 genoteerd wordt. Het gemiddeld inkomen in Antwerpen Noord ligt nog € 3.000 lager dan in de op één na laatste postcode, namelijk het gebied Luchtbal, Haven. Het gemiddeld inkomen voor de stad is met 5,4 procentpunten gestegen ten opzichte van het jaar 2000. Naast Bezali, Berchem, Hoboken en Wilrijk tekenen we ook voor de postcodes 2000, 2018 en 2050 relatief sterke stijgingen op. In Borgerhout is het gemiddeld inkomen stabiel en in Merksem stellen we zelfs een daling vast van 1,4 procentpunt. Opgesplitst naar wijk zijn de vijf sterkste stijgers Zuid-Museum, Justitie-Harmonie, DamEilandje, Tentoonstelling-den Brandt en Polder. In onderstaande kaart wordt het gemiddeld netto belastbaar inkomen per aangifte per buurt weergegeven.
| 18 | Monitor wonen 2010
1. Demografie
Kaart 1.1: Gemiddeld netto belastbaar inkomen, 2006
´
Gemiddeld netto belastbaar inkomen Stad Antwerpen: € 22.800
BERENDRECHT_ZANDVLIET
District
EKEREN
Buurt
MERKSEM
Buurten ingekleurd volgens het gemiddeld netto belastbaar inkomen per aangifte ANTWERPEN
Legende
DEURNE
INKOMEN <= € 18.000 € 18.001 - € 22.000 € 22.001 - € 26.000 € 26.001 - € 30.000 > € 30.000 BORGERHOUT BERCHEM
HOBOKEN
WILRIJK
Schaal: 1:120.000
Bron: NIS, 2006 Bewerkingen door Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie
| 19 | Monitor wonen 2010
2 Ruimte en woningpatrimonium In dit hoofdstuk wordt de woonruimte en het woningpatrimonium binnen de stad Antwerpen beschreven. Hoe kenmerkt zich het woongebied in Antwerpen, wat is de woondichtheid, hoeveel onbebouwde percelen zijn er nog, waar situeert zich het groen in de stad, …. Naast de ruimte, bekijken we in dit hoofdstuk eveneens de kenmerken van het huidige woningpatrimonium in de stad. Welke woontypes overheersen, hoeveel nieuwbouwwoningen telt Antwerpen en hoeveel renovaties worden er gedaan? Welk aandeel van het woningpatrimonium bestaat uit sociale woningen?
2.1. Ruimte 2.1.1. Woongebied Tabel 2.1:
Woongebied per district, 2010
2. Ruimte en woningpatrimonium
Oppervlakte (ha) Stad Antwerpen District Antwerpen
Woongebied (ha)
% Woongebied
20.426
5.462
26,7%
7.996
1.674
20,9%
Centrum (2000)
664
386
58,0%
Zuid (2018)
492
427
86,8%
Kiel (2020)
771
233
30,3%
Luchtbal (2030)
4.798
173
3,6%
Linkeroever (2050)
996
230
23,1%
Noord (2060)
275
225
81,5%
District Berchem District Bezali
570
418
73,4%
4.339
318
7,3%
390
274
70,2%
District Deurne
1.303
697
53,5%
District Ekeren
906
559
61,7%
District Borgerhout
District Hoboken
1.052
492
46,8%
District Merksem
839
425
50,7%
1.371
604
44,0%
District Wilrijk
Bron: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Gewestplan en BPA/RUP (2010) en Districtsen Loketwerking, 1 januari 2010 Bewerkingen: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning De oppervlakte van de stad Antwerpen bedraagt 20.426 ha of 204,5 km². Het woongebied van de stad wordt afgebakend volgens de bestemmingen van het gewestplan en BPA ’s (bijzonder plan van aanleg). Meer dan één vierde of 5.462 hectare van het hele Antwerpse grondgebied (inclusief haven, voornamelijk in district Antwerpen en Bezali) is woongebied. De districten Berchem en Borgerhout en de postcodes 2018 en 2060 binnen het district Antwerpen hebben in verhouding het grootste percentage woongebied.
| 22 | Monitor wonen 2010
2.1.2. Woondichtheid Woondichtheid per district, 2010 Huishoudens
Woongebied (ha)
Woondichtheid
Stad Antwerpen
226.196
5.462
41,4
District Antwerpen
89.723
1.674
53,6
Centrum (2000)
20.670
386
53,6
Zuid (2018)
25.889
427
60,6
Kiel (2020)
11.731
233
50,3
Luchtbal (2030)
4.686
173
27,0
Linkeroever (2050)
7.149
230
31,1
Noord (2060)
19.598
225
87,3
District Bezali
3.476
318
10,9
District Deurne
33.773
697
48,4
District Borgerhout
19.106
274
69,8
District Merksem
18.295
425
43,0
9.365
559
16,7
District Berchem
20.694
418
49,5
District Wilrijk
17.540
604
29,1
District Hoboken
14.224
492
28,9
District Ekeren
Bron: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Gewestplan en BPA/RUP (2010) en Districtsen Loketwerking, 1 januari 2010 Bewerkingen: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning De woondichtheid wordt gemeten aan de hand van het aantal huishoudens per hectare woongebied.3 Het stedelijk gemiddelde bedraagt 41 huishoudens per hectare woongebied. In Antwerpen Noord (2060) tellen we dubbel zo veel huishoudens per hectare –namelijk 87– en ook in Borgerhout, 2018, 2000 en 2020 ligt dit cijfer gevoelig hoger dan het stedelijk gemiddelde. In gebieden zoals Bezali, 2030, maar ook de districten Ekeren en Wilrijk worden opvallend minder huishoudens per hectare woongebied geregistreerd.
3
Alleen de huishoudens die gekoppeld kunnen worden aan een pand en enkel de panden die in woongebied liggen worden opgenomen.
| 23 | Monitor wonen 2010
2. Ruimte en woningpatrimonium
Tabel 2.2:
Kaart 2.1: Woondichtheid Antwerpen, 2010
Kaart: Woondichtheid (2010) - voor buurten berendrecht_zandvliet
2. Ruimte en woningpatrimonium
berendrecht_zandvliet
ekeren
merksem antwerpen woongebied (gewestplan en BPA/RUP) ingekleurd volgens woondichtheid: het aantal woningen (hh) per ha (sted. gemidd.: 41,4) <=15 (geringe dh.) >15 - <=25 (middelgrote dh.) >25 - <=40 (grote dh.)
borgerhout
deurne
>40 - <=55 (grote dh.) >55 - <=75 (grote dh.) >75 (grote dh.)
de niet-woongebieden in de buurten (volgens gewestplan en BPA/RUP-bestemming zijn wit gelaten
berchem
hoboken
wilrijk Cartografie: Stadsontwikkeling/ ruimtelijke planning Bron: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling (Gewestplan en BPA/RUP), 2010; en Dienst Bevolking, 1 januari 2010.
0
1.250
2.500 Meters
Bron: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Gewestplan en BPA/RUP (2010) en Districtsen Loketwerking, 1 januari 2010 Bewerkingen: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning Op kaart 2.1 zien we duidelijk dat bepaalde gebieden donkerder kleuren. De 10 wijken met de grootste woondichtheid zijn allen gelegen in het district Antwerpen: Amandus-Atheneum, Sint-Andries, Stuivenberg, het Zuid, Borgerhout-intra-Muros, Brederode, Stadspark, Zurenborg, het historisch centrum en Harmonie. | 24 | Monitor wonen 2010
2.1.3. Onbebouwde percelen Oppervlakte onbebouwde bebouwbare percelen in woongebied en verkavelingen per district, 2007
Onbebouwde percelen (ha) Stad Antwerpen
483,8
District Antwerpen
118,6
% Onbebouwde percelen tov oppervlakte woongebied 8,9% 7,1%
Centrum (2000)
13,3
3,4%
Zuid (2018)
11,0
2,6%
Kiel (2020)
25,6
11,0%
Luchtbal (2030)
19,8
11,4%
Linkeroever (2050)
39,4
17,2%
Noord (2060)
9,5
4,3%
District Berchem
22,4
5,4%
District Bezali
66,7
21,0%
District Borgerhout
9,4
3,4%
District Deurne
48,6
7,0%
District Ekeren
78,2
14,0%
District Hoboken
57,3
11,6%
District Merksem
32,4
7,6%
District Wilrijk
50,2
8,3%
Bron: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning Bewerkingen: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning Er zijn drie types onbebouwde percelen die bebouwbaar zijn: percelen in verkavelingen die onmiddellijk bebouwbaar zijn, percelen aan de straatkant die niet onmiddellijk bebouwbaar zijn en binnenpercelen van bebouwbare aard. In 2007 telt de stad 3.431 onbebouwde bebouwbare percelen; samen goed voor 483,8 hectare. Ongeveer twee derde betreft percelen aan de straatkant. Ongeveer 9% van de oppervlakte woongebied in de stad is een onbebouwd bebouwbaar perceel. In de districten Bezali en Ekeren en op Linkeroever liggen deze aandelen hoger, respectievelijk 21%, 14% en 17%. Ongeveer 2,4% van de totale oppervlakte in Antwerpen is een onbebouwd bebouwbaar perceel. Kaart 2.2 illustreert het aantal onbebouwde percelen ten opzichte van de totale oppervlakte op buurtniveau.
| 25 | Monitor wonen 2010
2. Ruimte en woningpatrimonium
Tabel 2.3:
2. Ruimte en woningpatrimonium
Kaart 2.2: Spreiding onbebouwde percelen in Antwerpen, 2007
Bron: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, ROP 2007 Bewerkingen: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning
| 26 | Monitor wonen 2010
2.1.4. Open ruimte en groen
2. Ruimte en woningpatrimonium
Kaart 2.3: Groene openbare ruimte en aandeel open ruimte in bouwblokken, 2009
Bron: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling Bewerkingen: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning
| 27 | Monitor wonen 2010
Op kaart 2.3 zien we dat de groene openbare ruimte4 in de rand van de stad geconcentreerd zit. Daarnaast wordt per bouwblok eveneens het aandeel open of onbebouwde ruimte berekend (koer, terras, tuin, …). Ook hier merken we dat in de rand bouwblokken in verhouding een groter aandeel open ruimte hebben dan in de binnenstad.
2. Ruimte en woningpatrimonium
Grafiek 2.1: Appreciatie van groen in de buurt volgens woonplaats, december 2009 tot september 2010
Bron: Stad Antwerpen, Antwerpse Monitor, golf 1 tot 7 Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie In de Antwerpse Monitor wordt gepeild naar de mate van tevredenheid over het aanbod groen in de buurt. De antwoordschaal varieert van helemaal ontevreden (-2) tot helemaal tevreden (+2). In grafiek 2.1 wordt de gemiddelde score per zone weergegeven. Het stadsgemiddelde is positief en bedraagt 0,4. Voor zones binnen de ring, met name Antwerpen Noord – Oost Borgerhout, Kernstad-Zuid en zone 2018-Zurenborg-Oost Berchem wordt een negatieve score opgetekend; het aanbod groen wordt er opvallend negatiever geapprecieerd dan in zones in de rand van Antwerpen.
4
Groene open ruimten zijn alle open of niet-bebouwde ruimten met een zekere omvang (minimum 1.300m²) met een overwegend ‘groene’ invulling die maatschappelijke, ecologische of economische functies vervullen. Bij de inventarisatie van de Groene Open Ruimten werd ook aandacht geschonken aan bepaalde potenties. Het woongroen, de stedelijke pleinen en maatschappelijk volledig irrelevante gebieden (bv. de verkeerswisselaars doordat ze niet toegankelijk zijn), behoren niet tot de Groene Open Ruimte. De luchthaven werd wel mee opgenomen omwille van haar potentieel (nabestemming park) en haar zowel ecologische, economische als maatschappelijke functie.
| 28 | Monitor wonen 2010
2.2. Woningpatrimonium 2.2.1. Woningtype Aantal en aandeel woningen per woontype, 2008 Wooneenheden
Gebouwen
N
%
N
%
Totaal woningen
250.385
100,0%
126.102
100,0%
Appartementen
122.948
49,1%
17.500
13,9%
Eengezinswoningen
111.344
44,5%
85.509
67,8%
98.556
39,4%
73.436
58,2%
Gesloten bebouwing
Handelshuizen Andere gebouwen
Halfopen bebouwing
9.366
3,7%
8.691
6,9%
Open bebouwing
3.422
1,4%
3.382
2,7%
14.040
5,6%
9.001
7,1%
2.053
0,8%
14.092
11,2%
Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Op 1 januari 2008 telt Antwerpen volgens het kadaster 250.385 woningen. Bijna de helft van deze woongelegenheden zijn appartementen, 45% is een ééngezinswoning (het merendeel gesloten bebouwing) en bijna 6% een woongelegenheid in een handelshuis. De woningen boven handelshuizen kan men beschouwen als appartementen, waardoor het aandeel appartementen stijgt tot 55%.5 In vergelijking met het Vlaams Gewest ligt het aandeel appartementen in de stad Antwerpen opvallend hoger (49% versus 20%) en zijn er in verhouding significant minder eengezinswoningen open bebouwing (1% tegenover 34%).
5
Het kadaster maakt echter een onderschatting van het aantal appartementen; actualisaties gebeuren immers op basis van mutaties aan de gebouwen. De verhouding appartementen versus eengezinswoningen bedraagt eerder 60/40.
| 29 | Monitor wonen 2010
2. Ruimte en woningpatrimonium
Tabel 2.4:
2.2.2. Statuut bewoner Tabel 2.5:
Verdeling woningen volgens statuut van de bewoner per district, 2001 N
Stad Antwerpen
2. Ruimte en woningpatrimonium
District Antwerpen District Bezali District Ekeren
Eigenaar
Huurder
191.159
53,4%
46,6%
68.368
39,0%
61,0%
3.443
79,8%
20,2%
8.550
77,3%
22,7%
District Merksem
16.775
64,4%
35,6%
District Deurne
30.628
57,2%
42,8%
District Borgerhout
16.187
52,1%
47,9%
District Berchem
17.512
56,4%
43,6%
District Wilrijk
16.114
63,4%
36,6%
District Hoboken
13.397
69,4%
30,6%
Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische informatie, Socio-economische enquête Bewerkingen: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning De meest recente gegevens inzake bewonersstatuut dateren van de Volkstelling van 2001. In 2001 wordt 53% van de woningen binnen de stad Antwerpen bewoond door eigenaars, mede-eigenaars of vruchtgebruikers van de woning. In Vlaanderen is bijna drie op vier woningen een eigendom (74%). In de districten Bezali en Ekeren merken we het hoogste aandeel eigenaars op: bijna acht op tien woningen is er een eigendom. Daarna volgen Hoboken, Merksem en Wilrijk met respectievelijk 69%, 64% en 63%. Alleen in Borgerhout en Antwerpen ligt het aandeel eigenaars met 52% en 39% onder het stedelijk gemiddelde. De kaart op buurtniveau toont duidelijk het lage eigenaarschap in de binnenstad en in een aantal sociale huisvestingsbuurten zoals Luchtbal, Linkeroever en het Kiel.
| 30 | Monitor wonen 2010
2. Ruimte en woningpatrimonium
Kaart 2.4: Aandeel woningen bewoond door eigenaars, 2001
| 31 | Monitor wonen 2010
2.2.3. Nieuwbouw
2. Ruimte en woningpatrimonium
Tabel 2.6:
Evolutie van het aantal nieuwbouwwoningen naar type, 2005 – 2009 2005
2006
Totaal nieuwbouw wooneenheden
840
922
1.058
918
1.018
Nieuwbouw appartementen
766
845
1.004
847
905
70
73
52
64
103
Nieuwbouw eengezinswoningen
Nieuwbouw andere
2007
2008
2009
Gesloten bebouwing
27
37
19
36
35
Halfopen bebouwing
25
24
17
20
37
Open bebouwing
18
12
16
8
31
4
4
2
7
10
Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Nieuwbouw in bovenstaande tabel betreft alle residentiële gebouwen waarvoor een bouwvergunning uitgereikt is. Een uitgereikte bouwvergunning leidt immers meestal tot een effectieve bouwactiviteit. In 2009 tellen we 1.018 nieuwbouwwooneenheden, waarvan 905 appartementen en 103 ééngezinswoningen. Het saldo of het verschil tussen het aantal nieuwbouwwoningen en gesloopte woningen bedraagt in 2009 923.
| 32 | Monitor wonen 2010
Aantal nieuwbouwwooneenheden per district, 2005 – 2009 N
%
Stad Antwerpen
4.756
100,00%
District Antwerpen
2.320
48,8%
Centrum (2000)
1.149
24,2%
Zuid (2018)
639
13,4%
Kiel (2020)
93
2,0%
Luchtbal (2030)
3
0,1%
Linkeroever (2050)
148
3,1%
Noord (2060)
288
6,1%
District Bezali
110
2,3%
District Deurne
457
9,6%
District Borgerhout
125
2,6%
District Merksem
89
1,9%
District Ekeren
250
5,3%
District Berchem
409
8,6%
District Wilrijk
267
5,6%
District Hoboken
604
12,7%
Onbekend
125
2,6%
Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie In de periode 2005 – 2009 worden 4.756 nieuwe wooneenheden geregistreerd. Ongeveer één op vier situeert zich in zone 2000, daarna volgen zone 2018 en het district Hoboken met beide 13%. In de districten Bezali, Borgerhout, Merksem en op het Kiel en Luchtbal liggen de aantallen nieuwbouweenheden veel lager.
| 33 | Monitor wonen 2010
2. Ruimte en woningpatrimonium
Tabel 2.7:
2.2.4. Renovatie van woningen
2. Ruimte en woningpatrimonium
Tabel 2.8:
Evolutie van het aantal renovatievergunningen naar type gebouw, 2005 – 2009 2005
2006
2007
2008
2009
Totaal
685
676
703
844
793
Appartementen
155
169
171
204
217
Eengezinswoningen
477
442
472
585
523
Gesloten bebouwing
312
297
354
466
404
Halfopen bebouwing
73
62
53
53
46
Open bebouwing
92
83
65
66
73
53
65
60
55
53
2005
2006
2007
2008
2009
(N= 685)
(N= 676)
(N= 703)
(N= 844)
(N= 793)
Appartementen
22,6%
25,0%
24,3%
24,2%
27,4%
Eengezinswoningen
Andere
Andere
69,6%
65,4%
67,1%
69,3%
66,0%
Gesloten bebouwing
45,5%
43,9%
50,4%
55,2%
50,9%
Halfopen bebouwing
10,7%
9,2%
7,5%
6,3%
5,8%
Open bebouwing
13,4%
12,3%
9,2%
7,8%
9,2%
7,7%
9,6%
8,5%
6,5%
6,7%
Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Bewerkingen: Stad Antwerpen, Stadsontwikkeling, Ruimtelijke Planning In 2009 tellen we 793 bouwvergunningen voor renovaties waarvan twee op drie voor ééngezinswoningen en 27% voor appartementsgebouwen. Het betreft hier woongebouwen en geen wooneenheden. Het is mogelijk dat er meerdere vergunningen voor één gebouw worden aangevraagd.
| 34 | Monitor wonen 2010
Aantal renovatievergunningen per district, 2005 – 2009 N
%
Stad Antwerpen
3.701
100,0%
District Antwerpen
1.496
40,4%
Centrum (2000)
577
15,6%
Zuid (2018)
452
12,2%
Kiel (2020)
99
2,7%
Luchtbal (2030)
27
0,7%
Linkeroever (2050)
38
1,0%
Noord (2060)
303
8,2%
District Bezali
182
4,9%
District Deurne
330
8,9%
District Borgerhout
257
6,9%
District Merksem
173
4,7%
District Ekeren
247
6,7%
District Berchem
260
7,0%
District Wilrijk
412
11,1%
District Hoboken
211
5,7%
Onbekend
133
3,6%
Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Tussen 2005 en 2009 werden 3.701 renovatievergunningen geregistreerd waarvan 16% in zone 2000, 12% in zone 2018 en iets meer dan één op tien in het district Wilrijk. Voor het Kiel, de Luchtbal en Linkeroever worden amper renovatievergunningen geregistreerd.
| 35 | Monitor wonen 2010
2. Ruimte en woningpatrimonium
Tabel 2.9:
2.2.5. Sociale huisvesting Tabel 2.10: Aantal sociale woningen per district, 2010
2. Ruimte en woningpatrimonium
Sociale woningen
Huishoudens
%
Stad Antwerpen
24.250
233.456
10,4%
District Antwerpen
16.532
92.315
17,9%
Centrum (2000)
2.121
22.510
Zuid (2018)
548
25.638
2,1%
Kiel (2020)
4.368
11.868
36,8%
Luchtbal (2030)
3.479
4.819
72,2%
Linkeroever (2050)
3.738
7.898
47,3%
Noord (2060)
2.278
19.582
11,6%
District Berchem
9,4%
1.172
21.144
5,5%
384
3.906
9,8%
District Borgerhout
1.355
19.223
7,0%
District Deurne
1.548
34.776
4,5%
District Bezali
District Ekeren
62
9.646
0,6%
District Hoboken
1.641
15.105
10,9%
District Merksem
540
19.124
2,8%
1.016
18.217
5,6%
District Wilrijk
Bron: Stad Antwerpen, Samen Leven, Strategische Cel Bewerkingen: Stad Antwerpen, Samen Leven, Strategische Cel Het patrimonium van sociale woningen bestaat uit appartementen, studio’s en huizen, die zowel verhuurd als verkocht kunnen worden. Anno 2010 telt Antwerpen 24.250 sociale woningen, dit is iets meer dan één op de tien woningen. In de wijk Luchtbal loopt dit percentage op tot meer dan 70%, op Linkeroever tot bijna de helft en op het Kiel bedraagt het aandeel sociale woningen om en bij de 40%. Het merendeel van de sociale woningen zijn huurwoningen, slechts 1% is een koopwoning en 1% is een verkochte huurwoning.
| 36 | Monitor wonen 2010
Huur
Koop
Verkochte huurwoning
Totaal
Totaal
23.752
221
277
24.250
Woonhaven
17.660
27
229
17.916
1
1.700
1
43
3.257
ABC
1.699
DIW
3.213
ARRO
193
193
ASVK
137
137
SVK Huurdersunie
136
136
SVK Woonunie
98
Vlaams Woningfonds
234
OCMW
575
98 4
Bron: Stad Antwerpen, Samen Leven, Strategische cel Bewerkingen: Stad Antwerpen, Samen Leven, Strategische cel Op de volgende kaart wordt het aandeel sociale woningen per buurt weergegeven.
| 37 | Monitor wonen 2010
238 575
2. Ruimte en woningpatrimonium
Tabel 2.11: Sociale woningen naar huisvestingsmaatschappij en type woning, 2010
Kaart 2.5: Spreiding sociale huisvesting, 2010
Spreidingskaart Stedelijk gemiddelde (2010): 10,38%
2. Ruimte en woningpatrimonium
District Bezali
District Ekeren
District Antwerpen
District Merksem
District Wijk buurten ingekleurd volgens het aandeel (%) sociale woningen tov het totale aantal huishoudens
District Deurne
District Hoboken
0-5% District Berchem
5-10% 10-15% 15-20% 20-25%
District Wilrijk
+25%
Stad Antwerpen / Samen Leven / Sociale Huisvesting / Inventaris patrimonium 2010
Bron: Stad Antwerpen, Samen Leven, Strategische cel Bewerkingen: Stad Antwerpen, Samen Leven, Strategische cel
| 38 | Monitor wonen 2010
District Borgerhout
3 Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen Het stadsbestuur stelt in haar Bestuursakkoord: “Antwerpen wil dat meer mensen een kwaliteitsvolle en betaalbare woning vinden in de stad” (Bestuursakkoord Stad Antwerpen 2007 – 2012). Betaalbaarheid betreft zowel (ver)koopprijzen, als maandelijkse huurprijzen, en dit zowel op de private als op de sociale woonmarkt. Kwaliteitsvol wonen gaat in de eerste plaats over de kwaliteit van de woning zelf, maar ook de woonomgeving speelt een rol.
3.1. Betaalbaar wonen 3.1.1 Verkoopprijs private woning of bouwgrond Tabel 3.1:
Evolutie van het aantal verkochte bouwgronden en woningen naar type, 2000 – 2008 Bouwgrond
Appartement
Woonhuis
Villa
2000
232
3.530
3.018
160
2001
190
3.674
2.998
163
2002
129
3.914
3.095
117
2003
136
3.711
2.966
155
2004
163
4.123
2.790
166
2005
255
3.796
3.483
97
2006
167
3.721
3.550
83
2007
110
4.300
3.540
93
2008
124
4.090
3.347
101
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen
Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie In de loop van 2008 werden 124 bouwgronden verkocht, 4.090 appartementen, 3.347 woningen en 101 villa’s (exclusief nieuwbouw). In vergelijking met 2007 worden geen grote verschillen opgetekend.
| 40 | Monitor wonen 2010
Tabel 3.2:
Evolutie gemiddelde verkoopprijs van bouwgrond, appartementen, woonhuizen en villa’s in euro, 2000 – 2009 Bouwgrond/m²
2000
Appartement
Woonhuis
Villa
148,1
72.826
76.527
323.381
2001
97,9
72.714
81.944
351.162
2002
117,7
84.843
92.854
380.996
2003
186,4
91.623
99.204
356.158
2004
246,9
106.023
107.728
423.734
2005
211,4
114.239
153.672
394.272
2006
148,5
125.698
173.681
435.110
2007
129,6
139.193
189.385
467.879
2008
186,7
141.513
202.109
510.643
2009
192,7
143.252
201.778
458.564
Anno 2009 wordt in Antwerpen gemiddeld € 143.252 neergeteld voor een appartement. In Vlaanderen ligt dit bedrag ongeveer € 40.000 hoger. Een woonhuis kost gemiddeld € 201.778, een villa € 458.564. In Vlaanderen liggen deze gemiddelde bedragen lager, respectievelijk € 183.925 en € 320.240.6 Wanneer we de prijsevoluties bekijken voor de stad Antwerpen, zien we voor woonhuizen en appartementen een gestage stijging doorheen de jaren, voor villa’s is de evolutie minder eenduidig. Echter, in 2009 ligt de prijs voor een woonhuis in Antwerpen lager dan in 2008, voor villa’s zien we zelfs een sterke daling. In Vlaanderen zien we alleen voor villa’s een prijsdaling. In vergelijking met 2000 zijn de prijzen voor appartementen met bijna 100% gestegen, voor woonhuizen tekenen we een stijging op van maar liefst 164% op en de gemiddelde prijs van een villa is met bijna 42% gestegen. In Vlaanderen tekenen we voor appartementen een gelijkaardige stijging op, voor woonhuizen en villa’s stijgen de prijzen in verhouding minder sterk, respectievelijk met 117% en 19%. De gemiddelde prijs voor een m² bouwgrond in Antwerpen bedraagt € 193 in 2009. De prijsevolutie vertoont een zeer grillig verloop. In vergelijking met 2000 is de prijs met 30% gestegen. In Vlaanderen ligt de prijs lager dan in Antwerpen, namelijk € 148 per m², maar is de evolutie constant en sterker, sinds 2000 is de gemiddelde prijs met bijna 170% gestegen.
6
Deze cijfers houden geen rekening met de oppervlakte van de woningen en zijn exclusief nieuwbouw.
| 41 | Monitor wonen 2010
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen
Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische informatie Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie
3.1.2. Verkoopprijs sociale koopwoning Grafiek 3.1: Evolutie verkoopprijzen sociale koopwoningen, 2003 – 2009
Gemiddelde prijs
Aantal
140.000,00
30
120.000,00
25
100.000,00
20
80.000,00 15 60.000,00 10
40.000,00
5
20.000,00 0,00
0
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
Bron: VMSW Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie In 2009 werden 27 sociale koopwoningen verkocht in Antwerpen en bedroeg de gemiddelde verkoopprijs van een sociale koopwoning € 123.610. In vergelijking met 2003 is de prijs met ongeveer 35% gestegen. In tabel 3.2 zagen we reeds dat de prijs van een woning op de gewone woningmarkt in verhouding veel sterker gestegen is.
3.1.3. Huurprijs private woning Wat de prijzen van de huurwoningen op de private huurmarkt betreft, zijn er nog steeds geen adequate gegevens beschikbaar. De bestaande gegevens zijn ofwel gedateerd ofwel niet beschikbaar op het niveau van de stad. Vanaf januari 2007 is men echter verplicht huurcontracten te registreren. In de toekomst wordt het misschien mogelijk van hieruit gegevens met betrekking tot huurprijzen te registreren.
| 42 | Monitor wonen 2010
3.1.4. Huurprijs sociale woning Gemiddelde reële huurprijzen van sociale woningen verhuurd door sociale huisvestingsmaatschappijen in Antwerpen (exclusief huurlasten), 31/12/2009 Aantal slaapkamers
N
Gemiddelde huurprijs
0
1.198
104,40
1
6.172
156,29
Appartement
2
9.631
210,69
(incl. studio’s en duplexen)
3
3.673
217,24
4
243
235,22
5
8
208,87
2
189
214,52
3
1.023
282,38
4
448
297,46
5
66
348,24
6
6
271,98
Huis (incl. bungalows)
Bron: VMSW Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie In tabel 3.3 worden de huurprijzen weergegeven van sociale huurwoningen. Deze zijn gekoppeld aan onder andere het inkomen. We stellen vast dat de appartementen en huizen met de meeste slaapkamers een lagere gemiddelde huurprijs hebben dan diegene met één slaapkamer minder.
3.1.5. Huursubsidie De huursubsidie is een maandelijkse tegemoetkoming in de huurprijs, ter ondersteuning van mensen met een laag inkomen, die verhuizen van een slechte, onaangepaste woning naar een gezonde, aangepaste woning. Wie voldoet aan de voorwaarden, krijgt 1 x een installatiepremie én elke maand een huursubsidie tussen € 64 en € 213 gedurende maximum 9 jaar. Het betreft een degressieve premie. Voor huurders die een woning van een sociaal verhuurkantoor betrekken, vallen de voorwaarden met betrekking tot de te verlaten (onaangepaste) woning weg, waardoor nagenoeg alle huurders van een SVK in aanmerking komen voor een huursubsidie. Wonen Vlaanderen werkt met een nieuwe software om premies en subsidies te beheren. Voorlopig is het nog niet mogelijk informatie op postcodeniveau uit het systeem te extraheren. In de loop van 2008 werden in Antwerpen 361 huursubsidies definitief toegekend. Voor 2009 waren dat er 287.
| 43 | Monitor wonen 2010
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen
Tabel 3.3:
3.2. Kwaliteitsvol wonen 3.2.1. Ongeschikt- en onbewoonbaar verklaarde panden De stad toetst de kwaliteit van huurwoningen aan de kwaliteitsnormen van de Vlaamse Wooncode. In een technisch verslag worden strafpunten toegekend aan gebreken. Indien de woning meer dan 15 strafpunten scoort, is de woning ongeschikt. Indien er een veiligheids- of gezondheidsrisico bestaat voor de bewoners, wordt de woning onbewoonbaar verklaard. Tabel 3.4:
Aantal ongeschikt- en/of onbewoonbaar verklaarde panden per district, 08/11/2010
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen
Aantal OGO- panden Stad Antwerpen
503
District Antwerpen
308 Centrum (2000)
51
Zuid (2018)
56
Kiel (2020)
26
Linkeroever (2050)
1
Noord (2060)
163
District Bezali
8
District Berchem
25
District Borgerhout
63
District Deurne
40
District Ekeren
5
District Hoboken
21
District Merksem
29
District Wilrijk
12
Bron: Stad Antwerpen, Samen Leven, Bestuurlijke Handhaving Op datum van 8 november 2010 telt de stad Antwerpen 503 panden waarvan minimum één wooneenheid ongeschikt en/of onbewoonbaar werd verklaard. Het gaat in totaal om 1.715 wooneenheden. Deze panden zijn voornamelijk gelegen in de postcodes 2000, 2018, 2060 en 2140.
| 44 | Monitor wonen 2010
3.2.2. Leegstaande en verwaarloosde panden Om leegstand en verkrotting tegen te gaan, kan de stad belasting heffen op woningen die lange tijd leeg staan of verwaarloosd zijn. Evolutie van het aantal geregistreerde verwaarloosde woningen (pandniveau) en handelspanden per district per aanslagjaar, 2007 – 2009 2007
2008
2009
Stad Antwerpen
658
922
937
District Antwerpen
399
529
539
7
9
19
District Bezali District Berchem
42
73
56
District Borgerhout
78
114
113
District Deurne
40
58
66
District Ekeren
11
14
24
District Hoboken
48
50
57
District Merksem
17
43
35
District Wilrijk
16
32
28
Bron: Stad Antwerpen, Financiën, Vaststelling Fiscaliteit Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Verwaarloosde woningen en gebouwen zijn de woningen en gebouwen (inclusief handelspanden) met ernstige, zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval aan de buitenkant / gevel. Ook de ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde panden conform de Vlaamse Wooncode of artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet zijn hierbij opgenomen. Op 31 december 2009 telt de stad 937 woningen en gebouwen die op dat moment ongeschikt en/of onbewoonbaar zijn of waarbij een vaststelling van verwaarlozing van de gevel is gedaan die nog niet is in orde gebracht. Op deze panden kan de stad een belasting heffen. We zien een concentratie van de panden in de districten Antwerpen, Borgerhout en Deurne. Naast de stedelijk heffing op verwaarloosde woningen en gebouwen, heeft ook het Vlaams Gewest een eigen inventaris en heffing.
| 45 | Monitor wonen 2010
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen
Tabel 3.5:
Tabel 3.6:
Evolutie van het aantal leegstaande woningen (pandniveau) en handelspanden per district per aanslagjaar, 2007 – 2009 2007
2008
2009
Stad Antwerpen
287
248
333
District Antwerpen
141
121
150
5
4
5
District Berchem
16
14
18
District Borgerhout
20
16
22
District Deurne
43
39
53
District Ekeren
6
7
13
District Hoboken
24
22
29
District Merksem
18
14
23
District Wilrijk
14
11
20
District Bezali
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen
Bron: Stad Antwerpen, Financiën, Vaststelling Fiscaliteit Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Wat betreft leegstand, telt de stad 333 leegstaande woningen en/of handelpanden voor aanslagjaar 2009. Dit zijn woningen en gebouwen die het volledige voorafgaande kalenderjaar (2008) leeg stonden (minimum 12 maanden). We zien een concentratie in de districten Antwerpen en Deurne.
| 46 | Monitor wonen 2010
3.2.3. Aangenaam wonen
Bron: Stad Antwerpen, Antwerpse Monitor, golf 1 tot 7 Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie In de Antwerpse Monitor wordt gepeild naar hoe respondenten hun stad appreciëren. We zien over het algemeen positieve gemiddeldes, ook bij een opsplitsing naar woonplaats. Respondenten die binnen de Singel wonen en op Linkeroever zijn het in verhouding meer eens met de uitspraak ‘ik vind het aangenaam om in Antwerpen te wonen’. Inwoners uit Ekeren, Merksem, Bezali, Hoboken en Deurne Noord vinden het significant minder aangenaam wonen in de stad dan de gemiddelde respondent.
| 47 | Monitor wonen 2010
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen
Grafiek 3.2: Appreciatie van de stad naar woonplaats, december 2009 tot september 2010
Grafiek 3.3: Appreciatie van de buurt naar woonplaats, december 2009 tot september 2010
3. Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen
Bron: Stad Antwerpen, Antwerpse Monitor, golf 1 tot 7 Bewerkingen: Stad Antwerpen, Studiedienst Stadsobservatie Ook bij buurt zien we positieve scores maar de buurt wordt gemiddeld minder positief geapprecieerd dan de stad. Respondenten woonachtig te Hoboken en Deurne Noord percipiëren naast de stad ook hun eigen buurt negatiever dan de doorsnee respondent. Ook Kielbewoners en vooral respondenten uit Antwerpen Noord zijn opvallend minder tevreden over de buurt waar ze in wonen. Inwoners uit Bezali appreciëren de eigen buurt duidelijk positiever dan de stad. Net zoals bij de stad zien we dat inwoners uit de kernstad wederom significanter tevreden zijn dan de gemiddelde respondent.
| 48 | Monitor wonen 2010
4 Wonen en welzijn
4. Wonen en welzijn
In het kader van het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008 – 2013, wordt het “recht op wonen voor iedereen” nagestreefd. Dit houdt in dat iedereen ondanks een verminderde zelfredzaamheid (ouderdom, ziekte, handicap), kan beschikken over een aangepaste woning of woonzorgvorm in functie van zijn of haar leefstijl.
| 49 | Monitor wonen 2010
4.1. Dak- en thuislozen De stad en het OCMW voorzien, samen met de Centra voor Algemeen Welzijnswerk, opvang voor dak- en thuislozen. Hieronder trachten we een overzicht te geven. Naast het verstrekken van opvang, streeft de stad ook naar een vlotte doorstroom van daklozen naar een sociale woning door middel van het voorzien van extra woonbegeleiding. Het Kaderbesluit Sociale Huur voorziet voor daklozen zelf ook in een mogelijk versnelde doorstroming naar sociale huisvesting en de mogelijkheid tot het verhuren van een aantal appartementen buiten het sociaal huurstelsel specifiek voor deze doelgroep.
4.1.1. Crisisopvang Crisisopvang is bedoeld voor mensen die zich in een woonnoodsituatie bevinden (bijvoorbeeld na een woningbrand) en die nergens anders terecht kunnen. Het OCMW Antwerpen beschikt momenteel over negen crisiswoningen. Een crisiswoning wordt verhuurd voor maximum drie maanden. Tijdens deze periode moeten de huurders een andere woning zoeken.
4. Wonen en welzijn
Het CAW Metropool verleent ook crisisopvang en dit in opdracht van OCMW Antwerpen. Mensen kunnen 24 op 24 uur en zeven dagen op zeven terecht bij het Algemeen Onthaal, in het Sociaal Hotel De Passage. Het hotel bevat twee studio’s en zeven kamers met drie bedden. Het CAW heeft daarnaast ook nog 8 bedden in de overbruggingstudio’s ter beschikking. De verblijfsduur varieert van één tot drie noodnachten tot een kortdurende residentiële overbrugging van één tot vier weken.
| 50 | Monitor wonen 2010
4.1.2. Transitwoningen Naast de crisiswoningen, kunnen sommige gezinnen ook opgevangen worden in de stedelijke transitwoningen, beheerd door Stad Antwerpen, Samen Leven. Het betreft op dit moment voornamelijk slachtoffers van slechte woningkwaliteit die de woning onmiddellijk moeten verlaten (na een onbewoonbaarverklaring op basis van artikel 135 of na een handhavingsactie). Via de transitwoningen wordt vermeden dat huurders die nergens anders terecht kunnen, dakloos worden. De maatschappelijk werkers van Samen Leven/ Sociale Interventie staan in voor de opvang van deze huurders en begeleiden ze verder naar een definitieve oplossing. Het verblijf in een transitwoning is immers steeds tijdelijk. Tabel 4.1:
Transitwoningen in Antwerpen, 2004 – 2009
Aantal transitwoningen 2004
Aantal opgevangen
Aantal opgevangen
gezinnen
personen
4
30
2005
9
49
2006
12
41
2007
13
68
2008
13
36
60
2009
14
42
92
Bron: Stad Antwerpen, Samen Leven, Sociale Interventie
4. Wonen en welzijn
Anno 2009 telt de stad 14 transitwoningen. In totaal werden in 2009 42 gezinnen of 92 personen tijdelijk opgevangen (inclusief de gezinnen die reeds in 2008 zijn ingestroomd en in 2009 nog steeds in de transitwoning verbleven).
| 51 | Monitor wonen 2010
4.1.3. Residentiële opvangcentra De drie Antwerpse CAW’s (CAW De Terp, CAW De Mare en CAW Metropool) verzorgen de residentiële opvang van dak- en thuislozen. Residentiële opvang is steeds een tijdelijke oplossing in aanloop naar een vorm van zelfstandig wonen, eventueel met woonbegeleiding. Naast hulpverlening krijgt een cliënt ook een maaltijd, een bad en een bed. Tabel 4.2:
Capaciteit van opvangcentra en bezettingsgraad in Antwerpen, 2009
Doelgroep
Naam
CAW
Capaciteit
Thuisloze mannen
Werk der Daklozen
CAW De Terp
69
cliënten
Bezettingsgraad
145
88%
De Halm
CAW De Terp
6
13
88%
De Passant
CAW De Terp
40
98
99%
Sint-Andries
CAW De Mare
53
81
95%
De Linde
CAW Metropool
15
36
87%
102
67%
84
98%
41
73%
57
74%
Totale capaciteit
183
voor mannen Thuisloze vrouwen
Ontvangen
Welzijnszorg
CAW De Terp
Zijhuis
CAW Metropool
De Witten Hof
CAW Metropool
Asmodee
CAW De Terp Totale capaciteit voor vrouwen
12 vrouwen + 12 kinderen 13 vrouwen + 12 kinderen 8 vrouwen + 7 kinderen 10 vrouwen (+ kinderen) 43 vrouwen + 31 kinderen
Bron: CAW De Terp, CAW De Mare en CAW Metropool
4. Wonen en welzijn
Woonbegeleiding Antwerpen-Noord biedt opvang en begeleiding aan langdurig thuislozen en richt zich dan ook in eerste instantie tot cliënten die langdurig in opvangcentra verbleven. Deze deelwerking beschikt over 39 kamers.
| 52 | Monitor wonen 2010
4.1.4. Nachtopvang Een aantal instellingen bieden nachtopvang aan. Voor € 2,5 biedt De Biekorf (CAW Metropool in opdracht van OCMW Antwerpen) mensen zonder woonst overnachtingsmogelijkheid, een douche en een avondmaal (soep en brood). Eventueel voorziet men ook toeleiding van de dakloze naar de juiste hulpverlening. De Biekorf telt 32 bedden. Tijdens de winterwerking neemt dit aantal toe tot 44 bedden. In 2009 overnachtten 518 verschillende cliënten en vonden 13.368 overnachtingen plaats in de Biekorf . CAW De Terp biedt eveneens nachtopvang aan in nachtopvangcentrum Hoge Beuken. In 2009 kreeg men met een capaciteit van 12 bedden 762 cliënten over de vloer.
4.2. Personen met een handicap 4.2.1. Residentiële opvang Er bestaan zowel ambulante als residentiële woonvormen voor personen met een handicap. • Residentiële opvang: een tehuis dat 24 uur op 24 opvang biedt, in principe 7 dagen op 7, het hele jaar door. Er is continu begeleiding. • Ambulante diensten: Ambulante diensten bieden begeleiding aan mensen in hun thuisomgeving. Het kan zowel gaan om begeleiding bij dagelijkse taken als psychosociale ondersteuning. De personen met een handicap staan zelf in voor hun woon- en leefkosten. Ook de diensten voor zelfstandig wonen, diensten begeleid wonen, diensten voor beschermd wonen en geïntegreerd wonen rekenen we tot deze categorie. Volwassen mensen met een handicap die niet meer kunnen worden opgevangen in hun thuisomgeving, kunnen een beroep doen op een tehuis voor werkenden of niet-werkenden.
4. Wonen en welzijn
In onderstaande tabel geven we overzicht van organisaties die residentiële opvang voorzien voor personen met een handicap binnen de stad Antwerpen.
| 53 | Monitor wonen 2010
Tabel 4.3:
Residentiële opvang voor personen met een handicap, 2009
Naam
Gemeente
Doelgroep
Capaciteit
De Markgrave
2018 Antwerpen
Tehuis voor mensen met een visuele beperking
De Bosuil
2100 Deurne
Tehuis voor werkenden met verstandelijk beperking
23
De Hoeve
2100 Deurne
Tehuis voor Niet Werkenden met autisme
36
De Hobo
2660 Hoboken
Tehuis voor Niet Werkenden met verstandelijke beperking
32
De Lelie
2100 Deurne
Tehuis voor Niet Werkenden met verstandelijke beperking
30
Katrinahof
2050 Antwerpen
Tehuis voor Niet Werkenden met verstandelijke beperking
37
Primavera
2170 Merksem
Tehuis voor Niet Werkenden met verstandelijke beperking
20
38 (max 42)
Terninck
2000 Antwerpen
Tehuis voor Niet Werkenden met verstandelijke beperking
16
Tikvatenoe
2018 Antwerpen
Tehuis voor Niet Werkenden met verstandelijke beperking
onbekend
Sint-Maria
2600 Berchem
Tehuis voor Niet Werkenden met motorische beperking
4. Wonen en welzijn
Bron: Stad Antwerpen, Samen Leven, Strategische Cel
| 54 | Monitor wonen 2010
31
4.2.2. Opvang binnen sociale huisvesting Ook binnen sociale huisvesting worden plaatsen voorzien voor personen met een handicap en dit zowel voor personen met een fysieke als een mentale handicap. Binnen de sociale huisvesting in Antwerpen zijn op dit moment 83 dergelijke woningen voorzien: 24 bij Woonhaven, 59 bij de Ideale Woning. De begeleiding gebeurt door externe organisaties. Tabel 4.4:
Woningen voor personen met een handicap binnen sociale huisvesting, 2009
Doelgroep
SHM
Begeleiding
Aantal
Personen met een licht mentale handicap
De Ideale Woning
Vzw Werminval
13
Personen met een mentale handicap
De Ideale Woning
Vzw De Brug
13
Personen met een fysieke handicap
De Ideale Woning
Vzw ZEWOPA - ADL-assistentie
Personen met een fysieke handicap
De Ideale Woning
Geen begeleiding voorzien
Personen met een fysieke handicap
De Ideale Woning
ADL (buiten sociaal huurstelsel)
1
Personen met een fysieke handicap
De Ideale Woning
Vzw ZEWOPA (buiten sociaal huurstelsel)
1
Personen met een fysieke handicap
De Ideale Woning
Vzw De Link (buiten sociaal huurstelsel)
2
De Ideale Woning
Vzw De Vliering
3
Personen met een fysieke handicap
Woonhaven
Vzw ZEWOPA - ADL-assistentie
MS-patiënten
Woonhaven
Geen begeleiding voorzien
4
Rolstoelpatiënten
Woonhaven
Geen begeleiding voorzien
7
Personen met ernstige en langdurige psychiatrische problemen
Totaal
8 18
13
83
4. Wonen en welzijn
Bron: Stad Antwerpen, Samen Leven, Strategische Cel
| 55 | Monitor wonen 2010
4.3. Ouderenvoorzieningen In het licht van de toenemende vergrijzing van de Antwerpse bevolking wordt ook wonen voor ouderen een steeds belangrijker item in het woonbeleid. We focussen in dit deel op de inspanningen van het Zorgbedrijf ten aanzien van ouderen. Thuiszorg wordt in dit hoofdstuk niet verder besproken. Toch mag dit aanbod niet onvermeld blijven. Via behoud, ondersteuning of herstel van zelfzorg of mantelzorg, wordt het voor tal van ouderen immers mogelijk om langer thuis te blijven wonen. Thuiszorg omvat enerzijds gezinszorg (persoonsverzorging en huishoudelijke hulp) en anderzijds poetshulp. Vaak wordt dit aanbod nog uitgebreid met bijvoorbeeld boodschappenhulp, klusjeshulp,….
4.3.1. Levensloopbestendige wijken Stad Antwerpen en OCMW ontwikkelden in samenwerking met alle Antwerpse woonzorgactoren en de Ouderenraad een zorgstrategische visie (cfr. visietekst “Ouderen écht van tel”). Alle woonzorgactoren werken samen aan de ontwikkeling en uitbouw van levensloopbestendige wijken. Dat wil zeggen dat er per wijk voldoende, gevarieerde woonzorgvormen en servicemogelijkheden aanwezig moeten zijn opdat ouderen en zorgbehoevende personen levenslang in hun eigen, vertrouwde wijk kunnen blijven wonen. Het Zorgbedrijf Antwerpen werkt hierbij complementair ten aanzien van de andere woonzorgactoren. In functie van de bereikbaarheid van deze zorgvormen verdeelt het Zorgbedrijf de stad in 31 wijken. De indeling in wijken is gebaseerd op de courante stedelijke indeling van SL/SWO die bestaat uit 42 wijken, maar voegt er enkele van samen. Op kaart 4.1. wordt per wijk de graad van levensloopbestendigheid weergegeven. De berekening gebeurt op basis van 4 factoren, met name: het aantal bedden in rust- en verzorgingstehuizen (RVT – ROB), het aanbod serviceflats, het aantal plaatsen voor dagverzorging en kortverblijf en de aan- of afwezigheid van een dienstencentrum, zowel opgericht door het Zorgbedrijf Antwerpen als door private initiatiefnemers.
4. Wonen en welzijn
Er wordt ook bekeken of de capaciteit van al deze zorgvormen al of niet de Vlaamse programmatienorm haalt.
| 56 | Monitor wonen 2010
De wijken waar de vier zorgsegmenten aanwezig zijn, zijn groen gekleurd: donker groen indien de Vlaamse programmatienorm bereikt is (1ste graad) en lichtgroen indien de capaciteit onvoldoende is (2de graad). In de overige wijken is minstens één van de vier zorgsegmenten niet aanwezig. In de wijken die lichtroze ingekleurd zijn hebben Zorg-
| 57 | Monitor wonen 2010
4. Wonen en welzijn
Kaart 4.1: Aantal wijken waar aan levensloopbestendiging wordt gewerkt, 2010
bedrijf Antwerpen of de private zorgpartners reeds plannen beschreven om de wijkcapaciteit uit te breiden, in de lichtrode wijken zijn er nog geen plannen. Vijf wijken, waarvan drie in district Antwerpen, aangevuld met Deurne-Centrum en Oud-Berchem voorzien reeds in voldoende mate in de vier belangrijkste zorgsegmenten. Door een uitbreiding van het aantal woongelegenheden RVT – ROB en serviceflats door de private zorgpartners in Oud-Berchem vervoegt deze de lijst van wijken met een levensloopbestendig karakter van eerste graad. Als gevolg van uitbreidingen van het aanbod in de private zorgsector op Dam-Eilandje / Stadhuis-Sint-Jacob-Hessenhuis sluit ook deze wijk aan bij de wijken in eerste graad.
4. Wonen en welzijn
In de wijken Deurne-Oost, Hoogte-Oosterveld-Elsdonk en Valaar vervielen mogelijke opties tot ontwikkeling van zorgvoorzieningen, waardoor zij voorlopig opnieuw rood kleuren.
| 58 | Monitor wonen 2010
4.3.2. Aantal bedden in rust- en verzorgingstehuizen
De algemene vaststellingen van 2008 blijven dezelfde. Met uitzondering van de sociale huisvestingswijken Schoonbroek-Luchtbal, Kiel en Linkeroever vertoont het district Antwerpen meestal een overschot aan RVT-bedden, terwijl de randdistricten eerder een tekort vertonen. De districten Hoboken, Wilrijk en Merksem zijn de meest problematische regio’s. | 59 | Monitor wonen 2010
4. Wonen en welzijn
Kaart 4.2: Aanbod RVT en ROB, 2010
4.3.3. Aanbod serviceflats
4. Wonen en welzijn
Kaart 4.3: Aanbod serviceflats, 2010
Met betrekking tot het aanbod serviceflats merken we een evolutie naar een globaal overschot in het district Antwerpen (uitgezonderd Linkeroever), terwijl in de overige districten meestal sprake is van een tekort. Uitzonderingen zijn Wilrijk en Hoboken waar de wijken met overschot de wijken met een tekort overtreffen. In de districten Ekeren en Berchem is | 60 | Monitor wonen 2010
nergens een overschot zichtbaar, hoewel het tekort in Oud-Berchem ten positieve is geevolueerd. De grootste tekorten zien we in de wijken Nieuwdreef-Lambrechtshoeken (-113), Deurne-Oost (-110), Nieuw Kwartier (-105), Linkeroever (-101), Borgerhout Extra Muros (-93) en Hoogte-Oosterveld-Elsdonk (-78). Het grote tekort in de wijk Borgerhout Intra Muros is weggewerkt doordat een deel van de vroegere stadsflats werd omgebouwd tot serviceflat.
4. Wonen en welzijn
Ten opzichte van 2008 merken we positieve evoluties in de wijken Justitie-Harmonie / Tentoonstelling-Den Brandt, Amandus-Atheneum en Sint-Andries – Bourla. Deze evoluties zijn in eerste instantie te wijten aan uitbreiding van het aanbod door het Zorgbedrijf en/ of de private zorgpartners. De positieve evoluties in de wijken Kiel en Schoonbroek-Luchtbal zijn te wijten aan de voorspelde verjonging van de bevolking, die groter zal zijn in 2016 in vergelijking met 2013 (projectiejaar voor woonmonitor 2008).
| 61 | Monitor wonen 2010
4.3.4. Aantal plaatsen voor dagverzorging en kortverblijf
4. Wonen en welzijn
Kaart 4.4: Aantal plaatsen voor dagverzorging en kortverblijf, 2010
In de meeste wijken bestaat er een tekort aan plaatsen voor dagverzorging en kortverblijf. Omwille van uitbreidingsprojecten die voorlopig on hold geplaatst zijn, zien we dat in de wijken Ekeren Leugenberg-Centrum, Sint-Andries-Bourla, Justitie-Harmonie/ Tentoonstelling-Den Brandt en Oud-Berchem het saldo een negatieve evolutie kent. Een positieve evolutie is zichtbaar in Merksem Heide-Tuinwijk en Deurne-Centrum. | 62 | Monitor wonen 2010
4.3.5. Dienstencentra
Antwerpen telt in totaal 39 lokale dienstcentra die worden beheerd door Zorgbedrijf Antwerpen en 2 private dienstencentra. Behalve de wijk Diamant-Stadspark in district Antwerpen zien we de tekorten vooral in de rand: Ekeren Mariaburg-Donk, Merksem Nieuwdreef-Lambrechtshoeken, Deurne-Oost, Berchem Nieuw Kwartier en Wilrijk Hoogte-Oosterveld-Elsdonk. | 63 | Monitor wonen 2010
4. Wonen en welzijn
Kaart 4.5: Aantal wijken zonder een lokaal dienstencentrum, 2010
www.antwerpen.be/wonen