College Sociale Wetenschappen Nr 03, September 2012
LINKS OF RECHTS 1
Dit is alweer de derde uitgave van #kijkSW. #kijkSW is een uitgave van het College Sociale Wetenschappen (CSW), van de Universiteit van Amsterdam. Wat is het CSW? Het College biedt vijf bacheloropleidingen aan: Algemene Sociale Wetenschappen, Culturele antropologie, Sociale Geografie en Planologie, Sociologie en Politicologie. Met onze krant #kijkSW willen wij u informeren over de huidige stand van zaken op het gebied van de sociale wetenschap zoals die in ons onderwijs en onderzoek aan bod komt. Elk nummer geven we een actueel thema mee en activeren we onze wetenschappers zo mogelijk op dit thema in te haken. Het zal u niet verbazen dat we in deze verkiezingstijd hebben gekozen voor het thema ‘Links of Rechts’. Daarnaast komen ook (oud-)studenten en docenten aan het woord, vertellen studieverenigingen iets over hun bezigheden en wordt er aandacht besteed aan recente publicaties. Na de afronding van hun bachelor, volgen veel studenten ook een masteropleiding. De masteropleidingen die (logisch) aansluiten bij de vijf bacheloropleidingen van het CSW zijn ondergebracht in de Graduate School of Social Sciences (GSSS). De GSSS biedt naast de Nederlandstalige aansluitmasters veel Engelstalige specialisaties binnen de master aan.
College Sociale Wetenschappen Hoofd:
Johan Post Martijn van der Weerd
Website:
http://www.fmg.uva.nl/csw
Directeur:
Colofon
Bacheloropleidingen College Sociale Wetenschappen Algemene Sociale Wetenschappen Website studiekeuze: Studieadviseur:
www.uva.nl/bsc-asw
[email protected]
Culturele antropologie Website studiekeuze:
een uitgave van: UvA/Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen/College Sociale Wetenschappen
Website: Studieadviseur:
www. uva.nl/bsc-antropologie www.uva.nl/disciplines/antropologie
[email protected]
Sociale Geografie en Planologie Website studiekeuze: Website:
www. uva.nl/bsc-sociale-geografie-planologie www.uva.nl/disciplines/geografie-planologie-en-internationale-ontwikkelingsstudies
[email protected]
Redactie:
Patty Rottier, Heleen Straesser en Reyna Veldhuis
Telefoon:
020 525 5823
Studieadviseur:
E-mailadres:
[email protected]
Politicologie
Ontwerp logo:
Today Designers (Bob Derksen) Utrecht.
Website studiekeuze:
http://www.todaydesigners.nl
Lay Out:
Joos Mooi
Coverfoto:
Jan Stammes http://www.janusvisuals.com
Website: Studieadviseur:
Sociologie Website studiekeuze: Website:
Drukwerkbegeleiding
AUP (www.aup.nl)
Drukwerk:
Wilco, Amersfoort
Adreswijzigingen
Studieadviseur:
[email protected]
2
www. uva.nl/bsc-politicologie www.uva.nl/disciplines/politicologie
[email protected] www. uva.nl/bsc-sociologie www.uva.nl/disciplines/sociologie
[email protected]
Masteropleidingen Graduate School of Social Sciences http://www.graduateschoolofsocialsciences.uva.nl/gsss/home.cfm Informatiebalie:
[email protected]
COLUMN
Voorlichting aan scholieren Ben je geïnteresseerd of ken je iemand die geïnteresseerd is in de bacheloropleiding Culturele antropologie, Algemene Sociale Wetenschappen, Politicologie, Sociale geografie en Planologie en/of Sociologie? Het College Sociale Wetenschappen (CSW) biedt scholieren van 4, 5 en 6 vwo verschillende mogelijkheid zich te laten informeren over deze opleidingen. Bachelordag Op de UvA Bachelordag op zaterdag 1 december 2012 kun je kennismaken met de bacheloropleidingen van het CSW. Er is een voorlichtingsmarkt en er worden ook per opleiding voorlichtingsrondes georganiseerd waar een docent, studieadviseur en student meer vertellen over hun opleiding. Meer informatie over de Bachelordag is te vinden op www.uva.nl/bachelordag.
bestaande sociale verhoudingen en de VVD wil een hoop veranderingen doorvoeren. In verkiezingstijd hoor je deze redenering met enige regelmaat, maar op basis hiervan een partij als de VVD links noemen miskent de betekenis die de begrippen links en rechts in de loop van de tijd hebben gekregen. Tegenwoordig spitst de tegenstelling tussen links en rechts zich veel meer toe op de rol van de staat. Onder invloed van de opkomende arbeidersbeweging werd de bestrijding en beteugeling van het kapitalisme in de loop van de negentiende eeuw een links thema. Aanvankelijk werd de staat daarbij als vijand gezien. Het uit 1888 daterende socialistische strijdlied ‘De Internationale’ bevat de beroemde regel ‘De staat verdrukt, de wet is logen’. Een dergelijk motto zie je tegenwoordig alleen nog bij de uiterste rechtervleugel van de Republikeinse partij in de VS. De Tea Party en haar sympathisanten beschouwen praktisch elke wet als een inbreuk op de vrijheid van de burger. De Europese arbeidsbeweging maakte zich vrij snel los van deze anarchistisch-libertaire opvattingen en verwachtte meer baat van het inschakelen van de staat. De vrije markteconomie werd vanaf het einde van de negentiende eeuw op veel punten beperkt door economische en sociale wetgeving, er kwamen talloze sociale voorzieningen voor de burgers en in de loop van de twintigste eeuw werd de welvaartstaat opgebouwd. Anno 2012 geldt dat links nog steeds voorstander is van een meer actieve rol van de staat in de markteco-
nomie, terwijl rechts de rol van de staat op veel terreinen wil terugdringen. Toch is het minder gemakkelijk dan in het verleden om politieke partijen links of rechts te noemen. Christen-democratische partijen hebben zich altijd verzet tegen de indeling in links en rechts. CDA-lijsttrekker Van Agt zei ooit: we buigen niet naar links en we buigen niet naar rechts. D66 laat zich tegenwoordig vergelijkbaar uit. Zo stelt de partij dat zij het betere alternatief zijn voor links en voor rechts. Er zijn bovendien partijen die er bewust voor kiezen om op sommige beleidsterreinen een links standpunt in te nemen en op andere terreinen een rechts standpunt, de PVV is daar een voorbeeld van. Het draagt bij aan de huidige verwarring rond de begrippen en kan verklaren waarom er kiezers overstappen van de PVV naar de SP. Collega Meindert Fennema schrijft hierover een artikel(zie blz 4) en zal komend studiejaar ongetwijfeld de betekenis van de termen links en rechts uitgebreid met eerstejaars studenten politicologie bespreken. Voorlopig blijft het echter verstandig om de VVD aan te duiden als (gematigd) rechts en partijen als de SP, de PvdA en GroenLinks als (gematigd) links.
Meelopen De beste manier om een opleiding beter te leren kennen, is om een dagje mee te lopen met zittende studenten. Tijdens een meeloopdag gaan scholieren naar een hoorcollege en/ of werkgroep en krijgen ze een rondleiding door de gebouwen van de UvA. En natuurlijk is er de hele dag de mogelijkheid om vragen te stellen, bijvoorbeeld over de studie zelf maar ook over de UvA of over studeren in Amsterdam. Elke bacheloropleiding van het CSW biedt meeloopdagen aan. Kijk voor meer informatie of geef je op via www.uva.nl/meelopen
(GSSS) kan een mooi vervolg zijn op jouw bachelorstudie!
Website Op de websites kun je meer lezen over de bacheloropleidingen van het CSW. Kijk voor de adressen van deze websites in het colofon, links op deze pagina. Wil je meer weten over de studieprogramma’s en vakken? Kijk dan in de digitale studiegids van de UvA: studiegids.uva.nl
Foto: Dirk Gilissen
Links en rechts, extreem links, gematigd rechts, centrum links, het zijn termen die nog steeds het politieke debat beheersen, zeker in verkiezingstijd. Volgens sommigen zijn het volstrekt verouderde aanduidingen die ver af staan van de politieke werkelijkheid van de 21-ste eeuw. Het is onmiskenbaar dat de termen links en rechts tegenwoordig een andere inhoud hebben dan vijftig of honderdvijftig jaar geleden, het klopt ook dat er meer onenigheid is over de invulling van de termen, maar dat betekent niet dat ze onbruikbaar zijn geworden. De politieke links-rechts tegenstelling komt voort uit de Franse Revolutie. In de Franse nationale vergaderzaal zaten rond 1789 de leden die de handhaving van de standenmaatschappij en de privileges van de adel en de kerk steunden rechts van de koning, de tegenstanders van het ancien regime zaten links van hem. Uit deze tijd dateert de associatie dat rechts staat voor het behoud van de bestaande sociale en economische verhoudingen en links voor verandering. In deze termen redenerend is de VVD van Mark Rutte een linkse partij. De liberalen willen de sociale wetgeving op een aantal belangrijke punten aanpassen en versoberen omdat ze van mening zijn dat bijvoorbeeld de arbeidsmarkt op dit moment niet goed functioneert. De SP van Emile Roemer zou daarentegen een rechtse partij zijn, de partij wil de pensioenleeftijd niet verhogen, wil geen soepeler ontslagrecht en wil geen marktwerking in de gezondheidszorg. Kortom de SP verdedigt de
Philip van Praag
Philip van Praag
Philip van Praag is Universitair Hoofddocent Politicologie en was tot 1 september directeur van de bachelor Politicologie. <
Binnen de GSSS kun je (een master) kiezen uit een breed aanbod Nederlands- en Engelstalige, disciplinaire en interdisciplinaire masterprogramma’s op het gebied van antropologie, sociologie, politicologie en sociale geografie en planologie. De GSSS-programma’s geven je de ruimte je te specialiseren in een onderwerp naar keuze binnen de onderzoeksgebieden van de wetenschappelijke staf. Tijdens je studie word je (verder) aangemoedigd analytische vaardigheden te ontwikkelen die de discipline overstijgen. Hierin word je ondersteund door een deskundige en enthousiaste wetenschappelijk staf met een brede internationale onderzoek achtergrond. Voor meer informatie over de programma’s van de GSSS, ga naar onze website: www.graduateschoolofsocialsciences.uva.nl <
.
Het CSW en daarna… Een master- of research masterprogramma aan de Graduate School of Social Sciences
3
Foto: Jan Stammes
Is de VVD links en de SP rechts ?
Studenten tijdens een hoorcollege
Bron: en.wikipedia.org
Bron: aramnaharaim.org
Jezus was links
Odysseus was rechts
De politieke links-rechts metafoor Meindert Fennema De politieke links-rechts tegenstelling gaat terug op de Franse Revolutie van 1789. Zij kwam als ruimtelijke metafoor tot stand doordat in de nationale vergaderzaal, na een reeks van verbouwingen, de leden die het ancien regime steunden rechts van de koning gingen zitten, terwijl de oppositie ter linkerzijde plaats nam. In Nederland zou het overigens nog bijna honderd jaar duren voordat ook daar in de Kamer die ruimtelijke scheiding der geesten plaats zou vinden.
bron: timerime.com
Rechts was voor behoud van het bestaande, links wilde de bestaande orde veranderen. Links was economisch vernieuwend en streefde naar meer (rechts)gelijkheid. Links wilde van onderdanen burgers maken. Rechts streefde naar handhaving van de standenmaatschappij. Die grondtegenstelling tussen behoudzucht en verandering, tussen realiteitszin en utopie is sindsdien niet meer gewijzigd. Maar wel zijn specifieke politieke thema’s van links naar rechts verhuisd, en ook van rechts naar links.
Nationale vergadering bij de start van de Franse Revolutie 1789
4
Socialistische beweging De belangrijkste verandering in het linksrechts denken sinds de Franse Revolutie is bewerkstelligd door de socialistische beweging. In de 18de eeuw was het ideaal van sociale gelijkheid nog gekoppeld aan het streven naar een vrije markt en het vrije ondernemerschap, maar in de loop van de 19de eeuw blijkt dat het kapitalisme niet alleen feodale monopolies afbreekt, maar ook weer nieuwe monopolies opbouwt. Het kapitalisme creëerde niet alleen welvaart, maar ook vreselijke misère. Daarom werd het kapitalisme steeds meer gezien als een stelsel dat ongelijkheden creëert in plaats van ze op te ruimen. De bestrijding van het kapitalisme zou in de loop van de 19de eeuw een links thema worden en dat zou zo blijven. Wie in de 20ste eeuw nog een ongebonden kapitalisme verdedigde zou daarmee steeds meer in de rechtse hoek terechtkomen. ‘De maatschappij is altijd een zegen’, schreef de radicale democraat Tom Paine in 1776, ‘maar de regering is zelfs in het beste geval niet meer dan een noodzakelijk kwaad; in het slechtste geval is het een ondraaglijke last.’ Nu, 225 jaar later, wordt een dergelijke opvatting door de meeste mensen als rechts beschouwd.
Een ander thema dat van links naar rechts verschoof, is het nationalisme. Aan het begin van de 19de eeuw was het nationalisme nog een linkse beweging, aan het eind van de 20ste eeuw had het zich aan de rechterkant van het politieke spectrum genesteld. Maar in de loop van dat proces verandert het nationalisme ook zelf van inhoud. Was het aanvankelijk een politieke beweging die de nadruk legt op de gelijkheid van alle leden van één natie tegenover een onderdrukkende monarch, het nationalisme wordt aan het eind van de 19de eeuw steeds meer een etnisch georiënteerde beweging die zich keert de gelijkheidsidealen en tegen het internationalisme van de arbeidersbeweging. Verschuiving van politieke issues Het behoud van de natuur, vroeger een bij uitstek rechts thema, is in de laatste decennia van de 20ste eeuw naar de linkerzijde van het politieke spectrum verschoven. De historische betekenis van de milieubeweging is dat zij van de natuur een links thema heeft gemaakt. Maar ook dat is gepaard gegaan met een aantal inhoudelijke veranderingen. Maar als de thema’s die van oudsher de inhoud van de begrippen links en rechts bepaalden, zo op drift zijn geraakt, is het dan nog wel zinvol om die begrippen te blijven gebruiken? Daarop zijn twee antwoorden mogelijk. In de eerste plaats gaat het bij de verschuiving van politieke kwesties op de links-rechts schaal om processen die zich zeer langzaam voltrekken. De verschuiving van een politiek issue van links naar rechts neemt soms meer dan honderd jaar in beslag. Voor het dagelijks gebruik van deze metafoor levert zo’n langzame verschuiving van één issue daarom niet veel problemen op. Ten tweede, en dat is dwingender, ook al vindt een deel van de intellectuele en politieke elite de begrippen links en rechts niet nuttig meer, dat wil nog niet zeggen dat de meerderheid van de burgers daar ook zo over denkt. Want ondanks de verwarrende verschuiving van sommige politieke kwesties blijft het overgrote deel van de kiezers de links-rechts metafoor
Rechts aanvaart, links streeft De positie die de kiezers een partij toekennen op de links-rechts schaal wordt ook niet bepaald door het gemiddelde van de partijstandpunten op de verschillende issues, maar door het gewogen gemiddelde van die verschillende standpunten. Die (af)weging maakt de kiezer zelf, maar in dat proces van afweging speelt de verkiezingscampagne een belangrijke rol. De inzet van politici in die verkiezingsstrijd is dus niet alleen de kiezers te overtuigen van de juistheid van zijn of haar standpunten, maar ook - en misschien wel vooral - de kiezer te overtuigen van het belang van standpunten. Het is met de begrippen links en rechts als met de taal in het algemeen: het gebruik van bepaalde begrippen is alleen maar incorrect als zij indruist tegen een conventie die algemeen gedeeld worden. En de conventie die achter het gebruik van links en rechts in de politiek schuil gaat, heeft een zeer lange historische traditie waarin die begrippen zich hebben gevormd. Rechts aanvaardt deze wereld in essentie, links streeft naar een betere wereld. Aan het streven naar een betere wereld ontleent links zijn morele superioriteitsgevoel. Jezus was links Want ook al beweerde deze heiland dat zijn rijk niet van deze wereld was, hij kon toch niet nalaten ook voor het ondermaanse tal van aanwijzingen te geven over hoe het beter moest. Hij kwam daarbij op voor de armen, ja zelfs voor de armen van geest. Echter, zijn voorstellen getuigden meestal niet van veel realiteitsbesef. Daartegenover staat rechts voor realiteitszin, voor vertrouwen op wat zich heeft bewezen, voor kracht en voor eigenbelang. Odysseus was dus rechts. Hij wist zich, vertrouwend op eigen kracht en slimheid, uit allerlei moeilijke situaties te redden. Maar het verbeteren van de wereld stond niet op zijn agenda. De verkiezingsleuze van de PvdA ‘Sterk en Sociaal’ kan gezien worden als een poging om de buitenwereld duidelijk te maken dat die partij niet alleen links, maar ook rechts is. ‘Knokken voor wat kwetsbaar is’ (GroenLinks) was daarentegen bij uitstek een linkse leuze. GroenLinks is een partij van wereldverbeteraars. Maar de meeste kiezers willen de wereld niet verbeteren, zij willen houden wat ze hebben. Het universalisme is uit, het nationalisme is in. Solidariteit is vervangen door zelfredzaamheid. Sauve qui peut! Wij leven in een tijd waarin Odysseus ons rolmodel is.
PVV steun in ruimtelijk perspectief Wouter van Gent
Sinds de oprichting in 2006, kent het programma en de ideologie van de Partij van de Vrijheid (PVV) twee constanten: anti-immigratie en anti-establishment. Deze kroonjuwelen - een erfenis van de LPF (Lijst Pim Fortuyn) – komen sterk terug in het sociaal-ruimtelijke verhaal van de partij. Met betrekking tot bijvoorbeeld Amsterdam, Den Haag en Rotterdam worden stadsbuurten gerelateerd aan armoede, criminaliteit, dwalende elites, migrantengemeenschappen, en afwijkende (sub)culturen en religies. Hoewel het huidige PVV verkiezingsprogramma de nadruk legt op Europa, lezen we ook hier: “Minstens zo verontrustend is de veranderende bevolkingssamenstelling. (…) Op elke plek zien we allochtonen een steeds groter gedeelte van de bevolking uitmaken. (…) steeds meer islam, steeds meer hoofddoekjes, steeds meer criminaliteit, verpaupering, uitkeringsafhankelijkheid en middeleeuwse opvattingen” (PVV 2012, p 11). De PVV speelt hier in op twee vermeende emoties bij kiezers: een ontevredenheid over migratie en sociale problematiek binnen veranderde stadsbuurten en een angst voor de verspreiding hiervan naar buiten de grote steden. Dit type ‘frame’ kan effectief zijn om kiezers te mobiliseren en te overtuigen. Politieke studies, o.a. aan ons instituut (Geografie, Planologie en Internationale ontwikkelingsstudies), hebben veel inzicht verschaft in PVV-steun. Een belangrijke uitkomst is dat PVV kiezers op dezelfde wijze
politieke keuzes maken als andere kiezers. Woonomgeving speelt voor alle kiezers en dus ook voor PVV kiezers een rol in het stemgedrag. Het is echter onduidelijk hoe het woonmilieu de keuze voor PVV kan vergroten of verkleinen. Met andere woorden, kent PVV-steun ruimtelijke variaties die gerelateerd kunnen worden aan sociale veranderingen in buurten of aan het verschil tussen stad en omringende woongemeenten? Het belang van deze twee buurtkenmerken worden aan de hand van recent electoraal-geografisch onderzoek besproken. Veranderende buurten Een terugkerende verklaring is dat de mate van steun voor partijen als de PVV groter is in buurten die veranderen door een instroom van migranten. Door de verandering zouden oude bewoners zich niet meer thuis voelen, en een nieuwe politiek verlangen. Analyse van de gemeenteverkiezingen in Den Haag in 2010 laat zien dat de steun groot is in gemengde buurten met veel autochtone ouderen (Van Gent en Musterd, 2010). Echter, nadere buurtanalyses van stembusresultaten van de Tweede Kamerverkiezingen in 2010 (Van Gent et al., 2012) laten niet zien dat een influx van migranten of huishoudens met lage inkomens tot meer steun voor de PVV leidt dan wat op basis van de bevolkingssamenstelling valt te verwachten. De enige vorm van buurtdynamiek die tot extra steun leidt is een dalende woningprijs. Henk en Ingrid zullen dus eerder op de PVV stemmen wanneer zij in een buurt wonen waar <
Bron: Van Gent et al.( 2012) Bron achtergrond: “CloudMade / CCBYSA 2012 OpenStreetMap.org”
gebruiken om hun voorkeuren te ordenen en een politiek oordeel te vellen. De links-rechts schaal is een democratisch instrument omdat de uiteindelijke betekenis van die begrippen niet door politicologen of politici wordt bepaald, maar door de meerderheid van de bevolking. Als de meerderheid van de kiezers vindt dat het sluiten van de grenzen voor vluchtelingen ‘rechts’ is dan is dat zo, ook al zullen er vast mensen te vinden zijn die vinden dat een dergelijk besluit juist ‘links’ is.
Meindert Fennema is emeritus hoogleraar politieke theorie. <
Mate van PVV steun per stembureau in de regio Amsterdam
5
Bron: gahetna.nl
Sociaal-ruimtelijke verklaringen Het is opvallend dat sociale dynamiek in buurten geen extra effect lijkt te hebben op steun aan de PVV. Het wonen in sub urbane buurten nabij de stedelijke omgeving geeft echter wel een extra effect. Dit is opvallend omdat deze woonmilieus relatief weinig stedelijke problematiek kennen. Een vaak gehoorde verklaring is dat veel PVVsympathisanten ‘gevluchte’ stadsbewoners zijn, die zich tegenwoordig ophouden in sub urbane buurten en vrezen voor de stedelijke problematiek. Hoewel dit kan bijdragen aan het effect op steun voor de PVV, voldoet deze verklaring niet geheel. Niet alle bewoners van sub urbane woonmilieus hebben in de stad gewoond. Plus, de aanname dat kiezers in gloednieuwe middenklasse wijken vrezen voor verpaupering, gaat ervan uit dat kiezers beschikken over wel erg weinig realiteitszin. Er lijkt dus meer aan de hand te zijn. Er zijn nog twee mogelijke verklaringen die de stimulerende werking van aanhang voor de PVV in sub urbane buurten nabij de stad kunnen verklaren. Ten eerste, in plaats van negatieve ervaringen in de stedelijke buurt in het verleden, kan beeldvorming rond het leven in de stad een rol spelen. Het is dus juist een gebrek aan eigen ervaringen die de beeldvorming rond stedelijke buurten en andere gemeenschappen vormen. De politieke keuze zou worden ingegeven door beperkte informatie- vanuit de journalistiek en vanuit weinig diverse sociale netwerken in de relatief homogene woonmilieus van woonerven en Vinex-buurten. Ten tweede, het politiek belang van nietstadsbewoners ligt niet bij de bestrijding van sociale problematiek in de stad. Zij gebruiken de stad vooral om te winkelen, uit te gaan en te werken. Het belang ligt bij een stedelijke ruimte die vooral veilig en toegankelijk is, voor sociale politiek en integratiebeleid lijkt hier dus geen ruimte maar een voorkeur voor ‘keihard aanpakken’ van criminaliteit en sociaal ongewenst gedrag. Het beleid waarvoor de PVV, meer dan andere partijen, haar voorkeur heeft uitgesproken.
Linkse uitdagers van toen en nu:
Joop den Uyl
Bron:refdag.nl
Stedelijke en sub urbane woonmilieus De buurtanalyses lieten nog een belangrijke uitkomst zien. Rekening houdend met de bevolkingssamenstelling, bleek er additioneel steun te zijn in meer sub urbane buurten, in nieuwe (VINEX) buurten zoals Leidschenveen-Ypenburg bij Den Haag en in de Groeikerngemeentes zoals Almere, Purmerend, Houten, Spijkenisse, en Zoetermeer. De steun in sub urbane woonbuurten was zelfs groter in meer stedelijke gemeentes dan in meer landelijke omgevingen.
Bronnen Duyvendak, J. W. (2012) Knellende Familiebanden, De Groene Amsterdammer, 136 (1), pp. 24-26. Bos, L., Van der Brug, W., and De Vreese, C. (2011) How the Media Shape Perceptions of Right-Wing Populist Leaders, Political Communication, 28 (2), pp. 182- 206. PVV (2012) “Hún Brussel, óns Nederland, Verkiezingsprogramma 2012-2017”, Den Haag, Partij voor de Vrijheid. Rydgren, J. (2008) Immigration Sceptics, Xenophobes or Racists? Radical Right-Wing Voting in Six West European Countries, European Journal of Political Research, 47 (6), pp. 737-65. Van der Brug, W., and Fennema, M. (2009) The Support Base of Radical Right Parties in the Enlarged European Union, Journal of European Integration, 31 (5), pp. 589- 608. Van Gent, W.P.C., E.F. Jansen, & J.H.F. Smits (2012) “Right Wing Radical Populist Party Support in and around the City; An Urban Electoral Geography of PVV voting during the 2010 Dutch Parliamentary Elections” paper presented at UAA Annual Meeting, Pittsburgh, April 21. Van Gent, W., and Musterd, S. (2010) Isolement en Angst: PVV in Haagse Buurten bij de Gemeenteraadsverkiezingen van 2010, B en M, 37 (2), pp. 140- 53. <
André van de Louw
Bron: wkipedia.org
prijzen meer achteruitgaan dan in andere buurten. Het wonen in verouderende, neergaande en minder aantrekkelijke buurten lijkt stemgedrag te beïnvloeden.
Hans van Mierlo
Bron:refdag.nl
Tot slot De electorale kaart van Nederland laat verschillen zien in de mate van steun voor de PVV die niet te verklaren zijn door wie er woont. Het is echter nog onduidelijk welke sociale en politieke mechanismen deze verschillen veroorzaken. Hierboven zijn enkele mogelijkheden gegeven maar verder onderzoek naar de kiezer in zijn ruimtelijke context is nodig. Diederik Samson
Wouter van Gent is universitair docent urban studies aan de Universiteit van Amsterdam en tevens verbonden aan het Amsterdam Institute for Social Science Research (AISSR)
6
Narcisme van het kleine verschil Waarom eensgezindheid kan leiden tot polarisatie Noortje Thijssen Rechtse uitdagers van toen en de laatste decennia’s:
Bron: wikipedia.org
om onderscheidend te zijn. Het is te vergelijken met tweelingen: de één is vooral alert op wat anders is bij de ander, aldus Peter Baldwin in een vergelijkende studie over Europa en de Verenigde Staten 5. Het is dus denkbaar dat opiniemakers scherpe kritiek uiten op een ander om de overeenstemming naar de achtergrond te duwen. Op deze manier leidt inhoudelijke depolitisering tot polarisatie in toon en stijl. Thijs van Dooremalen spreekt van een ‘spiegelbeeld met het verleden’. Hij stelt dat de inhoudelijke polarisatie en een op consensus gerichte stijl tijdens de verzuiling op den duur is getransformeerd in inhoudelijke consensus en een gepolariseerde stijl 6. Daarvan uitgaande is er in zekere zin sprake van een opleving van de gepolariseerde jaren zestig en zeventig. In die tijd onderscheidden verschillende politici zich met een losse en uitdagende stijl van de gevestigde orde. Denk maar aan vernieuwers als Nieuw Linkser André van der Louw (bekend van de berendans) en Hans van Mierlo van D66, maar ook aan enkele politici van gevestigde partijen, zoals Joop den Uyl (PvdA) en Hans Wiegel (VVD). In die jaren leek polarisatie zelfs een doel op zich: de PvdA ging over tot een ‘polarisatiestrategie’ om zo te komen tot ‘meer duidelijkheid in de politiek’ 7. In de woorden van Dick Houtman behoort het erfgoed van ‘de tegencultuur’ van de jaren zestig niet meer tot ‘de maatschappelijke rafelrand’; zij is ‘de culturele hoofdstroom’ geworden 8. De progressieve waarden en idealen van toen worden immers van links tot rechts omarmd. Maar ook de stijlveranderingen die deze periode met zich meebracht zijn nu gemeengoed. Eensgezind wordt er gepolariseerd.
Hans Wiegel
Bron: drimble.nl
Pim Fortuyn
Noortje Thijssen is socioloog en medewerker bij Bureau de Helling, Wetenschappelijk Bureau GroenLinks. Dit artikel is een bewerking van delen uit haar proefschrift ‘De jaren zestig herinnerd. Over gedeelde idealen uit een linkse periode’ dat zij op 6 juni 2012 heeft verdedigd aan de Universiteit van Amsterdam.
1 Marijnissen, J. (2011), Jan Marijnissen in gesprek met Wouke van Scherrenburg, De Tribune, 47, 2 2 Thijssen, N. (2012), De jaren zestig herinnerd. Over gedeelde idealen uit een linkse periode, Amsterdam: Vossiuspers / UvA 3 Duyvendak, J.W. (2004), Een eensgezinde, vooruitstrevende natie. Over de mythe van dé individualisering en de toekomst van de sociologie, Amsterdam: Vossiuspers. 4 In: Freud, S. (1930), Civilization and its Discontents. 5 Baldwin, P. (2009), The Narcissism of Minor Differences. How America and Europe are alike, New York: Oxford University Press. 6 Dooremalen, T. van (2011), The
Bron: wikipedia.org
‘Met al die termen kan ik helemaal niks. Links, rechts, conservatief, progressief; ik kan er niets mee’1. Met deze verzuchting schaart journalist Wouke van Scherrenburg zich achter een breder besef dat de geijkte politieke scheidslijnen over hun houdbaarheidsdatum heen zijn. Verschillende politici, wetenschappers en journalisten vinden dat het onderscheid tussen links en rechts onduidelijk is. Dat blijkt ook uit mijn proefschrift ‘De jaren zestig herinnerd. Over gedeelde idealen uit een linkse periode’.2 Voor dit onderzoek zijn de herinneringen aan de jaren zestig geanalyseerd aan de hand van standpunten die opiniemakers innemen in honderden artikelen die zijn verschenen tussen 1994 en 2009 in De Groene Amsterdammer, Vrij Nederland, HP/De Tijd en Elsevier. Aan de ene kant stellen opiniemakers dat ‘links’ rechts/conservatieve waarden is gaan uitdragen, zoals gemeenschapszin en moralisme. Aan de andere kant wordt juist beweerd dat ‘rechts’ op de bres springt voor linkse idealen, zoals seksegelijkheid en democratisering. De één vindt dus dat links is gaan lijken op rechts en de ander vindt dat rechts is gaan lijken op links. Dat de ideeën over ideologische overloperij niet consistent zijn, is een extra onderstreping van de gedachte dat de betekenis van de vertrouwde links-rechts-tegenstelling is vervaagd. Wie stelt dat rechts de oversteek heeft gemaakt naar de linkerkant van het politieke spectrum lijkt gelijk te krijgen. Rechts is de waarden en idealen uit de linkse jaren zestig gaan verdedigen. Ook zij nemen het tegenwoordig op voor principes als individuele autonomie, homo- en vrouwenemancipatie, geloofsvrijheid, uitingsvrijheid en politieke vernieuwing. Links is haar monopolie op deze issues kwijtgeraakt. De relatieve eensgezindheid over het belang van deze waarden vertaalt Jan Willem Duyvendak in het bestaan van een ‘moreel progressieve meerderheid’ 3. De waarden en idealen van de jaren zestig behoren tot het DNA van de Nederlandse cultuur. Terwijl links én rechts elkaar blijken te vinden in het progressieve ideaal, blijven opiniemakers vasthouden aan de termen ‘links’ en ‘rechts’. Zij gebruiken deze termen meestal als krachttermen ter profilering van zichzelf of – vaker – ter kwalificering van een ander. Links zou bijvoorbeeld ‘malle ideeën uitdragen’ of zij wordt getypeerd als ‘naïef’ en ‘soft’. Rechts wordt juist hardvochtigheid en populisme verweten. Een interessante vraag is waarom gelijkgestemden dat doen. Een hypothese is dat gemeenschappelijkheid de behoefte voedt om te polariseren. Bij consensus kan het leveren van kritiek immers een manier zijn om zich van een ander te onderscheiden. Zo worden tegenstellingen in het leven geroepen die inhoudelijk gezien wellicht niet zo groot zijn. Het doet denken aan het door Freud gemunte ‘narcisme van het kleine verschil’ 4. Deze frase komt voort uit de gedachte dat subtiele verschillen worden uitvergroot uit een wens
Hero Brinkman
(Temporary) End of the Consensual Dutch Political Culture? The Case of Immigration and Integration Issue, Master Thesis, Universiteit van Amsterdam (Niet gepubliceerd). 7 Kennedy, J.C. (1995), Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig, Amsterdam: Boom. 8 Houtman, D. (2008), Op jacht naar de echte werkelijkheid. Dromen over authenticiteit in een wereld zonder fundamenten, Amsterdam: Pallas Publications. <
7
Didactiek van het Links en Rechts Anel Hajdarevic
Stel dat de docent maatschappijleer zou besluiten om bij de behandeling van het thema politieke besluitvorming de termen ‘links’ en ‘rechts’ niet te gebruiken. Stel, hij zou besluiten de kernwaarden van de Nederlandse politieke partijen uit te leggen zonder deze op een schaal van politiek links naar politiek rechts in te delen. Als onderwijzen het overdragen van kennis is met het doel de leerling met de werkelijkheid te leren omgaan, op welke wijze heeft deze docent dan hiermee het begrip van de politieke werkelijkheid van zijn leerlingen minder inzichtelijk gemaakt of zelfs ondermijnd? Dit hangt uiteraard af van hoe de docent deze indeling zelf hanteert.
8
Binnen de sociale wetenschappen delen, verdelen en classificeren we om een orde aan te brengen in een op het eerste gezicht zich aan ons aandienende wirwar van sociale fenomenen. Wat hoort bij wat? En hoe is dit verbonden met dat? Alleen het resultaat hiervan, m.a.w. de aangebrachte orde, kun je doceren; wanorde sneuvelt in elk leerproces. De pointe nu is dat de indeling van het politieke spectrum kunstmatig is. Dat je het land kunt onderscheiden van het water is vanzelfsprekend. En als je vervolgens op basis van dit onderscheid tegen de leerlingen zegt dat bepaalde dieren en planten in het water dan wel op het land thuishoren is een logische indeling van het eerdere zich natuurlijk aandienende onderscheid. Maar, wanneer een docent zegt dat de SP een extreem linkse partij is en de PVV een extreem rechtse, dan is deze indeling alleen logisch en dus ook correct als die overeenkomt met de wijze waarop de docent die deze uitspraak doet , het onderscheid tussen ‘links’ en ‘rechts’ hanteert. Ik meen dat de SP geen extreem linkse partij is en de PVV ook geen extreem rechtse, echter door het kunstmatige karakter van dit onderscheid, zegt deze uitspraak meer iets over mijn blik op het politieke spectrum dan over de partijen die door mij in een spectrum van links naar rechts worden ingedeeld. Hoe nu met dit gegeven om te gaan wanneer het aankomt op het uitleggen van de indeling in links en rechts aan de leerlingen? Leerlingen krijgen het vak maatschappijleer veelal in de bovenbouw. Zij komen dus niet als onbeschreven bladen naar de les, afwachtend met welke nieuwe begrippen de docent ze gaat verlichten. Op de tv, aan de eettafel en bij andere vakken hebben de leerlingen reeds van het onderscheid in ‘links’ en ‘rechts’ gehoord, met als gevolg dat ze vaak al weten welke partijen, en ook politici, links en welke rechts zijn. Het grote probleem is dat dit vage begrip elke nuance, het kunstmatige en relatieve karakter van dit onderscheid mist. Leerling: “GroenLinks is links: dat ligt besloten in de naam van de partij, staat in het boek duidelijk aangegeven en de leraar noemt die steevast als eerste wanneer hij de linkse partijen behandelt.” Maar hoe links is GroenLinks? Wat
Anel is als docent Maatschappijleer verbonden aan het Ichthus Lyceum in Driehuis en RSG Broklede in Breukelen.
<
Bron: Flickr
Anel Hajdarevic
zegt het over hun “linksheid” dat ze een paar maanden geleden een akkoord hebben gesloten met “rechtse” partijen. Als GroenLinks ‘linkser’ is dan PvdA, wat zegt het dan over de validiteit van de hele indeling van de partijen in ‘links’ en ‘rechts’? Wanneer je GroenLinks zou vergelijken met PvdA uit de tijd van Den Uyl zou je kunnen ontdekken dat PvdA toen veel “linkser” was dan GroenLinks vandaag de dag. Maar als je GroenLinks zou plaatsen in de context van de Amerikaanse politiek zou je ontdekken dat GroenLinks eigenlijk ‘extreem links’ is. Wellicht dat sommigen zouden zeggen dat deze problematisering onnodig is en zeker bij maatschappijleer, waarbij leerlingen in een zeer kort tijdsbestek politieke besluitvorming uitgelegd krijgen, eerder vertroebelend i.p.v. verhelderend zou werken. Dit is niet waar. Als we dit voor de leerlingen ‘verborgen’ houden, dan onthouden we ze juist inzicht in het fundamentele aspect van de politieke werkelijkheid, te weten dat die niet ‘vast’ is maar ‘bewegelijk’, ‘vloeibaar’ continue in ontwikkeling, alsook in die van elke sociale wetenschap, namelijk dat die niet exact is en immer te maken heeft met de nuances en de verschillende (sociale)contexten van het bestaan van een wezen dat ons maar blijft verbazen: de mens. Wanneer de docent poneert en de leerlingen zondermeer opdraagt om ‘zijn’ indeling van de politieke partijen in een spectrum van links naar rechts over te nemen, zonder met het voorgaande rekening te houden, dan maakt die, om terug te komen op onze eerste vraag, hiermee het begrip van en de omgang met de politieke werkelijkheid van zijn leerlingen voor hen minder inzichtelijk. Wanneer de docent een reproductievraag op de toets stelt waarin hij, zonder deze in een specifieke context te plaatsen, van de leerlingen vraagt welke van de Nederlandse politieke partijen ‘extreem links’, ‘links’, ‘centrumlinks’, enz. zijn, dan laat hij ze kennismaken met een exactheid die de sociale wetenschappen niet zou durven hanteren.
Leerlingen in discussie over enkele politieke issues
Contested policies of exclusion: Resistance and protest against asylum policy in the Netherlands Inge Versteegt, Marcel Maussen This case study by Inge Versteegt and Marcel
Maussen, focuses on contestation and protest against Dutch asylum policy. The auhtors are interested in the reasons and arguments used by the protesters, the way they draw on concepts
such as tolerance, toleration and basic respect, and the consequences of these protests for Dutch
asylum and expulsion policy.
A large percentage of Dutch voters believe that immigration should be curbed to a minimum and Dutch immigration and asylum policy now have a reputation as among the strictest in Europe. But there is also protest: against the unfair treatment of asylum seekers during their asylum application, against (rejected) asylum seekers being excluded from basic social rights, against the bad circumstances of alien detention, and many people worry about the situation of children without legal status. There is also highly mediatized public protest on behalf of individuals who are at risk to be expelled and who are said to be “well integrated”. This study analyses the cases of Sahar and Mauro, two young end-of-line asylum seekers who were to be expelled and who became the centre of public and political debates in the Netherlands in 2010 and 2011. The study is a result of the EU-funded project ACCEPT PLURALISM, Tolerance, Pluralism and Social Cohesion: Responding to the Challenges of the 21st Century in Europe
Contested policies of exclusion: Resistance and protest against asylum policy in the Netherlands Inge Versteegt and Marcel Maussen
http://www.accept-pluralism.eu/Home.aspx<
Funded under Socio-economic Sciences & Humanities
9
Bewaar mij voor de waanzin van het recht. Homoseksualiteit en strafrecht in Nederland Gert Hekma en Theo van der Meer
(redactie)
RECENT VERSCHENEN BOEKEN
performance and participate in a peer review in which their results are compared with those of others pursuing different means to the same general ends. The framework goals, performance measures, and decision-making procedures are themselves periodically revised by the actors, including new participants whose views come to be seen as indispensable to full and fair deliberation. Oxford University Press, ISBN:978-0-19960449-4,pagina’s: 384, prijs: $95,-
Immigrant Performance in the Labour Market. Bonding and Bridging Social Capital
Ambiguous Pleasures: Sexuality and Middle Class Self-Perceptions in Nairobi
Bram Lancee
Rachel Spronk
Among both male and female young urban professionals in Nairobi, sexuality is a key to achieving a modern identity. These young men and women see themselves as the avant garde of a new Africa, while they also express the recurring worry of how to combine an African identity with the new lifestyles with which they are experimenting. By focusing on public debates and their preoccupations with issues of African heritage, gerontocratic power relations, and conventional morality on the one hand, and personal sexual relationships, intimacy, and self-perceptions on the other, this study works out the complexities of sexuality and culture in the context of modernity in an African society. It moves beyond an investigation of a health or development perspective of sexuality and instead examines desire, pleasure, and eroticism, revealing new insights into the methodology and theory of the study of sexuality within the social sciences. Sexuality serves as a prism for analyzing how social developments generate new notions of self in postcolonial Kenya and is a crucial component towards understanding the way people recognize and deal with modern changes in their personal lives. Uitgever: Berghahn Books, ISBN: 978-085745-478-2, pagina’s: 322, prijs: $95,-
Deze bundel door UvA-docent Homo/ Lesbische Studies Gert Hekma gaat over strafrecht en homoseksualiteit en over de uitwerking die de wet heeft gehad op de levens van individuele homo’s en lesbo’s, in het bijzonder van degenen die direct met vervolging te maken hebben gekregen. 2011 is voor de Nederlandse homo- en lesbogemeenschap een jaar om enkele bijzondere gebeurtenissen te herdenken. Het is tweehonderd jaar geleden dat in 1811 homoseksueel gedrag in Nederland werd gedecriminaliseerd. Van letterlijk een doodzonde werden homoseksuele contacten in de privésfeer helemaal vrij. In 1911 werd het nieuwe wetsartikel 248bis ingevoerd, dat seksuele omgang tussen meerder- en minderjarigen van hetzelfde geslacht strafbaar stelde. Nederland kent nu als enige land ter wereld 100 jaar onafgebroken een homobeweging. Een van de memorabele overwinningen van die beweging is de afschaffing van Artikel 248bis in 1971. 2011 is ook een kroonjaar voor de huidige homobeweging, het COC, die 65 wordt. Uitgever: AMB Diemen, ISBN: 97890 79700 39 4, pagina’s: 220, € 15,00
Experimentalist Governance in the European Union Towards a New Architecture Charles F. Sabel, Jonathan Zeitlin (editors)
To what extent can different forms of social capital help immigrants make headway on the labour market? An answer to this pressing question begins here. Taking the Netherlands and Germany as case studies, the book identifies two forms of social capital that may work to increase employment, income and occupational status and, conversely, decrease unemployment. New insights into the concepts of bonding and bridging arise through quantitative research methods, using longitudinal and cross-sectional data. Referring to a dense network with ‘thick’ trust, bonding is measured as family ties, co-ethnic ties and trust in the family. Bridging is seen in terms of interethnic ties, thus implying a crosscutting network with ‘thin’ trust. Immigrant Performance in the Labour Market reveals that although bonding allows immigrants to get by, bridging enables them to get ahead. Uitgever: Amsterdam University Press (AUP), ISBN: 978 90 8964 357 5, pagina’s: 192, prijs: €34,50
Subprime Cities: The Political Economy of Mortgage Markets Manuel B. Aalbers (editor) Experimentalist Governance in the European Union advances a novel interpretation of EU governance. Its central claim is that the EU’s regulatory successes within-and increasingly beyond-its borders rest on the emergence of a recursive process of framework rule making and revision by European and national actors across a wide range of policy domains. In this architecture, framework goals and measures for gauging their achievement are established by joint action of the Member States and EU institutions. Lower-level units are given the freedom to advance these ends as they see fit. But in return for this autonomy, they must report regularly on their
10
The study of mortgage markets has traditionally been the domain of economists. During historic times of turmoil and change, however, social scientists of various stripes are often called upon to shape our understanding of ways mortgage markets function. We are presently experiencing an episode of severe turmoil and change. How did we get here? Subprime Cities: The Political Economy of Mortgage Markets presents a collection of works from social scientists that offer important insights into what is happening in today’s mortgage market including the causes, effects, and aftermath of the “subprime” mortgage crisis. In addition to shedding light on how the current housing crisis has spread to other sectors of the economy, readings address the mortgage market itself and how problems have spread throughout mortgage and housing markets. Various chapters address changes that have resulted in the subprime mortgage crisis; others focus on the structural changes in the mortgage market, rather than on the crisis itself. Documentation of the geographical, social, and institutional inequalities associated with the crisis reveals how the recent mortgage boom created “subprime cities,” and how the victims of the crisis are the product of deep structural inequalities. This book is a provocative wakeup call for us to reconsider the structures of housing finance and housing policy if we are to avoid another crisis. Uitgever: Wiley-Blackwell, ISBN: 978-1-44433777-8, pagina’s: 360, prijs: € 24,-
Onverwachte verdienste Judith Elshout, Thomas Kampen en Ineke Teijmant [redactie]
Een terugtredende overheid lost de problemen van armoede, werkloosheid en sociaal isolement niet op. Integendeel. Volgens de nota Integratie, Binding, Burgerschap uit 2011 moeten burgers zelf meer initiatief tonen en verantwoordelijkheid nemen. Creativiteit, betrokkenheid en oplossend vermogen moeten worden aangeboord. De taak van de verzorgingsstaat verschuift van de herverdeling van inkomens naar het veranderen van individuele gedragingen, motivaties en attitudes. De gewenste gedragingen zijn doorgaans op meritocratische leest geschoeid; de overheid waarborgt gelijke kansen, maar het is ieders eigen verantwoordelijkheid deze ook te grijpen. Veel activeringsprogramma’s van welzijnsinstellingen zijn hierop gericht. De vraag is: slagen ze daar ook in? Deze bundel doet verslag van vijf studentenonderzoeken bij de welzijnsinstelling Impuls in Amsterdam. De studenten waren vrij in het kiezen van een onderwerp en hoewel hun onderzoek meer een wetenschappelijk dan evaluatief karakter heeft, levert het wel leerzame inzichten op. De lat van de programma’s van Impuls ligt vaak hoog en
de doelstellingen worden zeker niet altijd gehaald. Maar tijdens de cursussen gebeuren wel andere belangrijke dingen. De leefwereld van deelnemers vergroot, het zelfrespect neemt toe en veel allochtone vrouwen blijken sociaal helemaal niet zo geïsoleerd als we vaak denken. En last but not least; blijken veelplegers niet alleen gevoelig voor onderling respect, maar putten ook zelfrespect uit de waardering die ze krijgen voor hun werk. Het zijn de onverwachte verdiensten van de programma’s. In de visserij heet dit bijvangst, waar de vissers vaak heel gelukkig mee zijn. Uitgever: Stichting De Driehoek, ISBN: 97894-90586-00-3, 146 pagina’s, prijs: € 14,90
The Future of Asian Feminisms: Confronting Fundamentalisms, Conflicts and Neo-liberalism Nursyahbani Katjasungkana, Saskia Wieringa (editors)
Speculative Security: The Politics of Pursuing Terrorist Monies Marieke de Goede
Since the terrorist acts of September 11, 2001, finance and security have become joined in new ways to produce particular targets of state surveillance. In Speculative Security, Marieke de Goede describes how previously unscrutinized practices such as donations and remittances have been affected by security measures that include datamining, asset freezing, and transnational regulation. These “precrime” measures focus on transactions that are perfectly legal but are thought to hold a specific potential to support terrorism. Speculative Security offers a range of examples that illustrate the types of security interventions employed today, including the extralegal targeting and breaking up of the al-Barakaat financial network that was accompanied by raids in the United States, asset freezes in Sweden, and the incarceration of a money remitter at Guantánamo Bay. Ultimately, de Goede reveals how the idea of creating “security” appeals to multiple imaginable—and unimaginable—futures in order to enable action in the present. Uitgever: University of Minnesota Press, ISBN: 978-0-8166-7590-6, pagina’s: 312 pages, prijs: $ 75,-
Considering that the economic and political weight of the region is growing fast, and that the 21st century has been named the Asian century, Asia is increasingly recognized as the continent to which economic, if not political power, will shift in the coming decades. The chapters brought together in this volume demonstrate the great diversity of the transversal cultural flow that women’s movements within Asia provide. The volume provides elements for the critical dialogues that are needed between women in the region, between women and men, between people in all sorts of strategic positions, and between theoreticians in the Global South and the Global North to create a world in which human dignity is not eroded by predatory economic processes and in which democracy, diversity, pluralism, and inclusivity are the guiding principles of governance. Uitgever: Cambrige & Scholars Publishing, ISBN: 978-1-4438-3450-6, pagina’s: 485, prijs: $74,99
Trusting on the edge Managing uncertainty and vulnerability in the midst of serious mental health problems Patrick Brown , Michael Calnan (editors)
Trust is fundamental to everyday interactions and the functioning of society. How trust develops, or fails to develop, within contexts of severe mental illness is a pertinent topic for social scientists and healthcare professionals, not simply because it is an under-researched area but because heightened uncertainty and amplified vulnerability amidst psychosis represent a crucible of the conditions where trust becomes relevant. Grounded in research within this crucible, this book explores a number of questions which are central to
11
contemporary theoretical debates around the nature of trust. The authors link these abstract concerns to empirical analysis, involving interviews with service-users, practitioners and managers. This book will appeal to anyone interested in the concept of trust, including social science researchers and students, as well as practitioners, managers and policy makers working with vulnerable people. Uitgever: The Policy Press, ISBN: 978-1-84742889-9, pagina’s: 144, prijs: £ 65,-
Labour Migration and Human Trafficking in Southeast Asia: Critical Perspectives Michele Ford, Lenore Lyons, Willem van Schendel (editors)
Understanding Shrinkage in European Regions Editors: Marco Bontje and Sako Musterd, University of Amsterdam
All over the world human trafficking has become a hot issue. As a result, billions of dollars are being spent on counter-trafficking initiatives. But are they necessary and do they work? This book contributes to the growing critique of the anti-trafficking agenda by documenting the micro-processes through which the Trafficking Protocol has been translated, implemented and resisted in Southeast Asia. This region is recognized internationally as a ‘hotspot’ for human trafficking. The authors in this collection focus their attention at the local level and pay careful, systematic attention to the ways that anti-trafficking initiatives have been taken up and translated by different stakeholders at different scales. Counter-trafficking programs We still know little about the scale and incidence of human trafficking and have little evidence that counter-trafficking programs are effective. In fact, what critical research shows is that these projects are being used to justify state intervention in the lives of migrant workers and citizens with the aim of ‘protecting’ the state from illegal migration, terrorism and organized crime. There is even evidence to suggest that rather than reducing the incidence of trafficking, countertrafficking initiatives and laws can in fact lead to its increase. Uitgever: Routletge, ISBN: 978-0-415-66563-6, prijs: $ 130,-
Built Environment Volume 38, number 2, June 2012
Volume 38, Number 2
Published by Alexandrine Press and edited by Peter Hall and David Banister
Understanding Shrinkage in European Regions GUEST EDITORS: MARCO BONTJE AND SAKO MUSTERD
Shrinkage in European regions is a complex phenomenon because of its multi-dimensional, multi-scalar and multitemporal character; its causes and effects are only partially understood. The contributors to this issue examine the meaning of shrinkage, its causes and effects, and in so doing seek to increase our understanding of the phenomenon. The rst three articles discuss the theoretical and conceptual debates on shrinkage. These are followed by a series of case studies: four from post-socialist countries in Central and Eastern Europe and three from Western Europe.
CONTENTS Understanding Shrinkage in European Regions MARCO BONTJE and SAKO MUSTERD From Long-Term Shrinkage to Re-Growth? The Urban Development Trajectories of Liverpool and Leipzig DIETER RINK, ANNEGRET HAASE, KATRIN GROSSMANN, CHRIS COUCH and MATTHEW COCKS Time-Space Relations and the Differences between Shrinking Regions JOSJE J. HOEKVELD Urban Shrinkage and the Post-Socialist Transformation: The Case of Poland TADEUSZ STRYJAKIEWICZ, PRZEMYSŁAW CIESIÓŁKA and EMILIA JAROSZEWSKA Shrinking Cities in Romania: Former Mining Cities in Valea Jiului ILINCA PĂUN CONSTANTINESCU Urban Shrinkage and Everyday Life in Post-Socialist Cities: Living with Diversity in Hrušov, Ostrava, Czech Republic MARIEKE MAES, MAARTEN LOOPMANS and CHRISTIAN KESTELOOT Causes, Consequences and Challenges of Shrinkage: The Case of Small Cities in a Transition Society JASMINA SILJANOSKA, VLATKO P. KOROBAR and JASNA STEFANOVSKA Urban Shrinkage and Socio-Spatial Disparities: Are the Remedies Worse than the Disease? SYLVIE FOL Shrinkage Perceptions and Smart Growth Strategies for the Municipalities of Portugal THOMAS PANAGOPOULOS and ANA PAULA BARREIRA European Regional Population Decline and Policy Responses: Three Case Studies ROOS GALJAARD, LEO VAN WISSEN and KIM VAN DAM
Edited by Professor Sir Peter Hall and Professor David Banister, Built Environment is published four times a year,
both print and online. For more information or to order a copy of this issue contact:
Alexandrine Press, 1 The Farthings, Marcham, Oxon OX13 6QD phone : 01865 391518 fax : 01865 391687 e-mail :
[email protected] website : www.alexandrinepress.co.uk Built Environment is hosted online by ingentaconnect (http://alex.publisher.ingentaconnect.com/content/alex/benv)
12
DE STUDIE Spannend! Je VWO diploma heb je op zak en de volgende fase (en voor veel mensen de leukste) fase in je leven gaat van start. Het studerende leven is begonnen.
Een fascinerende wereld Student Nikolai Jacobs vertelt over Sociale geografie en Planologie, afstudeerrichting Planologie
Nikolai Jacobs
Ik ben Nikolai Jacobs. Zeer recentelijk heb ik de bachelor Sociale geografie en Planologie afgerond. Hoe kijk ik terug op de afgelopen vier jaar? In september 2008 begon ik vol enthousiasme aan de opleiding Commerciële Economie aan de HRO in Rotterdam. Na een maand was dat enthousiasme door een gebrek aan een uitdagend studieklimaat zo ver gekelderd dat het me niet uitmaakte wat ik zou gaan doen, als het maar iets anders was. In drie dagen heb ik toen een shortlist van vier universitaire studies samengesteld (bestuurskunde, sociologie, geografie en planologie) waarbij de laatstgenoemde bovenaan stond. De plattegronden die ik uit verveling tijdens onder andere de lessen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ging tekenen vormden daar de grondslag voor. Bestuurskunde en Sociologie kon ik in Rotterdam doen, maar Planologie niet: daarvoor moest ik naar Amsterdam of Utrecht. Ik was enigszins bekend in Amsterdam en vond het een gave stad, dus besloot allereerst te proberen om als laatinschrijver de UvA binnen te komen.
Ondanks dat de UvA naar de buitenwereld nog wel eens bekend staat als een bureaucratisch fort verliep mijn intake bijzonder soepel. Ik belde de studieadviseur en legde mijn wat vreemde verhaal uit. ‘Nou,’ zei hij. ‘Ja.. je kunt per 1 februari beginnen, of volgende week.’ Het werd volgende week. Binnen een uur had ik een studentnummer en een vervolgafspraak. Een week later begon ik daadwerkelijk met vakken. Ondanks dat ik niet van plan was om de studie per se af te ronden wist ik al na een blok dat ik op mijn plek zat bij de studie. De ruimtelijke wetenschappen vormen een fascinerende wereld die eigenlijk erg interdisciplinair is. Het eerste jaar is daar een afspiegeling van, met juridische, economische, sociale, milieukundige en filosofische vakken. In de rest van de studie wordt dit verder uitgebouwd en kun je je verder in een bepaalde richting specialiseren, bijvoorbeeld de ruimtelijk-economische. Daarnaast heeft de studie methodologische vakken (waar je leert hoe je wetenschappelijk onderzoek moet doen) en praktijkvakken (bijvoorbeeld het oplossen van een ruimtelijk probleem voor een gemeente). Verder staat de actualiteit centraal en wordt er volop kritisch gereflecteerd op allerlei ruimtelijke ontwikkelingen. Het aantal contacturen is relatief laag, meestal 12 uur in de week. Ik had voornamelijk les in een jaren ‘20 gebouw dat rijkelijk was voorzien van door Shell gefinancierd beeldhouwwerk. De colleges zijn over het algemeen erg interessant en er is veel ruimte voor eigen inbreng. Doordat de studie niet heel groot is verkeer je als student in een luxepositie met een wetenschapper-studentratio waar ze bij rechten alleen maar van kunnen dromen. De meeste docenten kennen je daardoor goed, wat ze erg toegankelijk maakt. Voor veel vakken moet je tegenwoordig (al dan niet in groepjes) allerlei opdrachten doen. Dat kunnen essays zijn over stukken literatuur, maar ik ben ook regelmatig op ‘veldwerk’ geweest om een bepaald fenomeen in de praktijk te beschouwen. Dit houdt de studie afwisselend. Naast mijn studie ben ik ook erg actief geweest. Toen ik aan het eind van het tweede jaar weer op schema lag besloot ik een tussenjaar te nemen en mij fulltime op die nevenactiviteiten te storten, wat erg nuttig en leerzaam was. Ik ben lid geweest van het Dagelijk Bestuur van de Centrale Studentenraad (CSR) van de UvA en heb me daar met de meest uiteenlopende dingen
in het belang van de student beziggehouden. Onze raad heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat je als UvA-student tegen normaal tarief een studie kunt doen en ook de koffiekwaliteit is omhoog gegaan ;-). Daarnaast heb ik in het Landelijk Bestuur van de Jonge Democraten (D66 jongeren) gezeten. Afgelopen jaar ben ik betrokken gebleven bij de medezeggenschap; ik had zitting in de opleidingscommissie en was voorzitter van studentenpartij Mei. Ook werkte ik als studentchauffeur en als secretaresse voor de UvA. Dit soort kleinere dingen zijn goed te combineren met de studie: ik heb alle zestig punten bepaald en twee uitdagende onderzoeken gedaan. In januari was ik drie weken in Chicago en New York (VS) om onderzoek te doen naar het vestigingspatroon van de elite rond 1900. Van maart tot en met juni was ik bezig met mijn scriptie waarin ik onderzoek deed naar de toegevoegde waarde van WiFi op stedelijke kwaliteit. Met name het historisch-geografische onderzoek was zeer gemotiveerd. Heb ik spijt van mijn lijstje van vier jaar geleden? Absoluut niet. Voor de master heb ik evenwel gekozen voor een ruimtelijkbestuurskundige master in Rotterdam, om mijn grens weer wat verder te verbreden. Dan kom ik ironisch genoeg toch weer bij mijn oorspronkelijke lijstje uit. Uiteindelijk wil ik graag ruimtelijk (beleids)advies geven. In de studie komt uitgebreid naar voren dat heel veel ruimtelijke projecten een stuk goedkoper en sneller zouden kunnen, en daar wil ik graag een bijdrage aan leveren. Hoe weet je nu of de studie sociale geografie en planologie iets voor jou is? Dat is (zeker nu met alle ellendige maatregelen vanuit het Rijk) immers een belangrijke vraag. Allereerst ben je geïnteresseerd in de fysieke en sociale omgeving. Als je op vakantie bent, vraag je je tot treures toe af hoe een stad of dorp tot stand is gekomen en hoe mensen daar gebruik van maken. Je kan uren naar plattegronden kijken, kent dienstregelingen uit je hoofd, bent maatschappelijk georiënteerd en raakt geïrriteerd door wethouders die als een kip zonder kop gebieden willen volbouwen met kantoren omdat dat een economische impuls van jewelste gaat geven. En tot slot heb je het academische in je: je bent nieuwsgierig, bereid om hard te werken en kritisch te reflecteren op van alles en nog wat. Als je dat hebt, moet je zeker een keer op de UvA gaan kijken, want daar ligt dan hoogstwaarschijnlijk een mooie toekomst voor je. <
13
NIEUWS VAN DE STUDIEVERENIGINGEN Een overzicht van activiteiten voor studenten van de opleidingen van het College Sociale Wetenschappen georganiseerd door de studieverenigingen
Machiavelli –
studievereniging Politicologie http://www.svmachiavelli.nl Macchiavelli is niet alleen de oudste maar met 1000 leden ook de grootste studievereniging Politicologie in Nederland. De vereniging organiseert wekelijkse activiteiten voor een breed publiek waaronder lezingen door bekende politici en actualiteitsdebatten. Door het jaar heen: Elke dinsdagavond de Machiavelli borrel, een fenomeen binnen de UvA, soms met een thema. Docurama’s: documentaire avonden die worden ingeleid door sprekers met affiniteit voor het onderwerp van de film.
te discussiëren, proberen ze grip te krijgen op het reilen en zeilen van de maatschappij. Maar om het leven midden in je eigen studieobject ook nog leefbaar te houden, hebben sociologen een hoop aan hun gevoel van humor en relativeringsvermogen. De studievereniging bestaat uit een verzameling van dit soort mensen in alle vormen, soorten en maten. . Na een dag in je eentje op je kamer je hoofd vol gepompt te hebben met theorieën en methoden, is het heel fijn om contact te hebben met mede-studenten. Door het jaar heen: Elke maand organiseert SEC in samenwerking met docenten De Andere Blik, een lezing die plaats vindt in de Common Room van de opleiding. De eerstvolgende data zijn: 13 september, 11 oktober, 15 november en 13 december.
Student-Docent debatten: Studenten en docenten gaan met elkaar in debat om ideeën en standpunten uit te wisselen.
van de opleiding Culturele Antropologie
http://www.kwakiutl.nl/
Sociologie
http://www.sociologen.nl/
Nieuwe bestuur SEC 2012-2013 , v.l.n.r. Dieuwertje, Stefan, Barbara, Chris-Jan en Robin
Pegasus – Studievereniging van Algemene Sociale Wetenschappen http://www.studieverenigingpegasus.nl/
Kwakiutl – Studievereniging
Sociologisch EpiCentrum (SEC)- Studievereniging
Sarphatibestuur 2012-2013 Sannah Nagelkerken, voorzitter Evelien Christiaanse, vicevoorzitter Jurriaan Dekkers, commissaris externe zaken Roos van Rongen, penningmeester Joris van den Boom, secretaris
Kwakiutl en SEC werken samen. Er worden gezamenlijke feesten georganiseerd en ook de lezingenreeks De Andere Blik is een samenwerkingsverband. Om de samenwerking te verdiepen wordt elk jaar het SociologieAntropologie Weekend georganiseerd. Een beroemde jaarlijkse aktiviteit van Kwakiutl is de liftwedstrijd. Daarnaast wordt er elk jaar een buitenlandse studiereis georganiseerd.
Dit jaar viert Pegasus haar tiende verjaardag! De studievereniging organiseert allerlei activiteiten, al dan niet studie gerelateerd en behartigt de belangen van de studenten Algemene Sociale Wetenschappen. In november organiseerde de vereniging een karaoke avond, een documentaire avond en een liftwedstrijd. Elke twee weken is er de borrel voor de leden.
Sarphati – Studievereniging
Sociale Geografie en Planologie http://www.studieverenigingsarphati.nl/
Chris-Jan Kamminga, voorzitter, Robin Hulsman, secretaris, Stefan van der Veen penningmeester, Dieuwertje Keizer, sociale activiteiten, Barbara van der Ent, studie geralateerde activiteiten. De officiële wisseling van het bestuur zal gebeuren tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) op donderdag 20 september. Je kunt zeggen wat je wil maar sociologen, van boekenwurmen tot vrijbuiters, zijn hele gezellige, sociale mensen met oog voor de wereld om hen heen. Niet zo gek ook want dat is per slot van rekening hun studieobject. Door om zich heen te kijken, veel te lezen en
14
Om studenten in staat te stellen hun studietijd zo goed mogelijk in te vullen, organiseert Sarphati niet alleen veel sociale activiteiten, zoals borrels, sporttoernooien en de Monopolymarathon, maar ook studie gerelateerde activiteiten zoals een bezoek aan tentoonstellingen en discussieavonden. De studievereniging organiseert elk jaar een buitenlandse veldwerkexcursie waarmee studenten hun verplichte buitenlandervaring kunnen invullen. Bij de borrel in november konden studenten in contact komen met alumni en is er een sollicitatieworkshop gegeven.
De aller-aller-aller laatste borrel van studieseizoen 2011-2012
Ton Dietz nam op 14 mei jl, na 36 jaar afscheid van de UvA een terugblik op de opmerkelijke carrière van een hoogleraar
Ton Dietz
1976-1982 Ton Dietz was 24 jaar oud toen hij voor een halve baan – zijn vrouw Annemieke van Haastrecht kreeg de andere helft- werd aangesteld als wetenschappelijk medewerker bij de toen net gestarte vakgroep ‘Polygoon’ aan de UvA. Echter, tegen de zin van een deel van de toenmalige staf, die hem ‘de Marxist uit Nijmegen’ noemden... Het was de tijd van de grote leeronderzoeken, deels al over Afrika en een tijd van onderzoekverkenning in Indonesië en Kenia. De studenten kwamen er in grote aantallen op af. Naast deze halve baan deed Ton ook werk voor het ‘kritische geografieblad Zone’ en werk voor het Komité Indonesia. Voor een dissertatie was geen tijd en erg urgent leek dat toen ook niet. 1982-1987 Ton vertrok voor een jaar naar Kenia, om, samen met Annemieke, onderzoek te doen voor een nieuw gestart ruraal ontwikkelingsprogramma. De hoeveelheid gegevens die verzameld werd was zo omvangrijk dat hij in 1986 aan de opdrachtgever (Ontwikkelingssamenwerking) vroeg of hij er op mocht promoveren. Dat mocht en met steun van toenmalig decaan Guus Borger kon dat in een voltijdse aanstelling worden verwerkt. Eind 1987 promoveerde Ton op ‘Pastoralists in Dire Straits’, een studie naar ontwikkelingsinterventies in West Pokot, een problematisch en deels droog gebied. Herman van der Wusten en Willem Heinemeijer waren zijn promotors. De droge-gebieden component deed het project ook goed passen in een groter programma van Polygoon, waar het ijs inmiddels was gesmolten. Ook de afdeling ‘ontwikkelingsgeografie’ was inmiddels sterk groeiende. 1988-1995 Na zijn promotie werd Ton al snel benoemd tot Universitair Hoofd Docent, met diverse managementtaken. Een leerzame tijd; hij oefende met onderzoekmanagement, waarbij voor het eerst aan ‘onderzoeksplanning’ werd gedaan en externe evaluaties werden
1995-2002 Met zijn benoeming tot hoogleraar hield Ton zijn eerste oratie (1996: ‘Entitlements to Natural Resources’). Daarin gaf hij aan wat er allemaal zou moeten gebeuren in het overgangsgebied van ‘milieu en ontwikkeling’. Veel promovendi gaven daar invulling aan, met onderzoek in Kenia, India, Burkina Faso, Kameroen en in Malawi (de laatste twee in een hecht verband met het Afrika-Studiecentrum). Tevens coördineerde hij een groot onderzoek naar de impact van klimaatverandering in West Afrika. Met collega’s Ad de Bruijne, Hans Knippenberg en Isa Baud begon hij het ‘AGIDS’ onderzoeksinstituut. Daarnaast kreeg hij onderwijstaken bij de eerstejaars studenten geografie en planologie. 2002-2007 In deze periode werkte Ton deels als directeur van de landelijke onderzoekschool CERES (Utrecht) en deels in het onderwijs: bij International Development Studies, bij ‘Aardrijkskunde in het Groot’ (later vervolgd met de GeoNatRis website) en in SANPAD cursussen in Zuid Afrika. Als deelhoogleraar in Utrecht hield hij zijn tweede oratie ‘The Global Social Problem’, waarin hij liet zien niet zozeer Marxist te zijn als wel Engelsist. 2007-2008 Na vijf jaar CERES volgde een verdiend sabbatsverlof die hij, samen met Annemieke, deels in Zuid Afrika en deels in Rome doorbracht. Tijdens een kort verblijf in Kenia, werd aan Ton een eredoctoraat uitgereikt voor het werk dat hij voor de Moi University had gedaan. 2008-2010 Bij terugkomst werd hem gevraagd directeur te worden van AMIDSt. De noodzaak om de geografie zichtbaar te houden in ‘Urban Studies’ was voor Ton de grootste uitdaging. Uiteindelijk fuseerde AMIDSt met ASSR tot het onderzoekinstituut AISSR. Voor hemzelf kwam een groot onderzoekproject van de grond: de ontwikkeling van een methode voor participatieve evaluatie van ontwikkeling en verandering, met veel werk in Ghana en Burkina Faso (zie: www.padev.nl).
Foto: Annemieke van Haastrecht
voorbereid. Er kwamen regels over de normen voor onderzoekproductie en de positie van promovendi. Tevens was hij penningmeester van de vakgroep Sociale Geografie. Zijn onderwijswerk verschoof naar colloquia en tweedejaarscolleges. In deze periode startte ook de samenwerking met de Moi University in Kenia en begeleidde hij de eerste promoties.
Ton tijdens de uitreiking van het eredoctoraat in Kenia
volgde voor Ton een derde oratie ( ‘Silverlining Africa’). Als gasthoogleraar blijft Ton echter ook verbonden aan de UvA. Onderwijs Ton kijkt terug op 36 mooie en leerzame jaren aan de UvA waarbij het begeleiden van de vele, vele promoties stuk voor stuk hoogtepunten op zich waren. Maar ook het enthousiasmeren van jonge mensen op bachelors- en masters niveau is altijd Ton’s passie geweest. Ton was lang een van de ‘gezichten’ van de geografie bij de eerstejaars studenten. Daarbij bleef bij nauw betrokken bij ‘aardrijkskunde in het groot’: het positioneren van geografische vraagstukken in het publieke debat en in het middelbaar onderwijs. Dit resulteerde uiteindelijk in GeoNatRis , een bijzonder project waarvan Ton hoopt dat de UvA hier een rol in blijft spelen.
Voor wie wil zien wat Tons inspanningen allemaal aan ‘producten’ heeft opgeleverd: https://home.medewerker.uva.nl/a.j.dietz. http://www.geonatris.eu/.
CERES: Research School for Resource Studies for Development ASSR: Amsterdam Social Science research AMIDSt: The Amsterdam institute for Metropolitan and International Development Studies AISSR: Amsterdam Institute for Social Science Research SANDAD: The South Africa Netherlands research Programme on Alternatives in Development <
2010-2012 Ton had, zoals hij zelf benadrukte, oud kunnen worden aan de UvA maar er deed zich een buitenkans voor: directeur worden van het interessantste onderzoeksinstituut dat hij zich kon voorstellen: het Afrika-Studiecentrum (www.ascleiden.nl) Met deze benoeming
15
VERVOLGENS
achtergrond volledig tot zijn recht komt en zeker een grote meerwaarde heeft. Ik houd me bezig met vragen als: “Hoe kan ontwikkeling of hulp aangeboden worden, waar is vraag naar en hoe kan er, in samenwerking met de lokale bevolking, gekeken worden naar mogelijkheden die tot verbetering leiden?” Ik heb reizen georganiseerd naar Tanzania, in samenwerking met Hivos, waar fairtrade koffieplantages bezocht werden. De kennis en de inzichten voor de toerist van wat fairtrade nu precies is zorgen voor een eventuele verandering in iemands leefpatroon. Ook vind ik het prettig dat de financiële hulp direct terechtkomt bij de boer. Tijdens dit samenspel van duurzaam reizen en lokale ontwikkeling staat wederzijds begrip centraal. Een ander voorbeeld gaat over de problematiek in Zanzibar waar op dit moment het toerisme booming is: “Vrouwelijke toeristen dragen korte rokjes, wat binnen deze moslimcultuur niet gewaardeerd wordt. Door uit te leggen hoe in een samenleving op een bepaalde manier gedacht wordt, kan er voor begrip gezorgd worden wat leidt tot inzicht in elkaars wereld en meer begrip tussen culturen.” Een reisbegeleider die een antropologische achtergrond heeft, en dus openstaat voor andere culturen, zal hier uitermate geschikt voor zijn.’
Alumnus in beeld
Verantwoord reizen
Foto: Isabel Lara Vega
Alumnus Saskia Griep over haar studie en huidige functie. Naam: Saskia Griep Studie: Antropologie en ontwikkelingssociologie aan de Universiteit van Amsterdam Afgestudeerd: 1 992 Huidig beroep: Manager bij Sawadee Reizen (Operation and Responsible Tourism)
Saskia in Sinai –Egypte
Na een HBO Toerisme opleiding te hebben voltooid, besloot Saskia Griep een jaar te gaan reizen door Latijns Amerika. ‘Voor mijn vertrek had ik me al ingeschreven voor een studie Bedrijfseconomie in Groningen, maar na mijn reis bleek de studie Culturele antropologie toch te zijn wat ik echt wilde. Tijdens mijn studie heb ik een jaar in China gestudeerd, waar ik de Chinese taal en cultuur leerde. Mijn eindscriptie, die goed bleek te zijn voor een KPMG/Unicef prijs, ging over straatkinderen in Colombia. Ik heb dus een brede interesse, waardoor ik niet echt een specialisatie heb gekozen tijdens mijn studie. Na het winnen van de KPMG/Unicef prijs ging ik werken bij Unicef in Colombia maar ik kwam er hier snel achter dat NGO’s niet de instellingen waren waarvoor ik lang zou willen werken. Het feit dat NGO’s constant
16
bezig zijn met het aankloppen bij instanties om geld los te peuteren om ‘iets’ gedaan te kunnen krijgen stoorde me omdat er uiteindelijk vaak te weinig gebeurde. Terug in Nederland bleek het moeilijk te zijn om werk te vinden. Ik ging aan de slag voor Vluchtelingenwerk Nederland en nam er op zaterdag een baantje bij op het reisbureau Sawadee als salesmanager, waar ik vanwege mijn afgeronde studie HBO toerisme terecht kon. Wat begon als een bijbaantje blijkt nu, 18 jaar later, een baan te zijn waar een antropologische achtergrond een toegevoegde waarde heeft en ik het gevoel heb meer te kunnen betekenen voor de wereld dan wanneer ik werkzaam zou zijn voor een NGO.’ Duurzame reizen Na de functie als salesmanager ging Saskia zich binnen Sawadee bezig houden met het ontwikkelen en samenstellen van reizen. Hier kwam haar antropologische schrijfvaardigheid goed van pas bij het opmaken van reisbeschrijvingen. ‘In mijn huidige functie ben ik verantwoordelijk voor de MVO: het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Ik houd me bezig met het duurzaam maken van reizen en bestudeer hoe een reis lokale ontwikkelingen teweeg kan brengen. Een functie waarin mijn antropologische
Netwerken geblazen! ‘LinkedIn is een absolute must voor elke toetreder van de arbeidsmarkt. Gebruik maken en verstand hebben van de sociale media biedt vele mogelijkheden en heeft een prominente rol in het hedendaagse netwerken. Daarnaast is het van belang altijd iets te doen met je interesses en bezig te zijn met leren. Zelf heb ik recentelijk nog een studie Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen afgerond en zo blijf ik mijzelf ontwikkelen. Verder vind ik dat een student breed inzetbaar moet zijn. Een student die veel interesses heeft en hiermee bezig is, oftewel gedreven is, maakt zichzelf aantrekkelijker voor een werknemer. Ten slotte zou een antropoloog zich toch enigszins moeten conformeren aan datgene wat er gevraagd wordt. Net zoals NGO’s en commerciële bedrijven soms moeite doen om de handen ineen te kunnen slaan, moet ook de antropoloog een weg zoeken proberen in hoe zijn of haar idealen geuit kunnen worden binnen de structuur van een bedrijf.’ http://www.sawadee.nl
Saskia ’s verhaal werd onder redactie van Culturele antropologie studenten Sacha Buisman, Maurice van Oosten en Charlotte van der Klauw ook gepubliceerd in de Carrièrekrant voor Antropologie. <