Werkboek Beroepspraktijkvorming
Cluster: Techniek 2 Afdeling: ICT-Lyceum Opleiding: Applicatieontwikkelaar
Copyright © Drenthe College Cluster Techniek 2 Postbus 173 7800 AD Emmen
Alle rechten voorbehouden All rights reserved Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced by print, photoprint, microfilm, or any other means, without written permission from the publisher.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
2-29
Inhoudsopgave ALGEMENE GEGEVENS BPV-PERIODE------------------------------------------------------------------------------ 4 1
INLEIDING -------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5
2
BEGRIPPENLIJST ---------------------------------------------------------------------------------------------------- 6
3
DOEL BPV -------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7
4
BEROEPENBEELD--------------------------------------------------------------------------------------------------- 8
5
BPV-OVEREENKOMST --------------------------------------------------------------------------------------------- 9
6
BPV-VERGOEDING ------------------------------------------------------------------------------------------------- 10
7
VERZEKERING ------------------------------------------------------------------------------------------------------- 10
8
DUUR VAN DE BPV ------------------------------------------------------------------------------------------------- 10
9
BPV-PERIODE -------------------------------------------------------------------------------------------------------- 11 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7
DE EERSTE BPV-DAG ------------------------------------------------------------------------------------------ 11 LOGBOEK -------------------------------------------------------------------------------------------------------- 11 KERNTAKEN EN WERKPROCESSEN --------------------------------------------------------------------------- 12 STAGEBEGELEIDING VANUIT SCHOOL ------------------------------------------------------------------------ 12 STUDIEDAGEN --------------------------------------------------------------------------------------------------- 12 BEWIJSMAP ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 13 STAGEBEOORDELING ------------------------------------------------------------------------------------------ 13
10
ENKELE REGELS --------------------------------------------------------------------------------------------------- 14
11
SCHOOLCONTACTEN --------------------------------------------------------------------------------------------- 15
12
BPV OPDRACHTEN ------------------------------------------------------------------------------------------------ 16 12.1 PRAKTIJKOPDRACHT(EN) -------------------------------------------------------------------------------------- 16
13
HET EINDVERSLAG ------------------------------------------------------------------------------------------------ 17
14
BEOORDELINGSFORMULIEREN BEROEPSMATIG FUNCTIONEREN ----------------------------- 18 PERIODIEKE EVALUATIE VOOR HET BEROEPSMATIG FUNCTIONEREN ------------------------------------------- 18 EINDBEOORDELING VOOR HET BEROEPSMATIG FUNCTIONEREN ------------------------------------------------ 19
BIJLAGE 1 TOELICHTING BPV-BEOORDELING ------------------------------------------------------------------ 21 BIJLAGE 2 TOELICHTING KERNTAKEN EN WERKPROCESSEN ------------------------------------------- 23 BIJLAGE 3 AFSPRAKENFORMULIER BEOORDELING WERKPROCESSEN ---------------------------- 28 BIJLAGE 4 FORMULIEREN WERKGERELATEERD BEOORDELEN. --------------------------------------- 29
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
3-29
Drenthe College Cluster Techniek 2 Postbus 173 7800 AD Emmen Telefoon: 088 188 4444
Algemene gegevens BPV-periode Deze BPV-periode
van: ____________tot en met: _________________________
Organisatie/bedrijf
: _________________________________________________
Naam stagiair(e)
: _________________________________________________
Adres
: _________________________________________________
Woonplaats
: _________________________________________________
Opleiding
: _________________________________________________
BPV-docent
: _________________________________________________
Praktijkopleider
: _________________________________________________
Het is de BPV-er niet toegestaan gedurende de BPV-periode - en ook niet na het eindigen daarvan - enige mededeling te doen met betrekking tot hetgeen hem/haar tijdens de BPV-periode is bekend geworden omtrent relaties, belangen en zaken van de BPV-verlenende organisatie die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd. De BPV-er zorgt voor geheimhouding van hetgeen hem/haar tijdens zijn/haar BPV periode wordt toevertrouwd, bekend wordt, of waarvan hij/zij het vertrouwelijk karakter moet bewaren.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
4-29
1 Inleiding Stage heet Beroepspraktijkvorming (BPV). Dit is voor velen een vrij nieuwe term, dus zullen in het spraakgebruik en ook in dit boek de gangbare aanduidingen als stage en stagewerkboek nog regelmatig gebruikt worden. In dit werkboek is steeds gekozen voor de mannelijke vorm van student, stagiair, het bedrijf en de docent (studieloopbaanbegeleider) van het Drenthe College. In dit BPV-werkboek wordt uitgelegd hoe je BPV moet verlopen en wat daar allemaal bij komt kijken. Hierdoor worden alle betrokkenen bij de beroepspraktijkvorming zo optimaal over hun rol geïnformeerd. In het werkboek vind je de kerntaken, werkprocessen en competenties van de opleiding die je volgt en alle in te vullen formulieren. Zorg dat je het altijd bij je hebt, zowel op je stageadres als op school tijdens de begeleidingsuren. Als je na het bestuderen van dit werkboek nog vragen hebt, neem dan contact op met je BPV-docent (studieloopbaanbegeleider) of met de BPV-coördinator. Mocht er in dit werkboek onvolkomenheden staan, dan houden wij ons graag aanbevolen voor verbeteringen. Tenslotte wensen we je een plezierige stage toe. Het BPV-team
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
5-29
2 Begrippenlijst BPV-bedrijf
Het bedrijf of de instelling waar door de BPV-er praktijkervaring wordt opgedaan. In het boek wordt gesproken over organisatie of stageadres BPV-overeenkomst Een contract tussen de school, de organisatie en de cursist waarin stageafspraken staan. BPV-coördinator De persoon die de BPV organiseert en coördineert. BPV-er De cursist die in een organisatie praktijkervaring opdoet. SLB-er Studieloopbaanbegeleider (ook begeleider tijdens de BPV) Praktijkopleider De persoon die de BPV-er begeleidt in het BPV-bedrijf. Begeleidingsgesprek Een wekelijks gesprek tussen BPV-er en praktijkopleider over de werkzaamheden en de voortgang van de BPV. BPV-eindgesprek Gesprek tussen BPV-er, Praktijkopleider en de SLB waarin de eindbeoordeling tot stand komt. BPV opdrachten Een door de organisatie verstrekte opdracht of de diverse werkzaamheden die binnen de organisatie verricht moeten worden. Werkzaamheden De beroepshandelingen die een BPV-er binnen de organisatie verricht. Competenties Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen. Werkprocessen Een werkproces is een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een kerntaak. Het werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt als kenmerkend herkend in de beroepspraktijk. Kerntaken Een groep samenhangende werkprocessen. Kwalificatiedossier In het kwalificatiedossier staan o.a de (groep) kerntaken beschreven, die horen bij de betreffende uitstroomrichting van de opleiding. POP Persoonlijk Ontwikkelingsplan van de cursist. Het beschrijft welke werkprocessen en competenties de cursist al bezit en welke hij nog moet / wil verwerven. Portfolio In zijn portfolio verzamelt de deelnemer resultaten van leeractiviteiten waarmee hij kan laten zien welke werkprocessen en competenties hij aan het ontwikkelen is. Bewijsmap In zijn bewijsmap verzamelt de deelnemer resultaten van leeractiviteiten waarmee hij kan laten zien welke werkprocessen en competenties hij beheerst. Bevoegd gezag Als je een opleiding volgt, is (het bestuur van) de school het bevoegd gezag. De school wijst iemand aan om haar te vertegenwoordigen. Werkweek 5 x 8 uur, tenzij het bedrijf andere werktijden hanteert of vanuit school een studiedag is ingepland.
NB. In dit BPV-werkboek zullen vervolgens de termen praktijkopleider, stagiair, leerling en hij gebruikt worden. Hiermee worden echter uitdrukkelijk ook, de praktijkopleidster, de stagiaire, de leerlinge en zij bedoeld. BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
6-29
3 Doel BPV Het beroepsonderwijs verzorgt beroepsgerichte opleidingen. Tijdens de opleiding moet de cursist leren eigen keuzes te maken en verantwoordelijk te zijn voor zijn eigen leerproces. Een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en een portfolio helpen daarbij. Al tijdens de opleiding kan de deelnemer kennismaken met het beroep in een bedrijf d.m.v. ‘het lopen’ van een stage. BPV is een verplicht onderdeel van een beroepsopleiding dat leidt tot een praktische kwalificatie van de cursist. Het doel van de BPV voor de cursist is praktijkervaring op te doen. Hij kan wat hij geleerd heeft op school toepassen in de praktijk en daarnaast door de praktijk zijn leerervaringen vergroten.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
7-29
4 Beroepenbeeld Wat doet een Applicatieontwikkelaar? De applicatieontwikkelaar ontwikkelt nieuwe toepassingen en past bestaande aan. Naast analytisch en probleemoplossend vermogen is een behoorlijke kennis van ontwikkeltechnieken, programmeertools en besturingssystemen vereist. De applicatieontwikkelaar krijgt zijn opdrachten meestal van een projectleider. Zijn werkzaamheden moeten volgens de regels van het project worden uitgevoerd; omdat de applicatieontwikkelaar niet als enige aan het project werkt, moet hij ook zijn werk afstemmen op dat van anderen. Vaak is er haast bij, dus werken onder tijdsdruk mag geen problemen opleveren. In een beroep als dit is planmatig werken van groot belang. De overstap naar andere besturingssystemen of ontwikkelomgevingen, waaronder webbased-systemen, moet goed te maken zijn. Waar werkt een Applicatieontwikkelaar? De applicatieontwikkelaar werkt bij bedrijven die besturingsoftware, toepassingssoftware, entertainmentsoftware en/of IT-media producten ontwikkelen. Dit kunnen bedrijven zijn in zowel het klein-, midden- als het grootbedrijf. Welke taken verricht een Applicatieontwikkelaar? De applicatieontwikkelaar werkt -als beginnende beroepsbeoefenaar- bij het ontwerpen van applicaties samen met een collega of leidinggevende. Hij is mede verantwoordelijk voor het functioneel en technisch ontwerp van een applicatie en wordt beoordeeld op de resultaten. De applicatieontwikkelaar heeft bij het ontwerpen van een applicatie vooral een uitvoerende rol. Bij de realisatie van een (deel van een) applicatie opereert de applicatieontwikkelaar vaak zelfstandig. Hij werkt echter wel samen met collega’s en andere betrokkenen en zal met hen ook regelmatig overleggen en zijn werkzaamheden afstemmen. De applicatieontwikkelaar is verantwoordelijk voor de realisatie van een applicatie die voldoet aan de specificaties uit het functioneel en technisch ontwerp. De eindverantwoordelijkheid ligt vaak bij een projectleider of leidinggevende. De applicatieontwikkelaar heeft een uitvoerende rol en zal tot op zekere hoogte zijn leidinggevende, collega’s of klanten kunnen adviseren over het te realiseren product. De applicatieontwikkelaar werkt tijdens het implementeren samen met een projectleider en collega’s en is verantwoordelijk voor zijn deeltaken binnen het implementatietraject. Hij legt verantwoording af aan de projectleider/leidinggevende die eindverantwoordelijk is voor het gehele implementatietraject. De applicatieontwikkelaar heeft binnen deze taak een uitvoerende, signalerende en ondersteunende rol. Bij het onderhouden van een applicatie werkt de applicatieontwikkelaar veel samen met de klant/gebruiker. De applicatieontwikkelaar is verantwoordelijk voor het correct doorvoeren van inhoudelijke en technische wijzigingen in een applicatie. Welke eigenschappen heeft een Applicatieontwikkelaar? De applicatieontwikkelaar stelt zich klantgericht, proactief, kritisch en flexibel op. Hij kan goed samenwerken met mensen op alle niveaus, werkt nauwkeurig, heeft doorzettingsvermogen en kan goed omgaan met tijdsdruk. Het juist interpreteren van gegevens is voor de applicatieontwikkelaar van groot belang, evenals probleemoplossend en bedrijfsgericht denken. De applicatieontwikkelaar moet initiatief kunnen nemen en goed kunnen adviseren en organiseren binnen de richtlijnen van het bedrijf. BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
8-29
5 BPV-overeenkomst Het bevoegd gezag van de school sluit met de cursisten en de organisatie een schriftelijke BPV-overeenkomst waaruit blijkt dat de cursist leeractiviteiten ontplooit in het kader van het zijn opleiding. De BPV-overeenkomst bevat in ieder geval de aanvangsdatum en de einddatum, de bedrijfsgegevens, de naam van de praktijkopleider en de BPV-docent (Studieloopbaanbegeleider). De BPV-overeenkomst bepaalt wie de verzekering zal sluiten tegen het financiële risico van ongevallen en tegen wettelijke aansprakelijkheid van de cursistvoor de tijd dat deze zich bevindt bij de organisatie, en ten laste van wie de te betalen premie zal komen indien een zodanige verzekeringsovereenkomst zal worden gesloten. Indien de cursist minderjarig is, dient de BPV-overeenkomst door zijn ouders, voogden of verzorgers te worden getekend. (Uit: Inrichtingsbesluit dagscholen m.b.o. van 3 juni 1991) De overeenkomst wordt uiterlijk in de tweede week van de stage vanuit school naar het bedrijf gestuurd. Let erop dat het door alle partijen wordt ondertekend en geretourneerd naar school.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
9-29
6 BPV-vergoeding Bij de toewijzing van de BPV-plaatsen staan de onderwijskundige uitgangspunten en de kwaliteit van de BPV-plaatsen voorop. Als een bedrijf een BPV-vergoeding betaalt aan de leerling, geschiedt dat op vrijwillige basis.
7 Verzekering Het Drenthe College heeft voor iedere cursist die BPV volgt een ongevallen/ aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering ten behoeve van BPV-ers omvat de tijd waarin de cursist werkt als BPV-er, respectievelijk waarin hij/zij geacht kan worden onder toezicht te staan van de BPV werkgever. Deze verzekering is ook van kracht op weg van huis naar het stageadres en op weg van het stageadres naar huis. Uitgesloten is het risico van het gebruiken, het houden of het besturen van motorrijtuigen, waaronder ook te verstaan bromfietsen. Verdere informatie met betrekking tot verzekeringen is te vinden in de studiegids die je aan het begin van het schooljaar hebt gekregen.
8 Duur van de BPV De duur van de BPV is afhankelijk van de opleiding die je volgt. Het kan variëren van twee periodes tot vier periodes (een volledig schooljaar) Per maand mogen twee snipperdagen opgenomen worden in overleg met het bedrijf. Werk je bij een school dan gelden geen snipperdagen, maar de vakanties die de school aanhoudt.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
10-29
9 BPV-periode 9.1
De eerste BPV-dag
Als je je voor het eerst meldt op je stageadres, is het van belang jezelf correct voor te stellen aan je collega’s. Natuurlijk heb je tijdens het kennismakingsgesprek al een beetje een indruk gekregen van de 'sfeer' die het bedrijf uitstraalt. Het is van belang dat je jezelf goed presenteert. Daarnaast wordt van je verwacht dat je je houdt aan de gedragsregels, voorschriften en aanwijzingen die gelden voor het personeel van de organisatie waar jij gedurende de stage te gast bent. Dit geldt ten aanzien van kleding, werktijden, ziekmeldingen en afspraken die gemaakt worden. 9.2
Logboek
Tijdens de BPV zelf moet je natuurlijk bijhouden wat je allemaal doet. Dit gebeurt via een wekelijks in te vullen lijst. Op deze lijst moet worden genoteerd wat je die week aan werkzaamheden hebt verricht en aan welke opdrachten je hebt gewerkt. Wat heb je geleerd van de werkzaamheden en voldoet het aan je verwachtingen? Ben je tevreden over je prestaties en wat zou je anders kunnen / willen doen? Ook afwezigheid en ziekte wordt in het logboek genoteerd. Je zorgt zelf voor de opmaak en de lay-out van het logboek. Je hebt regelmatig overleg met je praktijkopleider, het liefst op een vast tijdstip binnen de week. Tijdens dit begeleidingsgesprek worden jouw bevindingen en die van de praktijkopleider besproken. De punten die genoemd worden tijdens dit gesprek noteer je ook in je logboek. Je stuurt elke week je logboek op naar je praktijkopleider en docent. Aan de hand van deze verslagen worden jouw werkzaamheden bijgehouden door de BPV-docent.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
11-29
9.3
Kerntaken en werkprocessen
De opleiding Applicatieontwikkleaar (Crebo 90020) kent vier kerntaken met de daarbij behorende werkprocessen. Deze werkprocessen moet je beheersen aan het eind van de opleiding. Door middel van de projecten en opdrachten op school heb je al gewerkt aan de verschillende werkprocessen en competenties. Op stage rond je nog een aantal werkprocessen af in overleg met je studieloopbaanbegeleider en je praktijkopleider. Het hangt af van de opdracht en werkzaamheden die je verricht bij het stagebedrijf, aan welke werkprocessen en competenties je werkt. De werkprocessen hebben zowel betrekking op je ICT vaardigheden als op je leer- en beroepshouding. Kerntaak 1. Ontwerpen van applicaties
2. Realiseren van applicaties
3. Implementeren van applicaties
4. Onderhouden van applicaties
9.4
Werkproces 1.1 Vaststellen van de informatiebehoefte 1.2 Opleveren van een ontwerp van de applicatie 1.3 Opstellen van een plan van aanpak 1.4 Inrichten van een ontwikkelomgeving 2.1 Aanleggen van een gegevensverzameling 2.2 Realiseren van applicaties 2.3 Testen van applicaties 3.1 Opstellen en presenteren van een implementatieplan 3.2 Opstellen en uitvoeren van een acceptatietest 3.3 Evalueren van een implementatie 4.1 Onderhouden van applicaties 4.2 Beheren van content 4.3 Documenteren en archiveren van applicaties
Stagebegeleiding vanuit school
Vanaf de eerste dag dat je op stage gaat word je begeleid door je studieloopbaanbegeleider van school. Hij bezoekt je op het stageadres om samen met de praktijkopleider te praten over de voortgang van je stage en de te maken verslagen en opdrachten. Tijdens de gesprekken zal de voorlopige balans van jouw stage worden opgemaakt. 9.5
Studiedagen
Gedurende de periode dat je stage loopt, is het mogelijk dat je voor een studiedag naar school moet. Of dit nodig is en de dag waarop verschilt per opleiding en wordt voor aanvang van de stage meegedeeld. Als er een studiedag is ingepland, dan volg je lessen volgens het lesrooster voor die dag.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
12-29
9.6
Bewijsmap
Als dit de laatste (afstudeer-)stage van je opleiding is moet je bewijzen voor je bewijsmap verzamelen. (Als dit een oefenstage is hoef je dit dus nog niet te doen) Wat je in je stage doet moet je documenteren en bewijzen. Al je bewijzen verzamel je in een bewijsmap. Je bewijzen moet je verzamelen en sorteren per kerntaak (voor de kerntaken zie de bijlage achterin van dit BPV-werkboek). Deze bewijzen bestaan uit een aantal onderdelen: • •
• •
9.7
Ondertekende en ingevulde beoordelingsformulieren. (bijlage 4) Het verslag (een beschrijving) van de taken,opdrachten en activiteiten, die je hebt uitgevoerd en die beoordeeld zijn door middel van het beoordelingsformulier (en eventueel ander ondersteunend bewijsmateriaal), gesorteerd per kerntaak! De eindbeoordeling van de stage. (eindbeoordelingsformulier) Het reflectieverslag (zie bewijsmap) waarin je aangeeft wat je van je stage vond en wat je geleerd hebt. Stagebeoordeling
De eindbeoordeling van de stage vindt plaats tijdens een BPV-eindgesprek dat de stagiair voert met de praktijkopleider en de docent. Dit gesprek vindt plaats aan het eind van de stage, op het stageadres. Het gesprek wordt geleid door de BPV-docent. De beoordeling geschiedt aan de hand van je bewijsmap, je eindverslag en het oordeel van de praktijkopleider over het beroepsmatig functioneren. Een concept (paperbased) van het eindverslag dient minimaal een week voor het eindgesprek van de BPV in het bezit te zijn van de BPV-docent. Aan het eind van het gesprek tekenen de BPV-er, de praktijkopleider en de docent voor akkoord. Als het eindoordeel van je BPV 'voldoende' is zul je ongetwijfeld tevreden zijn. Als je een onvoldoende scoort, betekent dit dat je de stage moet overdoen. Dit betreft een stageperiode van 20 weken. Als het oordeel 'onvoldoende' is en je bent het met dit oordeel niet eens, kun je beargumenteerd je bezwaren schriftelijk kenbaar maken bij de examen-commissie.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
13-29
10 Enkele regels Tijdens de BPV-periode moet je aan een aantal regels houden. •
•
•
•
Je moet gedurende de hele periode “stage lopen”. Voor wat betreft de werktijden (uren) moet je je houden aan de werktijden zoals die gelden voor de werknemers van het bedrijf. Werkdagen zijn: maandag t/m vrijdag. Snipperdagen moet je in overleg met de praktijkopleider opnemen (2 per maand). Deze snipperdagen moeten wel opgenomen worden. Tijdens de schoolvakanties wordt gewoon doorgewerkt, tenzij je op een school werkt. In dit geval heb je geen snipperdagen, maar heb je dezelfde vakanties als de collega’s van die school.. Als je ziek bent moet je dat doorgeven aan (natuurlijk) het stagebedrijf en aan je praktijkopleider. Ook moet je dat melden aan je studieloopbaanbegeleider. Dit moet altijd d.m.v. een een telefoontje naar de receptie van school. Vertel dan de telefonist(e) van school duidelijk dat je ziek bent, geef haar/hem de naam van stageadres en de naam van je studieloopbaanbegeleider. Als je weet wanneer je de stage weer gaat hervatten, moet je dat ook even meedelen aan zowel het stagebedrijf als aan school. In het geval van te veel ziektedagen kan de stage worden verlengd. De BPV-coördinator bepaalt dan, in overleg met het stagebedrijf, de duur van de eventuele verlenging. Als je op een bepaalde dag, anders dan de gebruikelijke, naar school moet voor een gesprek met je docent of voor het maken van een toets, zorg er dan voor dat jouw praktijkopleider daarvan tijdig op de hoogte is. Dit kan veel problemen voorkomen. Het kan voorkomen dat je in het stagebedrijf te maken krijgt met vertrouwelijke gegevens, hetzij van het bedrijf zelf of van de daar werkende personen, hetzij met vertrouwelijke gegevens van klanten van dat bedrijf. Praat hier met niemand over! Ook niet met familieleden en/of goede vrienden/vriendinnen. Hoe je omgaat met vertrouwelijke informatie is een van de beoordelingspunten bij het onderdeel 'beroepshouding'.
Let op: Het is de BPV-er niet toegestaan gedurende de BPV-periode - en ook niet na het eindigen daarvan - enige mededeling te doen met betrekking tot hetgeen hem tijdens de BPV-periode is bekend geworden omtrent relaties, belangen en zaken van het stagebedrijf die als vertrouwelijk kunnen worden beschouwd.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
14-29
11 Schoolcontacten Inleverdata logboek: Elke vrijdag het logboek mailen naar de praktijkopleider en de docent in één mailtje. In de eerste twee weken van je stage maak je een planning waarin je stageactiviteiten vastlegt. Denk hierbij aan de beoordelingen en gesprekken. Bespreek je planning met de praktijkopleider en mail je planning ook naar de BPV-docent.
Contactadres locatie Emmen: Drenthe College Cluster Techniek 2 ICT-lyceum t.a.v. dhr. M. Scholtens postbus 173 7800 AD Emmen e-mail:
[email protected] Telefoon: 088 188 4444 mobiel: 06-52482830
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
15-29
12 BPV Opdrachten Let erop dat je alle logboeken, verslagen en ander werk zelf bewaart en maak regelmatig een backup. 12.1
Praktijkopdracht(en)
De voornaamste doelstelling van deze stageperiode is kennismaken met het beroepenveld. Daarbij is het wenselijk dat je zoveel mogelijk werkervaring opdoet. Binnen het stagebedrijf kun je een aantal opdrachten uitvoeren, waarbij je werkprocessen en competenties kunt oefenen en laten beoordelen. Bespreek samen met je praktijkopleider en/of je studieloopbaanbegeleider welke taken, projecten en activiteiten je kunt gaan uitvoeren en welke werkprocessen daarbij aan bod komen. Noteer dit op het formulier van bijlage 3. Uitleg over de beoordeling en de afspraken die gemaakt moeten worden vind je terug in bijlage 1. De beoordelingsformulieren met toelichting vind je terug in bijlage 4. Alle opdrachten die je uitvoert komen worden een onderdeel van je bewijsmap. Neem in je bewijsmap ook alle “bewijzen” op, dat je de gekozen werkprocessen hebt afgesloten. (Denk daarbij aan b.v. aan (gespreks-)verslagen, notulen, logboek, foto’s, screenshots, diverse andere documenten enz.) .
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
16-29
13 Het eindverslag Het eindverslag is een weergave van je stageperiode. Als dit je afstudeerstage is hoef je geen eindverslag te maken, maar moet je diverse bewijzen voor je bewijsmap verzamelen (zie ook paragraaf 9.6) Het eindverslag kent minimaal de volgende hoofdstukken/onderdelen: • Het verslag (een beschrijving) van de taken, projecten en activiteiten, die je hebt uitgevoerd (met het uitvoeren van deze taken en activiteiten heb je eventueel één of meer werkprocessen bewezen) • Het beroepsmatig functioneren: de evaluatieformulieren en het eindbeoordelingsformulier voor het beroepsmatig functioneren. • Eindbeoordeling van de stage. (het eindbeoordelingsformulier) • Het persoonlijk functioneren: het reflectieverslag van stage, waarin je aangeeft wat je van je stage vond, wat je geleerd hebt • Het logboek. (de verzamelde weekstaten) De lay-out van een verslag: Er moet gebruik worden gemaakt van een duidelijk lettertype, puntgrootte 12. • De lay-out moet uniform zijn • Voorblad, inhoudsopgave enz.. • Gebruik zakelijke taal en geen spreektaal •
Hoe ziet het eindverslag eruit?: Voorkant: Titel (subtitel) Naam schrijver Stage bedrijf, praktijkopleider, stage docent, inleverdatum Inhoudsopgave: Hoofdstukken, bladzijdennummers Inleiding: Waarom dit verslag, wat kan de lezer allemaal verwachten bij het lezen van dit verslag. Waarom ben je bij dit bedrijf gaan stagelopen. De ontvangst door het bedrijf. De verwachtingen die je van het bedrijf hebt Hoofdstukken: 1. Mijn BPV werkzaamheden. Wat beschrijf je hierin? Wat waren je werkzaamheden en hoe heb je ze uitgevoerd? (je opdrachten, taken en projecten. Beschrijf wat je hebt gedaan tijdens de stage en hoe je het gedaan hebt. Voeg eventueel screenshots en foto’s toe. Van wie kreeg je je opdrachten, hoe heb je ze uitgevoerd? Wat ging er mis? Hoe heb je dat opgelost? Geef diverse voorbeelden) 2. Mijn reflectieverslag. (zie de bewijsmap voor het format) 3. Mijn logboek. (de verzamelde weekstaten) 4. De beoordelingsformulieren. 4.1. De periodieke beoordelingsformulieren 4.2. Het eindbeoordelingsformulier Nawoord: Hierin beschrijf je je conclusies Tot slot vind ik… Al met al een zeer leerzame periode geweest…. Dank woord
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
17-29
14
Beoordelingsformulieren beroepsmatig functioneren
Periodieke evaluatie voor het beroepsmatig functioneren Om de vijf weken vul je zelf en de praktijkopleider de periodieke evaluatie in. Er komen dus twee formulieren die naast elkaar worden gelegd en besproken. Deze evaluatieformulieren vormen een rode draad in je stage. Hieraan kun je zien of je eigen reflectie veel afwijkt van de evaluatie van de praktijkopleider en wat je verbeterpunten zijn. Noteer deze verbeterpunten weer in je logboek. Vul ze op tijd in en geef vervolgens een kopie aan de BPV-docent en de praktijkopleider. Bewaar zelf het origineel.
BPV-er BPV-bedrijf Praktijkopleider BPV-docent BPV periode
: ______________________________ Klas: ____________ : _______________________________________________ : _______________________________________________ : _______________________________________________ : _______________________________________________
PERIODIEK EVALUATIEFORMULIER BEROEPSMATIG FUNCTIONEREN Datum: Ingevuld door: BEROEPSMATIG FUNCTIONEREN 1
2
3
technische kennis, inzicht en vaardigheden (pakketten en ontwikkeling) praktische vaardigheid kwaliteit van het werk: nauwkeurigheid volledigheid verzorging veilig werken • kwantiteit van het werk : werktempo, productiviteit • presentatie- en organisatievermogen: eigen werk organiseren systematisch werken opdrachten kunnen uitvoeren/verstrekken overtuigend presenteren (‘verkopen’) • • •
FUNCTIONEREN IN DE ORGANISATIE • •
inzicht in de organisatie van het bedrijf : structuur, functies inzicht in de externe relaties van het bedrijf
BEROEPSHOUDING • • • • • • • • • • • •
sociale presentatie in het bedrijf snelheid en aanpassing aan het bedrijf en de werksfeer samenwerking en collegialiteit representativiteit (uiterlijk en optreden naar buiten) rekening houden met belangen van anderen (vertrouwelijke informatie) Verantwoordelijkheidsgevoel belangstelling voor het werk tonen van initiatief zelfstandigheid in het uitvoeren van opdrachten nauwkeurigheid planmatige aanpak flexibele opstelling
TOTAAL EVALUATIE Evaluatieschaal 1 tot 3: 3 = goed, 2 = voldoende, 1 = onvoldoende.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
18-29
Eindbeoordeling voor het beroepsmatig functioneren Aan het einde van de stage wordt de eindbeoordeling ingevuld door je praktijkopleider.
BPV-er BPV-bedrijf Praktijkopleider BPV-docent BPV periode
: ______________________________ Klas: ____________ : _______________________________________________ : _______________________________________________ : _______________________________________________ : _______________________________________________
BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSMATIG FUNCTIONEREN Datum: Ingevuld door: BEROEPSMATIG FUNCTIONEREN
1
2
3
technische kennis, inzicht en vaardigheden (pakketten en ontwikkeling) praktische vaardigheid kwaliteit van het werk: nauwkeurigheid volledigheid verzorging veilig werken • kwantiteit van het werk : werktempo, productiviteit • presentatie- en organisatievermogen: eigen werk organiseren systematisch werken opdrachten kunnen uitvoeren/verstrekken overtuigend presenteren (‘verkopen’) • • •
FUNCTIONEREN IN DE ORGANISATIE • •
inzicht in de organisatie van het bedrijf : structuur, functies inzicht in de externe relaties van het bedrijf
BEROEPSHOUDING • • • • • • • • • • • •
sociale presentatie in het bedrijf snelheid en aanpassing aan het bedrijf en de werksfeer samenwerking en collegialiteit representativiteit (uiterlijk en optreden naar buiten) rekening houden met belangen van anderen (vertrouwelijke informatie) Verantwoordelijkheidsgevoel belangstelling voor het werk tonen van initiatief zelfstandigheid in het uitvoeren van opdrachten nauwkeurigheid planmatige aanpak flexibele opstelling
TOTAAL EINDBEOORDELING Evaluatieschaal 1 tot 3: 3 = goed, 2 = voldoende, 1 = onvoldoende.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
19-29
BPV-er
: __________________________ Klas: __________
BPV-bedrijf
: __________________________________________
Praktijkopleider
: __________________________________________
BPV-docent
: __________________________________________
BPV periode
: __________________________________________
Het resultaat van de BPV 0 0
De BPV is met een voldoende afgesloten De BPV is niet met een voldoende afgesloten
Waaraan zal de stagiair de komende tijd aandacht moeten besteden? Kunt u één of meerdere verbeterpunten aangeven? (te denken valt aan beroepsmatig of persoonlijk functioneren, functioneren in de organisatie, het uitvoeren van opdrachten etc.) 0_____________________________ 0_____________________________ 0_____________________________
Is de beoordeling BEROEPSMATIG FUNCTIONEREN besproken met de stagiair? 0 Ja 0 Nee Datum
: _____________________
Handtekeningen: BPV-er
: _____________________
Praktijkopleider
: _____________________
BPV-docent
: _____________________
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
20-29
Bijlage 1 Toelichting BPV-beoordeling Inleiding Dit formulier is ontwikkeld in samenwerking met een aantal regionale instellingen/ondernemers die regelmatig mbo ICT deelnemers begeleiden in de stage. Deze bedrijven hebben een belangrijke stem gehad in de ontwikkeling van het beoordelingsformulier “werkgerelateerd beoordelen” (zie bijlage 4). Het Drenthe College is voornemens om dit formulier na de BPV- periode te evalueren en te verbeteren. Daarmee heeft Drenthe College een beoordelingsformulier voor de BPV tot stand willen brengen, dat in samenspraak met en in de taal van het bedrijfsleven geschreven is. Wilt u meepraten in deze evaluatie, dan kan dat. U kunt dit aangeven bij D. Huisman, opleidingsmanager Techniek Assen,
[email protected] , 06-46132953. Afspraken Allereerst spreekt u samen met de deelnemer en het Drenthe College af, welke taken en activiteiten (en dus werkprocessen) in deze stage aan bod gaan komen. U kunt dit invullen op bijlage 3. Het is de bedoeling het functioneren van de deelnemer op de verschillende taken (werkprocessen) te beoordelen. De taken en werkprocessen staan beschreven op het beoordelingsformulier (bijlage 4). Houdt u bij het maken van de afspraken nadrukkelijk het gewenste resultaat in uw achterhoofd. (In bijlage 2 staan de gewenste resultaten per werkproces beschreven). Beoordeling De beoordeling gebeurt minimaal twee keer per stageperiode, één keer halverwege de BPV-periode (de tussentijdse evaluatie) en een keer aan het einde van de BPV-periode (de eindbeoordeling). Indien u het voor de ontwikkeling van een deelnemer wenselijk vindt om vaker te beoordelen, dan kunt u dat doen. Indien een leerling één of meerdere werkprocessen “afsluitend” wil laten beoordelen moeten alle bijbehorende taken en activiteiten uitgevoerd en met een voldoende beoordeeld worden. Indien de betreffende taken niet op het stagebedrijf uitgevoerd kunnen worden wordt met de leerling overlegd of er andere taken kunnen worden uitgevoerd, die voldoen aan het gewenste resultaat, zoals omschreven in bijlage 2. Wij hebben ervoor gekozen om het functioneren van de deelnemer in uw bedrijf te laten beoordelen op kwaliteit en werktempo. U vindt dit terug op het formulier “werkgerelateerd beoordelen”. (bijlage 4) Naast de beoordeling die u aan de leerling geeft, zal de leerling ook worden gevraagd zichzelf door middel van dit formulier te beoordelen. U kunt vervolgens met de leerling in gesprek gaan over de uitkomsten. Opleiding en de exameneisen Dit beoordelingsinstrument bevat de landelijke exameneisen. Wellicht kunnen niet alle werkprocessen in uw bedrijf worden uitgevoerd In dat geval behoort de deelnemer deze werkprocessen op een andere stage uit te voeren of krijgt deze een vervangende opdracht op school aangeboden.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
21-29
Begrippenlijst beoordelingsformulier Niet van toepassing Als u dit aankruist, dan dient u dit wel te motiveren in de kolom “Waarom komt u tot dit oordeel”: - deze werkzaamheden komen niet bij u voor; - de deelnemer is hier gezien het stadium van zijn opleiding nog niet aan toe; - u vertrouwt de deelnemer dit niet (nog) niet toe, door houding/gedrag of gebrek aan kennis; - uw bedrijfspolicy laat niet toe dat u dit door een deelnemer laat uitvoeren. Resultaat vatbaar voor veel verbetering Dit kruist u aan als de taken en activiteiten verschillende keren aan de leerling zijn uitgelegd. De leerling snapt niet waar hij mee bezig is en er zitten teveel fouten in het afgeleverde werk. Resultaat vatbaar voor enige verbetering Dit kruist u aan als de taken en activiteiten verschillende keren aan de leerling zijn uitgelegd. De leerling snapt wel waar hij mee bezig is, maar er zitten fouten in het afgeleverde werk. Voldoet volgens norm Dit kruist u aan als de taken en activiteiten verschillende keren aan de leerling zijn uitgelegd. De leerling snapt wat hij aan het doen is en maakt (bijna) geen fouten. Aandachtspunten (Tips) Deze kolom wordt altijd ingevuld. Hierin legt u uit waarom u de betreffende score heeft gegeven en waar eventuele verbeterpunten liggen. Dit kunnen, tijdens de tussentijdse evaluatie, aandachtspunten zijn voor de nog resterende tijd dat de leerling binnen uw bedrijf actief is. Het is de bedoeling deze aandachtspunten met de school en de leerling te bespreken. Tijdens dit gesprek kunnen dan afspraken worden gemaakt op welke taken en activiteiten het resterende gedeelte van de stage de aandacht komt te liggen. Tops Hier noteert u wat de leerling bovengemiddeld heeft uitgevoerd. Algemene motivering Hier moet u aangeven (kort beschrijven) welk gedrag u heeft waargenomen bij de leerling tijdens het uitvoeren van de taken en activiteiten.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
22-29
Bijlage 2 Toelichting kerntaken en werkprocessen Kerntaak 1 Ontwerpen van applicaties 1.1 werkproces Vaststellen van de informatiebehoefte Omschrijving: De applicatieontwikkelaar inventariseert, onder andere door het voeren van gesprekken met betrokkenen, (onderdelen van) de informatiebehoefte en/of wensen van klanten op basis waarvan een applicatie kan worden ontworpen die in die informatiebehoefte voorziet en/of aan de wensen voldoet. Hij stelt deze informatiebehoefte vast en brengt deze gezamenlijk met de (on)mogelijkheden binnen de organisatie in kaart. Hij overlegt met de opdrachtgever over de uit te voeren werkzaamheden. Gewenst resultaat:
Vastgestelde informatiebehoefte en wensen van de opdrachtgever/organisatie en de (on)mogelijkheden binnen de organisatie zijn in kaart gebracht.
1.2 werkproces Opleveren van een ontwerp van de applicatie Omschrijving: De applicatieontwikkelaar onderzoekt hoe een applicatie een bijdrage levert aan de geconstateerde informatiebehoefte of wensen en levert daarvoor zowel een functioneel als technisch ontwerp op. Daarbij stelt hij ook globale planningen en kostenoverzichten op. De applicatieontwikkelaar overziet de consequenties van verandertrajecten voor de gebruikers. Hij bespreekt dit alles met de opdrachtgever/leidinggevende. Zonodig past hij het ontwerp of de planning aan. De applicatieontwikkelaar dient het functioneel ontwerp ook toe te kunnen lichten aan de collega(‘s) die (delen van) het technisch ontwerp en de applicatie realiseert. Gewenst resultaat:
Een helder en functioneel opgesteld ontwerp waaruit blijkt dat alle beschikbare informatie is verwerkt, rekening gehouden is met de technische en financiële (on)mogelijkheden, de behoeftes van de organisatie en de in de organisatie gebruikte procedures en middelen. Tevreden en goed geïnformeerde opdrachtgever en collega’s die (delen van) het technisch ontwerp en de applicatie moeten realiseren. Globale planning en kostenoverzichten
1.3 werkproces Opstellen van een plan van aanpak Omschrijving: Op basis van het ontwerp inventariseert de applicatieontwikkelaar de uit te voeren activiteiten en maakt een plan van aanpak. In het plan van aanpak beschrijft de applicatieontwikkelaar zowel de planning van de werkzaamheden als de kostenraming specifiek. Hij bespreekt het plan van aanpak met de leidinggevende of projectleider en voert zo nodig aanpassingen door. Het plan van aanpak laat hij accorderen door de leidinggevende/projectleider. Gewenst Een helder, functioneel en volledig opgesteld plan van aanpak dat aansluit resultaat: op de opdracht en dat geaccordeerd is door de leidinggevende/projectleider. Een tevreden en goed geïnformeerde opdrachtgever.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
23-29
1.4 werkproces Inrichten van een ontwikkelomgeving Omschrijving: De applicatieontwikkelaar richt in overleg met zijn leidinggevende/de projectleider een ontwikkelomgeving in conform de eisen van het (technisch) ontwerp en houdt daarbij rekening met algemeen geldende procedures en regels. Tevens zorgt hij voor het beheer van de ontwikkelomgeving; i.c. hij installeert en configureert (specifieke) software, koppelt apparatuur, onderhoudt hard- en software, signaleert problemen en zorgt voor een oplossing daarvan. Gewenst Ontwikkelomgeving is correct ingericht volgens de geldende regels en resultaat: procedures en conform de eisen van het functioneel en technisch ontwerp. Kerntaak 2 Realiseren van applicaties 2.1 werkproces Aanleggen van een gegevensverzameling Omschrijving: De applicatieontwikkelaar brengt in kaart welke gegevens in de gegevensverzameling/database moeten komen en gaat na hoe gegevens worden aangeleverd c.q. kunnen worden aangeleverd. Hij bepaalt hoe gegevens gebruikt gaan worden (output) en stelt de structuur en specificaties voor een eenvoudige gegevensverzameling/database vast. Vervolgens bepaalt hij a.d.h.v. de structuur en specificaties de benodigde middelen en aanpassingen en doet eventueel een voorstel voor aanschaf van software/modules/uitbreidingen en bespreekt dit met zijn leidinggevende. Hij voert het voorstel na goedkeuring uit en test de gegevensverzameling/database. In overleg met zijn leidinggevende past de applicatieontwikkelaar n.a.v. recente ontwikkelingen, incidenten, eisen of wensen de gegevensverzameling/database aan. Specificaties en wijzigingen documenteert hij en houdt de documentatie actueel. Gewenst resultaat:
Een goede en naar tevredenheid van de beoogde gebruiker(s) functionerende gegevensverzameling/database. Actuele en complete documentatie van de gegevensverzameling.
2.2 werkproces Realiseren van applicaties Omschrijving: De applicatieontwikkelaar analyseert -waar nodig- het functioneel en technisch ontwerp en/of het plan van aanpak (incl. de gestelde ergonomieeisen) en bespreekt zijn bevindingen met de leidinggevende/projectleider. De applicatieontwikkelaar maakt zich de aangewezen programmeertaal en -methodieken (indien nodig) eigen. Hij inventariseert mogelijk te hanteren interfaces en bespreekt zijn bevindingen met de leidinggevende/projectleider. De applicatieontwikkelaar realiseert (onderdelen van) een applicatie volgens opdracht. In overleg voegt hij met collega’s en/of leidinggevende onderdelen van (bestaande) applicaties samen. Hij realiseert ergonomisch verantwoorde interfaces op basis van een bestaand ontwerp, bespreekt tussentijdse resultaten met de opdrachtgever en/of leidinggevende en past de applicatie zo nodig aan. Daarnaast zorgt hij tijdens en na het realisatieproces voor de documentatie. Gewenst resultaat:
Gerealiseerde (onderdelen van) applicaties voldoen aan de eisen van de opdracht en het functioneel en technisch ontwerp. Gerealiseerde (onderdelen van) applicaties werken goed en naar tevredenheid van de gebruiker. Gerealiseerde interfaces zijn ergonomisch verantwoord en sluiten aan bij het ontwerp. Complete en goed verzorgde documentatie.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
24-29
2.3 werkproces Testen van applicaties Omschrijving: De applicatieontwikkelaar test de werking en functionaliteit van de gerealiseerde applicatie en/of interfaces en voert zonodig aanpassingen door of doet verbetervoorstellen. Bij veranderingen en/of aanpassingen aan applicaties dient hij de werkzaamheden op zorgvuldige wijze duidelijk te beschrijven of de daarvoor bestemde documentatie bij te werken. Gewenst resultaat:
Correct uitgevoerde testactiviteiten Bijgewerkte documentatie en duidelijk beschreven testresultaten Correct uitgevoerde en juiste acties naar aanleiding van de testresultaten Een goed functionerend en volgens ontwerp gerealiseerde applicatie
Kerntaak 3 Implementeren van applicaties 3.1 werkproces Opstellen en presenteren van een implementatieplan Omschrijving: De applicatieontwikkelaar inventariseert de consequenties van de implementatie van een applicatie binnen een organisatie. Deze bespreekt hij met de betrokkenen, waarna hij het implementatieplan schrijft. Hierin geeft hij aan hoe de applicatie technisch en organisatorisch wordt uitgewerkt. De applicatieontwikkelaar presenteert het implementatieplan zodat betrokkenen volledig en juist geïnformeerd worden en voorbereid zijn op veranderingen. Gewenst Helder en volledig geschreven implementatieplan (technisch en resultaat: organisatorisch). Volledig en juist geïnformeerde betrokkenen die op verandering zijn voorbereid 3.2 werkproces Opstellen en uitvoeren van een acceptatietest Omschrijving: De applicatieontwikkelaar stelt de acceptatietest op en biedt ondersteuning bij de uitvoering van acceptatietests. Hij voert de test samen met het projectteam uit. De applicatieontwikkelaar noteert en interpreteert de bevindingen en onderneemt de juiste acties naar aanleiding van de testresultaten. Gewenst correct uitgevoerde testactiviteiten door Een goed opgestelde resultaat: acceptatietest. Bijgewerkte documentatie en duidelijk beschreven testresultaten. correct uitgevoerde en juiste acties n.a.v. de testresultaten. goed ingerichte applicaties. 3.3 werkproces Evalueren van een implementatie Omschrijving: De applicatieontwikkelaar interpreteert de resultaten van de implementatie en de uitgevoerde tests en bespreekt deze met de betrokkenen. Tevens evalueert hij het gehele implementatietraject met de betrokken partijen. De applicatieontwikkelaar legt de uitkomsten van de evaluatie schriftelijk vast. Gewenst Een correct en volledig afgerond implementatietraject. resultaat: Een nauwkeurige en volledige eindrapportage.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
25-29
Kerntaak 4 Onderhouden van applicaties 4.1 werkproces Onderhouden van applicaties Omschrijving: De applicatieontwikkelaar richt een onderhoud-/beheerprocedure in om structureel informatie te verzamelen over incidenten, eisen en wensen. Hij beheert en onderhoudt volgens geldende procedures/contractafspraken (Service Level Agreement oftewel SLA) de applicatie. Ook registreert en documenteert hij incidenten, eisen en wensen en interpreteert deze op correcte wijze. De applicatieontwikkelaar lost (kleine) incidenten vaak onder tijdsdruk snel en adequaat op of onderneemt de juiste vervolgactie. Hij draagt oplossingsrichtingen aan met wijzigingsvoorstellen en bespreekt deze met de leidinggevende en/of de opdrachtgever/gebruiker. De applicatieontwikkelaar verricht in overleg met zijn leidinggevende en/of opdrachtgever de benodigde aanpassingen, test de werking en rapporteert aan zijn leidinggevende en/of opdrachtgever. Tenslotte documenteert hij wijzigingen en draagt zorg voor een complete en duidelijke documentatie. Gewenst resultaat:
Goede en naar tevredenheid van de gebruiker(s) functionerende applicatie. Incidentmeldingen, (nieuwe) eisen en wensen zijn adequaat geregistreerd, afgehandeld en gedocumenteerd. Problemen zijn op correcte wijze in kaart gebracht en goed doordachte verbetervoorstellen/oplossingsrichtingen zijn aangedragen. Actuele en complete documentatie.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
26-29
4.2 werkproces Beheren van content Omschrijving: Voor het beheren van de content bepaalt de applicatieontwikkelaar de specificaties waaraan de gegevens moeten voldoen. Hij maakt afspraken met degenen die gegevens aanleveren en legt deze afspraken in procedures of regels vast.Hij beoordeelt aangeleverde gegevens op technische vereisten en bewerkt ze zo nodig en waar mogelijk als deze niet aan de technische vereisten voldoen.De applicatieontwikkelaar digitaliseert gegevens. Ook bewerkt hij images, draagt zorg voor de opmaak van een applicatie en beheert fonts, opmaak van lay-outs met enige kennis van colormanagement. Hierbij stemt hij met afnemers of gebruikers af hoe zij gegevens aangeleverd moeten krijgen. Volgens afspraken en regels verleent hij gebruikersrechten aan de gebruikers(groepen) van de applicatie. Gewenst resultaat:
Heldere regels en procedures voor het aanleveren van gegevens. Correcte opmaak applicatie, bewerkte images, lay-outs e.d. Beheert content (m.b.t. de ontwikkelde applicatie) afgestemd op de afnemers/gebruikers. Correcte toekenning van gebruikersrechten
4.3 werkproces Documenteren en archiveren van (gegevens m.b.t.) applicaties Omschrijving: De applicatieontwikkelaar documenteert en archiveert gegevens m.b.t. het onderhouden van applicaties. De applicatieontwikkelaar archiveert bestanden zodat gegevensverzamelingen/databases up-to-date zijn. Ook archiveert hij fysieke ontwerpen, tekeningen, huisstijlen en modellen. Voor het archiveren stelt hij regels of procedures op. Gewenst resultaat:
goed opgezet en bijgewerkt (digitaal) archief. Heldere en eenduidige procedures ten behoeve van de archivering.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
27-29
Bijlage 3 Afsprakenformulier beoordeling werkprocessen De opleiding Applicatieontwikkelaar (Crebo 90020) kent vier kerntaken met de daarbij behorende werkprocessen. Door middel van de projecten en opdrachten op school heeft de deelnemer al gewerkt aan de verschillende werkprocessen en competenties. Op stage rondt hij/zij in overleg met de studieloopbaanbegeleider en de praktijkopleider nog een aantal werkprocessen af. Het hangt af van de opdracht en werkzaamheden bij het stagebedrijf, aan welke werkprocessen en competenties gewerkt kan worden. (zie ook bijlage 5) Kerntaak 1. Ontwerpen van applicaties
2. Realiseren van applicaties
3. Implementeren van applicaties
4. Onderhouden van applicaties
Werkproces 1.1 Vaststellen van de informatiebehoefte 1.2 Opleveren van een ontwerp van de applicatie 1.3 Opstellen van een plan van aanpak 1.4 Inrichten van een ontwikkelomgeving 2.1 Aanleggen van een gegevensverzameling 2.2 Realiseren van applicaties 2.3 Testen van applicaties 3.1 Opstellen en presenteren van een implementatieplan 3.2 Opstellen en uitvoeren van een acceptatietest 3.3 Evalueren van een implementatie 4.1 Onderhouden van applicaties 4.2 Beheren van content 4.3 Documenteren en archiveren van applicaties
De deelnemer van het Drenthe College en de praktijkopleider van het BPV-bedrijf spreken af, dat de deelnemer van het Drenthe College tijdens zijn BPV-periode aan de volgende werkprocessen gaat werken (en daarop wordt beoordeeld): ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ ______________________________________________________________________ Handtekeningen Naam Deelnemer:
Naam: Praktijkopleider:
Datum: BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
28-29
Bijlage 4 Formulieren werkgerelateerd beoordelen.
BPV-boek Applicatieontwikkelaar Sept 2011.doc
29-29