Richtlijn
Clinical practice guidelines for the management of delirium in older people
Publicatiejaar Organisatie
2006 Australian Health Ministers’ Advisory Council’s (AHMAC) Health Care of Older Australians Standing Committee (HCOASC) (formerly known as Care of Older Australians Working Group, COAWG), and the Australian Department of Health and Ageing. Niet weergegeven Australian Health Ministers’ Advisory Council’s (AHMAC) Health Care of Older Australians Standing Committee (HCOASC) (formerly known as Care of Older Australians Working Group, COAWG), and the Australian Department of Health and Ageing. Delirium Management van delirium Personen boven de 65 jaar http://www.health.vic.gov.au/ - zoekwoord delirium
Auteur Instellingen van de auteurs
Thema Focus Populatie Vindplaats
Engels
Nederlands
Detection of delirium : all settings
Opsporing van delirium: alle settings
A structured process for screening and diagnosis of delirium should be established in all health care settings.
Een gestructureerd proces voor het screenen en diagnosticeren van delirium zou in elke gezondheidszorginstelling verwezenlijkt moeten worden.
A formal cognitive function assessment (which may include the use of a standard cognitive screening tool) should be performed on all older people as part of the routine admission process to all health care settings.
In alle gezondheidszorginstellingen zou, bij opname van oudere personen, een formeel functioneel cognitieve beoordeling (wat het gebruik van een standaard cognitief screeningsinstrument kan omvatten) deel moeten uitmaken van de anamnese.
Each of the tools recommended for screening and diagnosis of delirium require specific training.
Elk instrument dat kan worden aanbevolen voor de screening en het diagnosticeren van delirium vereist een specifieke training.
Where cognitive impairment is identified, health care workers should consult with family/carers with regard to whether a person’s current cognitive state is a departure from their ‘usual’ status.
Wanneer een cognitieve afwijking door de gezondheidswerker wordt opgemerkt, zou de gezondheidswerker aan de familie/verzorgers moeten vragen of deze cognitieve toestand in overeenstemming is met de normale cognitieve status van de cliënt.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ÉCOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
1
Detection of delirium : hospital settings: Repeated cognitive assessment
Opsporing van delirium: ziekenhuis: Herhaaldelijke cognitieve beoordeling
Serial MMSE or AMT, administered by a clinician trained in its use, on day 1, 6 and 6 weeks or discharge, can be used on acute geriatric wards to monitor cognitive function.
Om de cognitieve functie, op een acute geriatrische afdeling op te volgen kunnen opeenvolgende MMSE (mini mental status examination) of AMT (abbreviated mental test) uitgevoerd worden. Dit door een getrainde clinicus op de eerste en de zesde dag van de opname, in de 6de week of op de ontslagdag.
The application of repeated cognitive assessment, with the use of measures such as the MMSE or AMT, should be considered for hospital patients at high risk of developing delirium (for example cardiac and orthopaedic surgery patients). If there is a decline in score of 2 or more points, further assessment for delirium is indicated
Bij patiënten met een hoog risico om delirium te ontwikkelen (bijv. cardiologische en orthopedische chirurgie patiënten) zou het toepassen van herhaaldelijke cognitieve beoordelingen, door middel van metingen zoals de MMSE (mini mental status examination) of AMT (abbreviated mental test), overwogen moeten worden. Wanneer er een afname van de score is met 2 of meer punten kan een verdere beoordeling voor delirium aanbevolen worden.
In hospital services where there is low risk of patients developing delirium, cognitive assessment should be repeated if there is: a sudden change in a person’s behaviour or cognition; a deterioration in the patient’s condition; or a sudden decline in their ability to perform ADLs. A decline in MMSE or AMT score of 2 or more points indicates the need for further assessment for delirium and/or further referral for expert consultation.
Op verpleegafdelingen waar het risico dat een patiënt delirium ontwikkeld laag is, moet herhaaldelijke cognitieve beoordeling uitgevoerd worden bij: een plotse cognitieve of gedragsmatige verandering; een cognitieve achteruitgang; of een plotse achteruitgang van de patiënt zijn vermogen tot het uitvoeren van Algemene Dagdagelijkse Levensverrichtingen. Een afname in de MMSE (mini mental status examination) of AMT (abbreviated mental test) score met 2 of meer punten vereist een verdere beoordeling voor delirium en/of verdere verwijzing naar de consultatie bij een expert.
Detection of delirium : hospital settings: Delirium diagnosis
Opsporing van delirium: ziekenhuis : Diagnose van delirium
The DSM-IV criteria should be administered by a medical specialist with appropriate training
De DSM (Diagnostic statistical manual of mental disorder) -IV criteria zouden moeten worden afgenomen door een medisch specialist met gepaste opleiding.
The CAM should be used by nursing and medical staff who have undergone a structured training program in its use (as recommended by the CAM developers) to diagnose delirium.
Bij het diagnosticeren van delirium zou de CAM (confusion assessment method) zou moeten worden gebruikt door verpleegkundigen en medisch personeel die een opleiding hebben gekregen omtrent het gebruik van het instrument (zoals aanbevolen door de ontwikkelaars van de CAM).
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ÉCOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
2
Detection of delirium : hospital settings: Delirium diagnosis
Opsporing van delirium: ziekenhuis : Diagnose van delirium
The CAM-ICU should be used by intensive care nursing and medical staff who have undergone a structured training program in the use of the CAM (developed by the CAM authors) to diagnose delirium.
Bij het diagnosticeren van delirium op instensieve zorgen zou de CAM-ICU (confusion assessment method- intensive care unit) gebruikt moeten worden door verpleegkundigen en medisch personeel op die een opleiding hebben gekregen omtrent het gebruik van het instrument (zoals aanbevolen door de ontwikkelaars van de CAM).
The DSI can be administered by lay assessors trained in its use, to detect delirium in older medical or surgical ward patients
Na opleiding omtrent het gebruik van het instrument kan de DSI (Delirium severity index) toegepast worden door niet deskundige beoordelaars om delirium te detecteren in oudere patiënten op een medische of chirurgische afdeling.
The DRS can be used by clinicians trained in its use, to distinguish between delirious and non-delirious in patients in an old age psychiatry unit.
Na opleiding omtrent het gebruik van het instrument kan de DRS (delirium ratin scale) gebruikt worden, op een psychogeriatrische afdeling door een klinisch geneesheer, om het verschil te zien tussen patiënten met een delirium en niet delirium patiënten.
Detection of delirium : Residential care and Community care settings : Baseline cognitive assessment
Opsporing van delirium: Woon -en zorg centra en gemeenschapszorg : Basis cognitieve beoordeling
General practitioners should consider conducting a cognitive assessment, using a validated tool (such as the AMT, MMSE or other culturally appropriate tool), as part of an annual Health Assessment for people aged 75 and over, or ATSI patients aged 55 and over, who receive care in the community.
Huisartsen zouden, als deel van de jaarlijkse gezondheidsbeoordeling, het uitvoeren van een cognitieve beoordeling aan de hand van gevalideerde instrumenten (zoals de MMSE (mini mental status examination) of AMT (abbreviated mental test) )of andere cultureel gepaste instrumenten) moeten overwegen bij personen ouder dan 75 jaar of ATSI (aboriginal and torres strait islander) patiënten ouder dan 55 jaar die gemeenschapszorg krijgen.
General practitioners should consider conducting a cognitive assessment, using a validated tool (such as the AMT, MMSE or other culturally appropriate tool), as part of a Comprehensive Medical Assessment for people who are permanent residents of an aged care facility.
Huisartsen zouden, als deel van de uitgebreide medische beoordeling, het uitvoeren van een cognitieve beoordeling aan de hand van gevalideerde instrumenten (zoals de AMT, MMSE of andere cultureel gepaste instrumenten) moeten overwegen bij personen die verblijven in een woon -en zorgcentra of rust- en verzorgingstehuis.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ÉCOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
3
Detection of delirium : Residential care and Community care settings : Repeated cognitive assessment
Opsporing van delirium: Woon -en zorg centra en gemeenschapszorg : Herhaaldelijke cognitieve beoordeling
A repeated cognitive assessment, using a validated tool such as the MMSE or AMT, should be considered if: there is a sudden change in a person’s behaviour or cognition; there is a deterioration in the person’s condition; there is a sudden decline in their ability to perform ADLs; or they have recently returned from a hospital admission. A decline in MMSE or AMT score of 2 or more points indicates the need for further assessment for delirium and/or further referral for expert consultation
Herhaaldelijke cognitieve beoordeling door middel van een gevalideerd instrument zoals de MMSE of AMT zou moeten worden overwogen bij: een plotse cognitieve of gedragsmatige verandering; een cognitieve achteruitgang; of een plotse achteruitgang van de patiënt zijn vermogen tot het uitvoeren van Algemene Dagdagelijkse Levensverrichtingen of wanneer een patiënt recentelijk uit het ziekenhuis werd ontslagen. Een achteruitgang in de MMSE of AMT score met 2 of meer punten vereist een verdere beoordeling voor delirium en/of verdere verwijzing naar een consultatie door een expert.
Detection of delirium : Residential care and Community care settings : delirium diagnosis
Opsporing van delirium: Woon -en zorg centra en gemeenschapszorg : Diagnose van delirium
If staff working in residential care and community care settings notice an abrupt change in the cognition or behaviour of a resident/client, a formal diagnostic process for delirium should be undertaken. This may involve administering a diagnostic tool such as the CAM or contacting a medical practitioner for a consultation
Wanneer medewerkers van een woon-en zorgcentrum of gemeenschapszorginstelling een plotse cognitieve- of gedragsverandering waarnemen bij een bewoner/cliënt zou een formeel diagnostisch proces voor delirium moeten worden uitgevoerd. Dit kan het gebruik van een diagnostisch instrument zoals de CAM of het contacteren van een huisarts voor een consultatie omvatten.
Risk factors for delirium: assessment and prediction : all settings
Risicofactoren voor delirium : beoordeling en inschatting : ziekenhuis
Risk for delirium should be assessed in all older persons admitted to a health care setting
Bij opname van oudere personen in een gezondheidsinstelling zou het risico op delirium moeten worden nagegaan.
Staff caring for older persons should be aware of the risk factors for the development of delirium
Verzorgers van oudere personen moeten zich bewust zijn van de risicofactoren tot ontwikkelen van delirium.
Overall it is difficult to recommend risk prediction models based on the current knowledge. If healthcare settings choose to adopt a risk prediction model it is recommended that evaluation of the performance attributes within that setting be considered part of the implementation and evaluation plan
In het algemeen is het, op basis van de huidige kennis, moeilijk een risico- inschattingsmodel aan te bevelen. Wanneer gezondheidsinstellingen kiezen om een risico-inschattingsmodel te gebruiken, is het aan te raden dat de toepassing van dit model binnen het implementatie- en evaluatieplan wordt geëvalueerd.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ÉCOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
4
Risk factors for delirium: assessment and prediction : hospital settings
Risicofactoren voor delirium : beoordeling en inschatting : ziekenhuis
The use of physical restraints, indwelling catheters and multiple medication use have been identified as precipitants for delirium and their usage should be minimised
Het gebruik van fixatiemateriaal, verblijfsondes en diverse medicatie zou zo veel als mogelijk geminimaliseerd moeten worden omdat deze geïdentificeerd werden als predisponerende factoren voor delirium.
Older people admitted to hospital settings where there is a higher incidence of delirium should be assessed for predisposing risk factors including: age 70 years or over; pre-existing cognitive impairment; severe medical illness; depression; abnormal sodium and visual impairment
In een ziekenhuis waar de incidentie van delirium hoger is, zou bij opname van oudere personen predisponerende factoren moeten worden nagegaan: ouder dan 70 jaar, reeds aanwezig zijn van cognitieve verzwakking, ernstige medische ziekte, depressie, abnormaal sodiumgehalte en slechtziend.
In addition to the risk factors described in the point above,older people admitted for surgical procedures should be assessed for the following surgery-related precipitating risk factors including: exposure to pethidine;exposure to benzodiazepine agents;previous history of delirium;alcohol related health concerns;pre-operative use of narcotic analgesics; admission to neurosurgery.
Aanvullend op de risicofactoren die in bovengaande alinea worden aangehaald zouden bij oudere personen die een chirurgische procedure moeten ondergaan, enkele chirurgie gerelateerde risicofactoren moeten worden nagegaan: blootstelling aan pethidine; blootstelling aan benzodiazipine derivaten; delirium in de voorgeschiedenis; alcoholgerelateerde gezondheidsproblemen; pre operatief gebruik van narcotische analgesie; en/of opname in het ziekenhuis voor neurochirurgie.
Risk prediction models have been developed and are available for use in non-cardiac elective surgery, general medical and acute geriatric units. However their utility in the Australian setting and in patient groups other than those listed, requires further evaluation. It is recommended that where healthcare organisations choose to apply existing risk models within their setting, they include evaluation of the performance attributes of the model.
Risico inschattingsmodellen werden ontwikkeld en zijn beschikbaar voor : geplande niet cardiale chirurgische ingrepen, algemeen medische afdelingen en acute geriatrische afdelingen. Toch moet het gebruik van deze modellen in Australische settings en bij andere patiëntengroepen nog verder worden geëvalueerd. Het is aanbevolen dat, wanneer een bestaand risicoinschattingsmodel gebruikt wordt in een instelling, evaluatie van het model dient te gebeuren.
Prevention of delirium : all settings
Preventie van delirium : alle stellingen
Preventative environmental and clinical practice strategies should be incorporated into the care of all older people, across all health care settings, to reduce their risk of developing delirium
In de zorg voor ouderen zou, om het risico op de ontwikkeling van delirium te reduceren, omgevingspreventie en klinische praktijkstrategieën moeten worden opgenomen.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ÉCOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
5
Prevention of delirium : hospital settings
Preventie van delirium : ziekenhuis
Older orthopaedic surgery patients should be reviewed by a geriatrician pre-operatively or within 24 hours after surgery, and then postoperatively on a daily basis for five days
Een geriater zou oudere orthopedische chirurgische patiënten pre-operatief en binnen de 24 uur na de operatie moeten evalueren. Post-operatief 1 maal per dag en dit gedurende 5 dagen.
Where resources are available, older surgical patients should be reviewed by a geriatrician at least pre-operatively and post-operatively
Wanneer de middelen voor handen zijn, moet de oudere chirurgische patient minstens pre-en postoperatief door de geriater worden geëvalueerd.
Multicomponent delirium prevention strategies targeting: (i) cognitive impairment; (ii) sleep deprivation; (iii) immobilisation; (iv) vision impairment; (v) hearing impairment; and (vi) dehydration; as implemented by trained volunteers under the supervision of medical and/or nursing geriatric specialists, may be considered for use with older hospitalised patients
De multi-componente preventie strategieën voor delirium met focus op: (i) verstoorde cognitie; (ii) tekort aan slaap; (iii) immobilisatie; (iv) slechtziend; (v) slechthorend; en (vi) dehydratatie die geïmplementeerd werden door getrainde vrijwilligers, onder supervisie van medisch en/of verpleegkundig geriatrische specialisten, kunnen ook bij andere oudere gehospitaliseerde patiënten worden toegepast.
Training should be provided to assist health care workers, who care for older people, to implement multicomponent delirium prevention strategies targeting (i) cognitive impairment; (ii) sleep deprivation; (iii) immobilisation; (iv) vision impairment; (v) hearing impairment; and (vi) dehydration
Opleidingen zouden de gezondheidszorgwerkers, die instaan voor de zorg aan ouderen, moeten ondersteunen bij het implementeren van de multicomponente preventie strategieën voor delirium met de focus op: (i) verstoorde cognitie; (ii) tekort aan slaap; (iii) immobilisatie; (iv) slechtziende; (v) slechthorende; en (vi) dehydratatie.
Management of delirium: investigation and treatment of delirium cause
Management van delirium: onderzoek en behandeling van de oorzaak van delirium
The underlying cause of delirium should be investigated and precipitating factors treated
De onderliggende oorzaak van delirium zou onderzocht moeten worden en de bespoedigende factoren behandeld.
Management of delirium: management of symptoms in all people with delirium
Management van delirium : management van de symptomen bij mensen met delirium
Non-pharmacological strategies should be incorporated into the care plan of all older persons with delirium across all health settings; and should always be utilised as a first-line strategy to manage the symptoms of delirium
In elke gezondheidsinstelling zou in het zorgplan voor oudere personen met delirium nietfarmacologische strategieën moeten worden opgenomen. Deze strategieën zouden steeds als eerste lijn stategie moeten gebruikt worden voor het managen van de symptomen van delirium.
Delirium is best managed by clinicians with expertise in delirium management, and in most cases should involve a multidisciplinary team
Delirium kan het best behandeld worden door een clinicis met ervaring in het behandelen van delirium en in de meeste gevallen is het betrekken van een mulitdisciplinair team aan te randen.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ÉCOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
6
Management of delirium: management of severe behavioural and / or emotional symptoms
Management van delirium: management van ernstige gedrags- en/of emotionele symptomen
In addition to the non-pharmacological strategies, the following reorientation and reassurance strategies should be considered for people with severe behavioural and/or emotional symptoms: one-on-one nursing or the use of a trained support person; opportunity for family member/carer to remain with the patient at all times (including overnight); consistency of staff members caring for the person; and provision of relaxation strategies to assist with sleep
Als aanvulling op de niet-farmacologische strategieën zouden de volgende heroriëntatie en zelfvertrouwen opbouwende strategieën moeten worden overwogen bij patiënten met ernstige gedrags – en/of emotionele symptomen: One – on - one verpleging of het gebruik van een getrainde begeleider, de kans creëren voor de familie/thuisverzorger om ten allen tijde bij de patient te blijven (inclusief gedurende de nacht), consequentheid voor wat betreft de persoon die instaat voor de zorg van de patiënt, en voorzien in relaxatie strategieën om het slapen te vergemakkelijken.
Specialised delirium rooms should be considered for delirium patients with severe behavioural and/or emotional disturbance
Voor patiënten met delirium die ernstige symptomen van gedrags- en emotionele verwardheid vertonen zouden aangepaste kamers moeten worden voorzien.
An expert psychiatric consultation should be considered for people with severe behavioural and/or emotional symptoms
Bij mensen met ernstige symptomen van gedrags- en/of emotionele verwardheid zou een psychiatrisch consult door een expert moeten gebeuren.
The use of antipsychotic medications for the management of delirium in older people should be reserved for those cases where the person experiences severe behavioural and/or emotional disturbance symptoms
Antipsychotische medicatie om delirium te behandelen bij oudere volwassenen zou enkel gebruikt mogen worden wanneer de persoon symptomen van ernstige gedrags- en/of emotionele verwardheid vertoond.
Caution should be exercised in prescribing antipsychotic medications to older people with delirium
Het voorschrijven van antipsychotische middelen, voor de behandeling van delirium bij oudere personen, zou met alle voorzichtigheid moeten gebeuren.
When antipsychotic medications are indicated the following processes should be incorporated into the patient care plan:
Wanneer anti-psychotische middelen worden voorgeschreven zouden volgende elementen in het zorgplan moeten worden opgenomen:
• The indication(s) for its use must be documented and reviewed regularly
- De indicatie voor het gebruik van de medicatie moeten worden genoteerd en op regelmatige basis opnieuw geëvalueerd worden.
• Commencement of the antipsychotic should be accompanied by documented recommendations about: (i) the dosage of medication; (ii) the mode of medication delivery; and (iii) the frequency with which patient status is to be reviewed by a medical physician
- Bij het opstarten van anti-psychotische middelen zouden volgende elementen gedocumenteerd moeten worden: (i) dosage van de medicatie,(ii) toedieningsweg; en (iii) de wanneer de patiënten status opnieuw geëvalueerd dient te worden door een geneesheer.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ÉCOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
7
• The frequency of medical review will vary according to patient status. For example a patient with significant agitation may require 4 hourly medical review, and a patient with less significant agitation may require 8 hourly medical review
- De frequentie van medische herziening door de geneesheer hangt af van de status van de patient. Een duidelijk geagiteerde patient zou bijvoorbeeld iedere 4 uur een medische herziening nodig hebben en een minder duidelijk geagiteerde patient heeft om de 8 uur een medische herziening nodig.
• Titrated antipsychotics need to be closely monitored by nursing and medical staff. The dosage and frequency should be titrated carefully against the level of agitation at each review
- Toegediende antipsychotica moeten strikt opgevolgd worden door de vepleegkundige en medische staf. Bij elke evaluatie moet de dosage en frequentie opnieuw bepaald worden in verhouding tot de mate van agitatie.
• Titration must commence from a low dose typically commencing with the equivalence of 0.25-0.50mg of haloperidol; olanzapine 2.5 mg orally; or risperidone 0.25 mg orally.
- Toediening moet starten met een lage dosis, doorgaans wordt gestart met een waarde van 0.25-0.50 mg haloperidol; 2.5 mg olanzapine oraal, of risperidone 0,25 oraal.
• It is important that nursing staff caring for patients on antipsychotic medication are able to consult regularly with medical staff.
- Het is belangrijk dat het verpleegkundig team dat instaat voor patiënten die antipsychotica nemen, de mogelijkheid hebben om regelmatig met de medische staf te overleggen.
Management of delirium: discharge planning and follow up
Management van delirium: ontslagplanning en opvolging
Information about delirium should be made available to people who have experienced delirium and their family/carers
Informatie over delirium zou beschikbaar gesteld moeten worden aan personen die een delirium hebben doorgemaakt en aan hun familie/verzorgers.
Discharge planning for people who have experienced delirium should include follow-up, professional monitoring, and treatment
De ontslagplanning bij personen die een delirium doorgemaakt hebben zou een opvolging, professionele monitoring en behandeling moeten omvatten.
Post delirium counselling should be considered for people who have experienced delirium
Bij personen die een delirium hebben doorgemaakt zou verdere begeleiding overwogen moeten worden.
Management of delirium: staff education
Management van delirium: educatie van het personeel
Staff education strategies aimed at increasing knowledge and awareness about delirium in older people should be considered in all health care settings
In alle gezondheidsinstellingen zouden strategieën overwogen moeten worden om personeelseducatie met als doel om de kennis en het bewustzijn betreffende delirium bij oudere personen te verhogen.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ÉCOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
8
Management of delirium: staff education
Management van delirium: educatie van het personeel
Delirium management should be part of the basic curricula of medical, nursing and allied health university training, and be included in training of other care workers and ongoing professional development programs
Het management van delirium zou een onderdeel moeten vormen van het basiscurriculum van medische -, verpleegkundige - en verwante universitaire gezondheidsopleidingen en zou moeten behoren tot de training van andere gezondheidswerkers en professionele ontwikkelingsprogramma’s.
Implementation of delirium management guidelines – accompanied by education and reinforcement – should be considered in all health care settings
Implementatie van richtlijnen over het management van delirium – aangevuld met educatie en ondersteuning – zouden overwogen moeten worden in alle gezondheidsvoorzieningen.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ÉCOLE DE SANTÉ PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
9