Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB ZwoIIe Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl
[email protected]
PROV1NC1ALE VAN Provinciale Staten
RABO ZwoIIe 39 73 41 121
Reg.nr. "75 /'CLcxXj I i a.d Dat.
ontv.:
1 8 FEB 2009
Routing
Inftchtlngers bij dhr. A. Potkamp telefoon 038 499 70 64
[email protected]
Bijl:
Richtlijn VerzorgingspSaatsen.
Datum
17.02.2009 Kenmerk
2009/0023683 Pagina
1
uwbrief uw kenmerk
Via de bijgaande "Richtlijn Verzorgingsplaatsen" willen wij u informeren over hoe de provincie Overijssel de verzorgingsplaatsen op een herkenbare, uniforme en eenduidige wijze wil ontwerpen en inrichten. Daarnaast kan met deze richtlijn getoetst worden welke bestaande verzorgingsplaatsen aan de gestelde criteria voldoen. Doel bij dit alles is het vergroten van de verkeersveiligheid. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben ge'mformeerd. Gedeputeerde Stater
voorzitter,
secretaris,
Bijlagen
1 Datum verzending
verijssel
Richtlijn verzorgingsplaatsen
Herkenbaar verkeersveilig!
WKO A. Potkamp
januari 2009
Colofon
Uitgave
provincie Overijssel Datum
januari 2009 Auteur
A. Potkamp
Inlichtingen bij
dhr. A. Potkamp Eenheid Wegen en Kanalen tel: 038 4997000 Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl
[email protected]
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
2
Verzorgingsplaatsen versus vluchthavens
7
3 3.1 3.1.1 3.1.2
Uitgangspunten Beleidsuitgangspunten Verkeersveiligheid Ruimtelijke kwaliteit
9 9 9 10
4 4.1 4.2
Ontwerpeisen Locatiekeuze Vormgeving
12 12 14
5
Beoordeling bestaande verzorgingsplaatsen
19
Richtlijn verzorgingsplaatsen
3
4
Richtlijn verzorgingsplaatsen
1
Inleiding
Historie
In de jaren 50 en 60 was bermtoerisme een gebruikelijk tijdverdrijf. Mensen parkeerden hun auto’s langs de weg en gingen dan gezellig met het hele gezin picknicken in de berm. Al snel werd duidelijk dat dit tot gevaarlijke situaties leidde. Op diverse locaties werden verschillende soorten parkeergelegenheden gerealiseerd om het toerisme langs de weg in goede banen te leiden.
In de provincie Overijssel is in de loop der jaren met betrekking tot de locatiekeuze, de inrichting en ontwerp van parkeerplaatsen verschillend omgegaan. Dit heeft geleid tot allerlei verschillende parkeerplaatsen. Mede door de gewijzigde beleidsuitgangspunten ten aanzien van parkeer- en verzorgingsplaatsen en de diversiteit aan inrichtingen en ontwerpen is, is behoefte ontstaan aan een eenduidige en uniforme richtlijn voor het ontwerpen en inrichten van plaatsen. Hoewel bermtoerisme verleden tijd is, blijft een goede verzorging van mens en voertuig van belang voor de verkeersveiligheid. Door de
Richtlijn verzorgingsplaatsen
5
toename van randwegen bij dorpskernen, is er steeds minder gelegenheid voor doorgaand verkeer om binnen de bebouwde kom te rusten. Langs provinciale wegen moet derhalve voldoende gelegenheid zijn voor een kort oponthoud. Dat kan bestaan uit een al dan niet verplichte rustpauze, mobiel telefoneren, een inspectie van lading en voertuig en/of eten en drinken. Langs de provinciale infrastructuur liggen momenteel veel verschillende vormen van parkeergelegenheden waarop weggebruikers kunnen rusten. Probleem- en doelstelling
Door diverse ontwikkelingen zijn ten aanzien van locatiekeuze, vormgeving en inrichting verschillende parkeerplaatsen ontstaan. Hierdoor ontbreekt een herkenbaar, eenduidig en uniform beeld van parkeerplaatsen langs de provinciale infrastructuur. Deze richtlijn is bedoeld om nieuwe parkeerplaatsen langs de provinciale infrastructuur op een herkenbare, uniforme en eenduidige wijze te ontwerpen en in te richten. Het biedt ondersteuning aan ontwerpers en beheerders bij het realiseren van nieuwe verzorgingsplaatsen. Daarnaast kan met deze richtlijn getoetst worden welke bestaande parkeerplaatsen aan de gestelde eisen voldoen. Op basis hiervan kunnen maatregelen genomen worden om bestaande parkeerplaatsen aan te passen, dan wel parkeerplaatsen over te dragen of te verwijderen. In deze richtlijn komen beleidsuitgangspunten, locatiekeuze, vormgeving en inrichting aan bod.
6
Richtlijn verzorgingsplaatsen
2
Verzorgingsplaatsen versus vluchthavens
In deze richtlijn wordt onderscheid gemaakt tussen diverse soorten stroken verhardingen gelegen naast de hoofdrijbaan. Ten behoeve van de eenduidigheid zullen de definities zoals beschreven in het Handboek Wegontwerp van CROW 1 worden gehanteerd (zie grijze kaders). Definitie: vluchthaven Verharde strook van beperkte lengte langs de rijbaan waarop in geval van nood mag en kan worden gestopt. Vanuit de historie zijn veel parkeerplaatsen direct gelegen aan de hoofdrijbaan van de weg – ook wel aanliggende parkeerplaatsen genoemd- gerealiseerd. De provincie Overijssel heeft besloten in het kader van de verkeersveiligheid alle aanliggende parkeerplaatsen om te bouwen tot vluchthaven, ook wel pechhulpplaats genoemd. In tegenstelling tot stroomwegen kennen gebiedsontsluitingswegen echter in juridische zin geen vluchthavens, waardoor parkeren op vluchthavens langs gebiedsontsluitingswegen niet strikt verboden is. Door het plaatsen van een RVV-bord BM06 ( ) wil de provincie Overijssel parkeren op vluchthavens ontmoedigen, maar gebruik in geval van nood toestaan. Daarbij worden voorzieningen als afvalbakken en zitgelegenheden verwijderd. Definitie: verzorgingsplaats Langs de weg gelegen parkeergelegenheid met één of meer voorzieningen zoals picknickset en afvalbak ten behoeve van reizigers en voertuigen. De verzorgingsplaats wordt altijd vrijliggend geprojecteerd. Dat wil zeggen een naast de hoofdrijbaan gelegen verharde strook gescheiden
1
Het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte
Richtlijn verzorgingsplaatsen
7
door een tussenberm. Langs de provinciale infrastructuur liggen momenteel 44 parkeerplaatsen die vrij liggen van de hoofdrijbaan. Niet bij alle vrijliggende parkeerplaatsen zijn voorzieningen als afvalbakken en zitgelegenheden gerealiseerd. Ook qua vormgeving verschillen deze vrijliggende parkeerplaatsen. Deze richtlijn gaat ervan uit dat alle vrijliggende parkeerplaatsen zijn of worden uitgerust met één of meer voorzieningen en dus als verzorgingsplaats kunnen worden beschouwd. In deze richtlijn komen overige (vrijliggende) asfaltstroken als carpoolplaatsen, bushaltes en passeerhavens niet aan de orde. Desgewenst kunnen hiervoor aanvullend richtlijnen worden gemaakt. Parkeren binnen de bebouwde kom
Parkeerplaatsen binnen de bebouwde kom zijn vaak woninggerelateerd. Vanwege de complexiteit van diverse factoren, worden dergelijke parkeerplaatsen binnen de bebouwde kom in deze richtlijn buiten beschouwing gelaten. Deze richtlijn is dus enkel bedoeld voor verzorgingsplaatsen buiten de bebouwde kom.
8
Richtlijn verzorgingsplaatsen
3
Uitgangspunten
3.1
Beleidsuitgangspunten De provinciale doelstellingen met betrekking tot verkeer en vervoer staan beschreven in het Provinciale Verkeers- en Vervoerplan (PVVP). Het hoofddoel in het PVVP luidt: “Een optimaal verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsniveau onder veilige omstandigheden waarbij prioriteit wordt gegeven aan de bereikbaarheid van economische centra in stedelijke netwerken.” In het PVVP staan drie thema’s centraal, die niet los van elkaar worden gezien: bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid. De Omgevingsvisie waar het PVVP in opgaat, legt veel nadruk op de integrale benadering van een goede bereikbaarheid, verbeterde verkeersveiligheid en mooie landschappen. Voor deze richtlijn betekent dit dat het volgende doel de basis vormt voor het bestaansrecht van een verzorgingsplaats: Het bieden van mogelijkheden te kunnen rusten, te telefoneren en/of het inspecteren van voertuig en lading voor het doorgaande verkeer, teneinde de verkeersveiligheid te vergroten. Als aanvulling hierop kan de mogelijkheid geboden worden te genieten van het landschap en natuur.
3.1.1 Verkeersveiligheid Allereerst kunnen verzorgingsplaatsen ten doel hebben om weggebruikers op gezette tijden gelegenheid te geven uit te kunnen rusten, te eten en/of te drinken. Er vallen jaarlijks nog steeds slachtoffers door mobiel bellen in de auto. Hoewel het niet verboden Richtlijn verzorgingsplaatsen
9
is, leidt handsfree bellen de bestuurder tijdens het rijden ook af. Het bieden van een alternatief door stilstaand op een verzorgingsplaats te bellen komt de verkeersveiligheid ten goede. De toename van mobiel telewerken en het raadplegen van mobiel internet in de auto vergroot de behoefte aan dergelijke parkeergelegenheden langs onze infrastructuur. Bovendien kan een verzorgingsplaats ook gebruikt worden om het voertuig en/of de lading te inspecteren op (vermeende) onvolkomenheden. Het spreekt voor zich dat de verzorgingsplaats ook als vluchthaven kan worden gebruikt. Bij het ontwerp van een verzorgingsplaats moet rekening worden gehouden met de overgang van stroomfunctie (de weg) naar de verblijfsfunctie (de parkeerplaats). Bij de aan- en afvoer van de parkeerplaats dient sprake te zijn van een vlotte en veilige uitwisseling van het verkeer. Ten behoeve van de verblijfsfunctie dient de verzorgingsplaats weggebonden, eenduidig en overzichtelijk te zijn, zodat te zien is welke voorzieningen aanwezig zijn en of er voldoende parkeercapaciteit aanwezig is. Daarnaast speelt de mate waarin men zich beschermd voelt ook een belangrijke rol. Door een adequate inrichting en locatiekeuze van verzorgingsplaatsen kan de kans op ongewenste handelingen als diefstal, vandalisme, etc. worden beperkt.
3.1.2 Ruimtelijke kwaliteit De provincie Overijssel kent vele mooie gebieden die ieder een eigen uitstraling en karakter bezitten. De provincie heeft met het nieuwe beleid Omgevingsvisie, ervoor gekozen deze unieke eigenschappen juist verder te versterken. Hierbij is van belang dat de locatiekeuze, vormgeving en inrichting van de verzorgingsplaats bijdraagt aan de omgevingskwaliteit. Op deze wijze wordt aan verzorgingsplaatsen een extra waarde toegevoegd, namelijk: genieten van landschap en natuur. Bij het ontwerp dient rekening te worden gehouden met de relatie tussen de verzorgingsplaatsen en het landschap. De Omgevingsvisie pleit bij (nieuwe) ontwikkelingen voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Met behulp van de catalogus ‘Gebiedskenmerken’ kan inzicht worden verkregen in de kenmerken van de verschillende gebieden. Zo kan in een gebied waar water kenmerkend is het ontwerp van een verzorgingsplaats daarop afgestemd worden. Daarmee ontstaat een unieke plek, die iets vertelt over waar je bent en wat daar belangrijk is.
10
Richtlijn verzorgingsplaatsen
Wetgeving
Bij realisatie of aanpak van de verzorgingsplaatsen dient rekening te worden gehouden met overige (wettelijke) kaders. Denk hierbij aan structuurvisies, bestemmingsplannen, Wet milieubeheer, Wet geluidhinder, Flora- en faunawet, Tracéwet, kabels en leidingen.
Richtlijn verzorgingsplaatsen
11
4
Ontwerpeisen
Het bepalen van een geschikte locatie voor een verzorgingsplaats is voornamelijk afhankelijk van de aspecten verkeer, veiligheid en landschap. Het is echter niet altijd mogelijk op basis van deze aspecten verzorgingsplaatsen te realiseren. Het moet ook planologisch mogelijk zijn en niet overal heeft de provincie Overijssel grond en ruimte ter beschikking. Het Handboek Wegontwerp van het CROW (publicatie 164) kent diverse bepalingen met betrekking tot de locatiekeuze en vormgeving van verzorgingsplaatsen. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt tussen stroomwegen en gebiedsontsluitingswegen.
4.1
Locatiekeuze Om te bepalen waar verzorgingsplaatsen kunnen worden gerealiseerd, zijn de volgende criteria van belang: Weggebonden functie
Bij de locatiekeuze dient rekening te worden gehouden met het weggebonden karakter van een verzorgingsplaats. Dit houdt in dat de verzorgingsplaats alleen en rechtstreeks is aangesloten op de provinciale weg. De verzorgingsplaats dient ter ondersteuning van het doorgaande verkeer en dient geen doel op zich te zijn. Met andere woorden de verzorgingsplaats dient geen andere anders dan het eerder genoemde doel na te streven (zie § 3.1). Om twijfel over de weggebondenheid van een verzorgingsplaats te vermijden wordt de situering bij voorkeur niet gecombineerd met knooppunten en aansluitingen. Afstand tot bebouwde kom en/of onderlinge afstand
De behoefte aan verzorgingsplaatsen langs de provinciale wegen - met name gebiedsontsluitingswegen - is in de regel niet groot. Nabijgelegen dorpen en/of steden bieden de weggebruiker voldoende mogelijkheden om even uit te kunnen rusten. In uitgestrekte 12
Richtlijn verzorgingsplaatsen
plattelandsgebieden kan die behoefte wel aanwezig zijn. Plaatselijke omstandigheden spelen vaak een grote rol bij de locatiekeuze. Voor stroomwegen hanteren we een onderlinge afstand van circa 20 km (conform CROW-publicatie 164B). Voor gebiedsontsluitingswegen heeft het CROW geen onderlinge afstand vastgesteld, omdat het CROW ervan uit gaat dat de behoefte aan verzorgingsplaatsen langs gebiedsontsluitingswegen in de regel niet groot is. Door het vele platteland hanteert de provincie Overijssel voor gebiedsontsluitingswegen een onderlinge afstand van circa 10 km. Dit betreft zowel de onderlinge afstand tussen de verzorgingsplaatsen als de afstand van de verzorgingsplaats tot de bebouwde kom. Tweezijdige ligging
Een verzorgingsplaats dient bij voorkeur tweezijdig te worden uitgevoerd. Hiermee worden linksaf manoeuvres vanaf de hoofdweg en aan- en afvoerwegen voorkomen. Verder mogen weggebruikers niet in de verleiding worden gebracht de overzijde van een stroomweg of gebiedsontsluitingsweg te bezoeken (bijvoorbeeld voor een café), tenzij daarvoor speciale voorzieningen zijn getroffen, zoals een brug of tunnel. Door plaatselijke omstandigheden kan echter gekozen worden voor een éénzijdige ligging. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de vormgeving (CROW-publicatie 164C). Verkeersveilige locatie
Verzorgingsplaatsen dienen niet in binnen- en buitenbogen van de weg te worden gesitueerd, tenzij geparkeerde auto’s en beplanting geen belemmeringen vormen voor het rijzicht en geen afbreuk wordt gedaan aan de geleidende werking van de boog. Ook dient voorkomen te worden dat een verzorgingsplaats binnen de bewegwijzeringsafstand van een aansluiting of kruispunt wordt uitgevoerd. Dit ter voorkoming van misverstanden. De voorkeur gaat dus uit naar een locatie langs een recht wegvak. Daarnaast moet de verzorgingsplaats zo worden geprojecteerd dat het schijnsel van brandende koplampen geen hinder of misleiding op de hoofdrijbaan veroorzaakt (CROWpublicatie 164C). Sociale veiligheid
Bij het bepalen van een locatie voor verzorgingsplaatsen, dient verder rekening te worden gehouden met sociale veiligheid. Factoren die sociale veiligheid kunnen beïnvloeden zijn: de aantrekkelijkheid van de omgeving (open en overzichtelijke verzorgingsplaatsen) en de aanwezigheid van ‘sociaal toezicht’ (van weggebruikers op zowel rijbaan als op de verzorgingsplaats). Verzorgingsplaatsen dienen
Richtlijn verzorgingsplaatsen
13
daarom vanaf de weg goed zichtbaar te zijn. Hiermee kan worden voorkomen dat men zich onveilig gaat voelen. Landschappelijke inpassing en omgeving
Een verzorgingsplaats dient de kwaliteit van de omgeving verder te versterken. Net als bij sociale veiligheid speelt ook voor het aspect landschap de aantrekkelijkheid van de omgeving een rol bij de locatiekeuze, bijvoorbeeld op locaties met uitzicht op weidegronden of bij open water. In belangrijke gebieden van de provincie Overijssel, als bijvoorbeeld de Wieden, de Weerribben, het Vechtdal, etc. kan de verzorgingsplaats als uitzichtlocatie fungeren. Hiermee wordt de ruimtelijke kwaliteit juist verder versterkt (beleid omgevingsvisie). Hierbij dient wel rekening te worden gehouden met ongewenste verstoringen van natuurgebieden en natuurontwikkelingen en het woongebied van eventuele omwonenden. Zo dient overlast als stank, geluid, luchtvervuiling, hinderlijk licht en verstoring van nachtrust te worden voorkomen.
4.2
Vormgeving De weggebruiker moet duidelijk worden gemaakt dat er een scheiding is tussen de verkeersfunctie van de weginfrastructuur en de verblijfsfunctie van de verzorgingsplaats. Dit kan o.a. door het realiseren van duidelijke markeringen of het plaatsen van eenvoudige voorzieningen als een afvalbak en een picknickset. Ook de overgang van de verkeersfunctie naar de verblijfsfunctie dient soepel te verlopen. Bij het inrichten van verzorgingsplaatsen dient met de volgende aspecten rekening te worden gehouden. Veilige afstanden
Veilig parkeren is alleen mogelijk indien dit kan gebeuren op enige afstand van de rijbaan. Om die reden is het dan ook noodzakelijk dat parkeervoorzieningen bij provinciale wegen altijd vrijliggend zijn. Om een zo rustig mogelijke sfeer op de verzorgingsplaats te scheppen en de gewenste vormgeving van de aan- en afvoerwegen te kunnen realiseren, moet een verzorgingsplaats bij voorkeur niet te dicht bij de hoofdrijbaan worden gesitueerd. In beginsel kan men hierbij uitgaan van de gewenste afstanden die gelden voor obstakelvrije zones, gerekend tussen weg en verzorgingsplaats (CROW-publicaties 164B en 164C). Een te grote afstand zal echter ten koste gaan van de herkenbaarheid van de verzorgingsplaats. In deze obstakelvrije zone is het aanbrengen van middengeleiders niet gewenst. De grootte en
14
Richtlijn verzorgingsplaatsen
vormgeving van het verblijfgebied kan afhankelijk van de beschikbare ruimte verschillen. Tabel 1. breedte obstakelvrije zone (CROW-publicatie 164C)
gewenste afstand minimale afstand
100 km/u 8,0 m 6,0 m
80 km/u 6,0 m 4,5 m
60 km/u 4,5 m 3,0 m
Capaciteit
De vormgeving van een verzorgingsplaats moet zo zijn dat er voldoende ruimte is voor de functies, zonder dat de inrichting uitnodigt tot een langdurig verblijf ter plaatse. De parkeerbehoefte zal in de praktijk niet overal even groot zijn. De benodigde parkeercapaciteit op verzorgingsplaatsen is afhankelijk van gegevens over intensiteiten, locatiekeuze en plaatselijke omstandigheden. Als vuistregel wordt gehanteerd: 1 promille van de etmaalintensiteit in één rijrichting van een jaargemiddelde werkdag voor het personenverkeer en 3 promille van de etmaalintensiteit in één rijrichting van een jaargemiddelde werkdag voor het vrachtverkeer (RWS-systematiek voor rijkswegen). Verder moet in alle gevallen rekening worden gehouden met parkeerfaciliteiten voor gehandicapten (CROW-publicatie 164C). Aan- en afvoerwegen / éénrichtingsverkeer
Een verzorgingsplaats dient bij voorkeur tweezijdig te worden gerealiseerd. Zowel de aan- en afvoerweg van de verzorgingsplaats dient consequent als eenrichtingsverkeer te worden uitgevoerd. De provincie Overijssel kiest vanuit verkeersveilige overwegingen niet voor een verzorgingsplaats die vanuit beide rijrichtingen te benaderen is. Ook bij een éénzijdige ligging van een verzorgingsplaats dienen de aan- en afvoerwegen herkenbaar in de rijrichting te worden uitgevoerd. Figuur 1 geeft een overzicht van de door de provincie Overijssel gekozen drie varianten voor de aan- en afvoerwegen. Figuur 1. Drie varianten met betrekking tot de aan- en afvoerwegen 1a) voor stroomwegen
Richtlijn verzorgingsplaatsen
15
1b) voor gebiedsontsluitingswegen (1e voorkeur)
1c) voor gebiedsontsluitingswegen (2e voorkeur)
Voor stroomwegen dient variant 1a (met uit- en invoegstrook) te allen tijde te worden uitgevoerd. Voor gebiedsontsluitingswegen geeft de provincie Overijssel de voorkeur aan variant 1b. De beschikbare ruimte langs gebiedsontsluitingswegen is echter vaak beperkt. In dat geval kan gekozen worden voor de kleinere variant 1c. Voorzieningen
De verzorgingsplaatsen hebben primair de functie mogelijkheden te bieden voor een kort oponthoud. Tijdens dit korte oponthoud dient de verzorgingsplaats de weggebruiker de nodige voorzieningen te bieden. Het algemene uitgangspunt is dat verzorgingsplaatsen verkeersveilig, sociaal veilig, ongeschonden en schoon zijn. De aanwezigheid en kwaliteit van voorzieningen draagt hier aan bij. Afvalbakken en zitgelegenheden dragen bij aan een verzorgde uitstraling van een verzorgingsplaats. Het gebruik van standaardmaterialen kan de eenheid tussen de verschillende verzorgingsplaatsen binnen de provincie vergroten. Afvalbakken
Het aantal en volume van de afvalbakken is afhankelijk van de te verwachten bezoekers van de verzorgingsplaats. Het verdient aanbeveling om afvalbakken te gebruiken met een groot volume. Eventueel kan het afval ondergronds worden verzameld. Hiermee kan de ophaalfrequentie worden verminderd zonder dat de afvalbakken overvol raken. De keuze voor een bepaald type afvalbak hangt af van de te investeren bedragen en de daarmee gepaard gaande exploitatiekosten. Daarnaast hebben afvalbakken met een kleine 16
Richtlijn verzorgingsplaatsen
opening de voorkeur, aangezien afvalbakken met een grote opening uitnodigen tot het storten van grote hoeveelheden afval. Bij grote verzorgingsplaatsen dient de onderlinge afstand tussen de afvalbakken ongeveer 25 meter te bedragen. Picknickvoorzieningen
Een picknickvoorziening bestaat uit een tafel en bank(en) en biedt de gebruiker de mogelijkheid om te eten, te drinken en/of uit te rusten. Bij voorkeur zijn de picknickvoorzieningen onderhoudsarm en vandalismebestendig. Voor de route naar en ter plaatse van de picknickvoorzieningen is onderhoudsarme verharding gewenst. Hierbij dient plasvorming voorkomen te worden. Ook de ruimte naast de picknickvoorzieningen dient goed bereikbaar te zijn ten behoeve van reiniging en/of vuilverwijdering. Elke verzorgingsplaats wordt standaard uitgerust met minimaal één afvalbak (minimaal 240 liter) en één picknickset. Indien in de praktijk blijkt dat er meer behoefte is aan dergelijke voorzieningen, kan dit desgewenst worden uitgebreid. Ook kunnen bij verzorgingsplaatsen op mooie locaties, bijvoorbeeld met een mooi uitzicht op water, extra picknickbankjes worden geplaatst. Overig voorzieningen
Verder kan in belangrijke gebieden van de provincie Overijssel zoals het Vechtdal, de Nationale parken, etc. (toeristische en/of educatieve) informatie over deze gebieden, objecten en de geschiedenis worden aangeboden. Overige combinaties als bijvoorbeeld speeltoestellen, uitkijktorens, etc. wordt aangemoedigd. Dit mag echter niet ten koste gaan van het in deze richtlijn gestelde doel (zie § 3.1). Groenvoorzieningen
Beplanting kan voor voldoende beschutting en afscherming zorgen, maar mag het zicht naar de verzorgingsplaats niet belemmeren. Groenvoorzieningen tussen de hoofdrijbaan en de verzorgingsplaats zijn dus niet gewenst. Een goede zichtbaarheid van de verzorgingsplaats verhoogt het veiligheidsgevoel van de gebruiker. In verband met het dumpen van afval is het ongewenst dichte bosschages te hebben direct naast de verzorgingsplaatsen. Markering en bebording
Het onderscheid tussen de hoofdrijbaan, aan- en afvoerwegen en de verzorgingsplaats moet voldoende duidelijk zijn. Indien nodig kan markering in het verblijfsgebied worden toegepast. Borden met (voor)aanduidingen dienen op de juiste plaats te staan. Het reglement Richtlijn verzorgingsplaatsen
17
Verkeersregels en Verkeerstekens uit 1990 bevat een groot aantal regels voor de plaatsing van borden en verkeerstekens.
18
Richtlijn verzorgingsplaatsen
5
Beoordeling bestaande verzorgingsplaatsen
Niet alle bestaande verzorgingsplaatsen van de provincie Overijssel voldoen aan de genoemde criteria in de voorgaande hoofdstukken. Aan de hand van figuur 2 “Beoordeling bestaande verzorgingsplaatsen” (blz. 21) kan een uitspraak worden gedaan over het al dan niet toepassen van maatregelen op een langs de provinciale infrastructuur gelegen verzorgingsplaats. Aanbevolen wordt de beoordeling en de keuze van de maatregel in een rapportage vast te leggen zodat te allen tijd kan worden nagegaan waarom een bepaalde maatregel werd getroffen. Voorafgaand aan de beoordeling van een parkeerplaats dient na te worden gegaan of de parkeergelegenheid vrij is gelegen van de hoofdrijbaan. Zoniet, dan valt de parkeergelegenheid niet onder de definitie van een verzorgingsplaats. Afhankelijk van de situatie is ombouwen tot vluchthaven gewenst. In sommige gevallen zijn parkeergelegenheden aangebracht die een ander doel hebben dan een verzorgingsplaats, bijvoorbeeld TOP-locaties (Toeristische Overstappunten). Ook deze parkeergelegenheden vallen in principe niet onder de definitie van een verzorgingsplaats. Een combinatie van de beide functies is uiteraard wel mogelijk, mits dit niet ten koste gaat van elkaars doelen. Zo kan bijvoorbeeld een verzorgingsplaats tevens als TOP-locatie worden ingericht. Beoordelingsaspecten
Bij de beoordeling van bestaande parkeerplaatsen wordt uitgegaan van de criteria zoals bedoeld en genoemd in hoofdstuk 3 en 4. Doel:
1.
Is de parkeergelegenheid bedoeld conform het gestelde doel? Heeft de verzorgingsplaats als doel het vergroten van de verkeersveiligheid door het bieden van mogelijkheden om te kunnen rusten, te eten en/of te drinken, telefoneren en Richtlijn verzorgingsplaatsen
19
inspecteren van voertuig en lading voor het doorgaande verkeer op de provinciale weg? Ontwerpeisen – locatiekeuze:
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Voldoet de verzorgingsplaats aan de weggebonden functie? Vormen de eisen ten aanzien van de onderlinge afstanden hier een knelpunt? Zijn er verkeersonveilige situaties door éénzijdige ligging? Ligt de verzorgingsplaats op een verkeersveilige locatie? Is hier sprake van een optimale sociaal veilige situatie? Is hier voldoende rekening gehouden met de ruimtelijke kwaliteit?
Ontwerpeisen – vormgeving:
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Is er voldoende afstand tussen de weg en de verzorgingsplaats? Voorziet de beschikbare capaciteit van de verzorgingsplaats aan de bestaande parkeerbehoefte? Zijn de aan- en afvoerwegen conform de voorgestelde varianten, waarbij sprake is van éénrichtingsverkeer? Zijn er voldoende voorzieningen aanwezig? Vormen de aanwezige groenvoorzieningen geen belemmering voor een optimaal gebruik van de verzorgingsplaats? Zijn markeringen juist aangebracht en borden goed geplaatst?
Na beoordeling zijn drie uitkomsten mogelijk: De verzorgingsplaats voldoet (nagenoeg) aan alle criteria. Er hoeven geen extra maatregelen getroffen te worden; De verzorgingsplaats voldoet niet aan de gestelde criteria, maar met behulp van het realiseren van maatregelen kan hieraan worden voldaan; De verzorgingsplaats voldoet niet aan de gestelde criteria. Er zijn onvoldoende mogelijkheden om maatregelen te treffen ten einde aan de criteria te voldoen. De verzorgingsplaats zal hierbij zijn functie verliezen en dient te worden verwijderd. Ook kan eventueel gekozen worden voor een overdracht aan een andere beheerder. Wanneer geen gevolg wordt gegeven aan de desbetreffende uitkomst, dient gemotiveerd te worden waarom hiervan wordt afgeweken.
20
Richtlijn verzorgingsplaatsen
Figuur 2. Beoordeling bestaande verzorgingsplaatsen selecteer een parkeergelegenheid langs de provinciale infrastructuur buiten de bebouwde kom ja
is de parkeergelegenheid vrijliggend geprojecteerd?
nee
is ombouwen van de parkeergelegenheid tot vluchthaven mogelijk?
ja
bouw maak de van parkeerde parkeergelegenheid gelegenheid om tot een vluchthaven vluchthaven
nee ja
is de parkeergelegenheid bedoeld conform in deze richtlijn gestelde doel?
nee
is de parnee keergelegenheid bedoeld voor andere doeleinden van de provincie? ja
verwijder of draag de parkeergelegenheid over aan een andere beheerder (motiveer)
in het kader van deze richtlijn zijn geen maatregelen nodig
ja
nee voldoet de verzorgingsplaats aan de criteria m.b.t. de locatiekeuze?
nee
verwijder of draag de verzorgingsplaats over aan een andere beheerder (motiveer)
kan er redelijkerwijs een alternatief worden gerealiseerd? ja
ja
voldoet de verzorgingsplaats aan de criteria m.b.t. de vormgeving?
verwijder de verzorgingsplaats en realiseer het alternatief
nee
nee
kan m.b.v. maatregelen aan de criteria worden worden voldaan?
ja
tref maatregelen teneinde aan de criteria m.b.t. de vormgeving te kunnen voldoen
ja geen maatregel nodig
Richtlijn verzorgingsplaatsen
21