Claude de Salgas
door J.M.J.Buurman-Boreel
C Deze tekening in wit en rood krijt (1766), hoogstwaarschijnlijk vervaardigd door Belle Van Zuylen, hangt in Kasteel Amerongen. De afbeelding is welwillend ter beschikking gesteld door Kasteel Amerongen, Drostestraat 20 3958 BK Amerongen www.kasteelamerongen.nl
laude de narbonne pelet, baron de salgas, * Bursins 1728, † Rolle 1813, zoon van Pierre en Elisabeth Fizeaux, werd protestants opgevoed, deed zijn communie (wij zeggen “belijdenis”) op 16jarige leeftijd, toen zijn zusjes Marie 14 jaar, Louise 12 jaar en Rose 8 jaar oud waren. Hij kreeg een goede opvoeding. Welk onderwijs hij heeft genoten, is mij niet bekend, maar hij zal verschillende talen geleerd hebben, zoals menige jonge Zwitser van goede huize. Daarom waren deze jonge Zwitsers in die tijd zo gewild als gouverneur-leermeester tevens opvoeder van de kinderen van rijke Nederlandse families. Claude was als jonge man eerst als zodanig aan het Hannoverse Hof werkzaam, maar had het daar blijkbaar niet erg naar de zin. Toen zijn goede vriend Constant de Rebecque d’Hermenches, Kolonel van een Zwitsers regiment in dienst van de Staten-Generaal der Republiek der Verenigde Nederlanden, dit hoorde, ried deze Claude aan bij de Heer Jacob Jansz. Boreel, Raad en Advocaat-Fiscaal ter Admiraliteit te Amsterdam te solliciteren, die op dat moment een gouverneur zocht voor de opvoeding van zijn 5 kinderen. Aldus geschiedde, Claude solliciteerde en werd aangenomen. Daarbij werd hij tevens Secretaris van zijn werkgever. Het was op een Septemberdag in 1753, dat de jonge gouverneur-leermeester van de familie BOREEL voor de ingang van Beeckestijn onder Velsen uit de reiskoets stapte, het zomerverblijf van deze Amsterdamse familie, om zijn nieuwe betrekking te aanvaarden. De vijf kinderen van zijn nieuwe werkgever waren: Catharina (“Catootje”) * 1736, Anna-Marie * 1738, Jan * 1741, Willem * 1744 en Jacob (“Cootje”) * 1746. Alle kinderen waren bijzonder op Claude gesteld, de oudste dochter Catootje werd zelfs verliefd op hem. Die liefde werd door hem beantwoord. Ook de Ouders waardeerden de jonge intelligente, wellevende Claude ten zeerste, maar voor een huwelijk tussen Catootje en een onbemiddelde jongeman in loondienst waren zij toch niet te vinden en lieten haar in 1758 met haar achterneef Jan Berndt Bicker (1733-1774), de rijke Amsterdamse Bankier en Koopman, trouwen bij wie zij drie kinderen kreeg. In 1757 was de oudste zoon Jan Boreel naar Brunswijk gestuurd voor zijn militaire opleiding, waar hij helaas op 26 December van hetzelfde jaar overleed, 16 jaar oud. Bij de Boreels leerde Claude verschillende Nederlandse families kennen, zoals de Fagels, Bickers en Van Tuylls van Serooskerken. Zelf was hij goed bevriend met zijn landgenoten Louis-David de Constant de Rebecque d’Hermenches (1729-1785) voornoemd, en Charles-Emanuel de Charrières de Penthaz (1735-1805), die hij reeds in Lausanne en Genève in zijn jeugd had leren kennen. De laatste was door zijn aanbeveling als Secretaris van Baron Jacob Diederik van Tuyll van Serooskerken van Zuylen en Huisleraar voor diens jongste zoon bij hem in dienst genomen (volgens de loonlijsten van 1763 t/m 1765, die nog te Zuylen aanwezig zijn). Claude de Salgas heeft heel wat met het gezin van Jacob Jansz. Boreel en zijn vrouw Agneta Margaretha Munter meegemaakt. Na de dood van de oudste zoon Jan in december 1757 en het huwelijk van de oudste dochter Catootje met haar achterneef Jan Berndt Bicker in 1758, zoals ik reeds
HGMK Ledenbulletin 33, 2010
39
eerder heb vermeld, kreeg zijn werkgever in Jan. 1761 van de Staten-Generaal de opdracht als extra ordinaris Ambassadeur de jonge Engelse Koning George III geluk te wensen met zijn troonsbestijging en de geschillen over de vaart naar Amerika te bespreken en te vereffenen. Zijn echtgenote vergezelde hem, maakte van de gelegenheid gebruik voor haar hartkwaal een kuur te volgen in de badplaats Bath, waar zij helaas op 8 Dec. van dat zelfde jaar plotseling is gestorven. Zij werd 28 Dec. in de Oude Kerk te Amsterdam begraven. Claude was met het echtpaar Boreel naar Londen meegegaan en werd door de Staten-Generaal officieel tot Secretaris van Boreel op het ambassadekantoor te Londen benoemd. 26-10-1762 was de opdracht beëindigd, en keerden Boreel en De Salgas terug naar Amsterdam. Hier werd Claude van 1764 tot 1771 Vendumeester van de Admiraliteit. 15 april 1764 trouwde de jongste dochter Annemarie Boreel te Velsen met Mr. François Fagel, de zoon van de bekende Griffier der Staten-Generaal te Den Haag. Het zal in juni van dit jaar zijn geweest, dat Claude na een bezoek aan Duitsland op terugreis naar Holland Utrecht passeerde en besloot om Kasteel Zuylen aan te doen, om er zijn goede vriend Charles-Emanuel de Charrière te groeten, die daar bij Baron van Tuyll van Serooskerken werkzaam was. Op dat moment was toevallig de oudste dochter Isabella van Tuyll van Serooskerken thuis, die hij nog niet bij de Boreels had ontmoet, maar over wie hij reeds vee1 had horen spreken, Deze schoonheid, later bekend als “Belle van Zuylen”, maakte een diepe indruk op hem. Ook zij was zeer van Claude gecharmeerd, liet hem dit duidelijk merken, maar hij ging er niet op in want hij kon zijn geliefde Catootje Boreel niet vergeten. Met Belle werd het een eerlijke, hechte vriendschap, tot het einde van haar leven. Van hem kon zij alle kritiek verdragen, met hem kon zij haar problemen bespreken. Hij hielp haar, wanneer het hem mogelijk was. Belle was een bijzondere persoonlijkheid: buitengewoon intelligent, talentvol: muzikaal, artistiek, geïnteresseerd in actuele zaken, o.a. in wis- en natuurkunde zelfs in politiek. Behept met een onafhankelijke, kritische geest, rebels van aard, viel zij reeds op jeugdige leeftijd op in vooraanstaande, wetenschappelijke en adellijke kringen. Zij correspondeerde met vele belangrijke mannen, kreeg heel veel huwelijksaanzoeken, die zij alle afwees omdat zij niet van plan was zich aan het gezag van een echtgenoot te onderwerpen! Zij zou bijzonder goed in onze tegenwoordige tijd passen! Claude, die op Koning George III een gunstige indruk had gemaakt, werd in 1771 benoemd tot Gouverneur-tutor van de Prins van Wales en daarna van 1773-1778 aan het Hof tot Kamerheer van de Koning. Wanneer hij in 1778 ontslag heeft genomen, is mij niet bekend. Wellicht kreeg hij begin van dat jaar te horen, dat zijn vroegere werkgever ernstig ziek was, en wilde hij om die reden naar Amsterdam terugkeren. Op 04-04-1778 overleed Mr. Jacob Jansz. Boreel te Amsterdam en werd evenals zijn vrouw in de Oude Kerk begraven, (11-04). Claude woonde toen in Amsterdam. Hij trouwde vier maanden later, op 09-08-1778, zijn geliefde Catootje in de Nieuwe Kerk aldaar. Over deze huwelijksdag schrijft James Hutton, een Engelse vriend, die Claude in zijn Londense jaren had meegemaakt, die bij het huwelijk te Amsterdam aanwezig was geweest, aan zijn goede vriend de bekende Amerikaanse staatsman Benjamin Franklin, enthousiast het volgende: “My dear old Friend, The marriage of one of the loveliest men in the world to as lovely a Woman both of whom look upon me as their own and I them as my own, has brought me to Holland... I do not remember whether I ever mentioned to you a friend who in your time was Sub Preceptor of the P. of Wales, a Mr. de Salgas. This is the name of this man and his Lady was widow of a rich Mr. Bicker [and] Daughter of Mr. Boreel, formerly Embassadour to us from Holland. These dear people were expected over in England this Summer: they were married this last Sunday at Amsterdam, but instead of going to England, they go to Switzerland and Nice on account of the Health of a fine Child of the Lady. I had never seen the Lady, but have had many Letters of friendship from her, and as she can not come to England till next year, I could not wait till then as perhaps I may not be alive to that time. So I arrived here in Holland last Tuesday at 8 in the morning. Shall stay with them till they set out and then return to England or rather go with them as far as Brussels perhaps, and then go to England from thence ...” (ddo. Zeist 16-08-1778, van James Hutton aan Benjamin Franklin). Het is opmerkelijk, dat in buitenlandse geschiedkundige werken over Belle van Zuylen (Mme Isabella de Charrière) bij het noemen van haar vele vrienden Claude de Salgas steeds voorkomt als een van haar trouwste, terwijl in Nederlandse werken niets over hem wordt vermeld. De historica Drs. I. H. van Eeghen heeft hem zelfs in een artikel over “Gevaarlijke Gouverneurs” als zodanig beschreven. Dit artikel werd in het Maandblad van de genealogische vereniging “De Nederlandsche Leeuw” in Juni 1952 opgenomen. Zij is zelfs in het Jaarboek Anno 1973 nr.39 van het Centraal Bureau voor Genealogie te ’s-
HGMK Ledenbulletin 33, 2010
40
In Kasteel Amerongen is in de Lodewijkkamer, ooit het slaapvertrek van Belle van Zuylen, onder meer het portret van Claude te zien (hier rechtsonder naast het kamerscherm).
Gravenhage op dat artikel teruggekomen, heeft daarbij Mevrouw Marie van Zeggelen, auteur van “Een Liefde in Kennemerland” van onnauwkeurigheid verweten (blz.161-178). Zij zou nl. te “Marquette” wel het Familie-archief Fagel hebben doorgekeken en daarin minder prettige stukken over De Salgas hebben gevonden (blz. 161-177). Wellicht is dit de reden, dat in Nederland over Claude de Salgas in historische werken over Belle van Zuylen gezwegen wordt, in tegenstelling tot het buitenland, o.a. Frankrijk en Engeland. Mej. van Eeghen trok zelfs in twijfel, dat Claude tutor was geweest van de Prins of Wales, is lijsten van de gouverneurs van de Engelse koningskinderen gaan doornemen, vond alleen Engelse namen, totdat zij eindelijk stuitte op een Zwitser, een Mr. de Sulzas, leermeester van de toenmalige Prins of Wales, die in 1771 zo uitstekend Frans had leren spreken!! Gelukkig hebben Pierre H. Dubois en zijn vrouw Simone Dubois in hun uitmuntende biografie “Zonder vaandel” over Belle van Zuylen hem beschreven, zoals hij volgens zijn brieven aan Belle van Zuylen ook overkomt” een sympathieke, innerlijk fijnbeschaafde persoonlijkheid met strenge, principes, maar ook gevoelig van aard. Daarbij behulpzaam, getuige zijn bemoeienissen met o.a. het zoeken naar Engelse en Duitse vertalers voor de door Belle van Zuylen in het Frans geschreven romans, gedichten, ... enz. Catootje en Claude trokken eerst naar zijn ouderlijk huis in Bursins, waar zijn drie ongetrouwde zusters woonden, maar verhuisden daarna naar Genève, waar Catootje helaas reeds na korte tijd op 8 april 1780 aan blindedarm-ontsteking overleed. Claude onderhield steeds contact met de kinderen van zijn vrouw. Vooral haar oudste dochter Agnes Bude-Bicker was dol op haar stiefvader en logeerde graag met haar kinderen bij hem. Zwitserland deed haar zwakke gezondheid goed. Helaas is ook zij niet oud geworden. Tijdens zo’n bezoek werd ze ziek en stierf op 10-06-1786 op 26-jarige leeftijd te Genève op Chateau Banquet. Claude is niet hertrouwd. Wanneer Claude de Salgas Genève heeft verlaten en zich te Rolle heeft gevestigd, heb ik niet kunnen vinden. Het kan zijn na het overlijden van zijn stiefdochter Agnes BudeBicker, maar mogelijk na het overlijden van zijn laatste zusje te Bursins, waardoor het huis en de wijngaard te Bursins leeg kwam te staan en hij zich te oud voelde om daar te gaan wonen en er toezicht te houden met alle daar aan verbonden verantwoordelijkheden. Nu ga ik even terug in de zestiger jaren, om iets meer over Belle van Zuylen te vertellen, met wie Claude zo goed bevriend is geraakt, zoals ik eerder reeds vermeldde. Het was in het voorjaar van 6 april 1760, dat de Hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel, de voogd en opvoeder en familielid van de toen nog jonge Prins Willem V van OranjeNassau een groot bal te Den Haag gaf. Hiervoor waren o.a. de Van Tuylls van Serooskerken van Zuylen en hun 19-jarige dochter Isabella uitgenodigd. Op een gegeven
HGMK Ledenbulletin 33, 2010
41
moment zag Isabella een buitengewoon knappe officier voor haar langs dansen. Ze raakte op slag verliefd op hem, ging na de dans naar hem toe, ofschoon ze tevoren niet aan hem was voorgesteld, en vroeg hem of hij ook eens met haar wilde dansen. Toen kort daarop haar ouders plotseling hun dochter in de armen van een wildvreemde man zagen voorbij zoeven, schrokken ze hevig en geneerden zich zodanig over haar onwelvoeglijk gedrag, dat zij onmiddellijk hun koetsier de opdracht lieten geven voor te rijden, en gingen spoorslags met haar naar huis. Ze verboden haar, enig contact het hem te onderhouden. Het was hun ter ore gekomen, dat deze hoge Zwitserse officier, getrouwd was, maar in Den Haag bekend stond als een echte vrouwenversierder, die zijn vrouw altijd thuis liet. Daarbij was hij veel ouder dan hun dochter. Bovendien was hij, LouisDavid de Constant de Rebecque d’Hermenches niet aan hun voorgesteld. Het gedrag van hun dochter was daarom des te laakbaarder. Isabella had nu haar naam voor goed besmeurd! Maar het eigenzinnige meisje besloot enige maanden later toch contact met d’Hermenches te zoeken en schreef hem in het geheim een brief, waarin ze haar bewondering voor hem uitte. Hij werd nieuwsgierig, en schreef terug. Zo begon deze “liefde op papier”, aanvankelijk in het geheim, die 15 jaar zou duren, al zagen zij elkaar uiterst zelden. Claude kende d’Hermenches (1722-1785) reeds uit zijn jeugd te Lausanne, via de Protestantse Kerk. Het was ook d’Hermenches geweest, door wiens toedoen hij gouverneur was geworden aan het Hannoverse Hof, voordat hij bij Jacob Jansz. Boreel in dienst was gekomen. Een andere vriend, zijn grootste, was de veel jongere Charles Emanuel de Charrière de Penthaz, (1735-1806), die hij eveneens uit Lausanne kende. Voor diens intelligentie had hij een grote bewondering, beschouwde hem zelfs intelligenter dan Voltaire. Dankzij Claude’s bemoeienissen kreeg De Charrière die plaats bij baron Van Tuyll te Zuylen. Ook Belle, diens oudste dochter had veel respect voor zijn wetenschappelijke kennis van zaken. Zij sprak graag met hem als zij thuis was. Eens hadden zij begin 1766, een urenlang gesprek in haar kamer, tot diep in de nacht, terwijl de rest van de familie al sliep. Geheel onder de indruk schreef De Charrière haar daarna een brief, waarin hij haar zijn bewondering en liefde uitte, en feitelijk naar haar gevoelens jegens hen beide vroeg. Nu was De Charrière, een kleine, onopvallende, tengere zich onzeker voelende jonge man, die uit een lager milieu kwam, maar zeer zorgvuldig was opgevoed, daarbij erg gevoelig van aard was. In tegenstelling tot al die andere huwelijkskandidaten, van wie ze niets moest hebben, omdat die naar haar mening te dominant waren, had hij haar gezegd, dat zij bij hem altijd haar eigen gang zou kunnen gaan. Belle had meer dan genoeg van al die rijke, hooggeplaatste huwelijkskandidaten, die haar zouden domineren, haar wel even hun wetten zouden voorschrijven. Ze mocht De Charrière heel graag, wilde bovendien graag kinderen hebben. Zou een huwelijk met hem iets zijn? Het was het overdenken waard. Toch gaf ze hem nog geen antwoord, want ze wist, dat noch haar vader, noch de overige familieleden iets zagen in een huwelijk met De Charrière. Ze besloot haar beide vrienden Claude en d’Hermenches er over te schrijven, benieuwd naar hun oordeel. Claude, die beide heel goed kende, wees Belle er op, dat zij en Charles-Emanuel dermate verschilden in aanleg en karakter, dat een huwelijk ongetwijfeld op een fiasco zou uitlopen en ried haar aan er eerst goed over na te denken alvorens er aan te beginnen. Ook d’Hermenches antwoordde negatief. Hij kende Charles-Emanuel wel niet persoonlijk, maar vreesde, dat Belle’s familie hem, uit een ander milieu afkomstig, nooit zou accepteren. Dat zou verschrikkelijk pijnlijk zijn voor alle partijen! Tussen Belle en hem werd de verhouding echter steeds warmer en inniger naarmate zij elkaar meer zagen en spraken. Toch zweeg Belle nog steeds. Claude merkte uit brieven van zijn vriend Charles-Emanuel, hoe deze leed onder haar besluiteloosheid. Tenslotte was De Charrière zijn beste vriend en maakte hij zich ongerust over diens gezondheid. Hij schreef Belle op 6 oktober 1770 een bestraffende brief, waarin hij zei, dat hij vond, dat zij niet langer moest wachten om een beslissing te nemen, omdat Charles-Emanuel er anders psychisch onder door zou gaan. Belle schrok hevig, gaf haar ja-woord, het huwelijk werd daarna op 17-02-1771 in de Gereformeerde Kerk te Zuylen gesloten. Aanvankelijk leek het goed te gaan, maar na een paar jaar kreeg Claude gelijk. Hoewel Belle erg naar kinderen verlangde, werd ze niet zwanger en ofschoon ze haar man zeer respecteerde, trok ze zich meer en meer van hem terug. Ze kreeg last van hoofdpijnen en depressies en kwam niet tot werken. Ze ging, als ze niet ziek was, steeds op reis en was diep-ongelukkig. Haar respect voor Charles-Emmanuels hoogstaande karakter en zijn ruime opvattingen bleef echter bestaan. Ook hij leed onder erg deze toestand. Hij kreeg last van zijn hart. Waren zij als man en vrouw niet voor elkaar bestemd, goede vrienden bleven zij. In tegenstelling tot haar familie en vrienden bekritiseerde zij hevig de levenswijze van de adel, had zij veel meer sympathie voor de burgerlijke patriotten. Zij schreef er zelfs diverse pamfletten over, die in 1784 ook in Parijs
HGMK Ledenbulletin 33, 2010
42
Belle van Zuylen, door Maurice Quentin de la Tour
Louis-David de Constant de Rebecque d’Hermenches
Charles-Emanuel De Charrière
werden verspreid, en stuurde er Claude exemplaren ter beoordeling van. Claude heeft daar commentaar op gegeven, haar aangeraden zich minder over politiek op te winden, en weer te gaan schrijven. Belle nam deze raad ter harte, schreef het libretto over een opera, maar hoewel zij zeer muzikaal was en goed klavecimbel en viool speelde, besefte zij, dat zij te zeer amateur was om zelf de muziek te componeren. Zij wist, dat Claude enkele componisten kende, die de muziek voor het libretto van haar opera zouden kunnen schrijven. Zij schreef en vroeg hem, of hij met één van hen contact wilde opnemen, die dit werk voor haar zou willen doen. Ondanks alle moeite lukte het Claude echter niet, een goede componist voor Belle’s opera te vinden, zodat deze nimmer is voltooid. Menigmaal werd Claude’s hulp ingeroepen, als Belle’s romans, gedichten, etc., die zij in het Frans schreef, in het Duits of Engels vertaald moesten worden. Claude had door zijn gouverneurschap in zijn jonge jaren aan het Hof van de Hertog van Brunswijk-Wolfenbuttel Duitse Vertalers-schrijvers leren kennen, en in Londen tijdens zijn verblijf als Secretaris van Jacob Jansz. Boreel als extra-ordin. Ambassadeur van de Republiek der Verenigde Nederlanden en later als Leermeester van de Prins van Wales en Kamerheer bij de Engelse Koning, contacten gehad met Londense uitgevers. Veel werk is in de jaren 1784 t/m 1796 in het Duits en het Engels uitgegeven en verkocht, in 1804 zelfs nog een herdruk in het Frans. Dit alles door zijn toedoen. Claude Pelet de Narbonne, baron de Salgas, is oud geworden, ± 85 jaar. Geboren te Bursins in 1728, gestorven te Rolle in 1813, weduwnaar van Catharina Boreel (1736-1780), zonder kinderen, overleefde hij zijn beste vrienden: ~~ David Louis Constant de Rebecque d’Hermenches, (1722-1785), Kolonel v/h Zwitserse Regiment Huzaren te Den Haag in dienst van de Staten-Generaal; ~~ Charles Emmanuel de Charrière de Penthaz, (1735-1806), en zijn echtgenote, ~~ Isabella Agneta Elisabeth van Tuyll van Serooskerken “Belle Van Zuylen”, (1740-1804). Over zijn leven in Rolle is mij verder niets bekend.
Ik maakte deze foto’s in 1975, in de tuin van het huis van de Ouders van Claude en zijn drie zusters, dat nu wordt bewoond door twee broeders Meylan en hun echtgenotes. De oudste woont beneden, de jongste op de eerste etage.
HGMK Ledenbulletin 33, 2010
Hier praat mijn man met de oudste madame Meylan. De deur onder het bordes is niet de hoofdingang. De helft van het huis is maar te zien. Beide families kenden Nicht Wendela Boreel die in Lousanne heeft gewoond en Marie van Zeggelen.
43
HGMK Ledenbulletin 33, 2010
44