De menswording van de Zoon van God Ds. R. Kattenberg - Heidelbergse Catechismus Zondag 14
Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen: Zingen:
Psalm 98: 1, 2 Jesaja 11: 1-10 Psalm 51: 3, 8 Lofz. v. Zacharias: 1 Psalm 130: 4 Lofz. v. Maria: 7
Gemeente, wij willen vandaag onze aandacht vestigen op Zondag 14 van de Heidelbergse Catechismus, de vragen 35 en 36: Vraag 35: Wat is dat gezegd: ‘Die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria’? Antwoord: Dat de eeuwige Zone Gods, Die waarachtig en eeuwig God is en blijft, de ware menselijke natuur, uit het vlees en bloed der maagd Maria, door de werking des Heiligen Geestes, aangenomen heeft, opdat Hij ook het ware zaad Davids zij, Zijn broederen in alles gelijk, uitgenomen de zonde. Vraag 36: Wat nuttigheid verkrijgt gij door de heilige ontvangenis en geboorte van Christus? Antwoord: Dat Hij onze Middelaar is en met Zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt. Deze vragen handelen over: De menswording van de Zoon van God. We staan stil bij twee aandachtspunten: 1. Hoe Hij mens wordt 2. Waartoe Hij mens wordt 1. Hoe Hij mens wordt Jezus Christus is geboren uit de maagd Maria. ‘Dat kan toch niet: geboren uit een maagd?’ Dat is het oordeel van veel mensen. En inderdaad, menselijkerwijs gesproken kan dat niet. Maar toch is het werkelijkheid, gezégende werkelijkheid. Toch is het héilsgeschiedenis. Het is een openbaring van genade, van zaligheid en van onuitsprekelijke vreugde. Hij is waarachtig mens geworden. Want hoe had Hij anders kunnen lijden en sterven, als Hij onze menselijke natuur niet had aangenomen? Het is in het koninkrijk der hemelen nooit vanzelfsprekend, maar altijd onverwacht en ongedacht. De engel in de kerstnacht sprak erover: ‘Mens, geef er acht op, ik verkondig u grote blijdschap!’ www.prekenweb.nl
1/9
Ds. R. Kattenberg – De menswording van de Zoon van God
Wie probeert de maagdelijke geboorte van de Heere Jezus te verklaren, komt in het donker terecht. Daarom kunt u het beter maar niet proberen, want u loopt dan hopeloos vast. Meestal wordt ermee gespot of het wordt gewoon ontkend. ‘Het is de dwaasheid gekroond’, zegt de moderne mens. Gemeente, kúnnen we er wel iets van verklaren? Nee, daar zijn wij niet toe in staat. Maar let er eens op Wie die boodschap van de geboorte van de Heere Jezus aan de wereld heeft verkondigd. Die boodschap komt toch van boven, bij God vandaan? Hij is de Zender van dit grote nieuws. Het is het Woord van de Eeuwige, van Hem Die de hemel en de aarde uit het niets heeft voortgebracht. Onze kinderen zeggen wellicht: ‘God kan toch alles?’ Hij is de Enige Die in deze donkere wereld het licht kan ontsteken. Het kan soms wel mooi weer zijn, maar toch leven we in een donkere wereld. Denk alleen maar eens aan de verdrukten en vervolgden in de wereld en het huidige volk van Israël. Er zijn veel mensen die de werken van de duisternis doen. We kunnen zoveel kwaad doen. Abortus bijvoorbeeld. Meisje, mocht het ooit zo zijn dat je ongewenst in verwachting raakt, dan is dát niet de weg. Ouders, zien we daarop toe? Jongens, kennen jullie je verantwoordelijkheid? Je mag natuurlijk van elkaar houden en dat ook laten blijken, maar er zijn wel grenzen. Die heeft God geopenbaard in Zijn Woord. Hopelijk denken we niet eens aan abortus, maar het gebeurt helaas wel. Wat is het toch schrijnend en veelzeggend dat er destijds in Rotterdam een abortuskliniek was gevestigd aan de Eben-Haëzerstraat. Eben-Haëzer: tot hiertoe heeft de Heere ons geholpen. We zijn tegenwoordig in staat tot klonen en sinds 2001 kunnen homoparen ook trouwen. Alle taboes moeten doorbroken worden. U zult misschien zeggen: ‘Dat is toch de dwaasheid gekroond?’ En toch gebeurt het. Het is vandaag de dag werkelijkheid, ónheilsgeschiedenis. Het is de openbaring van zonde en ongerechtigheid. Duisternis bedekt ons volk en donkerheid ligt over deze aarde. Meisjes en jongens, wat is daartegenover onze verwachting? Ouderen, wat verwacht u? Kunnen wij iets aan die duisternis doen? Gemeente, een licht, zo groot, zo schoon, gedaald van ‘s hemels troon, straalt volk bij volk in d’ ogen! Van Wie moet het anders komen dan van God alleen? Of moet het van uw zijde komen? U kunt uw gehele bezit koesteren en er totaal in opgaan, maar kunt u daarmee voor God bestaan? Kunt u Hem daarmee genoegdoening geven? Jongeren, kun je daarmee de duisternis van je leven doorbreken? Paulus zegt in de Romeinenbrief: Er is niemand die goed doet, er is ook niet tot één toe (Rom.3:12). Of denkt u misschien dat u nog iets goeds kunt voortbrengen? Dat waandenkbeeld ontneemt God u vanuit Zijn Woord. Als Hij mensen gelukzalig wil maken, dan moet het initiatief bij Hem vandaan komen.
www.prekenweb.nl
2/9
Ds. R. Kattenberg – De menswording van de Zoon van God
Gemeente, ik mag u heden verkondigen dat God zulke mensen als wij zijn, zalig wil maken. Daarom klinkt ook hier de lofzang van het geloof. Die lofzang waarin beleden wordt: ‘De enige Zoon van God is mens geworden zoals u en ik.’ Behalve één ding… Onze kinderen weten wel wat dat ene ding is, namelijk de zonde. Jezus had géén zonde. De Zoon van God is mens geworden, niet door toedoen van een man, maar door de Heilige Geest. De Middelaar moet mens zijn, maar dan zonder zonde. Wat is het een onbegrijpelijk wonder dat God daar Zelf voor gezorgd heeft. Hij doet de Heilige Geest over Maria komen, zodat ze in verwachting raakt. Opdat haar Kind straks Lam van God zal zijn. Onze kinderen weten wel dat in de tijd van Pasen een lam geslacht moest worden. In het Heilig Avondmaal, waar het brood gebroken wordt, ligt hetzelfde beeld. De oudere kinderen begrijpen wel dat dit duidt op de paasnacht in Egypte. Toen ging de Heere het huis voorbij als Hij het bloed van het lam aan de deurposten zag. Het bloed van het Lam moest dus zichtbaar worden. Dáárom moet Hij nu mens zijn onder de mensen. Van deze Zoon van God heeft Petrus het beleden: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods (Matth.16:16). Hoe kan hij dat zeggen? De Heere Jezus verklaart dat Zelf. Hij zegt in het evangelie van Mattheus: ‘Petrus, dit heb je niet van jezelf. Vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader Die in de hemelen is (Matth.16:17).’ Daaraan ging Petrus’ geloofsbelijdenis vooraf: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. Gemeente, is dat ook uw geloofsbelijdenis? Is dat ook de kracht van uw leven? Hebt u het met Petrus ooit uitgeroepen: ‘Gij alleen’? Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods. Wie kan vatten dat er ongeveer tweeduizend jaar geleden een Mens heeft geleefd Die de Zoon van God is? God heeft daarin Zijn hart opengelegd. Dat is nu het kerstevangelie. God is geopenbaard in het vlees. Johannes is daar zo van onder de indruk, dat hij uitroept: Het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (Joh.1:14). Hij is het Licht der wereld. Er valt licht in deze donkere wereld. Want het Licht der wereld, de Heere Jezus Christus, de Zoon van God, schijnt in de duisternis. Meisjes en jongens, misschien heb je wel eens gedacht: was er maar geen God, of: was Jezus er maar niet. Zou het dan niet veel lichter zijn in deze wereld dan het vandaag is? Ik wil je zeggen: de Heere Jezus maakt het niet donker in ons leven. Maar hoe komt het eigenlijk dat het zo donker is in ons leven? Waarom hoor je in de kerk altijd maar weer over die duistere kant van het leven? Hoe komt het dat wij mensen van de duisternis zijn, die de werken van de duisternis doen?
www.prekenweb.nl
3/9
Ds. R. Kattenberg – De menswording van de Zoon van God
Ga eens voor de spiegel staan. Daarin zie je het als het ware uitgeschreven staan: mijn schuld, mijn zonde! Daarom is het zo’n wonder van genade dat God Zijn Zoon zendt in deze duisternis. Opdat Hij als het Licht des levens gepredikt zou worden. U moet bij Hem zijn. Alleen door Hem wordt de duisternis van ons leven doorbroken. Mocht je denken: ‘Vrijheid, blijheid’, dan is dat eigenlijk een satanische vrijheid en blijheid. Dat is dus eigenlijk gebondenheid. Dan zit je vast in de vangarmen van de vorst der duisternis. Dan heb je een vreugdeloos bestaan. Misschien loop je van het ene feestje naar het andere, van de ene keet of jongerensamenkomst naar de andere. Maar dat geeft toch geen echte vreugde? Kijk toch eens naar de wereld om ons heen. Kun je in een wereld vol oorlog, vol onrust, ziekten en verdriet, ware blijdschap vinden? Nee, die is er alleen in de Zoon van Gods eeuwig welbehagen. Als de Heilige Geest je dat laat zien, wordt het zo’n wonder dat je zalig kunt worden. Een wonder dat God Zijn Zoon in deze wereld heeft gezonden. Opdat aan verloren mensen het heil gepredikt zou kunnen worden. Heb je wel eens iets gelezen over concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog of in andere oorlogen? Daar zijn talloze mensen omgekomen. Maar de overlevenden hebben op het moment van de bevrijding de poort zien opengaan. Gemeente, God opent een deur! Er is een weg terug. God wil een nieuw begin maken. Hij buigt Zich neer naar een wereld verloren in zonde en schuld. Hij buigt Zich neer over een leven dat van Hem vervreemd is. En God zorgt er voor dat Zacharias een lofzang heeft gezongen. Wij mogen hem nazingen, uit de Lofzang van Zacharias vers 1: Lof zij de God van Israël, De Heer’, Die aan Zijn erfvolk dacht En, door Zijn liefderijk bestel, Verlossing heeft teweeg gebracht; Een hoorn des heils heeft opgerecht; ‘t Geen Davids huis was toegezegd, Dat wil Hij ons nu schenken; Gelijk Gods trouw, van ‘s aardrijks ochtendstond, Door der profeten wijzen mond, Zich hiertoe aan de vaderen verbond. De Zoon van God is mens geworden. Over hoe Hij dat geworden is ben je niet zomaar uitgedacht. Wat is God in Zijn Zoon nabij gekomen! Zijn Zoon heeft de menselijke natuur aangenomen en is als een kind gelegd in de kribbe van Bethlehem.
www.prekenweb.nl
4/9
Ds. R. Kattenberg – De menswording van de Zoon van God
Hebt u er wel eens erg in gehad dat Hij niet als een volwassene gekomen is, maar dat we met de kerk der eeuwen belijden: ‘Geboren uit de maagd Maria’? Kinderen in de kerk, er ligt misschien thuis wel een klein broertje of zusje in de wieg. Zo is de Heere Jezus in de kribbe neergelegd. De Heere Jezus heeft ook leren drinken. De Heere Jezus moest ook leren lopen. Hij moest ook leren praten. Wat komt de Heere Jezus toch dicht bij onze kinderen! Jullie weten ook wel dat Hij Zelf later, toen Hij groot was, heeft gezegd: ‘Laat de kinderen tot Mij komen.’ Brengen we als ouders onze kinderen bij deze Heere en Zaligmaker? Of laat u het maar op z’n beloop en ziet u wel wat er van hen terechtkomt? Er zal geen ouder zijn die geen schuld heeft als het gaat om de opvoeding van de kinderen. Brengen we ze bij Hem en kijken we zo uit naar de uitbreiding van het koninkrijk van God? Is het ook ons gebed: ‘Heere, mogen er jongeren zijn die het verlangen hebben om mee te bouwen aan de komst van Uw koninkrijk? Mogen er kinderen geboren worden om wederom geboren te worden?’ Er zijn misschien zelfs ouders die de Heere vragen die kinderzegen in rijkere mate te ontvangen. De Heere is er vrij in. Het kan zo heel verschillend liggen. Gemeente, wat is het toch nodig, ook als we ouder geworden zijn, dat we meebidden: ‘Heere, denk aan ons als gemeente. Wilt U haar uitbreiden? Mogen er meer mensen onder het Woord komen en mag Uw huis vol worden? Mag de dienst van de Koning der koningen ook onder ons gestalte krijgen?’ Dan sluiten we niemand uit. Leven we zo mee? Bidden we zo mee? Want het feit dat we hier in de kerk zijn is niet genoeg. We moeten bekeerd leven voor het aangezicht van God. Daarom is het zo indrukwekkend dat de Heere in onze catechismus zegt: de weg ligt open, want de Zoon van God is mens geworden. Hij heeft onze menselijke natuur aangenomen en is Zijn broeders in alles gelijk geworden, behalve de zonde. Dat is de enige uitzondering. Kinderen, de Heere Jezus heeft eens gezegd: Wie van u overtuigt Mij van zonde? (Joh.8: 46). Als er gevraagd wordt wie er iets verkeerds heeft gedaan, weet je van iedereen, ook van jezelf, wel iets te zeggen. Maar als er gevraagd wordt: ‘Vertel eens iets dat de Heere Jezus verkeerd gedaan heeft’, dan kunnen we niets bedenken, want daar staat niets over in de Bijbel. Dat kan ook niet. Jezus zei tegen de joden: ‘Zeg het maar, wat heb Ik verkeerd gedaan? Wie van u overtuigt Mij van zonde?’ En Paulus schreef later in een brief dat de Heere Jezus geen zonde gekend noch gedaan heeft. Hoe is het mogelijk dat Hij geen zonde heeft gedaan? Wel, er staat in onze geloofsbelijdenis en in onze catechismusvraag dat Hij ontvangen is van de Heilige Geest. Dáárom kende Hij geen zonde. De Zoon van God heeft door de werking van de Heilige Geest onze menselijke natuur aangenomen. Hebt u daar wel eens bij stilgestaan? Er staat: aangenomen. Dat is een actieve daad. Daar ben je zelf bij betrokken. Op deze wijze wilde de Heere Jezus geboren worden. Het is een daad van Hem. www.prekenweb.nl
5/9
Ds. R. Kattenberg – De menswording van de Zoon van God
Gemeente, u en ik hadden geen stem in onze ontvangenis. U kon niet zeggen: ‘Ik wil nu geboren worden.’ Het is ons overkomen. Maar voor Jezus geldt: Hij heeft de menselijke natuur aangenomen. Hij wilde het wél. Hij wilde mens worden. Dat alles wijst op Zijn grote bereidwilligheid om Zich in een bloedbetrekking te stellen tot allen die Hij zal zalig maken. Anders was het onmogelijk! Dan was er geen Lam en geen borgtochtelijk bloed. Zo heeft Hij voldaan aan alle eisen van de wet. Door de werking van de Heilige Geest heeft Maria een Reine gegeven uit een onreine. De apostel schrijft dat Hij de laatste Adam is. Voor de eerste Adam moeten we terugkijken naar het verloren paradijs. Daar was de Adam die gezondigd heeft. Maar de laatste Adam was de Zoon van God in de menselijke natuur. Na Hem komt er niet nóg één. Hij is de laatste Adam. Hij roept het straks uit op Golgotha: Het is volbracht! (Joh.19:30) Hij draagt de last van de toorn van God tegen de zonde van het ganse menselijk geslacht en Hij draagt die weg. Door het geloof in Hem kunnen en zullen mensen die als een onreine ter wereld gekomen zijn, rein worden. Op grond van Zijn verdienste worden ze niet schuldig verklaard in het gericht van God. Deelt u ook in de genade die Hij heeft aangebracht? Gemeente, het valt op dat er in onze catechismuszondag ook een conclusie wordt getrokken. Er staat namelijk in het antwoord op vraag 35: Hij heeft de menselijke natuur aangenomen, opdat Hij ook het ware zaad Davids zij. Van oude tijden af was Hij de beloofde Davidszoon, Davids grote Zoon en Davids Heere. Hij wilde uit Davids geslacht geboren worden, uit een koninklijk geslacht. Maar wat kan er dan weer een afstand ontstaan: ‘Hij uit een koninklijk geslacht… en ik?’ Gemeente, u hebt het geslachtsregister van de Heere Jezus toch wel eens gelezen? Daar staat David in, als een zondig mensenkind. Als we alleen letten op de heerlijkheid van koning David, zouden we ons af kunnen vragen of er in dat register wel plaats is voor een gewoon mens. Maar koning David was zondaar onder de zondaren. Hij heeft gezongen: ‘t Is niet alleen dit kwaad, dat roept om straf; Neen, ‘k ben in ongerechtigheid geboren. Jezus werd Mens onder de mensen, maar zonder zonde. Dan kunnen zelfs de grootste zondaren zalig worden. Want Hij is zo laag afgedaald, dat Hij deel wilde uitmaken van zo’n geslachtsregister! Als u daarmee zo in de knel komt dat u moet zeggen: ’Ik kom van wanhoop om’, lees dan hoe Hij Zich vernederd heeft tot in de diepste diepten van het menselijk geslacht, opdat Hij verlorenen zou zetten op de hoogten van de genade van God. Dan wordt het werkelijkheid: Zijn goedheid is zeer groot! Laten we ervan zingen uit Psalm 130 vers 4: Hoopt op de HEER’, gij vromen; www.prekenweb.nl
6/9
Ds. R. Kattenberg – De menswording van de Zoon van God
Is Israël in nood, Er zal verlossing komen; Zijn goedheid is zeer groot. Hij maakt, op hun gebeden, Gans Israël eens vrij Van ongerechtigheden; Zo doe Hij ook aan mij. 2. Waartoe Hij mens wordt We lezen in vraag 36: ‘Wat nuttigheid verkrijgt gij door de heilige ontvangenis en geboorte van Christus?’ Het antwoord luidt: ‘Dat Hij onze Middelaar is, en met Zijn onschuld en volkomen heiligheid mijn zonde, waarin ik ontvangen en geboren ben, voor Gods aangezicht bedekt.’ Gemeente, in deze vraag gaat het over het nut, het voordeel. Tegenwoordig wordt vaak gevraagd: ‘Wat heb je eraan, wat schiet ik er mee op, wat kan ik er mee?’ Deze vraag is ook kenmerkend voor de Heidelbergse Catechismus. Je moet de dingen niet alleen met je verstand weten, maar met je verstand én met je hart. Dat noemen we de bevinding van het geloof. Welk nut verkrijgen wij door de heilige ontvangenis en geboorte van Christus? Dat staat in het antwoord: ‘Dat Hij onze Middelaar is.’ Volg mij in gedachten een ogenblik naar de kribbe van Bethlehem, naar de wieg van de Heere Jezus. Kunt u dan zeggen: ‘Dat Hij onze Middelaar is’? Of dacht u misschien dat u dan in Gethsémané moet zijn of op Golgotha? Daar heeft Hij immers Zijn strijd gestreden en blies Hij de laatste adem uit? Maar wat moet u dan aan met de zonde van uw jonge leven? U zegt: ‘Ja, ook voor mijn kinderzonden heb ik vergeving nodig!’ Gemeente, in onze catechismuszondag staat dat het een héilige ontvangenis was. Opdat Hij onze Middelaar zou kunnen zijn. Al vóór het ogenblik van Zijn geboorte, nog voordat Hij het levenslicht zag, reeds in de schoot van Maria, was Hij onze Middelaar! Opdat Hij de zonden waarin ik ontvangen en geboren ben, zou kunnen bedekken. Hij is onze Middelaar. Dat is de taal van het geloof. Dat sluit alle vanzelfsprekendheid uit, want het geloof is één en al verwondering. Verwondering… Het is één van de kenmerken van het genadeleven. Van nature hebben we geen oog voor het nut van de menswording. Waarom niet? Omdat we denken dat we toch nog iets bezitten of wat zijn, en daarom zo’n Middelaar toch eigenlijk niet nodig hebben. U wilt mij dat misschien niet zonder meer nazeggen, maar als u zich niet bekeert is dat toch de praktijk van uw leven. Als Hij de enige Middelaar is, dan moet alles wat van ons is terzijde. Als u werkelijk met uw zonden voor het aangezicht van God komt te staan en u
www.prekenweb.nl
7/9
Ds. R. Kattenberg – De menswording van de Zoon van God
voelt de eisen van de heiligheid van God, dan worden al uw deugden als een wegwerpelijk kleed. Dan zoekt u zo’n Middelaar Die God en mens is, namelijk onze Immanuël, God met ons. Hoe rijk is het, als het oog des geloofs op Hem mag vallen. Om in het Kind van Bethlehem de Middelaar te vinden in Wie nu alles is wat tot uw zaligheid nodig is. Het zien op Jezus brengt vrede in het hart. Wat een zaligheid als Hij wil staan in de breuk tussen God en uw ziel. En dat gaat nu terug op uw en Zijn geboorte. Want de heilige ontvangenis en geboorte van Christus krijgen waarde voor u als u leert hoe u zelf ontvangen en geboren bent. Het belijden hoe Christus in de wereld kwam, krijgt alleen kleur vanuit het belijden hoe we zelf in de wereld gekomen zijn. Zeg maar: als wieg en kribbe bij elkaar staan. David wist hoe zijn begin was: in ongerechtigheid geboren en in zonde ontvangen. We worden geen zondaar omdat we zonde doen, maar we doen zonde omdat we zondaar zijn. De zonde begint van het ogenblik van onze ontvangenis af. En: waar de zonde begint, daar begint nog wat. Wat dan? Gods toorn! De zonde is er van meet af aan, Gods toorn ook. Dat is wat! Mozes was er diep van onder de indruk en zei: Wie kent de sterkte Uws toorns, en Uw verbolgenheid, naardat Gij te vrezen zijt? (Ps.90:11) Zoals we geboren zijn, kunnen we voor God onmogelijk bestaan. Gemeente, we hebben bedekking nodig, we hebben verberging nodig tegen de toorn van God. Alles wat wij aandragen, schiet tekort. De Heilige Geest leert dat. Maar Hij leert u ook dat waar u schuldig bent, Hij, de Zoon van God, vanaf Zijn ontvangenis en geboorte, ónschuldig is. En dat Hij met Zijn onschuld en heiligheid mijn zonden wil bedekken voor het aangezicht van God. Stelt u zich eens voor als zondaar voor Gods aangezicht te staan. Kunt u dan voor Hem bestaan? Nee. Maar als de Heere Jezus nu vóór u gaat staan en u bedekt en God kijkt naar u… Wie ziet Hij dan? Dan ziet God Zijn Zoon, en u of jij achter Hem. Alleen door het ‘Hij voor mij’ kunt u voor God bestaan. Hij bedekt mijn schuld en mijn zonden voor het aangezicht van God. Als God rechtstreeks op de zondaar ziet, betekent dat altijd zijn dood. Maar als God naar u kijkt en Hij ziet éérst de Heere Jezus, dan bent u veilig. Dan bevindt u zich onder de beschutting van het werk van de Heere Jezus. Dan zegt u: ‘Ik ben behouden, om Jezus’ wil!’ Amen.
www.prekenweb.nl
8/9
Ds. R. Kattenberg – De menswording van de Zoon van God
Slotzang: Lofzang van Maria: 7 Zijn goedheid klom ten top; Hij nam Zijn Isrel op, Naar ‘t heil, Zijn knecht beschoren; Gelijk Hij, ons ten troost, Aan Abram en zijn kroost, Voor eeuwig had gezworen.
www.prekenweb.nl
9/9