Bach informatie. Een knip- en plakwerk selectie van o.a. het internet, met achtergrondinformatie over J.S. Bach behorende bij het project ‘Zingen met Bach’ van Stichting Bachcantate Bergen.
Citaten uit Contrapunt van Enquist, geselecteerd door Maria. Bach de allergrootste fugaschrijver was gek op canons, Hoe strakker de regels hoe meer hij genoot. Hij ontwierp canons waarbij stemmen In tegenbeweging hun antwoord zongen. Zoveel stemmen als hij wilde , Zodat de canon in volle gang als een woeste zwerm van tonen het gehoor van de luisteraar Binnen danste. Alleen hij kon de stemmen nog onderscheiden. Een fugastem heeft fantasie en is grillig. Ze kan het thema krachtig inzetten maar ineens in de steek laten om iets anders te gaan bezingen. Zo niet de canonstem die is gebonden aan het lied, gaat zo snel of langzaam als de maat aanduiding voorschrijft en wijkt niet uit. Reuze knap hoor dat de componist alles om kan draaien en dooreen kan weven. Stemverheffing, een ander die er doorheen tettert, gemurmel afgewisseld met stellige uitspraken En dan ook nog de voorgeschreven harmonielijn volgen. Maar je wordt er gek van en het gaat met je op de loop tot in het onverstaanbare. Bach had een behoorlijk dikke pens, Hoe kreeg hij die kruistechniek voor elkaar? Hij kon ongehoord ingewikkelde melodieënspelen met zijn voeten op het orgelpedaal. Als een machtige keizer. Lastige versieringen gaan alleen goed als je ze van te voren vooruit denkt. Waarom weet niemand dat een praltriller alleen met de boven secunde moet worden gespeeld? Het doel van Bach’s muziek is het nabootsen van de natuur. Niet de bergen, beken en bomen maar de menselijke natuur, het gevoelsleven, de gemoedsgesteldheid. Hij laat zien dat onder het gave schitterende oppervlak een gevaarlijke zwakke plek schuilt gaat, een gat waar je zo door heen zou kunnen stoten, Bach schreef op de titelpagina van de Goldberg variaties dat zijn muziek diende tot herschepping van het gemoed. Een fuga is zelden ontroerend of mooi,het is een bouwwerk dat gewetensvol in elkaar gezet moet worden laag op laag zonder constructie fouten, Iedereen komt aan de beurt in dit vriendelijke gesprek.
Bach informatie
Pagina 1
Stichting Bachcantate Bergen © 2010
De stemmen vielen elkaar in de rede, spraken elkaar tegen en brachten een immense sfeer verandering teweeg, pasten zich hoorbaar aan elkaar aan, zongen elkaar droevige passages voor en kwamen samen tot een klaaglijk einde. Tijd blaast zijn helende adem over de wond die langzaam zal vergroeien tot litteken. Het bevrijdende van muziek is toch dat je de knellende deprimerende woordenkan loslaten om in klanken te gaan denken, in lijnen in akkoorden. Er hoeft niets geformuleerd of vertaald te worden. Waarom stemt een melodie die de hoogte in gaat en weer neer stort zo treurig? Hoopvolle ademteug, Teleurgesteld uitblazen. Bergop en dan noodgedwongen weer bergaf. Iets krijgen en het weer op moeten geven. Het leven zelf dus. Schrijnend zou de septiem moeten klinken tegendraads en ongemakkelijk, Maar de stemmen sluiten vloeiend op elkaar aan en geven elkaar de ruimte In plaats van elkaar dwars te zitten. Hoe was het mogelijk dat de intelligentste componist aller tijden dat kinderlijke vertrouwen had kunnen bewaren en overdragen op zij religieuze denken in de volwassenheid? Bach leed aan ouderdoms diabetes samenhangend met gebrek aan lichaamsbeweging. Vlak voor zijn dood liet hij een leerling een koraal spelen, De tekst behelsde ook een vooruitblik op het van aangezicht tot aangezicht verkeren Met de schepper. Hij stierf rustig en vredig om 20.15 ’s avonds.
Bach swingt, zelfs zonder ritmebox - 12 jan 2009 - H. de Vries http://www.rozenkruis.nl/actueel/bach-swingt-zelfs-zonder-ritmebox Bach heeft met zijn muziek een nieuw ‘universum’ geschapen, een moderne kosmos, waar menigeen graag in vertoeft. Hij heeft namelijk de mogelijkheden van de gelijkzwevende stemming –‘uitgevonden’ door de Nederlander Simon Stevin - zo benut dat een nieuwe klankervaring ontstond en de mogelijkheid om maximaal te moduleren over alle toonsoorten. De structuur van Bachs universum is zeer wiskundig, zeer precies en maat en getal spelen een hoofdrol, de gelijkmatigheid van ritme, van vorm zijn kenmerkend. Tegelijkertijd is de muziek zeer ‘vol’, het is alsof alle bewustzijn wil meebewegen op het swingende karakter dat heel goed blijkt samen te gaan met het ritme. Bachs universum is ‘kosmisch’ en dat is geen pleonasme: het leeft en ontroert in een wiskundige
Bach informatie
Pagina 2
Stichting Bachcantate Bergen © 2010
tijdruimtelijkheid van ordening, pulseert als het ware muziek, nog net niet als een automaat. Het swingt van de regelmaat, maar heeft geen ritmebox nodig. Nobele emotie Zijn muziek blijkt ‘universeel’ te kunnen ontroeren: niet-gelovigen blijken bij voorbeeld tot tranen toe bewogen bij uitvoering van Bachs religieuze muziek. De onlangs overleden schrijver Hugo Claus duidt zijn ontroering als ”nobele emotie”. Eveneens nieuw voor de moderne geschiedenis is sinds de 17e eeuw de wereld van de Rozenkruisers, die met hun Manifesten refereerden aan het Universum, het al zoals dat eerder in de zogenoemde ‘hermetische geschriften’ naar voren werd gebracht. Ook daarin allesbepalend is maat en getal en het ritme van de ‘alverwerkelijking’. De wiskunde speelt een grote rol in dit universum van de hermetische Rozenkruisers. Het decor voor de Rozenkruisers was en is een nieuwe ordening van de westerse cultuur, waarmee kunst, wetenschap en religie in een nieuwe kunst opgaan, ook wel aangeduid als de Koninklijke Kunst. De muziek van Johann Sebastian Bach wordt wel in verband gebracht met de spirituele impuls aan het begin van de 17e eeuw die uit de zogenoemde Rozenkruisers Manifesten spreekt. Bach heeft met zijn muziek een nieuw ‘universum’ geschapen, een moderne kosmos, waar menigeen graag vertoeft. Symposion Bach Kees van Houten geeft aan wat een waarschijnlijk dwarsverband is tussen het universum van Bach en dat van de Rozenkruisers. Op basis van wat beide universa gemeenschappelijk hebben, maat, getal, ritme, laat hij zien hoe de naam Johann Sebastian Bach in Bachs kunstuiting van de Inventionen en de Sinphonea transformeert tot Christian Rosencreutz . Hoewel min of meer bekend is dat Bach niet openlijk een Rozenkruiser is geweest, zou toch van een sterke gemeenschappelijk inspiratie sprake kunnen en moeten zijn. Frans Spakman verkent die gemeenschappelijke inspiratie aan de hand van Bachs kenmerkende deemoed en ootmoed in de muziek die culmineert in zelfovergave en een bereidheid de wereld op te geven. Maar ook aan de hand van de volheid van de vreugde die in Bachs muziek kan doorklinken. Een vreugde die zelden triomfantelijk is, want dat is noch de signatuur van het Rozenkruis, noch die van Bach. Het universum van Bach Het universum van de Rozenkruisers was van eerdere datum als dat van Bach, zodat het logisch is dat Bach geïnspireerd is geworden door dat eerste universum. Toch wordt duidelijk dat beide ‘universa’ gemeenschappelijk in de eerste fase van de moderne westerse mensheid staan, een fase die al bij de revolutionaire veranderingen eind 18e eeuw voorbij is. Bach was toen lange tijd niet populair evenmin als de 17e eeuwse Rozenkruisers. Toch zien we de kracht van Bach universeel worden in de jaren en eeuwen die erop volgen en zien we het universum van de Rozenkruisers oplichten met de herwaardering van gnostici en hermetische geschriften, vooral na de 2e Wereldoorlog. Beide universa blijken springlevend en de tand des tijds doorstaan te hebben en als geestelijke inspiratie voor de moderne mens te kunnen fungeren.
Bachfernalia met Bach to the future.
* ingevuld met gegevens van http://www.dick.wursten.be/Bach/index.htm
Bach informatie
Pagina 3
Stichting Bachcantate Bergen © 2010
Op 21 maart 1685 werd Johann Sebastian Bach in het Thüringse Eisenach geboren. Hij was de jongste in een gezin met acht kinderen en hij stamde af van een familie die al meer dan 200 jaar bekwame en getalenteerde musici voortbracht. Toen Bach negen jaar was overleed zijn moeder. Een jaar later overleed ook zijn vader en Bach werd al op zijn tiende wees. Hij ging wonen bij zijn oudste broer Johann Cristoph die organist was in Ohrdurf. Hierdoor kreeg hij een goede muzikale opleiding waar hij later veel profijt van had. Toen Bach vijftien was werd hij koorknaap in Lüneburg, waar hij veel naar organisten luisterde. In 1702 was het afgelopen met zingen toen hij de baard in de keel kreeg. Hij werd organist en koordirigent in Arnstadt, maar na een ruzie met de kerkraad vertrok hij daar weer.
Bach op jonge leeftijd
Bach informatie
Pagina 4
Stichting Bachcantate Bergen © 2010
In oktober 1707 trouwde Bach met zijn nicht Maria Barbara Bach. Tijdens zijn huwelijk met Maria kreeg Bach twee zoons: Wilhelm Friedemann en Carl Philipp Emanuel, die later ook zelf componist zouden worden. Eén jaar na het huwelijk werd Bach organist aan het hof van hertog Wilhelm Ernst in Weimar. Tijdens zijn functie als organist schreef hij veel van zijn mooiste fuga's en cantates. In het jaar 1717 werd Bach uitgenodigd voor een klavecimbelconcours in Dresden. Maar toen hij in Dresden aankwam bleek zijn tegenstander, de organist van de Franse koning Lodewijk XV, vertrokken te zijn. Dit beschouwde Bach als een overwinning en hij was dolblij.
Echter, toen hij solliciteerde als Kapellmeister bij de hertog in Weimar werd hij afgewezen. Toch werd Bach Kapellmeister alleen niet bij de hertog, maar bij prins Leopold van Anhalt Köthen. In deze tijd componeerde Bach zijn beroemde Brandenburgse concerten. In 1720 overleed zijn vrouw Maria toen Bach net met de prins op reis was. Maar een jaar later hertrouwde Bach alweer met Anna Magdalena Wülcken. Voor deze vrouw schreef hij veel eenvoudige pianowerkjes, die nu nog door beginnende pianisten worden gespeeld.
Dresden, waar in 1717 het klavecimbelconcours werd gehouden. Bach wordt op 1 juni 1723 te Leipzig officieel aangesteld als Cantor van de Thomasschool en Director Musices van Leipzig (stedelijk muziekdirecteur). Naast zijn muzikaal werk voor de 4 stadskerken en bij speciale gelegenheden moest hij toezicht houden op en (Latijnse) les geven aan de jongens van de Thomasschool, waaruit hij zijn koorleden (en uit zuinigheidsoverwegingen liefst ook zoveel mogelijk instrumentisten) moest recruteren (eerst opleiden natuurlijk middels het systeem 'leren door doen'). De Latijnse les heeft hij al vrij snel uitbesteed aan oudere student-assistenten, de zogheten prefekten. Na zijn vrij luxueuze leventje in Köthen moet Bach dus hard aan de slag om te zorgen dat er elke zondag reguliere kerkmuziek klinkt in alle 4 stadskerken. De meest begaafde knapen van de Thomasschool, begeleid door stadsmuzikanten en studenten moesten elke zondag een cantate
Bach informatie
Pagina 5
Stichting Bachcantate Bergen © 2010
brengen, (bij toerbeurt in de Nikolai- en Thomas-kerk); de overige knapen moesten (via een beurtrol) in de Pieterskerk en de Nieuwe Kerk choraliter de eredienst opluisteren(19). Bach leidde zèlf alleen de cantates in de hoofdkerk. Doordeweeks werd er drie keer gerepeteerd, op zaterdag één keer met de instrumentisten. Bach had natuurlijk al een klein voorraadje cantates liggen uit Weimar en Mühlhausen, maar toch weet men inmiddels zeker, dat hij in die eerste jaren in totaal 5 complete cycli (alle zon- en feestdagen, uitgenomen de vasten) moet hebben geschreven, dat is dus 5 x 59 cantates, bijna 300, waarvan er minder dan 200 overgeleverd zijn. Dit was dus seriewerk, componeren volgens sjablonen onder enorme tijdsdruk. Componist zijn in de 18de eeuw was een 'vak' en zeker in de familie Bach een traditioneel ambachtelijke bezigheid (20). De cantate had een vaste plaats na de evangelielezing en vóór de preek. Bij lange cantates volgde ook nog een deel na de preek. Zij zijn dus in de Lutherse traditie integraal onderdeel van de verkondiging en bereiden de toepassing al voor. Het bijzondere (het wonder, zo u wilt) is dit, dat wanneer Bach op routine drijft hij nog geregeld meesterwerken componeert. Vooral de openingskoren (die de toon van de zondagslezing moet 'vatten' in muziek) zijn vaak bijzonder goed verzorgd en de afwisseling in stijl en vorm is verbazingwekkend. Naast deze wekelijkse cantates heeft hij in diezelfde eerste jaren in Leipzig het Magnificat (geschikt voor de vesperdiensten) gecomponeerd, de Johannespassie (1724) en de Mattheüspassie (1727/1729 (21)), geschreven en Bach, een bruut ? Neen: een noeste werker Bach was een harde werker. Hij verwachtte die inzet ook van zijn mede-werkers. Dat hij wel eens kon uitvliegen tegen zijn 'leerlingen' (die tegelijk zijn medewerkers waren!) en enkele stevige aanvaringen had met zijn superieuren in Leipzig, is genoegzaam bekend. Om uit die paar berichten, die wij daaromtrent hebben (samen met dat reeds gemelde verslag van een schermutseling in zijn jonge jaren in Arnstadt, z.b.) af te leiden dat Bach een opvliegend karakter had en een bullebak was, lijkt mij een voorbeeld van 'jumping to conclusions'. De getuigenissen van de familie en de kennisenkring roepen niet het beeld op van een cholerisch temperament. De sfeer in huis lijkt meestal goed. Het is druk, er wordt - inderdaad - keihard gewerkt en veel gemusiceerd. Bach loopt zich voor twee dingen het vuur uit de sloffen: de muziek (=zijn werk) en zijn gezin. Bach, een hardwerkende pater familias. Verder suggereren noch zijn muziekhandschrift, noch zijn muziek een opvliegend, driftig en ongeduldig temperament. Integendeel: Als er één ding opvallend is aan de muziek van Bach, dan is het wel de totale beheersing van de stof, wat natuurlijk niet wegneemt, dat hij zich bij tijden vreselijk heeft kunnen opwinden over muzikaal onbegrip (36) en manifeste tegenwerking.
Geweldige en overrompelende stukken' van Bach zijn er wel, zeker uit zijn jongere jaren (vooral in zijn vrije
Bach informatie
Pagina 6
Stichting Bachcantate Bergen © 2010
orgelwerken) Ook een bekend stuk als 'Sind Blitze und Donner' uit de Matheüspassion grijpt je bij de keel, maar opvallend is toch vooral de volledige muzikale beheersing óók van het 'woedende Affekt'. Compositorisch zit het knap in elkaar, wat zo overweldigend opborrelend klinkt. "Als bij hem de vulkaan in zijn binnenste tot uitbarsting komt, stroomt de gloeiende lava toch altijd ordelijk omlaag." ('t Hart, 53). Dat hij - eens een bepaalde weg ingeslagen - zeer vasthoudend, om niet te zeggen: koppig kon zijn, dat is wat anders.
Bach, de gelovige Bach zette bijna altijd SDG (Soli Deo Gloria) op een partituur of soms J.J. (Jesu juva: Help mij toch, Jezus!), o.a. op de Mattheüspassie(37), maar ook wel boven gewoon wereldlijke muziek(38) en dat meende hij. Bach was een gelovig man, gepokt en gemazeld in de Lutherse kerk en spiritualiteit. Orthodox, maar met een mystiek trekje (Zijn moeders familie had banden met de mystiek-doperse kringen). Hij bezat een aanzienlijke theologische bibliotheek (veel geërfd) en ook als student had hij behoorlijk wat theologie moeten verteren. Soms schreef hij zelf de teksten voor cantates (en die zijn dan in kwaliteit en strekking niet te onderscheiden van die van zijn vaste leveranciers, maar dit terzijde). Toch zegt dat allemaal nog niet veel meer, dan dat hij zijn werk serieus opvatte, een ambachtelijke ethiek had, geen 'brol' wou afleveren. Over zijn persoonlijk geloofsleven heeft Bach zich nooit expliciet uitgelaten. Hij heeft gewoon zo goed mogelijk muziek gemaakt. Dat was het talent dat hij van God gekregen had en zijn christenplicht wasdat talent optimaal te benutten. Het is immers typisch Luthers om je beroep als roeping op te vatten en door daarin zo goed mogelijk te arbeiden Gods eer te vergroten(39): kerkelijke muziek moet dus tot meerdere eer en glorie van God zijn en wereldlijke muziek moet het 'gemoed verkwikken'(40). De hoge inschatting van de kracht en de waarde van de muziek is geheel in de geest van Martin Luther, die ook zelf de muziek prijst als Gods hoogste gave (op de Zoon na natuurlijk) (41). Wat het voor Bachs persoonlijke geloofsbeleving heeft betekend om zulke kerkmuziek te schrijven als hij geschreven heeft is een geheim tussen Bach en God. 'Waarover wij niets kunnen weten, daarover moeten wij zwijgen'. Zijn geloof zit m.a.w. in zijn muziek. Daarbuiten is zij voor ons een verborgenheid; daarin is zij (m.i.) glashelder tot klinken gebracht (42).
Bach, de componist Volgens mijn bescheiden mening moeten wij het genie van Johann Sebastian Bach geheel tegen de romantische opvatting over wat een 'genie' is, niet zoeken in zijn originaliteit maar in zijn gave om de bestaande muzikale cultuur geheel in zich op te nemen, te doorgronden, te verwerken en vervolgens 'te voltooien'. Ik bedoel dit. Hij heeft alle groten van zijn tijd (en van voor zijn tijd) bestudeerd. Stap voor stap heeft hij zich hun muzikale taal eigen gemaakt. Kosten of moeite heeft hij hierin niet gespaard. Buxtehude bezoeken, Vivaldi en de andere Italianen overschrijven en bewerken en nog eens bewerken tot het een nieuw stuk wordt. Wàt heeft die Vivaldi ? Wat is zijn kracht ? En eens gevonden, maakt hij die zich eigen. Middenduitse, Noordduitse (kleurrijke en versierde stijl), Italiaanse en Franse invloeden (exotisch, galant): Hij heeft ze niet zozeer ondergaan, als wel bewust gezocht en in dat alles gestreefd naar verdieping en voltooiing. Het resultaat is niet iets 'nieuws' in de zin van 'novum' (dat wat nog nooit geweest is), maar wel nieuw in de zin, dat men het oude toch ook nog nooit zó heeft samengesteld (ge-componeerd) gehoord. Daarbij is Bachs vormkracht verbluffend, ook voor zijn tijdgenoten. Hoe strikter de voorschriften hoe rijker zijn fantasie begint te vloeien, lijkt het wel. De strengste vormen gaan onder zijn handen leven alsof ze het meest natuurlijk van alle zijn: de fuga bijvoorbeeld. Complexiteit klinkt bij hem altijd vanzelfsprekend en een gevoel blijkt altijd middels heel subtiele structuren te worden
Bach informatie
Pagina 7
Stichting Bachcantate Bergen © 2010
gecreëerd. Bij Bach concurreert de gevoeligheid (het 'Affekt') de zuivere muzikale orde niet, maar onderstreept die en wordt er ook zelf door versterkt. De architectonische constructie geeft de emotie (het 'Affekt') zijn diepte. Daarom overtreft Bach juist veel anderen die aan de oppervlakte van het gevoel blijven steken. Het hoofd en het hart worden tegelijk geraakt. Dat Bach ouderwets is en ingewikkeld is wel zo, maar dat is expres. Bach kàn perfect in de nieuwe ‘galante stijl’ schrijven, maar vindt die niet ‘rijk’ genoeg. Als hij bijv. in zijn danssuites ‘galante melodieën’ gebruikt, dan zorgt hij er bijna altijd voor dat die melodische lijn gedragen wordt door een degelijk (en niet zelden polyfoon uitgewerkte) onderbouw. De zeer modieuze en glansrijke operaproducties in Dresden, die hij af en toe voor zijn plezier bezocht noemde hij humorvol-respectloos: Dresdner Liedergens (Dresdense deuntjes), aldus het getuigenis van zijn oudste zoon, die mee mocht. Wezenlijk is dat Bach de muziek altijd meer-stemmig is blijven denken en de vereenvoudiging tot melodie met begeleiding wel attractief vond, maar een verarming. Overeenkomsten in waardering en waarschuwende kritiek met H. Schütz (in het voorwoord bij diens Geistliche Chormusik 1648) een eeuw eerder zijn opvallend. Melodie en ritme worden bij Bach altijd ondergebracht in een complex harmonisch (samenklank) , contrapuntisch (noten tegenover elkaar) en polyfoon (meerdere melodische lijnen) kader. Juist hierdoor worden het nooit ‘deuntjes’, en blijft zijn muziek meestal interessant ook na vele keren luisteren. Er zit zoveel meer in dan alleen maar een lekker muziekje. Voor niet muziektheoretisch onderlegde lezers: Het verschil tussen Bachs muziek en veel (toen veel populairdere, maar nu vergeten) muziekstukken van andere musici is te vergelijken met het verschil tussen: (Bach) een historisch gebouw dat met zorg van binnen en buiten is ontworpen, waarin de verhoudingen en lijnen en kleuren kloppen en dat je toch telkens weer verrast als je het vanuit een andere hoek bekijkt en (in het slechtste geval) een toneelfaçade van datzelfde gebouw: alleen een voorzijde, een buitenkant, eventjes leuk, maar het dient verder tot niets. hoofdwerk: juni/juli 2000, laatst bijgewerkt: ds. Dick Wursten, amateur
Bach informatie
Pagina 8
Stichting Bachcantate Bergen © 2010
Familie Bach http://nl.wikipedia.org/wiki/Bach_(familie) Kinderen met Maria Barbara Catharina Dorothea Johann Christoph Carl Philipp Emanuel 1708-1774 1713-1713 1714-1788 Wilhelm Friedemann 1710-1784 organist, componist in Dresden en Halle Kinderen met Anna Christian MagdalenaChristiana Gottlieb Sophia Henrietta 17251723-1726 1728
Gottfried Heinrich 1724-1763 organist, klavecinist in Leipzig
Bach informatie
Maria Sophia 1713-1713
Ernestus Andreas 17271727
Elisabeth Juliana Friederica 17261781
Christiana Benedicta 1730-1730
Johann Gottfried Bernhard 1715-1739 organist in Mühlhausen Leopold Augustus 1718-1719 Johann Christoph Friedrich 17321795
Johann Johanna August Carolina Abraham 17371733-1733 1781
Johann Christian 1735-1782 Regina Christina Regina klavecinist, Johanna Dorothea Susanna organist, 172817311742componist 1733 1732 1809 in Berlijn, Milaan en Londen Wilhelm Friedrich Ernst 1759-1845 kapelmeester in Berlijn, wordt beschouwd als de laatste "muzikale Bach"
Pagina 9
Stichting Bachcantate Bergen © 2010