MATHEWJ OE PARAMOÖNT; ACTRiqE, MET
IJOYCE
I rf fcs /\ I :fe,f%fê^l VtRtCHIINT WKRCLIIKC - PM|J( PM KWARTAAL F. I.t5 VOOR#*«BH«.ÜITWI^I»^..»fWJ*«..R«a WAPH NOOROIINOE *. LSIDIM. TtLi|y4lfOSTIICKRNINä WlM
HAAI ER i k^li UAMES F. MATHFWL.
■>;
k
I
K«. 40-14 Oct. 1^39
CINEMAs. HEATER
,
■HHHRH
NORMA SHEAREÜ EN ROSAÜND RUSSELL IN D€ M.G.M..FILM „VROUWEN"
, *1
'"Si
I
» *' * * ^
V * w
W'
'^V
• ■»♦*
.
'»■,
'■^ï'
II -:st; .....••••••'S
s
^.
#,
% «
■
Si/
"^fe**^
''-^ 1 « » « » ,« •
■
■ ^ .■■1.1 , 5 .■* .4
.....^^tfËiiüMiM
^jl
1,
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
DE KERMIi DWAAiHEID DER
Bij het einde van een wereldoorlog wordt de gewonde variété-acteur Harry uit het ziekenhuis ontslagen en hij moet bemerken, hoe moeilijk het is om met al zijn flair en overmoed een behoorlijke baan te krijgen. Na een serie niet al te beste engagementen op allerlei gebied, ziet men hem als assistent van Madame Zulcika, een oud, dikwijls dronken wijf, dat zich als helderziende uitgeeft. In hetzelfde circus treedt een troep acrobaten op, waarbij een roodharig jong meisje, Irene, dat veel voor Harry voelt. Harry bewondert haar voornamelijk, omdat zij een onovertroffen leugenaarster is. Zij schijnt buitengewoon verstandig en wei-opgevoed en omgeeft zich met den glans van een avontuurlijk leven. Zij gaan echter uit elkaar en treden in verschillende steden op. Vele jaren lang werkt Harry nu eens Joseph Schildkraut alsi Captain Kirvline \
^^ ^W^w,
Richard Wallace ensceneert de fill good-bye".
Vraag vijfhonderd acht en vijftig
Patricia ^™^*y^^ "' ^
Eddie Buzzell heeft de M.G.M.-fiim „Een dag in het circus" geënsceneerd, waarin de drie Marx Brothers de hoofdrollen vervullen0 Ferdinand Doerffler regisseert de rettende Engel".
film
„Der
Wat bevatte de mythologische doos van Pandora r Wij stellen een hoofdprijs van f 2.50 en vijf troostprijzen beschikbaar om te verdcelen onder hen die vóór 30 October (abonné's uit overzeesche gewesten vóór 30 November) goede oplossingen zenden aan ons redactie-adres: Noordeinde 8, Leiden. Op de enveloppe of briefkaart gelieve men duidelijk te vermelden: ^^g ^58.
>
Gail Patrick is door R.K.O.-Radio geëngageerd als Richard Dix' partner in „Reno".
Victoria Lincoln bevindt zich te Hollywood om het scenario te schrijven van „Primrose Path' , een tooneelstuk, dat verfilmd zal worden, met Ginger Rogers in de hoofdrol, onder productieleiding en regle van Gregory La Cava.
Regie: Clarence Brown. Metro-Goldwyn-Mayer-film. Irene
Maria Holzmeister is
geëngageerd
voor
de
vrouwelijke hoofdrol in de Luis Trenlter-film „Der Feuerteufel".
Eduard von Borsody engageerde Max Gülstorff en Hermann Speelmanns voor de film „KongoExpress".
Betty Moran vertolkt
een
belangrijke
rol
in
„Seventeen". Betty Moran Is een zuster van de bekende fllmactrice Lois Moran.
Karl Koestlin zet te Weenen de film „Crambambuli" in scène.
DE OPLOSSING Vraag vijfhonderd vier en vijftig Charles Dickens heeft onder het pseudoniem Boz geschreven. De hoofdprijs werd ditmaal verworven door den heer J. A. Hoogensteijn te Amsterdam, terwijl de troostprijzen ten deel vielen aan: de beeren J. A. Galet te Amsterdam; P. J. Sturm te Den Haag; F. v. d. Linde teDen Helder; P. J. Palmboom te 's-Gravenhage'; G. H. Peerbolte te Rotterdam.
.-..■■r :
Harry Van en Irene (Clark Gable en Norma Shearer)
Lloyd Bacon zal de Warner Bros-film „Invisible Stripes" reglsseeren met James Cagney en George Raft in de hoofdrollen.
Harry Van
Norma Shearer Clark Gable
Achille Weber ... Edward Arnold Dr. Waldersee... Charles Coburn
Stan Laurel en Oliver Hardy spelen in „A chump at Oxford". Regisseur is Alfred Gouldlng.
Capt. Kirvline, Joseph Schildkraut Quillery
-Jano-Gilbert, dé lóngére zuster van Margaret Lindsay, zal een groote rol spelen in „The singing cop", waarin John Payne haar tegenspeler is.
Don. Navadel.. Skeets Gallagher Dumptsy
Vincent Sherman ensceneert de film „Secrets of
Pittatek
a private nurse". De medespelenden zijn Jane Wyman, Gloria Dlckson, Margaret Stevenson en Dennis Morgan.
i
Burgess Meredith
Mad. Zuleika, Laura Hope Crews
•
.
William Edmunds Fritz Feld
Edward Arnold als Achille Weber <
. ^r
Harry Van met zijn dansgroep „Lea Blondes" Den volgenden morgen is de oorlog uitgebroken en de gasten van het hotel mogen de grens overschrijden. De Duitsche professor gaat kalm zijn plicht vervullen in zijn vaderland, zonder enthousiasme, maar ook zonder aarzeling. Van het jonge Engelsche paartje op de huwelijksreis vertrekt de man om aan
Harry Van (geheel links) keert terug vqn bet
bij deze. dan weer bij die circustroep. Bijna twintig jaar later ziet men hem op reis door Europa met zes revue-meisjes. Zij zijn op weg naar Genève, maar de trein wordt opgehouden aan de grens van een denkbeeldig land en zij hooren, dat er een nieuwe wereldoorlog voor de deur staat. Zij moeten voorloopig in het eenige hotel ter plaatse blijven, een groot, nogal mondain zomerhotel in de bergen. Hier wordt ook een tijdelijke toevlucht gezocht door Achille Weber, één van Europa's belangrijkste en machtigste munitiefabrikanten, die met een wonderschoone, mysterieuze blonde vrouw reist. Harry meent in deze vrouw Irene te herkennen, hoewel zij zich zeer exotisch voordoet, extravagant gekleed gaat en de allures van een groote dame heeft. Ook ontkent zij kalm, dat zij den variété-clown ooit vroeger gezien heeft en, evenals de kleine acrobate van twintig jaar geleden, vertelt zij fantastische en fascineerendc leugens over haar verleden. Zij zegt, dat zij Irene heet, wat „vrede" beteekent. Er is een militaire vliegbasis in de bergen vlak bij het hotel en de spanning en vrees onder de gasten bereiken dien avond een climax, wanneer een groot eskader bombardementsvliegtuigen met onbekende bestemming vertrekt. Terwijl Irene in de geslotenheid van haar kamer Achille Weber in bittere bewoordingen zijn rol in het voorspel van den komenden wereldoorlog verwijt, stormt de vurige jonge pacifist Quillery de feestzaal binnen, waax. Harry Van en zijn meisjes een nummer ten beste geven en vertelt de waarheid over de dingen, die gebeuren gaan. Op bevel van Weber grijpen de soldaten hem en weinige minuten later is Quillery tegen den muur gezet en volgens het standrecht van den oorlog doodgeschoten.
ChorlM burn alt Wolderiee
het front zijn plicht te vervullen. Ook het manusje-vanalles uit het hotel heeft zijn bescheiden, slecht zittende uniform aangetrokken. Een is er. die niet gaat, omdat de officier van de wacht haar papieren niet in orde heeft bevonden. Het is Irene. Tegelijkertijd neemt Achille Weber een ijzig afscheid van zijn vroegere vriendin en medewerkster. Harry zet de meisjes op den trein, maar — wetende dat de blonde vrouw de Irene van twintig jaar geleden is — keert hij terug, hoewel hij weet, dat het hotel in de vuurlinie ligt en elk oogenblik als répressaille-maatregel gebombardeerd kan worden. En terwijl het hotel op zijn grondvesten schudt en de eerste bommen de veranda's verwoesten, gaat Harry Van aan de piano zitten en zingt Irene het Russische liedje „Kak Stranno" („Hoe vreemd..."), dat de .gchcele film door telkens opduikt.
M*
pooß 6EOR6E PPL
^f^l
»Lola Müthel, 1Jaspar von Oerlzen, F. W. SchröderSchrom en Hans ZeschBaUot Otto Matthias
Hans Zesch-Ballot en Lola Müthel. | Regle: Rudolf van der Noss. Rolverdeeling: Harry Hornemann Albert Lippert Inge Flint Lola Müthel Mevr. Duval Elsa Wagner Dr. Berthold Mahr Jaspar v. Oertzen Mevr. Kapland Lotte Rausch Mahr F. W. SchrSder-Schrom Tesch Hans Stiebner Wiesneck Erich Fiedler Herbert Timme Otto Matthies Commnsans Benken Hans Zesch-Ballot Engelhardt Gerhardt Dammann Berg. zijn secretaris Herbert Gernot Inspecteur Dleffenbach Werner Pledath Müller, secretaris Bruno Fritz Ula-film.
en verder Jack Trevor. Eduard Wenck, Georg Völkel, Carl Hannemann, LilH Schonborn, Carl Heinz Peters. Fritz Staudte. Edith Meinhatdt, Erich Dunskus, Otto Braml. Andre St. Germain, Paul Hildebrandt, G. H. Schnell.
Ergens in het bosch wordt een lijk gevonden. De overledene is gewurgd en verschillende omwonenden hebben in den nacht, tegen half elf, een gil gehoord. Het spoor van een auto brengt de justitie in de woning van een zekeren Wiesneck. Uit het verhoor van het dienstmeisje komt vast te staan, dat Wiesneck op dat uur een dame op bezoek had, die met ruzie moet zijn vertrokken, want er ligt een vaas in scherven Wiesneck geeft het damesbezoek toe. Juffrouw Flint is bij hem geweest en Juffrouw Flint was weggeloopen na een kleine woordenwisseling. Ook Wiesneck heeft een schreeuw gehoord en een auto, die aan den rand van het bosch wachtte, was kort daarop in snelle vaart langs hem 'heen gereden. Het nummer van dien wagen was IA 126.940. Wiesneck had den volgenden dag juffrouw Flint opgebeld, maar tot zijn groote verbazing had hij gehoord, dat zij niet was thuisgekomen. Wiesneck wordt met het lijk geconfronteerd: neen, het is niet juffrouw Flint. Hij beweert de dodde niet te kennen. In de kleeding van het slachtoffer vindt men een merk, dat van een Parijsch modehuis afkomstig is. Bij onderzoek blijkt een juffrouw Noronne de koopster te zijö geweest van het kostuum een zekere Harry Hornemann heeft de rekening er van betaald. Beiden zijn daarop naar Berlijn vertrokken. In Pension Tesch, dat de politie goed kent, is mevr. de Noronne bekend. Zij heeft geïnformeerd naar een mijnheer Wiesneck, ontving heerenbezoek, maakte ruzie, liep weg en kwam niet meer terug. Ondertusschen zijn aan de grens twee mannen, Harry Hornemann en Percy Duffins gearresteerd onder verdenking van moord. In de advocatenkamer van het gerechtshof wordt een poging gedaan om de acten van de moordzaak Hornemann te stelen. In de appartementen van mevrouw de Noronne wordt 'een epistel met Grieksche letters gevonden — als men deze letters toepast op het letterslot van de safe van Wiesnecks afdeeling, laat de deur zich heel gemakkelijk openen. Bijna was de zaak geheel opgelost als blijkt, dat de politie door dezen moord nog op het spoor wordt gebracht van een uitgebreide spionnageaffaire, waarvan de leider eerst aan het slot van de film ontmaskerd wordt.
B
ij het overlijden van Carl Laemmle, één der merkwaardigste figuren uit de filmwereld, gaan mijn gedachten terug naar enkele voor mij onvergetelijke ontmoetingen, die ik in het voorjaar van 1938 met hem had. Tijdens mijn studiereis naar Hollywood, had Laemmle mij verschillende malen uitgenoodigd hem in zijn huis te Beverley Hills (Calif.) op te zoeken. Hij bewoonde dit huis — een typisch staaltje van de reeds zoo vaak beschreven sprookjespaleizen van filmsterren en filmmagnaten en waarin niet alleen een reusachtig zwembassin, maar ook een compleet ingerichte bioscoop aanwezig is — gedurende den laatstcn tijd slechts in gezelschap van zijn kinderen en zijn boeken. Hij ontving mij in zijn ruime werkkamer en reeds in de eerste oogenblikken onzer kennismaking wist ik, dat ik hier tegenover een man zat, die met een zeldzamen geest begiftigd was. Wat mij bovenal trof, was zijn groote eenvoud, die uit heel zijn wezen sprak. Langs de wanden van dit studeervertrek hing een groot aantal foto's, die met elkander de stille getuigenis vormden van zijn hard en werkzaam leven. Er waren o.a. reeds verbleekte fotografieën bij van „WhiteFront", het eerste door hem geëxploiteerde bioscoopje in Chicago, voorts de beeltenissen van filmsterren, waarvan de
Qi LflEMMLE namen reeds totaal vergeten zijn, mannen en vrouwen, die veel aan Laemmle te danken hebben of hadden. Uit den aard der zaak liep onze conversatie over film en ik constateerde, dat deze „old-timer", hoewel hij zich reeds enkele jaren uit de filmbranche had teruggetrokken, nog steeds met volle belangstelling de ontwikkeling van alle takken van de filmindustrie volgde en blijk gaf van origineele opvattingen omtrent vorm en inhoud van de moderner film. Hij was het ook, die mij de „hausse" voorspelde, die thans op het gebied van de teekenfilm in Hollywood heerscht. Toendertijd, dus nu ruim 1 jaar geleden, sprak de krasse, oude heer met mij over zijn vacantieplannen. Hij wilde graag nog eens naar Europa oversteken, „maar", voegde hij er nadenkend aan toe: „in welk land van Europa kan men een werkelijk rustige vacantie doorbrengen? Ik geloof, dat Holland daarvoor nog het meest geschikt is." Laemmle is Duitscher van geboorte, maar zijn jarenlange verblijf in de Vereenigde Staten heeft hem volkomen veramerikaniseerd. In wezen beschouwde hij dan ook Amerika
Jaspar van Oeitzen. Lola Müthel.
I ,
geweldige prestaties van de Amerikaansche filmindustrie. Hij heeft mijn poppenfilms in zijn theater geprojecteerd en ik mocht tot mijn voldoening woorden van waardeering over mijn werk van dezen ouden film-veteraan vernemen. Niettemin deed het hem vreemd aan, dat dergelijk werk nu eens niet in Amerika, maar in Europa tot stand gekomen was. Dat het bovendien in Holland, — een land, dat beroemd is om zijn tulpen, kaas en fietsen, maar dat toch allerminst bekend staat als een natie, die bijzondere films produceert — vervaardigd was, wekte in hooge mate zijn bewondering. Laemmle toonde zich een voortreffelijk gastheer en eens inviteerde ik hem bij wijze van revanche voor een diner in een van de talrijke restaurants van Hollywood. Hij accepteerde mijn aanbod en vroeg mij in welk hotel wij elkander zouden ontmoeten. Omdat ik slechts korten tijd in Hollywood woonde, waren mij de namen van de echte smulpaap-restaurants nog niet bekend en ik stelde voor, dat hij als Hollywood-insider zelf de plaats zou bepalen, hetgeen hij toen deed. Eenige uren later verorberden wij gezamenlijk een kostelijk dinertje in een oer-gezellig eetlokaal. Nadat wij ons tegoed hadden gedaan aan de meest uiteenloopende specialiteiten van het huis, riep ik den kellner om af te rekenen. Deze weigerde echter hoffelijk, maar vastberaden iedere betaling van het geconsumeei'de. „Mr. Laemmle is de eigenaar van dit restaurant," verklaarde hij kort en bondig. Nu is Laemmle heengegaan. JHij bereikte den leeftijd van 72 jaar. Onwillekeurig herinner ik mij zijn woorden: „In Hollywood wordt hard, heel hard gewerkt, maar toch leven we hier minstens tien jaar langer, dank zij Carl Laemmle In het gezegende klimaat van Californië". zijn werkkamer
WEREIDSCKE
VROUWEN Christopher West, de verwende jonge afstammelinge van vele generaties van milliormairs, arriveert uill Europa en wordt ontvangen door een groot aantal verslaggevers, die willen weten of het waar is.| dat Chris zich verloofd heeft met een Europeeschen prins. Chick O'Bannon, de haven-reporter. trekt de aandacht van de rijke society-schoone door zijn klaar-j blijkelljke onverschilligheid voor haar rijkdom en positie. Chick wordt door zijn redactie aangewezen on een verslag te maken van een feest, dat Chris aan haar vrienden aanbiedt. Als hij arriveert, heeft gastvrouw juist ruzie met Sonny de Witt, een society-reporter, wiens stukjes dagelijks door de „high life" gretig gelezen worden. Sonny vertelt Chris, dat zij niet langer ..nieuws" is. en dat het niemand meer inte-l resseert wat zij doet of laat. Chris gaat een weddenschap met hem aan. dat zij binnen een week op| pagina 1 van zijn krant zal staan. Chris verveelt zich op haar eigen fuif, en weet Chick te bewegen haar in zijn auto mee uit rijden tel nemen. Zonder dat Chick eigenlijk goed begrijpt wat er aan de hand is, staan zij plotseling voor eenl vrederechter en zijn getrouwd. Direct na de plechtigheid telefoneert Chris met Sonny, vertelt hem, datf zij getrouwd is, en verlangt, dat hij zijn verloren weddenschap betaalt. Om zich te wreken belt Chic« zijn krant op en vertelt zijn redacteur, dat hij een sensationeell verhaal uit .,dat kind van West" gehaald heeft door met haarf te trouwen. Zij is woedend en geeft hem een oorveeg. In allel kalmte geeft Chick haar den oorveeg terug en laat haar alleen achter. Als de oude grootvader van Chris den volgenden morgen de heele geschiedenis hoort, gaat hij Chick opzoeken. Hij verzoekt hem niet toe te stemmen in een onmiddellijke scheiding, doch voorloopig te doen, alsof hij gelukkig getrouwd is, totdat de sensatie in de kranten een beetje geluwd is. Chris, die van plan was zich dadelijk te laten scheiden, moet ten slotte ook zwichten voor de argumenten van den ouden heer, en om vrienden en kennissen om den tuin te leiden verschijnen Chick en Chris overal in het openbaar. Bij een bezoek aan haar nachtclub krijgen zij geweldige ruzie, om-
r^^. ^
0
Madeleine Carroll
<,Jê0l>'^
;
mSFW^S^m" ji' * -
V
•
Sbfl ^^1 l^^k ^^1
Regie. Edward H. Griffith.
■-■. u ■'ï
^K
^r
H^^l
Paramount-film.
1
POLVERDEELING: Christopher West Chick O'Bannon Bells Mevrouw de Witt Grootvader West Sonny de Witt
Madeleine Carroll Fred McMurray Shirley Rass Jessie Ralph Claude Gillingwater Allyn Joslyn
i
'si
*
-_
dat Chris een verkeerde uitlegging wil geven aan Chicks platonische belangstelling voor Bells, zijn buurmeisje, dat in de club een baantje als bloemenmeisje gekregen heeft. Chick heeft hiervoor gezorgd om haar een kans te geven vroeger of later in de club als zangeres te kunnen optreden. De ruzie wordt onderbroken door de komst van Sonny, die weet te vertellen, dat de vrienden van Chris haar een fuif zullen aanbieden aan boord van haar jacht. Tijdens het feest krijgt Chick hoe langer hoe meer het land aan de leeghoofdige vrienden van Chris, en als zij meer drinkt dan goed voor haar is. verlangt hij, dat zij met hem naar de stad zal teruggaan. Chris weigert en als Chick haar een beetje ruw aanpakt, valt zij overboord, haar echtgenoot meesleurend. Chick klimt in de snelle motorboot, die langszij ligt, maar Chris wil niet hij hem in de boot komen en woedend start hij den motor, en sleurt haar in volle vaart ' vijf mijlen op een glijplank door het ijskoude water van New-York's haven. Als zij den steiger bereiken, valt Chris flauw en Chick heeft spijt van zijn hardvochtigheid hoewel hij ook de koppige volharding van zijn nieuwe echtgenoote wel bewondert. Sonny laat een stukje over hun ruzies verschijnen in zijn krant en Chick gaat naar zijn bureau om Sonny eens de waarheid te zeggen. Hij ontmoet daar Sonnys moeder, die hem een lesje geeft door hem er opmerkzaam op te maken, dat Chris niet zoo kwaad is. maar een product van een glad verkeerde opvoeding. Chris is zoo boos, dat zij naar Europa wil vertrekken. Haar grootvader telefoneert Chick, en samen weten zij haar vertrek te beletten. Dien avond gaan zij samen naar de nachtclub. De een voelt zich nog ongelukkiger dan de ander, en dan gaat het doek open en verschijnt Bells, die eindelijk haar kans heeft gekregen en een lied mag zingen. Uit dankbaarheid voor Chicks bemiddeling zingt zij het lied speciaal voor hem, en uit jaloezie gaat Chris naar de directie en laat Bells ontslaan. Chick is verontwaardigd. Bells gooit een glas champagne in het gezicht van Chris, die zich niet onbetuigd laat en Bells natspuit met een flesch spuitwater. Sonny, die op het tumult komt toerennen, krijgt ook een frisch bad en daarna gaat Chris ruzie maken met een agent, die haar wil bekeuren, omdat haar wagen niet goed geparkeerd staat. Chick bevrijdt haar van den agent en brengt dan Bells naar huis. Na een poosje zakt de woede van Chris en in een gesprek met den bar-tender dringt het tot haar door wat een zelfzuchtig spook zij geweest is. Zij laat Bells opnieuw engageeren en gaat dan naar Chicks huis om het meisje het groote nieuws te vertellen. Bijna was er weer ruzie ontstaan, maar dan begint Chris bitter te huilen en Bells begrijpt, dat de koningin der New-Yorksche society eindelijk ontdooid is tot een gewoon mensch. Zij omhelst Chris en Iaat haar dan alleen met Chick. Moe van het ruziën hebben meneer en mevrouw O'Bannon eindelijk gelegenheid om met elkaar te praten zonder elkaar aan te vliegen en dat is dan ook het moment, waarop zij gaan inzien, dat zij ten slotte toch veel van elkaar zijn gaan houden.
*■■'■
■'
GREEP GARJON EEN FILMONTDEKKING BIJ TOEVAL
Greer ▼oor hoar Hol lywoodsche woning.
ij films, die naar een bekend litterair werk gemaakt zijn, doet zich natuurlijk het geval voor, dat regisseur en scenarioschrijver — even sterk als dit trouwens met het publiek het geval zal zijn — van te voren een vaste voorstelling hebben over het type, het karakter, ja het uiterlijk der hoofd-figuren, op grond daarvan de menschelijke pendandezer hoofd-figuren gaan kiezen. Bij etro-Goldwyn-Mayers „Goodbye Mr. Chips", naar den befaamden schoolmeestersroman van James Hilton, was de mannelijke hoofdfiguur van te voren al aangewezen: niemand belichaamde dit half-roroantische, half-cynische type beter dan de fijne, markante figuur van Robert Oonat. Maar wie zou de vrouw kunnen zijn, die in haar kortstondig leven met haar intense, stille noblesse, haar milde en toch argelooze levenswijsheid dat karakter zou kunnen uitbeelden, dat het verdere, lange leven van Mr. Chips zoo blijvend zou beïnvloeden? • In de Hollywoodsche filmkoionie kon regisseur Sam Wood geen type vinden, dat dit volkomen Engelsch-vrouwelijke bezat. Reeds had hij het plan opgevat om dan maar met de rest van den staf naar Engeland, waar de film gemaakt zou worden, af te reizen in de hoop daar Sam Wood, dl» Groer een actrice voor de Mrs. Chips-rol te onteen kans gaf. dekken en reeds bevond hij zich in New York, toen hij op den dag voor zijn vertrek nog eenmaal de laatste z.g. „screen-tests" der op hun kans wachtende Metro-Goldwyn-Mayer actrices doorkeek. Bij een dier foto's wist hij het eensklaps: deze en geen ander is voor mij Mrs. Chips! Het was de jonge, begaafde Engelsche actrice Greer Gar/ son, dochter van een Schotschen dominé en een lersche moeder, een begaafde, intelligente vrouw, die te Londen en te Grenoble gestudeerd had en daar cum laude den graad van candidate in de letteren behaalde. Zij was aan het Londensche tooneel bekend geworden en Louis B. Mayer had haar reeds naar Hollywood gehaald, zonder dat zij echter een defintieve rol in uitzicht gesteld kreeg. Maandenlang had zij in Hollywood gewacht en was eigenlijk reeds van plan naar Londen terug te kceren, hoevel zij liever onder de zon van Californië carrière had willen maken. Het toeval wilde nu, dat Greer Garson, wier merkwaardige voornaai» éen samentrekking van het Schotsche Gregory is) voor het eerst onder de schijnwerpers kwam te staan in een Londenr n studio op een paar honderd meter afstand van de plaats, waar zij woonde, —uttrwijl zij twintigduizend kilometer gereisd had om deze rol te bemachtigen. Nog treffender is het, dat naderhand bleek, dat haar foto's van de sereen-test slechts door een vergissing Sam Wood onder oogen kwam. Zij lagen in het New Yorksche kantoor der M.G.M, voor een anderen regisseur en een andere film gereed!
| j
!
I
''S
VAN LEZER TOT LEZER Op dn« pagina kunnen onz* absnné'«, onder da „Ruilrubriak", f ratl« aan advertentie plaatsen, waarin zij iatt aanbiadan in ruil voor iet» andar*. Daze plaatsing is geheel gratis, maximaal 10 regels par advertentie. Advertcntiei, waarin voorwerpen te koop worden aangeboden of gevraagd, woningen ta huur worden gevraagd of ta huur aangeboden, diensten worden aangeboden, anzoovoort, enzoovoort, worden onder da rubrieken „Ta koop aangeboden", „Te koop gevraagd" en „Diversen" geplaatst en berekend tegen S cts. per regel, minimum vijf regels.
TE KOOP AANGEBODEN Aangeb. : eenige gedr. winterkl.. w.o. mantel en enkele jap., gr. maat. J. P. Buys, Harlingerstr.weg 33, Leeuwarden. Te koop : 3/4 bontjasje, beige, m. 46, in z. g. st., gek. ƒ40.—, nu voor ƒ20.—. Mevr. Hamburger. Eendrachtstr. 27-1, A'dam.
RUILRUBRIEK Wie ruilt met mij : 21 Verk.b. Dierenl. in Artis v. Hille b. Verder 22 pi. paddenst., 58 vetpl., 68 bl. en h. vr. te ruilen v. Hllle b. A. P. Suyver, Adm. de Ruyterweg 384-1. A'dam (W.). „Waarom noem je je hond toch „Zwendelaar"?" „Ik vind het zoo grappig, dat er zooveel menschen omkijken als ik hem roep."
Dame; „Ik wilde graag een paar schoenen hebben." Winkeljuttrouw: „Hoeveel maten te klein wenschl u ze?"
Te ruilen : 100 p. van D.E. koffie en thee ; 8 Haust besch.-b. ;23 Hille-b. ; 6 Verk.-b. ; 7 Meco-b. ; 3 £ickesz-b.; 2 sold.; 1 verg. hand ; 2 b. van Lido choc. ; 9 Honing vliegt.-b. ; 6 De Hoogs koek-b . ; 14 De Haan-b. en pi. ; 18 b. v. Bernsens koffie eh thee voor C. Jamin geldige kwartjes-b., Sunlight-b. of weegsch. Postz. v. antw. insl. T'evens C. Jamin-b. te koop gevr. 2de Jacob v. Campenstr. 76-111, A'dam (Z.).
Ik heb Limburg, Hilleb. 67 ; Zwerft, d. o. land 115 ; N.-Brab. en Zeel. te zamen 35 stuks en Artis 59. In ruil gevr. voor Sunlight, Rinso, Vim, Radion en Lux. Wie wil deze b. ruilen ? Hannemanstr. 72, Den Haag. Ruilen : 2000 Haka ; 200 v. Nelle ; 1000 Meco; 800 Artis Verk. ; 1100 Hag-z. ; 175 Delta zeepb. ; 100 Riemvis-b.; 110 A.N.W.B. ; 1200 postz. B en B ; 600 Liga ; 150 Dobbelm. ; 350 Kilometer-b. ; 405 Ijzendijk ; 40 Düngen ; 132 Patria 11 ; 100 Bussink j tegen Wennex, Klokz. ; Duif ; Felix ; Niemeijer ; Haas en Brero ; D.E. ; Ringers ; Biggelaar en andere. Postz. insl. M. Koning, Heilbronstr. 48, Den Haag. Te ruilen : Groen geemaill. haardkachei m. bijpassende plaat. Z.g. a.n.. voor i-pers. opklapbed ju. ombouw. Keizerstr. 22, Scheveningen. Te ruilen : Een postz.alb. m. 900 vreemde postz. voor een gelijk getal b. als Vim, Lux, Duifm.. Droste, D.E.-p., Klokz.-b. en 25 cent Jamin-b. J. Wentink, Hoogravenscheweg 106, Utrecht.
Gratis kunt u gangbare bonnen, die u niet spaart, ruilen voor wat u wèl spaart en tekort komt. Bij zending postzegel insluiten voor terugsturen. Wed. S. v. Zanten, Daniël Willinkplein 41, A'dam. Gevr. wordt postz.cat, Vvert 1938of'39, Ikheb in ruil gebr. ledige postz. alb. Nederl. en Kol. First book en Second book English by M. D. Berlitz (geb.) ; Nuttall's Stand. Dictionary (Eng.) (geb.); dl. I en 2 Staathuishoudk. door Mr. Dr. M. Spaander ; 2 pr. schaatsen en 12 exempt, v. h. Nwe Modebl. m. patronenbl. v. Febr. '39 t/m Aug. '39. Br. m. porto v. antw. aan H. Kerkhoff, Nobeldw. str. 24, Utrecht. Ter ruiling aangeb. : een schrijfbur. m, stoel en boekenk. v. iets anders. Kornoeljestr. 30, Den Haag. Wie heeft in ruil v. Simplex damesfiets en haard of haardkachei? D. J. Breekveldt, Okmastr. 25, Kampen. Wie heeft v. mij 13 lettertjes E. in ruil v. eOSuni.en Vimb. ?Mej. D. Smit, Menneweg 147, Sassenheim.
ABONNE'S OP DIT BLAD, welke in onze registers zijn ingeschreven en in het bezit zijn van een door onze administratie afgegeven polis, zijn gratis verzekerd volgens polisvoorwaarden: f2000.- bij levenslange invaliditeit; f 600.- bij overlijden; f 400.- bij verlies van een hand, voet of oog; f 75. - bij verlies van duim of wijsvinger; f 30.- bij verlies van een anderen vinger, een en ander ten gevolge van een ongeval. Is het ongeval een gevolg van een aan een personentrein, tram of autobus enz. overkomen ongeval, waarin verzekerde als gewoon betalend passagier reist, dan wordt de uitkeering bij levenslange invaliditeit gesteld op f3000.- en de uitkeering bij overlijden op f 1000.De uitkeering dezer bedragen geschiedt door de NIEUWE HAVBANK N.V. te Schiedam. Denk ér om bij een eventueel ongeval binnen 3x24 uur aan het kantoor der N.V. Nieuwe Havbank te Schiedam daarvan kennis te geven, ook at meent U, dat de directe gevolgen niet ernstig kunnen zijn. Anders vervalt het recht op uitbetaling.
Ge
bedekt
uw
gebalde vuist zakdoek.
met een
Ge steekt den wijsvinger van uw andere hand In de vuist, tot de zakdoek aan den anderen kant er door komt.
Ge iaat de er uitstekende punt door een der aanwezigen afknippen.
WIE GOOCHELT ER MEE? DE HERSTELDE ZAKDOEK Wie' goochelen kan, is in een gezelschap altijd de geziene man. En wie zou dit, zonder hoovaardig te zijn, niet willen wezen? Welnu: wij doen u hier een eenvoudig goocheltoertje aan de hand, dat ge met eenige oefening op zoodanige wijze zult kunnen brengen, dat gij uw .^publiek" werkelijk versteld zult doen staan I De foto's toonen duidelijk, hoe ge te werk moet gaan!
In werkelijkheid is er géén punt van den zakdoek afgeknipt. Ge hadt heel/eenvoudig in uw hand esn stukje stof verborgen, van dezelfde soort als waarvan de zakdoek was gemaakt. Toen ge dan ook uw wijsvinger in uw vuist stak, hebt ge met uw vingertop dit stukje stof aan den anderen kant er uit geduwd en dit stukje nu werd " zoogenaamd afgeknipt en later verbrand!
Het afgeknipte stuk verbrandt ge vervolgens voor de oogen der toeschouwers boven een kaarsvtam ...
. .. waarna ge eenige hocus-pocusbewegingen uitvoert boven den zakdoek, die ten slotte geen enkel spoor van beschadiging blijkt te vertoonen! Hoe dit mogelijk is? Wel, de volgende foto geeft het antwoord:
•< - 2 -
j-
HET HART VAN EEN
WERELDRIJK Het Britsche wereldrijk ligt over de gansche aarde verspreid. Geen continent, of het heelt er zijn bezittingen Dat is zijn kracht, zoowel als zijn zwakte: het beschikt hierdoor over talrijke hulpbronnen, maar het heelt ook een uitgestrekt gebied, waar het aangevallen kan worden en waar het vaak uiterst kwetsbaar is, omdat er niet altijd — vooral niet in tijd van oorlog! — voldoende manschappen en materiaal uit het moederland heengevoerd kunnen worden voor een doeltreffende verdediging, wanneer de aanval
^ Het hart van een wereldrijk : Soedan, Oost Afrika, Somaliland, Hadramaut. Indië en Ceylon zijn Bntsch bezit. De andere staten zijn gedeeltelijk economisch en sommige zelfs v ook politiek nauw met Engeland verbonden : Egypte. Irak, Iran en Afghanistan. De drie pijlen toonen de richting aan, waarin de in Aden liggende Engelsche zeesirijdkrachten bij een aanval op dit hart van het Br its ehe wereldrijk zullen moeten optreden: O naar de Oostafrikaansehe kust, I naar Indië en A naar Australië.
Het signaalstation op een rots in de baai van Aden, dat het geheele scheepvaartverkeer regelt.
feS
In deze baai ontmoeten elkander sinds drieduizend jaar alle zeevarenden en handelslieden van Indië, Arable, ' -Perzië en Oost-Afrika.
door een groote macht wordt ondernomen. In een wereldoorlog, waarin velen zich tegen Engeland keeren, zou het daarom niet moeilijk zijn, eenige deelen van zijn rijk af te scheuren en te bezetten, doch de ondergang van het Britsche Imperium zou dit natuurlijk nog allesbehalve behoeven te beteekenenl Intusschen: de verdediging van een dergelijk kolossaal rijk brengt vanzelfsprekend zijn enorme zorgen mede, vooral in een tijd als deze, waarin over de vraag, welke houding bepaalde landen in een min of meer nabije toekomst zullen aannemen, nog altijd onzekerheid heerschl. Indien ge een blik op ons kaartje werpt, ziet ge daarop met één oogopslag wat men zou kunnen noemen het hart van hef Britsche wereldrijk: het aan rijkdommen onuitputtelijke Indië, het vruchtbare Nijidal van den Soedan, de waardevolle Oostafrikaansche bezittingen, en de Arabische staten van het nabije Oosten, waarin Engeland zijn vooral thans onontbeerlijke olievelden heeft. En temidden van dit kaartje leest ge een naam. Den naam Aden! Zonder overdrijving kan men zeggen, dat deze stad den sleutel vormt van het geheele Britsche Imperium, want vandaar uit moet de verdediging plaats vinden indien dit gebied zou worden aangevallen, De drie pijlen geven de
Dit is Aden, een der oudste steden der wereld. Ze ligt in een kom van het gebergte, ongeveer zes mijl van de haven verwijderd. Tot aan het einde van de vorige eeuw was deze plek de grootste slavenmarkt, die er ooit geweest is.
Aden is eigenlijk een kuststrook in Zuld-Arabië, die sinds 1839 Engelsch bezit is. Het grootste deel vormt een soort protectoraat; een klein schiereiland daarentegen is een Engelsche kolonie. Op dit schiereiland liggen dicht bij elkaar twee plaatsen: Steamer Point en Aden-Town. Deze twee samen zijn op de kaart als Aden aangeteekend. Steamer Point is de eigenlijke haven, de handelsstad, de wijk van de Europeanen en de zetel dar regeeringsambtenaren. Aden-Town is de oude Inheemsche stad. Onze foto toont de voornaamste zaken-wijk van Steamer Point.
belangrijkste richtingen aan, waarin de in Aden liggende Engelsche zeestrijdkrachten eventueel moeten optreden: O naar de Oostafrikaansche kust, I naar Indië en A naar Australië. Ondanks zijn enorme belangrijkheid is Aden toch slechts een betrekkelijk kleine havenstad. Het ligt aan de Zuidelijkste punt van het groote Arabische schiereiland. Het wordt tot de alleroudste steden van de aarde gerekend, en het lag reeds ten tijde van de beroemde koningin van Saba daèr, waar het nu nog ligt. Waarschijnlijk werd zijn gunstige geographische ligging reeds eenige duizenden jaren geleden opgemerkt en gewaardeerd, want al sinds de grijze oudheid hebben de in de buurt wonende volkeren met wisselend geluk om het bezit van deze stad gestreden. Aden was eeuwenlang de centrale haven van alle slavenhandelaars, parelvisschers en groote kooplieden uit het Oosten. Van hier uit is de zeeweg even lang naar Indië als naar Egypte, naar de rijke kuststeden van Oost-Afrika als naar de havens van Perzië en Mesopofamië. Geen wonder derhalve, dat Aden ononderbroken tot in onzen tijd steeds een centrum van den wereldhandel is geweest. Door een verdrag met den sultan van Lahedj is Aden honderd jaar geleden in het bezit van Engeland gekomen. De geweldige rotsen rond de stad werden in een onneembare zee-vesting veranderd en de Engelsche vloot waakt van hier uit over de Britsche belangen in drie werelddeelen. . .
Aden beheerscht den Indischen Oceaan. Van alle havens, die aan de kusten van deze wereldzee liggen, wordt Steamer Point door de meeste schepen aangedaan. Het is een der grootste bunkerstations der wereld.
BHQHHHHB
Een kameeldrijver uit Aden. In lange dagmarschen komen de Nomaden uit de Arabische woestijn en uit de bergen van Yemen naar Aden om er hun waren: de fijne mocca-koffie, vellen, huiden, kruiden, enzoovoort, te verkoopen.
• Een café, waar men slechts water kan drinken. Zoo zijn er in Aden, waar in de gewoonlijk ontzettende hitte, die er heerscht, versch, koel drinkwater duur betaald moet worden, verscheidene.
HOE DE FINNEN HUN LAND WILLEN
/ ^.^ -^V-v
VERDEDIGEN Het is nog niet zoo lang geleden, jaar pas!
—
-%
— een goede twintig
dat de Finnen hun vrijheid hebben
'<
be-
vochten. In den krijg, dien zij van 1917 tot 1918 tegen Rusland
voerden,
waren
het
vooral
de boeren,
door een aantal vaderlandslievende burgers
bijgestaan
uit de
steden,
die het vreemde juk van zich vermochten af te schudden. Zij noemden zich „Witte Garden", en generaal graat Mannerheim, die uit een oude Finsch-Zweedsche soldatenfamilie stamde, was hun aanvoerder. Na een vrede van twintig jaar ais bekroning van de duur
..-
gekochte vrijheid, is uit dit „Witte Leger" het „privé-leger" van Finland voortgekomen, — een korps vrijwilligers zich ook thans weer paraat houdt, om, indien
— dat
het noodig
mocht zijn, de grenzen van het land tegen iedere schending te verdedigen. En het is er van overtuigd, dat dit den een of anderen dag
noodig kan zijn, gezien den druk,
öie er
thans op de Baltische staten wordt uitgeoefend, en die doet vermoeden,
dat de
beurt
ook wel
eens
aan
Finland
kan
komen. Het
privé-leger telt
meer
dan
honderdduizend
man
en
beschikt behalve over vliegers en tanks over alle wapens, die in het Finsche landschap met succes zijn toe te passen. In dit Vrijkorps zijn alle standen vertegenwoordigd. De boer staat er naast den student, de arbeider naast den directeur, de zeventienjarige — op dien leeftijd kan men reeds lid van het Vrijkorps worden —
Het Vrijkorps Vrijkorps op t marsch . ,..In ' zijn rijen T treft mer en slecht« vrij- | williger« aan zonder onderscheid van rang of «tand, tunchen de 17 en 70 jaar...
naast den zestigjarige. Zij alleen weten waar het om gaat, wanneer het eenmaal noodig mocht worden: om het verdedigen van de vrijheid, de FinscKe cultuur en alles wat den Finnen heilig isl Het „privé-leger" van Finland bezit zijn eigen officieren en zijn eigen generalen staf, en het staat onmiddellijk onder den president van het land. In tijd van oorlog dient het als aanvulling voor het gewone leger.
Een artillerie-officier van het Finsche Vrijheid fkerps — een leger van honderdduizend vrijwilligers, wier doel is de weerbaarheid van hun land zoo hoog mogelijk op te voeren-
klein
aantal
officieren,
die met de organisatie
zorgt voor zijn eigen bewapening
en de staat draagt slechts een klein
deel in de kosten bij.
• Een officier van het (taande leger traint de leden van het Vrijkorps bij het bedienen van een »tuk licht infantcriegeschut.
Op een Finsche boerderij : een lid van het Vrijkorps toont zijn jongeren broer, die zich ook zoojuist opgegeven heeft, .de onderdeelen van het hem door het korp« toevertrouwde wapen.
\
■Kü
het in stand houden van hun privé-leger, niet op. Het lijkt voor dit kleine
Zaterdagsmiddags plaats. Veldoefeningen worden er echter ook gehouden,
volk van nog geen vier millioen zielen een bijna bovenmenschelijke taak
hoofdzakelijk
zijn
vrijheid
tegen
weken. Er heerscht namelijk in Finland zes maanden lang een zeer strenge
daar
deze
aanvaller
winter en men dient dus wel voorbereid te zijn op een veldtocht in dit jaargetijde.
Fin bezit wat hij zelf noemt „sisu", hetgeen een bijzondere uitdrukking
des winters, en
deze duren
gewoonlijk
eenige
dagen
of
Maar de Finnen zien tegen al deze moeiten en lasten, verbonden aan
belast zijn. Het
De verbandplaats tijdens een manoeuvre, op juiste wijze onzichtbaar gemaakt voor vijandelijke vliegers.
• De oefeningen vinden des avonds, na afloop van den arbeid, en des
Het Vrijkorps bestaat geheel uit vrijwilligers, met uitzondering van een
De Finsche vrouwen en meisjes laten geen gelegenheid voorbijgaan om zich voor het vaderland verdienstelijk te maken. Bij de oefeningen en manoeuvre« traden zij als verpleegsters op, terwijl zij ook voor den inwendigen mensch der «oldaten zorgen.
een
eventueelen
bijna
steeds
aanvaller
een
groole
te
verdedigen,
staat
te
meer
moet zijn, maar de
is voor een zeldzame oerkracht, die niet schromen zal ziel en lichaam in te zetten voor een
strijd tot behoud van
het vaderland!
• Theorie in het Finsche woud. Aandachtig luisteren de vrijwilligers naar de lessen, die de beroepsofficier geeft. Op den achtergrond de tenten van' het zomerkamp.
Een
machinegeweer van het Vrijkorps in stelling tijdens een veldoefening.
DE BOSCHBRAND
^.. y
A
OP LEVEN EN DOOJD EEN
REEKS
TUREN. NAAR
SPANNENDE
AVON-
WAARHEID VERTELD
Het was in de lente van het jaar 1910. In Noord Ontario was het buitengewoon droog geweest en toen de zomer kwam, waren de wouden in de buurt van Lake Porcupine één groote tondeldoos gelijk. De bladeren hingen als verdord langs de takken neer, en bij het minste of geringste zuchtje wind ritselden zij als in den herfst. In dien tijd werkte de Engelschman George Smyth op de goudvelden in de omgeving van het Lake Porcupine en toen hij op een ochtend in Juli van dal jaar wakker werd, was de atmosfeer drukkender dan ooit. Bovendien waren er verschillende dingen, die hij niet begreep, en die hem met zorg vervulden. De muskieten, die anders in groote troepen rond gonsden, waren nu geheel afwezig; de vogels waren zonderling stil, en de wilde dieren haastten zich weg, klaarblijkelijk op zoek naar een of andere vér-verwijderde bestemming, die zij alleen maar kenden. Toen de ochtend vorderde, werd de reden van deze bijzondere verschijnselen hem duidelijk. Er viel een brandlucht waar te nemen en in de verte kon men. het gesis en geloei van vlammen hooren. Het was duidelijk, dat de bosschen, hetzij door menschelijke onvoorzichtigheid, hetzij door natuurlijke oorzaken, misschien ook door een combinatie van die beiden, in brand geraakt waren! In het eerst drong de omvang van den brand niet tot de menschen door, maar tegen den middag nam de wind in hevigheid toe, zoodat hij weldra een snelheid van zestig kilometer per uur had bereikt. Hij dreef een waren muur van vlammen naar de houten hutten van Golden City, waar de meesten der negenduizend bewoners van het district hun onderdak hadden. Dikke rookwolken dreven over de open plek van het bosch, waarop de stad stond, zoodat de ademhaling der menschen werd bemoeilijkt en de tranen in hun oogen sprongen. Terwijl hij regelmatig in kracht was toegenomen, had de wind weldra de sterkte van een orkaan bereikt, die met een snelheid van honderdvijftig kilometer per uur voortgierda. Enorme boomen, die reeds vlam hadden geval, werden door hem geveld alsof het lucifershoutjes waren. Nu werd het alarm in de mijnen gegeven, maar het loeien der krachtige sirenes was nauwelijks hoorbaar boven het gebrul der vlammen. Direct nadat de mannen naar de oppervlakte waren gebracht, snelden zij naar de magazijnen, waar tonnen dynamiet zoo gauw mogelijk moesten worden verwijderd, voordat het vuur noodlottige ontploffingen zou veroorzaken. Anderen begonnen boomen om te hakken in een wanhopige poging, de open ruimte, waarop de stad gebouwd was, zooveel als mogelijk was te vergrooten. Met koortsachtige energie hanteerden zij hun bijlen en zagen. Het was echter weldra duidelijk, dat al hun pogingen vergeefsch waren; het snel naderende vuur sprong over de open ruimte alsof het een electrische vonk was. In een oogwenk, zoo leek het wel, stonden alle houten hutten in brand en knetterden als lucifersdoosjes. Het duurde dan ook niet lang, of het was een waar sauve-qui-peut.
In een allesbeheerschend verlangen ioo snel mogelijk weg te komen uit deze hel van vuur en rook, nam ook George Smyth de vlucht en zocht zijn heil in de richting van de rivier Matagami, die ongeveer eeo kilometer of twaalf ten Oosten van Golden City stroomde. Hier liet hij zijn kano te water en peddelde zoo vlug hij kon naar het midden van den stroom, waar hij hoopte veilig te zullen zijn. Weldra kwam hij echter tot de ontdekking, dat hij zich in een even moeilijke positie bevond als daarvoor. De rivier was ter plaatse ongeveer twintig meter breed, en het duurde niet lang of het vuur woedde met razende snelheid langs de beide oevers voort. De hitte en de rook werden ondraaglijk en Smyth vroeg zich wanhopig af, wal hij moest beginnen Plotseling kreeg hij een idee. Hij trok zijn kano om en dook, en zoo, onder zijn kano, tiet hij zich op den stroom voortdrijven met een snelheid van misschien vijf kilometer per uur. De grootste moeilijkheid was natuurlijk, het kleine vaartuigje èf te houden van de beide oevers, die als een hel brandden, en ten einde hierin te slagen, peddelde hij met zijn beide voeten om in de juiste richting te blijven. Hij had zijn schoenen uitgetrokken en ze binnen in de kano met behulp van zijn veters opgehangen. Hij begreep, dat hij zijn schoenen niet mocht kwijtraken; hij zou ze zeker noodig hebben indien hij, als hij het er eenmaal levend had afgebracht, terug zou moeten keeren naar Golden City — of beter gezegd: naar hetgeen er van zou zijn overgebleven! Af en toe stak hij zijn hoofd even buiten de lijzijde van de kano ten einde na te kunnen gaan, waar hij zich bevond en hoe de algemeene toestand was. Het resultaat was echter gewoonlijk zeer ontmoedigend. Het vuur scheen in letterlijken zin onbegrensd, het leek wel alsof het nooit meer uitgedoofd of tot staan gebracht zou kunnen worden. Mïer dan eens slaagde Smyth er nog maar net op tijd in te voorkomen, dat hij verward raakte in de groote takken der boomen, die reeds in brand geraakt en in het water gevallen waren. De wind woei nog steeds met de kracht van een orkaan, en zijn ranke vaartuigje werd zoo heen en weer geslingerd, dat het bijna onbestuurbaar werd. Zelfs wanneer hij ónder de kano was, kon hij het loeien en knetteren der vlammen hooren terwijl zij door de boomen en takken langs de beide oevers joegen. Een andere mogelijkheid, die hem eveneens met onrust vervulde, was het vooruitzicht, dat hij misschien in de richting van een waterval dreef. De streek, rivier-waarts, was hem totaal onbekend en tiij meende telkens te kunnen constateeren, dat de stroom sneller en sneller werd. Het water'was vuil en modderig, zoodat hij den bodem niet kon zien. Op een gegeven oogenblik meende hij, dat hij in langen tijd niet meer het geloei der vlammen had gehoord, en hij dacht hieruit te mogen af-
- 8 -
U
leiden, dat hij het gebied van den brand wa.; gepasseerd. Hij stak daarom zijn voeten uit en I raakte den grond aan bij een groepje biezen. Juist I toen hij zijn hoofd naar buiten stak en eens rond keek, vatten de biezen echter vlam, zoodat hij zoo snel hij kon moest onderduiken en wegpeddelen om zijn leven te redden. Groote schroeiplekken op den bodem van zijn kano toonden | duidelijk genoeg, aan welk gevaar hij ternauwernood was ontkomen!
• ,
Hij had minstens twaalf kilometer afgelegd voordat het practisch mogelijk was aan land te gaan, en toen kwam hij tot zijn groote opluchting tot de ontdekking, dat hij in een streek terecht gekomen was, waar het vuur zichzelf zoo goed als uitgedoofd had. Doodelijk vermoeid kroop hij aan land, over nauwelijks genoeg krachten meer beschikkend om het water uit zijn kano te scheppen i en deze op den oever te trekken! Na eenige oogenblikken kwam hij tot de ontdekking, dat hij een verschrikkelijken honger had, maar er was natuurlijk nergens eenig voedsel te I vinden. Evenmin was hij in staat zich de troost van een pijp te verschaffen, daar zijn tabak geheel | doorweekt was. In zijn kano liggend, bracht h'ij een onaangenamen nacht door. De gloed van de brandende bosschen verlichtte den hemel, en telkens hoorde | hij den slag van vallende boomen. Den volgenden ochtend peddelde hij terug langs de rivier en zocht met moeite zijn weg naar hetgeen eens de welvarende stad Golden City was I geweest. Geen enkel gebouw bleek door het vuur | gespaard! Er waren reeds tenten opgeslagen en het reddingswerk was al ter hand genomen. Na een haastigen maaltijd te hebben verorberd, bood ook Smyth hierbij natuurlijk de behulpzame
hand. Het bleek, dat er driehonderdvijftig menschen in de vlammen en den rook waren omgekomen, terwijl er zeventien mannen gestikt waren in een mijnschacht. Natuurlijk waren er ook een aantal gevallen, waarbij menschen op wonderbaarlijke wijze aan den dood waren ontkomen. Een ingenieur, die door het vuur was ingesloten en geen kans meer zag het meer te bereiken, groef met zijn bloote handen een gat in den zachten grond, strekte zich in zijn volle lengte er in uit en bedekte zichzelf met de losse aarde, daarbij zorgend dat aHeen zijn neus er boven uitstak ten einde in staat te zijn adem te halen. Hij kwam er ongedeerd af, behalve een verschroeiden neus en ontvelde handen, terwijl hij ook al zijn vingernagels was kwijtgeraakt! Een ander had uren lang in 'n ondiep stroompje gelegen, ademhalend door een . . . rietje! Een derde had voor zichzelf en eenige metgezellen bescherming gezocht tegen den vlakken kant van een rots. Het vuur kwam van den anderen kant, de vlammen sloegen loeiend over hun hoofden heen en zochten hun weg verder voort, maar zond9 hen te beroeren!
'3K-
.« I
'^■'"Wr
'•
JMI
m
pi' ^ '
I4'
/y
!
. -
" ■
■
■.■,■■■
^ V •
/
^ /
/
■^jtfe**.
-
**•
~
/ -'V
;
UIT ONS EIGEN LAND
FOTON I EUWS
1. In de groote vergaderzaal van
het
Departement
Binnenlandsche H.K.H.
van
Zaken
Prinses
heeft
Juliana,
als
eere-presidente, het Algemeen Steuncomité leerd. -
1939
1. Het Nederlandsche s.S. geloopen en gezonken is. lukkig allen worden gered. graan en veevoeder voor
geïnstal-
Rechts naast H.K.H,
staatsraad
mr.
J.
voorzitter van
B.
Kan,
het comité. 2. In de Oranje Nassau-kazerne te Bergen op Zoom heeft een ernstige brand gewoed, waardoor de rechtervleugel van het gebouw werd verwoest. Tijdens het blusschingswerk, waarbij ook de soldaten ijverig hebben medegeholpen.
2. In gezelschap van den adjudant van H.M. de Koningin, majoor
H.
Z.K.H.
Prins
J.
leden
week
bracht
aan
PhaH,
heeft
Bernhard
ver-
een de
bezoek
ge-
fabrieken
der
3. Het fraaie, uit 1633 dafeerende raadhuis te Halsteren, dat na verbouwd te zijn, weer in gebruik is genomen.
Mij voor Vliegtuigbouw Aviolanda te Papendrecht. Prins
bezichtigt
-
een
4-5. De voetbalwedstrijd Wageningen — Go Ahead. — 4. Een moment voor het doel der gasten. 5. Een aanval op den goal van Wageningen.
De der
vliegbooten. 3.
Thans,
nu
de aanvoer van
Noordzee-visch
peesche lijnen der K.L.M, in elk vliegtuig tw
door den oorlog zoo goed als geheel is opge-
piloten mee.
houden, maakt de snoekbaars, die in het Ussel-
gaan
meer
gevangen
wordt,
een
goede
kans.
aan
Hij
- I. Smirnoff, links, en J. J. M
boord
voor
hun
„Kemphaan"
naar
vertrek
met
Maimö
vormt dan ook een uitstekend en voedzaam gerecht, en te Enkhuizen, waar anders de haven
5.
a!s
allen
uitgestorven
lijkt,
komt
nu
dagelijks
meer
Het
Haagsche
meel"
is
Mobilisatie-Comité
begonnen
met de
„Brij
uitgifte
v
dan 10.000 pond van dezen visch aan den af-
wol en patronen voor het breien van 5000 pa
slag.
polsmoffen voor de gemobiliseerden.
—
Een
paar mooie exemplaren, die
lief-
hebbers zullen doen watertanden. 4.
Nu
er
door
6.
gesteld
Gelder".
de „Mees", gaan thans op Euro-
Tijde
Stadhuis.
de bijzondere omstandigheden
en tevens naar aanleiding van het be-
-
de uitdeeling in een der kamers van het
aan de gezagvoerders hoogere eischen worden schieten van
Binnendijk, dat op een mijn De opvarenden konden gpHet schip was geladen met de Nederlandsche regeering.
De
ramp -
van
den
Het ernstig
mijnenlegger beschadigde
de haven van Nieuwediep.
„Jan schip
v
6-7. Te Koog aan de Zaan had de voetbalwedstrijd K.F.C. —Ajax plaats. — 6. Een duel. 7. De keeper van K.F.C, weet den bal te onderscheppen.
e
'1
u
DE GIER
//
.<W 23isu>é& 'fybtJ
GEAUTORISEERDE Op een aeond heeft er in New York cen jutubotsing piaats. De taegesnetde agenten nen naast den wagen een doode liggen. De conclusie lijkt duidelijk: de man moet na de botsing uit den auto geslingerd zijn. Een der omstanders herkent den doode. en wijst de agenten er op, dat het hier geen ongeval, doch cen moord betreft. Wanneer men hem nadere bijzonderheden wil vragen, blijkt hij echter ongemerkt verdwenen. In den auto vindt men nu een kaartje, waarop de kop van een gier geteekend staat. Een der agenten heeft in den verdwenen man Pudge Rogers herkend, en men vereenzelvigt hem nu met ,,De Gier", cen massa-moordenaar. Pudge Rogers begeeft rich naar de woning van den om het leven gekomen Ayers. maar het blijkt, dat men hem is vóór geweest. De safe is opengebroken! Als de politie verschijnt, neemt hij de vlucht en ontkomt in een taxi. De lezer maakt nu kennis met majoor Damion Havik, een .— in de oogen den politie — sinistere figuur, die dezelfde blijkt te zijn als Pudge Rogers. Havik is het slachtoffer van een zeer intelligenten misdadiger, die door allerlei manipulaties den schijn wekt, dat Havik degeen is, die de reeks opzienbare moorden van den laatsten tijd op zijn geweten heeft. Den volgenden morgen verijdelt Havik een poging om inspecteur Booker in rijn, Haviks. huis den dood te doen vinden door den beet van een gifslang. Havik krijgt bezoek van een actrice. Evelyn Dwan. wier mcdedeclingen. in verband met het gebeurde, ernstige verdenking doen rijzen tegen haar stiefvader, Walter Ware. die een halfbroer was van Williard Ayers en zijn eenige erfgenaam. Hij zou Ayers door den Gier wegens een geldelijke vergoeding hebben doen vermoorden. Met zijn assistent in zijn auto op weg naar de actrice, overkomt Havik eenige dagen later een verkeersongeval. Het blijkt, dat ook dit het werk van den Gier is; de stuunnrichting van Haviks auto fs n.1. opzettelijk defect gemaakt. Zoowel hij als zijn assistent worden echter als door een wonder gespaard. Booker laat Havik op allerlei manieren controleeren en bewaken, doch Havik eischt. dat de politie deze maatregelen achterwege laat. Hij wil den ,,Gier"' gelegenheid geven in zijn nabijheid te komen om een denkbeeld te krijgen wie hij is en wie er tot zijn bende hooren. Denzelfden dag wordt Havik door helpers van den Gier ontvoerd en voor zijn misdadigen tegenstander geleid. De Gier laat hem de keus: óf lid weiden van zijn organisatie, óf een afschuwelijken dood sterven. Havik ziet echter kans te ontsnappen ondanks bijna onoverkomelijk lijkende beiwaren en bereikt na lang zwerven weer zijn huis. Den volgenden avond wordt er uit een huis aan den overkant een doodelijk schol gelost op hem. Bij het onderzoek van inspecteur Booker, waarbij Professor Pheneas Watts. Haviks buurman, tegenwoordig is. blijkt, dat de getroffene niet pas gedood kan zijn. doch reeds verscheidene uren overleden is. Professor Watts blijkt niemand anders te zijn dan majoor_ Havik zelf. die zich vermomd heeft als de wat zonderlinge professor. Gedurende dit onderzoek krijgt Booker bercht. dat Evelyn Dwan is ontvoerd uit den schouwburg waar zij optrad. Havik overtuigt Booker van zi|n eerlijkheid en de beide mannen besluiten samen te werken om de verdwenen actrice te vinden. Dienzelfden dag wordt het lijk van den verdwenen Walter Ware. den stiefvader van Evelyn Dwan. gevonden. Hij heeft een brief nagelaten waarin hij verklaart ontdekt te hebben, dat Evelyn de aanstichtster is van een complot tegen rijn leven, en dat hij daarom zichzelf van het leven heeft beroofd. Door verschillende kleinigheden ontdekt Havik, dat Ware echter is vermoord door den Gier. Hij begeeft zich met den advocaat Dinwiddie naar het geheimzinnige huis. waar de Gier verblijf houdt en waar Evelyn Dwan gevangen wordt gehouden, naar hii vermoedt. In de onmiddellijke omgeving van het huis raken zij in gevecht met eenige mannen. Havik ziel kans te ontkomen. Small, zijn assistent, die vermomd is als professor Pheneas Watts, wordt gebonden in een steenen cel gevangen gehouden evenals Evelyn Dwan, die bewusteloos is. De Gier houdt Small voor Havik en kondigt hem aan. dat hij zal moeten sterven. Havik ziet echter kans. om. gekleed en gemaskerd als een der bendeleden van den Gier het huis binnen "te dringen en Small te bevrijden van zijn boeien. Hij geeft hem een revolver, om wanneer het noodig mocht zijn. zichzelf en Evelyn Dwan te verdedigen. Daarna onderneemt hij een onderzoekingstocht door het huis ontdekt het aquarium met de afschuwelijke dieren, wier prooi hij bijna een keer geworden was. en doodt een der bloedhonden in wiens verblijf hij ongelukkigerwijze terechtgekomen v.i,s. Op het geluid van het schot snellen de Gier en rijn helpers toe. doch Havik vlucht door de tallooze gangen van het huis tot hn op een geheim lull« stapt en in het water terecht komt. De Gier en zijn hende kunnen niet anders constatreren dan dat .Small" verdwenen is.
De Gier" knikte. „Dat is (hiidelijk," snauwde hij. „.lij, Carlo, gaat direet alle deuren langs en verwittigt alle posten, dat zij niemand er uit laten zonder mijn uitdrukkelijke toestemming!" Hij wendde zich lol de beide andere mannen, die het alarm gegeven hadden. ,.llet feit, dal de deur van hinnen met den balk is gesloten, maakt dal w^j van hier uil niel naar binnen kunnen gaan. l-oop direct om en ga door de deur van den kelder naar binnen en haal den balk Van deze deur. Het is zeker, dal degeen, dien wij zoeken, ergens in het gebouw moet zijn. De honden zullen ons gauw genoeg vertellen waar hij zich ophoudt." De twee mannen snelden weg om zijn bevelen uil te voeren. Na korten lijd klonk er reeds aan den anderen kant van de deur een geluid, waaruit bleek, dat zij den balk verwijderden. De deur ging open en de honden drongen naar binnen, nikkend en trekkend aan de kettingen, waarmee zij werden vastgehouden. De mannen in de zwarte pijen en met de zwarte kappen op volgden hen onmiddellijk. „De (lier" wachtte even, om zich te overlnigen dat de balk weer op zijn plaats gedaan werd en zijn scherpe blik viel direct op de half afgebrande kaars, die op den grond lag. „Die heeft hij laten vallen toen de hond op hem sprong," zei hy kalm. „Hij zal in de duisternis niet ver gekomen zijn." Hij draaide zich om en volgde de anderen door de steenen gang. De honden gingen een hoek om. Plotseling bleven zij staan op
VERTALING
den rand van een der groole tegels in den vloer. „De Gier" baande zich een weg door het groepje mannen en knikte begrijpend met het hoofd. „Verkeerd geloopen in het donker, en door het valluik in den grond verdwenen," giebelde hij. „Prachtig! Op het oogenblik drijft hij reeds in het meer. Voor degenen onder jullie, die niét bekend zijn met dit gebouw, wil ik er even op wijzen, dat de grond waarop het staal, vroeger een soort moeras was. Daarom heeft men onder het gebouw een soort draineersysteem aangelegd, dat het water afvoerde naar hel meer, dal op* ongeveer achthonderd meter afstand ligt. Het diende zoowel als riool, als om het land droog te houden. Toen ik hel gebouw overnam, liet ik verscheidene steenen op zóó'n manier leggen, dat een lichte druk aan één kant er van ze deed kantelen. Op die manier vormen zij een uitstekend middel om onze vijanden kwijt te raken, terwijl zij bovendien een prachtig middel zijn om degenen van jullie, die niet bekend zyn met de inrichting van het gebouw, boven den grond te houden." Terwijl hij lachte om zijn eigen grimmigen humor, ging hy den anderen voor naar de bovengrondsche gangen. Intusschen ging alles niet zóó, als inspecteur Booker het wel graag gewild zou hebben. Het was ongeveer twee uur des nachts geweest toen hij, terugkeerend op het hoofdbureau na zijn onderzoek in verband met den moord op Walter Ware, de telefonische mededeeling had ontvangen van den man, die hem nauwelijks een uur tevoren had verlaten. Dat Havik er reeds in geslaagd was het hol van „De Gier" op te sporen, scheen bijna onmogelijk! Toch wist hij, dat Havik in dergelijke gevallen niet overdreef. Daarom had hy, na beloofd te hebben, dat hij zoo spoedig mogelijk naar het vroegere klooster zou komen, en na de aanwijzingen te hebben gekregen hoe hij het 't gemakkelijkst zou kunnen bereiken, zijn best gedaan zooveel mannen bü elkaar te krijgen als hij meende noodig te hebben. Havik had gezegd, dat het er minstens twintig zouden moeten zijn. Gewoonlijk waren er op dit uur van den nacht een groot aantal manschappen aanwezig, die zaten te kaarten of te lezen, tot zij voor het een of andere geval moesten uitrukken. Maar toevallig was er dien dag een order binnengekomen van het Departement van Justitie, dat er meer „resultaten" behaald moesten worden door het hoofdbureau, daar men anders tot drastische hervormingen zou overgaan. Als een gevolg hiervan heerschte er allerwegen op het bureau een groote activiteit, en mannen, die anders in reserve werden gehouden, waren er nu op uitgetrokken, eigenlijk op goed geluk hier of daar iets te ontdekken! Kn daardoor had Hookers verzoek om assistentie hem slechts een stuk of zes mannen opgeleverd. VA- ging nog een half uur voorbij eer hij de rest bij elkaar had, zoodal het bijna drie uur was, voordat hij met zijn mannen op weg naar hel oude klooster was. Alleen een stadsbewoner, die voor het eerst van zijn leven genoodzaakl is om tijdens een hevige regenbui en in hel aardedonker over een ruwen landweg Ie rijden, kan zich voorstellen wal Hooker en zijn mannen voor moeilijkheden hadden te overwinnen, leder oogenblik dreigde een der auto's op den modderigen weg te slippen, en ten slotte was men dan ook genoodzaakt, vaart te minderen. Om de zaken nog erger Ie maken slipte een paar honderd nieter verder wérkelijk een der auto's, zoodal hij van den weg in een modderigen berm lereehtkwam. waaruil men hem niet meer omhoog kon brengen, ondanks alle vereende pogingen, die men daartoe in het werk stelde. Vijf minuten later kreeg een andere auto een lekken band, en moest dus eveneens buiten dienst gesteld worden. Terwijl hij raasde en tierde, maar natuurlijk zonder eenig resultaat, was Hooker na eenige oogenblikken genoodzaakt den mannen, die in de beide onbruikbaar geworden auto's hadden gezeten, te bevelen te voet Ie volgen, waarna hij de rest van zijn troep naar hel klooster leidde. Na een ponsje zag hij in hel licbl van zijn lantaarns den auto van Havik langs deii weg staan. Hij gaf een teeken om te stoppen en deed zijn mannen uitstappen. .Maar Havik was nergens tl' bekennen! Terwijl Hooker mei een van zijn menschen de laan in liep om persoonlijk een onderzoek in Ie stellen, struikelde hij over den man, dien Small bad gedood en hierdoor wist hij, dal hij op het goede spoor was. Hij stuurde zijn metgezel lenig om den anderen te zeggen, dal zij komen moesten en stelde toen een haastig onderzoek in bij het gebouw, dat zich donker en dreigend vóór hem verhief. Het regende niet meer en de maan, die onder een massa wolken uitkwam, baadde den grond in een vloed van zilverig licht. Hij liep om het gebouw heen, zorgend goed in de schaduw te blijven. Achter geen der ramen kon hij een licht ontdekken. Geen beweging of geluid duidde er op. dat er menschen in waren. Gewoonlijk was inspecteur Booker geen roekeloos man. Een kwart eeuw, besteed, aan de jacht op misdadigers — de laatste tien jaar had hij uitsluitend jacht op moordenaars gemaakt — had hem de
— 12 -
dwaasheid doen inzien van overijling. Maar hy wist. dat hij thans bijna een uur te laat was volgens zijn afspraak nul Havik. De gedachte kwam bij hem op, dat de laatste, teleurgesteld omdat Booker niet kwam, alleen geprobeerd zou hebben „De Gier" te arresteeren, natuurlijk echter slechts om een nederlaag te lijden. Maar indien dit zoo was, waar bevond zich „De Gier" dan? Zou hij alarm hebben gemaakt en de vlucht genomen hebben? Plotseling kreeg hij een andere gedachte. Zou hij Havik verkeerd beoordeeld hebben? Zou deze ten slotte werkelijk „De Gier" zijn, en was deze tocht slechts een onderneming om een luchtkasteel te veroveren teneinde hem uit de stad weg Ie lokken terwijl „De Gier" er weer een anderen slag zou slaan? Gedurende een oogenblik kon hij moeilijk de verleiding weerstaan om terug te keeren en zoo snel hij kon naar de stad te rijden. Maar toen herinnerde hij zich de stem van Havik door de telefoon — en hij wist opeens, dal de man absoluut ernstig, dood-ernstig was geweest. Hy plooide zyn lippen en gaf het afgesproken signaal. Kr kwam geen antwoord. Hij liep behoedzaam achteruit, en vond de rest van zijn mannen, die zich in de duisternis vóór het gebouw ophielden. Terwijl hij haastig overleg pleegde niet zijn assistent, liet hij dezen het bevel over de mannen weer over en snelde toen met getrokken revolver vooruit, via de open plek in het bosch, naar de breede deur van het oude gebouw. Kr was moed voor noodig, om te doen hetgeen hij van plan was, want bij lederen stap verwachtte hij dat er door de deur of een raam op hem geschoten zou worden. Maar hij bereikte den ingang zonder ongelukken. Hij legde zijn hand om den knop. Zonder eenige moeite kon hij hem omdraaien en ging de deur open. Met een bijna onhoorbaren kreot van verbazing, ging hij naar binnen en liet het licht van zyn lantaarn door de breede. steenen gang spelen. Er was geen mensch te bekennen! Hy ging terug naar de deur en wenkte zijn mannen. Ken oogenblik later stonden zij naast hem. Terwijl hij hiin voorging, de lantaarn in de eene, de revolver in de andere hand. liep hy van kamer naar kamer, gevolgd door zyn mannen. Maar alle vertrekken waren, evenals de gang, verlaten! Een onderzoek op de tweede, ongemeubelde, verdieping bleek vruchteloos. Na weer teruggegaan te zyn naar de verdieping gelijkvloers, begaf hy zich naar de deur aan het eind van de gang. Daar-vandaan voerde een trap met breede witte steenen treden naar beneden. Terwijl het licht van hun lantaarns hun den weg wees en ze hun revolver voor onmiddellijk gebruik gereed hielden, daalden Booker
en zijn man neu de trap af. Ze sloegen een hoek om en merkten dat de trap eindigde in een klein, gool-achtig vertrek hetzelfde vertrek waarin Havik voor den eersten keer „De Gier" had ontmoet en waaruil hij had welen Ie ontvluchten, nadat hij in de glazen klok gevangen had gezeten. Voor den eersten keer in zijn lange loopbaan werd Booker onvoorzichtig. In plaats van een post achter Ie laten, boven aan de trap, stond hij al zijn mannen toe hem in hel kleine gewelfde vertrek te volgen. Een snel onderzoek wees uit, dal er klaarblijkelijk geen andere uitgang was dan deseen, waardoor zij binnen waren gekomen. Hij draaide zich om, een bevel op de lippen.... Met een plolselingen kreet sprong hij naar voren. Maar hij was Ie laat! De groole, zware deur slool zich hiel een slag achter hem. Ken grendel werd er aan den anderen kant voorgeschoven. „„De Gier" heel u welkom in zijn hol. inspecteur — u en uw mannen." zei een rauwe slem spottend. HOOFDSTIK X\l. „De Gier" stelt zijn voorwaarden. Hel was niet meer dan natuurlijk, dal „De Gier" er zeker van was de overwinnaar Ie zijn. Niet wetend, dat Booker gedwongen was geweest zijn mannen in twee partijen te verdeelen. was hij overtuigd, dat hij zoowel den inspecleur als al diens menschen gevangen hield. Hel zon niet moeilijk zijn. hen kwijl te raken als dit noodig was, maar hij had nu juist andere plannen — plannen, die door den dood van zooveel menschen misschien gedwarsboomd konden worden! Hij was er van overtuigd, dal hij Havik en Kvelyn Dwan in de kleine steenen kamer gevangen hield. Kn Havik was de man, dien hij meer dan alle anderen vreesde! Daardoor bleef er alleen nog maar Small over — één van al zijn tegenstanders, waarvoor hij ook werkelijk op zijn hoede diende Ie zijn, Kn Small was de man — daar was hij van overtuigd — die om het gebouw had geslopen, de man, die deel had genomen aan het gevecht in hel bosch — de man, die zich toegang tot hel gebouw had welen Ie verschaffen, alleen om zijn dood Ie vinden doordal hij door het va Huik was gestort! zoodal zijn lichaam nu misschien reeds aan de oppervlakte van hel meer dreef. .la, „De Gier" voelde, dal hij reden had om tevreden Ie zijn! Snel riep hij al de leden van zijn bende bij elkaar en lerwij zij allemaal om hem heen verzameld waren, besprak hij het geval van idle kanten mei hen en gaf toen zijn bevelen. Intusschen was Booker echter niel werkeloos gebleven! Ofschoon hij soms verschrikkelijk styfhoofdig was ontbrak hel hem toch niet aan moed en evenmin was hij hel soort man, dal zyn ondergeschikten de foulen verwijl, die hij zélf heeft gemaakt. Hij had zijn menschen in de val geleid, en hij voelde, dal hel nu ook aan hém was. hen er weer uil Ie krijgen. Gedurende zijn lange en zware carrière had hij vaak voor beete vuren gestaan, maar toch nog nooit zóó als nu! Nauwelijks had de deur zich achter hem gesloten, of hij werd één en al actie. Zijn eerste daad was twee van zijn beste menseben met getrokken revolver aan beide zijden van den ingang te posteeren. Daarna onderzocht hij met behulp van zijn lantaarn snel maar grondig de muren der kleine grol. waarin zij waren' opgesloten, terwijl zijn mannen hem daarbij zoo goed mogelijk hielpen. Met uitzondering van de steenen banken, die in de nissen der muren stonden, bevatte het vertrek geen enkel meubelstuk, want „De Gier" had, door het gebruik dal Havik van den stoelpoot had gemaakt geleerd, dat het maar beter was alles buiten hel bereik van zijn gevangenen te houden wat door hen als wapen kon worden gebruikt. Wel is waar waren Booker en diens mannen nog gewapend, maar de kale muren van hun cel boden slechts weinig gelegenheid om er hun scherpschutterskunsten op Ie vertoonen! De muren waren van steenblokken opgetrokken, de zoldering en de vloer waren van hetzelfde materiaal. Mei behulp van zijn zakmes onderzocht Booker de specie Insschen de groote vierkante steenen. Deze was zoo hard en stevig als hel gesteente zelf. Hel was duidelijk, dal er geen kans bestond, dat zij zichzelf zouden kunnen uitgraven. Toen hij zijn Onderzoek had ingesteld, riep Booker zijn tweeden assistent om de situatie met hem te bespreken. „Ik vraag me af," bromde hij, „of die duivel van een Havik ons in een val heeft laten loopen? Het begint er naar uit Ie zien, of ik hel in het begin toch bij het rechte eind had, en dat hij werkelijk „De Gier" is. Maar aan den anderen kant kan ik niel gelooven dal Leverage. ..." (Vn'ordl vervolgd)
■ . (iIN(!
HM NAAK BINNEN KN LIKT HKT
iStHT VAN ZIJN LANTAAUN DOOK I)KHUKKI>K. 8TKKNKN (UNG SPKLKN. ER WAS (JEKN MENSCH TE BEKENNEN!
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 4 OCTOBER
KRUISWOORDRAADSEL 12. onderwijzer 15. /ijn stem uitbrengen 17. voorwerp, waaraan men iets ophangt 18. nohpl 19. slaap 20. weg met ■ boomen
OPLOSSING AARDRIJKSKUNDIG RAADSEL
Verticaal: 1. ondervinden 2. opkorten van een zeil 4. dwaze verzotheid op iets 6. hemellichaam 7. faam 8. oeverkant 10. jongensnaam 11. deel van een voet 13. vleesch 14. vol roem 15. klanken voortbrengen om iets. uit te drukken 16. graanproduct
AALDEN
OPLOSSING VISITEKAART. RAADSEL
OPLOSSING RUITENRAADSEL
Horizontaal: 1. verhevenheid boven de aardvlakte 3. muziekinstrument
JOHN BARRYMORE
4. 5. 7. 9.
DE PRIJSWINNAARS
CIRKELRAADSEL
denkvermogen massa tellen puntprojectiel
1. vochtig 2. roem 3. niet kunnende spreken 4. traag 5. sluitstuk 6. part 7. die op het land werkt 8. leder 9. drank 10. wijduitloopend glas 11. smalle strook 12. naar beneden uitstrekkend 13. meisjesnaam 14. vogel 15. durf 16. verdriet
De hooldprljzen konden wij deze week toekennen aan: mejuffrouw A. Borrias, Breda; mejuffrouw N. v. Brussel, De Bilt; mejuffrouw K. Schlösser, Kerkrade; mejuffrouw F. Thirion, Budel; den heer N. Hager, IJsselmonde. De troostprijzen werden toegekend aan: mevrouw Alberts-Verstappen, Venlo; mevrouw Hanzon, Utrecht; mevrouw L. M. Wakkermans-v. Kleef, Amsterdam; mejuffrouw N. Klokkers, 's-Gravenhage; mejuffrouw C. van Dtjk-Boeijen, Malden; mejuffrouw E. Hoffmann, HlHegersberg; mejuffrouw T. Jongmans, Leiden; mejuffrouw S. Bijl, Barendrecht; den heer T. Pruis, Hoogezand; den heer M. C. Benning, 's-Gravenhage; den heer A. Kromhout, Amsterdam^ den heer J. Ie Comte Jr., Sommelsdijk; den heer H. van Herten, Maasniel; den heer W. Kraan, Utrecht; den heer J. Canters, Breda; den heer H. Pels, Stolwijkersluls; den heer W. G. Weers, Rotterdam; den heer H. D. I. Willebrand, Rotterdam; den heer G. Rutteman, Rotterdam; den heer A. Vink, 's-Gravenhage.
RUITENRAADSEL KAMRAADSEL
^g ■fcS^ 1
2
5
^^ ^
■
Den hoofdprijs van de fllmpuzzle verwierf: de heer v. Baerts, 's-Gravenhage.
^ 5
mevrouw M. Bellm, Gorkum; mejuffrouw B. Koek, 's-Gravenhage;
DRIEHOEKRAADSEL OPLOSSING KRUISWOORDRAADSEL ■ .A.- ■
a\lv SiH^^I
D
D DD DD \.- ', >. DD^X' : DD >. v Di^r ! DO DD \ ' DD ^ M^wR ■
E
^
\v
KUJ^-Paq ■■■-
•
-,
■■'■
•:
OPLOSSING N-PUZZLE Hoesten ergeren tafelen oneffen najaden 4av*ren elsehen roosten ■Üpelen
Ïtiekfijn nkoken takelen deellijn effenen lederen vloeien eerevvijn nevelen HET ONDERSPIT DELVKN
=%■ vi
s OPLOSSING FILM-PUZZLE Bennen onttrekken bergen export remmen tweevoud meervoud onzlldig: ROBERT MONTGOMERY
Op alle hoeken en snypunten moeten letters geplaatst worden, waardoor woorden van de volgende beteekenis ontstaan: 1-9 hoofdplaats gouv. Sumatra's O.-kust 1-11 vogel 2-4 ' opstandeling 2-12 met een bepaald voorwerp • spinraggen wegnemen 4-12 dichterlijke vorm voor:leunen 9-11 brandnetel 3-7 schiettuig 3-8 peulvrucht - 14
De troostprijzen vielen ten deel aan: mevrouw P. Scheijen-Beersdal, Heerlen;
den den den den den
heer heer heer heer heer
R. Sars, Eindhoven; G. de Roos, Princenhage; P. de Raad, Utrecht; G. Maas, Amsterdam; F. C. de Rover, Amsterdam;
den heer G. Bouwhuis, Zutphen; den heer E. Riepen, Amsterdam.
Om de cijfers — te beginnen bij en in de richting van de pijltjes — woorden invullen, die beteckenen:
Horizontaal; 1. het gebied des keizers Verticaal: 1. kenteeken 2. binnenkomen 3. de hoogste male van hoogachting 4. gedeelte aan de zuidkust van Frankrijk 5. handelaar Te gebruiken letters: a. a, b, d, e, e, e, e, e. e, e, it i, i. i, k, k, k, k, m, m. m, n, n, n, n, o, o, p, r, r, r, r, r, v, ij, z.
omzichtigheid van onkruid zuiveren voorover buigen duister districtshoofd in Java 't beschouwen der zielebeelden inhouden in rook doen opgaan laatste dagen der week
ONZEFILMPUZZLE - VERGEUJKINGSRAADSEL (A-b-c) -f (d~«) + (f-ä) + (h—i) -f (I—m) ~ N,
7-8 bepaald hoofdtelwoord 5-6 voorzetsel
5-10 verbogen vorm van: doen 6-10 schoorsteenvuil
A B C D E F G H I
Iedere^ letter stelt een woord voor. De beteekenis der woorden is als volgt: = aanteekentn = bruine kleverige vloeistof = voegwoord ~ goed gemikt " schip — van masten voorzien = voorzetsel — hier vandaan — voegwoord
+
Ü—k»
J = met een ar rijden K — dierenvcrbUjf L = door erfenis verkrijgen M — klein meer in de heide Wat is N? Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2,50 en tien filmfoto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 25 October aan Dr. Puzzelaar, Noordeindc 8. Leiden. Op enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Filmpnzxle 25 October. Deze .puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
15 -
ONZE PRIJZEN. Voor goede oplossingen van iedere puzzle, rebus, probleem, enzoovoort, stellen, wij een prijs van ƒ2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 5 prijzen van ƒ 2.50 elk en 20 troostprijzen. DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort. gelieve men vóór 25 Oct. in te zenden aan Dr. Puzzelaar. Noordeinde 8, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 25 Oct.
De handel der neutralen en de oorlog
Waar gehakt wordt, vallen spaandersl De neutrale staten in Europa moeten thans wel van de waarheid van dit spreekwoord mèèr dan overtuigd zijn. Door de maatregelen ter zee, die de oorlogvoerende landen nemen, wordt hun handel ernstig bedreigd, zoo niet onmogelijk gemaakt. Er blijven niet veel goederen over, die niet op de contrabande-lijsten zijn geplaatst en daardoor niet naar de in oorlog zijnde landen vervoerd kunnen worden. Anderzijds hebben deze landen den uitvoer van talrijke artikelen verboden. Het gevolg hiervan is, dat de gansche handel, ook die der neutrale staten, hopeloos is ontwricht, en er talrijke schepen moesten worden opgelegd. Maar tóch — willen de neutrale staten niet door een conflict, dat zij ten slotte niet in het leven hebben geroepen, economisch geheel ten gronde gaan, dan zullen zij moeten trachten in ieder geval handel te blijven drijven. Dit is een eerste voorwaarde voor iederen staat, die in leven wil blijven. Op de „statistische" kaart, die wij hierbij reproduceeren, heeft onze teekenaar aangegeven, welke mogelijkheden er thans nog gebleven zijn voor de groep der zoogenaamde Oslo-staten, benevens ook Zwitserland, en op welke wijze deze elkaar onderling kunnen helpen, met andere woorden: welke artikelen zij elkander nog leveren kunnen. Zooals men weel, behooren tot de Oslo-staten: Zweden, België, Finland, Denemarken, Noorwegen, Nederland en Luxemburg. Bij een aandachtige beschouwing der kaart kan men gemakkelijk nagaan, wat elk dezer landen voortbrengt en derhalve aan de andere leden der groep kan leveren. Dat zij elkander hierdoor van groot wederzijdsch nut kunnen zijn, valt onmiddellijk op. Het is alleen de vraag, of de oorlog ter zee, die steeds scherpere vormen schijnt te zullen aannemen, hun hiertoe de gelegenheid zal laten. Ter wille van de duidelijkheid nog deze opmerking: Zwitserland is door den teekenaar niet op de geo graphisch juiste plaats aangegeven; dit in verband met het formaat van de kaart. Op het kleine kaartje in het midden ziet men de ligging van dit land ten opzichte van de Oslostaten echter wèl aardrijkskundig juist weergegeven.
BRUTO TONNAGE
DENEMARKEN
1129.000
1571.000
NEDERLAND
2852.000
NOORWEGEN
4613.000
ST
T w !l!IEK VAN:
WEEKMENU. Kerrieschotel; vruchtengruwel. Dinsdag: Rundervinken, aardappelen en prinsesseboonen; maizenapudding met chocoladesaus. Woensdag: Gebakt, aardappelen en gestoofde uien met tomaten; Deensche vla. Donderdag: Aardappelschelpen; spiegeleieren met ham en gekookte rijst. Vrijdag: Gegrilleerde kippered herring, aardappelen en gesmolten boter; vruchtenslaatje. Zaterdag: Saucijs jes, bloemkool en aardappelen; griesmeelpudding met frambozensaus. Zondag: Broodjes met garnalenragoüt; schotel van koude gebraden kip met magennaise; kropsla en pommesfrites; hopjespudding met vanillesaus. Maandag:
CHARME EN JEUGD DOOR EEN GOED VERZORGD UITERLIJK
RECEPTEN UIT HET WEEKMENU Hoeveelheden voor 4 personen. Aardappelschelpen. Benoodigd: koude, gekookte aardappelen, melk, boter, nootmuskaat, peper, geraspte kaas; fijngesneden ham; gehakte peterselie, gebakken ui; paneermeel; boter. Bereiding: De aardappelen fijn maken. In een pannetje melk opzetten en deze aan de kook brengen. De fijngemaakte aardappelen er aan toevoegen en de massa zoo lang roeren en kloppen tot ze glad en luchtig is geworden. De puree op smaak afmaken met peper en nootmuskaat en hieraan toevoegen: gebakken ui, fijngesneden ham, gehakte peterselie en geraspte kaas, tot hel goed van smaak is. De massa overdoen in schelpen. Deze bestrooien met paneermeel, waarop kleine klontjes boter worden gelegd. De schelpen in den oven vlug bruin laten worden. Kerrieschotel. Benoodigd: 400 gram vleesch of vleeschresten (b.v. varkenslapjes), 5 d.L. bruin van jus (verdund met water) of bouillon, 40 gram vet van jus of boter, 1 eetlepel kerrie; 1 groote ui, 500 gram gekookte rijst. Bereiding: Den ui fijn snijden en met de kerrie fruiten in het vet van de jus of anders in boter. Bruin van jus, verdund met water of bouillon, toevoegen en het vleesch aan dobbelsteentjes snijden en eveneens toevoegen (vérsch vleesch moet eerst gebraden worden). Het vleesch ongeveer 15 minuten zachtjes laten stoven. De ryst gaar koken en toevoegen. Het mengsel moet echter vochtig blyven. De massa overdoen in een vuurvasten schotel: het oppervlak van den schotel bestgpoien met paneermeel, waarop kleine stukjes boter worden gelegd. Den-echotel in den oven een bruin korstje laten krijgen.
1)E VERZORGING VAN HET HAAR IS EEN BELANGRIJKE FACTOR Het is de plicht van elke vrouw, zich aardig te kleeden en haar uiterlijk te verzorgen. Een vrouw, die een beroep uitoefent, moet ter wille van haarzelf en haar omgeving al het mogelijke doen om zoo lang mogelijk jeugdig en aantrekkelijk te blijven. De verzorging van haar teint is yooral in onzen gejaagden, modernen tijd een noodzakelijkheid geworden. Hoe moeilijker haar beroep is, des te meer heeft haar teint te lijden. Gelukkig behoort tegenwoordig een omslachtige teintverzorging tot het verleden. De moderne vrouw staan goede en goedkoope schoonheidsmiddelen ter beschikking, waarvan een jongere generatie zelfs niet had kunnen droomen. Gaat ook de cosmetiek niet met sprongen vooruit? Gelukkig voor de moderne vrouw, want haar uiterlijk heeft door den sensationeelen tijd, waarin wij leven, meer te lijden dan dat van haar zusters uit vroeger tijd. Ook de huisvrouw wil zich wel eens voor eenige minuten vrijmaken van den sleur der dagelijksche dingen. Zjj moet altijd maar weer klaar staan voor haar gezin: zich haasten, als de kinderen uit school komen, zorgen, dat het eten op tijd klaar is enzoovoort, enzoovoort. Daarbij heeft zij nog de belangrijke taak, haar uiterlijk te verzorgen, om frisch en aantrekkelijk te blijven. Met behulp van de moderne creams, lotions, poeders, toiletzeepen en dergelijke is dat niet moeilijk meer. Elke vrouw kan er frisch en jeugdig uitzien, als zij dagelijks eenige minuten aan de verzorging van haar teint besteedt. Een zachte, blanke huid maakt een vrouw jeugdig en bekoorlijk. Ook de verzorging van het haar is een belangrijke factor. Een vrouw met een slor- 18 -
. [lig kapsel trekt geen enkelen man aan, hoe bekoorlijk zij overigens ook raag zijn. Het haar van de vrouw noemt men niet voor niets haar .,schoonste sieraad". Een dame met mooi, glanzend haar, valt dadelijk op. Haar verschijning wordt er jeugdiger door. Zelfs een volmaakte teint kan niet opwegen tegen een slecht verzorgd kapsel! Het is daarom van groot belang, dat het haar zoo lang mogelijk zijn jeugdigen glans en natuurlijke kleur behoudt. Zoodra de eerste grijze haren verschijnen — en bij sommigen is dat reeds het geval als de drie kruisjes achter den rug zijn! — verliest de vrouw iets van haar jeugd en charme. Haar vrienden en kennissen hebben haar dan al stilzwijgend ingedeeld by de categorie van de „oudere »eneratie". Het stempel van „oud" worden ligt op haar gezicht en er wordt meewarig gezegd, dat zij, ondanks haar nog jeugdigen leeftijd, al aardig begint „af te takelen'. Welke vrouw zal dat prettig vinden? Geen enkele, en het ligt daarom voor de hand, dat er velen zijn, die zoodra de eerste grijze haren verschijnen naar een haarverfkundige gaan en hem om raad vragen. Tegenwoordig, nu de moderne haarverftechniek zoo ver gevorderd js, dat op verschillende plaatsen in ons land onder bekwame leiding cursussen in haarverven worden gegeven, hoeft niemand meer zelf te knoeien met allerlei haarverfmiddeltjès. Niemand kan trouwens zelf het resultaat bereiken, dat een goede kapper met haarverfdiploma bereikt. Met de moderne haarverfmethode is het resultaat zoo volkomen natuurlijk, dat niemand ziet, dat het haar gevprfd is. Laat dus Uw uiterlijk niet lijden door een slecht verzorgd kapsel. Ga, zoodra de eerste gryze haren verschijnen, naar een bekwaam haarverfkundige. Hij zal U de kleurenschaal met verschillende haarstrengetjes in de meest natuurlijke kleuren toonen. U zult er zeker een kleur by vinden, die past by Uw type. Een vrouw met moderne begrippen voelt het aan als een plicht, het haar te laten verven, zoodra dit begint te gryzen. Een vrouw met grys haar maakt op haar omgeving den indruk, oud en vermoeid te zyn en dat werkt deprimeerend, ook op haarzelf. Juist nu hebben wy behoefte aan friss.che, jeugdige menschen. De vrouw met een goed verzorgd, aantrekkelijk uiterlijk, helpt niet alleen zichzelf, maar ook haar omgeving!
DE
OPLOSSING
VAN HET VOORLAATSTE
PRO-
BLEEM.
Wie van onze speurders kan ons zeggen, wal; de hierboven foto voorstelt?
afgebeelde
Wij zullen weer een prijs van 12.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, die ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen geschiedt op een manier, waarbij alle inzenders van goede oplossingen gelijke kansen hebben op het verkrijgen van een der prijzen. U gelieve Uw antwoord in te zenden vóór 25 October aan Mr. Detective, Noordeinde 8, Leiden. Op de briefkaart of enveloppe alstublieft duidelijk vermelden: Amateur-Detective 25 October. De oplossing mag bij die van de rubriek „Zoek en Vind" worden ingesloten, mits ze op een afzonderlijk velletje papier wordt geschreven.
Nu wij de foto hierbij in den juisten stand en in haar geheel reproduceeren, zal het velen speurders misschien nóg niet geheel duidelijk zijn, wat zij voorstelt! En daarom vermelden wij er maar bij, dat de opgave den schoorsteen van de „Oranje" voorstelde, gefotografeerd terwijl deze op zijn plaats gebracht zal worden. De hoofdprijs van f 2.50 werd verworven door: den heer J. P. Gestman, s-Gravenhage. De troostprijzen vielen ten deel aan den heer F. J. Hofman, 's-Gravenhage, en den heer F. de Graaf, Amsterdam.
IRIUM GLANST UW TANDEN
Het is een genot PEPSODENT met IRIUM te gebruiken voor hef reinigen van Uw tanden. Zoodra het met Uw tanden in aanraking komt, ontwikkelt zich een aangenaam verkwikkend schuim, dat in Uw mond een prettig gevoel v^n frischheid achterlaat! Maar nog grootere verrassing wacht U - kijk daarna eens in den spiegel - U zult versteld staan over de nieuwe fonkelende schoonheid van Uw tanderi. Niets doorstaat de vergelijking met PEPSODENT Tandpasta om Uw tanden blinkend wit te maken. Dat komt door IRIUM, de opzienbarende vinding met onovertroffen reinigende werking. Begin vandaag nog met de PEPSODENT-methode om Uw tanden te verfraaien. Tuben ä 25, 50 en 80 as.
Rosemary
Lane,
filmster
van
De groote tube is voordeeiiger.
TOOTM »AftTI
Warner Bros in „Vier Dochters"
Dr. H. NANNINQ'i
Zetpillen tegen Aambeien
PgfrSQClgJVi AÄeÄMLia*.
PEPSODENT TANDmSTA.BEVATlRIUM
werken pijnstillend m genei» in korten lijd de ontstoken tlijmvliezeo.
De ^
_
maakt het inbrengen teer gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apotheket* en Drog. a f 1.50 per dooije van 12 »tuks
Reeds de eerste '-fJ^ Eczeetn eo »°de^DiD. is geen ningen ^f ^een «Were vettige »«• d<Xp to de ï*" tdringt. de rtên f'^en doodt, stot stot en en
Denk aan
ONTSPANNINGSLECTUUR Niemand kan zelf bet resultaat bereiken, dat een goede kapper met haarverfdiploma bereikt.
«nil verwtide" \
, „„n Dr. O. Het DUO- ÄwdW *«; Dennis g
srs- VlnV
voor onze Militairen
MU>
rTr.BnM.tMenHU"
- 19 -
Mtun
Een cocHpBr waarbij men het hoofd koel houdtt Van links naar rechts: Noel Madison, ■Mand Young, William Dewhurst.
ALLE HENS AAN DEK (SAILING ALONG) Regie: Sonnie Hale Kay Martin Steve Barnes. Dickie Randall Anthony Gullivdr . Windy . Skippy Barnes Sylvester Victoria Gulliver Stephanie Winton . Jill .
Filmex-ïilm Jessie Matthews Barry Mackay Jack Whiting Roland Young Noel Madison Frank Petttngell Alestair Sim Athene Seyler Margaret Vyner William Dewhurst Peggy Novak
Kay Martin, de aangenomen dochter van schipper Barnes, leeft vroolijk en levenslustig op een schip, dat de Theems bevaart. Hoewel zij een echt „schippersmeisje" is, hoopt zij eens revue-ster te kunnen worden. Aan boord bevindt zich eveneens de zoon van den schipper, Steve, een eerzuchtig jongmensch, dat al zijn vrijen tijd aan de studie der economie besteedt. Hoewel de jongelui dol op elkaar zijn, kibbelen zij van vroeg tot laat. Op zekeren dag is Kay (met een nieuw jurkje aan) weer eens op het dek aan het dansen en zingen,, tot groote ergernis van Steve, als zij wordt opgemerkt door Anthony Gulliver, een excentrieken millionnair met een zwak voor genieën. Hij biedt
Kay en Dickie Randall
haar aan voor haar carrière te zorgen. Eerst weigert Kay, maar geërgerd door de houding van Steve, loopt ze weg van het schip en zoekt in Londen Gullivers huis op, waar ze „ijzig" ontvangen wordt door Anthony's zuster Victoria, op wie Kay een zeer slechten indruk maakt. Van haar stuk gebracht door de vele gebeurtenissen van dien dag, legt Kay een armzalige proef af voor den revue-directeur Dickie Randall. De sympathieke Randall kan in Kay geen toekomstige ster zien, en zij wil reeds ontmoedigd weggaan, als Steve komt binnenstormen en eischt, dat zij terugkeert naar het schip. Zijn gedrag maakt Victoria zoo woedend, dat ie besluit om Kay in alles te steunen. Gulliver en Victoria voeden Kay thans op, niet
Nog
een
danspose van Kay en haar partner, Dickie Randall.
alleen tot revue-ster, maar ook tot dame. Dickie Randall is zeer verrast door deze verandering. Hij wordt verliefd op Kay en zij krijgt de hoofdrol in een nieuwe revue. Deze show wordt door Gulliver gefinancierd. Bij de première bevinden zich onder de toeschouwers schipper Barnes, Victoria en Steve. Kay heeft een enorm succes en na afloop, in de kleedkamer, vallen zij en Randall elkaar in de armen, Steve, die intusschen ook zijn kans heeft gehad, on die veel geld heeft verdiend, staat op het punt 2r.>n wereldreis te maken met zijn nieuwe boot.
Kay in gesprek met Gulliver en zijn zuster ,
Als Kay echter hoort wat er gebeurd is, neemt ze een snel besluit: ze geeft haar rol aan een ander en spoedt zich naar de rivier, waar ze Steve vindt. Beiden hebben de vreugden van het succes mogen smaken, beiden hebben nog maar één wensch; bij elkaar te mogen zijn en te varen op Steve's boot, die weldra hun huwelijks-boot zal worden. Gulliver (Roland Young) bevalt het geanimeerde gesprek tusschen de beide jongelui maar half.
EEU GLADDE VOGEL EEN COMPLEET VERHAAL ^ r is geen twyfel aan, of Mr. Conor H Scare was een gladde vogel. Zijn —^ klanten waren echter van een andere pluimage. Diè zaten wat men noemt, goed in de veeren, en sommigen.van hen waren gemakkelijk te plukken. Dit laatste kwam Mr. Scare uitstekend te stade. Hy had namelijk reeds geruimen tyd geleden de ontdekking gedaan, dat gestolen voorwerpen dikwijls hun weg naar pandjeshuizen vinden, zónder dat de eerlijke eigenaars hiervan weten, dat het in werkelijkheid gestolen goed is. Hoeveel meer voordeel zouden zij er echter van kunnen trekken, als zij het wèl wisten! Ze konden dan naar twee kanten verdienen, in de eerste plaats door er minder voor te gevfen — dieven kunnen nu eenmaal niet veéleischend zijn — en in de tweede plaats door ze te verkoopen wanneer ze — hetgeen meestal het geval was — niet tijdig waren ingelost. Soms wist hy niet eens, of de politie, nu hij zoo'n schitterend gebruik van deze ontdekking had gemaakt, een en ander van hem door de vingers zag, of dat zy, zooals hij het noemde, in slaap gevallen was. Hij had, toen de Politie-Vereeniging een jubileum vierde, een groote gift aan haar Sanatorium-Fonds geschonken — „met dank van iemand, die veel aan de politie verschuldigd is"! —
J~*\
Als 'n dief In dan nacht . .. maar ge kunt uw teint beschermen met Radoxl U kijkt in den spiegel — en ziet, dat er iets met Uw teint niet in orde is. Er is haar iets ontstolen aan charme en bloei. Ze is vaal en vlekkerig — ziet er niet gezond uit . . . Dat is een eerste waarschuwing! Stof van den weg, poeder of rouge hebben de fijne huidporiën verstopt — de poriën, waardoor Uw huid vrij moet kunnen ademhalen. Nu krijgt ze gebrek aan frissche lucht en als ge niet snel Uw maatregelen neemt, zou ze gaan kwijnen. Laat het zóó ver niet komen. Geef Uw wangen lederen dag een RADOX-jcuurslofbad. Dat is heel gemakkelijk. Ge lost eenvoudig wat Radox in Uw waschwater op. Daarmee maakt ge de zuurstof in dat water actief — ge ziet het opstijgen in ontelbare belletjes. En als ge dan — Uw gelaat bettend met dit levendig geworden water — de huidporiën in staat stelt, zich van dit zuurstof te verzadigen,- dan wordt alles verwijderd wat zich in die poriën heeft vastgezet. Puistjes, vetwormpjes en andere ontsieringen krijgen geen kans meer. Uw huid herleeft en wordt weer gezond; Uw gelaatskleur herkrijgt den vroegeren luister.
Bij apothekers en drogisten a f 0.90 en f 0.40 per pak en f 0.15 per klein pakje.
Mr. Scare woonde in dat deel van Londen, waar schijnbaar onmogelijke dingen gebeuren, en het Oosten en het Westen elkander ontmoeten. Met andere woorden: hy woonde in de buurt van Shaftesbury Avenue, waar de droesem van het East End af en toe in aanraking komt met die van het West End — zij het dan niet uit vriendschap, dan toch in ieder geval omdat beide partyen er voordeel van hebben. Voor een „zaak" als Mr. Scare er op na hield, had zyn winkel moeilijk beter gelegen kunnen zijn, want hy profiteerde nu zoowel van de „welvaart" van het East End, als van de „tegenslagen" van het West End, hetgeen beteekent dat een aan lager wal geraakte bewoner van^laatstgenoemde stadswijk net zoo goed den weg naar zyn winkel vond als de gauwdief uit de andere wijk, die een goeden slag geslagen had en „er van af moest". Mr. Scare was voor het oog van de wereld geen slecht mensch, al .dient er op te worden gewezen, dat de wereld misschien — neen, wel zéker — heel anders zou oordeelen wanneer zy in zyn hart had kunnen kyken. Hy had nog nooit een moord gepleegd — maar de gelegenheid er toe had zich ook nimmer voorgedaan. Bovendien, zoo was zyn standpunt, waarom zou men iemand vermoorden en de gevangenis in gaan, wanneer men hèm naar de gevangenis kon zenden en zelf zyn leventje kon blijven leiden? En wat inbreken betreft, daar had hy zelfs nooit over gedacht. Dat was veel te gevaarlijk! Uit het bovenstaande zult u hebben gezien, dat Mr. Scare slechts weinig scrupules bezat en misschien nog minder medelijden. Indien hy een centimeter hooger kon klimmen door een ander een decimeter dieper in den modder te trappen, dan zou hy dit zeker niet laten, en hy zou tevreden zyn met zyn centimeter zonder zich ook maar een oogenblik te bekommeren over den decimeter van dien ander. Voor hem was de wereld verdeeld in twee categorieën menschen: uilskuikens, waar hy gemakkelijk beter van kon worden, en de anderen, die hy maar liever met rust liet, omdat hy dit veiliger vond. Een van zijn „gereedschappen" beweerde eens op een dag, dat hij eigenlijk het „uilskuiken" was. Mr. Scare lachte opgewekt. „Het kan niets geen kwaad, dat jij dit dénkt," zei hy, „maar het zou er beroerd met me uitzien, als het zoo was." „Niemand weet van zichzelf, dat hy het is," repliceerde de ander. „Juist," zei Mr. Scare. „Denk daar maar eens goed over na! Misschien dat dan je oogen opengaan voor hetgeen je zélf bent. Zelfkennis kan nooit kwaad." Waarop de ander maar liever zweeg. Er viel aan Mr. Scare toch geen eer te behalen. Je kon hem nooit schaakmat zetten. Daar was hy te handig voor. Je kreeg ook bijvoorbeeld nooit zwart op wit van hem. Dat dééd hy eenvoudig niet. Zyn klanten moesten hem maar vertrouwen. En van zyn standpunt was dit niet slecht gezien, want anders zou hy nooit zoo ryk geworden zijn. Het was natuurlijk nooit zyn bedoeling hen
door af te zetten -— vooral niet, wanneer het zou kunnen uitkomen — maar er kon altyd een ongelukje gebeuren, en dat was dan zyn schuld niet! Zoo was Mr. Scare, drie en vyftig jaar oud, handig en geslepen en de rest, en de eenige eigenaar van dte onderneming, die om de een of andere onbegrijpelijke reden bekend was als „Scare en Co." Op zekeren mooien ochtend in den herfst zat hy in het*kantoortje achter zyn winkel, terwyl tegenover hem Mr. Garden plaats had genomen. Mr. Car don was vroeger een heer geweest, en het eenige wat hy daarvan over had, was zyn stem. De rest was hy absoluut kwyt. Op het oogenblik was hy zeer kwaad. Hy scheen te denken, dat hy het slachtoffer geworden was van een dier kleine ongelukjes, waarop hierboven is gezinspeeld. Hy was juist uit de gevangenis ontslagen, en hy was er stellig van overtuigd, dat het Mr. Scare was, die hem er in gebracht had. Hy was zejfs zoover gegaan, Mr. Scare van zyn vermoeden mededeeling te doen. De ander had de aantijging niet ontkend. Hy had alleen zeer slim geglimlacht. „Ik kan er niets aan doen, dat je een idioot bent," zei hy. „Evenmin trouwens als jy er iets aan kunt doen, dat ik daar myn voordeel mee doe." „Als ik wilde, zou ik er jou ook wel in kunnen brengen," zei de ander. „O neen, vriend, dat kun je niet! Ik heb myn sporen daarvoor te zorgvuldig uitgewischt. Je hebt het onlangs geprobeerd, en toen ben je er zélf ingedraaid. Dat is een zonderlinge manier om een ander een hak te zetten." „Ik zou je kunnen vermoorden," had Cardon gegrauwd. „De kip vermoorden, die de gouden eieren legt? Onzin! Zou jij den vogel willen dooden, die juweelen uitbroedt in geld?" De ander haalde de schouders op. „Je wint het toch nooit van jou," zei hy. „Je trekt altyd aan het langste eind." „En dat zal ik altijd blijven doen!" „Ik wou, dat ik jouw hersens had." „En ik ben bly, dat dit niet zoo is. Er is in Londen geen plaats voor twee zooals wy!" „Houd op met dien onzin...." „.... en kom tot de zaak! Je bent hier toch zeker gekomen omdat je iets op je lever had, en niet om een vriendschappelijk praatje te maken?" De ander wierp hem een woedenden blik toe, maar hij beheerschte zich en haalde uit een van zyn ruime binnenzakken een prachtig gouden horloge met ketting. Het horloge was met briljanten versierd. „Weer in je oude beroep?" vroeg Scare. „Wat een idioot ben jij toch!" . „Ik ben geen idioot!" zei Cardon verontwaardigd. „Ik heb het gerold." „Dat is juist, waarom je een idioot bent! Waarom probeer je niet wat beters?" „Dit is my goed genoeg...." „Zooals je wilt! Ieder moet maar doen waar hy zin in heeft. — Mag ik het spul eens wat beter zien?" Cnrdon overhandigde hem het horloge met den ketting. Scare bekeek ze aandach-
tig. Plotseling liet hy de voorwerpen byna uit zyn hand vallen, terwijl hy den ander verbaasd aankeek. „Neen maar," zei hy. „Wat een brutaliteit! Heb je de inscriptie gezien?" De ander knikte. „Hoofdinspecteur Fields," zei Scare zachtjes. „Dat is de kerel, die je achter de tralies heeft gebracht. Een zoete wraak, wat? Hoe ben je er aan gekomen?" „Cadeau gekregen van hem — als souvenir!" „H'm! Je hebt in ieder geval je weg naar de elite gevonden. Fields is een der bekendste politiemannen van den Yard." „Dat weet ik, maar ik ben niet bang voor hem, zooals je ziet...." „Ik laat me hangen als ik onze beeren misdadigers tegenwoordig nog begryp," zei Scare, terwyl hy het horloge nauwkeurig bekeek. „Ze zyn niet meer tevreden met een vast baantje vandaag-den-dag. Ze hebben allemaal hoogmoedswaanzin. Enfin, vandaag of morgen krijgen ze hun verdiende loon wel...." „Houd je nooit op met praten?" vroeg Cardon geërgerd. „Ik praat zoo lang als ik kan," zei de ander opgewekt. „Hoe meer ik praat, hoe meer kans ik heb om te denken, en hoe minder kans degeen heeft tégen wièn ik praat...." „Laten we ons tot de zaken bepalen." „Je hebt gelyk." Scare keek weer naar de inscriptie in het horloge. „Jammer, dat dat er in staat!" zei hy. „Ik wou, dat de menschen niet altyd allerlei onzin in hun waardevolle voorwerpen lieten zetten. Het maakt dat je ze byna niet kwyt kunt raken." „Ja," bromde Cardon, „het is wel jammer, dat ben ik met je eens. Anders wel grappig, die inscriptie," en Cardon las halfluid: „Aan hoofdinspecteur Fields, uit erkenning voor zyn groote verdiensten by het opsporen van de misdaad." — Hy lachte onaangenaam. „Die is goed, niet? Hy mag dan in staat zyn de misdaad op te sporen, maar hy kan ze toch blijkbaar niet voorkomen, anders zou hy my niet onder zijn oogen haast een halven Juwelierswinkel hebben laten stelen. Ik heb hem er leelyk tusschen, niet?" „Ik weet niet, wat ik er mee beginnen moet," zei Scare na een oogenblikje. „Niemand koopt dat horloge natuurlijk, nou al die onzin er in staat." Hy dacht even na en begon toen opeens te lachen. „Ik weet het," zei hy. „Er is één, die er goed geld voor zal willen geven." „Wie?" vroeg Cardon tamelijk somber. „Natuurlijk de man van wien het horloge is, uilskuiken" zei Scare. „Het is in ieder geval de moeite waard het te probeeren. Hy zal toch zeker wel een telefoon hebben?" Dit bleek inderdaad het geval, en een (, ogenblik later was Scare met Fields' honing verbonden. „Zou ik hoofdinspecteur Fields even kunnen spreken?" vroeg hy. „Spreek je mee," antwoordde een korte slem. .,0," zei Scare, inwendig lachend, en honingzoet, „ik ik wilde u graag even "ver een persoonlijke aangelegenheid spreien." »Waarover?" vroeg de ander bruut. „Wees e en beetje kort. Ik heb geen tijd." Scare bleef glimlachen, maar in gedachten jelde hij reeds tien pond by het bedrag, dat "U voor het horloge zou vragen.
„U bent uw horloge kwyt, is het niet?" vroeg hy. „Wat heb jy daar mee te maken, en.... hoe weet jy dat?" vroeg de detective. „Omdat ik 't heb." „Ben jy degeen, die het gestolen heeft?" „Neen, maar ik ben wel degeen, die het je terug kan geven. Dat wil zeggen: als je het terug wilt hebben." Een handige zet, want welke vooraanstaande politieman zou zyn gouden horloge met een dergelijke inscriptie niét terug willen hebben? „Wie ben je?" klonk de stem aan den anderen kant van den draad. „Myn naam," kwam het antwoord met een klank van geforceerde eerlijkheid, „myn naam is Scare. Ik heb een juwelierszaak en...." „Een pandjeshuis?" „Nou ja, dat doe ik er óók by, en dat horloge werd vanmorgen by me beleend. Daardoor heb ik het in myn bezit gekregen." „Heb je de inscriptie niet gezien toen je geld op dat horloge gaf?" „Myn bediende heeft geholpen," antwoordde Scare koel. „En omdat de man, die het horloge beleende, zei dat hy hoofdinspecteur Fields was, is hy er ingevlogen." „De sukkel verdient ontslagen te worden." „Dat is hy al! Hy is al om den hoek van de straat," grinnikte Scare. „Natuurlijk begreep ik direct, dat u niet het soort man is om uw horloge te beleenen." „H'ml" „Neen. Ik voelde natuurlijk, dat u gerold moest zyn, terwyl u.... eh.... terwyl u wat verstrooid was! Als u het dus in wilt lossen, kunt u het direct terugkrijgen. Indien niet, dan zal ik den gebruikelyken weg volgen en het naar de politie sturen, die waarschijnlijk wel even lachen zal als ze merkt, hoe gemakkelijk u zich hebt laten beetnemen." Zyn stem klonk nu niet meer honingzoet. Er was integendeel iets dreigends in gekomen. „Hoeveel vraag je er voor?" vroeg de detective na een poosje. „Hoeveel heeft het gekost?" vroeg Scare. „Ik geloof tachtig pond," zei Fields. „Nou, doe er dan tien by," zei Scare, „en u hebt het terug." „Onzin," zei de detective. „Ik geef je tien pond en kom het direct halen." „Neen, dat gaat niet. Als u het niet terug wilt hebben, ga ik er wel mee naar de politie!" Er heerschte weer even stilte. „Nou goed. Je hebt my er tusschen! Ik wil niet voor gek staan! Als ik je negentig pond geef, wil je dan " Inspecteur Fields zweeg. „Hallo, hallo!" riep Scare. „Een oogenblikje," zei de inspecteur, „ik ben alleen thuis en er wordt aan de voordeur gebeld. Ik moet even zien wie er is. Ga niet van de telefoon af. Ik ben zoo weer terug." De glimlach van Scare verbreedde zich. „Goed," zei hy. „Ik zal wachten." . „Ik ben zóó terug," zei Fields nog eens. De hoorn werd met een plof naast het toestel gelegd en Scare, die nog steeds met zyn hoorn aan zyn oor'stond, hoorde voetstappen op wat hem een houten vloer leek — voetstappen, die hoe langer hoe zwakker klonken, en eindelijk wegstierven. Toen hy ze niet meer hooren kon, leunde hy triomfantelijk achterover in zyn stoel en wendde zich tot Cardon. „Het lukt," zei hy. „Als die idioot terug-
— 22 — — 23 -
Pas op! Er is een R in de maand§
de R van
HEUMATIEK Kauw weer op komst. Ge voelt het aan Uw rheumatiek. Waarom zoudt ge nog langer door 't leven gaan als 'n wandelend weerglas. met scheuten en pijn bij iedere aanwijzing van ander weer ? Het rheumatiekseizoen staat voor de deur, maar het is nü nog tijd. Neem Kruschen Salts. De aansporende werking van Kruschen's zes minerale zouten op lever, nieren en ingewanden heefteen weldadigeninvloed op Uwheele gestel. Dat komt omdat die tot nieuwe werking opgewerkte organen Uw bloed zuiveren van alle overtollige schadelijke zuren, die zich nu ophoopen in het gestel en oorzaak zijn van Uw klachten. Begin vandaag Uw kuur, om straks te ervaren, dat ge vrij blijft van de ondragelijke pijnen, die U nu het leven vergallen.
KRUSCHEN SALTS verkrijgbaar bij apothekers en drogisten ä / 0.40, /0.75 en / 1.60 (extra groot pak). Fabrikanten; E. Griffiths Hughes Ltd., Manchester (Engeland). Opgericht 1756.
komt, zal hij zeggen, dat het in orde is, en dat hy het horloge direct komt halen!" „Hoeveel geeft hy?" vroeg Cardon, wiens motto by dergelijke gelegenheden steeds was: zaken zyn zaken. „Twintig pond," loog Scare, zonder een spier op zijn gezicht te vertrekken. We doen ieder de helft. „Tien voor jou, en tien voor my. Goed?" „Goed," zei de ander. „Maar het is niet zooveel als ik had gedacht." „Maar wel zooveel als je hóópte te krygen," zei Scare. „Bovendien: je hebt het horloge gestolen, dus je kon niet verwachten er voor te krygen wat het gekost heeft, is het wel, Cardon?" „Neen, dat is natuurlijk zoo. En ik heb er toch ook nog een zekere voldoening van, omdat ik het gerold heb van den schurk, die my in de gevangenis heeft geholpen." „Sst," zei Scare. „Hij komt terug!" Zyn scherp gehoor had het geluid van terugkeerende voetstappen opgevangen — eerst zwakjes, daarna steeds luider wordend. Hij hoorde hoe de hoorn aan het andere einde van den draad weer werd opgenomen. „Het spijt me," zei de detective, „dat ik je wat langer moest laten wachten dan ik dacht." „O, dat geeft niet," zei Scare beleefd. „Is het afgesproken?"
VERWACHT: CLAUDETTE COLBERT en JAMES STEWART in 't Is een wonderlijke wereld een dol-dwaas avontuur van twee Jonge overmoedige menschen. EEN METRO-GOLDWYN-MAYER RECORD-PRESTATIE!
„Ja," zer de ander. „Negentig pond en ik kom 't direct halen. .Hoe is het adres?" Scare gaf het hem, er van overtuigd, dat Mr. Fields hem niet er in zou laten loopen, nu er zoo'n bedreiging van voortdurenden spot boven zijn hoofd hing. De inspecteur zei, dat hij er over een half uur zou zijn, want dat hij een taxi zou nemen, en zoo kwam het tcflefoongesprek aan een eind. Scare legde den hoorn neer en drukte Garden hartelijk de hand alsof hij zoojuist de meest belangelooze transactie van zijn heele carrière had afgesloten. „Dal is dus in orde," zei hij. „Over een half uur is hij hier met het geld. Laten we iets drinken op den goeden afloop." Hij dronk zeer zelden, en als hij het deed, dronk hij nog maar zeer weinig. Hij had er echter niets op tegen, dat anderen dronken. Cardon accepteerde gretig en er werd een flesch whiskey gehaald. „Op je gezondheid," zei Scare, zyn glas opheffend. „Je ziet er uit, alsof je je laatste oortje hebt versnoept." „Dat is ook zoo — ik zit zonder een cent." „Onzin. Je hebt nu weer tien pond, en als de toestand werkelijk zóó slecht is, dan kan hij niet anders dan beter worden." „Ja, ju kunt het wel goed vertellen, hè? Ik denk, dat jij het beter zou vinden om in de ge.vangenis gevoed te worden dan er buiten van honger te sterven." „Nou, is het dan niet zoo?" „Neen, het is niét zoo. Ik weet het. Jü niet, omdat jij nog nooit in de gevangenis hebt gezeten." „En ze zullen een heelen tijd moeten wachten, eer ze er my te zien krijgen." „Wacht maar.... ten slotte zullen ze je toch wel krijgen." „Meken daar niet op, jongen! De politie is niet slim genoeg om mij te krijgen." Ze keken elkaar eenige oogenblikken aan, en toen leunde Scare achterover en begon te lachen. „We zullen elkaar nog wel eens spreken, nietwaar Cardon?" zei hij. „Je moet nu zeker weg? Zal ik je deel maar thuis sturen vanavond?" Cardon maakte een afwerend handgebaar. „Doe die moeite niet. Scare," zei hij. „Ik ben niet zoo'n uilskuiken als j« denkt. Ik blijf hier, tot ik mijn geld heb!" Scare fronste.zijn voorhoofd. Dat strookte niet met zijn plannen, maar een blik op den ander bewees hem, dat deze vastbesloten was te wachten. „Zooals je wilt," zei hij gelaten. „Indien je het geld zóó noodig hebt, kun je wat mij betreft wachten." „Ik heb het zéker noodig, maar zelfs al had ik het niet noodig, dan zou ik nog wachten," zei Cardon grimmig. „Ik zal mijn aandeel in ontvangst nemen en dan misschien nog even wachten om te zien hoe jij hel jouwe,-in je safe sluit, om dan...." „Ik geen safe," zei Scare. „Ik bewaar mijn geld op een andere manier. Al mijn klanten kunnen een safe openbreken." De ander grijnsde. „Hoe lang zou hij nog wegblijven?" vroeg hy. „Nog maar een paar minuten. Je kunt nu maar beter al vast in de achterkamer gaan," zei Scare, naar een deur wijzend. „Ik heb liever niet, dat hy ons samen ziet. Hij mocht eens iets gaan vermoeden!" „Dat zou hij zeker. Ik zie hem ook liever niet. Hij kent me veel te goed. Geef mü maar een courant, dan trek ik mij terug en zal niet eer tevoorschijn komen, dan wanneer jij mij roept." „Goed," zei Scare. „Verdwijn maar."
En Cardon verdween. Scare sloot de deur zorgvuldig achter hem, en op datzelfde moment ging de telefoon. Het was een van jün bedienden, die hem in den winkel opbelde. De inspecteur was gekomen. Toen inspecteur Fields in de deuropening van het kantoor verscheen, trad Mr. Scare hoffelijk op hem toe, schudde hem de hand en wees hem op onderdanige wijze een stoel aan. Zijn bezoeker keek even scherp rond en kwam toen direct ter zake. „Om kort te zijn, Mr. Scare," zei hij, „jij hebt mijn horloge, naar ik hoorde, en ik wil het terughebben!" „Goed. Ik houd er van dergelijke dingen zakelijk af te handelen," zei. Scare. Hij liet den ander het horloge zien. „Dat is 't, nietwaar?" „Ja," zei Fields, iets te gretig misschien. „Ik heb u reeds gezegd, hoe ik het in mijn bezit gekregen heb." „Inderdaad." „Het eenige wat er te doen valt, is, dat u mij hel overeengekomen bedrag betaalt, waarna het horloge dan van u is." „Goed," zei de inspecteur, en een portefeuille uit zijn zak halend, nam hy er negen biljetten van tien pond uit. „Alsjeblieft. Indien u dit bewijsje- even wilt teekenen, zijn ze van u!" Scare fronste andermaal zijn voorhoofd. Hy hield niet van geteekende bewysjes. Ze konden te gemakkelijk tot bewijsstukken worden! Hy las het stukje papier, en omdat het niets bijzonders bevatte en er ook niet anders opzat, teekende hij het en gaf het toen terug. Fields overhandigde hem de bankbiljetten en daarop gaf Scare hem het horloge met de ketting. De transactie was afgeloopen. De detective stond op, en Scare volgde zijn voorbeeld. „Dat is een mooie ring, dien u daar aan hebt," zei Fields, wijzend naar een ring aan Scare's linkerhand. „Mag ik hem eens bekijken?" De ander stak niets vermoedend zijn hand uit, en op hetzelfde oogenblik sloten de boeien zich om zijn polsen. „Ziezoo, Scare, je bent er by," zei de detective. „Daar zul je spijt van* hebben," zei Scare kalm. „Je hebt geen enkel bewijs dat het horloge niet op rechtmatige wijze in mijn bezit is gekomen. Ik veronderstel, dat je mij wilt beschuldigen het te hebben gestolen. Maar als je dat doet," besloot hij schouderophalend, „dan kost het je je baantje!" „We zullen zien," zei de detective opgewekt. „Blijf waar je bent." Op dat oogenblik werd de deur geopend en trad er een agent in uniform binnen. „Kom -er in, Johnson," zei Fields, „en houd dezen mijnheer even in de gaten. Ja, het is in orde," vervolgde hij, ziend hoe verbaasd Scare keek. „Ik had hem gezegd, precies vijf minuten nadat ik hem verlaten had, hier binnen te komen, hetgeen hij gedaan heeft. Mooi afgemikt, nietwaar?" '„Het kan me niets schelen." zei Scare onverschillig. „Het beteekent alleen, dat jullie nu waarschijnlijk allebei je baantje verliezen zult. „Waar is die ander?" vroeg de detective glimlachend. „Welke ander?" vroeg Scare, volkomen onschuldig. „De een, die je het horloge heeft gebracht." „Ik heb je reeds gezegd, dal ik...."
„Waar is hij?" „Ik vrees, dat ik niet begrijp, waar je het over hebt." „Ik denk, dat hij hier nog wel ergens is," zei de detective. „Je kunt het mij maar beter direct zeggen!" „Je weet te veel," grauwde Scare. „Zelfs al was er iemand anders hier, dan nog zou jij dat niet kunnen weten!" „Maar ik wèèt het! Kom maar tevoorschijn, Cardon! Waar zit je?" Nu keek Scare werkelijk verbaasd. Hoe ter wereld kende de inspecteur den naam? De inspecteur deed de deur open — de sleutel zat in het slot -— en even later kwam hy naar buiten, met Mr. Cardon. die eveneens de boeien aan had. „Zie je nu wel, dat Je. een leugenaar bent, Scare?" zei Fields. „Weet je wie dat is?" Scare keek alsof hij water zag branden, maar gaf geen antwoord. „Ken jij hèm?" vroeg Fields, zich nu tot Cardon wendend. Ook Cardon keek verbaasd. „Ik zat te wachten, omdat ik Mr. Scare even wilde spreken," zei hij. „Is dat Mr. Scare?" „Ja, inderdaad, mijn zoon, en je weet het zeer goed!" zei Fields. „Hel heeft werkelijk geen zin, er omheen te draaien. Ik weet de geheele geschiedenis. Jy, Cardon, hebt mijn horloge gerold, toen ik even niet keek en je hebt het vanmoigen bij Scare gebracht. Dat is juist, nietwaar?" Scare wilde wat zeggen, maar Fields legde hem het zwijgen op. „Laat ik verder gaan, dan komen we misschien sheller tot een resultaat," zei hy. „Ik was daarstraks den geheelen tijd aan de telefoon en ben niét even weggeweest. Ik heb den hoorn den geheelen tijd aan mijn oor gehouden, met uitzondering van de fractie eener seconde, toen ik net deed alsof ik hem neerlegde. Er is niet by me gebeld en ik heb my niet verwijderd. ..." „Maar je voetstappen.... ik hoorde je weggaan...." zei Scare verbouwereerd. „Ja, dat was handig van me, nietwaar?" zei Fields lachend. „Ik deed alleen maar alsof ik wegging, maar bleef in .werkelijkheid staan. Zoo'n beetje exerceeren op de plaats, weet je wel? Een oude truc, maar altijd nog de moeite waard om toe te passen wanneer je dengeen, die je opbelt, niet vertrouwt. En zoo komt het, Scare, dat jij mij zelf hebt verteld hoe mijn horloge gestolen en in jouw bezit gekomen is." „Ik geloof,, dat ik er niets van begrijp." zei Scare, die zyn tegenwoordigheid van geest wat terugkreeg. „O ja, je begrijpt het wél," zei Fields. „Daar maak ik me niets bezorgd over. Je dacht, dal ik niet langer aan de telefoon was, en je deed daarom niet eens de moeite om het mondstuk mei je hand te bedekken terwijl je sprak legen Cardon over de manier, waarop mijn horloge werd gestolen Je vertelde mij om zoo te zeggen de heele geschiedenis!!...." „Niks geen bewys." zei Scare. „Ze zouden mij daar nooit op kunnen veroordeelen, zelfs al ■ was ' het waar wat je zei hetgeen natuurlijk beslist niét het geval is." „Daar heb je gelijk in," zei de detective. Scare lachte. „Maar," vervolgde Fields, „ik zal al de bewijzen, die ik noodig heb, op een andere manier krygen. Begrijp je niet, dal ik ook nog iets anders door de telefoon heb ge hoard, dat zeer nuttig voor mij was?"
Scare toonde eenige belangstelling, maar niet te veel. '-Hij voelde zich betrekkelijk zeker, nu hy wist hoe de detective aan zijn informaties gekomen was. Ze zouden hem daar nooit op kunnen veroordeelen. Misschien Cardon wél. Ja, dien wel, maar hem niet. Hij wreef dus in zijn handen voor zoover zyn boeien dit toelieten en kwam wat naar voren om behaaglijker te kunnen luisteren. „Ik zal je vertellen, wat ik nog meer heb gehoord," zei Fields. „By voorbaat bedankt," giebelde Scare. „Wat ik hoorxle over het verdeden vande opbrengst van den buit," zei Fields. Scare werd bleek. Hij begreep nu, waar de detective op aanstuurde, en hij voorzag, dat hij schaakmat zou worden gezet. Hy had vergelen hoevéél de detective kon hebben gehoord. „Hy bood je de helft aan van de opbrengst, nietwaar?" vroeg hij, zich tol Cardon wendend. Cardon gaf geen antwoord. Hy keek den detective alleen maar aan. „Geef je niet de moeite om te spreken," zei deze. „Het voornaamste is, dat Scare heeft gesproken en ik hem heb. gehoord. En ik weet zeker, dal hij de uitdrukking: „we doen ieder de helft" gebruikte. Jij zou tien pond krygen, nietwaar?" De ander gaf nog geen antwoord. „Nou, het is in ieder geval zoo. En nu. Mr. Cardon, zal ik je wal anders vertellen. Mr. Scare heeft mij geen twintig pond voor dal horloge en ketting laten betalen maar negentig pond. Hij heeft je willen afzetten, mijn jongen." „Dat is gelogen!" riep Scare, met een uitdrukking van groole vrees in zyn oogen naar zijn handlanger kijkend. „O ja?" zei Fields. „Laten we dan een eindje teruggaan. Je vroeg mij, hoeveel het horloge had gekost. Ik zei tachtig pond. Je
legde er tien pond op, en nou heb je nog den euvelen moed om Cardon hier wijs te maken, dat mijn horloge met ketting slechts twintig pond waard was!" „Is dal waar?" vroeg Cardon, zijn partner aankijkend. „Hy liegt, Cardon! Werkelijk, hy liegt," jammerde Scare. „Idioot," zei de detective. „Hier is de kwitantie van negentig pond, .die je zooeven zelf hebt onderteekend. Ik geloof niet, dat jij je, Pakje W"-'•" 18g »y-j-< * < ^ ~Z wat geldzaken betreft, aeo veel zou vergissen." Hy liet Cardon de kwitantie zien. Die verrukkelijke, gouden glans — en dan Het spel was uil, en laat het zich ook zoo gemakkelijk golven. Scare wist het. Cardon Het is toch zeker met "Zwartkop" verzorgd!" sprong met een kreet "juist heel goed geraden!" "ja, dan is het van woede op hem af. ook geen wonder. Gebruikt U voortaan „Daar zou ik je voor alleen ZWARTKOP, want dan blijft Uw kunnen vermoorden!" haar zoo mooi en gezond f" Teer, Kamille- ] siste hij. Zwartkop-haarverzorging is steeds op de Maar de detective en , „ hoogte der laatste wetenschappelijke .onderde . agent grepen hem ï '•yj^^^ lp zoekingen. Het haar blijft kalkzeepvrij en en na een korte maar ''£=* lUtEBinr»—/ ^^B \ IP niet-alkalisch. Soepelheid, schitterende glans en een goed-zittend kapsel zijn het teeken hevige worsteling hadB^."-v^>sw»s?ss voor gezond, met "Zwartkop" verzorgd haar. den zij hem weer in bedwang. „In orde, Mr. Fields," zei Cardon toen hijgend. „Ik zal rustig de gegacandeecd niet cdkaUsche shampoon! meegaan. Ik weet wanneer ik ben verslagen. Maar dit keer „Prachtig," zei Fields. „En voordat jij gaat deze schurk óók mee. Ik zal je alles meegaat, Mr. Scare, mag ik je misschien wel vertellen, wal je wilt welen. Ik ben geen een goeden raad geven? Het is deze: praal verrader, maar nou ik hem er bij kan nooit teveel, zelfs niet als je denkt dat nielappen, nu zal ik het niet laten!" mand je kan hooren!
v^*^JS&'M Werkelijk pmchtigfyw blonde haar!
fARTKOP SHAMPODOR
U-CLV Me]. P. F. B. te L. - Theevlekken kunt U gemakkelijk uit lluweel verwijderen met behulp van spiritus of eau de Cologne. Indien er melk in de thee is geweest, moet U nog nawrijven met een lapje, gedrenkt in benzine of tetra (het watje eerst uitknijpen). Ik hoop, dat U succes zult hebben! Uw wijze van oplossen is juist. U kunt de puzzles allemaal op één velletje papier schrijven, alleen de Filmpuzzle en de Amateur-detective hebben we graag op een apart papier. Mevr. J. Ij": te O. - Wrijft U de vaas eens af met een zacht lapje en wat ammonia. Is het laagje vuil op die manier verwijderd, wascht U de vaas dan in warm zeepsop en laat haar daarna goed drogen. Het herhaaldelijk poetsen is dan niet meer noodig en het tin heeft veel minder te lijden. G. J. te F. — Ik hoop, dat U inmiddels heeft gevonden, wat de fout was. Het lijkt mij een onaangename ontdekking! - Inderdaad is het door U bedoelde woord een gebruikelijke uitdrukking, maar het wordt in ZuidNederland meer gebruikt dan In de Noordelijke provincies.
Nieuw.. Reukwerende Crème Stopt op veilige manier transpireeren in de armholte. 1. Bederft de kleeding niet prikkelt de huid niet 2. li onmiddellijk droog. Kan direct na het ontharen worden gebruikt 3. Stopt het transpireeren gedurende 1-3 dagen; neemt den reuk weg. 4. Witte, vetvri] e crème' met (rlsschen geur.
3. Beschermt Uw kleeding tegen transpiratievlekken maakt sous-bras overbodig.
ARRIDf. 1.- per pot.
T. S. te G. — Dank voor Uw opmerking; ze was volkomen juist! Ik heb het adres in mijn archief opgenomen. U kunt mij zonder bezwaar vragen stellen; ik hoop ze dan zoo goed mogelijk te beantwoorden. Als U het zélf geprobeerd heeft, wil ik het middel graag van U weten en dank U bij voorbaat! H. K. te V. — U kunt zonder be-, zwaar lid worden van die vereeniging. Nadere inlichtingen kunt U verkrijgen, indien U schrijft aan de Nederlandsche Jeugdherberg' Centrale, Tulpstraat 4 — 6, Amsterdam.
B. C. te Z. — Ik zou U aanraden het geheele oppervlak leum te behandelen, daarna een kwartiertje te wachten en geheel met warm water te dweilen. Als het droog is, zet op de gewone wijze in de was. Schuurt U de zolen eens met schuurpapier af, dan zult U hebben van het door U genoemde euvel. Uw wijze van oplossen is juist. Het is niet noodig alle lossen.
met wat petrovervolgens hel U het linoleum geen last meer raadsels
op te
Mej. K. P. te R. — Het is uiterst moeilijk in den trein goed leesbaar te schrijven. Het wil nog wel eens lukken, als U den elleboog stijf tegen het lichaam houdt, even boven de heupen. A. J. 5. te A. — Uw opmerkingen waren volkomen juist; het was een vergissing onzerzijds. Wij zullen alles in het werk stellen, om dergelijke fouten zooveel mogelijk te voorkomen. B. P. te Z. — In Uw geval lijkt het mij het beste, wat U hadt kunnen doen. U kunt misschien nog probeeren de vlek te verwijderen door de stof eenige uren in bleekwater te zetten. Ik hoop, dat U resultaat zult bereiken. U kunt mij gerust weer eens een vraag stellen, graag zelfsl Mej. B. T. te E. — U kunt de kachel schoonmaken met warm zeepsop. Droog haar daarna af en wrijf ze dan na met witte of zwarte meubelwasIk dank U wel voor Uw hartelijk briefje. Het was natuurlijk goed! G. J. te C. — Het is altijd af te keuren om dergelijke voorwerpen in de zon te leggen, daar ze dan minder scherp en zachter worden. Staal wordt zwart, indien U het met salpeterzuur bedruppelt, ijzer daarentegen wordt grijs. U ziet dus, dat het verschil gemakkelijk vast te stellen is. Mevr. B. S. te A. - Denkt U er vooral aan, dat U den schoen zóó ophangt, dat ook de zolen kunnen drogen. Het is verstandig hem op te hangen op een schaduwrijke, luchtige plaats.
De
— 24 —
— 25 -
Secretaresse
van
de
VOOR U-Club,
Noordeinde 8,
Leiden
t
A'SêÊÊ^
-
'3if^;'
*s
C? ^ W
.-
!
■
^j 91
«f-
f Goal... goal., voor Bamum..
**&< De voetballers uit het oerwoud leveren soms prachtig spel, waarbij alle regels nauwkeurig in acht genomen worden...
^
/
*■
Y
" Vrfl
!N
7
Hoogtepunt van sport-enthousiasme en gemoedelijkheid: de beide poli tieagenten van het Bamum-dorp hadden een misdadiger te bewaken, maar toch wilden zij de match bijwonen. Geen nood: de gevangene werd, geboeid, meegenomen en kon nu ook van de partij zijn!
grootste aantal doelpunten te maken ... En de overwinnende stam is thans even tevreden met het grootste aantal goals als hij vroeger trotsch was op de gesnelde schedels. Zoodat Afrika, „donker" Afrika, Europa nog wel een en ander leeren kan... Nog een spelkiek. Er wordt blootsvoets gespeeld, hoewel volgens Europeesche wijxe in shirts. In „civiel" loopen de beeren zonder iets aan rond.
De intocht van het Bamum-elftal.
* J
iwsus
^..."
...hetgeen de supporters van Bambilike In het geheel niet aanstaat.
.
■ rt;.
De stamhoofden als toeschouwers ... Vroeger snelden zij nog koppen, waarbij zij ook elkander niet <— ontzagen, e De goal van Bamum in gevaar, maar de keeper lacht spottend. Laat die van Bambilike maar komen! Die kunnen toch niet goed schieten. ►
w
De scheidsrechter. Hij behoort tot 'n neutralen stam en handelt er naar.
2-0
»
'
^*jt. ■-
1 ~
Ham um en Bambilike, twee nabuur-stammen in het Westen ^ van Kameroen, Afrika, zijn reeds sinds vele eeuwen felle vijanden. Er was een tijd, dat Bamum de stam was, die het gansche gebied overheerschte, en dat de leden van den Bambilikestam hun slaven waren. Ze voerden bijna onafgebroken bloedige oorlogen met elkaar en hun vijandschap duurt eigenlijk ook thans nog voort. Maar de tijden zijn veranderd — althans in het ongecultiveerde Afrika! Want daar heeft de beschaving blijkbaar wèl kans gezien om een einde te maken aan de bloedige overvallen, die de beide stammen zoo af en toe op elkaar ondernamen. Ze „mogen" elkaar nóg niet — als dit tenminste niet te zacht is uitgedrukt! — maar aan oorlogvoeren denkt niemand toch meer... Men heeft een ander terrein gevonden om elkaar te bekampen: het voetbalveld! Daar ontmoeten de kampioenen der beide stammen elkander nu, en terwijl de supporters hun favorieten aanvuren en de stamhoofden ernstig knikken, wanneer er een goede voorzet wordt gegeven of een goal gezet, doet ieder elftal zijn best het
V^
<■::■ X'*-
' 4 s
BAMUM-BAM
^e
Üi
>,f
'.
M
?
t
fSjfS >-■■-!, ,. - ^
,
•■'
■':
*■/#
,0?
<
Voor den kunstminnaar valt hier veel te genieten. Achter de zuilengalerij bevinden zich prachtige fresco's.
^*\
nr 4
'' 1
.
ft* H Prachtige typen vindt men onder deze monniken, die als onderwijzen een grooten invloed op de bevolking hebben, waarvan zij te allen tijde gebruik maken om het nationale bewustzijn te ontwikkelen en aan te kweeken.
jÊ*
m
s\ »I
ï
'k. < \>tp
• £$*;*£' ."**i^,,
C
wensch te kennen gegeven heeft, om Sweti Iwan Rilsky in het door hem gestichte klooster te bezoeken. Eenmaal heeft hij zich zelfs op weg begeven, doch bij den berg Zarev gekomen, moest hij terugkeeren. De woestheid van het land maakte het hem ten eenenmale onmogelijk zijn tocht te vervolgen Zoo groot is de eerbied, dien men in Bulgarije voor Sweti Iwan Rilsky koestert, dat zelfs de Turksche overheerschers er den invloed van ondergingen. Nu nog worden in het aan het klooster verbonden museum drie groote waskaarsen bewaard, waarvan de grootste een geschenk is van Su'tan Murad III. en de beide anderen door Turksche stadhouders geschonken werden. Het klooster werd tijdens de Turksche overheersching door de Sultans beschermd, waarvan vele decreten - in het Bulgaarsch Fermane gena'amd — op den huldigen dag nog getuigen.
JI^W*
HET PRENDSNtiraN^HiT Rltfl CEgERCT %..
HET RILA-KLOOSTER IN BULGARIJE Het is onmogelijk om Bulgarije te zeggen, zonder tegelijkertijd den naam van het Rila-klooster te noemen en dien van zijn stichter Sweti Iwan Rilsky. De invloed, dien beiden op de ontwikkeling van het land hebben gehad, is bijna niet te overschatten. Want niet alleen dat de laatstgenoemde de nationale Bulgaarsche heilige is, en de grondlegger van het monnikenwezen in Bulgarije, ook op politiek gebied heeft het klooster in dit voor ons WestEuropeanen bijna ongekende Balkanland, een enorm groote rol gespeeld. In den tijd, dat de Turken de Bulgaarsche nationaliteit trachtten te vernietigen, in den tijd, dat de Grieken bijna alle documenten en oude boeken, die in het Bulgaarsch geschreven waren, verbrandden en de meening trachtten te verbreiden, dat er nooit een Bulgaarsche natie had bestaan, bezochten de Bulgaren in het geheim het Rila-klooster, woonden hier de godsdienstoefeningen bij, luisterden naar de preek, die in het Bulgaarsch gehouden werd — en niet in het Grieksch, zooals toentertijd reeds in geheel Bulgarije gebruikelijk was! — en sterkten hun nationale gevoelens in de atmosfeer van het klooster. Men wist het! De overheerschers wisten, dat de vlam van het verzet van uit het arendsnest in het Rila-gebergte voortdurend werd gevoed en aangewakkerd. Doch ingrijpen was moeilijk. Nooit konden zij een dergelijke nationale bijeenkomst overvallen om de deelnemers op heeterdaad te betrappen. Het Rila-gebergte, een gastvrij toevluchtsoord voor de kinderen des lands, was een onherbergzaam oord voor de indringers. Misschien wordt 5L"hweBn'„"^'"du"'^»«"! dit wel
f..
eit,
\ i
dat
het beste geïllustreerd r*
Czaar
n >
reter
door het 1
meermalen
J
den
'
Slechts weinig herinnert in deze omgeving nog aan het Westen van Europa, en toch... hoe ver ie men hier eigenlijk van verwijderd met de snelle, moderne vervoermiddelen !
^ WkW*-
r -■ • ■ F
i
■
'1
****** -■^i;-.,;-,
dat in bouwstijl en versieringen
aan
een
Oostersch
paiei>doet denken, te vjndcn.
i
%>""-"r; i
Een woest, onherbergzaam oord, dit Rila-gebergte. Een oord, waarvan men, buiten Bulgarije, zelden of nooit den naam heeft hooren noemen. Maar de bewoners van dit oord, de monniken van het klooster, de boeren, die er zich in wijden kring rondom gevestigd hebben, zijn hartelijk en gastvrij voor den vreemdeling, dien zij gul onthalen en in hun woning opnemen. Prachtige typen vindt men onder hen. Magere, ascetische, fanatieke koppen, de gezichten van geboren leiders, die, indien Bulgarije in het huidige conflict zou worden betrokken, niet zouden aarzelen hun offer voor de vrijheid te brengen. En als wij onze couranten opslaan en lezen van de talrijke vraagstukken, die juist in de Balkanslaten steeds weer het hoofd opsteken, dan vragen wij ons niet zonder beklemming af: hoe lang zal het nog duren, voor deze lieden hun offer moeten brengen?
Vooral bij avond maakt het een fantastisch effect.
mmn
DE VLIEG AVONTUREN VAN PETER EN DOT
DEDRIFTIGE KONING OF OORZAAK EN GEVOLG
1. Omdat Moko' de vazen van den koopman had gebroken, werden de kinderen door den handelaar naar hei politiebureau gebracht. De man was woedend! „Jullie zullen worden opgesloten!" riep hij uit, terwijl hij de kinderen met zich meetrok!
2. Hij liep met Peter en Dot door de stoffige straten van het dorpje, terwijl hij voortdurend in zijn gebroken taaltje weinig vriendelijke woorden mompelde. Maar plotseling zagen ze een dame langs komen, die zich blijkbaar voor Peter en Dot interesseerde.
3. „Wat is er met jullie, kinderen?" vroeg ze vriendelijk. Dot legde haar nu uit, wat er ge beurd was en daarna haalde de dame wat geld uit haar taschje. „Ik zal wel voor jullie, afrekenen," zei ze. En spoedig daarna glimlachte de Arabier al weer en dankte de dame vriendelijk
\
4. Daar de dame al zoo lang haar eigen taal niet had kunnen spreken, vond ze het prettig wat met Peter en Dot te praten. Een poosje later zaten ze in een schaduwrijk theehuis en vertelden elkaar hun wederzijdsche avonturen. Het was heel gezellig!
5. De dame scheen veel belang te stellen in het verhaal van de kinderen. Ze vond het erg mooi, dat ze nu al zoo lang naar hun vader zochten. Maar plotseling sprong ze op en riep: „O, ik heb mijn trein gemist, nu zal ik de boot ook niet kunnen halen."
oning Omar, die heel, heel lang geleden over een groot rijk in het verre Oosten regeerde, was een vriendelijke, maar zeer driftige man. Zyn ministers werden ontslagen als zij hem durfden tegenspreken; zyn bedienden kregen stokslagen voor (ie geringste fout, en ofschoon hy zijn driftbuien spoedig vergat, waren de gevolgen er van niet zoo vlug weggenomen! En dat kon de koning nu maar niet begfypen! Hy verwachtte, dat iedereen driftig was als hy het was, maar wanneer hy lachte „Ha, ha, ha !", dan moest iedereen ook maar weer meteen in een goed humeur zyn! „Waarom kyken jullie nu nog zoo sip?" vroeg hy dan. „Ik denk er al lang niet meer over, waarom kunnen jullie het dus ook niet vergeten?"
MIEPJE'S EERSTE SCHOOLDAG
JiyjLlep was voor het eeist naar school toe. — Mlepie, hoe zou dät wel zijn? „Ik kan heel gerust van Moeder," Pochte zij, „ik vind het Jljnl" Maar.... zoo halverwege d'ochtend Dacht zij: „'t Is nu lang genoegl Ik ga nu maar weer naar huis toe, 'k Was vanmorgen hier al vroeg!" Vlug toen pakte zij haar tasch in. Nam haar muts en wilde gaan.... „Hé, jij, Miepie," vroeg de juffrouw, „Waarom wil jij hier vandaan?" Met een trillend lipje zei Miep: ,/k Hoorde zachtjes aan mijn oor: „Mammie, kom toch gauw weer bij me...." 't Was mijn liefste popje Doorl Op zekeren dag was de koning zoo snel achtereen beurtelings driftig en weer vriendelijk geworden, dat niemand het meer kon bijhouden, en omdat er daardoor ernstige dingen dreigden te gebeuren, ging de eerste minister naar een ouden, wyzen man, die in het bosch naby het koninklyk paleis woonde. „Ik weet reeds, waarom je komt," zei de oude, wijze Inan, voordat de minister nog iets gezegd had. „En ik zal je vertellen, wat je moet doen. Neem den koning morgenochtend mee voor een rit te paard door de Platanenlaan en laat hem bij de boerdery zien, wat hij te zien zal krijgeru"
6. Maar de kleine Dot had 'n goed idee en ze nam de dame bij haar arm. „Gaat U maar met mij mee!" zei ze zeer geheimzinnig. „We zullen U helpen de boot nog op tijd te bereiken." Ze liepen snel het dorpje uit en wat was de dame verwonderd, toen ze „De Zilveren Ster" zag
r
Weest 0 maar niet, bang! We zölien^ dien trein wel
DK KLEINE MACHINIST
hy, dat de koning niets anders zag dan een rat, die stilletjes op een kip toesloop en dit dier in zijn vleugel beet. Maar toen keek hü weer en zag, dat als er ooit sprake van was, dat uit het een het ander voortkomt, dit thans het geval was. Want er kwam een hond aanrennen, die den rat doodde; een bok kwam met neergebogen kop op den hond af om hem met zyn horens te stooten; een groote stier viel den bok aan, een man met oen hooivork rende op den stier af en een
Den volgenden ochtend reden de koning en de minister door de Platanenlaan. „Kyk eens," zei de koning plotseling, toen ze de boerdery genaderd waren, en hy wees met zyn rijzweep voor zich uit. De minister keek ook, en in het eerst dacht
En juffrouw, ik zou niet weten Wat ik verder leeren moet. 'k Ga voor altijd maar van school af. Ik kan alles al hèèl goed!" landlooper gooide een flesch naar den boer met den hooivork.... „Wat een opschudding, alleen omdat een rat een kip in haar vleugel byt!" zei de koning lachend, maar toen zag hij opeens den veelbeteekcnenden blik van zijn minister, en hy kreeg een kleur als vuur. In gedachten verdiept reed de koning naar huis terug. Hij had begrepen, dat één kleine oorzaak soms een keten van groote gevolgen' met zich sleepen kan, en dat dus ook zyn driftbuien dit moesten doen! Hij deed daarom voortaan zijn best zyn drift zooveel mogelyk te beheerschen, maar als hij daar eens een keer niet in slaagde, dan hoefde de minister slechts heel zachtjes de schakels te tellen in den keten van oorzaak en gevolgen om den koning een kleur te doen krygen en hem vergiffenis te doen vragen aan iedereen, dien hy onheusch bejegend had.
mon aaQa.QA'. 7. Ze kon het haast niet gelooven, dat de kinderen met het vliegtuig reisden om hun vader te zoeken. Ze stapte echter toch maar in en keek verbaasd, toen ze zag hoe behendig Peter de handles bediende. Ze vond het flink en vroeg zich af, hoe hij het zoo goed kon.
8. Ze stegen zoo sierlijk als een vogel op en niet lang daarna zagen ze den trein. Hij reed heel snel in de richting van de kust. „We zuilen de boot waarschijnlijk wel eerder bereiken!" zei Peter. Hij was zeer opgewonden en keek onafgebroken naar rijn instrumenten.
9. Het was een opwindend tochtje, maar spoedig bleef de trein achter en „De Zilveren Ster' vervolgde snel zijn weg. Toen zag Peter plotseling iets vreeselijks. De brug, waar de trein overheen moest, was kapot! Wat nu te doen? De trein naderde snel. Wordt vervolgd
£p GEWONE
ADVERTENTIES:
TEKSTADVERTENTIES:
KOLOMKOOGTE
KOLOMHOOGTE
120
120
REGELS
REGELS
KORTINGEN
-
-
KOLOMBREEDTE
KOLOMBREEDTE
VOLGENS
6.7
5
cM.
cM.
-
REGELPRIJS REGELPRIJS
25 50
ets. ets.
BRUTO BRUTO
TARIEF
-30- •■ -;.' v*
31 -
fr^'-
HUMOR DER
•ƒ/
/
w/tre kiamer
Regie: Otis Garrett
Universal-film. Rol verdeeling:
Dr. Bob Clayton
Bruce Cabot
Carole Dale
Ann Stokes Lila Haines Dora Stanley Hank Manley Dr. Norman Kennedy Dr. Martin
Helen Mack
'.
Constance Worth Joan Woodbury Mabel Todd Tom Dugan Roland Drew Addison Richards
n een particulier ziekenhuis wordt tijdens een operatie een moord gepleegd. De chirurg. Dr. Martin, is door een scalpel in den rug getroffen en de ontboden politiesergeant Mack Spencer meent na een vluchtig verhoor, dat Dr. Bob Clayton het misdrijf gepleegd heeft. Dere Clayton staat namelijk op, de nominatie voor assistent, evenals Dr. Kennedy. Beiden hadden ruzie met het slachtoffer gehad. Clayton omdat hij geopereerd had zonder toestemming van zijn chef en Kennedy omdat hij niet evenwichtig en vastberaden genoeg werd geacht om voor de benoeming in aanmerking te komen. De politie stelt vast, dat Dr. Martin door een persoon, die links moet zijn, vermoord is en dit vestigt aller aandacht op Dr. Thornton, wiens rechterarm eens geopereerd werd door Martin en die sindsdien niet alleen als chirurg uitgeschakeld is, doch tevens alles met zijn linkerhand moet doen. De geschiedenis wordt pas goed ingewikkeld als Tony, de huisknecht, iemand de apotheek ziet binnengaan en een schaduw, zich afteekenend op den muur, een flesch uit het rek ziet nemen. Vóór hij den indringer herkennen kan, wordt -hij getroffen door een flesch Biet bijtend zuur, welk vocht hem het gezichtsvermogen ontneemt. Tot overmaat van ramp wordt , ook Thornton dood aangetroffen. In zijn schrijfmachine is een papier gedraaid, waarop zijn bekentenis van den moord op Martin is getypt, doch de politie is allerminst tevreden en meent, dat de zaak nog niet opgelost is. Een idee van Clayton om de hoornvliezen van Martin op Tony over te brengen in de hoop, dat de huisknecht den dader herkennen zal, wordt aangenomen. Deze operatie gelukt wel is waar, doch tijdens het opereeren gaat eenige ma-
I
„Meneer Pieterse, u bent toch botanicus? Wilt u dan misschien heel even hier komen?"
„Zoudt u mij misschien het pepervaatje even willen spelletje uit is?"
aangeven
—
natuurlijk
als
,,Neemt u me niet kwalijk, ik wil u niet storen, maar nu u tóch bezig bent, wilt u hem misschien wel even vragen, ol ik mijn rekening een beetje mag overschrijden?"
:;;;: ^r'- " ..„ , „Vrouwtje, je hoeft den loodgieter niet meer te halen, hoorl Ik heb den afvoer al schoongemaakt en de waschbak loopt weer!"
„Tjonge, ik ben toch blij, dat ik de piccolo niet bespeelde in het scheepsorkestl"
het
(Constance Worth) f »t nippertje aan den ' Tijdens een operatie wordt «en chirurg vermoord.
len het licht uit, omdat er iemand met den hoofdschakelaar knoeit. Als Tony in zijn kamer is, wordt er weer een moordaanslag aap hem' gepleegd, die mislukt. Na eenige dagen is de huisknecht in zooverre genezen, dat men het waagt hem met de betrokkenen te confronteeren. Hij wijst inderdaad aan wie hem de flesch naar het hoofd gegooid heeft en dit is, naar begrijpelijk kan worden geacht, ook de dader(es) van den moord. Bruce Cabot, Holen Mack
.en Tommy Jackson.
Regie: Hans Steinhoff. — TOBIS-film. Dr. Robert Koch Emil Jannings Prof. Rudolf Virchow Werner Krauss Zuster Else -. . Viktoria v. Ballasko Frits v. Hartwig Raimund Scheicher Dr. Gaffky Theodor Loos Göhrkc Josef Sieber Vrouw (ïöhrke . Hilde Körber Mevrouw Koch Hildegard Grethe e. v. a.
Werner Krauss en Emil Jannings
OERT KOOI
PE STftUÜEß TE6EW PEhi 0000 Viktoria von Ballasko en Raimund Scheicher
Door sneeuwstormen en regenbuien, over moeilijk begaanbare wegen, rijdt de eenvoudige plattelands- en wijkdokter Robert Koch uit 't plaatsje Wollstein naar zijn patiënten. Nu staat hij weer aan 't sterfbed van 't dochtertje van den doodarmen boschwachter Göhrkc. Ook dit kleine meisje wordt 't weerloos slachtoffer van de tuberculose, dien geesel der menschheid, waartegen geen verweer mogelijk is en waaraan een vierde deel der kinderen uit Koch's wijk ten offer valt. Machteloos staan de geleerdste vertegenwoordigers der medische wetenschap tegenover deze moordende ziekte, van welks ontstaan en welks bestrijding zij niets afweten! Machteloos staat ook Dr: Koch. Sedert jaren zoekt hij onvermoeid naar de kiem der tuberculose. Als vurig aanhanger van Louis Pasteur, die door zijn bacillentheorie alom bekendheid verworven heeft, richtte hij in zijn huis een eigen primitief laboratorium in. Nachtenlang zit hij over zijn microscoop en preparaten gebogen. Zijn werk geniet weinig waardeering bij de bewoners van Wollstein. Kleinburgerlijke bekrompenheid, laster en bijgeloof maken hem 't leven en den arbeid zwaar. Zelfs zijn vrouw gelooft niet in het nut van dit voortdurend werken en onthoudt hem den steun, dien hij zoozeer behoeft. Twee vrienden heeft hij echter en wel den landraad von Hartwig en zijn zoon Frits, die pas afgestudeerd is als arts en geen schooner vervulling van zijn levensidealen weet dan Koch's assistent te zijn. Koch's vurigste wensch is intusschen: Berlijn! Dééreerst zal hij het hoognoodigc voor zijn onderzoekingen: een naar alle eischen ingericht laboratorium en een ruim arbeidsveld vinden. Geschrift op geschrift over zijn interessante proefnemingen met kleur-preparaten gaan naar Berlijn, naar Piofessor Rudolf Virchow, den ongekroonden koning der medische wetenschap, den „medicijn-paus", zooals hij geEmii Jannings en Elisabeth Flickenschildt
Werner Krauss noemd wordt. Steeds zonder resultaat! Virchow is de felste tegenstander van Pasteur's theorie, volgens welke ziekten door microben, voor 't bloote oog onzichtbare kleine diertjes, zouden ontstaan. Aan deze theorie nu kan Virchow niet. gelooven. Volgens hem dringt de ziekte niet van buitenaf in het gezonde lichaam en veroorzaakt daar de verwoesting, doch zij ontstaat door verval en verandering der lichaamscellen! En.... Virchow's woord is steeds wet geweest! Na maanden van schier hopeloozen arbeid ziet Koch eindelijk zijn moeite beloond. In tegenwoordigheid van Frits v. Hartwig neemt hij voor 't eerst van zijn leven door den microscoop een bacil waar den tuberkelbacil! Zijn ontdekking wordt angstvallig verborgen g^ouden. Want Koch vond wel is waar de kiem der ziekte, maar moet nu eerst 't onomstootelijk bewijs leveren, dat een levend wezen door 't inademen van deze bacillen tuberculose krijgt. Het gelukt zijn vriend Hartwig om ondanks alle intriges Koch in Berlijn te laten aanstellen als ,,Regierungsrat". Nu is de kans gekomen! Ook hiar gaat zijn pad eerst niet over rozen. Ironisch spreekt men over den „bacillenjager", die zich met zijn assistenten Dr. Löffler, Dr. Gaffky en Frits soms dagenlang in zijn laboratorium opsluit. Virchow, tot wien Koch zich herhaalde malen wendt, wil nog steeds niets van hem weten en spreekt minachtend over het „microbencircus" van dien plattelandsdokter. Koch's huwelijk met een vrouw, die niet in staat is den werkijver van haar echtgenoot te waardeeren, doch slechts over haar eenzaamheid klaagt, dreigt ook mis te gaan. Kortom, het wordt dezen man, evenals andere genieën, niet makkelijk gemaakt. Toch laat nu 't uur der overwinning niet lang! meer ep zich wachten! In den strijd voor zijn ontdekking, die vóór alles een strijd tegen Rudolf Virchow is, komt hij tenslotte zegevierend tevoorschijn. De tegenstander moet het hoofd voor hem buigen! Eén schaduwzijde is er aan deze zege. Frits, dien hij als een zoon liefhad, heeft bij een Friedrich Otto Fischer als Bismarck
Emil Jannings der proefnemingen op marmotjes zich een besmetting door de doodeüjke bacillen op den hals gehaald. Het gevolg is vliegende tering, waaraan hij sterft, echter niet alvorens hij van de glorie van zijn grooten leermeester vernomen heeft. In de groote aula der Universiteit wordt de nu in één slag wereldberoemd geworden Robert Koch gevierd en bejubeld! In een ontroerende rede weki hij de jeugd der wereld op tot het overnemen en verder dragen van den strijdbanier tegen den verraderlijken vijand,die tuberculose heet!
■'^W:, ■
PEKJO
e grootste kleine stad ter wereld" aldus noemt zich een oord, dat een der slechtstp reputaties be2it wcl ' ke denkbaar zijn. Wc kennen Monte Carlo als hef paradijs der roulette, waar men even al zijn geld kan komen vergokken; de directie van het Casino geeft den geplunderden speler gratis een spoorkaartje naar huis terug, wijl er geen aardigheid aan is. zoon armoedzaaier te behouden. We kennen Tia Juana uit den tijd van het drooggelegde Amerika. Vlak pver de grens, in het noordelijkste puntje van Mexico, ligt deze haastig gebouwde stad, bestaande uit groote houten barakken. Waar de Yankees naar hartelust mochten komen drinken Als ze dan na afloop weer naar huis terug wilden, dwong de Amerikaansche douane hen langs het lijntje te loopen. Speelden ze dat niet zonder waggelen klaar, dan bleef de grens genadeloos voor hen gesloten, tot ze weer heelcmaal nuchter waren. Nadat de Wolstead Act weer was ingetrokken en Amerika dus weer „nat" was, verloor natuurlijk Tia Juana zijn reden van bestaan. Maar och. de stad bestond nu eenmaal, de menschen waren er aan gewend en men maakte nog wat gokgelegenheden en dergelijke etablissementen er bij en zoo weten de burgers daar tóch nog de eindjes aan elkaar te knoopen en zich door het leven te slaan. Maar Reno is een heel ander oord, met een gansch ander bedrijf, Reno is het echtscheidingsparadijs. Reno is precies het tegengestelde van Miami, waar de Amerikanen hun huwelijksreis heen maken en hun wittebroodsweken doorbrengen. Meenen ze in later tijden, dat die stap een vergissing was. dan tijgen ze naar Reno en verbreken den band weer. „De grootste kleine stad ter-wereld" en ze hebben in zooverrre gelijk, dat Reno maar een klein stadje is. Wat is er dan bedoeld met de „grootheid", die men zichzelf daar toeschrijft? Men bedoelt, dat dit kleine stadje is uitgerust met een hoeveelheid groote hotels, dancings, cabarets, schouwburgen, bioscopen, bars. advocaten, rechtbanken, enz., waar New York zich desnoods óók mee zou kunnen redden. Het is dus geheel en al berekend op de soort van clientèle, die hier pleegt te komen en die op deze wijze zichzelf kenmerkt. „jLi«
De Amerikanen hebben ten aanzien van zulk soort instellingen altijd heel sterk hun eigen opvattingen. Ze maken er een soort van code van, waaraan iedereen zich onderwerpt. Dat biedt een geheel aparte sfeer, waartegen we hier geen stelling behoeven te nemen; zij veroordeelt zichzelf. „Charlie Chan in Reno" is voor hen. die de verrichtingen van den fameuzen Chineeschen filmdetectivc volgen, een onvcrmijdcÜjke phase. Als „Charlie Chan in de moordkamer" introduceert de 20th Century-Fox deze film hier tc lande, maar den toeschouwer wordt h^t gansche verloop van deze (zeer decent geho-.den) film duidehjker, als hij zoo'n beetje weet, wat dit Reno (in den staat Nevada) eigenlijk is; een stad, die door haar zeer bijzondere huwelijkswetgeving een soort van echtscheidingsparadijs is, dus: leeft van dit „bedrijf" en er tevens ook alle nadeelen van ondervindt In de lange serie van Chan-avonturen is deze Reno« episode een interessant geval.
Sidney Tol« en Ricardo Cortes In „Charlie dun in Beno".
a
GESPREKKEN MET MIJN VRIEND PIETERSEN Als je in een film een lift ziet, is dat dan een werkelijke lift ?" „Een lift is het gewoonlijk wel, maar de filmliften worden volgens een heel eenvoudig principe gebouwd. Meestal worden ze met een kabel, die over een wiel loopt, omhoog gedraaid en beweegt de lift zich hoogstens een paar meter boven den beganen grond." „Inderdaad zie je in de meeste films de menschen alleen maar in de lift gaan, je ziet de deur sluiten en aan de schaduw op de matglazen deurwand kun je constateeren, dat de lift plus inhoud omhoog gaat. Bij de volgende scène zie je de lift dan op de hoogere of lagere étage arriveeren." „Toch heeft zich bij een dergelijke opname wel eens een ongeval voorgedaan!" „Werkelijk? Vertel eens wat er gebeurd is." „Een merkwaardig bedrijfsongeval deed zich voor bij de opnamen voor de film „Café Metropole". Er was een lift gebouwd, waarin zich een scène tusschen Loretta Young en Tyrone Power afspeelt en die drie étages hoog ging. In werkelijkheid bereikte deze lift die hoogte niet, maar kwam zij, alleen maar uit op een balconnetje. Daar stapte Tyrone uit en vervolgens vergaten de arbeiders hem. Twee en twintig minuten heeft Power daar gestaan, terwijl er beneden ijverig naar hem gezocht werd en niemand hem kon vinden.". „Waarom riep hij dan niet?" „Tyrone schreeuwde zich heesch om de aandacht op zich te vestigen, maar men hoorde hem niet/En toen men hem eindeüjk hoorde, begreep geen mensch, waar hij eigenlijk zat. Tenslotte werd ook dat ontdekt en wel op het juiste oogenblik, want de arbeiders waren net bezig, de lift, die men niet meer noodig had, weer af te breken ..." „Nou, dan hadden ze Tyrone toch wel bij het afbreken gevonden 1 Ik denk, dat hij blij was eindelijk eens rustig alléén op zoo'n balconnetje te zitten. Echt veilig voor de filmenthousiasten I Als mijn nichtje Katja dat geweten had, zou ze beslist gezorgd hebben, dat ze ook op het balconnetje zat!"
FILM-ENTHOUSIAStEN S. d. W. te Amsterdam. Hierbij de namen van eenige filmsterren, die in November jarig zijn. Lien Deyers 5 November. Fred Astaire 26 November. Else Elster 30 November. Bobby Breen 4 November. Friedrich Onass 13 November. Jane Hamilton 7 November. Ruth Hellberg 2 November. Catherine Hepburn 8 November. Philipp Manning 23 November. Burgess Meredith 16 November. Monique Rolland 17 November en Joe Penner 11 November. L. v. d. M. te 's-Gravenhage. Anna Neagle filmt nog. Het adres van Blng Crosby is 5451 Marathon Street, Hollywood. Deanna Durbln is niet verloofd. U moet haar in het Engelsch schrijven. R. B. te Alkmaar. Zarah Leander is getrouwd en heeft kinderen. Haar oogen ?ijn weer geheel hersteld. Johan Heesters ^ getrouwd met Wieske Ghijs. Hij woont te Berlijn.
•
Gary Cooper in de Paramount-film „Beau Geste'
M. T. T. F. te 's-Gravenhage. Carl Esmonds ware naam is Willy Eichberger. De ware naam van Judy Garland is Frances Gumm. Wendt u tot den heer Loet C. Barnstijn, Benoordenhoutsche weg 2 te 's-Gravenhage. Wij gelooven echter niet, dat hij op uw verzoek zal ingaan. S. T. T. te Rotterdam. Hierbij de gevraagde adressen. Margaret Sullavan, Metro-Goldwyn-Mayer Studio's, Culver-City, Californië. Mack Grey 5451 Marathon Street, Hollywood. Mischa Auer, Universal Studio's, Universal-City, Califomië. E. L. te Rotterdam. Wij zonden u de twee gevraagde foto's. Een antwoordcoupon is aan ieder postkantoor verkrijgbaar. Detlef Slerck is getrouwd, zijn adres is Filmstad, Benoordenhoutscheweg 2, te 's-Gravenhage. N. V. A. te Groningen. Kay Francis moet u schrijven p.a. Warner Bros Studio's, Burbank, Califomië. Voor een foto moet u drie antwoordcoupons insluiten. Wij gelooven niet, dat Kay tijd zal hebben uitvoerig op uw brief te antwoorden.
O. L. te Utrecht. Anita Colby is den 5den Augustus te Washington geboren. Zij speelde in „Mary of Scotland", „The bride walks out" en „Walking on air". Haar adres is 7S0 Gower Street, Hollywood. P. d. N. te Amsterdam. Hierbij de namen van eenige beroemde sterren uit den tijd van de zwijgende film. Marcella Albani, Ruth Weyher, Luciano Albertini, Fern Andra, Hanni Weisse, Rudolph Valentino, Gunnar Tolnaes, Erna Morena, Constance en Norma Talmadge, Gloria Swanson, Claire Rommer, Paul en Ellen Richter, Ernst Reicher, Lya de Putti, Henny Porten, Mary Pickford, Max Landa, Buster Keaton, Mary Philbin, Baby Peggy, Lee Parry, Ossi Oswalda, Aud Egede Niss^i, Asta Nielsen, Lotte Neumann, Pola Negn, Harry Liedtke, Mae Murray, Colleen Moore, Emil Jennings, Camilla von Hollay, Lilian Harvey en Maria Jacobini. T. v. L. te Amsterdam. Ginger Rogers is den .16den Juli te Independance geboren. Hans Albers is getrouwd. Karin Hardt is den 28sten April jarig.
¥ «■I-A-.t1:'
■'.
HET WEEKBLAD CIMEMAi THEATER
"-^
VERSCHIJNT WEKELIJKS - MIJ» KR KWAMTAAL f. I.*l VOOR IMOIË EN •UITCNLANO F.t.ltPCR JAAR. -RED. EN AOM. NOOROEINOE »; UIDEN. rEI..2éT4l MMTRUCBMINC 4IM0
lUnlm
-■•■-■■
■■*'•
ï
'
■