Christfulness
Creatief bestaan in Jezus – Ef. 4, 13
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam Seizoen 2010 – 2011 Deel 7
Geven
Amsterdam, september 2010 – juni 2011
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam, 2010 – 2011 – Geven
2
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam, 2010 – 2011 – Geven
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pag. 4 Geven – twee preken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pag. 5 Persoonlijke verwerking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pag. 11 Verwerking in de kring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Pag. 12
3
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam, 2010 – 2011 – Geven
Voorwoord We zijn toe aan het op een na laatste “deel” van het thema Christfulness. En dat is een bijzonder deel: het gaat nu namelijk niet meer zozeer om iets dat jij je als volgeling van Jezus mag toe – eigenen aan welzijn van Jezus, maar het gaat er meer om wat al die “weldaden” van Jezus, waarmee jij je mag en kunt vullen, teweeg brengen in je. Jezus zegt zelf: als je bij Mij drinkt, dan zul je zelf een bron worden die water geeft dat eeuwig leven schenkt (Joh. 4, 14). Dat is waar het bij het thema ‘Geven’ over gaat. Als jij en ik doordrongen t ons diepe naar buiten. En wordt Hij zichtbaar in ons en om ons heen. In feite valt het thema Geven in twee delen uiteen: - wie de bevrijding van God ontvangt, wil niet anders meer dan geven aan die Koning - als je de rijkdom beseft die Koning Jezus aan jou geeft, dan wil en kun je niet anders dan die rijkdom ook delen met de wereld om je heen Geven. Een beet lastig thema. Want nu snijdt het evangelie ineens in mijn eigen vlees van geld, tijd, aandacht, nadat ik eerst zoveel mocht ontvangen. Maar ja, adelheid verplicht, zegt een gezegde. Zo is het bij het evangelie in ieder geval. Veel zegen bij de besprekingen. En zegen bij het mededeelzaam - worden met datgene wat je zelf ook alleen maar weer hebt ontvangen van een Ander.
Roelof Telgenhof, Duivendrecht, 28 maart 2011. De poster/flyer op de tweede pagina van deze reader is van de hand van Christiaan Bruijn. Hij verzorgt zo alle thema’s op een voor hem karakteristieke manier.
4
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam, 2010 – 2011 – Geven
Christfulness Geven – Daar wordt je rijker van (Hand. 20, 35b) 1 – Geven aan de Koning (Ex. 35 en 36) 2 – Geven van je rijkdom (2 Kor. 9, 8) Geven De maand maart staat in het teken van het thema “Geven”. Dat is inderdaad een werkwoord, i.p.v. een zelfstandig naamwoord. Dit heeft er mee te maken dat de bijbel zegt dat als je vol bent van Christus, je zult overvloeien van het goede. En je goede vrucht zult geven (zie bv. Joh. 4, 14; Matt. 12, 33 en Luc. 3, 8 en 9). Geven is voor de meeste mensen niet gemakkelijk. Jezus wijst hier al vrij nadrukkelijk op (zie Matt. 19, 23v; Luc. 18, 18 – 27). Nemen ligt hen beter. Dit zie j op dit moment telkens opnieuw als er blijkt hoe (voormalige) dictators zich hebben verrijkt over de rug van hun “onderdanen”. Maar ik kan dit ook dichterbij zoeken: in mezelf. Hoe moeilijk vind ik het vaak ook niet om echt te geven. Als we geven, zijn we al snel bang dat we iets verliezen, dat we iets kwijtraken van ons leven, dat zo ontzettend van onszelf is: ons geld en goed, onze tijd, onze energie en aandacht. En wat er al niet meer van “onszelf” kan zijn. In de bijbel is geven juist iets dat je graag en zonder meer doet, d.w.z. geven doe je omdat je het wilt, zonder daarbij iets terug te verwachten. Zo speelt geven vaak een rol in nauwe banden en relaties. Dit zie je bijvoorbeeld tussen God en mensen: God geeft Zijn Zoon Jezus tot redding van velen. En mensen geven God uit dankbaarheid van het vele dat zij eerst van Hem hebben ontvangen (zie bv 1 Kron. 29, 14).
Geven aan de Koning (Ex. 35 en 36) Een prachtige illustratie van dit royale geven in Bijbelse zin, zie je in Ex. 35 en 36. Lees om hiervan onder de in druk te komen, dit gedeelte nu eerst een keer rustig door en laat het even op je inwerken. Want hier blijkt op een prachtige manier wat geven is: er wordt royaal en spontaan gegeven, letterlijk staat er: “met een vrij hart” (zie 35, 5.21.22). En er wordt naar vermogen gegeven van datgene wat men ten diepste natuurlijk eerst van God had ontvangen. Hij had immers gezorgd voor rijkdommen, vrijheid, levensonderhoud onderweg, etc. Maar ook voor bv. talenten te geven aan Bezaleël en Oholiab (zie hoe mooi dat er staan in 35, 31 en 34). Op de vraag van God aan Mozes (en via Mozes aan het volk, zie 25, 1 – 9 en 35, 4 en 5) geeft het volk hiervan nu massaal en enthousiast (vers. 21 en 22) terug. Ze geven zonder meer (dus, zonder iets terug te verwachten of zo). En is dat ook niet alleszins redelijk? Wat je hier eigenlijk ziet is bv Rom. 12, 1 en 2 of Kor 8 en 9 “avant la lettre”. Ook daar gaat het over het vele dat God heeft gegeven. Daarom is het alleszins redelijk dat men God nu teruggeeft, ja, dat men zelfs zichzelf teruggeeft aan God (hierover in de preek over 2 Kor. 8 en 9, zie p. 7). Ik noem dit hier in Ex. 35 en 36: “Geven aan de Koning”. Want als een sterke en onoverwinlijke Koning heeft God Zijn volk uit Egypte bevrijd. En nu wil Hij dichtbij de Zijnen blijven door een woning te bouwen te midden van hun huizen (tenten). Het volk wil hiervoor graag en royaal geven vanuit de rijkdommen die ze hebben. Want dit hebben ze immers allemaal van hun Koning ontvangen en dankzij Hem zijn zij hier nu in de vrijheid. En is hun God en Koning nu bij hen. Waarom zouden ze dit nu zo doen? En waarom zou ik zo royaal en vrijgevig gaan geven voor iets dat God vraagt? Dat is allereerst om het reddende werk van God: Hij redde Zijn volk uit de slavernij van Egypte en gaf het een voortbestaan met perspectief (t.w. het beloofde land), midden in de woestijn. Bovendien verbind Hij Zich onlosmakelijk aan Zijn volk en bleef het trouw,
5
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam, 2010 – 2011 – Geven
ook na zonde met het gouden kalf. Wat blijkt uit de bijbel is dit ook het verhaal van mijn leven in zonde en ellende en de bemoeienis van Jezus daarmee. Ook Hij kwam vanuit de hemel mij reddend tegemoet. Om mij zo te bevrijden en perspectief te bieden. En ook Hij houdt mij levend in de woestenij van dit leven door Zijn heilige Geest en Zijn levende Woord. God had Zijn volk dus gered van hopeloze ellende en lijden. Maar er kwam nog meer: God beloofde in het midden van Zijn volk te komen wonen. Zodat men toegang tot Hem verkreeg. Hiervoor moest de tabernakel gebouwd worden. Zo zou er sprake zijn van echte gemeenschap en samenwonen met Zijn volk (25, 8, vgl, dit met de heilige Geest die in ons woont, bij ons tabernakelt (Joh. 1, 14)). God bij je, toegankelijk, benaderbaar en herstellend, genezend. Wat wilde het volk daar graag voor geven. Want ze hadden immers gezien dat een elven zonder Hem ten dode was opgeschreven. Op een zelfde manier komt het evangelie op mij af: God heeft mij in en door Jezus verlost. En nu wil Hij in en bij mij wonen door Zijn Geest. En zo wil Hij met mij en anderen een plaats in deze wereld bouwen waar mensen Hem kunnen ontmoeten, waar Hij benaderbaar is, waar mensen in verbinding kunnen worden gebracht met Hem. Vraag aan mij: wil ik daarvoor geven van wat mij eerst door Hem is gegeven? Dat laatste is wel van belang. Wat je hebt, is dat echt van jezelf? De bijbel laat zien dat het van God ontvangen is (Ps. 115, 16; Ef. 2, 8). En wat God nu vraagt is: geef Mij hiervan terug, zodat Ik daarmee een plek krijg in de wereld, waar Ik present ben te midden van de mensen. NT sch gezien zijn jij en ik dat, persoonlijk, maar vooral ook gezamenlijk, als de gemeente van Christus! Zie hierover 9 2 Kor. 6, 16 (Tempel van de Geest), Ef. 2, 21 of 1 Pet. 2,. Kortom: God wil in het midden van deze wereld wonen, door middel van jou en mij! Dé vraag is: ben jij daarvoor beschikbaar? Dat sorteert effect! Kijk in Ex. 35, 5 – 7 wat er allemaal wel niet gebeurt: het is één grote vreugdevolle en hartelijke dynamiek van gevende mensen. En ieder geeft naar eigen vermogen. En wie niet wil of kan, hoeft ook niet. En uiteindelijk wordt er meer dan genoeg gegeven om te maken wat God vraagt. Bovendien is er buitengewoon enthousiasme en volle medewerking van allen. Met als uiteindelijk resultaat: een plek waar God kan wonen te midden van gewone mensen. Zie Ex. 40, 34 – 38 hoe Hij daar Zijn intrek neemt! Vergelijk dit eens met 1 Kon. 8, 10 en 11. En Hand. 2, 1 – 4. Als we zo, vrij beschikbaar kunnen zijn, met onszelf, met onze “bezittingen”, geld en goed, tijd en aandacht, vanuit Gods liefde en gaven voor ons, dan zal het nog wat worden hier! Dan ontstaat er een plaats waar God kan wonen te midden van mensen. Dan kan God Zijn intrek nemen in ons huis. Dan komt er (nog meer) ruimte voor God om hier in Amsterdam, of waar we als christelijke kerk ook maar samen zijn, “ontmoet – baar” te zijn. Zodat levens worden vernieuwd, geheeld. Wil jij daarvoor geven? Aan de koning van je leven?
6
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam, 2010 – 2011 – Geven
Geven van je rijkdom (2 Kor. 9, 8) In dit bijbelgedeelte (2 Kor. 8 en 9) vind je eigenlijk de zelfde gedachte als in Ex. 35 en 36. Het wordt iets anders uitgewerkt, maar in de kern gaat het om hetzelfde: ben jij bereid om vanuit dat wat je hebt gekregen, terug te geven aan God, via gaven die ten goede komen aan Zijn Koninkrijk? En ben jij zo beschikbaar om de presentie van God in deze wereld te fasciliteren? Paulus durft Paulus durft wel, als hij de Korintiers voor de tweede maal instrueert (zie ook 1 Kor. 16) m.b.t. de collecte voor de noodlijdende broeders en zusters in Jeruzalem, want bij geld en goed gaat het echt ergens over: dit is voor mensen vaak zeer aangelegen... Ik heb zelf een keer gemerkt dat mensen echt niet blij zijn met een preek over dit bijbelgedeelte... Maar Paulus durft toch. En hij laat ook duidelijk blijken dat het hem echt ergens om gaat: - om hun geestelijke gesteldheid te toetsen, op het goede spoor te zetten (8, 5) - hun aan te zetten tot doortastendheid na goede voornemens (zie 8, 11; 9, 1 – 3) - hun te bewaren voor schande (9, 4 en 5) - hun wijzen op een logisch ritme in de orde van het leven (9, 6) Het gaat dus ergens over in wat Paulus hier bespreekt, met als kernvraag: “hoe vrijgevig ben jij eigenlijk?” En dan voegt hij daar nog iets belangrijks aan toe. Hij zet die vrijgevigheid niet apart, alsof dit vanuit het niets er dan maar moet zijn, maar hij zegt in feite: Hoe vrijgevig ben jij eigenlijk, vanuit de rijkdom die jij eerst van God hebt ontvangen? Want die rijkdom is overweldigend groot, zie 9, 8. Dit vers loopt over van rijkdom en macht, is je dat opgevallen. De machtige God zal er voor zorgen dat je altijd in alles meer dan voldoende hebt, voor jezelf en voor anderen om je heen. Let even op die overvloedige woorden altijd in alles ruim voldoende! God heeft de macht dit aan je te geven, je ermee te overstelpen. Ik denk hierbij ook meteen aan die woorden van Jezus: als je bij Mij drinkt, dan zul je overvloeien van water dat eeuwig leven geeft (Joh. 4, 14; 7, 38). En dit is ook precies wat Paulus bedoelt, zie 8, 1 – 9. Het goede voorbeeld Want in dat gedeelte in h. 8 wijst Paulus allereerst op een prachtig voorbeeld van vrijgevigheid, nl. dat van de Macedoniers. Heel bijzonder is dat zij dringend hebben verzocht mee te mogen doen met het geven voor de broederschap in Jeruzalem. Dit terwijl ze zelf helemaal niet zo vermogend zijn, misschien zelfs wel arm. Ze verbasen Paulus door meer te geven dan hij ooit had gedacht. En in dat zelfde vers zegt hij hoe dat zo gekomen is. Ze gaven, zegt hij, meer dan verwacht, te weten: eerst zichzelf aan Jezus en daarna ook aan ons. Blijkbaar geven ze niet alleen maar geld en goed, maar misschien juist wel vooral zichzelf! Waar zit dit “zichzelf geven” nu in? Vanuit wat hier gezegd wordt kun je dat materieel gezien niet veel over zeggen. Waar het vooral over gaat (en dat wil Paulus ook overbrengen aan de Korintiërs om hen daar mee aan te zetten tot eenzelfde overgave van zichzelf) dat de Macedoniër er alles voor over hebben beschikbaar te zijn voor de opbouw van Gods Koninkrijk! En het zichzelf geven dat Paulus hier bedoelt is: onvoorwaardelijk jezelf toezeggen aan Christus en van daaruit aan Zijn Koninkrijk, wat dat dan ook maar inhoudt. Daar mag je dan vervolgens naar op zoek. Dat blijkt ook uit wat Paulus zegt over, dat je moet geven wat in je vermogen ligt (en dus nooit wat je niet hebt of wat je vervolgens ruïneert). Kernvraag voor jou en mij is hier: in hoeverre wijdt ik me zo totaal toe aan Christus, geef ik mezelf aan Hem? In m’n tijd, met m’n bewuste aandacht, in m’n prioriteiten, met m’n geld en materiële zaken, etc. In hoeverre ben ik in dit opzicht een Macedonier? Dit is een hele klus nietwaar? Dat komt misschien wel doordat we vaak zo weinig besef hebben wat Jezus Christus voor ons heeft gedaan en voor ons wil betekenen. Heb je dat werkelijk in de gaten? Want dan komt dat andere (geven voor Gods Koninkrijk,
7
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam, 2010 – 2011 – Geven
anderen laten delen in jouw rijkdom) vanzelf (vgl. Matt. 6, 33 en 34). Als jij beseft wat het betekent, gered te zijn uit een zo totaal verdorven en uitzichtloos leven, dan ga je dat nieuwe leven wat je hebt ontvangen (jouw rijkdom) onherroepelijk delen. Vergelijk een alcoholist die naar jaren doodsstrijd en ellende uiteindelijk geholpen wordt, om zijn alcoholisme achter zich te kunnen laten. Zo iemand zal van de weeromstuit uit pure dankbaarheid en bewogenheid andere alcoholisten per se willen helpen! Als je weet uit wat voor armoede je bent gered, dan wil je anderen per se laten meedelen in wat jij ontvangen hebt.
Want kijk, zegt Paulus vervolgens in h. 8, kijk wat Jezus Christus gedaan heeft. Hij heeft (net als de Macedoniër, of eigenlijk: zij net als Hij) vanuit Zijn liefde Zichzelf gegeven voor ons. Hij was rijk, maar heeft die rijkdom niet voor Zichzelf gehouden, maar is arm geworden, door mens te worden zoals wij. Ja, meer nog, Hij is minder geworden dan ons door te sterven aan het kruis. Om ons zo uit onze armoede te halen en te laten delen in Zijn rijkdom (die Hij uiteindelijk toonde door op te staan uit de dood). Lees hierbij eens Fil. 2 In dit hoofdstuk volgt Paulus in feite dezelfde heilslijn.
Zo is Jezus om zo te zeggen én Bron én Voorbeeld: Bron om uit te putten en Voorbeeld om dan vervolgens te weten wat jij, net als Hij, mag doen met de rijkdom die je zojuist van Hem hebt mogen ontvangen. Goed voorbeeld doet goed volgen Eigenlijk is dit wat Paulus wil zeggen: beste mensen, als het dan zo is dat wij in en door Jezus door God met zoveel geweldige genadegaven zijn overstelpt, wees dan mededeelzaam voor hen die het op dit moment zo nodig hebben! Goed voorbeeld doet goed volgen. Toch? Terloops wijs hij nog even op een paar zaken die hierin ook een rol spelen: als je weinig voor een ander over hebt, zul je van een ander ook niet veel mogen verwachten: wat jij zaait, dat zul je ook oogsten. Het is een “spreuk” die op veel andere plaatsen in de bijbel voorkomt (zie bv. Ps. 41, 2; Spr. 11, 24 en 22, 8 (wordt hier letterlijk vanuit de Griekse Bijbelvertaling van het OT geciteerd), of Gal. 6, 7 en 9). Het is dus niet: ik geef opdat mij ook gegeven wordt (do ut des), maar: Ik geef, omdat mij zoveel gegeven is. Ik geef vanuit de rijkdom die ik heb ontvangen! Alleen: heb jij die rijkdom ontvangen? Want anders kun je ook niet echt geven... Geven van je rijkdom Daartoe spoort Paulus ons aan. En hij zegt zelfs: met het oog hierop zijn jullie in de wereld, zie 9, 11a. Zie je dat? Wij zijn in de wereld om van die ontvangen rijkdom weer uit te delen, weg te geven! Laat dat daarom ook niet bij goede voornemens en mooie woorden blijven, zoals hij zegt in 8, 11. Pak hierin door! Want de rijkdom die God ons geeft in de macht van Zijn liefde, is zo overstelpend groot. Daarmee hebben we in alles, altijd meer dan voldoende, voor onszelf én voor die anderen die God op onze levensweg plaatst. Dat is misschien wel het mooiste geschenk (zie 9, 15): dat we er zo voor elkaar mogen zijn. In een soort van evenwicht (8, 13 – 15). Met de gaven die God aan ons schenkt, op Zijn tijd en wijze, zowel materieel als geestelijk. Dan ontstaat er ook echt gemeenschap: alles delen ten behoeve van elkaar (zie Hand. 4, 32 – 35).
8
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam, 2010 – 2011 – Geven
Christfulness Geven - Persoonlijke verwerking Meditatieoefening
Neem een moment de tijd om de volgende tekst in je op te nemen en voor jezelf op de cadans van je adem te herhalen:
Inademen – U geeft Uw leven aan mij Uitademen - Ik geef mijn leven aan U naar Gen. 2, 7, Ps. 112 en 2 Kor. 8, 5 en 9, 11 Je kunt deze woorden bv uit je hoofd leren en ze dan telkens op het ritme van je adem opnieuw voor jezelf in je gedachten herhalen tijdens een korte wandeling (15 minuten). Wat je ook kunt doen is de tekst uitprinten en op het beeldscherm van je computer plakken, zodat je het telkens weer ziet. Dit kun je ook doen met andere teksten die indruk op je maken of die je gewoon mooi en bemoedigend vindt.
Preekverwerking Onderstaande vragen zijn voor persoonlijke overdenking en voor latere bespreking op de kringen. Leg je persoonlijke verwerking zo vast, dat je dit op de kring in de bespreking kunt gebruiken. Neem voor de totale verwerking ong. een half uur (excl. Preek doorlezen (ong. 20 – 30 min.)). Algemeen 0. Kijk eens naar de plaat die Christiaan Bruijn (p. 2) heeft gemaakt voor het thema “geven”. Wat vind je hiervan? Kun jij verbanden zien met het thema? Welke? Geven aan de Koning 1. Hoe kijk jij aan tegen het thema ‘geven’? 2. Wat vind jij van dat royale vrijgevige gedrag van de Israëlieten in Ex. 35? 3. God werkt met en door jou aan Zijn merkbare presentie in deze wereld. Wat vind jij daarvan? Hoe werkt dit volgens jou? 4. Wat zou jouw concrete bijdrage kunnen zijn als God ons vraagt te geven, zodat Hij op de eoa manier kan wonen te midden van de mensen in deze wereld? Geven van je rijkdom 5. Waarom zou het praten over geld en goed geven voor bv de kerk of een goed doel zo gevoelig liggen? Hoe is dat bij jou? 6. Geef een omschrijving van de rijkdom die jij hebt in Christus. 7. Wat zou jij van datgene wat jij van God ontvangen hebt, willen afstaan voor het mee bouwen aan Gods Koninkrijk in deze wereld? Dus - wat heb jij allemaal van God ontvangen van datgene wat jij “hebt”? - Wat wil jij daarvan waarvoor in Gods Koninkrijk afstaan? 8. Lees nog eens 2 Kor. 9, 6 – 11. Geef bij elk vers jouw commentaar. Preek in de week Dag Ex. 40, 34 - 38 Dag 2 Dag 3 Dag 4 Dag 5 Dag 6 Dag 7
God neemt Zijn intrek in het met mensenmiddelen gebouwde huis Gul deelt hij uit aan de armen van wat hij van God heeft
Psalm 112 ontvangen Spr. 22, 7 – 9 Een goedhartig mens... Luc. 20, 45 – 21, 4 Eerlijk geven uit ware rijkdom Joh. 3, 14 - 21 Gods grootse Gave in Jezus Hand. 20, 25 – 38 Belangrijke boodschap (vs. 35b) bij laatste (!) afscheid 1 Tim. 6, 10 – 19 Delen en geven als fundament voor de toekomst en het de weg van het ware leven
9
Jaarthema Oosterparkkerk Amsterdam, 2010 – 2011 – Geven
Christfulness Geven
–
Verwerking in de kring
Verwerking De verwerking van de preken en de verdere verdieping kun je op de kring als volgt vorm geven (ervan uitgaande dat iedereen pag. 4 – 10 heeft gelezen en ook de persoonlijke verwerking op p. 11 heeft gedaan): 19:45 – 20:00
Ontvangst en koffie/thee
20:00
Opening van de avond - Inleiding / IJsbreker – wat is het meest grappige/leuke wat je de laatste tijd door iemand is gegeven? Maak even snel een rondje. Sta vooral stil bij de hilarische dingen... - Rondje delen – hoe zit iedereen erbij? Deel dit met elkaar. Neem hiervoor ong. 20 - 30 min. Doe dit n.a.v. de vraag: Hoeveel vreugde ervaar je op dit moment? Hoe is dat?
- Gebed (evt. met zingen vooraf en erna)
Neem in dit gebed ook de persoonlijke dingen mee die (voor gebed) zijn ingebracht. En vraag een zegen over de avond. Vraag God dat Hij merkbaar Tegenwoordig is in het midden van de kring.
20:35
Bespreking / Verwerking bovenstaande preken en verdere verdieping (p. 4 - 10) - Kijk eens naar de plaat die Christiaan Bruijn heeft gemaakt voor ons thema “geven”. Wat vind je hiervan? Leg eens een link met het thema? - Bespreek de beide preken die hierboven zijn gegeven. Wat is volgens jullie de boodschap? Wat is het appel? - Bespreek de vragen 1 en 2 van de persoonlijke verwerking. - Neem even 10 minuten pauze voor koffie / thee - Bespreek de vragen 3 - 8 van de persoonlijke verwerking. - Sluit de bespreking af met deze vraag: Wat gaan we nu individueel en samen (bv als kring of als gemeente) concreet doen met wat in dit thema als boodschap en appel is gegeven? Maak dit zo concreet mogelijk, met naam, tijd, plaats, datum, etc.
22:15
Afsluiting avond Sluit af met een lied (bv. Ps 112)en met gebed. Neem in dit gebed eventuele punten uit de bespreking mee. Doe ook voorbede voor de gemeente en vraag om groei in het ontvangen en doorgeven van Gods vreugde voor ons allemaal. Is er iemand die het zingen kan begeleiden (bv met gitaar of piano)? Gaaf. Doen!
Thema april: nieuw leven!
Christfulness Geven – Daar wordt je rijker van – Hand. 20, 35b
10