Chemische reacties
Hiernaast is de lancering van de eerste spaceshuttle te zien (in 1981). Bij de lancering krijgt de raketmotor van de spaceshuttle zijn brandstof uit de enorme tank waarop de spaceshuttle is gemonteerd. De brandstof is vloeibare waterstof. Met vloeibare zuurstof verbrand dit razendsnel. Er wordt ook gebruik gemaakt van twee vastebrandstofraketten (de kleine raketten aan de zijkanten). Het verbranden van de brandstoffen is een heel heftig voorbeeld van een chemische reactie.
Chemische reacties Als je hier in het klaslokaal om je heen kijkt zie je honderden dingen. Werkboekjes, krijt, plafondplaten en ga zo maar door. Alles is gemaakt van stoffen. De deurkruk is (vaak) van aluminium gemaakt, de ramen zijn van glas en in de thee van de juf of meester zit water en (vaak) suiker. 1
Hoeveel verschillende stoffen zijn er denk je? Zijn het er rond de tien, rond de duizend of zelfs meer? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
2
Zijn er stoffen die je niet kunt zien, maar er wel duidelijk zijn? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
Van de ene stof kan vaak een ander gemaakt worden, je kunt stoffen in elkaar omzetten. De ene stof verdwijnt dan en één of meerdere andere stoffen ontstaan dan. Dat is bijvoorbeeld goed te zien bij het volgende proefje: Er wordt een kaars aangestoken. We houden even boven de vlam een spiegeltje. 3
Wat zie je op het spiegeltje zitten? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
1
Chemische reacties
Dat wat op het spiegeltje zit is water! Als je kaarsvet verbrand ontstaat er water! Je gaat nu een aantal proefjes doen, waarbij telkens een chemische reactie gebeurt. Schrijf telkens op wat er gebeurt tijdens de reactie.
de proef met soda en calciumchloride Doe in een bekertje een theelepel soda. Doe in een andere beker een theelepel calciumchloride. Doe bij beide stoffen wat water (tot halverwege de rand). Roer beide bekertjes totdat er geen korreltjes meer te zien zijn. Je hebt nu een oplossing van soda en een oplossing van calciumchloride gemaakt. Giet de ene oplossing bij de andere. Hieronder is alles nog een keer met tekeningetjes uitgelegd.
4
Wat zag je gebeuren toen je beide oplossingen bij elkaar deed? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
5
Waarom is dit een reactie denk je? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
2
Chemische reacties
de proef met zout, azijn en koperoxide Bekijk een munt van vijf cent. 6
Van welk metaal is hij gemaakt? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
7
Glimt de munt of is hij dof en donkerbruin? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
Het donkere laagje is koperoxide. Dat kun je eraf halen door stevig te poetsen, maar het kan ook anders... Leg de munt op en bordje en doe er met een lepeltje een beetje zout op. Zie je iets gebeuren? Doe het zout terug in het bekertje. Doe een paar druppels azijn op de munt. Zie je iets gebeuren? Zo ja, wat dan? Strooi er nu ook wat zout op.
8
Wat zag je gebeuren toen je azijn en zout op de munt deed? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
Uit azijn en zout ontstaat zoutzuur. Dit zoutzuur is sterk genoeg om het donkere laagje koperoxide op te lossen.
3
Chemische reacties
de proef met staalwol 9 Kan ijzer branden? …………………………………………………………….………………….………………………………………. Staalwol bestaat uit hele dunne draadjes ijzer. Neem een stukje staalwol en leg het op een bord. Steekt een lucifer aan en houd die even bij de staalwol.
10
Wat zag je gebeuren? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
11
Kan ijzer branden? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
de proef met bakpoeder en azijn Doe een beetje bakpoeder in een bekertje. Doe er een klein beetje azijn bij.
12
Wat zag je gebeuren? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
4
Chemische reacties
de proef met kerrie en soda Doe in een bekertje een beetje kerrie. Doe er een klein beetje water bij. Doe er vervolgens een klein beetje soda bij en roer even.
13
Wat zag je gebeuren? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
Je kunt er vervolgens weer een beetje azijn bij doen. 14
Wat zie ja dan gebeuren? …………………………………………………………….………………….……………………………………….
5
Chemische reacties
de laatste proef Voor de laatste proef krijg je een leeg filmbusje met een dekseltje. Vul het busje voor een derde met water. Nu gaan we naar buiten. Je krijgt ook een halve bruistablet. Het volgende moet je heel snel doen: Doe de halve tablet in het busje bij het water. Doe zo snel mogelijk de deksel op het busje. Zet hem op het dekseltje op de grond. Doe twee stappen achteruit en wacht af wat er gebeurt… Het kan wel even duren voordat er wat gebeurt. Ga NOOIT direct met je hoofd boven een potje wat nog niet is afgegaan. Waarschuw andere dat je met een gevaarlijk experiment bezig bent.
6
Chemische reacties
benodigdheden soda (kristalsoda, bij de supermarkt) azijn (schoonmaakazijn, bij de supermarkt) bakpoeder (Backin) vochtvreter (Bison, navulzak met losse kristallen) 15 stuivers, goed donkerbruin staalwol 15 aardewerken of porseleinen schotels 60 doorzichtige bekertjes 15 theelepeltjes 5 potjes kerrie 5 doosjes lucifers 15 fotobusjes (liefst die van wit kunststof) 10 bruistabletten, bv. vitamine C
Voor dit werkblad geldt een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Gelijk delen 3.0 Nederland Licentie ►http://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/3.0/nl/
7