Bijlage bij Belastingnieuws Onderwijs November / December 2011
Inhoudsopgave Checklist Loonheffingen ............................................................................................... 3 1. Afschaffing spaarloonregeling en levensloopregeling en introductie vitaliteitsregeling ..................................................................................................... 3 2. Werknemers met een (bestel)auto van de zaak ..................................................... 3 3. Werkkostenregeling ................................................................................................ 4 4. Uit het buitenland gehaalde werknemers .............................................................. 4 5. Verbreding grondslag premie Zorgverzekeringswet ..............................................5 6. Eigenrisicodragerschap WGA ..................................................................................5 7. Wet uniformering loonbegrip (WUL) .....................................................................5 8. Personeelsfeesten .....................................................................................................5
PwC
1
Checklist Loonheffingen
Checklist Loonheffingen 1. Afschaffing spaarloonregeling en levensloopregeling en introductie vitaliteitsregeling De spaarloonregeling en levensloopregeling worden gefaseerd afgeschaft. In plaats hiervan komt in 2013 een wettelijke spaarregeling die voor alle Nederlanders geldt: de vitaliteitsregeling. De regeling hoeft niet door de werkgever te worden gefaciliteerd. De levensloopregeling wordt grotendeels afgeschaft; alleen werknemers die op 31 december 2011 ten minste EUR 3.000 hebben gespaard in hun levensloopregeling kunnen (onbeperkt) blijven deelnemen in de levensloopregeling. Tegoeden op de spaarloonrekening van werknemers zijn volledig vrij opneembaar per 1 januari 2012. Dit betekent dat werknemers in 2011 nog het maximum bedrag (EUR 613) kunnen sparen uit hun bruto loon en dit vervolgens begin 2012 volledig belastingvrij kunnen opnemen. Dit kan werknemers een voordeel opleveren tot EUR 300. Let op: een toenemende deelname aan de spaarloonregeling door werknemers kost de werkgever wel geld (in de vorm van 25% eindheffing).
Acties: I.
Aanpassen arbeidsvoorwaarden
II.
Communicatie naar werknemers, inclusief overgangsrecht levensloopregeling en spaarloonregeling
2. Werknemers met een (bestel)auto van de zaak De eisen voor een lagere bijtelling inzake schonere auto's zullen in fases worden aangescherpt. De bijtelling voor de bestelbussen en rittenadministratie kan achterwege blijven, als er een werkgevers-/werknemersverklaring naar de belastingdienst wordt gestuurd.
Acties: I.
Aanpassen lease-regeling
II.
Aanpassen regels en procedures omtrent gebruik bestelauto's
III.
Communicatie naar werknemers
PwC
3
3.
Werkkostenregeling
1 januari 2012 is weer een nieuw keuzemoment om over te stappen op de werkkostenregeling. Dit is de nieuwe regeling voor vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers. De werkkostenregeling kan werkgevers ook financieel vóórdeel opleveren. Een goede en tijdige analyse van de consequenties van de werkkostenregeling is daarom raadzaam. Overigens is een overstap naar de werkkostenregeling uiterlijk 1 januari 2014 verplicht. Onlangs zijn er weer wijzigingen doorgevoerd in de werkkostenregeling: •
Per 2013 wordt het budget voor de vrije ruimte verhoogd naar 1,6% (is nu 1,4%) en biedt werkgevers dus meer ruimte voor belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen
•
Onder de werkkostenregeling mogen eigen bijdragen van werknemers op collectief niveau worden berekend
•
Het begrip werkruimte onder de werkkostenregeling wordt onder bepaalde voorwaarden verruimd
Acties: I.
Beslissing nemen om per 2012 wel of niet over te stappen op de werkkostenregeling
II.
Voorbereiden op een overstap naar de werkkostenregeling per uiterlijk 1 januari 2014, inclusief stappenplannen, aanpassingen financiële- en salarisadministratie, aanpassen arbeidsvoorwaarden, overleg OR etc.
4. Uit het buitenland gehaalde werknemers De voorwaarden voor de 30%-regeling (gunstig fiscaal regime voor vanuit het buitenland gehaalde werknemers) worden aangescherpt; dit betreft onder meer een scherpere looneis om vast te stellen of iemand specifiek deskundig is, strengere regels voor remigrerende Nederlanders, beperkingen ten aanzien van de 30%regeling voor werknemers uit België, Luxemburg en de grensstreek van Duitsland en een maximale duur van de regeling van 8 jaar.
Acties: I.
Impact nieuwe voorwaarden 30%-regeling bepalen
II.
Zonodig policy aanpassen
PwC
4
5. Verbreding grondslag premie Zorgverzekeringswet Met ingang van 2012 wordt het maximum bijdrage-inkomen voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet gelijkgesteld aan het maximum premieloon werknemersverzekeringen (EUR 50.065) onder gelijktijdige verlaging van het premiepercentage naar 7,1%. Voor werknemers in het hoogste belastingtarief betekent dit een netto achteruitgang van EUR 500 per jaar. Een werkgever is voor deze werknemer EUR 963 per jaar meer kwijt. Voor werknemers met een relatief laag loon betekent deze maatregel een vooruitgang.
Acties: I.
Berekening impact op salariskosten
II.
Communicatie naar werknemers
6.
Eigenrisicodragerschap WGA
Gelet op de ontwikkelingen van de laatste tijd wordt het privaat verzekeren van de WGA (wettelijke arbeidsongeschiktheidsverzekering) voor steeds meer bedrijven voordeliger dan premies aan de overheid betalen. Om de verzekering bij de overheid te kunnen beëindigen en over te kunnen stappen naar een private verzekering, moet tijdig een verzoek door de werkgever worden ingediend. Vanaf 2012 is een dergelijk verzoek wellicht nog maar één keer per jaar mogelijk (per 1 januari).
Actie: I.
In 2012 financiële voordeligheid van een overstap naar een private verzekering onderzoeken en tijdig uitstapverzoek indienen
7.
Wet uniformering loonbegrip (WUL)
Deze wet moet de loonstrook begrijpelijker maken en heeft invloed op de werkgeverslasten. De invoering van deze wet is nu vastgesteld op 1 januari 2013.
Actie: I.
In 2012 tijdig de impact van de WUL in kaart brengen
8.
Personeelsfeesten
Voor werkgevers die in 2011 niet zijn overgestapt op de werkkostenregeling geldt onder voorwaarden een maximumbedrag van EUR 454 per werknemer per jaar dat onbelast mag worden besteed aan personeelsfeesten, -reizen en dergelijke. Bij de
PwC
5
bepaling van de waarde van het personeelsfeest/reis mag gebruik gemaakt worden van bepaalde normbedragen (bijvoorbeeld voor maaltijden). Indien de kosten meer bedragen dan EUR 454 per jaar moet over het meerdere loonheffingen worden afgedragen.
Acties: I.
Belaste waarde van in 2011 plaatsgevonden personeelsfeesten/reizen berekenen
II.
Eventueel verschuldigde loonheffingen afdragen
PwC
6
Disclaimer. Hoewel aan de uitgave van de notitie de uiterste zorg is besteed, kan geen aansprakelijkheid voor de inhoud worden aanvaard. Op onderdelen van de regelgeving bestaat nog geen rechtspraak, zodat mogelijk een gunstiger resultaat kan worden bereikt dan in deze notitie is beschreven. De notitie is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en kan niet worden beschouwd als een juridisch, financieel, fiscaal of ander professioneel advies. Cliënten die deze notitie ontvangen worden geadviseerd hun PwC belastingadviseur te contacteren alvorens te handelen op de verstrekte informatie. Bij PwC in Nederland werken ruim 4.600 mensen met elkaar samen vanuit 12 vestigingen en drie verschillende invalshoeken: Assurance, Tax & HRS en Advisory. We leveren sectorspecifieke diensten en zoeken verrassende oplossingen, niet alleen voor nationale en internationale ondernemingen, maar ook voor overheden en maatschappelijke organisaties. 'PwC' is het merk waaronder member firms van PricewaterhouseCoopers International Limited (PwCIL) handelen en diensten verlenen. Samen vormen deze firms het wereldwijde PwC-netwerk. Elke firm in het netwerk is een afzonderlijke juridische entiteit en handelt voor eigen rekening en verantwoording en niet als vertegenwoordiger van PwCIL of enige andere member firm. PwCIL verricht zelf geen diensten voor klanten. PwCIL is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor het handelen of nalaten van welke van haar member firms dan ook, kan geen zeggenschap uitoefenen over hun professioneel oordeel en kan hen op geen enkele manier binden.