Checklist hygiëneadvies voor een zorginstelling bij een uitbraak van gastro-enteritis Naam locatie: Bezoekadres: Naam contactpersoon: Datum: Ingevuld door:
Voorbereiding op hygiëne advies bezoek Soort instelling: verpleeghuis, verzorgingshuis, revalidatie, p-g Contactgegevens: naam instelling/ melder/ leidinggevende/ NAW gegevens/ email/ tel Organisatie van uitbraakbestrijding; uitbraakteam? Ernst & diagnose; verschijnselen, duur, labuitslagen, complicaties e
Registratie & overzicht houden op omvang van uitbraak; verloop uitbraak, afdelingen, 1 ziektedag, aantal zieken, laatste ziektedag, totaal aantal at risk, aantal medewerkers ziek. Organisatorische maatregelen: specifieke problemen gemeld? Hygiëne maatregelen: specifieke knelpunten? Communicatie; is er onrust of leven bepaalde vragen?
Bespreking situatie ter plaatse: Klopt de anamnese, nieuwe ontwikkelingen, nieuwe gevallen Hoe is voorlichting aan de medewerkers over hygiëne geregeld, waar kunnen ze terecht met vragen?
Aandachtspunten:
Rondleiding (van schoon naar 'vies') Indeling gebouw: in welke units/ afdelingen zijn de zieke bewoners? NB andere voorzieningen op zelfde locatie?
Centrale keuken Op de afdeling:
Keuken en huiskamer
Opslag linnengoed
Kamer patiënt/ bewoner; éénpersoons / meerpersoons
Voorzieningen om handen te wassen
Toiletten / badkamers
Opbergruimte schoonmaakmateriaal
Spoelkeuken
Aandachtspunten:
15.Verbetering2b.Checklist_hygieneadvies_ZI
-1-
V21dec2012
De zeven belangrijkste hygiëneadviezen bij zorginstellingen 1. Handhygiëne 2. Persoonlijke hygiëne. 3. Correct gebruik van beschermende middelen. 4. Toilethygiëne en contact met ontlasting 5. Hygiënisch werken
Voedsel
Met linnengoed
Met afvalbakken en -zakken
Met verpleegmaterialen zieke bewoners
In spoelkeuken
6. Reiniging en desinfectie; van schoon naar vies 7. Organisatorische maatregelen; basisprincipe zieke en gezonde mensen gescheiden houden. 1. Handhygiëne Hulpmiddelen; zie toolkit handhygiëne (SNIV-site) Wanneer; alle medewerkers zijn op de hoogte van de momenten waarop de handen moeten worden gewassen. Hoe; alle medewerkers zijn op de hoogte van de wijze waarop de handen moeten worden gewassen. Waarmee; bij (vermoeden van) norovirus; de handen wassen met water en zeep, handalcohol werkt onvoldoende. Aandachtspunten:
Wanneer handen wassen 1. Voor contact met een cliënt 2. Voor schone/steriele handelingen 3. Na contact met lichaamsvloeistof 4. Na contact met een cliënt 5. Na het aanraken van de omgeving van de cliënt 6. Na het dragen van handschoenen 7. Na schoonmaakwerkzaamheden 8. Na eigen toiletbezoek 9. Voor contact met voeding, en voor het eten. 10. Voor naar huis gaan
15.Verbetering2b.Checklist_hygieneadvies_ZI
-2-
V21dec2012
2. Persoonlijke hygiëne Medewerkers dragen kleding met korte mouwen, goed reinigbaar – bij voorkeur dienstkleding, of eigen kleding die heet gewassen kan worden. Medewerkers dragen geen hand- en polssieraden, korte nagels. De doktersjas of dienstkleding wordt gesloten gedragen. Gebruikte persoonlijke materialen (b.v. pen, telefoon, stethoscoop) worden na gebruik, bij kans op besmetting, gedesinfecteerd. Aandachtspunten:
3. Beschermende middelen Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn beschikbaar en de medewerkers zijn voorgelicht wanneer deze te gebruiken. Draag handschoenen en (de juiste) schort tijdens de verzorging van de cliënt, contact met lichaamsvloeistoffen en verschonen bed. Gebruik mondneusmasker ( type FFP 1) bij braken en bij verschonen van bed. Zorg dat deze in de directe nabijheid aanwezig zijn. Na de behandeling/ verzorging worden de handschoenen direct uitgetrokken en de handen worden gewassen of gedesinfecteerd. Juiste materialen:
Schorten met lange mouwen
Handschoenen, bij voorkeur type nitril, geen polyethyleenhandschoenen
Mondmasker - FFP1
Aandachtspunten:
4. Toilethygiëne en contact met ontlasting Er is scheiding tussen toilet zieken / niet zieken (alternatief zieken eigen postoel). Dit geldt zo mogelijk ook voor personeel dat ziek geweest is. Bewoners, familie worden gestimuleerd om de handen te wassen. Er is een wasbak in de sanitaire ruimte met papieren handdoekjes, vloeibare zeep en afvalemmer. Bij beëindiging epidemie overgebleven closetrollen (in toiletruimte) weggooien. Pas handhygiëne toe na contact met urine en ontlasting Gebruik bewonersgebonden materialen (po / fles / postoel). Gebruikte materialen direct in pospoeler en/of opruimen. Incontinentiemateriaal afvoeren in plastic gesloten zak ( 1 knoop). Gebruik bij voorkeur geen incoboxen. Aandachtspunten:
15.Verbetering2b.Checklist_hygieneadvies_ZI
-3-
V21dec2012
5. Hygienisch werken Voedsel Bij aanwezigheid van afdelingskeuken wordt er gewerkt volgens de ‘Hygiënecode voor de voedingsverzorging in woonvormen’ Voedsel in ruimten waar gebraakt is moet men weggooien omdat dit mogelijk besmet is. Aandachtspunten:
Linnengoed Gebruik handschoenen bij het verwerken van vuil linnengoed/ wasgoed. Neem de kar met schoon wasgoed niet mee op de kamer. Leg geen schone materialen op de vuile waskar. Houdt zowel schoon als vuil wasgoed vrij van de vloer. Vermijd wapperen met vieze lakens. Zakken sluiten zonder de lucht eruit te duwen (niet te vol, één knoop) Informeer de wasserij. Aandachtspunten: Afvalbakken en -zakken Prullenbakken: bij voorkeur no touch bediening (voetpedaal), anders geen deksel gebruiken Afvalbakken dagelijks verschonen en aanwezige deksel reinigen. Afvalzakken en waszakken sluiten zonder de lucht eruit te duwen (niet te vol, één knoop) Aandachtspunten:
Verpleegmaterialen zieke bewoners Verpleegmaterialen welke zowel door zieken als niet-zieken worden gebruikt, dienen na reiniging te worden gedesinfecteerd. (NB slings tillift, glijmatjes) Geen gebruik verbandkar, gebruik bewonersgebonden verbandmandjes. Aandachtspunten:
Spoelkeuken Goed werkende pospoeler aanwezig. Scheiding tussen schoon en vuil. Er wordt geen schoon wasgoed bewaard. Gebruik van borstels, geen sponzen. Juiste reinigings- en desinfectiemiddelen. De ruimte is schoon (= dagelijks reinigen) Aandachtspunten:
15.Verbetering2b.Checklist_hygieneadvies_ZI
-4-
V21dec2012
6. Reiniging en desinfectie; van schoon naar ‘vies’ (meest besmette plekken het laatst schoonmaken )
Schoonmaak algemeen Schoonmaakprogramma met daarin welke ruimten, wat, waarmee en met welke frequentie er moeten worden schoongemaakt. Schoonmaakproces en de gemaakte afspraken wordt regelmatig gecontroleerd. Iedereen die op één of andere manier bij de uitvoering van het schoonmaakonderhoud betrokken is, is door een deskundige geïnstrueerd. Aandacht voor werkvolgorde (schoon naar vuil) en de mogelijkheid om voor diverse reinigingsdoelen diverse kleuren werkdoeken en emmers te gebruiken. Voorkeur gebruik maken van wegwerp sopdoekjes, herbruikbare doeken wassen op 90°C. Schoonmaakmateriaal dagelijks op de juiste wijze reinigen, drogen en opruimen Schoonmaakmaterialen en –middelen worden in een aparte werkkast opgeslagen. De werkkast wordt minimaal maandelijks gereinigd op een huishoudelijke wijze. Werkkast heeft ophangsysteem voor de schoonmaakmaterialen (bezems, trekkers, e.d.). Er is een uitstortgootsteen aanwezig. Alleen wanneer oppervlakken, meubilair of voorwerpen verontreinigd zijn met bloed, ontlasting of lichaamsvloeistoffen met daarin zichtbare bloedsporen, dient te worden gedesinfecteerd. Alleen desinfectiemiddelen die zijn voorzien van een N-nummer, met uitzondering van alcohol 70%. Aandachtspunten:
Reiniging en desinfectie specifiek bij gastro-enteritis uitbraak Eerst reinigen, daarna pas desinfectie. Altijd van schoon naar vies werken. Grote oppervlakken alleen reinigen. Contactpunten en plaatsen waar braaksel/ ontlasting ligt na reiniging ook desinfecteren. Ontlasting en braaksel; (eerst opnemen met papier, met beschermingsmiddelen!) reinig direct en desinfecteer daarna Vooral aandacht besteden aan handgrepen, deurknoppen, lichtknoppen de kraan, toiletbril en bediening. (let op trektouwtjes) Toiletten (inclusief personeelstoilet) driemaal daags reinigen en desinfecteren met chlooroplossing, concentratie 1000 ppm (= 1 tablet van 1 gram opgelost in 1 liter lauw warm water). Gebruik toiletgebonden reinigingsmateriaal. Voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt. Aandachtspunten:
15.Verbetering2b.Checklist_hygieneadvies_ZI
-5-
V21dec2012
7. Organisatorische maatregelen; basisprincipe zieke en gezonde mensen gescheiden houden. Cohortverpleging; voor de ‘unit’ die af te scheiden is Houd units met zieke bewoners gescheiden/gesloten van units zonder zieken Label de besmette unit/ afdeling. Afspraken over therapieën en activiteiten. Aandachtspunten:
Maatregelen medewerkers / vrijwilligers Personen met klachten melden bij de leidinggevende. Geen uitwisseling tussen besmette en niet-besmette afdelingen. Geen invalkrachten inzetten die ook op andere afdelingen werken. Zieke medewerkers mogen na herstel werken; met strikte toilethygiëne gedurende een week. Personeel brengt de pauzes zoveel mogelijk op de afdeling door en verlaat na werktijd de instelling direct. Paramedische diensten; werken het laatst op afdeling(en) met zieken en verlaten dan pand. Aandachtspunten:
Maatregelen bezoek Bezoek eventueel verminderen en zieke bezoekers adviseren niet te komen. Na bezoek handhygiëne uitvoeren. Na het bezoek de zorginstelling direct verlaten. Evt. route voor bezoek afspreken naar en vanaf units met zieken.
Aandachtspunten:
15.Verbetering2b.Checklist_hygieneadvies_ZI
-6-
V21dec2012