Checklijsten Top 10 Risicovolle Activiteiten
1
Inleiding
Inhoud Inleiding 3 Handleiding 5 Checklijsten Top 10 Risicovolle Activiteiten 1 Besloten ruimten 2 Elektriciteit 3 Gevaarlijke stoffen 4 Graven putten en sleuven 5 Horizontaal en verticaal transport 6 Las- en snijwerkzaamheden 7 Slijp- en schuurwerkzaamheden 8 Veiligheid bij (spoor)wegen 9 Werken onder gascondities 10 Werken op hoogte
9 13 15 17 19 23 25 27 29 31
2
gasunie.nl
Inleiding
3
Inleiding Veiligheid staat bij Gasunie altijd voorop. Wij nemen tal van maatregelen om ervoor te zorgen dat wij aardgas op een betrouwbare en veilige manier kunnen transporteren. Ook vinden wij het belangrijk dat de medewerkers die voor Gasunie werkzaamheden uitvoeren, dit veilig kunnen doen. Daarom streven wij naar het voorkómen van incidenten. Primair zorgt het vakmanschap van onze medewerkers ervoor dat er bij Gasunie veilig wordt gewerkt. Mocht er onverhoopt toch een incident plaatsvinden, dan willen wij daarvan leren. Niet alleen van ongevallen en incidenten, maar ook van potentiële ongevallen. Uit de incidentendatabase van Gasunie is een top 10 van (potentieel) risicovolle werkzaamheden gehaald. De oorzaken van incidenten worden verzameld en omgezet in kennis die breed in de organisatie wordt verspreid. Voor elk van deze 10 risicovolle werkzaamheden is als hulpmiddel een checklijst opgesteld die de medewerkers ter controle kunnen gebruiken voordat ze deze gaan uitvoeren. Deze checklijsten kunnen gebruikt worden bij het: u beoordelen van het VGM-plan of het toetsen van een Taak Risico Analyse (TRA); u voorbereiden van een werkvergunning; u toezicht houden in het veld als ruggensteun of reminder; u uitvoeren van een Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA); u uitvoeren van een OOG-ronde. Hierover wordt in dit boekje een korte uitleg gegeven. Het spreekt voor zich dat de “Golden Rules of Safety” onverkort van toepassing zijn. Mocht je verbetervoorstellen hebben of anderszins vragen of opmerkingen, dan horen wij dat graag. Geef jouw reactie door aan de afdeling Veiligheid:
[email protected]. Ik vertrouw erop dat deze checklijsten bijdragen aan het waarborgen en verbeteren van onze veiligheidsperformance. Han Fennema CEO Gasunie
4
gasunie.nl
Handleiding
5
Handleiding Hieronder volgt een korte uitleg over de wijze waarop je de “Checklijsten Top 10 Risicovolle Activiteiten” kunt gebruiken.
VGM-plan en TRA Bij het beoordelen van het VGM-plan of het toetsen van een TRA kun je nagaan of de beheersmaatregelen in overeenstemming zijn met de checklijsten.
Werkvergunning Als je een werkvergunning voorbereidt zijn de checklijsten een goed hulpmiddel om veiligheidsaspecten van specifieke activiteiten te beoordelen.
Toezicht Toezicht op uitvoering van werkzaamheden is een verantwoordelijkheid van verschillende functionarissen, bijvoorbeeld de leidinggevende, beheerder, projectleider, verstrekker van de werkvergunning, hoofdopzichter en de vakopzichter. Als je toezicht houdt zijn de checklijsten een goed hulpmiddel om veiligheidsaspecten van specifieke activiteiten te beoordelen.
Laatste Minuut Risico Analyse Bij de Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) stel je jezelf de volgende vragen: 1. Is de opdracht duidelijk? 2. Ken ik de extra voorwaarden uit de werkvergunning en eventueel de Taak Risico Analyse? 3. Heb ik mij ervan overtuigd dat de installatie drukloos en/of spanningsvrij is? 4. Heb ik het tijdig gekeurde en juiste gereedschap en kan ik het veilig gebruiken? 5. Zijn werkomgeving en vluchtroutes zodanig in orde dat ik het werk veilig kan uitvoeren en verlaten? 6. Heb ik de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen? 7. Heb ik ook rekening gehouden met de overige Golden Rules of Safety die van toepassing zijn?
6
gasunie.nl
Bij het beantwoorden van de eerste twee vragen kun je met behulp van de checklijsten nagaan of aan de voorwaarden wordt voldaan.
eten! eker w
rken? Z
e Veilig w Laatste ) (LMRA
t Risico
Minuu
ilig kan
lf of ik ve
roleer ze
Ik cont
Analyse werken:
elijk? werkht duid en uit de opdrac Analyse? orwaard 1. Is de ak Risico extra vo Ta de de ik l tie entuee 2. Ken installa ng en ev d dat de ig tu er vergunni n ov va ? er is j ij ri sv ik m anning 3. Heb en/of sp en juiste n? drukloos keurde gebruike jdig ge t veilig g ik het ti he eb ik H n zodani 4. ka en p ha htroutes sc n en re en vluc gereed oe ng tv vi mge kan ui g ko ili er ve w k 5. Zijn het wer , dat ik in orde rmings e besche n? oonlijk verlate rs pe juiste de ige ik er 6. Heb de ov en met n? gehoud middele epassing kening to re k n va oo e ik 7. Heb Safety di Rules of Golden zijn?
= 7 x “Ja”
GO!
mijn ik met er. overleg ichthoud Anders of toez evende leidingg
Veilig w erken?
Ik neem
aan da
STOP!
Zeker w eten!
t het ve
Laatste Minuu t Risico (LMRA ) A
ilig is..
nalyse
.
Handleiding
7
Veiligheidsronde (OOG) Het uitvoeren van veiligheidsrondes (OOG-rondes) is vastgelegd in de procedure VGM_3.2-40 “Uitvoeren van veiligheidsronde”. Aan deze procedure is ook een formulier gekoppeld met algemene aandachtspunten. Met behulp van de checklijsten kun je naar specifieke risicovolle activiteiten kijken. Weet je overigens dat je meer afwijkingen ziet als je de veiligheidsronde op een thema uitvoert dan wanneer je algemeen rondkijkt? Hiervoor kun je één of meer van de checklijsten gebruiken. Als aanvulling op de procedure VGM_3.2-40 volgen hier enkele tips: Sta stil en neem bewust waar met alle zintuigen en observeer de mensen die bezig zijn. Ga in gesprek en gebruik daarbij onderstaande regels: u toon respect voor de medewerker die je aanspreekt u beschrijf concreet en specifiek gedrag dat je zelf hebt waargenomen u gebruik hierbij de ik-vorm u laat je gesprekspartner reageren u verken samen oplossingen of achtergronden u vraag om het gewenste gedrag Je kunt ook gebruikmaken van de Laatste Minuut Risico Analyse (LMRA) om in gesprek te gaan. 1. Ken je de opdracht en is deze duidelijk? 2. Ken je de eventuele extra voorwaarden uit de werkvergunning en de Taak Risico Analyse? 3. Heb je jezelf ervan overtuigd dat de installatie drukloos en/of spanningsvrij is? 4. Heb je het tijdig gekeurde en juiste gereedschap en kun je het veilig gebruiken? 5, Heb je gecontroleerd of de werkomgeving en vluchtroutes zodanig in orde zijn dat je het werk veilig kunt uitvoeren en verlaten? 6. Heb je de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen? 7. Heb je ook rekening gehouden met de overige Golden Rules of Safety die van toepassing zijn?
8
gasunie.nl
Golden Rules of Safety De “Checklijsten Top 10 Risicovolle Activiteiten” gaan dieper in op de volgende Golden Rules: Grondwerkzaamheden, Besloten ruimten, Werken op hoogte, Hijsen en heffen en Verkeersveiligheid.
1
Besloten ruimten
Besloten ruimten
9
Besloten ruimten 1. Algemeen .1. Is een TRA vereist en opgesteld? 1 1.2. Is een werkvergunning verleend? 1.3. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken? 1.4. Worden de juiste PBM’s gedragen?
2. Werkomgeving 2.1. Is de besloten ruimte van de omgeving geïsoleerd doordat: u e ventuele toe- en afvoerleidingen zo dicht mogelijk bij de besloten ruimte zijn afgeblind of verwijderd; u eventuele toe- en afvoerleidingen zijn afgesloten volgens het zogenaamde “double block and bleed”-principe; u is veiliggesteld op een andere manier (raadpleeg VB), waarbij: - Indien slechts één afsluiter kan worden gesloten tussen de te betreden ruimte en de gasvoerende in bedrijf zijnde leiding of installatie, dient deze een aftap- c.q. ontluchtingsopening te hebben (met afsluiter) tussen de twee afdichtingen. De afsluiter dient bij aanvang van de werkzaamheden goed af te dichten. De afsluiter op de ontluchtingsopening van het afsluiterhuis dient open te blijven. In het leidingdeel tussen de afsluiter en de te betreden ruimte dient continu gasdetectie plaats te vinden met visueel en/ of akoestisch alarm; - de besloten ruimte geforceerd wordt geventileerd (ventilator of ejecteur, geschikt voor zone 1)? 2.2. Zijn de afmetingen van de toegang tot een besloten ruimte dusdanig dat deze ruimte in geval van nood snel kan worden verlaten? 2.3. Zijn bewegende of draaiende delen of aandrijvingen geblokkeerd of afgekoppeld? 2.4. Is elke geopende toegang tot de besloten ruimte voorzien van een “entrytag”?
10
gasunie.nl
2.5. Is alvorens een besloten ruimte zonder adembescherming wordt betreden, kort daarvoor vastgesteld dat: u d e zuurstofconcentratie ligt tussen 20 en 21%; u de concentratie van brandbare gassen en dampen lager is dan 10% LEL; u de concentratie van eventuele giftige gassen en dampen lager is dan de grenswaarde; u geen brandbare, giftige of zuurstofverdringende gassen en/ of dampen kunnen ontstaan of vrijkomen? 2.6. Dragen personen die de besloten ruimte betreden zonder ademhalingsbescherming, zuurstofdetectie en gasdetectieapparatuur met akoestisch alarm? 2.7. Zijn geschikte reddings- en beschermingsmiddelen voorhanden? 2.8. Zijn besloten ruimten die brandbare en/of giftige vloeistoffen bevatten of hebben bevat, schoongemaakt door een gespecialiseerd reinigingsbedrijf? 2.9. Is na het reinigen een schriftelijke “schoon”-verklaring door het reinigingsbedrijf afgegeven? 2.10. Is een besloten ruimte die gedurende langere tijd niet wordt betreden, ontoegankelijk gemaakt.? 2.11. Als de toegang tot de besloten ruimte zich niet in de buitenlucht bevindt (maar in bijvoorbeeld een opstellingsruimte): u Is de omgevingsruimte voorzien van continue gasdetectie? - Zijn alle openingen van de besloten ruimte aan het eind van de werkdag afgesloten met blindflenzen of deksels enz. die geschikt zijn voor de ontwerpdruk van de installatie, indien in de omgevingsruimte geen gasdetectie aanwezig is? 2.12. Wordt er tijdig en voldoende geventileerd voor en tijdens het betreden van de besloten ruimte?
Besloten ruimten
11
3. Personeel 3.1. Wordt tijdens aanwezigheid in de besloten ruimte bij de toegang permanent door een gekwalificeerde mangatwacht contact gehouden met de personen in de ruimte? 3.2. Zijn voorzieningen getroffen om visueel/ verbaal te kunnen blijven communiceren met de wacht(en) buiten de besloten ruimte? 3.3. Is het personeel dat in geval van nood een reddingsactie binnen de besloten ruimte uit moet voeren, voorzien van onafhankelijke adembeschermingsmiddelen? 3.4. Zijn daartoe in de onmiddellijke nabijheid minimaal twee personen aanwezig voor redding?
4. Elektrische apparatuur 4.1. Heeft elektrische apparatuur een maximale aansluitspanning van 50 V wisselstroom of 120 V gelijkstroom? 4.2. Zijn omzetters of veiligheidstrafo’s buiten de besloten ruimten geplaatst?
12
gasunie.nl
Elektriciteit
2
Elektriciteit
13
Elektriciteit 1. Algemeen 1.1. Is een TRA vereist en opgesteld? 1.2. Is een werkvergunning vereist en verleend? 1.3. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken met alle uitvoerenden? 1.4. Worden de juiste PBM’s gedragen? 1.5. Voor het werken aan elektrische installaties: is voldoende gewaarborgd dat deze eerst spanningsloos zijn gemaakt en zijn er maatregelen getroffen tegen het onbedoeld inschakelen (lock-out/ tag-out)? 1.6. Zijn alle elektrische onderdelen goed geïsoleerd en vrij van beschadigingen? 1.7. Zijn elektrische onderdelen op een juiste manier geaard en schakelt de installatie zich bij aardlek uit? 1.8. Zijn de juiste PBM’s verschaft en worden ze gebruikt waar nodig? Voorbeelden hiervan zijn schoenen met isolerende zolen, handschoenen en vlamvertragende kleding. 1.9. Is bij risicovolle werkzaamheden aan elektrische installaties toezicht aanwezig om in geval van nood snel adequate hulp te kunnen verlenen?
2. Materiaal/middelen 2.1. Is in de bouwput uitsluitend veilige spanning aanwezig? Dit is maximaal 50 V wisselspanning of 110V gelijkspanning 220 V wisselspanning na een scheidingstransformator. 2.2. Is het 220 V handgereedschap van een dubbel geïsoleerde uitvoering? 2.3. Zijn 220 V wisselspanning handgereedschappen of looplampen in het tracé of in de bouwput aangesloten op een scheidingstransformator? 2.4. Zijn verplaatsbare leidingen vrij hangend, niet liggend op de grond, opgehangen? 2.5. Zijn verplaatsbare leidingen bij rijbaankruisingen goed afgeschermd tegen mechanische beschadiging? 2.6. Zijn de E-installaties in de tijdelijke voorzieningen gekeurd en zijn de aardfoutbewakingen getest?
14
gasunie.nl
2.7. Is de werkvloer van rijplaten op de prefab-locatie voldoende vereffend en aangesloten op de aarde? 2.8. Zijn in gebruik zijnde haspels volledig afgerold? 2.9. Zijn de zwerfkasten gekeurd volgens NEN 3140 en voorzien van aardfoutbewaking en zijn deze getest? 2.10. Zijn afdoende veiligheidsmaatregelen getroffen bij werkzaamheden in de nabijheid van bovengrondse hoogspanningsleidingen?
Gevaarlijke stoffen 3
Gevaarlijke stoffen
15
Gevaarlijke stoffen 1. Algemeen 1.1. Is een TRA vereist en opgesteld? 1.2. Is een werkvergunning vereist en verleend? 1.3. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken? 1.4. Worden de juiste PBM’s gedragen (eventueel ook adembescherming/huidbescherming)?
2. Werkomgeving 2.1. Zijn de gevaarlijke (afval)stoffen op de juiste wijze geëtiketteerd? 2.2. Zijn de gevaarlijke (afval)stoffen op de juiste wijze opgeslagen en zo nodig gescheiden opgeslagen (PGS 15)? 2.3. Worden de voorgeschreven metingen uitgevoerd en vastgelegd? 2.4. Is veiligheidsinformatie over aanwezige gevaarlijke (afval) stoffen beschikbaar voor de medewerkers (specifieke eerste hulpmaatregelen ingeval iemand in aanraking is gekomen met gevaarlijke (afval)stoffen)? 2.5. Worden regelmatig LEL-metingen uitgevoerd (indien van toepassing)? 2.6. Zijn er gekeurde brandblussers aanwezig? 2.7. Is de werkomgeving vrij van brandbaar materiaal? 2.8. Zijn vluchtwegen aanwezig en goed toegankelijk? 2.9. Staan de gasflessen stabiel opgesteld? 2.10. Worden de gevaarlijke (afval)stoffen op de juiste wijze afgevoerd? 2.11. Zijn er voorzieningen aanwezig om verspreiding van de (afval) stoffen in het milieu te voorkomen? 2.12. Indien gewerkt wordt aan onderdelen van installaties (vaten, leidingen, etc.): is bij werkzaamheden aan/ in deze installaties gewaarborgd dat deze vooraf productvrij zijn gemaakt en zijn maatregelen getroffen tegen onbedoeld opstarten zodat er geen product kan toestromen/uitstromen (isolatie of barrière)?
16
gasunie.nl
2.13. Is de plek waar gewerkt wordt met gevaarlijke (afval)stoffen goed geventileerd? 2.14. Wanneer meerdere gevaarlijke (afval)stoffen worden toegepast of opgeslagen, kunnen dan geen reacties ontstaan? 2.15. Zijn er noodvoorzieningen (zoals bijv. nooddouches) aanwezig in de nabijheid van de werkplek waar gewerkt wordt met gevaarlijke (afval)stoffen?
Graven putten en sleuven 4
Graven putten en sleuven
17
Graven putten en sleuven 1. Algemeen 1.1. Is een TRA vereist en opgesteld? 1.2. Is een werkvergunning vereist en verleend? 1.3. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken? 1.4. Worden de voorschriften uit de werkvergunning nageleefd? 1.5. Worden de juiste PBM’s gedragen (eventueel ook adembescherming/huidbescherming)?
2. Voorbereiding 2.1. Is een KLIC-melding gedaan? 2.2. Is de afdeling Tracébeheer ingeschakeld? 2.3. Vooroverleg met andere kabel- en leidingbeheerders? 2.4. Vooroverleg met andere belanghebbenden (b.v. wegbeheerders, waterschappen en spoorwegen)? 2.5. Is de ligging van alle kabels en leidingen gecontroleerd? 2.6. Zijn tekeningen van kabels en leidingen bij de graver aanwezig? 2.7. Is de afsprakenlijst bij de graver aanwezig? 2.8. Zijn betrokkenen bij het graven op de hoogte van ligging kabels en leidingen en te nemen beheersmaatregelen?
3. Uitvoering 3.1. Zijn de proefsleuven op een veilige manier gegraven? 3.2. Is de kraanbak zonder tanden? 3.3. Is een goede communicatie tussen graver en grondwerker mogelijk? 3.4. Worden de beheersmaatregelen uitgevoerd en de afspraken nagekomen? 3.5. Is de graver voldoende deskundig en ervaren? 3.6. Is er een goede bereikbaarheid van de hulpdiensten? 3.7. Is er sprake van een besloten ruimte? 3.8. Worden de activiteiten goed gecoördineerd? 3.9. Wordt er geen oneigenlijk gebruik gemaakt van constructieonderdelen of bestaande infrastructuur (lopen op stempeling, staan op leiding)?
18
gasunie.nl
4. Werkput 4.1. Is de helling van het talud juist? 4.2. Is het talud stabiel? 4.3. Is er een veilige toegang mogelijk? 4.4. Is er voldoende veilige werkruimte? 4.5. Zijn er voldoende veilige vluchtwegen? 4.6. Worden de juiste gereedschappen gebruikt? 4.7. Wordt er een veilige spanning toegepast? 4.8. Vindt er een periodieke beoordeling van de werkput plaats? 4.9. Vindt er een specifieke beoordeling plaats na slecht weer? 4.10. Is er een adequate grondkerende constructie toegepast? 4.11. Is deze constructie juist berekend? 4.12. Is er een adequate wateronttrekking in de werkput?
5. Omgeving werkput 5.1. Is de afzetting van de werkput en activiteiten voldoende en juist? 5.2. Wordt de juiste bebording toegepast? 5.3. Is er voldoende afstand tot andere objecten (wegen, watergangen, gebouwen, hoogspanningslijnen, etc.? 5.4. Is er voldoende vrije ruimte rondom de werkput? 5.5. Ligt de opslag van de uitgegraven grond op voldoende afstand van de werkput? 5.6. Liggen het gebruikte materiaal en materieel op voldoende afstand van de werkput? 5.7. Is er voldoende manoeuvreerruimte van het gebruikte materieel? 5.8. Zijn maatregelen genomen om zandverstuiving tegen te gaan? 5.9. Zijn maatregelen genomen om vervuiling van wegen tegen te gaan? 5.10. Zijn verkeersmaatregelen genomen?
Horizontaal en verticaal transport
5
Horizontaal en verticaal transport
19
Horizontaal en verticaal transport
1. Algemeen 1.1. Is een TRA vereist en opgesteld? 1.2. Is een werkvergunning vereist en verleend? 1.3. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken? 1.4. Worden de voorschriften uit de werkvergunning nageleefd? 1.5. Worden de juiste PBM’s gedragen (eventueel ook adembescherming/huidbescherming)?
2. Verticaal transport 2.1. Wordt het hijswerktuig gebruikt bij een windkracht lager dan 6 (schaal Beaufort)? 2.2. Wordt het hijswerktuig en -gereedschap gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd? 2.3. Worden kranen gebruikt in overeenstemming met de gebruikershandleiding? 2.4. Worden bij mobiele kranen de stempels uitgezet? 2.5. Zijn de middelen gekeurd? 2.6. Geeft de kraanhulp of uitvoerder hijssignalen/hijsinstructies, als de machinist onvoldoende zicht heeft op de last? Als de kraanhulp geen visueel contact heeft met de machinist vindt instructie plaats met (explosieveilige) portofoons. 2.7. Is voor iedereen in het werkgebied duidelijk, wie verantwoordelijk is voor de hijssignalen/hijsinstructies en is de hiermee belaste kraanhulp of uitvoerder duidelijk herkenbaar door een hesje met een unieke opvallende kleur met eventueel de opdruk “Banksman”? 2.8. Wordt gebruik gemaakt van deugdelijk en onbeschadigd hijsgereedschap? 2.9. Is betrokken personeel opgeleid conform de SSVV Opleidingengids of beschikt men over een rijbewijs, bedieningscertificaat?
20
gasunie.nl
2.10. Is vóór de eerste ingebruikname en na iedere configuratiewijziging van een opbouwkraan of vaste torenkraan op de bouwplaats, de verplichte opbouwkeuring uitgevoerd door een onafhankelijke erkende instelling? Bij de opbouwkeuring moet, naast de wettelijke eisen, worden getoetst aan de eisen zoals vermeld in de gebruikershandleiding. 2.11. Staat de kraan stabiel en horizontaal opgesteld en op een stevige ondergrond? 2.12. Is de last deskundig vastgemaakt met de juiste hijsmiddelen? 2.13. Is het hijsmaterieel onbeschadigd en in goede staat? 2.14. Is de route waar de last over wordt gehesen, vrij van obstakels? 2.15. Verkeerd de last in goede staat, zodat deze niet uiteen kan vallen? 2.16. Zijn adequate maatregelen genomen en wordt er daarbij op toegezien dat er geen mensen binnen de gevaarszone van de kraan en de hangende last komen?
3. Registratie en identificatie 3.1. Zijn op de bouwplaats bij hijskranen aanwezig: u bedieningsvoorschriften; u onderhoudsgegevens; u kraanboek; u hijstabellen? 3.2. Zijn goed leesbaar en onuitwisbaar op de kraan en sideboom aangebracht de merken van: u de werklast (WLL: Work Load Limit); u het registratieteken; u datum van de laatste keuring? 3.3. Voor (mobiele) kranen en grondverzetmachines en sidebooms met een hijsfunctie met een bedrijfslastmoment (hefvermogen) van 10 tonmeter of meer: u is de machinist in het bezit van het hijsbewijs (certificaat van vakbekwaamheid van de Stichting TCVT); u kan de machinist het registratieboekje met ervaringsoverzicht tonen?
Horizontaal en verticaal transport
21
3.4. Voor kranen en sidebooms met een kleiner bedrijfslastmoment (hefvermogen) dan 10 tonmeter, een last groter dan 2000 kg of een giekhoogte lager dan 20 m boven de ondersteuning van de kraan: u is de machinist voldoende geïnstrueerd op basis van de gebruiksaanwijzing; u is een gerichte opleiding gevolgd (certificaat risicovolwerk VCA hijsen met graafmachines)? 3.5. Is hijsgereedschap voorzien van een keuringscertificaat met registratienummer en werkbelasting? 3.6. Is de werkbelasting van hijskettingen of stroppen goed leesbaar aangebracht?
4. Lieren 4.1. “Het is niet toegestaan met meerdere lieren gelijktijdig hijswerkzaamheden te verrichten.” Wordt deze regel toegepast? 4.2. Zijn kranen uitgevoerd met meer dan één lier en bedoeld voor het hijsen van objecten uitgevoerd met een hulpgiek of Auxilary JIB? Deze regel geldt niet voor kranen die in gebruik zijn voor heien of het slaan van damwandprofielen, mits de beide lieren niet gelijktijdig worden gebruikt om te hijsen. 4.3. Bevindt de haak van de niet in gebruik zijnde lier van de kraan die is ingezet voor hijswerkzaamheden zich hoog/nabij de top van de giek?
5. Afbakening 5.1. Is het afzetten van het draaibereik van de kraan overwogen (en uitgevoerd)? 5.2. Is tijdens hijswerkzaamheden op of langs openbare wegen het draaigebied van het hijs – of hefwerktuig afgezet ten behoeve van het wegverkeer? 5.3. Is tijdens hijsen langs de openbare weg een verkeersregelaar ingezet, om het verkeer veilig langs de hijswerkzaamheden te leiden?
22
gasunie.nl
6. Hijsplan 6.1. Is een hijsplan (of TRA) opgesteld als sprake is van: u het verplaatsen van een last met meer dan één kraan; u het hijsen boven gasvoerende systemen; u het hijsen van bijzondere lasten? 6.2. Is het hijsplan (of TRA) voorafgaande aan de hijswerkzaamheden (tijdens een toolboxmeeting) besproken? 6.3. Is in voorlichting (bijvoorbeeld toolbox) aandacht besteed aan risico’s van horizontaal en verticaal transport (bijvoorbeeld maximumsnelheid, aanslaan lasten, omgevingsrisico’s (achteruitrijden, verschuiven rijplaten)?
7. Begeleiden lasten 7.1. Wordt de last begeleid met gebruikmaking van een stuurhulpmiddel, zoals een stuurlijn of stuurstok? 7.2. Is bij gebruik van een stuurlijn speciaal aandacht gegeven aan het verstrikt raken in de stuurlijn?
8. Horizontaal transport 8.1. Zijn voertuigen zodanig opgesteld of geparkeerd dat vluchtwegen en hydranten toegankelijk zijn? 8.2. Zijn voertuigen uitgevoerd met achteruitrijddetectie of – alarmering of wordt het achteruitrijden begeleid? 8.3. Liggen rijplaten stabiel? 8.4. Nemen voetgangers voldoende afstand van de rijplaten als er verkeer over rijdt? 8.5. Staan medewerkers bij het lossen van voertuigen op een veilige plaats (niet op het voertuig, geen gevaar voor beknelling tussen last en voertuig)?
Las- en snijwerkzaamheden
6
Las- en snijwerkzaamheden
23
Las- en snijwerkzaamheden
1. Algemeen 1.1. Is een TRA vereist en opgesteld? 1.2. Is een werkvergunning vereist en verleend? 1.3. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken? 1.4. Worden de voorschriften uit de werkvergunning nageleefd? 1.5. Worden de juiste PBM’s gedragen: u laskap (incl. lasrookfiltering en stoffiltering); u lasbril; u beschermende kleding/schoeisel/handschoenen; u gehoorbescherming?
2. Werkomgeving 2.1. Is er lasrookafzuiging aanwezig? 2.2. Wordt de omgeving afgeschermd tegen slijpsel/slakken? 2.3. Zijn waarschuwingsborden bij de lasplaatsen geplaatst? 2.4. Is een brandwacht vereist en aanwezig? 2.5. Worden regelmatig of continu LEL-metingen uitgevoerd (indien van toepassing)? 2.6. Zijn er gekeurde brandblussers aanwezig? 2.7. Is de werkomgeving vrij van brandbaar materiaal? 2.8. Zijn vluchtwegen aanwezig en goed toegankelijk? 2.9. Is de algemene orde en netheid aan de maat? 2.10. Zijn de te lassen onderdelen veilig opgesteld? 2.11. Is het gebruikte gereedschap (laskabels en aansluitingen) deugdelijk (incl. keuring)? 2.12. Staan de gasflessen stabiel opgesteld? 2.13. Worden bij inductieverwarming de juiste afstanden aangehouden? 2.14. Is een specifieke TRA/werkvergunning opgesteld m.b.t. lassen na het spoelen met stikstof? 2.15. Is de werkvloer vrij van water/vocht? 2.16. Zijn er deugdelijke aansluitingen op de lastent aanwezig i.v.m. het verplaatsen van de tent?
24
gasunie.nl
2.17. Worden de rookgassen (b.v. van aggregaten) adequaat afgezogen? 2.18. Is gewaarborgd dat de onderdelen waaraan wordt gelast/ snijwerk wordt verricht, product- en drukvrij zijn en blijven (isolatie)? 2.19. Zij er maatregelen getroffen om de omgeving/ installatieonderdelen te beschermen tegen rondspattende vonken/ deeltjes?
Slijp- en schuurwerkzaamheden
7
Slijp- en schuurwerkzaamheden
25
Slijp- en schuurwerkzaamheden 1. Algemeen 1.1. Is een TRA vereist en opgesteld? 1.2. Is een werkvergunning vereist en verleend? 1.3. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken? 1.4. Worden de voorschriften uit de werkvergunning nageleefd? 1.5. Worden de juiste PBM’s gedragen: u laskap (incl. lasrookfiltering en stoffiltering); u lasbril; u beschermende kleding/schoeisel/handschoenen; u gehoorbescherming?
2. Werkomgeving 2.1. Wordt de omgeving afgeschermd tegen wegspringend materiaal? 2.2. Is een brandwacht vereist en aanwezig? 2.3. Worden regelmatig of continu LEL-metingen uitgevoerd (indien van toepassing)? 2.4. Zijn er gekeurde brandblussers aanwezig? 2.5. Is de werkomgeving vrij van brandbaar materiaal? 2.6. Zijn vluchtwegen aanwezig en goed toegankelijk? 2.7. Zijn de te slijpen/schuren onderdelen veilig opgesteld? 2.8. Is het gebruikte gereedschap deugdelijk (incl. keuring)? 2.9. Is de werkvloer vrij van water/vocht? 2.10. Staan andere medewerkers op voldoende afstand?
26
gasunie.nl
3. Middelen 3.1. Is de gemonteerde schijf geschikt voor het betreffende werk? Let hierbij onder andere op het toerental. 3.2. Is het gereedschap voorzien van de noodzakelijk veiligheidsvoorzieningen en in goede staat? Let hierbij op automatische afschakeling bij loslaten zonder restbeweging, beschermkappen, etc. 3.3. Wordt het gereedschap deskundig gebruikt? Let hierbij op juiste lichaamshouding en richting van het gereedschap, juiste snelheid, kracht, voorkomen van vastlopen, kabels en snoeren veilig geleid, etc.
Veiligheid bij (spoor) wegen
8
Veiligheid bij (spoor) wegen
27
Veiligheid bij (spoor)wegen 1. Algemeen 1.1. Is een TRA vereist en opgesteld? 1.2. Is een werkvergunning vereist en verleend? 1.3. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken? 1.4. Worden de voorschriften uit de werkvergunning nageleefd? 1.5. Worden de juiste PBM’s gedragen?
2. Spoorwegen 2.1. Zijn de werkzaamheden vooraf aangemeld bij ProRail? 2.2. Is er een werkplan beschikbaar? 2.3. Hebben de betrokken medewerkers een bewijs van toegang? 2.4. Hebben de betrokken medewerkers een instructie? 2.5. Hebben de betrokken medewerkers een certificaat “Veiligheid langs het spoor”? 2.6. Wordt gele signaalkleding gedragen? 2.7. Is de veiligheidsfunctionaris namens ProRail aanwezig? 2.8. Wordt voorkomen dat er voertuigen over of in de buurt van het spoor komen, terwijl er aan gewerkt wordt? 2.9. Zijn werknemers in staat om te zien of te horen dat een voertuig hen tegemoet komt? 2.10. Wordt te allen tijde afdoende voorkomen dat personen zich binnen de gevaarszone kunnen begeven?
3. Langs wegen 3.1. Is er overleg geweest met de wegbeheerder en de politie? 3.2. Is er vastgesteld welke verkeersmaatregelen er genomen moeten worden? 3.3. Worden de juiste verkeersborden gebruikt, conform CROW? 3.4. Draagt iedereen een oranjerode signaalkleding? 3.5. Komt er geen materiaal of afval op de rijbaan, het fietspad of het trottoir te liggen? 3.6. Wordt het ’s avonds en ’s nachts duidelijk met reflecterende afzetting en lampen aangegeven als de rijbaan, het fietspad of het trottoir geheel of gedeeltelijk is geblokkeerd?
28
gasunie.nl
3.7. Worden de gebruikte materialen dusdanig weggelegd en/ of opgeborgen dat deze geen gevaar vormen voor andere personen? 3.8. Zijn de verkeersvoorzieningen (borden, afzetting en bebakening) goed zichtbaar/reflecterend? 3.9. Zijn de in gebruik zijnde weggedeelten schoon? 3.10. Zijn bij beperkt zicht door mist of slechte weersomstandigheden de verkeersafzettingen nog voldoende zichtbaar? 3.11. Wordt de aanvoer van materieel op een veilige wijze uitgevoerd? 3.12. Is bij de aanvoer van materieel beoordeeld of er risicovolle plaatsen in de route (b.v. scholen, e.d.) voorkomen? 3.13. Zijn de betrokken medewerkers geïnstrueerd (b.v. toolbox)? 3.14. Zijn de benodigde ontheffingen aanwezig?
Werken onder gascondities
9
Werken onder gascondities
29
Werken onder gascondities 1. Algemeen 1.1. Is een TRA opgesteld? 1.2. Is een werkvergunning verleend? 1.3. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken? 1.4. Worden de voorschriften uit de werkvergunning nageleefd? 1.5. Worden de juiste PBM’s gedragen?
2. Communicatie en documentatie 2.1. Heeft de afstemmingsvergadering met betrokkenen over het uitvoeren van de gasklus plaatsgevonden? 2.2. Heeft de “kickoff” direct voorafgaand aan de gasklus plaatsgevonden? 2.3. Is het werkplan voor de gasklus aanwezig? 2.4. Is het faciliteitendiagram, waarop is aangegeven in welk leidinggedeelte de werkzaamheden plaats gaan vinden, bij het werkplan gevoegd? 2.5. Wordt het werkplan voor de gasklus tevens als logboek gebruikt? 2.6. Zijn vliegveld / milieudienst / DCMR (OLWR / OLWZ) geïnformeerd? 2.7. Is het schakelprogramma aanwezig en correct? 2.8. Zijn omwonenden gewaarschuwd via dagbladen, brieven of informatiekaarten?
3. Uitvoering werkzaamheden 3.1. Is de leider van de gasklus herkenbaar aan een blauw vest met opschrift “gasklusleider”? 3.2. Is de leider gedurende de gasklus aanwezig? 3.3. Is een opvangpunt voor hulpdiensten vastgesteld? 3.4. Is drukbewaking noodzakelijk en gerealiseerd? 3.5. Is extra bewaking bij gasontvangstations noodzakelijk en georganiseerd? 3.6. Worden tijdens de werkzaamheden continu LEL-metingen CH4 verricht?
30
gasunie.nl
Werken op hoogte
10
Werken op hoogte
31
Werken op hoogte 1. Algemeen 1.1. Wordt gewerkt op hoogte? Sprake is van werken op hoogte indien werkzaamheden worden uitgevoerd: u op hoogte met valgevaar (ook naast sparingen) van meer dan 2,5 meter, of; u op hoogten minder dan 2,5 meter met risicoverhogende omstandigheden, of u binnen 4 meter van de rand van een dak of werkplatform waar randbeveiliging ontbreekt. 1.2. Is een TRA opgesteld? 1.3. Is een werkvergunning verleend? 1.4. Zijn de werkvergunning en de TRA voorafgaande aan de werkzaamheden besproken? 1.5. Worden de voorschriften uit de werkvergunning nageleefd? 1.6. Worden de juiste PBM’s gedragen? 1.7. Zijn openingen in werkvloeren, railing, platte daken, etc. afgezet met deugdelijke hekken of steigermateriaal (geen lint)?
2. Ladders 2.1. Is de helling van de ladder ongeveer 65 tot 75 graden? 2.2. Steekt de ladder minstens 1 meter uit boven de toegangsplek? 2.3. Is de ladder niet langer dan 10 meter? 2.4. Is de ladder van voldoende lengte? 2.5. Worden de bovenste 4 treden niet gebruikt? 2.6. De ladder is geborgd tegen wegglijden door bijvoorbeeld: u collega aan de voet van de ladder u goede ladderschoenen u verbrede laddervoet u vastzetten bovenaan de ladder 2.7. Wordt de ladder niet in onderdelen gebruikt? 2.8. Zijn de ladderschoenen aanwezig en niet versleten? 2.9. Is de ladder beschermd tegen aanstoten/ aanrijden, bijvoorbeeld door bewegende voertuigen, hangende lasten of zwaaiende deuren?
32
gasunie.nl
2.10. Wordt het werken op ladders boven windkracht 6 gestopt?
3. Steigers en rolsteigers 3.1. Is bij het bouwen van steigers de omgeving rondom de steiger afgezet met rood/wit lint? 3.2. Zijn steigers gekeurd en gelabeld bij de toegang(en)? 3.3. Zijn steigers gecontroleerd door een deskundige na abnormale weersomstandigheden (b.v. storm) of 3.4. andere gebeurtenissen, die de veiligheid van de steiger mogelijk aantasten? 3.5. Zijn steigervloeren volledig en vrij van openingen aangebracht en in goede staat? 3.6. Zijn kantplanken goed geplaatst (volledig, geen ruime spleet tussen vloer en kantplank en geborgd)? 3.7. Zijn werkvloeren, bordessen, e.d. voorzien van leuningen met tussenligger? 3.8. Zijn steigers adequaat aan de vaste constructie verankerd om kantelen te voorkomen? 3.9. Sluit de steiger goed aan op de bestaande constructie zodat daar geen gat ontstaat? 3.10. Zijn steigers niet overbelast en zijn lasten gelijkmatig verdeeld? 3.11. Zijn voor steigers hoger dan 30 meter of met een werkvloerbelasting van 300 kg/m2 vooraf berekeningen gemaakt en goedgekeurd door Inspectiedienst-SZW? 3.12. Zijn maatregelen getroffen tegen vallende objecten of zwaaiende lasten in de buurt van steigers? 3.13. Zijn maatregelen getroffen ter voorkoming van aanrijdgevaar? 3.14. Zijn rolsteigers volgens meegeleverde instructie gebouwd (aanwezig op de werkplek)? 3.15. Worden rolsteigers onbelast verplaatst? 3.16. Zijn rolsteigers voorzien van diagonalen/ stabilisatoren om kantelen te voorkomen? 3.17. Zijn verrijdbare steigers beveiligd tegen ongewild verplaatsen? 3.18. Zijn remmen van rolsteigers in goede staat en worden deze op alle wielen gebruikt?
Werken op hoogte
33
3.19. Wordt het werken op rolsteigers boven windkracht 6 gestopt? 3.20. Wordt er op toegezien dat de randbescherming van steigers intact blijft of direct wordt teruggeplaatst indien deze bijvoorbeeld bij hijswerkzaamheden tijdelijk is verwijderd? 3.22. Zijn de steigers geaard?
4. Hoogwerkers 4.1. Wordt een onbemande hoogwerker toegepast tot een hoogte van maximaal 10 meter? 4.2. Is de bediener van een bemande hoogwerker in het bezit van een hoogwerkeroverdracht en instructieformulier? 4.3. Is een bemande hoogwerker geleverd door een VCA gecertificeerde bedrijf? 4.4. Is de bediener 18 jaar of ouder en heeft deze een basis hoogwerkerinstructie gehad, aantoonbaar middels veiligheidspaspoort of certificaat? 4.5. Is de bedieningsplaat voorzien van een noodstopschakelaar? 4.6. Is de hoogwerker onbeschadigd en in goede staat van onderhoud (o.a. de verbinding tussen de bak en de arm)? 4.7. Staat de hoogwerker stabiel opgesteld: stabiele en vlakke ondergrond en met gebruik van stempels? 4.8. Is de randbescherming volledig aanwezig en in goede staat? 4.9. Wordt er op toegezien dat men niet buiten de randbescherming komt of er overheen reikt? 4.10. Wordt gebruik gemaakt van valbescherming? 4.11. Wordt het werken op hoogwerkers boven windkracht 6 gestopt? 4.12. Is de hoogwerker gekeurd?
34
gasunie.nl
5. Valbeveiliging 5.1. Wordt een valbeveiligingsgordel gebruikt op platte daken binnen 4 meter van de dakrand? 5.2. Wordt een valbeveiligingsapparaat gebruikt als een vast bevestigingpunt ontbreekt of wanneer meer bewegingsvrijheid nodig is?
6. Vallende voorwerpen 6.1. Zijn er op locatie voorwerpen te vinden op hoogte met potentieel valgevaar? 6.2. Is de werkplek beschermd tegen risico’s van vallend materiaal en of gereedschap via open bordessen? Denk hierbij aan het gebruik van zeilen, vangnetten of –vloeren. Is het onderliggende gebied goed gemarkeerd? 6.3. Wordt los materiaal en of gereedschap opgeslagen in stevige bakken of zakken? 6.4. Wordt er gebruikgemaakt van lanyards wanneer er een risico is van vallend gereedschap? 6.5. Is het gereedschap van de steigerbouwer geborgd tegen vallen? 6.6. Wordt er gebruikgemaakt van stevige tassen voor transport van materiaal en gereedschap bij werken op hoogte?
Colofon NV Nederlandse Gasunie Afdeling VB Postbus 19 9700 MA Groningen
[email protected] September 2014