ANWEISUNGEN FÜR DEN VERANTWORTLICHEN DER HEIZANLAGE, FÜR DEN INSTALLATEUR UND FÜR DEN TECHNISCHEN KUNDENDIENST
DEUTSCH
INSTRUCTIES VOOR DE EINDVERANTWOORDELIJKE VAN DE INSTALLATIE, VOOR DE INSTALLATEUR EN DE TECHNISCHE SERVICEDIENST
NEDERLANDS
INSTRUCTIONS POUR LE RESPONSABLE DE L'INSTALLATION, L’INSTALLATEUR ET POUR LE SERVICE D’ASSISTANCE TECHNIQUE
FRANÇAIS
CHAUDIÈRES EN FONTE GUSSEISENKESSEL VERWARMINGSKETELS VAN GIETIJZER
CONFORMITEIT
De verwarmingsketels rg zijn conform de Rendementsrichtlijn 92/42/CEE. Wanneer de apparaten worden geïnstalleerd in combinatie met een gasbrander met aangeblazen lucht en CE-Merkteken, zijn ze tevens conform de Gasrichtlijn 90/396/CEE en de van toepassing zijnde delen van de Richtlijn 89/336/CEE houdende de Elektromagnetische Compatibiliteit en 73/23/CEE houdende de Laagspanning.
0694
GAMMA
60
MODEL
CODE
g3
4040703
g4
4040704
g5
4040705
g6
4040706
g7
4040707
g8
4040708
Geachte Klant, Wij danken u dat u hebt gekozen voor een verwarmingsketel rg, een modern en hoogwaardig product met een hoog rendement, die lange tijd borg zal staan voor een optimaal welzijn, betrouwbaarheid en veiligheid, in het bijzonder wanneer een beroep wordt gedaan op een Technische Dienst r waar u opgeleid en vakbekwaam personeel vindt voor het periodiek onderhoud van uw verwarmingsketel. Alleen zo bekomt u een optimale doeltreffendheid en minimale bedrijfskosten. Bovendien bent u er op die manier zeker van dat, zo nodig, originele vervangingsonderdelen worden gebruikt. Deze handleiding bevat belangrijke informatie en suggesties die moeten worden nageleefd, met het oog op een eenvoudiger installatie en een zo correct mogelijk gebruik van de verwarmingsketel rg. Wij danken u nogmaals van harte Riello S.p.A.
GARANTIE
De verwarmingsketel rg wordt geleverd met een SPECIFIEKE GARANTIE die begint te lopen vanaf de datum van geldigverklaring, en biedt: - twee jaar garantie op kabels en elektrische componenten - tien jaar garantie op de verwarmingslichamen.
NEDERLANDS
De Technische Servicedienst levert op aanvraag en voor de modellen van g 5 tot g 8 de handleiding, zoals voorzien door de Beschikking n° 412 van 26 augustus 1993 en geeft een aantal tips voor een correct gebruik van de verwarmingsketel.
61
INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Algemene voorschriften Fundamentele veiligheidsvoorschriften Beschrijving van het apparaat Functioneel schakelschema Bedieningspaneel aanbevolens branders voor een gecombineerd gebruik Identificatie Technische gegevens
pag. “ “ “ “
63 63 64 65 66
“ “ “
67 68 68
VERANTWOORDELIJKE INSTALLATIE Indienststelling Tijdelijke uitschakeling Uitschakeling voor lange periodes Reiniging Onderhoud Nuttige informatie
pag. “ “ “ “ “
69 70 71 71 72 72
INSTALLATEUR Oplevering van het product Afmetingen en gewicht Hantering Installatieplaats verwarmingsketel Plaatsing op oude of te vernieuwen installatie Hydraulische verbindingen Elektrische aansluitingen Afvoer van de verbrandingsproducten
pag. “ “ “ “ “ “ “
73 73 74 74 74 75 76 79
TECHNISCHE SERVICEDIENST Voor de eerste indienststelling Eerste indienststelling Controles tijdens en na de eerste indienststelling Tijdelijke uitschakeling Uitschakeling voor lange periodes Onderhoud Reiniging van de verwarmingsketel Eventuele problemen en oplossingen
pag. “ “ “ “ “ “ “
80 80 82 83 83 84 85 86
Soms worden in deze handleiding de volgende symbolen gebruikt:
b LET OP = voor handelingen waarbij men bijzonder voorzichtig en voorbereid te werk moet gaan
a VERBODEN = voor handelingen die IN GEEN GEVAL mogen worden uitgevoerd.
Deze handleiding Code 067736 - Ver. 0 (09/03) bevat 88 pagina's.
62
INHOUDSOPGAVE
ALGEMENE VOORSCHRIFTEN
b Het product wordt geleverd in één enkele ver-
b Controleer regelmatig of de bedrijfsdruk van de
b De verwarmingsketels g worden geïnstalleerd
b Wanneer de verwarmingsketel voor lange tijd niet
pakking. Controleer of de geleverde producten onbeschadigd en compleet zijn. Indien wat geleverd werd niet overeenkomt met de bestelling, moet u contact opnemen met de Verkoper r bij wie u de verwarmingsketel hebt aangekocht.
door een bedrijf dat overeenkomstig de geldende wetgeving erkend is, en dat na de installatie aan de eigenaar een conformiteitverklaring overhandigt waaruit blijkt dat de installatie correct werd uitgevoerd, dus conform de geldende Voorschriften en de aanwijzingen van r in de handleiding.
b De verwarmingsketel wordt uitsluitend gebruikt voor
de doeleinden r waarvoor het werd ontworpen. De fabrikant kan derhalve niet aansprakelijk worden gesteld r voor schade toegebracht aan personen, dieren of voorwerpen, door installatiefouten, afstellingsfouten, een verkeerd onderhoud of een oneigenlijk gebruik.
b Ingeval van een waterlek, wordt de watertoevoer
afgesloten en onmiddellijk contact opgenomen met de Technische Servicedienst r of vakbekwaam personeel.
hydraulische installatie hoger is dan 1 bar en onder het maximaal niveau ligt dat voor deze verwarmingsketel voorzien is. Ingeval van een probleem moet u contact opnemen met de Technische Servicedienst r of vakbekwaam personeel.
-
wordt gebruikt, dienen minstens de volgende twee handelingen te worden uitgevoerd: zet de keuzeknop van het apparaat op (I) "uit" zet de hoofdschakelaar van de installatie op "uit" draai de brandstof- en waterkranen van de verwarmingsinstallatie dicht. maak de verwarmingsinstallatie leeg indien het dreigt te vriezen.
b Het onderhoud van de verwarmingsketel dient minstens eenmaal per jaar plaats te vinden.
b Deze handleiding maakt wezenlijk deel uit van de
verwarmingsketel en dient derhalve zorgvuldig te worden bewaard. De handleiding dient ALTIJD bij de verwarmingsketel blijven, ook wanneer de ketel wordt overgelaten aan een andere eigenaar of gebruiker of bij de verplaatsing op een andere installatie. Indien de handleiding werd beschadigd of verloren is geraakt. wordt een nieuwe aangevraagd bij het Technisch Servicecentrum r in uw buurt.
FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Wij herinneren eraan dat u bij het gebruik van producten die werken op brandstof, elektriciteit en water, een aantal fundamentele veiligheidsvoorschriften in acht moet nemen: is verboden de verwarmingsketel te laten gebruiken g door kinderen en gehandicapten die niet worden bijgestaan.
a Het is verboden elektrische apparaten of installaties in te schakelen zoals schakelaars, huishoudelijke toestellen, enz. wanneer de geur van brandstof of onverbrande brandstof wordt waargenomen. In dat geval: - doe ramen en deuren open om de ruimte te verluchten; - schakel de brandstofopsporende inrichting uit; - neem onmiddellijk contact op met de Technische Servicedienst r of vakbekwaam personeel.
a Het is verboden de verwarmingsketel aan te raken
wanneer men op blote voeten loopt of onderdelen van het lichaam nat zijn.
a Het is verboden een technische ingreep of reinigingsbeurt uit te voeren zonder dat de installatie eerst werd losgekoppeld van het elektriciteitsnet, door de hoofdschakelaar van de installatie op "uit" en de keuzeknop van het apparaat op (I) "uit" te zetten.
a Het is verboden de veiligheidsinrichtingen of regelaars aan de passen, zonder de toelating en de aanwijzingen van de fabrikant van de verwarmingsketel.
a Het
is verboden te trekken aan de elektrische kabels die uit de verwarmingsketel steken, deze los te koppelen of eraan te wringen, zelfs wanneer de verwarmingsketel losgekoppeld is van het elektriciteitsnet.
a Het is verboden de afmetingen van de verluchting-
sopeningen in het installatielokaal te verkleinen of deze openingen te belemmeren. De verluchtingsopeningen zijn noodzakelijk voor een correcte verbranding.
a Het is verboden de verwarmingsketel bloot te stellen aan de weersomstandigheden. Het apparaat werd niet ontworpen om buitenshuis te worden gebruikt en beschikt niet over automatische antivriessystemen.
NEDERLANDS
a Het
a Het is verboden de verwarmingsketel uit te schakelen wanneer de buitentemperatuur onder NUL graden kan zakken (vriesgevaar).
a Het is verboden recipiënten en brandbaar materiaal achter te laten in de ruimte waarin de verwarmingsketel is opgesteld.
a Het is verboden het verpakkingsmateriaal rond te laten slingeren en binnen het bereik van kinderen te houden, omdat dit gevaarlijk kan zijn. Moet worden afgedankt in overeenstemming met de geldende voorschriften voor afvalverwerking. ALGEMEEN
63
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT De gietijzeren verwarmingsketels g r met horizontale verbrandingskamer produceren warm water bij drie rookcycli met een hoog rendement, voor de verwarming van binnenomgevingen. De belangrijkste technische eigenschappen zijn: - een grondige studie van de geometrie, met het oog op een optimale verhouding tussen de verbrandingsvolumes en de warmteoverdrachtsoppervlakken - de keuze van de aangewende materialen, zoals het speciaal gietijzer MB18C, voor een lange levensduur van de verwarmingsketel. Het verwarmingslichaam is op nauwkeurig en doeltreffend thermisch geïsoleerd, met een isolatiemat in glaswol met een hoge dichtheid.
Om de inspectie, het onderhoud en de reiniging van de interne onderdelen te vergemakkelijken en de werkduur te beperken, kan het voorste luik volledig worden geopend. De verwarmingsketels g r functioneren op basis van een totale uitschakellogica en zijn energiebesparend, omdat zij alleen in werking treden wanneer de verwarmingsinstallatie warmte moet leveren (omgevingsthermostaat). Zij beschikken overigens over de functie "afvoeren" die in werking treedt om eventuele overmatige temperaturen af te voeren die te wijten zijn aan thermische inertie.
5 6
1
7
2
8
3
4 9
1 2 3 4 5
64
ALGEMEEN
-
Toevoerleiding installatie Verbinding rookkanaal Verwarmingslichaam Afvoerleiding installatie Bedieningspaneel
6 7 8 9
-
Sondehouder Panelen Brander Verbinding aftapkraan
COM.G
LR LV
1
2
C
COA
FU
MO1 L1 PE N
COM .G. – schakelaar met 4 standen LV - melding elektrische voeding LR - melding branderstoring TS - veiligheidsthermostaat (100°C 0/-6) (*) TR - regelthermostaat verwarmingsketel ( 33 – 82°C +/- 3°C) FU - smeltveiligheid lijn 6,3 A – T COA – COB - meerpolige stekker Inar-Lock MO1 - klemmenbord
(*) gehomologeerd
S3
COB
BEDIENINGSPANEEL
1 2
60 40 20 0
80 100
6
120
3 7 4 5
1 - Keuzeknop I Uit II Aan III Aan IIII Aan
2 - Thermometer verwarmingsketel Geeft de temperatuur van het verwarmingswater aan.
3 -
Thermostaat verwarmingsketel Hiermee kan de temperatuurwaarde van het verwarmingswater worden ingesteld.
4 - Melding elektrische voeding Licht op wanneer het apparaat spanning heeft.
5 - Melding branderblok Licht op wanneer de brander geblokkeerd is.
6 -
Handmatige reset van de veiligheidsthermostaat Hiermee kan de thermische groep na een ingreep van de veiligheidsthermostaat opnieuw ingeschakeld worden. Deze is toegankelijk na het losdraaien van de dop.
7 - Functionele aanduidingen
66
ALGEMEEN
BRANDERS AANBEVOLEN VOOR EEN GECOMBINEERD GEBRUIK De branders die de beste prestatie leveren voor de verwarmingsketels g zijn: VERWARMINGSKETEL
BRANDERS CODE
g3
g4
g5
GULLIVER BS1
3761115
•
•
•
GULLIVER BS2
3761215
GULLIVER RG 0.R
3736500
GULLIVER RG 0.1R
3736700
GULLIVER RG 1
3736300
GULLIVER RG 1R
3736400
GULLIVER RG 1RK
3736200
GULLIVER RG 2
3737700
MODEL G A S S T O O K O L I E
g6
g7
g8
•
•
•
•
•
• • • • •
• • •
b Raadpleeg de handleiding die bij de gekozen brander werd geleverd, voor: - De installatie van de brande - De elektrische aansluitingen - De nodige afstellingen.
BELANGRIJK Ingeval alleen de verwarmingsketel wordt vervangen en bestaande branders worden gebruikt, controleren of:
NEDERLANDS
- De prestatiekenmerken van de brander overeenkomen met die vereist voor de verwarmingsketel - De lengte en de diameter van het mondstuk geschikt zijn voor de afmetingen van de opening naar de verbrandingskamer.
ALGEMEEN
67
IDENTIFICATIE De verwarmingsketel wordt geïdentificeerd aan de hand van:
- Het plaatje met de technische gegevens geeft de technische gegevens en de prestaties van het apparaat aan.
- Het registratieplaatje (1) is aangebracht op het verwarmingslichaam en vermeldt het serienummer, het model, de bedrijfsdruk en de nominale warmte-afgifte.
1
b Als deze of andere identificatieplaatjes gewijzigd, verwijderd of
afwezig zijn, kan het product niet worden geïdentificeerd, en dat bemoeilijkt elke installatie- of onderhoudshandeling.
TECHNISCHE GEGEVENS BESCHRIJVING
MODEL g3
g4
Brandstof Min Max Min Nominaal nuttig vermogen Pn Max Min Nuttig rendement bij Pn Max Nuttig rendement bij 30% di Pn max Energieverlies Temperatuur rook (∆T) Massastroom rook (gas/stookolie) Drukmin verbrandingskamer (min/max) Volume verbrandingskamer Totaal volume rookzijde Totaal warmteoverdrachtsoppervlak Volumetrische warmtebelasting Specifieke warmtebelasting Maximale bedrijfsdruk Maximaal toegelaten temperatuur Maximale bedrijfstemperatuur Minimaal toegelaten afvoertemperatuur Energieverlies ∆T 10°C Energieverlies ∆T 20°C Inhoud water Turbulentiepromotoren Graad van elektrische bescherming Norminale warmteafgifte
16,3 26,5 14,9 23,9 91,4 90,2 90,9 2,3
27,2 34,8 25,0 31,5 91,9 90,5 91,3 1,8
0,010 0,03 / 0,10 16 22 0,93 1656 25,7
0,013 0,12 / 0,17 22 31 1,30 1582 24,2
4 1,2 13,7 5
6 1,6 17,2 5
g5
g6
Gas / Stookolie 36,0 46,1 44,3 53,1 33,0 42,3 40,2 48,2 91,7 91,8 90,7 90,8 91,6 92,0 1,3 1,2 > 140 0,017 0,020 0,17 / 0,26 0,26 / 0,36 28 34 39 47 1,67 2,04 1582 1562 24,1 23,6 4 100 82 40 10 14 2,5 3,5 20,7 24,2 2 2 X0D (40)
g7
g8
55,0 62,0 50,0 56,2 90,9 90,6 91,8 1,0
63,0 70,0 57,6 63,8 91,4 91,1 92,0 0,9
0,024 0,33 / 0,42 40 55 2,41 1550 23,3
0,027 0,47 / 0,60 46 63 2,78 1522 22,9
20 5 27,7 -
26 7 31,2 -
kW kW kW kW % % % % °C Kg/s mbar dm3 dm3 m2 kW/m3 kW/m2 bar °C °C °C mbar mbar l n° IP
b Het rookkanaal moet borg staan voor de minimale onderdruk die door de geldende Technische Voorschriften vorozien is, rekening houdende met een druk "nul" aan de verbinding met het rookkanaal.
b Waarden bekomen in combinatie met de branders r Modellen GULLIVER RG met CO
2
BS met CO2 = 9,5%.
68
ALGEMEEN
= 12,5% en GULLIVER
INDIENSTSTELLING De eerste indienststelling van de verwarmingsketel g wordt uitgevoerd door de installateur waarna de verwarmingsketel automatisch kan werken. Het kan evenwel noodzakelijk zijn dat de verantwoordelijke voor de installatie het apparaat autonoom in werking moet zetten, zonder de tussenkomst van de installateur, bijvoorbeeld na een lange periode van afwezigheid. In dergelijke gevallen worden de volgende controles en handelingen uitgevoerd:
- Controleer of de aftapkranen van de brandstof en het water van de verwarmingsinstallatie open staat.
- Controleer of de druk van de hydraulische leiding, wanneer de installatie koud is, altijd meer bedraagt dan 1 bar en minder dan de maximale grenswaarde voorzien voor de verwarmingsketel. Zoniet moet u contact opnemen met de Technische Servicedienst r.
- Regel de omgevingsthermostaat op de gewenste temperatuur (~ 20°C) of, indien de installatie voorzien is van een uurtimer, controleer of deze "actief" is en afgesteld is (~ 20°C).
ON
- Zet de hoofdschakelaar van de installatie op "aan".
OFF
- Zet de thermostaat van de verwarmingsketel ongeveer halverwege de zone aangeduid met drie strepen.
60 40
80
20
100
0
NEDERLANDS
120
- Zet de keuzeknop op (II) "aan" en controleer of het groene controlelampje oplicht.
60 40 20 0
80 100 120
VERANTWOORDELIJKE INSTALLATIE
69
De verwarmingsketel wordt ingeschakeld en blijft in werking tot het bereiken van de ingestelde temperatuur. Indien er zich bij de inschakeling problemen voordoen, voert de verwarmingsketel een "BLOKSTOP" uit, aangegeven door de rode "drukknop/controlelampje" op de brander en door het rode controlelampje op het bedieningspaneel.
b Na een "BLOKSTOP" ongeveer 30 seconden wachten voor het herstellen van de opstartomstandigheden. Om de opstartomstandigheden te herstellen, druk op de "knop/controlelampje" vppr het ontgrendelen van de brander en wacht tot opnieuw wordt overgegaan tot de startfase, tot het ontsteken van de vlam. Deze handeling kan maximaal 2 - 3 keer worden uitgevoerd met een interval van minstens 1 minuten en indien deze pogingen falen, wordt de hulp ingeroepen van de installateur.
TIJDELIJKE UITSCHAKELING Ingeval van tijdelijke afwezigheden tijdens het weekend, korte reizen, enz, en bij buitentemperaturen van meer dan NUL graden, als volgt te werk gaan:
60 40 20 0
- Zet de keuzeknop op (I) "uit" en controleer of het groen controlelampje uit gaat.
- Zet de hoofdschakelaar van de installatie op "uit".
80 100 120
ON
OFF
b Indien de buitentemperatuur onder NUL kan gaan
(vriesgevaar), wordt de hierboven beschreven procedure NIET uitgevoerd.
Doe het volgende: - Zet de thermostaat van de verwarmingsketel halverwege de zone aangeduid met een streep.
60 40 20 0
- Regel de omgevingstemperatuur op een waarde van ongeveer 10°C.
70
VERANTWOORDELIJKE INSTALLATIE
80 100 120
UITSCHAKELING VOOR LANGE PERIODES Wanneer de verwarmingsketel niet wordt gebruikt voor een langere periode, worden de volgende handelingen uitgevoerd:
60 40 20 0
80 100 120
- Zet de keuzeknop op (I) "uit" en controleer of het groen controlelampje uitgaat.
ON
- Zet de hoofdschakelaar van de installatie op "uit". OFF
- Sluit de brandstof- en waterkranen van de verwarmingsinstallatie.
- Maak de verwarmingsinstallatie leeg indien het zou kunnen vriezen.
b De Technische Servicedienst r staat te uwer
beschikking mocht de hierboven beschreven procedure problemen meebrengen.
REINIGING
a Gebruik geen schurende producten, benzine of trichloorethyleen.
aU
mag uitsluitend aan een reinigingshandeling beginnen nadat u eerst de verwarmingsketel van het elektriciteitsnet hebt losgekoppeld, door de hoofdschakelaar van de installatie en die op het bedieningspaneel op "uit" te zetten.
NEDERLANDS
De buitenste panelen van de verwarmingsketel kunnen worden schoongemaakt met een doek bevochtigd met wat zeepsop. Ingeval van hardnekkige vlekken, maakt u de doek vochtig met een oplossing van 50% water en gedenatureerde alcohol of met specifieke producten. Na het schoonmaken wordt de verwarmingsketel zorgvuldig afgedroogd.
b De
reiniging van de verbrandingsketel en de rookkanalen moet periodiek worden uitgevoerd door vakbekwaam personeel.
VERANTWOORDELIJKE INSTALLATIE
71
ONDERHOUD Wij herinneren eraan dat DEGENE DIE VOOR DE VERWARMINGSINSTALLATIE VERANTWOORDELIJK IS, volgens de geldende wetgeving DE VERPLICHTING heeft om PERIODIEK door VAKBEKWAAM PERSONEEL ONDERHOUD te laten uitvoeren en HET VERBRANDINGSRENDEMENT te laten meten.
De installateur kan instaan voor deze belangrijke wettelijke verplichting en belangrijke informatie geven over de mogelijkheden voor het GEPLAND ONDERHOUD, met andere woorden: - een grotere veiligheid - het naleven van de geldende wetgevingen - de zekerheid geen dure boetes te riskeren ingeval van controles.
NUTTIGE INFORMATIE Verkoper: ................................................................................................................................... Mr. ........................................................................................................................................................ Adres .............................................................................................................................................. Tel. ...................................................................................................................................................... Datum
Installateur: ............................................................................................................................. Mr. ....................................................................................................................................................... Adres .............................................................................................................................................. Tel. .....................................................................................................................................................
Interventie
Leverancier brandstof: ........................................................................................... Mr. ........................................................................................................................................................ Adres .............................................................................................................................................. Tel. ...................................................................................................................................................... Datum
72
Geleverde hoeveelheid
Datum
Geleverde hoeveelheid
VERANTWOORDELIJKE INSTALLATIE
Datum
Geleverde hoeveelheid
Datum
Geleverde hoeveelheid
OPLEVERING VAN HET PRODUCT De verwarmingsketels rg worden geleverd in een stevige houten kist en zijn beschermd door verpakkingsmateriaal van nylon. De omslag met de documenten (A) bevindt zich op het bovenste paneel van de verwarmingsketel en bevat:
A
- De handleiding met gebruiksaanwijzingen - De handleiding van de Installatie (alleen voor g 3 en g 4) - Het garantiecertificaat - De catalogus met Vervangingsonderdelen - Het Etiket met de Streepjescode
b De handleiding maakt wezenlijk deel uit van de
verwarmingsketel en is derhalve aangeraden hem te lezen en zorgvuldig te bewaren.
NEDERLANDS
AFMETINGEN EN GEWICHT
BESCHRIJVING A - Totale diepte B - Diepte Gewicht
VERWARMINGSKETEL g3
g4
g5
g6
g7
g8
490 460 109
590 560 135
690 660 161
790 760 187
890 860 213
990 960 239
mm mm Kg
INSTALLATEUR
73
HANTERING Van zodra het verpakkingsmateriaal werd verwijderd, wordt de verwarmingsketel als volgt gehanteerd: - Draai de schroeven los die de verwarmingsketel bevestigen aan het pallet - Verwijder het voorpaneel - Hef de verwarmingsketel op door twee buizen (1) met een diameter van 3/4", in de uitsparingen (2) op het verwarmingslichaam te brengen.
b Gebruik de nodige beveiligingen tegen ongevallen. a Men mag het verpakkingsmateriaal niet laten rond-
slingeren en moet het buiten het bereik houden van kinderen, omdat het gevaarlijk kan zijn. Moet worden afgedankt in overeenstemming met de geldende voorschriften voor afvalverwerking.
INSTALLATIEPLAATS VERWARMINGSKETEL De verwarmingsketels g van het model g 5 tot g 8 worden geïnstalleerd in een daartoe bestemde ruimte. Deze ruimte dient steeds te beantwoorden aan de geldende Technische Normen en Wetgevingen, en voorzien te zijn van de juiste verluchtingsopeningen.
bHoud rekening met de nodige tussenruimten om
toegang te hebben tot de veiligheids- en regelinrichtingen en om het onderhoud te verrichten.
b Ingeval de brander gevoed wordt met brandgas
met een soortelijk gewicht dat groter is dan dat van de lucht, moeten de elektrische onderdelen zich op meer dan 500 mm van de vloer bevinden.
a De verwarmingsketel mag niet buiten worden opgesteld omdat hij niet werd ontworpen om buiten te werken en niet beschikt over automatische antivriessystemen.
PLAATSING OP OUDE OF TE VERNIEUWEN INSTALLATIE Wanneer de verwarmingsketel geïnstalleerd wordt op een oude installatie of een installatie die aan vernieuwing toe is, controleer of: - Het rookkanaal geschikt is voor de temperaturen van de verbrandingsproducten, berekend en gebouwd is volgens de geldende voorschriften, en of het zo rechtlijnig mogelijk loopt, de nodige dichtheid heeft, geïsoleerd is en niet verstopt is of belemmerd wordt. - De elektrische installatie wordt uitgevoerd overeenkomstig de specifieke voorschriften en door vakbekwaam personeel. - De aanvoerleiding van de brandstof en het eventueel reservoir zijn uitgevoerd overeenkomstig de specifieke voorschriften.
74
INSTALLATEUR
- De expansievaten zorgen voor een totale opname van de uitzetting van de vloeistof die in de installatie zit. - Het bereik, de prevalentie en de stroomrichting van de circulatiepompen geschikt is. - De installatie gespoeld is, vrij is van slib en vuilafzettingen, verlucht is en of de dichtingen nagekeken zijn. - Een zuiveringssysteem voorhanden is ingeval van bijzonder voedings-/suppletiewater.
HYDRAULISCHE VERBINDINGEN De verwarmingsketels g zijn ontworpen en gebouwd om op verwarmingsinstallaties te worden gemonteerd en voom voor sanitair warm water te zorgen, wanneer ze op de daartoe bestemde leidingen aangesloten zijn. De hydraulische aansluitingen hebben de volgende kenmerken: MI : Aanvoerleiding installatie (Ø 1"1/4 F) RI : Afvoerleiding installatie (Ø 1"1/4 F) BELANGRIJK Om bij een werkende brander schade aan het apparaat te voorkomen, moet u zich ervan verzekeren dat de verwarmingsketel voor ongeveer 25% van het maximumbereik met ∆T=10°C gevuld is. Gebruik, indien nodig, daarvoor een geschikte hercirculatiepomp. De temperatuur van het retourwater moet bij continubedrijf ≥ 40°C bedragen. • Aansluitschema - verwarmingsinstallaties
1 - Verwarmingsketel 2 - Collectoren installatie 3 - Afsluitkleppen 4 - Circulatoren 5 - Keerkleppen 6 - Automatische overdrukkleppen 7 - Veiligheidsventiel verwarmingsketel 8 - Aftapkraan verwarmingsketel 9 - Vullen installatie 10 - Onthardingsfilter 11 - Expantievat installatie
AANVOERLEIDING INSTALLATIE AFVOERLEIDING INSTALLATIE 3 5 4 3 2
2 3
3
7 6
11
8 3 10 9
3
b De keuze en de installatie van de componenten
van de installatie vallen onder de verantwoordelijkheid van de installateur, die te werk dient te gaan overeenkomstig de correcte technische voorschriften en de geldende wetgevingen.
b De installaties die gevuld zijn met antivriesproduct, moeten verplicht uitgerust zijn met waterafsluiters.
b Bijzonder
voedings-/suppletiewaters worden behandeld met de nodigs zuiveringssystemen. De mogelijke referentiewaarden zijn opgenomen in de tabel.
NEDERLANDS
AFVOER
REFERENTIEWAARDEN PH Elektrische geleiding Chloorionen Zwavelzuurionen Totaal ijzer Basiciteit M Totale hardheid Zwavelionen Ammoniakionen Siliciumionen
6-8 minder dan 200 mV/cm (25°C) minder dan 50 ppm minder dan 50 ppm minder dan 0,3 ppm minder dan 50 ppm minder dan 35°F geen geen minder dan 30 ppm
INSTALLATEUR
75
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN De verwarmingsketels rg behoeven aansluitingen op het klemmenbord aan de binnenkant van het bedieningspaneel (volgens het schema op pagina 78). Deze aansluitingen worden uitgevoerd door de installateur of vakbekwaam personeel.
B
Om toegang te hebben tot het klemmenbord van het bedieningspaneel: A - Verwijder de voorpanelen (A) en het bovenste paneel (B) van de installatie.
C - Draai de twee bovenste schroeven (C) los die de instrumentenhouder bevestigen aan de structuur van het bedieningspaneel.
E - Open het beschermingsdeksel (D) en draai de instrumentenhouder (E) naar buiten toe. 20 0 4
40 60 80 100 120 0 1 2
3
D
76
INSTALLATEUR
- Om de elektrische aansluitingen makkelijker uit te voeren, verwijder de twee schroeven (F) om de houder van het klemmenbord (G) te scheiden van de structuur (H).
G
H F
- Voer de buitenste aansluitkabels in de voorziene kabelgeleiders.
M
L
NEDERLANDS
I
I - Ingang kabel omgevingsthermostaat L - Ingang voedingskabel M - Ingang kabel circulator installatie
INSTALLATEUR
77
- Voer de elektrische aansluitingen uit volgens de schema's hieronder. Aansluitingen uitgevoerd door de installateur
MB
Aansluitingen op de brander
Aansluitingen op het Klemmenbord van het bedieningspaneel
MB: Gebruik voor de aansluiting de connector met 7 polen, die met de brander wordt meegeleverd.
NPI PE LPI PE N L1 TA -
(**) Gebruik de aansluiting die geleverd wordt met de verwarmingsketel.
Neutrale lijn circulator installatie Aardleiding circulator installatie Fase circulator installatie Aardleiding installatie Neutro alimentazione Fase alimentazione Omgevingsthermostaat
b Bij het aansluiten van de omgevingsthermostaat, wordt de voorgemonteerde brug losgekoppeld en weggenomen (TA-TA).
OPMERKING: de aansluitkabel van de brander moet uit de panelenstructuur komen, doorheen de opening (1).
- Na het uitvoeren van de elektrische aansluitingen, worden alle componenten opnieuw gemonteerd in omgekeerde volgorde t.o.v. wat eerder werd beschreven.
b Het is verplicht: 1 - gebruik te maken van een magnetothermische veelpolige schakelaar, een lijn- of kabelscheider, conform de Voorschriften CEI-EN (afstand tussen de contacten minstens 3 mm); 2 - de aansluiting L1 (Fase) - N (Neutraal) te respecteren; 3 - kabels te gebruiken met een doorsnede groter dan of gelijk aan 1,5 mm2, voorzien van kabelschoenen; 4 - te verwijzen naar de schakelschema's in onderhavige handleiding voor elke interventie van elektrische aard; 5 - een doeltreffende aardaansluiting te voorzien.
78
INSTALLATEUR
1
a Het is verboden gebruik te maken van de gas-
en/of waterleidingen voor de aardaansluiting van het apparaat.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade veroorzaakt door de afwezigheid van een aardleiding en voortvloeiend uit het niet naleven van wat in de schakelschema's wordt aangegeven.
AFVOER VAN DE VERBRANDINGSPRODUCTEN Het rookkanaal en de verbinding met het rookkanaal moeten overeenkomstig de geldende Voorschriften en wetgevingen worden uitgevoerd; hiervoor moet u gebruik maken van stijve leidingen die bestand zijn tegen hoge temperaturen, condens, mechanische schokken en goed afgedicht zijn.
b Het rookkanaal moet borg staan voor de minimale onderdruk die in de geldende Technische Voorschriften voorzien is, rekening houdende met de druk "nul" aan de verbinding met het rookkanaal.
b Ongeschikte rookkanalen of rookanalen met ongepaste afmetingen kunnen een lawaaierige verbranding en condensproblemen veroorzaken, en een negatieve weerslag hebben op de verbrandingsparameters.
b De niet thermisch geïsoleerde afvoerleidingen zijn potentiële gevaarbronnen.
b De verbindingen worden dicht gemaakt met behulp NEDERLANDS
van materiaal dat bestand is tegen temperaturen van minstens 250°C (bijvoorbeeld pleisterwerk, mastiek, siliconenpreparaten).
INSTALLATEUR
79
VOOR DE EERSTE INDIENSTSTELLING Alvorens over te gaan tot de inschakeling en de functionele test van de verwarmingsketel rg, wordt gecontroleerd of: - De brandstof- en waterkranen van de verwarmingsinstallatie open zijn.
- De druk in de waterleiding, bij koude installatie, meer bedraagt dan 1 bar en de leiding ontgast is.
- De voorbelasting van het expansievat geschikt is.
- De elektrische aansluitingen werden correct uitgevoerd. - De leidingen voor de afvoer van de verbrandingsproducten correct werden uitgevoerd.
EERSTE INDIENSTSTELLING
Na de voorbereidende handelingen die voorafgaan aan de indienststelling en om de verwarmingsketel te starten: - Wordt de omgevingsthermostaat ingesteld op de gewenste temperatuur (~ 20°C) of, wanneer de installatie voorzien is van een uurtimer, wordt gecontroleerd of deze "actief" en afgesteld is (~ 20°C).
- Zet de hoofdschakelaar van de installatie op "aan".
ON
OFF
- Zet de thermostaat van de verwarmingsketel ongeveer halverwege de zone aangeduid met drie strepen. 60 40 20 0
80
TECHNISCHE SERVICEDIENST
80 100 120
- Zet de keuzeknop op (II) "aan" en controleer of het groen controlelampje uit gaat. 60 40
80
20
100
0
120
De verwarmingsketel rg gaat over tot de startfase en blijft in werking tot het bereiken van de ingestelde temperatuur
Indien zich bij de start of de werking problemen voordoen, gaat de verwarmingsketel over tot een "UITSCHAKELING MET VERGRENDELING" aangegeven door de rode "drukknop/controlelampje" op de brander en het rode controlelampje op het bedieningspaneel.
60 40
80
20
100
0
120
b Na een "UITSCHAKELING MET VERGRENDELING" duurt het ongeveer 30 seconden alvorens de startcondities worden hersteld.
Om de startcondities te herstellen, druk op de "drukknop/controlelampje" om de brander te ontgrendelen en wacht tot de hele startfase opnieuw wordt uitgevoerd, todat de vlam ontsteekt.
NEDERLANDS
b De
inschakeling van de veiligheidsthermostaat wordt niet gemeld maar is te zien aan de thermostaat van de verwarmingsketel (T>100°C). 60 40
Om de startcondities te herstellen: - Wacht tot de temperatuur in de verwarmingsketel onder 80°C daalt. - Verwijder de dop van de veiligheidsthermostaat. - Druk op de handmatige resetknop. - Wacht tot de hele startfase voltooid wordt, totdat de vlam ontsteekt.
20 0
80 100 120
TECHNISCHE SERVICEDIENST
81
CONTROLES TIJDENS EN NA DE EERSTE INDIENSTSTELLING Na de start wordt gecontroleerd of de verwarmingsketel een stop en daaropvolgende nieuwe start uitvoert: 60
60 40
- Door de wijziging van de tarrage van de thermostaat van de verwarmingsketel.
20
80
80
100
100
120
0
120
- Door de keuzeknop te verplaatsen van (II) naar (I) en omgekeerd.
- Door de omgevingsthermostaat of de uurtimer te bedienen.
Controleer of de circulator vrij is en correct draait.
Controleer of de verwarmingsketel volledig uit is, door de hoofdschakelaar van de installatie op "uit" te zetten.
ON
OFF
Indien aan alle voorwaarden werd voldaan, wordt de verwarmingsketel herstart en wordt overgegaan tot de analyse van de verbrandingsproducten.
82
TECHNISCHE SERVICEDIENST
TIJDELIJKE UITSCHAKELING Ingeval van een tijdelijke afwezigheid, bijvoorbeeld tijdens het weekend, korte reizen, enz. en bij buitentemperaturen van meer dan NUL graden, als volgt te werk gaan:
60 40
80
20
100
0
120
- Zet de keuzeknop op (I) "uit" en controleer of het groen controlelampje uit gaat.
- Zet de hoofdschakelaar van de installatie op "uit".
ON
b Indien de buitentemperatuur onder NUL graden
OFF
kan zakken (vriesgevaar), dient de hierboven beschreven procedure NIET te worden uitgevoerd.
Derhalve: - Zet de thermostaat van de verwarmingsketel halverwege de zone aangegeven met een streep.
60 40 20
- Stel de omgevingsthermostaat in op een waarde van ongeveer 10°C.
0
80 100 120
UITSCHAKELING VOOR LANGE PERIODES Indien de verwarmingsketel gedurende een langere periode niet wordt gebruikt, worden de volgende handelingen uitgevoerd:
60 40 20
- Zet de keuzeknop op (I) "uit" en controleer of het groen controlelampje uit gaat.
0
80 100 120
NEDERLANDS
ON
- Zet de hoofdschakelaar van de installatie op "uit".
OFF
- Sluit de brandstof- en waterkranen van de verwarmingsinstallatie.
b Maak
de verwarmingsinstallatie indien het zou kunnen vriezen.
leeg
TECHNISCHE SERVICEDIENST
83
ONDERHOUD Het periodiek onderhoud is verplicht overeenkomstig de geldende wetgeving en is belangrijk voor de veiligheid, het rendement en de levensduur van de verwarmingsketel. Op die manier kan men het verbruik en de vervuilende uitstoot onderdrukken en ervoor zorgen dat het product ook in de loop der tijd betrouwbaar blijft. Wij herinneren eraan dat het onderhoud kan worden uitgevoerd door vakbekwaam personeel.
Voor het onderhoud is het aangewezen de verbranding te analyseren: dat geeft nuttige informatie over de uit te voeren interventies.
- Onderbreek de stroomtoevoer, door de hoofdschakelaar van de installatie op "uit" te zetten.
ON
OFF
- Sluit de brandstofkleppen.
84
TECHNISCHE SERVICEDIENST
REINIGING VAN DE VERWARMINGSKETEL De reiniging van de verwarmingsketel en de verwijdering van koolaanslag van de warmteoverdrachtsoppervlakken, wordt minstens eenmaal per jaar uitgevoerd. Dit is een essentiele voorwaarde voor de levensduur van de verwarmingsketel en het behoud van de thermotechnische prestaties (zuinig verbruik). Vóór elke reinigingsbeurt: - Onderbreek de stroomtoevoer door de hoofdschakelaar van de installatie op "uit" en de keuzeknop op (I) "uit" te zetten. - Sluit de brandstofkranen.
BUITENKANT De panelen van de verwarmingsketel worden gereinigd met een doek die met wat zeepsop vochtig is gemaakt. Voor hardnekkige vlekken kan de doek worden bevochtigd met een oplossing van 50% water en gedenatureerde alcohol of met specifieke producten. Na de reiniging moet de verwarmingsketel zorgvuldig worden afgedroogd.
a Gebruik geen schurende producten, benzine of trichloorethyleen.
BINNENKANT Om de interne onderdelen makkelijk te bereiken: - Demonteer de brander volgens de aanwijzingen in de handleiding. - Verwijder het voorpaneel (1) - Verwijder de vier borgmoeren (2) van de deur.
NEDERLANDS
- Open de deur (3) en verwijder de aanwezige turbulentiepromotoren in de rookdoorgang (uitgezonderd voor g 7 en 8) - Maak de binnenste oppervlakken van de verbrandingskamer en de rookdoorgang zorgvuldig schoon, met behulp van de borstel (4) of een ander geschikt gereedschap. - Voer de verwijderde afzettingen af. Na de reiniging worden de turbulentiepromotoren teruggeplaatst in de rookdoorgang en worden alle componenten opnieuw gemonteerd, in omgekeerde volgorde t.o.v. wat werd beschreven.
TECHNISCHE SERVICEDIENST
85
EVENTUELE PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN PROBLEEM
De generator wordt snel vuil
OORZAAK De brander is niet goed afgesteld
Rookkanaal verstopt
De generator komt niet op temperatuur
TECHNISCHE SERVICEDIENST
Reinig het rookkanaal
Reiniging de doorgang
Lichaam generator vuil
Reinig de rookdoorgang
Combinatie generator/brander
Controleer de gegevens en de afstelling
Branderhouder ontoereikend
Controleer afstelling brander
Regelthermostaat
Er zit geen water in Er zit lucht in
86
Controleer de afstelling van de brander (rookanalyse)
Doorgang lucht brander vuil
Regelthermostaat
De generator gaat over tot een thermische veiligheidsvergrendeling
OPLOSSING
Controleer de correcte werking Controleer de ingestelde temperatuur
Controleer de Controleer de temperatuur Controleer de bekabeling Controleer de
correcte werking ingestelde elektrische sondehouders
Controleer de druk in de leiding Controleer de ontluchtingsklep
De generator heeft de juiste temperatuur maar het verwarmingssysteem is koud
OORZAAK Er zit van lucht in de installatie
De circulator isdefect
Geur van onverbrande producten
De veiligheidsklep wordt vaak ingeschakeld
Verspreiding van rook in de omgeving
OPLOSSING Ontlucht de installatie
Deblokkeer de generator
Controleer de reiniging van het lichaam van de generator Controleer de reiniging van het rookkanaal Controleer de dichtingsring tussen kop en rookkast Controleer de hermetische afsluiting generator rookkanaal
Druk leiding installatie
Controleer de belastingsdruk Controleer de drukverlager Controleer de arrage
Expantievat installatie
Controleer de doeltreffendheid
NEDERLANDS
PROBLEEM
TECHNISCHE SERVICEDIENST
87
Cod. 067736
RIELLO N.V. Ninovesteenweg 198 - 9320 Erembodegem tel : (053)769 034 - fax: (053)789 440
[email protected]
En raison du développement continu de tous nos produits, les caractéristiques esthétiques et dimensionnelles, les données techniques, les équipements et les accessoires, sont sujets à modifications sans préavis (Document non contractuel). Das Unternehmen behält sich Änderungen zur Verbesserung der technischen Eigenschaften, der Ausrüstungen, der Zubehörteile, der Ästhetik und der Abmessungen vor. RIELLO S.p.a. streeft ernaar het product steeds te verbeteren, en behoudt zich bijgevolg het recht voor wijzigingen aan te brengen