CEL-SQ8SA280
Canon XF Utility Gebruiksaanwijzing Nederlands
Windows
Versie 1.1
Inhoudsopgave
03 Inleiding 03
Over Canon XF Utility
17 Clips afspelen, doorzoeken en beheren
03
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
17 18
04 Werken met XF Utility
02
04
XF Utility opstarten
04
XF Utility afsluiten
05 Overzicht van het hoofdvenster 05
Mediapaneel
06
Clipspaneel
06
Voorbeeldpaneel
07 Werken met clips 07 07 07
Gebruik van CF-kaarten Met uw computer een CF-kaart lezen Een CF-kaart uit uw computer verwijderen
08 08 08
De camcorder rechtstreeks gebruiken De camcorder aansluiten op uw computer De camcorder verwijderen uit uw computer
09 09 10
Lijst met clips Wijzigen hoe clips worden getoond Pictogrammen die bij miniatuurbeelden worden afgebeeld Clips sorteren in het scherm met de gedetailleerde informatie De kolommen selecteren die worden getoond in het scherm met de gedetailleerde informatie
10 11
12
Aanvullende bijzonderheden over een clip tonen
13 Clips importeren en terugkopiëren 13 13 14 15 16
Clips importeren in uw computer In één keer alle clips importeren (backup van medium) Geselecteerde clips importeren Clips terugkopiëren naar de camcorder of CF-kaarten MXF-bestanden exporteren naar een map
18 19
Clips afspelen Het volume wijzigen en uitvoerkanalen selecteren De afspeelpositie wijzigen Een ander miniatuurbeeld van de clip selecteren
20
Naar clips zoeken
21
Relayclips tonen
21 21 22 22
Clips beheren Clips kopiëren Clips verplaatsen Clips verwijderen
23 23 23 24 25
Virtuele media beheren Virtuele media aanmaken Virtuele media selecteren De naam van virtuele media wijzigen Virtuele media verwijderen
26 Clips en bijbehorende metagegevens bewerken 26 26 27
Markeringen bewerken Een opnamemarkering toevoegen Markeringen controleren
28 28
Metagegevens bewerken De metagegevens bewerken die betrekking hebben op een clip Alle ingesloten bestanden met voorkeuzeinstellingen verwijderen
29
30 Clipinformatieprofielen beheren 30
Een clipinformatieprofiel maken
31
Een clipinformatieprofiel bewerken
32
Een clipinformatieprofiel verwijderen
33 Algemene informatie over menu-opties en foutberichten 33 33 35
Menu’s en sneltoetsen Menubalk Contextmenu’s
36
Foutberichten en oplossingen
Inleiding
Inleiding
Over Canon XF Utility Canon XF Utility biedt diverse opties voor het beheren en afspelen van clips die u hebt opgenomen met de camcorder. Deze software is met de camcorder mee geleverd. Hieronder wordt beschreven wat u onder meer met Canon XF Utility kunt doen.
03
Clips bekijken & afspelen
Een lijst tonen van alle clips die zijn opgenomen op een CF-kaart, de lijst doorzoeken en clips afspelen.
Clips opslaan en terugkopiëren
Op een computer clips opslaan die u hebt opgenomen op een CF-kaart, of eerder opgeslagen clips vanaf uw computer terugkopiëren naar een CF-kaart.
Clipinformatieprofielen (User Memo Profiles) aanmaken en bewerken
Clipinformatieprofielen aanmaken, bewerken en opslaan op SDgeheugenkaarten. Later kunt u een clipinformatieprofiel laden vanaf de SD-geheugenkaart naar de camcorder en deze informatie insluiten in de clips die u opneemt.
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt Belangrijke voorzorgsmaatregelen die betrekking hebben op de werking van de software. Aanvullende informatie die de hoofdprocedure completeert. 0 Paginanummer waarnaar wordt verwezen in deze gebruiksaanwijzing. File > Open Dit lettertype wordt gebruikt om menu-opties en menu-opdrachten aan te duiden zoals deze op het scherm worden getoond. Hoewel de software-interface alleen in het Engels is, worden in de menutabellen aan het eind van deze gebruiksaanwijzing vertalingen gegeven (0 33). • De software wordt uit oogpunt van leesgemak in de gehele gebruiksaanwijzing kortweg “XF Utility” genoemd. • De schermen die in deze gebruiksaanwijzing worden afgebeeld, zijn schermen van een computer met Windows Vista. De schermen op uw computer kunnen hiervan afwijken. Afwijzing van aansprakelijkheid • Deze software is ontwikkeld voor exclusief gebruik met clips die zijn opgenomen met Canon HDcamcorders van de XF-serie. De software mag niet worden gebruikt om te werken met clips die zijn opgenomen of bewerkt met andere apparaten. • Er is alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat de informatie in deze handleiding accuraat en volledig is. Canon is niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van beschadigde of verloren geraakte gegevens doordat de software verkeerd is gebruikt of niet goed werkt. • Canon behoudt zich het recht voor om de specificaties van de software op elk moment zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Werken met XF Utility
Werken met XF Utility
XF Utility opstarten Dubbelklik op het pictogram Canon XF Utility op het bureaublad. Na korte tijd verschijnt het hoofdscherm van de toepassing.
04 Hierop dubbelklikken
OPMERKINGEN • Er kunnen niet tegelijkertijd meerdere exemplaren van XF Utility geopend zijn. • Als de lettertypegrootte van het Windows-scherm anders wordt ingesteld dan de standaardinstelling van 96 dpi, kan het gebeuren dat tekst en knoppen in het hoofdvenster of in de dialoogschermen niet juist worden weergegeven.
XF Utility afsluiten Gebruik van het menu: Klik op File > Exit. In het hoofdvenster: Klik op het pictogram
(Sluiten) in de rechterbovenhoek van het venster.
Overzicht van het hoofdvenster
Overzicht van het hoofdvenster
Mediapaneel
Clipspaneel
05 Voorbeeldpaneel
Mediapaneel
Toont een lijst van CF-kaarten en virtuele media (0 23) – mappen op uw computer die op dezelfde wijze kunnen worden gebruikt als CF-kaarten. In de gebruiksaanwijzing worden CF-kaarten en virtuele media collectief aangeduid als “media”.
Clipspaneel
Toont een lijst van de clips die zijn opgeslagen in het geselecteerde medium. U kunt de weergavemodus van dit paneel wijzigen (0 9).
Voorbeeldpaneel
Met de afspeelknoppen kunt u de clip afspelen die u hebt geselecteerd in het clipspaneel (0 17). U kunt ook een aantal bewerkingsfuncties gebruiken, bijvoorbeeld om opnamemarkeringen toe te voegen of te verwijderen (0 26).
Mediapaneel Toont een lijst van aangesloten CF-kaarten en beschikbare virtuele media. Met de knoppen aan de bovenzijde van het paneel kunt u een mediabackup maken en virtuele media aanmaken of verwijderen. Uiterst links op de statusbalk ziet u de gebruikte ruimte en de beschikbare ruimte van het geselecteerde medium*. * Als een virtueel medium is geselecteerd, toont de statusbalk de gebruikte/beschikbare ruimte op de harde schijf die het geselecteerde virtuele medium bevat.
Backup Media-knop (Backup maken van media) (0 13) Create Virtual Media-knop (Virtuele media aanmaken) (0 23) Delete Virtual Media-knop (Virtuele media verwijderen) (0 25) CF-kaart Virtueel medium Media
Gebruikte en beschikbare ruimte op het geselecteerde medium
Overzicht van het hoofdvenster
Clipspaneel Toont een lijst van de clips die zijn opgenomen op het medium dat u hebt geselecteerd in het mediapaneel. U kunt met de weergavemodusknoppen wijzigen hoe de clips in het paneel worden getoond. Ook kunt u de zoekbalk gebruiken om clips te zoeken of om clips te filteren op basis van verschillende criteria. In het midden van de statusbalk ziet u informatie over het aantal geselecteerde clips en de totale duur en bestandsgrootte hiervan. Display Mode-knoppen (Weergavemodus) (0 9)
06
Zoekbalk (0 20) Clip
Geselecteerde clip
(in de statusbalk aan de onderzijde van het scherm)
Voorbeeldpaneel In dit paneel kunt u de afspeelknoppen gebruiken om de door u geselecteerde clips af te spelen. Daarnaast kunt u alle markeringen controleren die in de clip zijn geregistreerd en opnamemarkeringen bewerken. Schuifbalk van de afspeelpositie
Videoweergavegebied
Tijdcodeweergave Bedieningsknoppen audioweergave (0 18)
Add Shot Mark-knop (Opnamemarkering toevoegen) (0 26) Bedieningsknoppen videoweergave (0 17) Markeerbewerkingsknoppen (0 26)
Werken met clips
Werken met clips
Gebruik van CF-kaarten Nadat u met uw camcorder video-opnamen hebt gemaakt, kunt u uw computer gebruiken om de clips te lezen, te bewerken en op te slaan.
07
Met uw computer een CF-kaart lezen Sluit op uw computer een commercieel verkrijgbare kaartlezer aan die compatibel is met CompactFlash-geheugenkaarten. Start XF Utility op en plaats vervolgens de CF-kaart in de kaartlezer. Als de CF-kaart correct wordt herkend*, verschijnt deze in de lijst met beschikbare media in het mediapaneel. * Alleen CF-kaarten die met de camcorder zijn geïnitialiseerd en de aangewezen mappenstructuur hebben, worden op correcte wijze herkend.
OPMERKINGEN • Als u in de winkel een kaartlezer wilt aanschaffen, dan wordt een UDMA-compatibele kaartlezer aanbevolen.
Een CF-kaart uit uw computer verwijderen 1. Selecteer in het mediapaneel de CF-kaart die u wilt verwijderen. 2. Klik op File > Eject om de verbinding met de CF-kaart veilig te beëindigen. • De CF-kaart verdwijnt uit het mediapaneel en XF Utility kan nu niet meer met de kaart werken. • U kunt ook met de rechtermuisknop klikken op het pictogram van de CF-kaart in het mediapaneel en Eject selecteren in het contextmenu dat verschijnt. • Als u zich bij Windows XP hebt aangemeld met een beperkte gebruikersaccount, dan kunt u deze functie niet gebruiken. In dat geval moet u XF Utility afsluiten en de functie “Hardware veilig verwijderen” van Windows gebruiken voordat u de CF-kaart verwijdert.
3. Verwijder de CF-kaart uit de kaartlezer.
Werken met clips
De camcorder rechtstreeks gebruiken U kunt de camcorder met een USB-kabel rechtstreeks aansluiten op een computer. Als in een dergelijk geval CF-kaarten in beide CF-kaartsleuven worden geplaatst, verschijnen beide CF-kaarten tegelijkertijd in het mediapaneel en kunt u met beide media de clips openen en bewerken.
08
De camcorder aansluiten op uw computer 1. Lever stroom aan de camcorder met de compacte netadapter. • Als u alleen clips wilt lezen op de CF-kaarten in de camcorder en de kaarten niet wilt beschrijven, kunt u de camcorder ook aansluiten als deze alleen stroom ontvangt van een accu.
2. Zet de camcorder aan en kies de MEDIA-modus. • Plaats eerst in de camcorder de CF-kaarten die de clips bevatten waarmee u wilt werken.
3. Start XF Utility. 4. Sluit de camcorder aan op uw computer met een USB-kabel. • Gebruik de optionele USB-kabel IFC-400PCU of een vergelijkbare mini-B USB-kabel. • De CF-kaarten in de camcorder verschijnen in het mediapaneel als CF A, CF B.
De camcorder verwijderen uit uw computer 1. Selecteer in het mediapaneel het pictogram van de CF A-kaart. 2. Klik op File > Eject om de verbinding met de CF-kaart veilig te beëindigen. • De CF-kaart verdwijnt uit het mediapaneel en XF Utility kan nu niet meer met de kaart werken. • U kunt ook met de rechtermuisknop klikken op het pictogram van de CF-kaart in het mediapaneel en Eject selecteren in het contextmenu dat verschijnt. • Als er twee CF-kaarten aanwezig zijn in de camcorder, herhaal dan stap 1 en 2 om de verbinding met de tweede kaart (CF B) op vergelijkbare wijze te beëindigen. • Als u zich bij Windows XP hebt aangemeld met een beperkte gebruikersaccount, dan kunt u deze functie niet gebruiken. In dat geval moet u XF Utility afsluiten en de functie “Hardware veilig verwijderen” van Windows gebruiken voordat u de camcorder verwijdert.
3. Verwijder de USB-kabel uit de camcorder en computer en zet de camcorder uit. BELANGRIJK • Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen. U kunt uw gegevens anders voorgoed kwijtraken. Als in het mediapaneel een CF-kaart wordt getoond: - De CF-kaart of de CF-kaartlezer mag u nooit verwijderen zonder dat u het medium eerst veilig hebt uitgeworpen. - Mappen of bestanden op de CF-kaart mag u vanuit uw computer nooit rechtstreeks openen, wijzigen of verwijderen. Alleen met gebruik van XF Utility mag u clips op uw computer opslaan en terugkopiëren naar de CF-kaart. Als de camcorder rechtstreeks op uw computer aangesloten is: - Open de afdekkingen van de CF-kaartsleuven niet en verwijder CF-kaarten niet. - Verwijder de USB-kabel niet voordat u de camcorder eerst veilig hebt uitgeworpen. - Zet de camcorder of computer niet uit.
Werken met clips
Lijst met clips Als u een CF-kaart of een virtueel medium selecteert in het mediapaneel (), dan verschijnt in het clipspaneel een lijst van alle clips in het medium ().
09
Wijzigen hoe clips worden getoond U kunt met de Display Mode-knoppen of de opties in het menu View wijzigen hoe clips in het clipspaneel worden getoond. Large Thumbnails
Grote miniatuurbeelden. Toont grote miniatuurbeelden van de clips, en voor elke clip de naam van de clip en de datum en tijd van opname.
Small Thumbnails
Kleine miniatuurbeelden. Toont kleine miniatuurbeelden van de clips, en voor elke clip de naam van de clip en de datum en tijd van opname.
Thumbnails with Information
Miniatuurbeelden met informatie. Toont miniatuurbeelden van de clips, en voor elke clip de naam van de clip, de datum en tijd van opname, de code van de starttijd, de duur, de videobitrate, de resolutie en de beeldsnelheid.
Detailed Information
Gedetailleerde informatie. Toont standaard voor elke clip de volgende informatie in tabelformaat: de naam van de clip, de datum en tijd van opname, de duur, de code van de starttijd, de status, de cliptitel, de maker, de locatie en de beschrijving. U kunt voor elke clip de getoonde informatie aan uw persoonlijke voorkeuren aanpassen (0 11).
Grote miniatuurbeelden
Kleine miniatuurbeelden
Miniatuurbeelden met informatie
Gedetailleerde informatie
Werken met clips
Pictogrammen die bij miniatuurbeelden worden afgebeeld Als u de weergavemodus wijzigt in een van de schermen waarin miniatuurbeelden worden getoond, verschijnen naast het miniatuurbeeld mogelijk de volgende pictogrammen om u extra informatie over de clip te geven.
10
Pictogram relayopname , ,
Verschijnt bij clips die werden gemaakt terwijl zonder onderbreking continu video werd opgenomen op twee of meer CF-kaarten. Welk pictogram wordt getoond, hangt af van de positie van de clip in de serie: eerste clip, clip in het midden, of laatste clip. U kunt ervoor kiezen om alleen clips te tonen die onderdeel zijn van dezelfde relay-opnameserie (0 21).
Statuspictogram j, Z
Verschijnt bij clips waaraan u met gebruik van de camcorder of XF Utility de markering j of Z hebt gegeven.
Pictogram voorkeuzeinstellingen k
Verschijnt bij clips die een ingesloten bestand met voorkeuze-instellingen bevat. Als u een clip selecteert met een k-pictogram, kunt u de gedetailleerde instellingen van het ingesloten bestand met voorkeuzeinstellingen tonen (0 12).
Pictogrammen naast kleine miniatuurbeelden Pictogrammen naast grote miniatuurbeelden
Clips sorteren in het scherm met de gedetailleerde informatie Als u ervoor kiest de lijst met clips te tonen in het scherm met de gedetailleerde informatie, kunt u op een kolomtitel klikken om clips in oplopende volgorde te sorteren op basis van het geselecteerde veld*. Klik nogmaals om de clips in aflopende volgorde te sorteren. * Clips kunt u niet sorteren op basis van het veld Status.
Klik op een kolomtitel om de clips te sorteren op basis van een ander veld
Klik nogmaals om te sorteren in aflopende volgorde
Werken met clips
De kolommen selecteren die worden getoond in het scherm met de gedetailleerde informatie U kunt de informatie aanpassen die wordt getoond in het scherm met de gedetailleerde informatie door kolommen toe te voegen of te verwijderen en de volgorde te wijzigen waarin de kolommen worden getoond.
1. Klik op View > Customize Columns.
11
2. Selecteer de velden die u wilt tonen in het scherm met de gedetailleerde informatie. • Selecteer de velden die u wilt tonen en verwijder het vinkje bij velden die u niet wilt tonen (). Scroll naar beneden om alle beschikbare velden te kunnen bekijken. • U kunt een van de snelkeuzeknoppen gebruiken (): Show All om alle informatie over de clip weer te geven, Hide All om alleen de naam van de clip weer te geven*, of Reset to Default om alleen de informatie weer te geven die standaard wordt getoond (0 9). * De kolom Clip Name kunt u niet verwijderen.
3. Wijzig, indien nodig, de volgorde van de getoonde kolommen. • Klik op een veld in de lijst met beschikbare velden () en gebruik de Move-knoppen () om het veld te verplaatsen: Klik op Up om het veld in de lijst naar boven (de kolom naar links) te verplaatsen of Down om het veld in de lijst naar beneden (de kolom naar rechts) te verplaatsen.
4. Klik op OK () om de wijzigingen toe te passen op het scherm met de gedetailleerde informatie.
Werken met clips
Aanvullende bijzonderheden over een clip tonen Behalve het clipspaneel kunt u drie andere informatievensters openen die over een geselecteerde clip een groot aantal aanvullende bijzonderheden toont. Het is niet de bedoeling om in deze vensters informatie in te voeren. Deze vensters dienen alleen ter informatie en kunt u de gehele tijd openhouden terwijl u in het hoofdvenster met de clips werkt. Clip Properties
Clipeigenschappen. Toont algemene informatie over de clip, waaronder de datum en tijd van opname, de duur van de clip, de instellingen die werden gebruikt tijdens het opnemen van de clip (resolutie, videobitrate, etc.), het clipinformatieprofiel en meer.
Camera Metadata
Metagegevens van de camera. Toont informatie over de camcorderinstellingen (sluitertijd, diafragma, scherpstelstand, versterking, witbalans, etc.) die werden gebruikt tijdens het opnemen van het beeldje dat wordt getoond in het videoweergavegebied. Tijdens het afspelen van de clip wordt de informatie continu vernieuwd.
Custom Picture
Voorkeuze-instellingen. Toont informatie over de voorkeuze-instellingen die werden gebruikt toen de clip werd opgenomen. Als de clip werd opgenomen zonder gebruik van de voorkeuze-instellingen, dan wordt alleen de naam van de clip getoond.
12
1. Selecteer een clip in het clipspaneel. 2. Klik op View > Clip Properties om het venster met de clipeigenschappen op te roepen, op View > Camera Metadata om het venster met de metagegevens op te roepen, of op View > Custom Picture om het venster met de voorkeuze-instellingen op te roepen. • U kunt ook met de rechtermuisknop klikken op een clip in het clipspaneel en het gewenste venster selecteren in het contextmenu dat wordt geopend.
Clipeigenschappen
Metagegevens camera
Voorkeuze-instellingen
OPMERKINGEN • Alleen velden waarnaast een -pictogram staat (Status, en clipinformatievelden zoals Clip Title of Location in de vensters met clipeigenschappen) kunt u bewerken met XF Utility (0 28). Alle andere velden dienen alleen ter informatie en kunnen niet worden gewijzigd.
Clips importeren en terugkopiëren
Clips importeren en terugkopiëren
Clips importeren in uw computer U kunt in uw computer clips importeren vanaf een CF-kaart die wordt getoond in het mediapaneel. U kunt in één keer alle clips importeren of selecteren welke clips u wilt importeren.
13
In één keer alle clips importeren (backup van medium) U kunt vanaf een CF-kaart in één keer alle clips importeren door een backup te maken van de CFkaart. Als u een backup maakt van een CF-kaart, dan wordt automatisch een virtueel medium aangemaakt.
1. Selecteer in het mediapaneel de CF-kaart waarvan u een backup wilt maken (). 2. Klik op de knop Backup Media
(). • U kunt ook het menu gebruiken door op File > Backup Media te klikken.
3. Alleen wanneer u een backup maakt van een CF-kaart waarvan al eerder een backup was gemaakt, wordt u gevraagd om het type backup te selecteren dat u wilt maken. • Selecteer Full Backup om opnieuw alle clips te importeren of Incremental Backup om alleen een backup te maken van clips die nog niet eerder waren geïmporteerd.
4. Klik op Yes (). • Er wordt automatisch een virtueel medium aangemaakt () en de clips worden gekopieerd naar de lokale map op uw computer. • Als u bij stap 3 de optie Incremental Backup hebt geselecteerd, worden nieuwe clips gekopieerd naar de map die werd gebruikt voor de oorspronkelijke backup. • Klik op Cancel als u de procedure wilt onderbreken. • Als de backup-procedure is voltooid, toont een dialoogscherm ter bevestiging de naam die automatisch is gegeven aan het virtuele medium. (De naam van het virtuele medium weerspiegelt de datum en tijd van de backup-procedure).
5. Klik op OK.
OPMERKINGEN • U kunt de lokale map selecteren die wordt gebruikt voor backup-bestanden. Klik op Tools > User Configuration. • Als u dat wilt, kunt u later de naam wijzigen van virtuele media (0 24). • Afhankelijk van het gebruikte systeem (de prestatiespecificaties van uw computer, overdrachtssnelheid van de CF-kaart, etc.) kan het importeren van clips enige tijd in beslag nemen.
Clips importeren en terugkopiëren
Geselecteerde clips importeren U kunt selecteren welke clips u vanaf een CF-kaart wilt importeren in uw computer. In dat geval moet u eerst zelf een virtueel medium aanmaken in de lokale map op uw computer waar u de clips wilt opslaan.
1. Maak, indien nodig, een nieuw virtueel medium aan (0 23). 2. Selecteer in het mediapaneel de CF-kaart die de clips bevat die u wilt importeren ().
14
3. Selecteer in het clipspaneel de clips die u wilt importeren (). • Als u meerdere, niet-opeenvolgende clips wilt selecteren: Klik op de gewenste clips terwijl u de toets Ctrl ingedrukt houdt (Ctrl + klikken). • Als u meerdere, opeenvolgende clips wilt selecteren: Klik op de eerste clip en vervolgens op de laatste clip terwijl u de toets Shift ingedrukt houdt (Shift + klikken). • Als u alle clips wilt selecteren: Klik op Edit > Select All.
4. Sleep de geselecteerde clips naar het pictogram van het virtuele medium in het mediapaneel (). • De geselecteerde clips worden gekopieerd naar de lokale map die overeenkomt met het geselecteerde virtuele medium. • Klik op Cancel als u de procedure wilt onderbreken.
OPMERKINGEN • Afhankelijk van het gebruikte systeem (de prestatiespecificaties van uw computer, overdrachtssnelheid van de CF-kaart, etc.) kan het importeren van clips enige tijd in beslag nemen.
Clips importeren en terugkopiëren
Clips terugkopiëren naar de camcorder of CF-kaarten U kunt clips terugkopiëren vanaf uw computer naar een CF-kaart in de camcorder of in een kaartlezer die aangesloten is op uw computer.
1. Selecteer in het mediapaneel het virtuele medium dat de clips bevat die u wilt terugkopiëren (). 2. Selecteer in het clipspaneel de clips die u wilt terugkopiëren ().
15
• Gebruik Shift + klikken of Ctrl + klikken om meerdere clips te selecteren of klik op Edit > Select All om alle clips te selecteren.
3. Sleep de geselecteerde clips naar het pictogram van de gewenste CF-kaart in het mediapaneel (). • Als u clips wilt terugkopiëren naar de camcorder, sluit de camcorder dan aan op computer en selecteer een CF-kaart in de camcorder. • De geselecteerde clips worden gekopieerd naar de CF-kaart. • Klik op Cancel als u de procedure wilt onderbreken. • U kunt ook het menu gebruiken door op Edit > Copy en Edit > Paste te klikken.
BELANGRIJK • Terwijl u naar de camcorder clips terugkopieert die eerder op uw computer werden opgeslagen, moet u zich houden aan de hieronder genoemde voorschriften. Als u dat nalaat, kan dit tot gevolg hebben dat clips beschadigd raken en niet meer kunnen worden afgespeeld op de camcorder. - Verwijder de CF-kaart niet en verwijder de CF-kaartlezer niet uit uw computer. - Open geen enkele afdekking van de CF-kaartsleuven op de camcorder. - Verwijder de USB-kabel niet. - Zet de camcorder of computer niet uit. OPMERKINGEN • Initialiseer de CF-kaart met gebruik van de camcorder voordat u de clips terugkopieert naar de CFkaart. Als u de CF-kaart initialiseert met een computer of ander apparaat, dan kunt u de kaart niet gebruiken om met de camcorder opnamen te maken of af te spelen. • Als u in de winkel een kaartlezer wilt aanschaffen, dan wordt een UDMA-compatibele kaartlezer aanbevolen. • Afhankelijk van het gebruikte systeem (de prestatiespecificaties van uw computer, overdrachtssnelheid van de CF-kaart, etc.) kan het terugkopiëren van clips enige tijd in beslag nemen. • Om clips terug te kunnen kopiëren naar de camcorder, moet u eerst de compacte netadapter aansluiten op uw camcorder en het elektriciteitsnet. Sluit pas daarna de camcorder aan op uw computer. Clips kunt u niet terugkopiëren naar de camcorder als deze op uw computer aangesloten is terwijl aan de camcorder alleen stroom wordt geleverd door de accu.
Clips importeren en terugkopiëren
MXF-bestanden exporteren naar een map U kunt MXF-streambestanden* van uw clips exporteren en deze opslaan in een lokale map op uw computer. U kunt deze bestanden bewerken met elke non-lineaire editing (NLE)-software die Canon MXF-bestanden ondersteunt. Raadpleeg voor bijzonderheden over het gebruik van MXFstreambestanden de gebruiksaanwijzing van de video-editingsoftware. * MXF (Material eXchange Format) is een SMPTE-gedefinieerde containerspecificatie die video, audio, metagegevens en andere informatie bevat.
16
1. Selecteer de gewenste clips in het clipspaneel. • Gebruik Shift + klikken of Ctrl + klikken om meerdere clips te selecteren.
2. Klik op Edit > Export to MXF. • Er verschijnt een dialoogscherm waarin u wordt gevraagd om de bestemmingsmap te selecteren.
3. Selecteer de bestemmingsmap en klik vervolgens op [OK]. • In de geselecteerde map wordt automatisch een map aangemaakt waarnaar MXF-bestanden van de geselecteerde clips worden gekopieerd. • Als de procedure is voltooid, toont een dialoogscherm ter bevestiging de naam die automatisch is gegeven aan de bestemmingsmap. De mapnaam weerspiegelt de datum en tijd van de kopieerprocedure.
4. Klik op OK.
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Clips afspelen U kunt de clip afspelen die momenteel is geselecteerd in het clipspaneel.
1. Selecteer in het clipspaneel de clip die u wilt afspelen (). • Het videoweergavegebied toont het eerste beeldje uit de clip.
2. Klik op
17
om met afspelen te starten () of dubbelklik op de clip in het clipsgebied. • De schuifbalk van de afspeelpositie en de tijdcodeweergave verplaatsen zich terwijl de clip wordt afgespeeld. • Tijdens het afspelen van de clip verandert de knop A in C. • Als u de clip op het volledige scherm wilt afspelen: Klik op View > Full Screen. Druk op de Esctoets om het afspelen van de beelden op het volledige scherm te beëindigen. Tijdens het afspelen van beelden op het volledige scherm kunt u met de sneltoetsen op het toetsenbord het afspelen van de beelden beëindigen en de afspeelpositie regelen (0 18).
3. Klik op
als u met afspelen wilt stoppen. • Het afspelen van de huidige clip wordt ook stopgezet als u in het clipspaneel een andere clip selecteert.
Videoweergavegebied
Tijdcode Totale duur van de clip
BELANGRIJK • Diverse factoren, bijvoorbeeld de prestatie van uw computer en de overdrachtssnelheid van de CFkaart, kunnen van nadelige invloed zijn op de afspeelkwaliteit. In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld als u clips afspeelt in de camcorder terwijl deze rechtstreeks aangesloten is op uw computer, kunnen zich de volgende abnormaliteiten voordoen. - Opnamen worden niet vloeiend afgespeeld en sommige beeldjes zijn verdwenen. - De getoonde tijdcode is niet in overeenstemming met het beeldje dat feitelijk wordt getoond. - Onderdelen van het scherm bevriezen of het duurt langer voordat deze worden vernieuwd. Als dergelijke abnormaliteiten optreden terwijl u clips afspeelt vanaf een CF-kaart, importeer de clips dan in uw computer en speel de clips af vanuit het lokale virtuele medium. OPMERKINGEN • Wanneer de invoerfocus* is gericht op het clipspaneel, het mediapaneel of de schuifbalk van de afspeelpositie in het voorbeeldpaneel, dan kunt u op de spatiebalk drukken om met afspelen te starten/stoppen. Ook kunt u op dezelfde wijze gebruikmaken van de spatiebalk tijdens het afspelen van clips op het volledige scherm. * “Invoerfocus” heeft betrekking op het venster of item dat vanaf het toetsenbord invoer door de gebruiker kan ontvangen.
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Het volume wijzigen en uitvoerkanalen selecteren Versleep de volumeschuifbalk als u het afspeelvolume wilt wijzigen. U kunt op klikken om het geluid tijdelijk uit te schakelen ( ). Klik op de audiokanaalselectieknoppen ( CH1 of CH2) om het audiokanaal te selecteren dat wordt afgespeeld. Klik op deze knop om de audio uit te schakelen Volumeschuifbalk
18 Audiokanaalselectie
De afspeelpositie wijzigen U kunt tijdens het afspelen of de afspeelpauzestand op de volgende manieren de afspeelpositie wijzigen. Naar de vorige/volgende opnamemarkering springen Opnamemarkering Schuifbalk van de afspeelpositie
Gebeurtenismarkering Naar het laatste beeldje springen Volgende beeldje Vorige beeldje Naar het eerste beeldje springen Naar de vorige/volgende gebeurtenismarkering springen
Muisbediening
Sneltoets 1* Sneltoets 2* op toetsenbord op toetsenbord
Actie
Home
S
Naar het eerste beeldje van de clip springen.
End
X
Naar het laatste beeldje van de clip springen.
Pijl
A
Eén beeldje teruggaan.
Pijl
Z
Eén beeldje vooruitgaan.
Shot
Shift +
D
Naar de vorige opnamemarkering (0 26) in de clip springen.
Shot
Shift +
C
Naar de volgende opnamemarkering in de clip springen.
Event
Ctrl +
F
Naar de vorige gebeurtenismarkering (0 26) in de clip springen.
Event
Ctrl +
V
Naar de volgende gebeurtenismarkering in de clip springen.
Schuifbalk afspeelpositie
—
Versleep de schuifbalk naar de gewenste afspeelpositie.
—
Klik op deze knop om rechtstreeks naar de geselecteerde opnamemarkering te springen.
—
Klik op deze knop om rechtstreeks naar de geselecteerde gebeurtenismarkering te springen.
* Gebruik sneltoets 1 wanneer de invoerfocus is gericht op de schuifbalk van de afspeelpositie op het voorbeeldpaneel of tijdens het afspelen van clips op het volledige scherm. Gebruik sneltoets 2 wanneer de invoerfocus is gericht op het mediapaneel, het clipspaneel, of de schuifbalk van de afspeelpositie op het voorbeeldpaneel of tijdens het afspelen van clips op het volledige scherm.
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Een ander miniatuurbeeld van de clip selecteren Standaard wordt het eerste beeldje van de clip gebruikt als miniatuurbeeld in het clipspaneel. U kunt hiervoor echter een ander beeldje selecteren.
1. Selecteer in het clipspaneel de clip waaruit u een ander miniatuurbeeld wilt kiezen. 2. Las in het voorbeeldpaneel een pauze in bij het beeldje dat u wilt gebruiken als miniatuurbeeld. 3. Klik op Edit > Set Thumbnail Picture.
19 OPMERKINGEN • In sommige gevallen kan het voorkomen dat het beeldje dat wordt gebruikt als miniatuurbeeld tot een halve seconde verder ligt dan het beeldje dat u hebt geselecteerd.
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Naar clips zoeken U kunt zoeken naar clips in het clipspaneel en de clips zo filteren dat alleen clips worden getoond die aan bepaalde criteria voldoen.
1. Selecteer in de zoekbalk de parameter op basis waarvan u wilt zoeken of gebruik de zoekbalk
20
om de clips te filteren in het vervolgkeuzemenu (). • U kunt zoeken op clipnaam (Clip Name), datum en tijd van opname (Date & Time), statuspictogram (Status), cliptitel (Clip Title), maker (Creator), opnamelocatie (Location) of clipbeschrijving (Description).
2. Voer het zoekcriterium in of selecteer dit (). Parameter
Criterium
Clip Name, Clip Title, Creator, Location, Description
Voer tekst in waarnaar u wilt zoeken. De zoekprocedure is hoofdlettergevoelig (a≠A).
Date & Time
Selecteer Today (vandaag), One Week (binnen één week), of One Month (binnen één maand).
Status
Selecteer OK, Check of None (geen statuspictogram).
3. Klik op Search All (). • XF Utility doorzoekt alle clips in het geselecteerde medium en toont in het clipspaneel alleen de clips die aan de zoekcriteria voldoen. • Als u de zoekresultaten verder wilt beperken en verfijnen, herhaal dan de procedure door extra criteria in te voeren en klik op Narrow Results ().
4. Klik op Display All () als u de zoekprocedure wilt resetten en alle clips wilt tonen in het geselecteerde medium. • De zoekprocedure wordt ook gereset als u in het mediapaneel een ander medium selecteert.
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Relayclips tonen Nadat u een virtueel medium hebt geselecteerd, kunt u alleen de clips tonen die zonder onderbreking werden opgenomen op twee of meer CF-kaarten en onderdeel uitmaken van dezelfde relayopnameserie.
1. Selecteer in het mediapaneel een virtueel medium dat relayclips bevat.
21
2. Selecteer in het clipspaneel een clip met een relay-opnamepictogram
,
of
().
3. Klik op View > Show Relay Clips. • In het clipspaneel worden alleen de clips getoond die als de geselecteerde clip onderdeel uitmaken van dezelfde relay-opnameserie. • U kunt ook met de rechtermuisknop klikken op een clip met een relay-opnamepictogram in het clipspaneel en Show Relay Clips selecteren in het contextmenu dat wordt geopend ().
4. Klik nogmaals op View > Show Relay Clips als u alle clips in het geselecteerde medium wilt tonen. OPMERKINGEN • In het scherm met de relayclips worden alleen de relayclips getoond die werden opgeslagen in hetzelfde geselecteerde virtuele medium.
Clips beheren U kunt clips in het virtuele medium op de gebruikelijke manier knippen, kopiëren, plakken, slepen en neerzetten als u de clips wilt kopiëren, verplaatsen en verwijderen.
Clips kopiëren U kunt clips vanaf een virtueel medium kopiëren naar andere media.
1. Selecteer in het mediapaneel het virtuele medium dat de clips bevat die u wilt kopiëren (). 2. Selecteer in het clipspaneel de clips die u wilt kopiëren (). • Gebruik Shift + klikken of Ctrl + klikken om meerdere clips te selecteren of klik op Edit > Select All om alle clips te selecteren.
3. Sleep de geselecteerde clips naar het pictogram van het gewenste medium in het mediapaneel (). • De geselecteerde clips worden gekopieerd naar het geselecteerde medium. • Klik op Cancel als u de procedure wilt onderbreken. • U kunt ook het menu gebruiken door op Edit > Copy en Edit > Paste te klikken.
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Clips verplaatsen U kunt clips vanaf een virtueel medium verplaatsen naar andere media.
1. Selecteer in het mediapaneel het virtuele medium dat de clips bevat die u wilt verplaatsen. 2. Selecteer in het clipspaneel de clips die u wilt verplaatsen. • Gebruik Shift + klikken of Ctrl + klikken om meerdere clips te selecteren of klik op Edit > Select All om alle clips te selecteren.
22
3. Klik op Edit > Cut. 4. Selecteer in het mediapaneel het medium waarnaar u de clips wilt verplaatsen en klik op Edit > Paste. • De geselecteerde clips worden verplaatst naar het geselecteerde medium. • Klik op Cancel als u de procedure wilt onderbreken.
Clips verwijderen U kunt clips verwijderen die u niet langer wilt bewaren. Ook als clips zijn aangeduid met een jmarkering, kunt u deze met XF Utility verwijderen.
1. Selecteer in het mediapaneel het medium dat de clips bevat die u wilt verwijderen. 2. Selecteer in het clipspaneel de clips die u wilt verwijderen. • Gebruik Shift + klikken of Ctrl + klikken om meerdere clips te selecteren of klik op Edit > Select All om alle clips te selecteren.
3. Druk op de toets Delete en klik op OK. • U kunt ook het menu gebruiken door op Edit > Delete te klikken. • De geselecteerde clips worden verwijderd. BELANGRIJK • Wees voorzichtig als u virtuele media verwijdert. Zodra u virtuele media hebt verwijderd, bent u de clips voorgoed kwijt.
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Virtuele media beheren Virtuele media zijn niet meer dan lokale mappen op uw computer waarin u clips kunt opslaan en ordenen. U kunt virtuele media aanmaken, instellen, hernoemen of verwijderen.
23
Virtuele media aanmaken Door virtuele media aan te maken, kunt u clips op uw computer gemakkelijk ordenen. Virtuele media hebben dezelfde mapstructuur als CF-kaarten, zodat XF Utility virtuele media kan herkennen en hiermee op precies dezelfde wijze als met CF-kaarten kan werken.
1. Klik op de knop Create Virtual Media
(). • U kunt ook het menu gebruiken door op File > Create Virtual Media te klikken. • Het dialoogvenster Create Virtual Media wordt geopend.
2. Typ de gewenste naam van het virtuele medium in het veld Virtual Media Name (). 3. Om de map te selecteren waar het virtuele medium wordt opgeslagen, klikt u op Browse en selecteer vervolgens de Folder for Virtual Media ().
4. Klik op OK (). • Het virtuele medium wordt aangemaakt en wordt getoond in het mediapaneel ().
Virtuele media selecteren Als virtueel medium kunt u op de harde schijf een map selecteren die gegevens bevat met dezelfde mapstructuur als een CF-kaart.
1. Klik op File > Set Virtual Media. • Het dialoogvenster Set Virtual Media verschijnt.
2. Selecteer de map die u wilt selecteren als virtueel medium en klik op OK. • Als u bijvoorbeeld een map selecteert met de naam D:\Data die dezelfde mapstructuur heeft als de CF-kaart, dan verschijnt Data in het mediapaneel.
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Virtuele media verwijderen Voer de procedure hieronder uit als u de map niet langer wilt gebruiken als virtueel medium. Als u dat doet, dan zal de map worden verwijderd uit het mediapaneel, maar de map en de clips in de map zullen niet worden verwijderd.
1. Selecteer in het mediapaneel de map die u wilt instellen als virtueel medium. 2. Klik op File > Remove Virtual Media. • Er verschijnt een bevestigingsbericht.
24
3. Klik op OK. • De geselecteerde map wordt niet langer gebruikt als virtueel medium en zal worden verwijderd uit het mediapaneel. OPMERKINGEN • Nadat u het virtuele medium hebt verwijderd, kunt u Set Virtual Media selecteren om de map opnieuw als virtueel medium te gebruiken.
De naam van virtuele media wijzigen U kunt de naam wijzigen van virtuele media, bijvoorbeeld om aan backup-mappen een meer beschrijvende naam te geven.
1. Selecteer in het mediapaneel het virtuele medium waarvan u de naam wilt wijzigen. 2. Klik op File > Rename Virtual Media. • Het dialoogvenster Rename Virtual Media wordt geopend.
3. Typ de gewenste naam voor het virtuele medium in het veld Virtual Media Name () en klik op OK (). • De nieuwe naam van het virtuele medium wordt nu getoond in het mediapaneel.
Clips afspelen, doorzoeken en beheren
Virtuele media verwijderen U kunt virtuele media en alle clips die de media bevatten, heel gemakkelijk verwijderen, zelfs clips die zijn aangeduid met een j-markering.
1. Selecteer in het mediapaneel het virtuele medium dat u wilt verwijderen (). 2. Klik op de knop Delete Virtual Media
() of klik op File > Delete Virtual Media.
3. Als het virtuele medium clips bevat, verschijnt er een bevestigingsbericht. Klik op Yes om alle
25
clips te verwijderen. • Het virtuele medium verdwijnt nu uit het mediapaneel.
BELANGRIJK • Alle clips in het virtuele medium worden verwijderd van de harde schijf maar de mappen in het virtuele medium blijven bestaan. • Zodra u clips hebt verwijderd, bent u deze voorgoed kwijt. Als u de clips wilt verlaten en alleen de instelling wilt annuleren, selecteer dan Remove Virtual Media.
Clips en bijbehorende metagegevens bewerken
Clips en bijbehorende metagegevens bewerken
Markeringen bewerken Als een clip opnamemarkeringen of gebeurtenismarkeringen bevat, dan worden deze getoond in het voorbeeldpaneel, onder of boven de schuifbalk van de afspeelpositie.
26
Opnamemarkering
Er zijn twee soorten opnamemarkeringen, Mark 1 en Mark 2, die u naar keuze aan elk punt in de clip kunt toevoegen. Het pictogram is altijd hetzelfde, ongeacht het type opnamemarkering.
Gebeurtenismarkering
Gebeurtenismarkeringen worden automatisch toegevoegd als reactie op vooraf gedefinieerde veranderingen tijdens het maken van de opnamen. Raadpleeg voor bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de camcorder. Het pictogram is altijd hetzelfde, ongeacht door welke gebeurtenis de markering wordt toegevoegd, maar in de kolom Details van de markeringenlijst kunt u controleren om welk gebeurtenistype het gaat. Opnamemarkering Gebeurtenismarkering Add Shot Mark-knop (Opnamemarkering toevoegen)
Mark List-knop (Markeringenlijst) (0 27)
Een opnamemarkering toevoegen U kunt een opnamemarkering toevoegen aan elk gewenst punt in de clip. Met XF Utility kunt u alleen opnamemarkeringen van het type Mark 1 toevoegen.
1. Selecteer in het clipspaneel de clip waaraan u opnamemarkeringen wilt toevoegen. 2. Las in het voorbeeldpaneel een pauze in bij het beeldje dat u wilt aanduiden met een opnamemarkering.
3. Klik op
. • Aan de geselecteerde positie wordt een opnamemarkering van het type Mark 1 toegevoegd en boven de schuifbalk van de afspeelpositie wordt de markering getoond. • In sommige gevallen kan het voorkomen dat de positie van de opnamemarkering tot een halve seconde verder ligt dan het beeldje dat u hebt geselecteerd. • U kunt ook het menu gebruiken door op Edit > Add Shot Mark te klikken. OPMERKINGEN
• Aan één enkele clip kunt u maximaal 100 opnamemarkeringen (Mark 1 en Mark 2 gecombineerd) toevoegen. • Opnamemarkeringen kunt u niet toevoegen aan het eerste beeldje van een clip. • Opnamemarkeringen van het type Mark 2 kunt u alleen met gebruik van de camcorder aan een clip toevoegen.
Clips en bijbehorende metagegevens bewerken
Markeringen controleren U kunt op Mark List klikken om een lijst op te roepen van alle opname- en gebeurtenismarkeringen in een clip.
27
Naar een gemarkeerde positie springen Selecteer in de markeringenlijst de opname- of gebeurtenismarkeringen die u wilt controleren () en klik op Jump (). De schuifbalk van de afspeelpositie springt naar de geselecteerde markering en het gemarkeerde beeldje wordt weergegeven in het videoweergavegebied. Een opnamemarkering verwijderen Selecteer in de markeringenlijst de opnamemarkering die u wilt verwijderen () en klik op Delete ().
OPMERKINGEN • U kunt clipstatusmarkeringen (j, Z) toevoegen of verwijderen door het veld Status in het informatievenster Clip Properties te bewerken (0 28). • Gebeurtenismarkeringen kunt u niet verwijderen.
Clips en bijbehorende metagegevens bewerken
Metagegevens bewerken Met XF Utility kunt u het clipinformatieprofiel bewerken evenals andere metagegevens die op de clips betrekking hebben, of bestanden met voorkeuze-instellingen verwijderen die in de clips zijn ingesloten.
De metagegevens bewerken die betrekking hebben op een clip
28
Hoewel de metagegevensvelden van de camera alleen ter informatie dienen en niet kunnen worden gewijzigd, kunt u een aantal bij een clip behorende metagegevensvelden wel bewerken, zoals de velden van het clipinformatieprofiel.
1. Selecteer in het clipspaneel de clip waarvan u de metagegevens wilt bewerken. 2. Klik op View > Clip Properties om het venster van de clipeigenschappen op te roepen. • U kunt ook met de rechtermuisknop klikken op de clip in het clipspaneel en Clip Properties selecteren in het contextmenu dat wordt geopend.
3. Bewerk de velden die u wilt wijzigen, zoals hieronder beschreven. • Het pictogram dat wordt getoond naast de velden die zijn bewerkt, verandert in
().
4. Klik op Save () om met de clip de gewijzigde metagegevens op te slaan.
Een j- of Z-markering toevoegen of verwijderen
Selecteer het veld Status en dubbelklik op de huidige waarde hiervan. Selecteer de gewenste waarde in de lijst. • Selecteer None als u de huidige markering wilt verwijderen, OK als u een j markering wilt toevoegen of de huidige markering hierdoor wilt vervangen of Checkmark als u een Z markering wilt toevoegen of de huidige markering hierdoor wilt vervangen. U kunt niet beide markeringen tegelijkertijd toevoegen.
Clips en bijbehorende metagegevens bewerken
Clipinformatieprofielen bewerken
Selecteer Clip Title, Creator, Location of Description en dubbelklik op de huidige waarde hiervan. • Het dialoogvenster Edit User Memo wordt geopend.
29
Bewerk de velden die u wilt wijzigen en klik op OK. • U kunt maximaal 1.000 karakters invoeren in het beschrijvingsveld en maximaal 100 karakters in de 3 overige velden. • U kunt desgewenst sommige velden ook leeg laten.
GPS-informatie toevoegen
Selecteer Altitude, Latitude, of Longitude en dubbelklik op de huidige waarde hiervan. • Het dialoogvenster Edit GPS Information wordt geopend. Voer, indien gewenst, de GPS-waarden in en klik op OK. • Voer alleen geldige getallen in.
Alle ingesloten bestanden met voorkeuze-instellingen verwijderen U kunt bestanden met voorkeuze-instellingen verwijderen die werden ingesloten terwijl de clips werden opgenomen. U kunt alleen bestanden met voorkeuze-instellingen verwijderen uit alle clips in een medium; u kunt geen individuele clips selecteren.
1. Selecteer in het mediapaneel het medium waaruit u alle ingesloten bestanden met voorkeuzeinstellingen wilt verwijderen.
2. Klik op File > Delete All Custom Picture Files. 3. Er verschijnt een bevestigingsbericht. Klik op OK om uit alle clips in het medium alle ingesloten bestanden met voorkeuze-instellingen te verwijderen.
Clipinformatieprofielen beheren
Clipinformatieprofielen beheren
Clipinformatieprofielen bevatten informatie waaraan clips gemakkelijk zijn te herkennen, zoals de cliptitel, de maker, de opnamelocatie of een korte beschrijving. Later kan de camcorder tijdens het maken van video-opnamen een clipinformatieprofiel koppelen aan de gemaakte video-opname en dit met de clips opslaan. Aangezien het comfortabeler is om de informatie in te voeren met een toetsenbord dan de camcorder zelf hiervoor te gebruiken, kunt u eerst clipinformatieprofielen maken met XF Utility en deze vervolgens opslaan op een SD-geheugenkaart. Daarna kunt u een clipinformatieprofiel vanaf de geheugenkaart inlezen in de camcorder en dit gebruiken voor het maken van opnamen.
30
Een clipinformatieprofiel maken Voer de informatie voor het clipinformatieprofiel in en sla het clipinformatieprofiel op een SDgeheugenkaart of in een lokale map van uw computer op.
1. Sluit een commercieel verkrijgbare kaartlezer aan op uw computer en plaats in de kaartlezer de SD-geheugenkaart waarop u de clipinformatieprofielen wilt opslaan.
2. Klik op File > Manage User Memo Profiles. • Het dialoogvenster Manage User Memo Profiles wordt geopend.
3. Typ de benodigde informatie in de velden Clip Title, Creator, Location en Description (). • U kunt maximaal 1.000 karakters invoeren in het beschrijvingsveld en maximaal 100 karakters in de 3 overige velden. • U kunt desgewenst sommige velden ook leeg laten.
4. Selecteer het vak Card Only (), selecteer het station van de kaartlezer waarin u de SDgeheugenkaart hebt geplaatst () en klik op Save (). • Het dialoogvenster Enter File Name wordt geopend.
5. Voer de bestandsnaam () in en klik op OK (). • Het clipinformatieprofiel wordt vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart. • U kunt voor de bestandsnaam maximaal 8 karakters invoeren. Gebruik geen andere speciale karakters dan de hoofdletters
en de getallen <0 t/m 9>.
Het clipinformatieprofiel opslaan in een lokale map Selecteer bij stap 4 hierboven niet het vak Card Only en klik op Save. Selecteer in het dialoogvenster dat wordt geopend, de lokale map op de computer waar u het clipinformatieprofiel wilt opslaan, voer de bestandsnaam in en klik op Opslaan.
OPMERKINGEN • Op één enkele SD-geheugenkaart kunt u maximaal 100 clipinformatieprofielen opslaan.
Clipinformatieprofielen beheren
Een clipinformatieprofiel bewerken Als u op een SD-geheugenkaart of in een lokale map een clipinformatieprofiel hebt opgeslagen, dan kunt u het oproepen om de informatie in het profiel te bewerken.
1. Sluit een commercieel verkrijgbare kaartlezer aan op uw computer en plaats in de kaartlezer de SD-geheugenkaart die het clipinformatieprofiel bevat dat u wilt bewerken.
31
2. Klik op File > Manage User Memo Profiles. • Het dialoogvenster Manage User Memo Profiles wordt geopend.
3. Plaats een vinkje in het vak Card Only en selecteer het station van de kaartlezer waarin de SDgeheugenkaart is geplaatst.
4. Selecteer in de lijst het clipinformatieprofiel dat u wilt bewerken en klik op Load. • De inhoud van het clipinformatieprofiel verschijnt in de clipinformatieprofielvelden in het dialoogvenster Manage User Memo Profiles.
5. Wijzig desgewenst de velden Clip Title, Creator, Location en Description. • U kunt maximaal 1.000 karakters invoeren in het beschrijvingsveld en maximaal 100 karakters in de 3 overige velden. • U kunt desgewenst sommige velden ook leeg laten.
6. Klik op Save. • Het dialoogvenster Enter File Name wordt geopend.
7. Voer de bestandsnaam in en klik op OK. • Het clipinformatieprofiel wordt vervolgens opgeslagen op de SD-geheugenkaart. • U kunt voor de bestandsnaam maximaal 8 karakters invoeren. Gebruik geen andere speciale karakters dan de hoofdletters en de getallen <0 t/m 9>. Een clipinformatieprofiel oproepen dat u hebt opgeslagen in een lokale map Selecteer bij stap 3 hierboven niet het vak Card Only en klik op Load. Selecteer in het dialoogvenster dat wordt geopend, de lokale map op de computer die het clipinformatieprofiel bevat dat u wilt bewerken, selecteer het gewenste clipinformatieprofiel en klik op Openen. Het bewerkte clipinformatieprofiel opslaan in een lokale map Selecteer bij stap 6 hierboven niet het vak Card Only voordat u op Save klikt. Selecteer in het dialoogvenster dat wordt geopend, de lokale map op de computer waar u het clipinformatieprofiel wilt opslaan, voer de bestandsnaam in en klik op Opslaan.
Clipinformatieprofielen beheren
Een clipinformatieprofiel verwijderen Met XF Utility kunt u clipinformatieprofielen verwijderen die u hebt opgeslagen op een SDgeheugenkaart.
1. Sluit een commercieel verkrijgbare kaartlezer aan op uw computer en plaats in de kaartlezer de SD-geheugenkaart die het clipinformatieprofiel bevat dat u wilt verwijderen.
32
2. Klik op File > Manage User Memo Profiles. • Het dialoogvenster Manage User Memo Profiles wordt geopend.
3. Plaats een vinkje in het vak Card Only en selecteer het station van de kaartlezer waarin de SDgeheugenkaart is geplaatst.
4. Selecteer het clipinformatieprofiel dat u uit de lijst wilt verwijderen. • Als u de inhoud van het clipinformatieprofiel wilt bekijken voordat u het verwijdert, klik dan op Load.
5. Klik op Delete. 6. Klik in het bevestigingsvenster op Yes om het clipinformatieprofiel te verwijderen.
Algemene informatie over menu-opties en foutberichten
Algemene informatie over menu-opties en foutberichten
Menu’s en sneltoetsen In de tabellen hieronder vindt u eerst een beschrijving van de hoofdmenu’s en submenu’s, gevolgd door opties die worden getoond in de contextmenu’s die worden geopend als u met de rechtermuisknop op bepaalde pictogrammen klikt .
33
Menubalk Menu submenu
Sneltoets op toetsenbord
Functie
0
File Eject
—
Verwijdert een CF-kaart uit het mediapaneel.
7
Backup Media
—
Kopieert alle clips vanaf een CF-kaart naar een virtueel medium in een lokale map op uw computer.
13
Create Virtual Media
G
Maakt een virtueel medium aan.
23
Delete Virtual Media
H
Verwijdert een virtueel medium en alle clips die het medium bevat.
25
Set Virtual Media
J
Selecteert een map als virtueel medium.
23
Remove Virtual Media
K
Annuleert de selectie van een map als virtueel medium.
24
Rename Virtual Media
L
Geeft een nieuwe naam aan het virtuele medium.
24
Manage User Memo Profiles
—
Opent een dialoogscherm waarin u clipinformatieprofielen kunt aanmaken, bewerken en verwijderen.
30
Delete All Custom Picture Files
—
Verwijdert alle bestanden met voorkeuzeinstellingen die zijn ingesloten in clips in het geselecteerde medium.
29
Alt + F4
Sluit XF Utility af.
4
Cut
Ctrl + X
“Knipt” clips en plaatst deze op het clipbord, klaar om te worden verplaatst naar een ander medium.
22
Copy
Ctrl + C
Kopieert clips naar het clipbord.
21
Paste
Ctrl + V
Verplaatst of kopieert clips vanaf het clipbord naar het geselecteerde medium.
Delete
Delete
Verwijdert de geselecteerde clips.
22
Select All
Ctrl + A
Selecteert alle clips in het geselecteerde medium.
—
Set Thumbnail Picture
Ctrl + P
Stelt het geselecteerde beeldje in als het miniatuurbeeld van de clip.
19
Add Shot Mark
Ctrl + S
Voegt een opnamemarkering toe aan het geselecteerde beeldje.
26
Exit Edit
T
21, 22
Mark List
P
Toont een lijst van alle opname- en gebeurtenismarkeringen in de geselecteerde clip.
27
Export to MXF
—
Exporteert de MXF-streambestanden van de geselecteerde clips naar een lokale map.
16
Algemene informatie over menu-opties en foutberichten
Menu submenu
Sneltoets op toetsenbord
Functie
0
View
34
Large Thumbnails
Q
Wijzigt de weergavemodus van het clipspaneel in weergave van grote miniatuurbeelden.
Small Thumbnails
W
Wijzigt de weergavemodus van het clipspaneel in weergave van kleine miniatuurbeelden.
Thumbnails with Information
E
Wijzigt de weergavemodus van het clipspaneel in weergave van miniatuurbeelden met aanvullende bijzonderheden over de clips.
Detailed Information
R
Wijzigt de weergavemodus van het clipspaneel in de gedetailleerde tabelweergave.
Show Relay Clips
—
Toont alleen clips die in dezelfde relayserie als die van de geselecteerde clip ononderbroken werden opgenomen.
9
21
Clip Properties
U
Toont het venster met clipeigenschappen.
Camera Metadata
I
Toont het venster met metagegevens.
Custom Picture
O
Toont het venster met de voorkeuze-instellingen.
Customize Columns
—
Opent een dialoogvenster voor het selecteren en opnieuw ordenen van velden die worden getoond bij gebruik van het scherm met gedetailleerde informatie in het clipspaneel.
11
Speelt de geselecteerde clip af op het volledige scherm.
17
Vernieuwt het scherm, zodat ten aanzien van het geselecteerde medium de nieuwste informatie wordt getoond.
—
Opent een venster waarin u voorkeuren kunt instellen ten aanzien van de werking van de software.
—
Full Screen Refresh
Alt + Enter F5
12
Tools User Configuration
—
Help About Canon XF Utility
—
Toont bijzonderheden over de versie van de software.
—
View Instruction Manual
—
Opent de PDF-gebruiksaanwijzing (dit PDFbestand) van XF Utility.
—
Algemene informatie over menu-opties en foutberichten
Contextmenu’s Hieronder volgt een lijst met menu’s die worden getoond als u met de rechtermuisknop op bepaalde pictogrammen klikt. Welk contextmenu wordt getoond, hangt af van de plaats van de muisaanwijzer op het moment dat u klikt. Contextmenu in het mediapaneel
35
Menu
Sneltoets op toetsenbord
Eject
—
Verwijdert een CF-kaart uit het mediapaneel.
7
Backup Media
—
Kopieert alle clips vanaf een CF-kaart naar een virtueel medium in een lokale map op uw computer.
13
Functie
0
Create Virtual Media
G
Maakt een virtueel medium aan.
23
Delete Virtual Media
H
Verwijdert een virtueel medium en alle clips die het medium bevat.
25
Set Virtual Media
J
Selecteert een map als virtueel medium.
23
Remove Virtual Media
K
Annuleert de selectie van een map als virtueel medium.
24
Rename Virtual Media
L
Geeft een nieuwe naam aan het virtuele medium.
24
Virtual Media Location
—
Toont op uw computer de lokale map waarin het virtuele medium is opgeslagen.
—
Ctrl + V
Verplaatst of kopieert clips vanaf het clipbord naar het geselecteerde medium.
21, 22
Functie
0
Paste
Contextmenu in het clipspaneel Menu
Sneltoets op toetsenbord
Cut
Ctrl + X
“Knipt” clips en plaatst deze op het clipbord, klaar om te worden verplaatst naar een ander medium.
22
Copy
Ctrl + C
Kopieert clips naar het clipbord.
21
Paste
Ctrl + V
Verplaatst of kopieert clips vanaf het clipbord naar het geselecteerde medium.
Delete
Delete
Verwijdert de geselecteerde clips.
22
Select All
Ctrl + A
Selecteert alle clips in het geselecteerde medium.
—
—
Toont alleen clips die in dezelfde relayserie als die van de geselecteerde clip ononderbroken werden opgenomen.
21
Show Relay Clips
Clip Properties
U
Toont het venster met clipeigenschappen.
Camera Metadata
I
Toont het venster met metagegevens.
Custom Picture
O
Toont het venster met de voorkeuze-instellingen.
21, 22
12
Algemene informatie over menu-opties en foutberichten
Foutberichten en oplossingen Hieronder volgt in alfabetische volgorde een gedeeltelijke lijst van foutberichten. Deze foutberichten worden op het scherm in de Engelse taal getoond. Onder de foutberichten hieronder wordt een vertaling van die berichten gegeven.
36
Cannot add a shot mark to this frame. (Er kan aan dit beeldje geen opnamemarkering worden toegevoegd.) • Opnamemarkeringen kunt u niet toevoegen aan het eerste beeldje van een clip. Klik op beeldjes vooruit te gaan en probeer opnieuw een opnamemarkering toe te voegen.
om een aantal
Cannot add the shot mark. A single can have up to 100 shot marks. (Er kan geen opnamemarkering worden toegevoegd. Eén clip kan maximaal 100 opnamemarkeringen bevatten.) • Aan de clip is al het maximale aantal opnamemarkeringen toegevoegd (100 markeringen). Verwijder markeringen die u niet langer nodig hebt en probeer opnieuw een opnamemarkering toe te voegen. Cannot back up the clips because the number of clips in the target media will exceed 999. (Er kan van de clips geen backup worden gemaakt omdat het aantal clips in het bestemmingsmedium groter zou worden dan 999.) • Het maximale aantal clips in een medium is 999 clips. Selecteer als backup-map een andere lokale map op uw computer. Cannot backup the media. (Er kan van het medium geen backup worden gemaakt.) • Controleer op uw computer de lokale map die u hebt toegewezen als de backup-map. Cannot change the shot mark information. (De opnamemarkeringsinformatie kan niet worden gewijzigd.) • Controleer het medium dat de geselecteerde clips bevat. Cannot copy the clip because the source clip is corrupted or cannot be accessed. (De clip kan niet worden gekopieerd omdat de bronclip beschadigd is of niet kan worden geopend.) • Controleer het medium vanwaar u de clips wilt kopiëren (bronmedium). Cannot copy the clips. (Er kunnen geen clips worden gekopieerd.) • De clips kunnen niet worden gekopieerd naar het geselecteerde medium. Controleer het doelmedium. Cannot copy the clips because the number of clips in the target media will exceed 999. (De clips kunnen niet worden gekopieerd omdat het aantal clips in het doelmedium groter wordt dan 999.) • Het maximale aantal clips in een medium is 999 clips. Verlaag het aantal te kopiëren clips of selecteer een ander doelmedium. Cannot copy the clips because the target media is an optical disc. (De clips kunnen niet worden gekopieerd omdat het doelmedium een optische schijf is.) • Clips kunnen niet worden opgeslagen op een optische schijf. Selecteer als doelmedium een CF-kaart of virtueel medium. Cannot create the destination folder. (De doelmap kan niet worden aangemaakt.) • Controleer de toegangsprivileges van de door u gebruikte gebruikersaccount. Cannot create the folder. (De map kan niet worden aangemaakt.) • Controleer de toegangsprivileges van de door u gebruikte gebruikersaccount. Cannot create the target virtual media. (Het virtuele doelmedium kan niet worden aangemaakt.) • Controleer op uw computer de lokale map die u hebt toegewezen als de backup-map. Cannot create the virtual media. (Het virtuele medium kan niet worden aangemaakt.) • Controleer op uw computer de lokale map waarin u het virtuele medium wilde aanmaken.
Algemene informatie over menu-opties en foutberichten
Cannot delete. (Gegevens kunnen niet worden verwijderd.) • Het clipinformatieprofiel kan niet worden verwijderd omdat de SD-geheugenkaart tegen schrijven is beveiligd. Cannot delete the custom picture files. (De bestanden met voorkeuze-instellingen kunnen niet worden verwijderd.) • Controleer het medium dat de geselecteerde clips bevat.
37
Cannot delete the folder where the virtual media was saved. (De map waarin het virtuele medium is opgeslagen, kan niet worden verwijderd.) • Controleer op uw computer de lokale map waarin het virtuele medium is opgeslagen. Cannot detect the virtual media. OK to delete the virtual media? (Het virtuele medium kan niet worden gedetecteerd. Kan het virtuele medium worden verwijderd?) • De lokale map op uw computer waarin het virtuele medium is opgeslagen, kan niet worden gevonden. Roep de Virtual Media Location op (0 35) en controleer of het getoonde pad bestaat en juist is. Als u op Yes klikt, wordt het virtuele medium uit XF Utility verwijderd; als de mapnaam echter was gewijzigd of als de map was verplaatst, dan worden de betreffende bestanden niet uit uw computer verwijderd. Cannot detect the virtual media. (The path of the virtual media is *****) The virtual media may be used by connecting the external storage that contains the virtual media. OK to delete the virtual media? (Het virtuele medium kan niet worden gedetecteerd. (Het pad van het virtuele medium is *****) Het virtuele medium kan worden gebruikt door het externe opslagapparaat aan te sluiten dat het virtuele medium bevat. Kan het virtuele medium worden verwijderd?) • De lokale map op uw computer waarin het virtuele medium is opgeslagen, kan niet worden gevonden of is niet op de juiste wijze gedetecteerd. Als het virtuele medium was aangemaakt op een verwisselbaar opslagapparaat, klik dan op No om te voorkomen dat het virtuele medium wordt verwijderd en probeer het opnieuw nadat u het verwisselbare opslagapparaat weer hebt aangesloten. Cannot eject the removable drive. (Het verwisselbare station kan niet worden uitgeworpen.) • De aansluiting met de CF-kaart of ander verwisselbaar medium kan niet worden beëindigd. Sluit XF Utility af en gebruik de functie Hardware veilig verwijderen van Windows om de hardware te verwijderen en start pas daarna XF Utility opnieuw op. • De aansluiting met de externe harde schijf of ander verwisselbaar apparaat voor massaopslag kan niet worden beëindigd. Sluit XF Utility af en gebruik de functie Hardware veilig verwijderen van Windows om het apparaat te verwijderen en start pas daarna XF Utility opnieuw op. Cannot export the MXF files. (De MXF-bestanden kunnen niet worden geëxporteerd.) • Controleer de toegangsprivileges van de door u gebruikte gebruikersaccount. Cannot move the clips. (De clips kunnen niet worden verplaatst.) • De clips kunnen niet worden verplaatst naar het geselecteerde medium. Controleer het doelmedium. Cannot move the clips because the number of clips in the target media will exceed 999. (De clips kunnen niet door Canon XF Utility worden verplaatst omdat het aantal clips in het bestemmingsmedium groter zou worden dan 999.) • Het maximale aantal clips in een medium is 999 clips. Verlaag het aantal te verplaatsen clips of selecteer een ander doelmedium. Cannot read the clips. (Kan de clips niet lezen.) • Het informatiebestand of streambestand van de clip is corrupt of beschadigd. Gebruik een backup-kopie van de clip, als u er een hebt. Cannot rename the virtual media. (De naam van het virtuele medium kan niet worden gewijzigd.) • Controleer op uw computer de lokale map waarin het virtuele medium is opgeslagen.
Algemene informatie over menu-opties en foutberichten
Cannot save. (Gegevens kunnen niet worden opgeslagen.) • Het clipinformatieprofiel kan niet worden opgeslagen omdat de SD-geheugenkaart tegen schrijven is beveiligd. Cannot save the clip properties. (De clipeigenschappen kunnen niet worden opgeslagen.) • Controleer het medium dat de geselecteerde clips bevat.
38
Cannot save the file. A memory card can store up to 100 user memo files. (Het bestand kan niet worden opgeslagen. Op een geheugenkaart kunnen maximaal 100 clipinformatieprofielen worden opgeslagen.) • Het maximale aantal clipinformatieprofielen op één enkele SD-geheugenkaart is 100. Verwijder clipinformatieprofielen die u niet langer nodig hebt of sla het profielbestand op een andere geheugenkaart op. Cannot set the selected folder as virtual media. (De geselecteerde map kan niet worden geselecteerd als virtueel medium.) • U hebt een ongeldige map geselecteerd. • De geselecteerde map bevat bestanden die niet compatibel zijn of de structuur van de geselecteerde map is niet correct. Canon XF MPEG2 Decoder is not installed (Canon XF MPEG2 Decoder is niet geïnstalleerd) • Installeer de software opnieuw vanaf de CD-ROM Canon XF Utilities. Raadpleeg voor bijzonderheden de gebruiksaanwijzing van de camcorder. Corrupt or damaged clip. Cannot add shot marks. // Cannot complete the operation. // Cannot delete custom picture files. // Cannot save the clip properties. // Cannot set the thumbnail picture. (Corrupte of beschadigde clip. – Er kunnen geen opnamemarkeringen worden toegevoegd. // De procedure kan niet worden uitgevoerd. // De bestanden met voorkeuze-instellingen kunnen niet worden verwijderd. // De clipeigenschappen kunnen niet worden opgeslagen. // Het miniatuurbeeld kan niet worden ingesteld. ) • Controleer het medium dat de geselecteerde clips bevat. Folder for backup files not found. (De map voor backup-bestanden kan niet worden gevonden.) • Controleer op uw computer de lokale map die u hebt toegewezen als de backup-map. Memory card is not detected. (De geheugenkaart kan niet worden gedetecteerd.) • De SD-geheugenkaart werd verwijderd toen u een clipinformatieprofiel bewerkte. Het dialoogvenster Manage User Memo Profiles moet u altijd sluiten voordat u de SD-geheugenkaart verwijdert. NTSC clips and PAL clips cannot be stored in the same media. (NTSC-clips en PAL-clips kunnen niet worden opgeslagen in hetzelfde medium.) • Vervang de CF-kaart. The path of the folder for backup files is incorrect. (Het pad van de map voor backup-bestanden is niet juist.) • Controleer op uw computer de lokale map die u hebt toegewezen als de backup-map. The selected frame could not be saved as the thumbnail picture. (Het geselecteerde beeldje kan niet worden opgeslagen als het miniatuurbeeld.) • Controleer het medium dat de geselecteerde clips bevat. The user memo file is corrupted or damaged. (Het clipinformatieprofiel is corrupt of beschadigd.) • Controleer de SD-geheugenkaart of op uw computer de lokale map waarin u het clipinformatieprofiel hebt opgeslagen. • Gebruik een ander clipinformatieprofiel of maak een nieuw clipinformatieprofiel aan en sla dit op.
Algemene informatie over menu-opties en foutberichten
Unable create the folder. The folder already exists. (De map kan niet worden aangemaakt. De map bestaat al.) • Er bestaat op uw computer al een map met dezelfde naam. Controleer op uw computer de lokale map waarin u het virtuele medium wilde aanmaken.
39
Virtual media not found. (Het virtuele medium kan niet worden gevonden.) • De lokale map op uw computer waarin het virtuele medium is opgeslagen, kan niet worden gevonden. Roep de Virtual Media Location op (0 35) en controleer of het getoonde pad bestaat en juist is. Virtual media not found. Cannot rename the virtual media. (Het virtuele medium kan niet worden gevonden. De naam van het virtuele medium kan niet worden gewijzigd.) • De lokale map op uw computer waarin het virtuele medium is opgeslagen, kan niet worden gevonden. Roep de Virtual Media Location op (0 35) en controleer of het getoonde pad bestaat en juist is.
Handelsmerken • Microsoft en Windows zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de VS en/of andere landen. • Andere namen en producten die hierboven niet zijn genoemd, kunnen gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van de betreffende ondernemingen zijn.
Als u ondersteuning nodig hebt, neem dan contact op met Canon Service Center. Raadpleeg voor bijzonderheden de achterzijde van de gebruiksaanwijzing van uw camcorder.
CEL-SQ8SA280
© CANON INC. 2010