Gebruiksaanwijzing (Nederlands) INHOUD VAN DE DOOS MIXER NETSNOER
SNEL AANSLUITEN VAN DE MIXER 1.
Kijk na of alle vooraan in de gebruiksaanwijzing vermelde onderdelen in de verpakking zitten. 2. LEES DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN IN HET BIJGESLOTEN BOEKJE ALVORENS HET PRODUCT IN GEBRUIK TE NEMEN. 3. Bestudeer de schematische voorstelling van de aansluitingen. 4. Plaats de mixer op een daarvoor geschikte plaats. 5. Zorg dat alle apparaten uitstaan en alle faders en knoppen op “0”staan. 6. Sluit alle stereo ingangsbronnen aan zoals op de tekening. 7. Sluit alle stereo uitgangen aan de versterker(s), tape decks, en/of andere toestellen aan. 8. Steek nu de stopcontacten in. 9. Schakel de toestellen aan in de opgegeven volgorde. audio ingang bronnen (draaitafels of CD players) mixer ten slotte, alle versterkers of op de uitgangen aangesloten toestellen 10. Bij het uitschakelen volg je de omgekeerde werkwijze door eerst De versterkers uit te schakelen Daarna de mixer Tenslotte alle aangesloten toestellen
Meer informatie over dit product vind je op
http://www.numark.com & http://www.numark.nl
AANSLUITINGEN ACHTERZIJDE
19
10
7
13 14
16
17
9
8
5
3
6
7 4
8
5
3
3
6
7 4
8
5
3
3
6
7 4
8
5
4
3
3
6
3
1
18
1. 2.
3. 4. 5. 6.
7. 8. 9.
10.
11.
12.
13.
14.
11
12
15
2
Micro Ingang 1&2: Microfoons met ¼” jack of XLR aansluiting kunnen hier worden aangesloten. Fader Start Uitgangen 1, 2, 3, 4: Gebruik de standaard 1/8”(3.5mm) snoeren om deze uitgangen aan te sluiten op Numark en andere populaire CD speler merken die uitgerust zijn met remote start. Het is aanbevolen om de cd speller aan te sluiten op het corresponderende audiokanaal. Line Ingangen: CD spelers, draaitafels, tape decks, samplers of andere toestellen op lijnniveau moeten op deze ingangen worden aangesloten. Digitale Ingangen: CD spelers, draaitafels en andere toestellen met digitale uitgangen moeten op deze ingangen worden aangesloten. Line/Digitaal Schakelaar: Deze schakelaar schakelt tussen lijn en digitale ingangsaansluitingen op het achterpaneel. Phono Ingangen: Deze ingang wordt gebruikt voor de aansluiting van de meeste draaitafels. Gevoelige “low noise” draaitafel voorversterkers versterken het signaal rechtstreeks van de naald. Sluit geen lijnniveau apparaten aan op deze ingang. GND (Aarding): Gebruik deze aansluiting om draaitafels of andere toestellen die aan het mixerchassis geaard moeten worden aan te sluiten. Phono/Aux Line Keuzeschakelaar: Deze schakelaar schakelt over tussen phono en aux lijn ingang op het achterpaneel. FX Send/Return: Sluit een effect processor aan op de stereo FX SEND uitgang en FX RETURN ingang om elk kanaal naar de effectprocessor te kunnen sturen. De wet/dry controle op het frontpaneel wordt gebruikt om het terugkomende effectsignaal te mengen met het uitgestuurde oorspronkelijk signaal. Er is een CUE voorzien om het effect vooraf te beluisteren. Bekijk het Blok diagram voor meer details over de FX Send/Return routing. Master Uitgang (XLR): Deze symmetrische gebalanceerde uitgang dient om aan te sluiten aan een PA systeem, actieve luidsprekers of een huiskamer installatie. Het volume van deze uitgang wordt geregeld door de “master” draaiknop. Master Uitgang Attenuator( verzwakker): Een bijkomende volume regeling is voorzien op het achterpaneel met als doel het maximum uitgangsniveau te beperken op de XLR uitgangen. Dit om schade te voorkomen aan versterker en of speakers. De attenuator regelt tussen 0dB tot –20dB. Master Uitgang (RCA Analoog): Deze uitgang dient om opnametoestellen zoals cassette of cd recorders op aan te sluiten. Het niveau van de opname wordt bepaald door de MASTER volume draaiknop op het frontpaneel maar wordt niet beïnvloed door de attenuator op de achterzijde. De sample frequentie voor de digitale uitgang is 44,1 KHz Digitale Uitgang: (RCA Digital) 44.1kHz, 24-bit S/PDIF output. Het formaat is type 2, vorm 1, ook bekend als S/PDIF (Sony / Phillips Digital Interface Format). Deze uitgang kan worden aangesloten aan compatibele toestellen zoals CD branders, Harddisk recorders of andere digitale mixers. Deze uitgangen zorgen voor een superieure audio geluidskwaliteit Subwoofer Uitgang : Sluit deze gefilterde uitgang aan op een actieve sub woofer of sub woofer versterker.
15. Subcut regeling: Deze regeling dient om de kantelfrequentie van de sub woofer uitgang in te stellen. 16. Booth Uitgang : Sluit deze uitgang aan op de dj monitors (actief) of monitor versterker. Er zijn verschillende toepassingsmogelijkheden afhankelijk van de instellingen.Zie:Functies op frontplaat en de hoofdstukken over Customize Mode. 17. Zone Uitgang: Kanalen 1, 2, 3, 4 (pre-fader) of de MASTER uitgang kunnen gestuurd worden naar de zone uitgang. Dit is nuttig bij multi-room en multi-mix toepassingen. 18. AC In: De aansluiting op deze mixer is ontworpen om te werken met het meegeleverde aansluitsnoer. Terwijl de schakelaar van het toestel op uit staat maak je eerst de kabel vast aan het toestel en vervolgens in het stopcontact. De interne geschakelde voeding laat een werking toe tussen 90 en 230V wisselstroom (AC) bij 50/60 Hz. 19. Power Schakelaar: Gebruik deze schakelaar om de mixer aan te zetten nadat je eerst alle andere aansluitingen hebt gemaakt. Dit doe je het best om schade te vermijden aan je installatie. Schakel je mixer aan vooraleer je de versterkers aanzet en schakel eerst de versterkers uit alvorens je de mixer uitschakelt.
FUNCTIES OP DE FRONTPLAAT
1
6
5
9
7 10
9
13
11
7 10
13
9
11
7 10
9
13
11
7 10
13
22
23
13
11
5
12
12
12
12
25
4
12
12
12
12
24
3
12
2
19
22
13
27
4
8 3
2
1. 2.
14
8 12
14
19
8 12
14
20
26
8 12
14
19
21
14
17
16
14
18
28
15
Mic 1 XLR/¼” Input Jack: Sluit je DJ microfoon aan op deze aansluiting.Let wel dat deze en de ingang op de achterkant met vermelding Mic1 input, dezelfde gain en klankregeling gebruiken. Mic 1& 2 ON/OFF: Druktoets om je microfoonkanalen 1 en 2 aan of uit te zetten. Laat uit indien je ze niet gebruikt!
3. 4.
Mic Gain: Hiermee regel je de gain van de microfoon ingang. Mic Bass: Deze regelt het laag van het microfoon kanaal.
5. 6.
Mic Treble: Deze regelt het hoog van je microfoon kanaal. Mic Talkover: Druk deze toets in om je talkover te activeren het systeem werkt zowel voor microfoon 1 als 2. Talkover is de muziek van elk van de 4 kanalen naar de achtergrond brengen op het moment dat je in de microfoon praat. Met de talkover draaiknop regel je de gevoeligheid van het talkover effect. Is deze regelaar op het maximum afgesteld dan zal de muziek nagenoeg volledig verdwijnen als er in de microfoon wordt gesproken. Kanaal Input keuze schakelaar: Deze schakelaar selecteert welke achteraan aangesloten bron er door het kanaal zal worden weergegeven. Je kan kiezen tussen PHONO/AUX LINE en LINE/DIGITAL. De schakelaars op de achterzijde worden gebruikt om te selecteren tussen PHONO en AUX LINE en tussen LINE en DIGITAL (zie hoofdstuk over achterpaneel aansluitingen). Vervangbare kanaal fader: Deze verticaal gemonteerde faders regelen het geluidsniveau van de betreffende kanalen in de mix. Noteer: De kanaal faders kun je zelf vervangen in het (onwaarschijnlijke) geval dat ze zouden stuk gaan. Demonteer de frontplaat en schroef vervolgens de faders los. Vervang bij voorkeur door een originele hoog kwalitatieve NUMARK fader. Deze kun je kopen bij je officiële NUMARK verdeler.. Gain knop (Ingangs niveau regeling): Deze draaiknop regelt het pre-fader ingang signaal. Het signaal moet je afstellen door gebruik te maken van de bijhorende vu meter. Op die wijze kun je op zicht de verschillende ingangsniveaus op elkaar afstemmen. Pre Fader Level Meter of VU meter (PFL): Toont op accurate wijze het ingangsniveau van het kanaal. Stem de verschillende signalen op elkaar af door middel van de gain knop en toonregeling alvorens ze te mixen. Het idee is om op een degelijke manier de PFL ingangen op elkaar af te stemmen. Vermijd om het ingangsniveau af te stemmen op de stereo uitgangsniveau VU meters. De meter toont de luidste van de twee, links of rechts. Wanneer je de compressor/limiter functie activeert (zie * gebruikers voorkeurinstellingen) geven de bovenste segmenten van de meter een accurate weergave van de “gain” vermindering in het rood terwijl het blauwe deel van de meter het niveau weergeeft. Wanneer de gain vermindering zachtjes oplicht, is de compressor actief en zal op een transparante manier het geluidsniveau bijregelen terwijl de compressor punch zal toevoegen aan de klank. Indien de gain vermindering hard oplicht is het aangeraden dat de “gain” draaiknop of de kanaalfader een beetje wordt teruggeschroefd om een goede dynamiek te behouden. Kanaal Filter Mode: Druk deze toets in om te kiezen tussen 3 bands equalizer functie en filter mode. Opmerking: Wanneer de gebruiker deze knop ingedrukt houdt, dan zal de parameter van de knoppen constant gehouden worden tot deze wordt losgelaten Op die manier kan de gebruiker de knoppen klaarzetten op een gewenste EQ/FILTER positie, daarna de knop loslaten om te wisselen tussen EQ en Filter mode.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
Kanaal EQ/Filter Controls: 3-Band EQ functie: Met de 3-Band EQ functie worden de Bass, Mid en Treble frequenties geregeld. De EQ regeling kan in de gebruikersmode worden geprogrammeerd. Gebruikers kunnen daar kiezen tussen - dB, +12 dB of -6, +6 dB gain ook kan de Q factor van het middengebied breed of smal ingesteld worden.
Filter mode: In de Filter mode, bedien je met de EQ knoppen een sweep filter.
13.
14. 15.
16.
17. 18. 19.
20. 21. 22.
23. 24.
25.
26.
“Type”: De “type” knop varieert steeds tussen Low-Pass, Band-Pass & High-Pass Filter. “Resonance”: De “ resonance” knop regelt het toegevoegde volume(resonantie piek) in de midden frequentie. Vermeerder je deze waarde dan zal de filter beginnen“fluiten” op de kantelfrequentie. “Frequency”: De “frequency” knop regelt de kantelfrequentie van de filter. Cue druktoetsen: Als je deze knop indrukt zal de pre fader, post eq audio naar de PFL kant van de cue mix koptelefoon controle. De FX (effect) Cue druktoets zal het effect return signaal weergeven in de koptelefoon. Bekijk het blokdiagram verder in deze gebruiksaanwijzing, om een beter inzicht te krijgen in de mix en routing structuur van de PPD 9000. Informatie venstertjes: Deze van onderuit verlichte displays tonen de instellingen van zowel de kanalen als de uitgangen waaronder ze staan. Koptelefoon Jack: Hier sluit je de koptelefoon aan op de ¼” uitgang. Opmerking: Let erop dat je het volume dichtdraait bij het aansluiten of uittrekken van je koptelefoon. Dit om schade te voorkomen aan zowel je koptelefoon als je gehoor!. Schakel nooit je toestel aan of uit terwijl je de koptelefoon op hebt. Koptelefoon Volume/Split Blend draaiknop: Volume: Gebruik deze draaiknop om het volume te regelen van de koptelefoon uitgang. Opmerking: Het koptelefoon volume kan extreem hard worden gezet. Pas dus goed op wanneer je het afregelt! Split/Blend: De Split/Blend optie wordt aan of uitgeschakeld door deze knop in te drukken. Het audio geluid in de koptelefoon zal worden opgesplitst zodanig dat het cue signaal in mono naar de linker oorschelp en de pgm (master signaal) in mono naar de rechter oorschelp van de koptelefoon zal gaan. Cue Mix Fader: Deze mini-fader maakt een crossfade tussen de cue bronnen en de pgm mix. Koptelefoon (CUE) Tone: Dit is de klankregeling voor het koptelefoon signaal. Crossfader Assign/Fader Start Activering: Crossfader Control: Deze aan beide zijden van de crossfader geplaatste draaiknoppen laten toe om kanaal 1 t/m 4 of 1+2 toe te wijzen naar de linker zijde van de crossfader of kanalen 1 t/m 4 of 3+4 toe te wijzen naar de rechterzijde van de crossfader. Merk op dat voor elk kanaal er informatie komt te staan in het informatieraampje onder de faders. Er zal “A” of “B” staan afhankelijk van de gemaakte selectie. Fader Start: (Crossfader Start Mode) Sluit cd spelers aan door middel van een 1/8” (3,5mm) stekkers om zo de remote functie te kunnen gebruiken. Door de draaiknoppen naast de crossfader in te drukken activeer je de remote functie. Als controle gaan in het informatievenstertje onderaan bij de geactiveerde kanalen de letters”FS” oplichten. Wanneer je de crossfader van het eindpunt in de richting van het op dat moment weergevende kanaal beweegt, dan zal de aangesloten cd speler starten. Wanneer je daarna terug gaat naar het beginpunt zal de cd speler terug in cue komen te staan of stoppen afhankelijk van het merk van de aangesloten cd speler. . (Channel Fader Start Mode) Draai de naast de crossfader geplaatste draaiknoppen in de OFF stand waarna je nu de faderstart activeert aan beide zijden van de mixer. Je zult in het informatieraampje van elk kanaal het “ FS” lichtje zien branden. De “A” en “B” lampjes zullen niet meer branden. Verder reageren de spelers nu door te starten als je de fader naar bovenschuift en te stoppen wanneer je de fader terug naar beneden schuift. Vervangbare Crossfader: Net zoals de kanaalfaders kan de crossfader in het onwaarschijnlijke geval hij zou stukgaan, eenvoudig worden vervangen op dezelfde wijze als bij de kanaalfaders is beschreven. Master Volume: Deze draaiknop regelt het uitgangsvolume en heeft als bron de PROGRAM audio of het gemixte signaal. Master Meters: De “vloeibare” PPD9000 meters verschaffen een accurate indicatie van de diverse audio. Tevens zorgen ze voor een aantrekkelijk uiterlijk. Als je de compressor/limiter functie activeert (zie gebruikers instellingen) dan zal de bovenzijde van de meter een accurate aanwijzing geven van de compressor gain vermindering (in rood) terwijl het blauwe deel van de meter het niveau aanduidt. Indien de gain vermindering leds zachtjes oplicht, dan werkt de compressor en zal deze voorzichtig de gain van de audio bijregelen terwijl er een beetje compressor “punch” wordt toegevoegd. Indien de gain vermindering leds voluit oplichten, dan is het aangeraden om ofwel de gain terug te draaien of de kanaalfader wat naar beneden te schuiven om een beter dynamisch bereik te verzekeren. Master Balance/Mono: Regelt de balans tussen de rechter en linker audio op de master uitgang. Het herhaaldelijk indrukken van deze knop zet het toestel in mono of terug in stereo. Booth Volume/Assign: Regelt het volume op de “ booth” uitgang. Door deze knop in te drukken kun je kiezen welke bron je naar deze uitgang stuurt. Het toestel heeft als fabrieksinstelling de submix van kanalen 1-4 zonder de micro uitgang om feedback problemen te voorkomen. Opmerking: In de programmeermode is het mogelijk om ook de microfoons op deze uitgang te zetten. * Voor meer details. Door de knop in te drukken is het ook mogelijk om de booth uitgangsbron te programmeren zodanig dat je de cue selectie die je maakt voor je koptelefoon op de booth uitgang kan beluisteren. Dit heeft vooral zijn nut in een afgesloten ruimte waar je kan mixen op luidsprekers in plaats van je koptelefoon. Zone Volume/Assign: Regelt het volume van de zone uitgang. Indrukken van de zone draaiknop laat toe dat kanaal 1, 2, 3, 4 (pre fader) en de master naar de zone uitgang wordt gestuurd. De indicatie “ZONE” verschijnt onder het geselecteerde kanaal in het informatie venstertje. FX Send/Return Assign & FX Flash: Dit selecteert het kanaal dat naar de effect send uitgang wordt gestuurd en vervolgens door de effect return terugkomt. De keuzemogelijkheden zijn: Mic 1&2, kanaal 1, 2, 3,4 en Master. Zie Block Diagram voor specifieke informatie over FX(effecten) send/return routing. Het indrukken van de FX Send/Return Assign knop zorgt ervoor dat het effect in één keer van 0% of ”dry” naar 100% of“wet” gaat. Het lossen van deze knop zorgt voor een terugkeer naar de ingestelde effectpositie op de effect mix fader.
27.
28.
FX Mix: Deze schuifregelaar bedient de wet/dry mix van de FX send/return. In zijn minimum stand geeft men het bronsignaal zonder effect. Op zijn maximale positie wordt het “dry”signaal vervangen door het signaal van de effect return. Sub bass: Dit regelt de intensiteit van de subbass synthese. Dit is toegepast op de master en record uitgangen. Subbass synthese is een toepassing die subharmonische frequenties toevoegt om de frequentieresponse van het aangesloten geluidssysteem te vergroten. Wanneer je de regelaar op zijn maximum zet dan zal dit oude opnamen meer dynamiek en bas geven doch nieuwere opnamen die met voldoende dynamiek zijn opgenomen zouden wel eens te veel kunnen krijgen!
GEBRUIKERS VOORKEURS INSTELLINGEN
Gebruikersinstellingen zijn ideaal om je toestel aan te passen aan je persoonlijke voorkeuren.
STAP 1: Persoonlijke voorkeurinstellingen
Druk en houd gelijktijdig CH2-
en
ingedrukt tijdens het inschakelen.
STAP 2: Stel je keuze in
Tijdens het installeren van je voorkeurinstellingen werken alle knoppen van je tafel normaal verder. Er zal een kleine vertraging zijn tussen het selecteren van je instelling en het beluisteren ervan aangezien deze door het toestel moeten worden geactiveerd. INSTEL OPTIES De volgende afbeeldingen tonen de weergave van de eerste drie opties.
Optie 1 = ONDERSTE 2 LEDS
Optie 2 = Led 3 en 4
Optie 3 = Led 5 & 6
Optie 4 = Bovenste 2 LEDS 7&8
Kanaal EQ instellingen (CH1 controls): CH1 meter toont het EQ type voor kanalen 1-4.
Druk op kanaal 1Filter Mode Telkens er wordt gedrukt, verspring je naar de volgende instelling. Optie 1: Volume bereik [- dB/+12dB], Mid Band bereik [140Hz, 3200Hz] Optie 2: Volume bereik [- dB/+12dB], Mid Band bereik [180Hz, 2700Hz] Optie 3: Volume bereik [-6dB/+6dB], Mid Band bereik [140Hz, 3200Hz] Optie 4: Volume bereik [-6dB/+6dB], Mid Band bereik [180Hz, 2700Hz] Fabrieksinstelling: Volume bereik [-
dB/+12dB], Mid Band bereik [140Hz, 3200Hz]
Aanrader!: wanneer je een ingrijpend eq effect wil, kies je voor de twee eerste mogelijkheden. Meeste dj’s houden van accentueren of volledig wegdraaien van frequenties. Voor een nauwkeurige en precieze regeling echter, kies je beter voor de 2 laatste mogelijkheden.
Kanaals Compressor Instelling (bediening kanaal 2): Kanaal 2 meter geeft het type van de kanaal compressor weer .
Druk op Kanaal 2 Filter Mode
Telkens er wordt gedrukt, verspring je naar de volgende instelling.
Optie 1: Geen compressie Optie 2: Soft Knee Compressor/Limiter Fabrieksinstelling: Soft Knee Compressor/Limiter Aanrader!: De kanaal compressor voegt extra punch en een vette klank toe aan je mix. Master Compressor instelling (CH3 controls): Kanaal 3 meter geeft het Compressor Type aan dat op de master wordt toegepast..
Druk op kanaal 3 Filter Mode Telkens er wordt gedrukt, verspring je naar de volgende instelling. Optie 1: Geen compressie Optie 2: Soft Knee Compressor/Limiter Optie 3: Soft Knee 6:1 Opto-Compress Optie 4: Hard Knee Look-Ahead Peak Limiter Fabrieksinstelling: Hard Knee Look-Ahead Peak Limiter Aanrader!: Om het dynamische bereik te maximaliseren en het maximale uitgangs niveau precies te bedienen kies dan Optie 4. Wanneer de “kanaal” compressor uit staat is Optie 3 het meest aanbevolen. Filter Mode Activeren (bediening kanaal 4): Kanaal 4 Filter knop geeft weer of de functie geactiveerd is.
Druk op ch 4 Filter Mode om het “Filter” effect aan of uit te zetten. Onder de fader zal oplichten bij kanaal 1 t/m 4 wanneer de functie actief is. Fabrieksinstelling: Filter effect is geactiveerd Aanrader!: De filter mode is niet voor iedereen bestemd. Sommige club inrichters zullen de filter instelling liever uitschakelen. Hoe dan ook het filter effect kan een nuttige toepassing zijn. Met ingestelde kanaal limiters zal het geluidsniveau niet veel luider kunnen zelfs met de resonance op maximum. Voor voorzichtige gebruikers of mensen die het niet gewoon zijn om met deze functies te werken is er de mogelijkheid voorzien om de filters uit te schakelen. Tube Warmth (imitatie van lampenversterker klank) Instelling (kanaal 4 Cue bediening): Kanaal 4 Cue drukknop geeft de activering aan. Deze instelling creëert een vollere en warmere klank door middel van analoge buizen technologie emulatie.
Druk kanaal 4
om aan of uit te zetten. Wanneer de led oplicht, is de functie ingeschakeld.
Fabrieksinstelling:Aan Tip Tube warmth staat voor buizen emulatie dwz; de mixer zal een extra vol en warm signaal geven. Hoewel het harmonische vervorming toevoegt aan het geluid, klinkt het geheel prettig en subtiel. Mic in Booth Uitgang instelling (FX Cue): FX Cue druktoets zal de micro toevoegen aan het signaal voor de booth uitgang.
Druk FX om aan of uit te schakelen. Bij inschakelen zal de micro in de booth uitgang mee klinken. Fabrieksinstelling: Uit Aanrader!: Door de microfoon uit het booth signaal weg te halen kan de dj aankondigingen maken zonder zich zorgen te hoeven maken over eventuele terugkoppeling van het microgeluid. (Feedback of rondzingen)
Master Volume Blokkeren (Master Volume/Mic 1): Mic 1 AAN om te activeren
Druk op en het volume dat op dit ogenblik is ingesteld zal worden vastgelegd als het maximum volume van de mixer. Van dan af zal bij gebruik van de mixer niet meer harder dan dit volume gespeeld kunnen worden. Verder opendraaien van de volume regelaar zal geen effect meer hebben. Fabrieksinstelling: Uit Aanrader!: Deze functie is heel belangrijk wanneer de mixer in een vaste opstelling staat waar meerdere personen hem zullen bedienen zodat de speakers niet beschadigd kunnen worden. Sub Bass Level Blokkeren: (Sub Bass/Mic 2): Mic 2 AAN om te activeren
Druk en het sub bas niveau dat op dat ogenblik is ingesteld zal worden vastgelegd als het maximum volume voor deze instelling. Wanneer de mixer in werking is zal de gebruiker niet in staat zijn om voorbij deze ingestelde waarde te komen. Verder draaien van de regelaar voorbij het ingestelde punt zal geen effect hebben. Fabrieksinstelling: Uit Aanrader!: Dit is bijzonder belangrijk opdat je sub luidsprekers mooi en met punch maar zonder doorslaan zullen blijven spelen.
STAP 3: Instellingen bewaren
Wanneer je tevreden bent met de gemaakte instellingen volstaat het om het toestel uit en terug aan te schakelen. BELANGRIJK: Om terug naar de fabrieksinstellingen te gaan volstaat het om CH3-
en
ingedrukt te houden bij het opstarten van de mengtafel.
BLOCK DIAGRAM MIC IN BOOTH OPTION
FX SEND/RETURN CH1 CHANNEL 1 INPUTS - LINE/DIGITAL -PHONO/AUX LINE
INPUT TRIM
EQ/FILTER
CHANNEL FADER
MIC SUBMIX
CHANNEL COMPRESSOR
+
ZONE CUE CH1 CH1
INPUT TRIM
EQ/FILTER
CHANNEL FADER
CHANNEL COMPRESSOR
ZONE CUE CH2 CH2
FX SEND/ RETURN MASTER XFADER ROUTE/ CONTROL
PGM SUBMIX
FX SEND/RETURN CH3 CHANNEL 3 INPUTS - LINE/DIGITAL -PHONO/AUX LINE
INPUT TRIM
EQ/FILTER
CHANNEL FADER
BOOTH GAIN/ OUTPUT
CUE MIX ZONE CH1 ZONE CH2 ZONE CH3 ZONE CH4 ZONE MSTR
FX SEND/RETURN CH2 CHANNEL 2 INPUTS - LINE/DIGITAL -PHONO/AUX LINE
BOOTH OUTPUT SELECT
TUBE WARMTH OPTION & SUBBASS
+
CHANNEL COMPRESSOR
ZONE SELECT
MIC SUBMIX
ZONE GAIN/ OUTPUT
ZONE MSTR CUE MSTR MASTER BALANCE/ GAIN/ OUTPUT
MASTER COMPRESS/ LIMIT
TALKOVER CONTROL
ZONE CUE CH3 CH3
FX SEND/RETURN CH4 CHANNEL 4 INPUTS - LINE/DIGITAL -PHONO/AUX LINE
INPUT TRIM
EQ/FILTER
CHANNEL FADER
CUE MIC 1&2 CUE CH1 CUE CH2 CUE CH3 CUE CH4 CUE MSTR CUE FX
CHANNEL COMPRESSOR
ZONE CUE CH4 CH4
CUE MIX
CUE LIMITER
CUE TONE/GAIN OUTPUT
FX SEND/RETURN MIC1 MIC 1 INPUT
FX SEND/RETURN INPUT TRIM
2-BAND EQ
FX SEND/RETURN MIC 2 MIC 2 INPUT
MIC SUBMIX
+ CUE MIC
INPUT TRIM
FX SEND MIC 1&2 FX SEND CH1 FX SEND CH2 FX SEND CH3 FX SEND CH4 FX SEND MSTR
FX SEND SELECT
FX SEND OUTPUT
CUE FX
2-BAND EQ FX RETURN INPUT
FX RETURN SELECT
FX RETURN MIC 1&2 FX RETURN CH1 FX RETURN CH2 FX RETURN CH3 FX RETURN CH4 FX RETURN MSTR
Het bovenstaande blokdiagram dient om beter de weg te kunnen volgen die het signaal volgt door de PPD9000. Let wel dat de fader start functie is weggelaten om het geheel overzichtelijk te houden. OPMERKING: Om alle leds te laten oplichten voor demo doeleinden druk je de BALANCE potmeter in samen met de KANAAL 1 Cue druktoets tijdens het opstarten van het toestel. Druk vervolgens 3 keer op de koptelefoon Gain potmeter. AUDIO SPECIFICATIES: Lijn Ingang naar XLR MASTER uitgang Signaal / Ruis verhouding A gewogen: 100 dB vervorming: <0.007% Pick Up Ingang naar XLR MASTER uitgang Signaal / Ruis verhouding A gewogen: 92 dB vervorming: 0.01% Lijn Ingang naar RCA MASTER uitgang Signaal / Ruis verhouding A gewogen: 100 dB vervorming: <0.007% Pick Up Ingang naar RCA MASTER uitgang Signaal / Ruis verhouding A gewogen: 92 dB vervorming: <0.01% Lijn Ingang naar ZONE uitgang Signaal / Ruis verhouding A gewogen: 100 dB vervorming: <0.006% Pick Up Ingang naar ZONE uitgang Signaal / Ruis verhouding A gewogen: 92 dB vervorming: <0.01% Lijn Ingang naar BOOTH uitgang Signaal / Ruis verhouding A gewogen: 100 dB vervorming: <0.006% Pick Up Ingang naar BOOTH Output Signaal / Ruis verhouding A gewogen: 92 dB vervorming: <0.01%