Gebruiksaanwijzing Nederlands Alarmsysteem & Sensorpleister
Gebruiksaanwijzing Alarmsysteem & Sensorpleister Dutch version © 2007 Redsense Medical AB Box 287 301 07 Halmstad, Sweden www.redsensemedical.com RM-1-RM017 Augustus 09
Inhoud Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen Over het Redsense alarmsysteem Aanbrengen van de Redsense Tijdens het verloop van de dialyse Nadat de dialyse voltooid is Onderhoud Reinigen Opladen van de batterij Vervangen van de batterij Symbolen en begrippen
3 3 4 5 6 6 6 6 6 7
Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen • Het Redsense apparaat is een alarmsysteem voor het controleren van de veneuze naald gedurende een hemodialyse. • De Redsense mag alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor hij is gemaakt, en in overeenstemming met deze gebruiksaanwijzing. • De alarmunit mag alleen op de patiënt worden bevestigd op de manier zoals in de gebruiksaanwijzing en het gebruikershandboek aangegeven.
Over het Redsense alarmsysteem De Redsense is een systeem voor het controleren van de veneuze naald tijdens een hemodialyse. De Redsense bestaat uit een alarmunit en een sensorpleister (zie fig. 1). Wanneer de sensorpleister over de intraveneuze naald is aangebracht, ontdekt hij alle bloed dat met de sensorpleister in contact komt. Dat kan gebeuren als de naald per ongeluk uitgetrokken is, of als gedurende de dialyse bloedverlies optreedt. FIG. 1
• Lees en volg alle aanwijzingen zorgvuldig.
ALARMSYTEEM
• De Redsense is getest en goedgekeurd overeenkomstig de IEC 60601-1-2 norm voor elektromagnetische compatibiliteit (EMC). De Redsense vereist speciale voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de EMC en moet daarom worden gebruikt in overeenstemming met de EMC-informatie die in deze gebruiksaanwijzing wordt gegeven. Draagbare en mobiele RF communicatieur kan de Redsense beïnvloeden. • Dit apparaat is alleen een alarmsysteem. Het vervangt geen bestaande veiligheidsprocedures.
SENSORPLEISTER
Gebruiksaanwijzing Alarmsysteem & Sensorpleister 03
Aanbrengen van de Redsense De Redsense moet op de patiënt worden aangebracht na het inbrengen van de naalden en vóór het begin van de dialyse. De Redsense moet gedurende de hele dialyse ingeschakeld zijn. Bevestig de alarmunit met de clip op een afstand van maximaal 25 cm van de naald, met het contact in de richting van de sensor. U kunt de alarmunit desgewenst ook met een apart te verkrijgen velcrostrip bevestigen. Fig. 2 laat zien hoe de alarmunit met de clip aan de bovenarm is bevestigd. Het is ook mogelijk om de alarmunit aan de onderarm te bevestigen en hem dan in de tegenovergestelde richting te draaien. De alarm unit kan ook aan het borstzakje bevestigd worden. Fig 3. Fig 4 laat zien hoe de alarm unit aan de bovenarm bevestigd wordt.
FIG. 2
FIG. 4
1. Verwijder de sensorpleister uit de verpakking. Op de sensor moet de naam “Redsense” staan. Verzeker u ervan dat de sensorpleister niet mechanisch bescha digd is. 2. Maak het gebied rond de naald goed schoon, zodat alle vloeistof, bloed, achtergebleven reinigingsvloeistof, lotion enz. volledig verwijderd zijn. 3. Breng de sensorpleister over de naald heen op de huid aan, met het absorberende gedeelte van de pleister midden boven de punctie. Zorg ervoor dat het klevende gedeelte van de pleister niet de vleugels bedekt. Fig. 5 laat zien hoe de sensor op zijn plaats moet worden aangebracht. 4. Bevestig de naalden op de gebruikelijke manier op hun plaats met behulp van tape of iets vergelijkbaars. Indien nodig, kan tape worden gebruikt om de sensor vast te plakken. 5. Bevestig de kabel van de sensorpleister aan het alarm door het koppelstuk in het contact te drukken totdat u een klik hoort (fig. 6).
YES
YES
FIG. 5
NO
FIG. 3
FIG. 6
Gebruiksaanwijzing Alarmsysteem & Sensorpleister sid 04
Aanbrengen van de Redsense
• Het rode lampje geeft aan dat de sensor in contact met bloed is gekomen.
Fig. 7-8 laten een voorbeeld zien van de manier waarop de glasvezelkabels van de sensorpleister aan de arm van de patiënt kunnen worden bevestigd.
• Als alle LED’s knipperen, betekent dit dat een interne softwarefout is ontdekt. Neem in dit geval contact op met Redsense Medical voor verdere hulp.
FIG. 7-8
Voordat een nieuwe poging wordt ondernomen om de alarmunit te starten, moeten eerst eventuele problemen worden verholpen. Als bloed of vocht in contact is gekomen met de sensor, moet deze door een nieuwe worden vervangen. Gebruik de Redsense unit niet als zich andere technische problemen voordoen, maar neem in dat geval contact op met Redsense Medical voor verdere hulp.
Tijdens de voortgang van de dialyse Terwijl het apparaat werkt, brandt de groene lichtdiode doorlopend, en bij storingen kunt u de volgende alarmsignalen observeren: • De rode lichtdiode, samen met een doorlopend alarmsignaal, geeft aan dat er bloed op de sensor is gedruppeld, ofwel doordat de naald eruit is getrokken, ofwel doordat er een lekkage is. In dit geval pakt u eerst de oorzaak van de lekkage aan en vervolgens schakelt u het alarm uit door de knop één seconde ingedrukt te houden. 6. Om de Redsense te starten, drukt u op de aan/uit-knop en verifieert u of alle LED’s aan zijn en het alarmsignaal te horen is. Verifieer of de supervisor van de patiënt het signaal vanaf de correcte afstand kan horen. 7. Druk opnieuw op de aan/uit-knop om de test van de LED’s en het alarmsignaal te beëindigen. De groene lichtdiode knippert een paar seconden alvorens volledig te gaan branden. Als de groene lichtdiode geheel brandt, is het alarm operationeel, werkt de controlefunctie op de juiste wijze en kan de dialyse beginnen. Als de groene lichtdiode knippert, voert de alarmunit een test uit. Gedurende deze test worden drie parameters gecontroleerd waarbij mogelijk moet worden ingegrepen. Deze worden aangegeven door de volgende brandende lampjes en symbolen: • De gele lichtdiode met het batterijsymbool geeft aan dat de batterij onvoldoende capaciteit heeft voor een dialysesessie en moet worden opgeladen. Zie voor het laden van de batterij het gedeelte over onderhoud hieronder. • De gele lichtdiode met het waarschuwingssymbool duidt op een van de volgende situaties: Er zit vocht op de sensor. De sensor is niet correct aangesloten. De sensor is defect.
• Het gele batterij-waarschuwinglampje, in combinatie met een intermitterend alarmsignaal, geeft aan dat de batterijcapaciteit te laag is geworden, hetgeen betekent dat de monitorfunctie niet meer correct kan werken. Schakel in dat geval de alarmunit uit door de knop ingedrukt te houden. Vervang hem vervolgens door een volledig opgeladen unit. • Het gele waarschuwingssignaallampje, in combinatie met een intermitterend alarmsignaal, duidt op een van de volgende situaties aan: Er is vocht in contact gekomen met de sensor. De sensor is losgeraakt of defect geraakt. Schakel het alarm uit door de knop ingedrukt te houden en ga door met de dialyse zonder de naald te bewaken, of vervang de sensorpleister door een nieuwe. • Als alle LED’s knipperen, in combinatie met een intermitterend alarmsignaal, duidt dit op een interne softwarefout. Neem in dat geval contact op met Redsense Medical voor verdere hulp. Schakel de alarmunit uit door de knop ingedrukt te houden, en ga door met de dialyse zonder de naald te bewaken. Neem contact op met Redsense Medical voor verdere hulp.
Gebruiksaanwijzing Alarmsysteem & Sensorpleister sid 05
Nadat de dialyse voltooid is 1. Houd de knop één seconde ingedrukt om het alarm uit te schakelen. 2. Maak de sensorpleister los van de alarmunit. 3. Verwijder de alarmunit van de patiënt. 4. Verwijder de sensorpleister en werp hem weg, samen met het overige afvalmateriaal van de dialyse. N.B.: Het alarm kan ook tijdens het verloop van een dialyse op elk moment worden uitgeschakeld
Opladen van de batterij De batterij mag alleen worden opgeladen als de alarmunit niet in gebruik is en niet op de patiënt is bevestigd. Een volledig opgeladen batterij gaat 15-20 uur mee, hetgeen betekent dat het raadzaam is de batterij iedere avond na gebruik op te laden. 1. Sluit de lader met behulp van de kabel op de alarmunit aan. De lader moet de naam “Redsense” dragen. Let op: de sensor mag niet tegelijkertijd aangesloten zijn (fig. 10). FIG. 10
Onderhoud Reinigen De sensorpleister is voor eenmalig gebruik. Hij mag niet worden gereinigd en opnieuw worden gebruikt. De alarmunit moet met een licht vochtige doek met water of alcohol worden afgeveegd. Als de velcrostrip vuil is geworden, moet hij worden vervangen. Beschrijfbaar oppervlak Als op de alarmunit informatie geschreven moet worden, is in fig. 9 het oppervlak te zien dat hiervoor bestemd is. Gebruik een merkstift of dergelijke. Als de geschreven informatie verwijderd of gewijzigd moet worden, kan deze met een in alcohol gedrenkte vochtige doek uitgewist worden. 2. Steek de stekker van de lader in een contactdoos (100–240 V).
FIG. 9
3. De gele lichtdiode zal tijdens het laden knipperen. 4. Als de groene lichtdiode brandt, is de batterij geheel geladen. Dit kan maximaal vier uur duren. Vervangen van de batterij Om de batterij te kunnen vervangen, moet de alarmunit worden geopend. Daarom mag dit alleen worden gedaan tijdens onderhoud aan de unit. Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door personeel dat daarvoor door Redsense Medical is geautoriseerd.
Beschrijfbaar oppervlak
Intern geheugen De Redsense alarmunit heeft een intern geheugen dat gegevens van de laatste behandelingen opslaat. Alleen personeel dat daartoe door Redsense Medical gemachtigd is, mag toegang hebben tot het interne geheugen.
Gebruiksaanwijzing Alarmsysteem & Sensorpleister sid 06
Symbolen en begrippen In deze handleiding en op het product worden de volgende symbolen en begrippen gebruikt.
Aan/uitknop
Rode lichtdiode en alarm-symbool
Gele lichtdiode en batterij-symbool Gele lichtdiode en waarschuwingssymbool Groene lichtdiode en werkings-symbool
Contacten voor de glasvezelkabels van de sensor
Contact voor de batterijoplader
Andere symbolen op het product en zijn accessoires duiden het volgende aan:
Het product voldoet aan de normen van 93/42 EEG (Richtlijn betreffende medische hulpmiddelen)
Redsense Medical AB Halmstad Sweden
Partijnummer inclusief jaar van productie (sensorpleister)
Raadpleeg vóór gebruik de gebruiksaanwijzing
Het onderdeel voor de gebruiker is van het type BF – Body Floating (het oppervlak tussen het apparaat en de patiënt geleidt geen elektriciteit)
Geproduceerd door Redsense Medical AB – Zweden
De alarmunit valt onder de WEEE-richtlijn, en moet daarom gerecycled worden.
Alleen voor eenmalig gebruik (sensor)
Serienummer inclusief jaar van productie (alarmunit)
EXP. 2008-09
Uiterste gebruiksdatum van de sensor. In dit voorbeeld jaar 2008, maand 9. (Sensorpleister)
Gebruiksaanwijzing Alarmsysteem & Sensorpleister sid 07