Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
1.
Page 1/15 1311-V7 mei 2014
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke flacon bevat 1,048 g cefazolinenatrium (overeenkomend met 1,0 g cefazoline) Elke flacon bevat 2,2 mmol natrium. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1
3.
FARMACEUTISCHE VORM Poeder voor oplossing voor injectie.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties Cefazoline is geschikt voor de behandeling van ernstige infecties veroorzaakt door cefazoline-gevoelige pathogenen: - infecties van de luchtwegen, veroorzaakt door S. pneumoniae, Klebsiella spp., H. influenzae, Staph. aureus (penicilline-gevoelige en penicilline-resistente) en Groep A bèta-hemolytische streptokokken. - infecties van de urinewegen, veroorzaakt door E. coli, P. mirabilis, Klebsiella spp., sommige enterokokken en sommige Enterobacter stammen - infecties van de galwegen, veroorzaakt door E. coli, verschillende streptokokken stammen, P. mirabilis, Klebsiella spp en Staph. aureus - infecties van de huid en de weke delen, veroorzaakt door Staph. aureus (penicilline-gevoelige en pencilline-resistente), Groep A bèta-hemolytische streptokokken en andere streptokokken stammen - infecties van de botten en gewrichten, veroorzaakt door Staph. aureus - sepsis, veroorzaakt door S. pneumoniae, Staph. aureus (penicilline-gevoelige en penicilline-resistente), P. mirabilis, E. coli en Klebsiella spp - endocarditis, veroorzaakt door Staph. aureus (penicilline-gevoelige en penicillineresistente) en Groep A bèta-hemolytische streptokokken - bij operatieve procedures: voor peri-operatieve profylaxe, als er een risico is op infectie.
4.2
Dosering en wijze van toediening Dosering De dosis, wijze van toediening en het doseringsinterval is afhankelijk van de ernst van de infectie, de gevoeligheid van de bevestigde ziekteverwekker en de toestand van de patiënt (bijv. nierfunctie). De aanbevolen dagelijkse dosis voor mild tot matig ernstige infecties is 2 - 6 g, verdeeld in 2-3 toedieningen; indien nodig kan de dosis verhoogd worden tot 12 g in geval van ernstige en levensbedreigende infecties.
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Page 2/15 1311-V7 mei 2014
Volwassenen Infectie Pneumokokken pneumonie Milde infecties veroorzaakt door Gram-positieve kokken
Dosis 500 mg 250 tot 500 mg
Interval 12 uur 8 uur
1g
12 uur
Matige tot ernstige infecties
500 mg tot 1 g
6 tot 8 uur
Ernstige tot levensbedreigende infecties (zoals endocarditis, sepsis)*
1 g tot 1,5 g
6 uur
Acute, ongecompliceerde urineweg-infecties
* In zeldzame gevallen werd tot 12 g/dag toegediend (sepsis). Voor peri-operatieve profylaxe worden de volgende doseringen aanbevolen voor volwassenen: a) 1 g IV of IM 30 minuten. - 1 uur voorafgaand aan de operatie b) in geval van langere chirurgische ingrepen (bijv. 2 uur of meer) 0,5 - 1 g IV of IM tijdens chirurgie (toediening moet worden gewijzigd afhankelijk van de duur van de operatie) c) 0,5 - 1 g IV of IM om de 6 tot 8 uur gedurende 24 uur postoperatief of, in het geval van een operatie waarvan de besmetting een bijzonder risico zou opleveren, gedurende een periode van maximaal 3 - 5 dagen. Het is belangrijk dat de pre-operatieve dosis tijdig wordt toegediend (30 minuten tot 1 uur) voorafgaand aan het begin van de chirurgische ingreep, zodat geschikte antibioticum spiegels in het serum en weefsels aanwezig zijn. Bovendien dient, als er een risico op infectie is, cefazoline met passende tussenpozen worden toegediend tijdens operatie, zodat voldoende hoge antibioticum spiegels aanwezig zijn. Bij patiënten met een verminderde nierfunctie moet een geschikte eerste dosis worden gegeven. De volgende dosis moet op geleide van de mate van nierinsufficiëntie, de ernst van de infectie en van de gevoeligheid van de ziekteverwekker worden bepaald. Mate van functiebeperking Cr. Cl. ≥ 55 ml/min serumcreatinine ≤ 1,5 mg% Cr. Cl. = 35 – 54 ml/min serumcreatinine = 1,6 – 3 mg% Cr. Cl. = 11 – 34 ml/min serumcreatinine = 3,1 – 4,5 mg% Cr. Cl. ≤ 10 ml/min serumcreatinine ≥ 4,6 mg% Cr. Cl. = Creatinineklaring Doseerrichtlijnen voor kinderen:
Volledige dagelijkse dosering Volledige dagelijkse dosering met doseringsintervallen van ten minste 8 uur Halve dagelijkse dosering met intervallen van 12 uur Halve dagelijkse doseringen met intervallen van 18 tot 24 uur
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Lichaamsgewicht
4,5 kg 9,0 kg 13,5 kg 18,0 kg 22,5 kg Lichaamsgewicht
4,5 kg 9,0 kg 13,5 kg 18,0 kg 22,5 kg
Page 3/15 1311-V7 mei 2014
25 mg/kg dagelijks in 3 doses Doseerinterval Benodigde ml van ca. 8 uur met concentratie 125 mg/ml 40 mg 0,35 ml 75 mg 0,6 ml 115 mg 0,9 ml 150 mg 1,2 ml 190 mg 1,5 ml
25 mg/kg dagelijks in 4 doses Doseerinterval Benodigde ml van ca. 6 uur met concentratie 125 mg/ml 30 mg 0,25 ml 55 mg 0,45 ml 85 mg 0,7 ml 115 mg 0,9 ml 140 mg 1,1 ml
50 mg/kg dagelijks in 3 doses Doseerinterval Benodigde ml van ca. 8 uur met concentratie 225 mg/ml 75 mg 0,35 ml 150 mg 0,7ml 225 mg 1,0 ml 300 mg 1,35 ml 375 mg 1,7 ml
50 mg/kg dagelijks in 4 doses Doseerinterval Benodigde ml van ca. 6 uur met concentratie 225 mg/ml 55 mg 0,25 ml 110 mg 0,5 ml 170 mg 0,75 ml 225 mg 1,0 ml 285 mg 1,25 ml
Pasgeborenen (van meer dan een maand oud) en kinderen: Een totale dagelijkse dosering van 25 – 50 mg/kg lichaamsgewicht, gelijkmatig verdeeld over 3-4 doseringen is effectief tegen de meeste milde tot matig ernstige infecties. Voor ernstige infecties kan de totale dagelijkse dosering worden verhoogd tot 100 mg/kg lichaamsgewicht. Bij patiënten met een verminderde nierfunctie dient een geschikte initiële dosering te worden gegeven. De opvolgende doseringen dienen te worden gegeven op basis van de mate van nierfunctieverlies, de ernst van de infectie en de gevoeligheid van de ziekteverwekker. Mate van functieverlies Cr. Cl. 70 – 40 ml/min Cr. Cl. 40 – 20 ml/min Cr. Cl. 20 – 5 ml/min
60% van de gebruikelijke dagelijkse dosering in twee gelijke delen 25% van de gebruikelijke dagelijkse dosering in twee gelijke delen 10% van de gebruikelijke dagelijkse dosering in twee gelijke delen
Cl. Cl. = Creatinineklaring De farmacologische veiligheid van cefazoline is niet bestudeerd bij te vroeg geboren kinderen en baby’s jonger dan 1 maand oud. Wijze van toediening De cefazoline-oplossing wordt diep intramusculair of intraveneus toegediend.
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Page 4/15 1311-V7 mei 2014
Intramusculaire toediening Voor i.m. toediening dient cefazoline te worden opgelost in een oplossing van 0,5 % lidocaïne. Intramusculaire doses (maximaal 1 g) dienen in een grote spiermassa te worden geïnjecteerd. De i.m. toediening dient alleen te worden gebruikt bij ongecompliceerde infecties. Reconstitueer met 0,5% lidocaïne–oplossing volgens de onderstaande verdunningstabel: Flacon grootte 500 mg 1g
Hoeveelheid oplosmiddel 2 ml 4 ml
Intraveneuze toediening Oplossingen voor i.v. injectie of infusie worden bereid door de droge substantie op te lossen in water voor injectie of een 0,9% natriumchloride-oplossing. Gebruik minstens 4 ml oplosmiddel per gram droge substantie. De reconstitutie van de oplossing voor infusie moet in twee stappen worden uitgevoerd om het juist volume te bereiken: De flacons worden eerst gereconstitueerd met 0,9% natriumchloride-oplossing in de flacon, zodat de droge substantie kan oplossen. Deze oplossing moet dan worden overgebracht in een infuuszak of -flacon met 50 - 100 ml 0,9% natriumchlorideoplossing. De infuuszak of -flacon moet dezelfde verenigbare vloeistof bevatten als die is gebruikt voor de reconstitutie. Gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden moeten worden nageleefd. Intermitterende intraveneuze infusie Hogere dagelijkse doses (4 – 6 g in 2 – 3 enkele doses) worden toegediend per i.v. infusie (gedurende 20 – 30 minuten). Directe intraveneuze injectie Tot een dosis van 1 g cefazoline kan worden toegediend middels langzame i.v. injectie (3 – 5 minuten) direct in een ader of via een canule. Oplossingen van cefazoline in lidocaïne mogen niet intraveneus worden toegediend. Voor instructies over de reconstitutie van het geneesmiddel voor toediening, zie rubriek 6.6. 4.3
Contra-indicaties Cefazoline is gecontraïndiceerd bij patiënten met bekende overgevoeligheid voor cefazoline of andere cefalosporines en bij eerdere direct optredende en/of ernstige overgevoeligheidsreacties voor penicilline of voor enig ander type bèta-lactam geneesmiddel. Voor toediening aan kinderen jonger dan 1 jaar dient cefazoline niet te worden opgelost in een lidocaïne-oplossing.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik -
Extra voorzichtigheid is geboden bij patiënten met allergische diathese, met bronchiaal astma of hooikoorts. Voor toediening van cefazoline dienen eerdere overgevoeligheidsreacties op andere bèta-lactam antibiotica (penicillines of cefalosporines) te worden onderzocht.
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
-
-
-
-
-
-
-
4.5
Page 5/15 1311-V7 mei 2014
Bij patiënten die een allergische reactie ontwikkelen, moet het geneesmiddel worden stopgezet en dient een gepaste symptomatische behandeling te worden ingesteld. Ook dient rekening te worden gehouden met de mogelijkheid van kruisallergie met andere cefalosporines en van eventuele kruisallergie met penicillines. Bij bekende overgevoeligheid voor penicillines, dient rekening te worden gehouden met kruisallergie tegen andere bèta-lactam antibiotica zoals cefalosporines. Ernstige en soms fatale overgevoeligheidsreacties (anafylaxie) zijn gemeld bij patiënten behandeld met bèta-lactam antibiotica (zie rubriek 4.8). Deze reacties komen vaker voor bij personen met een voorgeschiedenis van bèta-lactam overgevoeligheid. Bij patiënten met een verminderde nierfunctie dienen de doses en/of het toedieningsinterval te worden aangepast aan de ernst van de nierinsufficiëntie (zie rubriek 4.2). Hoewel cefazoline zelden nierfunctiestoornissen veroorzaakt, wordt het aanbevolen om de nierfunctie te onderzoeken, vooral bij ernstig zieke patiënten, patiënten die maximum hoeveelheden krijgen toegediend en bij patiënten die gelijktijdig andere potentieel nefrotoxische geneesmiddelen krijgen toegediend, zoals aminoglycosiden of krachtige diuretica (bv furosemide). In uitzonderingsgevallen treden bloedstollingsstoornissen op tijdens de behandeling met cefazoline. Risicopatiënten zijn patiënten met risicofactoren die vitamine K-deficiëntie veroorzaken of een invloed hebben op andere stollingsmechanismen (parenterale voeding, onvoldoende voeding, lever- en nierinsufficiëntie, trombocytopenie). De bloedstolling kan ook verstoord zijn in geval van geassocieerde aandoeningen (bijv. hemofilie, maag- en duodenumulcus) die bloedingen kunnen veroorzaken of verergeren. Derhalve dient bij patiënten met deze aandoeningen de prothrombinetijd te worden gemonitord. Indien deze verlaagd is, is vitamine K-suppletie (10 mg/week) aangewezen. Bij ernstige aanhoudende diarree dient te worden gedacht aan de mogelijkheid van antibiotica-gerelateerde pseudomembraneuze colitis. Deze aandoening kan levensbedreigend zijn; daarom moet de behandeling met cefazoline onmiddellijk worden stopgezet en dient een gepaste behandeling te worden ingesteld: Geneesmiddelen die de peristaltiek onderdrukken, zijn gecontraïndiceerd. Langdurige behandeling met cefazoline kan overgroei van niet-gevoelige bacteriën in de hand werken. Patiënten moeten daarom nauwlettend worden gecontroleerd op mogelijke superinfecties. Als deze optreden, dienen geschikte maatregelen te worden genomen. Bij patiënten met hypertensie of hartfalen dient rekening te worden gehouden met het natriumgehalte van de oplossing voor injectie (48 mg per 1 g cefazoline). Pediatrische patiënten Cefazoline dient niet te worden toegediend aan pasgeborenen en zuigelingen jonger dan één maand aangezien geen gegevens beschikbaar zijn en de veiligheid van gebruik nog niet is vastgesteld. Sporters dienen zich bewust te zijn van het feit dat indien cefazoline is opgelost in lidocaïne een positieve uitslag kan worden verwacht bij anti-doping testen. Niet voor intrathecaal gebruik.
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie GECONTRAÏNDICEERDE COMBINATIES Antibiotica Cefazoline mag niet samen met antibiotica met een bacteriostatisch werkingsmechanisme (bijv. tetracyclines, sulfonamiden, erythromycine,
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Page 6/15 1311-V7 mei 2014
chlooramfenicol) worden toegepast, omdat in in-vitro tests antagonistische effecten zijn waargenomen. NIET AANBEVOLEN COMBINATIES Probenecide Bij gelijktijdige inname verlaagt probenecide de renale klaring van cefazoline. VOORZICHTIG GEBRUIK Vitamine K1 Sommige cefalosporines zoals cefamandol, cefazoline en cefotetan kunnen verstoringen van het metabolisme van vitamine K1 veroorzaken, vooral in gevallen van vitamine K1-deficiëntie. Hierdoor kan vitamine K1 suppletie nodig zijn. Anticoagulantia Cefalosporines kunnen zeer zelden leiden tot bloedstollingsstoornissen (zie rubriek 4.4). Bij gelijktijdige toepassing met orale anticoagulantia of heparine in hoge doses dienen de stollingsparameters te worden gecontroleerd. Nefrotoxische stoffen Het kan niet worden uitgesloten dat de nefrotoxiciteit van antibiotica (bijv. aminoglycosiden, colistine, polymyxine B) en diuretica (bijv. furosemide) verhoogt wordt. Bij gelijktijdig gebruik met cefazoline dient de nierfunctie zorgvuldig te worden gecontroleerd. Laboratoriumtesten Meting van de glucoseconcentraties in de urine met laboratoriumtesten die gebaseerd zijn op Benedict’s-oplossing, Fehling’s-oplossing of Clinitest®-tabletten, kunnen valspositieve resultaten opleveren. Cefazoline heeft echter geen invloed op de enzymatische metingen van glucose in de urine. Zowel de indirecte als de directe Coombs-test kunnen valspositieve resultaten opleveren, bijv. bij pasgeborenen van wie de moeder cefalosporinen heeft gekregen. Orale anticonceptiva: Cefazoline kan mogelijk de effectiviteit van hormonale anticonceptiva beïnvloeden. Daarom wordt het gebruik van supplementaire niet-hormonale anticonceptiva aangeraden. 4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding Zwangerschap Tot op heden is er onvoldoende ervaring met het gebruik van cefazoline bij de mens gedurende de zwangerschap. Om die reden dient het uitsluitend tijdens de zwangerschap te worden toegediend, in het bijzonder tijdens het eerste trimester, na een zorgvuldige “benefit-risk” evaluatie. Cefazoline passeert de placenta. Borstvoeding Cefazoline wordt in lage concentraties uitgescheiden in de moedermelk. Bij kinderen aan wie borstvoeding wordt gegeven kan zowel sensitisatie als irritatie van de maagdarm-flora en candida-infectie optreden. In zulke gevallen dient de borstvoeding tijdens de behandeling te worden gestaakt.
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
4.7
Page 7/15 1311-V7 mei 2014
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen Cefazoline heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en de bekwaamheid om machines te gebruiken. Maar bepaalde bijwerkingen (zoals vertigo, hoofdpijn, paresthesie, agitatie, convulsies, zie rubriek 4.8) kunnen de concentratie en reactiesnelheid beïnvloeden en daarmee de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.
4.8
Bijwerkingen De frequentie van iedere bijwerking is als volgt: zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100 tot < 1/10), soms (≥ 1/1000 tot < 1/100), zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1000), zeer zelden (1/10.000), niet bekend (kan niet met de beschikbare gegevens worden bepaald):
Systeem/ orgaanklassen Infecties en parasitaire aandoeningen
Vaak
Trombocytopenie, neutropenie, leucopenie, eosinofilie, agranulocytose, hemolytische anemia
Bloed- en lymfestelselaandoeningen
Immuunsystemaandoeningen
Soms
Allergische huidreacties zoals erytheem, urticaria en pruritus
Ernstige overgevoeligheidsreacties , zoals angioneurotisch oedeem en geneesmid-
Zelden
Zeer zelden
Stoornissen in de bloedstolling, bloedingen*
Levensbedreigende anafylactische shock **
Niet bekend Langdurig of herhaald gebruik kan leiden tot superinfectie of kolonisatie met resistente bacteriën of gisten (orale spruw, monoliasis vaginalis) Leukocytose, granulocytose, monocytose, lymfocytopenie , basofilie, zelden verlaagd hemoglobine en/of hematocriet, aplastische anemie, pancytopenie, positieve directe en indirecte Coombs’ test is opgetreden Erythema exsudativum multiforme, interstitiële pneumonie of pneumonitis, syndroom van Lyell, Stevens-
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Page 8/15 1311-V7 mei 2014
del geïnduceerde koorts
Johnsons syndroom Hoofdpijn, duizeligheid, malaise, vermoeidheid, vertigo, paresthesie, agitatie (centraal zenuw), hyperactiviteit, zenuwachtigheid of angst, slapeloosheid, zwakte, opvliegers, veranderingen van kleurperceptie en verwardheid, myoclonie, convulsies §, toevallen §, aseptische meningitis Pseudomembraneuze colitis +
Zenuwstelselaandoeningen
Maagdarmstelselaandoeningen
Lever- en galaandoeningen
Diaree, misselijkheid, braken, verlies van eetlust, meteorismus, abdominale pijn # Tijdelijke lichte stijging van ASAT, ALAT en alkalisch fosfatase Interstitiële nefritis en overige nieraandoeningen $
Nier- en urinewegaandoeningen
Algemene
Reversibele hepatitis en cholestatische icterus
flebitis,
Verhoging van gamma GT, bilirubine en/of LDH Tijdelijke stijging van bloed ureum stikstof (BUN) en serumcreatinine concentraties, nefrotoxiciteit § Pijn op de
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
tromboflebitis
Page 9/15 1311-V7 mei 2014
borst, pleurale effusie, dyspnoe of ademhalingsproblemen, hoest, rhinitis, toegenomen of afgenomen glucoseconcentratie in het serum, genitale en anale pruritus, genital moniliase, vaginitis, pijn bij intramusculaire toediening. Een fotoachtige herinnering is beschreven.
* Risicopatiënten voor deze effecten zijn patiënten met een vitamine-K gebrek of andere factoren die leiden tot stoornissen in de bloedstolling en patiënten met aandoeningen die bloedingen induceren of verergeren. ** die mogelijk onmiddellijk intensieve zorg behoeven § Met name in geval van overdosering of een niet aangepaste dosering bij nierfalen. # In de meeste gevallen zijn de verschijnselen licht en verdwijnen vaak tijdens of na de behandeling. + In geval van ernstige persisterende diaree gedurende of na de behandeling met cefazoline, moet een arts worden geraadpleegd, omdat dit kan duiden op een ernstige aandoening (pseudomembraneuze colitis) die onmiddellijk moet worden behandeld (bijv. met orale vancomycine 250 mg viermaal per dag). De patiënten mogen zelf geen medicatie gebruiken die de peristaltiek remmen. $ Voornamelijk bij patiënten met een kritieke aandoening die aanvullende medicatie krijgen. 4.9
Overdosering Symptomen van overdosering Overdosering kan pijn, ontstekingsreacties en flebitis op de plaats van injectie veroorzaken. Bij parenterale toediening in zeer hoge doses kunnen cefalosporines vertigo, paresthesieën en hoofdpijn veroorzaken. Vooral bij patiënten met nierlijden kan een overdosering van cefalosporines convulsies induceren. Een overdosering kan gepaard gaan met de volgende afwijkingen van laboratoriumproeven: stijging van het creatininegehalte, BUN, leverenzymen en bilirubine; positieve Coombs-test; trombocytose en trombocytopenie, eosinofilie, leukopenie en verlenging van de prothrombinetijd. Behandeling van overdosering
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Page 10/15 1311-V7 mei 2014
In geval van convulsies dient de toediening van het geneesmiddel onmiddellijk te worden stopgezet. Anti-epileptica kunnen geïndiceerd zijn. De vitale lichaamsfuncties en de relevante laboratoriumparameters dienen nauwlettend te worden gevolgd. In geval van een ernstige overdosering waarbij de patiënt niet reageert op andere behandelingen, kan een hemodialyse in combinatie met hemoperfusie van nut zijn, hoewel het bewijs daarvan niet is geleverd. Peritoneale dialyse is ondoeltreffend. 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen Pharmacotherapeutische groep: Andere béta-lactam antibiotica, eerste generatie cefalosporines ATC-Code: J01DB04 Werkingsmechanisme De bactericide activiteit van cefazoline komt voort uit remming van de synthese van de celwand (gedurende de groeiperiode) die wordt veroorzaakt door remming van penicilline-bindende eiwitten (PBP’s) zoals transpeptidasen. Farmacokinetische en farmacodynamische relatie De mate van bactericide acitiviteit is afhankelijk van de tijdsduur die de serumspiegels boven de minimaal inhiberende concentraties (MIC) van het pathogeen zijn. Resistentiemechanismen Resistentie tegen cefazoline kan worden veroorzaakt door de volgende mechanisme: - Inactivatie door β-lactamasen. Cefazoline geeft een brede stabiliteit tegen penicillinases van Gram-positieve bacteriën, maar slechts een kleine stabiliteit tegen veel plasmide-gecodeerde β-actamasen, bijv. zogenaamde “extendedspectrum β-lactamasen” (ESBL’s) of door chromosomaal gecodeerde βlactamasen van het AmpC type. - Verminderde affiniteit van PBP’s tegen cefazoline. De verkregen resistentie van pneumococci en andere streptokokken wordt veroorzaakt door modificaties van reeds bestaande PBP’s als gevolg van een mutatieproces. In tegenstelling tot methicilline-(oxacilline-)resistente stafylococcen, is de creatie van een aanvullend PBP met verminderde affiniteit tegen cefazoline verantwoordelijk voor resistentie. - Inadequate penetratie van cefazoline door de buitenste celmembraan van Gramnegatieve bacteriën, waardoor de remming van de PBP’s onvoldoende is. - De aanwezigheid van een transportmechanisme (efflux pompen), die actief transport van cefazoline naar buiten de cel, mogelijk maken. Er bestaat gedeeltelijke of complete kruisresistentie tussen cefazoline en penicillinen en cefalosporinen. Breekpunten De algemene verdunningsreeksen worden gebruikt voor het testen van cefazoline. De volgende minimaal inhiberende concentraties werden gedefinieerd voor gevoelige en resistente kiemen: EUCAST (European Committee on Antimicrobial Susceptibility Testing) breekpunten (2011-01-05, versie 1.3):
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Pathogeen Staphylococcus spp. Streptococcus groepen A, B, C, G Andere streptococci § Niet species-gerelateerde breekpunten
Page 11/15 1311-V7 mei 2014
Gevoelig --* --**
Resistent --* --**
0,5 mg/l 1 mg/l
> 0,5 mg/l > 2 mg/l
* de gevoeligheid van stafylococcen voor cefazoline wordt beïnvloed door de cefotoxitine gevoeligheid. ** de β-lactam gevoeligheid van beta-hemolytische streptococcus groepen A, B, C en G wordt beïnvloed door de penicilline gevoeligheid,
§ zie endocarditis, refereer naar de nationale of internationale richtlijnen voor endocarditis voor breekpunten voor viridante streptococcen. Gevoeligheid De prevalentie van verworven resistentie kan geografisch en in tijd voor de geselecteerde species variëren en lokale informatie over resistentie is wenselijk, in het bijzonder bij de behandeling van ernstige infecties. Indien nodig dient advies van een deskundige te worden ingeroepen, in het bijzonder wanneer de locale prevalentie van resistentie zodanig is dat gebruik van het middel bij op zijn minst sommige typen infecties twijfelachtig is.
Gewoonlijk gevoelige species Gram-positief aeroob Staphylococcus aureus (methicilline-gevoelig)° Staphylococcus saprophyticus° Streptococcus agalactiae° Streptococcus pneumoniae Streptococcus pyogenes° Species waarbij verworven resistentie een probleem kan zijn Gram-positief aeroob Staphylococcus aureus Staphylococcus epidermidis+ Staphylococcus haemolyticus+ Staphylococcus hominis+
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Staphylococcus pneumoniae (penicilline-intermediate) Gram-negatief aeroob Escherichia coli Haemophilus influenzae$ Klebsiella oxytoca∞ Klebsiella pneumoniae Proteus mirabilis Resistente species Gram-positief aeroob Enterococcus spp. Staphylococcus aureus (methicilline-resistent) Staphylococcus pneumoniae (penicilline-resistent) Gram-negatief aeroob Acinetobacter baumannii Citrobacter freundii Enterobacter spp. Morganella morganii Moraxella catarrhalis Proteus vulgaris Pseudomonas aeruginosa Serratia marcescens Stenotrophomonas maltophilia Anaeroob Bacteroides fragilis Overige
Page 12/15 1311-V7 mei 2014
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Page 13/15 1311-V7 mei 2014
Chlamydia spp. Chlamydophila spp. Legionella spp. Mycoplasma spp. ° Literatuurgegevens, handboeken en behandelrichtlijnen ondersteunen de gevoeligheid. $ De duidelijke gevoeligheid van de meeste isolaten valt in de intermediate range. + In tenminste één regio is de mate van resistentie > 50%. ∞ Geen gegevens beschikbaar; in studies (ouder dan 5 jaar) is de mate van resistentie > 50%. Onder de bevolking is de mate van resistentie < 10%. Overige informatie De penicilline-resistente Streptococcus pneumoniae zijn kruis-resistent voor cefalosporines zoals cefazoline. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen Cefazoline wordt parenteraal toegediend. Na i.m. injectie worden de maximale serumconcentraties na 30 tot 75 minuten bereikt. Serum concentratie (µg/ml) na intramusculaire toediening Dosis 30 min 1 uur 2 uur 4 uur 6 uur 8 uur 500 mg 36,2 36,8 37,9 15,5 6,3 3 1g 60,1 63,8 54,3 29,3 13,2 7,1 Serum concentratie (µg/ml) na intraveneuze toediening van 1 g 5 min 15 min 30 min 1 uur 2 uur 4 uur 188,4 135,8 106,8 73,7 45,6 16,5 Ongeveer 65 tot 92% van cefazoline wordt gebonden aan plasmaproteïnen. Cefazoline heeft een zeer goede penetratie in de weefsels, inclusief skeletspieren, hartspierweefsel, botweefsel, gal en galblaasweefsel, endometrium en vaginaal weefsel. Cefazoline passeert de placentabarrière en wordt ook uitgescheiden in de moedermelk. Cefazoline diffundeert niet voldoende in het cerebrospinaal vocht en het oogkamervocht. Cefazoline wordt niet gemetaboliseerd. Het grootste gedeelte van de toegediende dosis wordt door de glomeruli gefilterd en in een microbiologisch actieve vorm in de urine uitgescheiden. Een kleiner gedeelte wordt door de gal uitgescheiden. De plasma-eliminatiehalfwaardetijd bedraagt ongeveer 2 uur; bij patiënten met nierinsufficiëntie kan de plasma-eliminatiehalfwaardetijd toenemen.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek Herhaalde toediening van cefazoline bij honden en ratten met verschillende injectieroutes gedurende 1 tot 6 maanden toonden geen significant effect op biochemische en hematologische parameters. In sommige studies openbaarden zich tekenen van neurotoxiciteit.
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Page 14/15 1311-V7 mei 2014
Na intramusculaire injectie wordt cefazoline slecht verdragen op de injectieplaats. Tijdens studies met konijnen openbaarden de nieren zich als “target”-orgaan; dit was niet het geval bij ratten en honden. Cefazoline toonde geen teratogene activiteit en tastte niet de algemene voortplantingsorganen aan. Er zijn geen studies beschikbaar over de mutageniciteit en de carcinogeniciteit. 6. FARMACEUTISCHE GEGEVENS 6.1
Lijst van hulpstoffen geen
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid Cefazoline is onverenigbaar met amikacine disulfaat, amobarbital natrium, ascorbinezuur, bleomycine sulfaat, calciumglucoheptonaat, calciumgluconaat, cimetidinehydrochloride, natriumcolistinemethaansulfonaat, erythromycine glucoheptonaat, kanamycine sulfaat, oxytetracyclinehydrochloride, pentobarbitalnatrium, polymyxine B-sulfaat, tetracyclinehydrochloride.
6.3
Houdbaarheid 3 jaar Na reconstitutie: Vanuit microbiologisch oogpunt dient het product direct gebruikt te worden. Indien niet direct gebruikt, zijn bewaartijden en condities voorafgaand aan gebruik de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Deze zijn normaal gesproken niet langer dan 24 uur bij 2 tot 8º C, tenzij reconstitutie heeft plaats gevonden bij gecontroleerde en gevalideerde aseptische condities.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Poeder voor oplossing voor injectie/infusie: Bewaren beneden 25ºC, in de oorspronkelijke verpakking. Gereconstitueerde oplossing: Bewaar bij 2 – 8ºC, in de oorspronkelijke verpakking.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking Aard 15 ml flacons van helder glas, klasse III, Ph. Eur. met gehalogeneerde isobuteenisopropeendoppen met flip-off krimpzegel. Inhoud Individuele verpakkingen met 1 flacon met 1 g. Ziekenhuisverpakkingen met 5/10/25/50/100 flacons.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Sandoz B.V. Cefazoline Sandoz 1 g, poeder voor oplossing voor injectie ; RVG 25307 1.3.1 Summary of Product Characteristics
Page 15/15 1311-V7 mei 2014
De oplossing voor i.v. injectie wordt bereid door de droge substantie op te lossen in water voor injectie of een 0,9 % natriumchloride-oplossing. Gebruik minstens 4 ml oplosmiddel per gram droge substantie. De reconstitutie van de oplossing voor infusie moet in twee stappen worden uitgevoerd om het juist volume te bereiken: De flacons worden eerst gereconstitueerd met 0,9% natriumchloride-oplossing in de flacon, zodat de droge substantie kan oplossen. Deze oplossing moet dan worden overgebracht in een infuuszak of -flacon met 50 - 100 ml 0,9% natriumchlorideoplossing. De infuuszak of -flacon moet dezelfde verenigbare vloeistof bevatten als die is gebruikt voor de reconstitutie. Gecontroleerde en gevalideerde aseptische omstandigheden moeten worden nageleefd. Intramusculaire doses dienen in een grote spiermassa te worden geïnjecteerd. Voor i.m. toediening dient het geneesmiddel te worden opgelost in een oplossing van 0,5% lidocaïne. Los 500 mg droge stof op in 2 ml verdunningsmiddel en 1 g droge stof in 4 ml verdunningsmiddel. Alleen vers bereide, heldere en kleurloze oplossingen gebruiken. Slechts één dosis optrekken. Niet gebruikte oplossingen dienen te worden weggegooid. Controleer de gereconstitueerde oplossing visueel op deeltjes en op verkleuring vóór toediening. De gereconstitueerde oplossing is helder. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Sandoz B.V. Veluwezoom 22 Almere Nederland
8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN RVG 25307
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING Datum van eerste verlening van de vergunning: 27 oktober 2000 Datum van laatste hernieuwing: 13 december 2009
10
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Laatste gedeeltelijke wijziging betreft rubrieken 4.4 en 4.5: 14 april 2013