SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
1
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
2
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke flesje met poeder voor injectie bevat natriumomeprazol, equivalent aan 40 mg omeprazol. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1
3
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Het poeder voor oplossing voor injectie is een wit tot bijna wit poeder. Het oplosmiddel voor oplossing voor injectie is een heldere oplossing. De gereconstitueerde oplossing heeft een pH van ongeveer 8,6. De gereconstitueerde oplossing verdund met een gelijke hoeveelheid water heeft een osmolariteit van ongeveer 1.128 Osm/kg.
4
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Als alternatief voor de orale vorm als een snelle en sterke remming van de zuursecretie vereist is voor: Duodenumulcus Goedaardig maagulcus Refluxoesofagitis Syndroom van Zollinger-Ellison
-1-
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering Omeprazole 40 mg eenmaal daags intraveneus wordt enkel aanbevolen in de weinige gevallen dat een orale behandeling niet geschikt is en een sterke remming van de zuurtegraad vereist is. De 24-uurszuurproductie van de maag daalt met gemiddeld ongeveer 90%. Bij patiënten met een syndroom van Zollinger-Ellison bedraagt de aanbevolen startdosering 60 mg omeprazol per dag. Voor een dosis van 60 mg dient een extra helft (5 ml) van de gereconstitueerde oplossing intraveneus te worden gegeven. Eventuele niet-gebruikte oplossing moet worden weggegooid. Hogere doseringen kunnen noodzakelijk zijn en de dosering dient individueel te worden aangepast. Bij een dosering van meer dan 60 mg/d dient die te worden verspreid over de dag. Gewoonlijk volstaat een behandeling van een week. Verminderde nier- of leverfunctie De dosering hoeft niet te worden aangepast aan de nierfunctie. Bij patiënten met een gestoorde leverfunctie kan de biologische beschikbaarheid toenemen en kan de plasmahalfwaardetijd van omeprazol stijgen. Bij die patiënten kan een dosering van 10-20 mg/d volstaan. Kinderen Er is beperkte ervaring bij kinderen. Daarom wordt Omeprazol injectie niet aanbevolen bij kinderen. Ouderen Omeprazol kan worden toegediend aan ouderen zonder aanpassing van de dosering. Wijze van toediening Bereiding Voor instructies voor de reconstitutie van het product voor toediening zie rubriek 6.6. Toediening Omeprazol oplossing voor injectie mag enkel intraveneus worden toegediend. De oplossing mag niet worden toegevoegd aan een infuusoplossing. Na bereiding moet de oplossing traag worden toegediend met een maximumsnelheid van 2 ml/min (over een periode van minstens 5 minuten of 2,5 minuten als de helft van de gereconstitueerde oplossing wordt gegeven). Na reconstitutie dient het preparaat binnen 4 uur te worden toegediend. Niet-gebruikt product moet worden weggegooid.
4.3
Contra-indicaties
Omeprazol mag niet worden toegediend aan patiënten die overgevoelig zijn voor omeprazol of een van de hulpstoffen. Bij patiënten met leverlijden mag omeprazol niet worden toegediend samen met clarithromycine. -2-
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
4.4
Bijzondere voorzorgen en waarschuwingen bij gebruik
Bij patiënten met een peptisch ulcus moet zo nodig worden gezocht naar Helicobacter pylori. Bij patiënten die Helicobacter pylori-positief zijn, moet de bacterie waar mogelijk worden uitgeroeid met een uitroeiingstherapie. In geval van alarmsymptomen (bv. significante onwillekeurige vermagering, herhaald braken, dysfagie, hematemesis of melena) en bij vermoeden van een maagulcus moet de mogelijkheid van kanker worden uitgesloten vooraleer een behandeling met omeprazol te starten. De behandeling zou immers de symptomen kunnen verlichten zodat de diagnose pas later wordt gesteld. De diagnose van refluxoesofagitis dient endoscopisch te worden bevestigd. Als de zuurtegraad van de maag vermindert, ongeacht de oorzaak ervan (bijvoorbeeld door toediening van protonpompremmers), stijgt het aantal bacteriën die normaal in het maagdarmkanaal zitten, in de maag. Een behandeling met zuurremmende middelen verhoogt licht het risico van gastro-intestinale infecties zoals Salmonella en Campylobacter. Bij patiënten met een sterk gestoorde leverfunctie dienen de leverenzymen periodiek te worden gecontroleerd bij behandeling met omeprazol. Blindheid en doofheid werden gerapporteerd bij gebruik van de injecteerbare vorm van omeprazol; daarom wordt aanbevolen het gezicht en het gehoor te volgen bij zwaar zieke patiënten. Dit geneesmiddel bevat nagenoeg geen natrium. De totale hoeveelheid natrium (Na+) in de gereconstitueerde oplossing is minder dan 1 mmol (23 mg) per 40 mg.
4.5
Interactie met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omeprazol wordt gemetaboliseerd in de lever door cytochroom P450-enzymen (vooral CYP 2C19, S-mefenytoïnehydroxylase) en remt enzymen van de CYP2C-subfamilie (CYP 2C19 en CYP 2C9). Het kan dan ook de eliminatie vertragen van andere werkzame bestanddelen die door die enzymen worden gemetaboliseerd. Dat werd gezien met diazepam (en ook andere benzodiazepines zoals triazolam of flurazepam), fenytoïne en warfarine. Bij patiënten die continu met fenytoïne werden behandeld, had concomitante toediening van omeprazol 20 mg/d per os geen effect op de plasmaconcentratie van fenytoïne. Concomitante toediening van omeprazol 20 mg/d per os had ook geen effect op de stollingstijd bij patiënten die een continue behandeling kregen met warfarine. Periodieke monitoring van patiënten die warfarine of fenytoïne krijgen, is aanbevelenswaardig en eventueel dient de dosis van warfarine of fenytoïne te worden aangepast. -3-
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Omeprazol kan ook een effect hebben op andere werkzame bestanddelen zoals hexabarbital, citalopram, imipramine en clomipramine. Omeprazol kan het levermetabolisme van disulfiram remmen. Na concomitante orale toediening werden gevallen van spierrigiditeit gerapporteerd die mogelijk daaraan te wijten waren. Er zijn tegenstrijdige gegevens over de interactie tussen peroraal omeprazol en ciclosporine. Daarom moeten de plasmaconcentraties van ciclosporine worden gevolgd bij patiënten die worden behandeld met omeprazol, gezien de kans op een stijging van de ciclosporinespiegels. De plasmaconcentraties van omeprazol en clarithromycine stijgen bij concomitante orale toediening. Hoewel er geen interactie is met metronidazol en amoxicilline, worden die antibiotica tegelijk met omeprazol gebruikt om Helicobacter pylori uit te roeien. Gezien de verminderde maagaciditeit kunnen omeprazol en andere zuursecretieremmers en antacida de absorptie van ketoconazol en itraconazol verminderen. Gelijktijdige toediening van omeprazol en digoxine bij gezonde proefpersonen verhoogt de biologische beschikbaarheid van digoxine met 10% doordat de pH van de maag stijgt. Omeprazol kan de orale absorptie van vitamine B12 verminderen. Daar moet rekening mee worden gehouden bij patiënten met een lage basale spiegel die een langdurige behandeling met omeprazol krijgen. Gezien een mogelijke klinisch significante interactie mag sint-janskruid niet tegelijk met omeprazol worden gebruikt. Er zijn geen aanwijzingen van interactie met cafeïne, propranolol, theofylline, metoprolol, lidocaïne, kinidine, fenacetine, oestradiol, amoxicilline, budesonide, diclofenac, metronidazol, naproxen, piroxicam en antacida bij orale toediening van omeprazol.
4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Er is beperkte ervaring met het gebruik van omeprazol bij zwangere vrouwen. De ervaring tot nog toe wijst niet op een verhoogd risico van aangeboren misvormingen of andere bijwerkingen van omeprazol op de zwangerschap of het ongeboren kind. Dierstudies wijzen niet op directe of indirecte schadelijke effecten op de voortplantingsfunctie. Omeprazol 40 mg poeder en oplosmiddel voor injectie mag tijdens de zwangerschap enkel worden voorgeschreven indien strikt noodzakelijk. Omeprazol wordt uitgescheiden in de moedermelk. Als een beslissing dient te worden genomen betreffende het al dan niet voortzetten van borstvoeding of behandeling met omeprazol 40 mg poeder en oplosmiddel voor injectie moet rekening worden gehouden met de voordelen van borstvoeding voor het kind en de voordelen van de behandeling voor de vrouw. -4-
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Er is geen onderzoek verricht met betrekking tot de effecten op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Maar op de bijwerkingen op het CZS of de visusstoornissen na (zie 4.8) verwachten we niet dat de inname van omeprazol een invloed zal hebben op de rijvaardigheid.
4.8
Bijwerkingen
Omeprazol wordt doorgaans goed verdragen. Bijwerkingen zijn mild en reversibel. In de klinische studies en de postmarketingfollow-up werden de volgende bijwerkingen genoteerd, hoewel meestal geen oorzakelijk verband kon worden aangetoond met de behandeling met omeprazol. De frequenties van optreden van bijwerkingen worden als volgt gedefinieerd: - zeer vaak (≥1/10) - vaak (≥1/100, ≤1/10) - soms (≥1/1.000, ≤1/100) - zelden (≥1/10.000, ≤1/1.000) - zeer zelden (≤1/10.000 met inbegrip van meldingen van geïsoleerde gevallen) Bloed- en lymfestelselaandoeningen:
Immuunsysteemaandoeningen
Zenuwstelselaandoeningen
Zelden: leukopenie, trombopenie, agranulocytose en pancytopenie. Zeer zelden: veranderingen van het aantal bloedcellen. Soms: urticaria. Zelden: overgevoeligheidsreacties bv. koorts, angiooedeem, bronchospasme en anafylactische shock, allergische vasculitis. Vaak: slaperigheid, slaapstoornissen (insomnia), vertigo, hoofdpijn en sufheid. Die klachten verbeteren gewoonlijk bij voortzetting van de behandeling. Soms: paresthesie. Zelden: ijlhoofdigheid. Reversibele verwardheid, agitatie, agressie, depressie en hallucinaties, vooral bij zwaar zieke of oudere patiënten. -5-
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Oogaandoeningen
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen Maag-darmstelselaandoeningen
Lever- en galaandoeningen
Huid- en onderhuidaandoeningen:
Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Nier- en urinewegaandoeningen
Soms: gezichtsstoornissen (wazig zicht, verlies van gezichtsscherpte of inkrimping van het gezichtsveld). Die symptomen verdwijnen gewoonlijk bij stopzetting van de behandeling. Soms: disfunctie van het gehoor (bv. tinnitus). Die symptomen verdwijnen gewoonlijk bij stopzetting van de behandeling Vaak: diarree, constipatie, flatulentie (mogelijk met buikpijn), nausea en braken. Meestal verbeteren die symptomen naarmate de behandeling wordt voortgezet. Soms: smaakstoornissen. Die verdwijnen gewoonlijk bij stopzetting van de behandeling. Zelden: bruin-zwarte verkleuring van de tong bij concomitante toediening van clarithromycine en goedaardige glandulaire cysten: beide waren reversibel na stopzetting van de behandeling, droge mond, stomatitis, candidiasis en pancreatitis. Soms: stijging van de leverenzymen (die verdwijnt na stopzetting van de behandeling). Zelden: hepatitis met of zonder geelzucht, leverfalen en encefalopathie bij patiënten met een vooraf bestaande ernstige leverziekte. Soms: pruritus, huiduitslag, haaruitval, erythema multiforme, fotosensibiliteit en meer zweten. Zelden: syndroom van Stevens-Johnson of toxische epidermale necrolyse. Zelden: spierzwakte, spierpijn en gewrichtspijn. Zelden: nefritis (interstitiële nefritis).
-6-
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Andere bijwerkingen:
Soms: malaise, perifeer oedeem (dat verdween na stopzetting van de behandeling). Zelden: hyponatriëmie, gynaecomastie.
In sporadische gevallen werden irreversibele gezichtsstoornissen gerapporteerd bij zeer zieke patiënten die werden behandeld met intraveneuze injecties van omeprazol en dan vooral in hoge dosering. Er kon echter geen oorzakelijk verband worden aangetoond.
4.9
Overdosering
Er is geen informatie over de effecten van overdosering van omeprazol bij de mens. Eenmalige intraveneuze doses tot 80 mg en dagelijkse intraveneuze toediening tot 200 mg of 520 mg in 3 dagen werden goed verdragen zonder bijwerkingen.
5
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische groep: geneesmiddelen voor peptisch ulcus en gastro-oesofageale reflux, protonpompremmers ATC-code: A02B C01 Omeprazol, een gesubstitueerd benzimidazol, is een protonpompremmer: het remt direct en afhankelijk van de dosis het enzym H+,K+-ATPase, dat verantwoordelijk is voor de maagzuursecretie door de pariëtale cellen van de maag. Door zijn selectief intracellulair werkingsmechanisme en de lage affiniteit voor andere membraangebonden receptoren (zoals de H2-histamine, M1-muscarine- en gastrinereceptoren) wordt omeprazol ingedeeld in een aparte klasse van zuurremmers die de laatste stap van de zuurproductie remmen. Door dat werkingsmechanisme remt omeprazol zowel de basale zuursecretie als de secretie na stimulatie, ongeacht het type stimulus. Omeprazol verhoogt dus de pH van de maag en verlaagt het volume van de maagzuursecretie. De prodrug omeprazol is een zwakke base die zich concentreert in de zure omgeving van de pariëtale cellen en enkel actief wordt als remmer van het H+, K+-ATPase na opname van een proton en herschikking. In een zure omgeving bij een pH lager dan 4 wordt geprotoniseerd omeprazol omgezet in omeprazolsulfenamide, het eigenlijke werkzame bestanddeel.
-7-
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
In vergelijking met de plasmahalfwaardetijd van de omeprazolbase blijft omeprazolsulfenamide langer in de cel zitten. De duur van remming van de zuursecretie is aanzienlijk langer dan de tijd dat de omeprazolbase in het plasma is. De mate van remming van de zuursecretie correleert direct met de oppervlakte onder de curve van de plasmaconcentratie-tijdcurve (AUC), maar niet met de plasmaconcentratie op een of ander tijdstip. Enkel in de pariëtale cellen van de maag is de pH voldoende laag. Dat verklaart de hoge specificiteit van omeprazol. Het is het omeprazolsulfenamide dat bindt aan het enzym en de werking van het enzym remt. Als het enzymsysteem wordt geremd, stijgt de pH en zal omeprazol minder in de pariëtale cellen van de maag worden geconcentreerd en omgezet. De accumulatie van omeprazol wordt dus geregeld door een soort terugkoppelingsmechanisme. Intraveneuze toediening van omeprazol resulteert in een snelle en doeltreffende remming van de maagzuurproductie. Bij patiënten met een duodenumulcus daalt de basale en de gestimuleerde 24-uurszuurproductie met ongeveer 90%. Een enkele intraveneuze injectie van 40 mg heeft over een periode van 24 uur bijna hetzelfde effect op de zuurproductie als een orale dosis van 80 mg.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Distributie Het distributievolume van omeprazol in het lichaam is vrij klein (0,3 l/kg lichaamsgewicht) en stemt overeen met het extracellulaire vocht. De eiwitbinding is ongeveer 95%. Metabolisme en excretie Omeprazol wordt volledig gemetaboliseerd, vooral in de lever door CYP 2C19. De plasmahalfwaardetijd is ongeveer 40 minuten en de totale plasmaklaring is 0,3 tot 0,6 l/min. Een klein percentage van de patiënten heeft geen functioneel CYP2C19-enzym; die patiënten zullen omeprazol trager elimineren. De terminale eliminatiehalfwaardetijd kan dan ongeveer 3-maal langer zijn dan normaal en de oppervlakte onder de plasmaconcentratie-tijdcurve (AUC) van per os toegediend omeprazol kan vertienvoudigen. In het plasma worden omeprazolsulfon, omeprazolsulfide en hydroxyomeprazol teruggevonden. Die metabolieten hebben geen significant effect op de zuursecretie. Ongeveer 20% van de toegediende dosis wordt in de stoelgang uitgescheiden en de resterende 80% wordt in de urine uitgescheiden als metabolieten. De belangrijkste twee urinaire metabolieten zijn hydroxyomeprazol en het overeenstemmende carboxylzuur. Speciale patiëntenpopulaties Bij patiënten met nierinsufficiëntie was de systemische beschikbaarheid van omeprazol zeer vergelijkbaar met die bij gezonde proefpersonen.
-8-
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Bij patiënten met een chronische leverziekte vermindert de klaring van omeprazol en kan de plasmahalfwaardetijd toenemen tot ongeveer 3 uur. De systemische biologische beschikbaarheid kan bij die patiënten dan stijgen. De biologische beschikbaarheid van omeprazol is wat hoger bij bejaarden en de eliminatiesnelheid vermindert licht. Maar de individuele waarden zijn bijna gelijk aan die bij jonge gezonde personen, en er zijn geen aanwijzingen dat oudere patiënten die met normale doses van omeprazol worden behandeld, omeprazol minder goed zouden verdragen. Na intraveneuze toediening van 40 mg omeprazol gedurende 5 dagen stijgt de absolute gemeten biologische beschikbaarheid met ongeveer 50%; dat kan worden verklaard door een daling van de hepatische klaring door verzadiging van het CYP2C19-enzym.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor de mens. Die gegevens zijn afkomstig van conventioneel onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiciteit bij herhaalde dosering, genotoxiciteit en reproductietoxiciteit. Hyperplasie van de ECL-cellen van de maag en carcinoïden werden waargenomen in levenslange studies bij ratten die werden behandeld met omeprazol of waarbij een partiële fundectomie werd uitgevoerd. Die veranderingen zijn te wijten aan de blijvende hypergastrinemie door de zuurremming.
6
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Poeder voor oplossing voor injectie: natriumhydroxide Oplosmiddel voor oplossing voor injectie: macrogol 400 citroenzuurmonohydraat water voor injecties
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Omeprazole poeder voor oplossing voor injectie mag niet worden vermengd met andere geneesmiddelen, met uitzondering van het oplosmiddel voor injectie dat wordt vermeld in rubriek 6.6. Het gereconstitueerde product mag niet worden vermengd met andere geneesmiddelen. -9-
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
6.3
Houdbaarheid
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie: 2 jaar Gereconstitueerde oplossing: 4 uur indien bewaard beneden 25 °C
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie: niet bewaren boven 25 °C. In de oorspronkelijke verpakking bewaren, beschermd tegen licht. Voor de wijze van bewaring van het gereconstitueerde product zie rubriek 6.3 Het is bewezen dat het gereconstitueerde product chemisch en fysisch stabiel blijft gedurende 4 uur bij 25 °C. Vanuit microbiologisch standpunt dient het product onmiddellijk te worden gebruikt. Als het niet onmiddellijk wordt gebruikt, vallen de bewaartijd en de omstandigheden van bewaring voor gebruik onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Normaal mag het product niet langer dan 24 uur worden bewaard bij 2 tot 8 °C, tenzij de reconstitutie werd uitgevoerd in gecontroleerde aseptische omstandigheden.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Poeder voor oplossing voor injectie: 10 ml type I-flesje van kleurloos glas met een rubber dop en een aluminium ringklem met propyleendop. Oplosmiddel voor oplossing voor injectie: 10 ml ampul van kleurloos glas type I. Verpakkingsgroottes: 1, 5 of 10 Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Een flesje met poeder voor oplossing voor injectie dient te worden gemengd met een ampul met 10 ml oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Dat dient een heldere oplossing te geven. Omeprazole poeder voor injectie mag enkel worden opgelost met het meegeleverde oplosmiddel voor injectie. Er mogen geen andere oplosmiddelen voor intraveneuze injectie worden gebruikt. Niet gebruiken als de gereconstitueerde oplossing partikels bevat. De gereconstitueerde oplossing is bestemd voor eenmalig gebruik. - 10 -
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
Niet-gebruikt product of afvalmateriaal dienen te worden verwijderd conform de plaatselijke vereisten.
7
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Sandoz n.v. Telecom Gardens Medialaan 40 B- 1800 Vilvoorde België
8
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Omeprazol Sandoz 10 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie: 1472 IS 355 F12
9
AFLEVERINGSWIJZE
Op voorschrift
10
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING A. B.
Datum van eerste vergunning: 26/02/2007 Datum van hernieuwing van de vergunning:
- 11 -
SPK Omeprazol Sandoz 40 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie
11
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST A. B.
Datum van de laatste herziening van de SPK: 05/02/2007 Datum van de laatste goedkeuring van de SKP: 26/02/2007
- 12 -