Een dag waarop Rijkswaterstaat en markt kennis konden delen en halen en het goede gesprek met elkaar konden voeren: dat was wat ik vooraf wilde bereiken met de Marktdag. Hierin zijn we zeker geslaagd. Daarvoor wil ik de aanwezige gasten vanuit de markt en collega’s van Rijkswaterstaat van harte bedanken. Het was bijzonder om zoveel sleutelfiguren op bestuurlijk en operationeel niveau te treffen op de Marktdag.
Dat markt en overheid niet zonder elkaar kunnen, is al lang duidelijk. Maar dat wil niet zeggen dat de samenwerking vanzelf gaat. Binnen Rijkswaterstaat en de Rijksoverheid gebeurt veel wat invloed heeft op de relatie met de markt. De afgelopen jaren is bijvoorbeeld de inkoopfunctie binnen het Rijk verder geprofessionaliseerd. Het categoriemanagement wordt verder ontwikkeld, IV en GWW gaan nauwer samenwerken. Dergelijke ontwikkelingen bieden kansen om de samenwerking tussen markt en Rijkswaterstaat te verbeteren. Maar dan moeten marktpartijen wel weten dat deze ontwikkelingen plaatsvinden, wat het doel hiervan is en wat ze voor de markt betekenen. Ik ben ervan overtuigd dat de Marktdag eraan heeft bijgedragen om de dialoog over deze en andere onderwerpen te gaan/blijven voeren. We hebben als Rijkswaterstaat veel signalen gekregen op deze dag. Signalen van bezorgdheid, over de selectie voor werken met behulp van ranken en loten bijvoorbeeld. Maar er waren ook leveranciers die lieten weten dat ze positief verrast waren over de goede gesprekken die ze op de Marktdag hadden gevoerd. Zij gaven aan dat ze op dit soort informatie zitten te wachten en er graag nog dieper over in gesprek willen gaan. We nemen deze signalen als Rijkswaterstaat serieus en gaan ermee aan de slag. Want wij willen verder bouwen aan een professionele samenwerking met de markt. Ik zie dit impressieverslag als een mooie samenvatting om naar terug te grijpen bij dit streven. Hoewel we het positieve gevoel over de Marktdag zeker moeten vasthouden, is het zaak er niet in te blijven hangen. Er is werk aan de winkel, voor zowel Rijkswaterstaat als de markt! Nu moeten we de constructieve samenwerking van de Marktdag gaan vertalen in de dagelijkse praktijk, in de momenten dat we elkaar tijdens het werk tegenkomen. Ik ben benieuwd of de resultaten zichtbaar zijn als we elkaar weer treffen voor de volgende Marktdag, op 21 januari 2015 op de InfraTech vakbeurs in Rotterdam. Ik ga ervoor, jullie ook? Cees Brandsen
Fotografie impressieverslag: Rebke Klokke ©
De Marktdag 2014 werd afgetrapt met twee rondes workshops verdeeld over de verschillend inkoopdomeinen. Deelnemers konden ter plekke een keuze maken. Hieronder vindt u per workshop een sfeerimpressie en de belangrijkste onderwerpen die tijdens de verschillende workshops werden besproken.
Marktinformatie aanbestedingen prestatiecontracten 2014 versie 3.1, betere verwachtingen & samenwerking Er was ruime interesse voor de workshop in beide rondes. Tijdens de workshop gaf Rijkswaterstaat een toelichting op de komende aanbestedingen van het onderhoud middels prestatiecontracten. Een belangrijk onderwerp tijdens de workshop was het selectieproces. Met name het ranken en loten en de voor- en nadelen daarvan, kwamen aan de orde. Marktpartijen lieten weten dat ze de omschrijving van de scope soms als te summier ervaren. Daardoor is het voor de markt niet altijd duidelijk met welke partners ingeschreven moet gaan worden. In de workshop was er ook grote belangstelling voor de werkenplanning en de actualiteit daarvan. Marktpartijen en RWS bleken het eens dat het onwenselijk is om te grote contracten op de markt te zetten. Dit kan leiden tot een onvolkomen markt. Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
Positionering ingenieursbureaus in de gouden driehoek De workshop begon met een korte toelichting op huidige positie van ingenieursbureaus bij aanlegprojecten. Daarna volgde een korte denkoefening: Verplaats je in 2024 en evalueer de innovatieopgave voor VONK (vervanging natte kunstwerken). De deelnemers hebben de gevolgen (successen en aandachtspunten) voor de innovatieopgave voor VONK getekend en met elkaar gedeeld. Het viel op dat de twee workshopronden heel verschillende uitkomsten lieten zien. Tijdens ronde 1 gingen we uit van de huidige positie van de ingenieursbureaus t.o.v. RWS en de aannemers (vaak capaciteit leveren). Het resultaat: veel aandachtspunten, weinig successen. In ronde 2 was het uitgangspunt een zichtbare, kennisverbindende rol voor de ingenieursbureaus. Het resultaat: veel successen, relatief weinig aandachtspunten. Dat biedt perspectief! Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
Partnering & Samenwerking Tijdens de workshop vond discussie plaats over vijf belangrijke sleutels voor succesvolle samenwerking. Enkele opvallende conclusies: 1. Verplaats je in de ander: Pas op voor plaatsvervangend denken en invullen. DURF zelf je eerste fout of probleem op tafel te leggen. Wat betreft de relatie met Rijkswaterstaat: Enkel reageren op een tender heeft minder effect dan ver voorafgaand begrijpen wat de aanbesteder wil. 2. Eerlijkheid: “Als de sfeer er is van geven en nemen, dan wordt het veel makkelijker om dingen in eerlijkheid met elkaar te bespreken.”(dus van letter van het contract overstappen naar intentie van de samenwerking) 3. Gezamenlijke ambitie: Slotconclusie: één gezamenlijke ambitie bestaat niet, een gezamenlijke ambitie moet je samen zorgvuldig formuleren. En opnieuw: doe dat veel eerder in het traject met je partner. Nog voordat er (bestuurlijke) afspraken vastliggen. 4. Geef vertrouwen: Draai het om: Zorg dat er geen natuurlijk wantrouwen is in de relatie tussen OG en ON. Dat betekent met elkaar in overleg zijn. Persoonlijke interactie is belangrijk: ook daarin moet je eerst vertrouwen geven en het de ander vervolgens laten het waarmaken. “Het contract is m.i. een voorbeeld van dat natuurlijke wantrouwen.” 5. Ken de context van je project: Als je als opdrachtnemer ergens tegenaan loopt (bijvoorbeeld in relatie tot een stakeholder), dan werkt het niet als je samenwerkt met een starre opdrachtgever. De ON wil graag de inzichten van de OG en zijn beelden/afspraken uit het verleden kennen: ook al dacht de OG alles te hebben “weggecontracteerd”.
Sourcingstrategie Kennis: hoe doen we dat samen? De zaal was nog nét niet te klein tijdens deze workshop. Over belangstelling dus niets te klagen! Onderwerp van de workshop was de sourcingstrategie voor de inkoop van kennis binnen Rijkswaterstaat. De centrale vraag waar de sourcingstrategie antwoord op moet bieden, is: Hoe koopt RWS het beste de kennis in (voor de lange termijn) en waar, op basis van de kennisbehoefte en kennisagenda van RWS en de markt? Na een heldere presentatie van Pieternel Smit, hoofd Kennisinkoop bij Water, Verkeer en Leefomgeving, gingen we enthousiast aan de slag met een aantal stellingen. De deelnemers bleken geïnteresseerd in de wijze waarop RWS haar kennis op peil houdt en vertelden hoe zij dat zelf aanpakten. Er ontstond een levendige uitwisseling van ideeën. Niet vreemd, want het kiezen van onderwerpen voor kennisontwikkeling voor korte en lange termijn is natuurlijk ook voor marktpartijen een belangrijk vraagstuk. De algemene conclusie was dat marktpartijen en RWS regelmatig samen in gesprek moeten om de stand van zaken op kennisgebied onderling uit te wisselen. Op de uitnodiging van RWS om met de ontwikkelaars van de Sourcingstrategie Kennis mee te denken, gingen 14 bedrijven in. De workshoptrekkers beschouwen dat als een succes. Zowel bij de marktpartijen als bij RWS is er betrokkenheid en interesse ontstaan voor dit onderwerp! Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
PPS werkt geïnspireerd door! Onderwerp workshop 1e ronde: Ranken en (bij) Loten tijdens de selectiefase. RWS heeft een aantal doelstellingen met het ranken en loten tijdens de selectiefase. Dit moet hoge transactiekosten en lange doorlooptijden tijdens de aanbesteding tegengaan. Het voorkomen van “marktverschraling” (keer op keer dezelfde gegadigden), is een andere doelstelling. De markt vindt dat loten ingrijpt in de strategische keuze die je als ondernemer wilt maken, zo bleek tijdens de workshop. Dit vinden marktpartijen onredelijk aanvoelen. Het argument dat de markt het ook een groot probleem vindt om met 10 partijen aan een aanbesteding mee te doen, vond weinig weerklank. Een partij kiest heel bewust om wel of niet mee te doen, was de redenering. Past het werk bij het bedrijf en ben je kansrijk: daar draait het om bij deze keuze. Marktpartijen lieten weten uit te gaan van de eigen kracht, met het idee de aanbesteding uiteindelijk te kunnen winnen. Wel vindt de markt het belangrijk dat na de eerste ronde van de dialoog er nog maar drie partijen overblijven voor het verdere aanbestedingsoverleg. Onderwerp workshop 2e ronde: Welke thema’s zijn het waard om te bespreken en wanneer? Welke vragen heeft de markt? DBFM is niet meer bijzonder en daarom “gewoon” onderdeel van de Marktdag van RWS. Er is ook geen aparte PPS-dag meer. Het bleek dat marktpartijen dit jammer vinden. Er is bij PPS toch sprake van specifieke marktontwikkelingen/marktbewegingen en een andere manier van denken, merkten zij op. Een andere opmerking: Verkennen werkt veel beter “met een kop koffie” dan via de mail. De onderwerpen die aan bod kwamen tijdens deze workshop, waren: Lijstrisico’s: projectspecifiek versus vaste lijst, de definitie van de risico’s en de weging/waarde van de risico’s. Het mechanisme is goed, maar de toepassing niet. Heeft DBFM geleid tot lagere kosten over de life cycle en is men bereid meer te investeren aan de voorkant (het ontwerp)? Aanpassen van het “standaard” contract naar bijvoorbeeld 5.0 tijdens een aanbesteding versus een parallel traject met eventuele marktconsultaties. Kleinere DBFM-contracten, de voor- en nadelen. Hoe robuust dient de SPC te zijn (wellicht eisen stellen aan het aantal personen, wat ze moeten kunnen en de hoeveelheid contactmomenten). Bankgaranties. Parallelle financieringscompetitie en bouwcompetitie en hoe je het daarna bij elkaar brengt. Algemene opmerkingen: Er is geld genoeg. De financiers willen wel. Zorg voor “dealflow”. De markt wil graag per kwartaal weten welke aanbestedingen gepland zijn voor de komende twee jaar.
Asset Management: van begrippen naar begrip Deze workshop maakte duidelijk dat iedereen de problematiek herkent van samenwerking in rollen bij prestatiecontracten. Taken, Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden zijn niet eenduidig bij de rolverdeling tussen RWS-District en IPM-Team, zo vonden zowel deelnemers vanuit de markt als die van RWS. Een eyeopener was het idee dat het IPM-model misschien niet goed werkt bij prestatiecontracten. Dit model is immers van oorsprong bedoeld voor (aanleg-)projecten. De deelnemers toonden zich bereid om mee te denken over oplossingen. Al met al was het een geslaagde workshop die voldeed aan de doelstellingen vooraf, namelijk: het vergroten van het inzicht in de problematiek bij de samenwerking binnen prestatiecontracten en het van daaruit werken aan verbeteringen.
Is bioraffinage de oplossing voor een duurzame leefomgeving? Rijkswaterstaat legde in de workshop eerst uit hoe RWS op dit moment omgaat met biomassa. Het komt er op neer dat RWS dit aan de aannemer laat. Verwerking vindt vaak lokaal plaats. Ook kwam aan de orde wat ervoor nodig is om een bioraffinaderij van de grond te krijgen. Belangrijk hiervoor is dat er veel biomassa beschikbaar komt op één plek. Biomassa voor de productie van brandstoffen (benzine, diesel, kerosine) levert $1000 per ton op. Directe bijstook bij de productie van elektriciteit levert maar $ 100 per ton op, zo werd duidelijk. Er kwam nog een groot aantal andere onderwerpen aan de orde. Denk aan de transportkosten en de vraag in welke mate centralisatie “killing” zou zijn voor lokale initiatieven (“creative destruction”). Nederland als kennisland op het gebied van de BioBased Economy (BBE) en “economy of scale” (kan innovatie beter centraal of decentraal plaatsvinden?), waren andere discussiepunten. De deelnemers aan de workshop adviseerden RWS om regionale samenwerking op te zoeken. Kleinschalig en decentraal is misschien makkelijker te organiseren dan grootschalig en centraal, was het idee. Wie pakt de regie? Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
Welke marktinbreng helpt bij de programmering van het RWS werkenpakket? Het doel van de workshop was om meer inzicht te krijgen in wanneer en hoe de markt betrokken zou willen worden bij de totstandkoming van het Rijkswaterstaat werkenpakket. De discussie vond plaats aan de hand van een korte toelichting op de wijze waarop RWS nu programmeert. Uit de discussie kwam duidelijk naar voren dat de markt al vroegtijdig betrokken wil worden bij de vorming van het werkenpakket. Marktpartijen willen graag weten wat er speelt en welke issues er zijn. Ook willen ze meedenken bij enerzijds de visie/strategievorming en anderzijds de meerjarige programmering (tot ca. 5 jaar vooruit) van het werkenpakket. Door vroegtijdige betrokkenheid kunnen marktpartijen beter anticiperen op wat komen gaat, gaven ze aan. Dat biedt mogelijkheden om tijdig de juiste combinanten/partners te zoeken en om de eigen planning af te kunnen stemmen op de toekomstige vraag. Het tijdig aanbieden en evenwichtig faseren van projecten is van belang, aldus de markt. “Zeker voor prestatiecontracten moet dit toch mogelijk zijn.” De betrouwbaarheid van de planning liet nog te wensen over, vonden de deelnemers aan de workshop. De planning zou eigenlijk een “spoorboekje” moeten zijn waar de markt op kan vertrouwen voor zowel de korte als de lange termijn. Tijdig wijzigingen doorgeven is cruciaal. Maak op tijdbekend wat je weet, was een andere wens. Er is dus behoefte aan snellere actualisering. Maar ook meer detaillering (bijvoorbeeld over de gekozen contractvorm) wordt op prijs gesteld. Andere onderwerpen die de revue passeerden, waren de wenselijkheid van diversiteit in het werkenpakket, het belang van goede kwaliteit van de areaalgegevens en de relatie met het assetmanagement. RWS zal de input uit de workshop gebruiken bij de verbetering van het werkenpakket. Daarnaast wil Rijkswaterstaat de markt vroegtijdiger betrekken bij de maakbaarheid en vermarktbaarheid van het programma. Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
Marktinformatie: aanbesteding MNpilot prestatiecontract, verdere samenwerking en ambities Deze workshop had (bewust) het karakter van een presentatie. Dit leidde tot een wat beperktere interactie met de deelnemers. Opvallend was dat de hele markt van onderhoudsaannemers vertegenwoordigd was tijdens de workshop. Interactie vond plaats op de volgende punten: De werking van het nieuw te introduceren mechanisme om ON te laten “presteren op (asfalt-) onderhoud”. De eerste, voorzichtige reacties maakten duidelijk dat de aannemers dit uitdagend vinden. Het is wellicht een kansrijke aanpak om het door RWS beoogde resultaat te bereiken, aldus de deelnemers. De zorg of en zo ja, in hoeverre het vaste onderhoud qua managementaandacht niet ondergesneeuwd gaat raken door het variabele (asfalt-)onderhoud. Is RWS van plan om maatregelen te nemen zodat dit niet gebeurt? Het aanbestedingsbeleid van RWS. De deelnemers lieten tijdens workshop en ook achteraf unaniem weten hier grote moeite mee te hebben. Met name het concept ‘loting’ ervaren ze als ineffectief. Het is belangrijk om deze zorg ook intern bij RWS aan te kaarten! Het toepassen van de algemene prestatiemeting verdient nadere toelichting, menen de deelnemers. Hoe verhoudt deze zich tot de specifieke prestatiemeting binnen de prestatiecontracten? Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
RWS als open dataprovider: anders omgaan met open data en big data Deze workshop werd verzorgd door Arie Versluis, kwartiermaker Chief Data Officer (CDO) bij Rijkswaterstaat. Arie nam de aanwezigen mee in de fascinerende wereld van open data, big data, basisregistraties en de laan van de leefomgeving. Hij illustreerde zijn verhaal met aansprekende voorbeelden als: De Markeercheckapp, waarbij de crowd wordt ingezet om op basis van de open RWS-data storingen aan vaarwegmarkeringen (zoals boeien) te melden aan RWS. De Streetmapper 360, een state-of-the-art systeem om - zonder het overig wegverkeer te verstoren - het areaal door middel van een 3D-puntenwolk in kaart te brengen. AIS Wal Infra, een toepassing die de positie en koers van elk vaartuig op de vaarwegen 24/7 in beeld brengt. De big data die AIS oplevert, inspireerde de deelnemers aan de workshop direct om concrete toepassingen te bedenken. Een voorbeeld hiervan was een reistijdinformatiesysteem. Dit is waar hij naar toe wil, maakte Arie Versluis duidelijk. Samen met de zakelijke partners ervoor zorgen dat data waarde toevoegt aan de primaire RWS-processen dat er meerwaarde wordt bereikt voor ketenpartners en maatschappij: dat is het doel. De CDO zorgt voor perspectieven, doelen en kaders. Vervolgens stemt hij in interactie vraag en aanbod op elkaar af. Gezien het enthousiasme onder de deelnemers aan de workshop, lijkt dit een kansrijke aanpak.
Rol en competenties RWS en markt bij Industriële Automatisering De deelnemers dachten tijdens de workshop aan kleinere gesprekstafels na over de oorzaken van de problemen die er optreden met Industriële Automatisering(IA). Ze werden daarbij geprikkeld door wanden vol met krantenkoppen en foto's. Die gingen onder andere over een spookbrug, een kinderlijk eenvoudig te bedienen sluis, onterecht afgekruiste rijstroken en een schip dat klemzat tussen sluisdeuren. Twee oorzaken kwamen prominent naar voren tijdens de gesprekken: Er is onvoldoende regie en sturing op systeemintegratie; Bij IA gaat het om een klein volume, maar ook om een groot risico. De deelnemers dachten ook na over oplossingen. Deze vragen inzet van zowel RWS als de markt! Voor systeemintegratie noemden de deelnemers onder meer standaardiseren, meer sturing in aanbesteding en eenduidige verantwoordelijkheid bij de uitvoering. Wat betreft het volume-risico verband kwamen onder andere vroegtijdig en disciplinebreed met elkaar in gesprek gaan, risicogestuurd aanbesteden (selectie en gunning) en opdrachten splitsen aan de orde. De marktpartijen die deelnamen aan de gesprekstafels, willen IA graag samen met RWS verder gaan brengen. Rijkswaterstaat gaat dit oppakken en hier de relevante brancheorganisaties bij betrekken.
Samenwerken aan de Opdrachtnemershandleiding (coproductie RWS-branche) De workshop startte met een korte inleiding door Rein van der Kluit namens de CIV en Ron de Mos namens de marktpartijen. Beide sprekers prezen het samenwerkingsinitiatief. Ze vroegen andere marktpartijen om zich aan te sluiten bij de “Community of Practise” die het groeidocument van de Opdrachtnemershandleiding onderhoudt. Hierna ontstond een actieve en levendige discussie. Zorg voor zoveel mogelijk samenwerking en openheid in de contractvoorbereidings- of offertefase, was een belangrijk verzoek van de deelnemers. Dit helpt immers om de vraag van RWS aan de markt helder te krijgen. Hier zijn alle partijen mee geholpen. Tijdens de discussie werd wel duidelijk dat er een spanningsveld bestaat tussen transparantie en vergelijkbaarheid van de aanbiedingen aan de ene kant en onderscheidend vermogen en concurrentiekracht aan de andere kant. Ook werd geconstateerd dat enthousiasme, servicegerichtheid e.d. vanuit opdrachtgever en opdrachtnemer vaak de oorzaak zijn van problemen bij de kwaliteitsborging: hoe goedbedoeld het allemaal ook is. Tip van de deelnemers: laat alle betrokkenen in de voortbrengingsprocessen zich houden aan de afspraken. Tot slot vonden veel deelnemers de term “Opdrachtnemershandleiding” wat ongelukkig. Het document zou immers leerdoelstellingen voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer moeten bevatten. Gelukkig staan die er ook allebei in! Rein van der Kluit beloofde een reep aan degene die met een betere naam zou komen. Wellicht dat “Samenwerkingsbundel” de lading dekt? Een definitieve alternatieve naam is nog niet gevonden.
Waar ligt de Europese Horizon en hoe komen we daar gezamenlijk? Markt was positief verbaasd over de ambities van Rijkswaterstaat in het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020. Na een korte inleiding over Horizon 2020 is in kleine groepjes gezocht naar manieren van samenwerken in Europa op de volgende thema’s: Big date Synchromodaal vervoer Circulaire Economie Gezonde verstedelijking De thema’s vragen duidelijk ieder voor een andere aanpak. Voor Big data heeft de markt een grote behoefte aan duidelijkheid in Europese standaarden voor privacy en kwaliteit van data. Als deze vragen beantwoord zijn zal het voor de markt pas echt aantrekkelijk worden om voor Synchromodaal vervoer met nieuwe ICT toepassingen te komen. Bij Circulaire Economie was er minder vraag naar onderzoek maar meer de behoefte aan ruimte binnen RWS om de bestaande technieken te testen. RWS werd verzocht om als Launching customer te dienen zodat de techniek ook verder in Europa geëxporteerd kan worden. Als laatste kwam aan de orde dat het concept Gezonde verstedelijking kan leiden tot een nieuwe manier van ruimtelijke ordening. Op dit gebied zijn nog een aantal fundamentele vragen aanwezig. Bijvoorbeeld: hoe zetten we de gezondheid van de het individu centraal? Graag willen we hierbij van andere grote steden, zoals Parijs en Londen, leren. Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
Innovatiegericht inkopen voor een verbetering van de leefomgeving Qua inhoud was de workshop zondermeer positief. Wel bleef nadrukkelijk het beeld hangen dat innovatie graag bij het eigen bedrijf wordt gehouden. De deelnemers wezen op het belang van vertrouwen. Je moet erop kunnen rekenen dat de innovatie niet uitlekt voordat er commerciële afspraken liggen. De deelnemers zagen ook kansen. Zo vonden ze de assets van RWS een goede proeftuin voor het innovatiegericht inkopen. Hoe kunnen innovaties getriggerd worden in de HELE keten? Over deze vraag bogen de deelnemers aan de workshop zich. Beide sessies leidden tot een vergelijkbare uitkomst. De deelnemers aan de workshop zien twee oplossingen die ver uiteen liggen. Enerzijds geven ze aan: vraag een DOEL(STELLING) uit in plaats van een OPLOSSING(SRICHTING). Verbreding van de uitvraag dus. Anderzijds vinden deelnemers dat losse problemen uit het grote contract moeten worden gehaald. Versmalling van de uitvraag dus. Deze losse problemen moeten vervolgens apart worden uitgezet. Het is en blijft dus maatwerk. Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
Cocreatie maakt organisaties wijzer De deelnemers aan de workshop werden in vogelvlucht meegenomen in de verschillende mogelijkheden van Cocreatie. Op deze manier kon iedere deelnemer kennisnemen van de informatie en daarmee vervolgens zelf iets gaan doen. Hiertoe keken de deelnemers naar kunst en naar een film van een cocreatieproces. Ook bespraken ze de stappen uit de cocreatiespiraal met elkaar. Het doel: onderzoeken waar de bottleneck zit in cocreatieve processen. Het onderwerp waar de meeste energie in ging zitten, was het kijken naar schilderijen. Met vragen werden de deelnemers gestimuleerd om de eigen waarneming te delen en te onderbouwen. Iedereen werd op deze manier uitgenodigd om actief deel te nemen aan de sessie. Door te luisteren waar een deelnemer naar kijkt, werd de groep op haar beurt uitgedaagd om kritisch-analytisch mee te denken. Het waarnemingsvermogen veranderde hierdoor. Eyeopeners tijdens de workshop waren: Er is veel behoefte aan kennis op het gebied van Cocreatie. De tijd voor echte verdieping was tijdens de workshops te kort. Er was veel waardering voor de laagdrempelige en nieuwsgierige wijze waarop Cees Brandsen zich opstelde tijdens de Marktdag. De stap van plannen naar beslissen in de cocreatiespiraal bleek lastig. Dit gaf de deelnemers inzicht waarom samenwerkingen soms niet lopen zoals gewenst. Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
De kracht van samenwerkende generaties in organisaties Op dit moment bevolken vier generaties, met ieder eigen, specifieke kenmerken en kwaliteiten, de werkvloer van de Bouw. Onderzoek heeft aangetoond dat bedrijfsprocessen beter en sneller verlopen wanneer verschillende generaties samenwerken. Tijdens deze sessie gingen de deelnemers in op de verschillen tussen generaties. Het doel was om uiteindelijk de dialoog aan te kunnen gaan over onderlinge overeenkomsten en over de kwaliteiten die verschillende generaties van elkaar kunnen benutten. De dialoog in drietallen van verschillende generaties over de gepresenteerde “Musketier werkwijze” kostte veel energie tijdens de workshop. Het bleek een leerzame introductie hoe je kunt onderzoeken hoe verschillende generaties beter met elkaar kunnen samenwerken en met welk type leiderschap dat gepaard gaat. Eyeopeners tijdens de workshop waren: Generaties koppelen aan een type leiderschap gaf diepte aan het gesprek. Door de diversiteit van de groepen kwamen buiten de verschillentussen generaties ook de verschillen tussen mannen en vrouwen ter sprake. Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
Categoriemanagement binnen RWS Het merendeel van de leveranciers is positief over het Categoriemanagement van RWS, zo bleek tijdens de workshop. De discussie vond plaats aan de hand van twee stellingen: 1. Ben je positief of negatief over Categoriemanagement? 2. Heb je wel of geen kennis van Categoriemanagement? Deelnemers van de markt bleken in een ontspannen sfeer nieuwsgierig naar zaken als: 1. Wat is Categoriemanagement nu en waar gaat het naartoe? 2. Hoe borg je vanuit de Categorie de kennis en behoeften van domeinexperts en de individuele klant? 3. Hoe verhoudt Categoriemanagement zich tot de nieuwe aanbestedingswet? 4. Hoe ver gaat Categoriemanagement? Geldt het ook voor het primair proces? 5. Hoe houd je als opdrachtgever grip op je portefeuille? De vragen zijn in een interactieve sessie door de Categoriemanagers van Rijkswaterstaat toegelicht en beantwoord. Aan het einde van de workshop kregen de deelnemers de mogelijkheid om tips voor de Categoriemanagers achter te laten. Een van de mooiste tips was: “Categoriemanagement: generiek waar het kan, specifiek waar het moet!” Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
Een voorspelbare oplevering en overdracht in de keten De problematiek in deze workshop was een “feest” van herkenning. De marktpartijen komen het steeds tegen, maar vinden dat ze er niets aan kunnen doen. Tijdens de workshop werd de werkwijze gepresenteerd die was gevolgd bij de Maasroute en de A50 Ewijk. Deze werkwijze bewijst dat het anders kan. Volg je deze werkwijze, dan leidt dit tot een beheerst en voorspelbaar proces van oplevering en overdracht, zo was de boodschap tijdens de workshop. Wat de werkwijze concreet inhoudt? Marktpartijen gingen bij de Maasroute een de A50 Ewijk in gesprek met een eigen “buddy”. Op deze manier ontdekten ze dat ze wel degelijk zelf kunnen bijdragen aan de oplossing van de problematiek. Geïnspireerd door deze ‘good practices,’ discussieerden de deelnemers tijdens het vervolg van de workshop over de samenwerking binnen de keten OG/ON/beheerder/ON prestatiecontract. Dit culmineerde in een opvallende oproep vanuit de marktpartijen. Zij vroegen RWS om de verantwoordelijkheid voor dit proces in eigen hand te houden en niet neer te leggen bij de markt. Rijkswaterstaat zou ook goed moeten nadenken of er een schakel tussenuit kan in de keten OG/ON/beheerder/ON prestatiecontract. Daarbij kan RWS putten uit de ervaringen bij de Maasroute en de A50 Ewijk. Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
Sluizenprogramma: Nieuwe inspiratie voor verdere ontwikkeling van het sluizenprogramma In het eerste deel van de workshop Sluizenprogramma werden vijf deelnemers aan de concurrentiegerichte dialoog bij de Keersluis Limmel bevraagd over hun ervaringen tijdens de afgelopen maanden. Veel onderwerpen passeerden de revue. Opvallend was dat er onderlinge meningsverschillen bestonden of de eerste fase dialoog langer of korter moest zijn. Voor de een was een kortere periode goed om de tenderkosten te drukken, voor de ander was een langere periode handig om extra interactie mogelijk te maken. Het dialoogteam van RWS kreeg complimenten voor de professionaliteit in de eerste fase. Over de pre-kwalificatie waren de vijf minder lovend. Die was in hun ogen wat chaotisch verlopen. In het tweede deel van de sessie brachten de deelnemers in kaart wat er nodig is om beter te leren in het Sluizenprogramma. Hierbij kwamen duidelijke verschillen naar voren. Sommige deelnemers vonden dat het delen van kennis beperkt moet worden tot de belangstellenden voor Keersluis Limmel. Anderen vonden het interessant om veel evaluaties en documenten op internet te plaatsen. Al met al vond er tijdens de workshop een geanimeerde discussie plaats. Klik hier voor de presentatie behorende bij deze workshop.
In de huid van elkaar (partnering & wederzijds begrip) Tijdens de workshop ‘In de huid van elkaar’ hebben de deelnemers kort ervaren hoe het is om is aan de andere kant te staan. Welke belangen spelen er mee? Waarom gedragen Rijkswaterstaat en de markt zich op een bepaalde manier? Het doel was dat de deelnemers een beeld kregen van de afwijkende standpunten en argumenten rondom aanbestedingen. Daardoor zou het onderlinge begrip kunnen groeien. In de beide overvolle sessies werden door de Markt “aanklachten” geformuleerd tegen Rijkswaterstaat. “De Rijdende Rechter” behandelde de aanklachten. Dat deed deze met gevoel voor de onderlinge verhoudingen tussen de partijen. Net als buren bij de Rijdende Rechter op tv moeten ook RWS en de markt immers nog lang met elkaar door het leven! De behandeling van de aanklachten vond plaats in een zeer open en positief-kritische sfeer. Het ging om aanklachten zoals ”RWS betrekt de markt te laat bij aanbestedingstrajecten”, “De juiste informatie wordt niet gedeeld met leveranciers” en “RWS is teveel op een correct proces gefocust en verliest het eindresultaat uit het oog”. Er bestaat een spanningsveld, zo bleek uit de behandeling van de aanklachten. Dit spanningsveld betreft de beantwoording aan de verwachtingen van de markt enerzijds (behoefte aan transparantie, open dialoog, tijdige betrokkenheid) en de kaders waarbinnen wordt gewerkt (tijd, wet- en regelgeving, politiek) anderzijds. Een aantal andere aanklachten: RWS neemt lang de tijd voor voorbereiden en verwacht vervolgens van de markt dat deze in korte tijd iets kan leveren wat voldoet aan het wensbeeld. Het contract is leidend. Hierdoor is geen creativiteit meer mogelijk. Een oorzaak hiervoor is de angst die de aanbestedingswet veroorzaakt. Onder het mom van samenwerking eigent opdrachtgever zich flexibiliteit toe. RWS heeft weinig ambitie op het gebied van duurzaamheid, contractduur en TCO–lifecycle.
Na afloop van de workshops ging de uitwisseling tussen Rijkswaterstaat en markt gewoon door tijdens het plenaire gedeelte van de Marktdag. Onder voorzitterschap van Wies Vonck (directeur Sluizenprogramma Rijkswaterstaat) en Heleen Herbert (directeur civiel Heijmans) kwam een aantal (actuele) thema’s aan bod. Onder andere de samenwerking en wat daarbij komt kijken. Het gaat immers niet vanzelf, je moet het gesprek daarover met elkaar durven aangaan. De do’s en dont’s bij het uitvragen van innovaties in contracten, kwamen in interactie met de zaal aan de orde. Als de interactie op het podium tussen HID GPO Cees Brandsen en Mascha van Vuuren, Directeur van Cofely Energy & Infra maatgevend was, komt het met de samenwerking wel goed! Cocreatie en goede voorbeelden die op dit gebied al bestaan, was een ander belangrijk gespreksonderwerp. Ook de uitkomsten van de reputatiemeting en wat Rijkswaterstaat hiermee gaat doen, waren onderwerp van discussie. DG van Rijkswaterstaat Jan Hendrik Dronkers sloot het plenaire deel af. Hij benadrukte dat RWS een professionele organisatie is, die leert, luistert en de samenwerking zoekt. Samenwerken is per definitie gelijkwaardig. Dit geeft de voedingsbodem voor co-creatie, om samen gesteld te staan voor de uitdagingen die we gezamenlijk hebben. Dit moeten we wel durven!
De Marktdag is afgesloten met een gelegenheid om informeel te netwerken. Deelnemers vanuit de markt konden “speeddaten” met Jan Hendrik Dronkers, Cees Brandsen, Jaap Sloopmaker CFO en de verschillende inkoopdirecteuren en HID’en van Rijkswaterstaat. Aan de hand van speciale thematafels in de plenaire zaal o.a. de Servicedesk Zakelijk en de opdrachtgeverscode en het klachtenmeldpunt aanbesteden, konden de aanwezigen eveneens met elkaar in gesprek. De netwerkborrel gaf zeker ook aanleiding tot veel geanimeerde conversaties tussen RWS’ers en gasten vanuit de markt. Al met al een inspirerende en interactieve dag die op een zonnige wijze de samenwerking heeft verstevigd!
Wij zijn erg benieuwd naar hoe u de Marktdag heeft ervaren, daarom willen wij u vragen om de online evaluatie hier in te vullen als u dat nog niet heeft gedaan. Alvast bedankt!