THORAXDRAINAGE
Frans de Neijs IC/CCU VERPLEEGKUNDIGE
F. de Neijs
1
n
Wie bent U?
F. de Neijs
2
13 december Programma: DRAINAGE theorie demonstratie n 2 uur n
F. de Neijs
3
VERWACHTINGEN DOCENT TAV CURSIST n OPLETTENDHEID n CONCENTRATIE n PARTICIPATIE CURSIST T.AV. DOCENT n VAKINHOUDELIJKE KENNIS n ENTHOUSIAME n OPENSTAAN VOOR VRAGEN EN OPMERKINGEN
F. de Neijs
4
Informatie! n
n
n n
Thoraxdrains - leerboek IC 2 blz185-189 - protocollen / handleidingen bv pleur-evac / collega,s - protocollen, collega’s Site’s - www.icufaqs.org - www.intensivecare.pagina De Industrie Google!
F. de Neijs
5
Opdracht drainage n
Welke soorten hebben jullie gevonden?
thoraxdrainage
F. de Neijs
6
Doel drainage Afvoer bloed n Afvoer wondvocht n Afvoer ”resten” n Afvoer onstekingsproducten n
Verbeteren wondgenezing àHerstel orgaanfunctie F. de Neijs
7
Algemeen n
Drains
F. de Neijs
8
Redondrains
ZUIGKRACHT: 600 mm Hg
= 78 kPa
=780 cm H2O
0,13kPa= 1 mmHg=1,3 cm WKA F. de Neijs
9
Het verloop van het vacuum
F. de Neijs
10
variatie
Jackson Pratt F. de Neijs
11
Penrose drain buikzijde
F. de Neijs
12
Verblijfsdrain bij patienten met pleuritis carcinomatosa
Oncologica 2007, 3
F. de Neijs
13
Low vacuumdrain
F. de Neijs
14
Drains na een Bricker procedure
F. de Neijs
15
Urostoma met ureterdraintjes
F. de Neijs
16
n
http://focosi.immunesig.org/invivo_surgical .html
n
Heel veel te zien
F. de Neijs
17
Thoraxdrainage
F. de Neijs
18
Thoraxdrainage Pleuradrain n Mediastinumdrain n Pericarddrain n
F. de Neijs
19
DOEL 1. 2. 3.
4.
Anatomie Zie ook jullie leerboek Indicatie thoraxdrainage en protocollen Hoe werkt thoraxdrainage Verpleegkundige aandachtspunten bij patiënt m.b.t. thoraxdrainage (als aanvulling op de matrix)
5. 6.
Vervoer Hygiëne F. de Neijs
20
F. de Neijs
21
Optimale longexpansie Negatieve druk in de pleurale ruimte is essentieel voor een optimale longexpansie Pleurale
Thoraxwand
ruimte
Pariëtaal pleurablad
Visceraal pleurablad Long F. de Neijs
22
Anatomie
F. de Neijs
23
Ademhalingsmechanisme Inspiratie - Expiratie
F. de Neijs
24
Het fysiologisch ademhalingsproces (niet beademde patiënt) Intra pleurale druk
=Intra pulmonare druk
4 mm Hg = 4x1,3 = 5,2 cm H2O Neg intrapleurale druk
F. de Neijs
25
Indicatie n
Thoraxchirurgie long-, hart-, mediastinum,- (oesophagus-) chirurgie
n
Pneumothorax (lucht in de pleuraholte) Haematothorax (bloed in de pleuraholte) Haematopneumothorax Pleuravocht Thoraxempyeem Spanningspneumothorax
n n n n n
F. de Neijs
26
Thorax Drainage Fysiologische en Pathologische toestand
F. de Neijs
27
Redenen voor pleuradrainage
F. de Neijs
28
Gecollabeerde long
F. de Neijs
29
Pneumothorax
F. de Neijs
30
Normale longen
F. de Neijs
31
Ct scan pneumothorax
F. de Neijs
32
Na een trauma
F. de Neijs
33
Spannings pneumothorax
F. de Neijs
34
Rechts spanningspneumothorax - re depressie hemidiaphragma
F. de Neijs
35
Haematothorax
F. de Neijs
36
Thoraxempyeem
F. de Neijs
37
CT opnames van thoraxempyeem
F. de Neijs
38
Ct van normale longen
F. de Neijs
39
abces
drain
Consolidatie abces F. de Neijs
40
abces
drain F. de Neijs
41
Gaten en abscessen
F. de Neijs
42
Pneumothorax
Bronchopleurale fistel F. de Neijs
43
Grote pneu, abcessen
F. de Neijs
44
Een uitstapje
F. de Neijs
45
Tube
F. de Neijs
46
lager
F. de Neijs
47
Beademings atributen, vlakboven de carina
F. de Neijs
48
carina
F. de Neijs
49
Net onder de carina
F. de Neijs
50
hoofdvertakking
drain
hoofdbronchus
consolidaties F. de Neijs
51
De carina, bronchoscopisch
F. de Neijs
52
F. de Neijs
53
Tamponade
F. de Neijs
54
Het pericard met vocht
F. de Neijs
55
Het hartfiguur voor en na drainage
van
750 ml F. de Neijs
56
Passieve – actieve drainage
F. de Neijs
57
Samenvattend Andere drains n Anatomie en fysiologie n Indicatie n Aandoeningen n
F. de Neijs
58
THORAXDRAINAGE
F. de Neijs
59
Hoe werkt het? Doel n Positie n Verschillende systemen n UMCU systeem n Controles n
F. de Neijs
60
Doel DRAINAGE n n
Herstel van de negatieve druk in de pleuraholte Herstel van de gaswisseling / orgaanfunctie
hoe doen we dit? n n n
Afvoer lucht Afvoer vloeistof (exudaat/transudaat) Passief, actief
resultaat: n
Ontplooide long à gaswisseling hersteld à orgaan functie hersteld F. de Neijs
61
Drain inbrengen Van buiten af n Van binnen uit = per OK n
F. de Neijs
62
Van buiten af Het inbrengen van een trocardrain
Bloedvaten zenuwbaan F. de Neijs
63
Inbrengen drain tijdens OK
F. de Neijs
64
Wat brengen we in?
F. de Neijs
65
Wat brengen we in?
Diverse charrières Met/zonder trocar PVC/Silliconen Met/zonder extra lumen
F. de Neijs
66
Passief Afvoer van vloeistof n Wat hebben we nodig: een draintje een opvangzakje n
F. de Neijs
67
Actief Doormiddel van zuigdrainage n Wat heb ik daarvoor nodig? n
nWAT? nWAAR? n HOE?
F. de Neijs
68
Een wonddrain
Ook wel sinusdrain genoemd Meestal wat dikker dan de luchtdrain
F. de Neijs
69
Waar doen we dat?
F. de Neijs
70
Bij de liggende patiënt Boven: luchtdrain
Onder: vloeistofdrain F. de Neijs
71
Wond- en luchtdrain 2
F. de Neijs
72
substernum
Ingebrachte drains
pericarddrain
pleuradrain wondspreider
F. de Neijs
73
Pericard-, mediastinum-, en pleuradrain
F. de Neijs
74
2 thorax abscesdrains
Pussig vocht F. de Neijs
75
F. de Neijs
76
Wat heb ik verder nog nodig? n
Zuigdrainage - centraal vacuum systeem - aftappunt - grove afstelling - slang
n
Opvangsysteem
n
- fijn regeling - opvangpot - veiligheid . waterslot . kleppen (over- / onderdruk) Slangen naar de patiënt F. de Neijs
77
Aansluiten op het centraal vacuüm systeem
De “grove” instelling
F. de Neijs
78
Het centrale zuigsysteem UMCU Centraal medisch vacuüm Bedraagt? 600-800 cm H2O x 0,76 mmHg =456 – 608 mmHg x 0,1 kPa = 60 – 80 kPa
F. de Neijs
79
Thorax Drainage zuigkracht?
Kwik is 13 x zwaarder dan water 1 mm Hg = 13 mm H20 = 1,3 cm H20 1 cm H20 = 0,77 mm Hg = 0,1 kPa 15 cm H20 = 11,4 mm Hg = 15 mBar = 1,5 kPa F. de Neijs
80
Opvangsysteem 1
Het één fles systeem
F. de Neijs
81
Opvangsysteem 2
De sentinel seal
F. de Neijs
82
Opvangsysteem 3
Een pleurevac A 6000
F. de Neijs
83
Opvangsysteem 4
De pleur-evac A 8000
F. de Neijs
84
Wat hebben de verschillende drainage systemen met elkaar gemeen? Er moet een opvangmogelijkheid zijn! n Lucht lekkage uit de pleuraholte moet mogelijk en zichtbaar zijn! n Er mag geen lucht vanuit het systeem (“buiten”), de pleuraholte instromen! n Er moet aan het systeem gezogen kunnen worden! n
F. de Neijs
85
Theorie n
Lucht verplaatst zich van een ruimte met hoge druk naar een ruimte met lage druk
n
Een onderdruk of vacuüm van 20 cm water is de kracht die nodig is om 20 cm water omhoog te zuigen. ( pak eens een rietje en varieer de lengte om te zuigen, wat is het verschil?)
F. de Neijs
86
n
Hoe is het systeem opgebouwd?
n
Van simpel naar “complex”
F. de Neijs
87
Het een pots-systeem
Naar patient
Opvangpot en waterslot ineen
F. de Neijs
88
Twee potten
Gescheiden Opvangpot en waterslot F. de Neijs
89
3 Potten
met actieve zuig aansluiting Opvangpot
Waterslot
F. de Neijs
Manometer/ Zuigkontrole fles 90
Het 4 potten(kamer)systeem
Manometer 2 / Opvangpot overdrukventiel
Waterslot
F. de Neijs
Manometer/ zuigkontrole fles
91
Vragen
t F. de Neijs
92
Van een 4 potten systeem naar een pleur-evac “4” kamersysteem
F. de Neijs
93
Van 4 kamer systeem naar een pleurevac
Zuigkontrole 2
Zuigkontrolefles
opvangkamer waterslot F. de Neijs
94
Zuigkontrole 2
Zuigkontrolefles
opvangkamer waterslot F. de Neijs
95
zuigslang
Afsluitdop / vulopening
Zuigkontrole”fles” Manometer (1) “grof” manometer Fijn (2) UMCU
opvangkamer
De pleuravac waterslot 8000 F. de Neijs
patientenslang
96
ZO STROOMT DE LUCHT Rood: uit de patiënt Blauw: zuigsysteem
F. de Neijs
97
Hoe ziet dat er in het echt uit?
F. de Neijs
98
De bovenkant
onderdrukbeveliging Vulopening en afsluitdop Naar centraal vacuum
overdrukbeveiliging
F. de Neijs
99
Beveiliging tegen onderdruk
beveiligingsklep
waterslot
F. de Neijs
100
F. de Neijs
101
Zuigkracht Intrapleuraal n Weerstand slangen n
n
Verdamping
8-12 cm ± H2O 5 cm ±H2O 3 cm± H2O/24 uur
+ n
Totaal in te stellen:
F. de Neijs
20 cmH2O zuigkracht 102
Samenvattend Diverse systemen n Opbouw van het systeem, en wat allemaal nodig was n
F. de Neijs
103
n
Demonstratie
F. de Neijs
104
n
Enige verpleegkundige zaken
F. de Neijs
105
Voor het aansluiten van het drainage systeem Opdracht arts n Waterslot en manometer vullen n Zuigkracht instellen n Controle functioneren systeem n Desinfecteren aansluitingen n
F. de Neijs
106
Het klaarmaken van de Pleurevac
F. de Neijs
107
Na het aansluiten van de patiënt op systeem: controle op functioneren n n n n n
n
Observatie: luchtlekkage( = borrelen), vocht lekkage, productie en aspect, Controle waterslot Controle vacuüm Controle zuigkracht De patiënt! Pijn? Welbevinden? Fixatie F. de Neijs
108
Controle op functioneren. uitgelicht Borrelen n Luchtlekkage n Overige opmerkingen n
F. de Neijs
109
Controle op functioneren 1: Vacuum regelkamer (bv 15 cm zuigkracht) (“grove” instelling)
“Suction control chamber” (manometer 1) n
Borrelen? •Borrelt zacht: muur vacuümklok is juist ingesteld •Borrelt hard: - muur vacuümklok staat te hoog - te veel flow in systeem; kan neg. druk doen toenemen - geeft veel herrie - water verdampt •Borrelt niet: - lekkage in systeem voor de pot of - afgeknikte slang naar muur vacuümklok - of muur vacuümklok staat niet open F. de Neijs
110
Controle op functioneren 2: “het Borrelen 2” ”water seal” n
n
Waterslot borrelt: # Systeem is doorgankelijk: luchtlekkage of uit patient of een lek # Constant en gelijkmatig oorzaak: luchtlek of crack in pot # Onregelmatig: normaal of synchroon met de ademhaling Waterslot borrelt niet: long ligt “aan” of een knik in de slang? F. de Neijs
111
Controle op functioneren 3 “de waterspiegel” van het waterslot nWaterslot: water niveau stijgt en daalt met de
ademhaling: uitademen n spontaan inademen n
Op en neer synchroon met de ademhaling Conclusie: systeem functioneert
F. de Neijs
112
Controle op functioneren 4 “de waterspiegel” van het waterslot n
Waterslot: water niveau stijgt en daalt NIET met de ademhaling: - als de slang geblokkeerd is - als er een knik in de slang zit - als long volledig geexpandeerd is - soms normaal (longvlies sluit drainopeningen af)
F. de Neijs
113
Controle op functioneren 5: Waar zit het lek? n
Actie stapsgewijs afklemmen en kijken of borrelen stopt (begin bij de insteekopening)
n
Als alle verbindingen zijn gecontroleerd en borrelen blijft doorgaan dan komt de lucht uit de pleuraholte
n OF
F. de Neijs
114
Onderbreking van de radioopaque lines: de zuigopeningen
F. de Neijs
115
Controle op functioneren 6: overige • Alleen vloeistof toename in opvangkamer is onvoldoende voor conclusie dat systeem funtioneert • Door borrelen verdamp water; incidenteel controleren en aanvullen
F. de Neijs
116
Tijdens het verblijf n
n
n n n n n
Observatie vloeistof niveau’s van de “suction control chamber” en “water seal” Productie (… ml / uur, het verloop daarvan in de tijd, het totaal / het aspect) Stolsels? “nat?” Stolling?! Luchtlekkage / borrelen Fixatie Doorgankelijkheid (strippen? of melken of knijpen) Afknikken slangen F. de Neijs
117
To strip or not to strip? To strip or not to strip? Physiological Effects of Chest Tube Manipulation n Halm A. n Am J Crit care 2007: 16(6) 609-612
n
F. de Neijs
118
“Nat”
F. de Neijs
119
Stolsels!
F. de Neijs
120
Na Hart operaties Tijdens OK drains onder vacuum n Tijdens transport op waterslot n Bij binnenkomst snel herstel van vacuum en zn melken n Niveau van productie op de potten aangeven en de productie vervolgen n Controle op afknikken /fixatie n
F. de Neijs
121
Doorgankelijk? Ongewenst: stase Zuigkracht?
F. de Neijs
122
De pleur-evac
productie
opvangkamer F. de Neijs
123
Na thorax(hart)chirurgie
F. de Neijs
124
Zo moet het niet! Naar insteekopening Naar drainpot
F. de Neijs
125
De gevolgen (binnen 2 uur post ok)
F. de Neijs
126
Zo moet het wel Naar insteekopening
F. de Neijs
127
Getunnelde fixatie: huid vrij
F. de Neijs
128
Aansluitingen
F. de Neijs
129
Connectie: veilig?
F. de Neijs
130
Veiliger!
F. de Neijs
131
Drain fixatie bij de insteekopening
F. de Neijs
132
Lekkage: stolling?
F. de Neijs
133
Uittree plaatsen en hechtdraden (blauw zijn de pacemaker draden)
F. de Neijs
134
F. de Neijs
135
Verwijderen 1 (zie ook boek 2, blz 188) Bij geringe productie n Zuigend verwijderen, volgens afd. protocol n Soms vooraf aan het verwijderen een aantal uren op waterslot à thoraxfoto à ligt long aan? Zo ja? à drain verwijderen (artsen opdracht!) n Twee verpleegkundigen n Kweken van draintip (p.o. arts) n
F. de Neijs
136
Verwijderen 2 Patient rechtop n Saturatie bewaking n Pijn bestrijding (planning!) n Verwijderen tijdens /na maximale inademing? Valsalva manoeuvre n
Intra thoracale druk verhogen! J.Trauma 2001 april 50(4):674-
F. de Neijs
137
Na het verwijderen van de drains (gecompliceerd)
F. de Neijs
138
Afklemmen? Alleen tijdens verwisselen van de drainpot! Bij spontaan ademende patiënten n Nooit vergeten de kochers er weer af te halen! n Nooit bij beademde patiënt n
F. de Neijs
139
Wat te doen bij vervoer? n
Bij beademde en bij niet beademde patiënten tijdens vervoer: - Alleen op het waterslot - Systeem recht ophouden!
n
DUS “nooit” afklemmen!
F. de Neijs
140
Hygiëne 1 (W.I.P.) Insteekopening: iedere 24 uur gecontroleerd en gedesinfecteerd met alcohol 70% n Zo nodig drain aansluitingen desinfecteren met alcohol 70% i.g.v. manipulaties n Bij luchtlekkage via de drain-insteekopening wordt steriel vaseline aseptisch opgebracht
n
F. de Neijs
141
Hygiëne 2 (W.I.P.) Bij verwijderen n n
n n
Voor verwijdering insteekopening desinfecteren. Drains zo verwijderen dat geen vocht in het drainkanaal achterblijft. Dat kan door drain zuigend te verwijderen, ATTENTIE SPATTEN: beschermende maatregelen (bril!?) Handschoenen! F. de Neijs
142
nVragen???
F. de Neijs
143
Samenvatting n n n n n
n n
Drains algemeen Anatomie Ziektebeelden als indicatie Werking van het systeem Verpleegkundige zaken uitgelicht - controleren op functioneren - fixatie Vervoer Hygiëne F. de Neijs
144
Dank voor uw aandacht! En succes
F. de Neijs
145