De verpleegkundige ‘indicatiestelling’ Aanleiding en achtergrond In 2015 zal de aanspraak ‘verpleging in de wijk’ geïntroduceerd worden in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Deze prestatie bestrijkt de ‘zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden’ in de eigen omgeving van de verzekerde: waaronder de AWBZ functies verpleging en persoonlijke verzorging, Medisch Specialistische Verpleging thuis (MSVT) en de activiteiten, zoals die in het programma Zichtbare schakel worden uitgevoerd. De Zorgverzekeringswet kent een ander systeem van indiceren dan de AWBZ. Dit betekent dat de wijkverpleegkundige een bredere professionele ruimte zal kennen dan binnen de AWBZ. Dit laatste komt onder andere tot uiting rond de indicatiestelling en zorgtoewijzing door de wijkverpleegkundige. Indicatiestelling betekent hier: bepalen wat de cliënt nodig heeft, gezien zijn individuele situatie. Zorgtoewijzing betekent hier: bepalen wie de zorg uitvoert. Voor alle beroepsbeoefenaren binnen het domein van de Zvw geldt dat het ‘indiceren’ van zorg een onlosmakelijk onderdeel vormt van hun professionele handelen. Binnen de Zvw is de zorgprofessional verantwoordelijk voor de indicatiestelling en het bepalen van de daaruit voortvloeiende, noodzakelijke zorg. Dit systeem veronderstelt wel dat de betrokken beroepsgroep helder kan beschrijven en onderbouwen hoe het proces van vraagverheldering en zorgtoewijzing verloopt. De beroepsgroep in deze is een HBO-opgeleide verpleegkundige met minimaal de kennis, zoals beschreven voor de wijkverpleegkundige. De verpleegkundige zal onder de Zvw naast de indicatie ook aanwijzingen geven over wie de geïndiceerde zorg het beste kan uitvoeren. Het betreft dus feitelijk twee processen: enerzijds de vraagverheldering anderzijds de zorgtoewijzing. Tot slot zal er een vertaalslag gemaakt moeten worden naar de te verzekeren pakketten (WMO, Zvw of WPG). Dit voorstel is onderdeel van de diverse activiteiten die momenteel worden uitgevoerd t.b.v. invoering van de aanspraak per 01-01-2015. Het voorstel gaat in op het beschrijven van het verpleegkundig indicatieproces aan de hand van de verpleegkundige diagnose en het ontwikkelen van een instrument dat als hulpmiddel kan dienen bij dit indicatieproces en de zorgtoewijzing. Verkenning CVZ Het CVZ heeft in 2013 een verkenning uitgevoerd naar de verpleegkundige indicatiestelling en daarin 1 een aantal uitgangspunten opgenomen . Deze uitgangspunten vormen al sedert de jaren zestig van de vorige eeuw de basis van het wijkverpleegkundig handelen. Uitgangspunten en voorwaarden voor het verpleegkundige handelen: de inzet van verpleegkundige zorg is in principe tijdelijk; de verpleegkundige zorg handelt vanuit het principe 'positieve gezondheid'; doel van de verpleegkundige zorg is het bevorderen van de zelfredzaamheid. Uitgangspunten voor het proces van vraagverheldering en zorgtoewijzing een zorgvuldige indicatiestelling vergt tijd; de indicatiestelling combineert 'scores' op verschillende domeinen en aspecten (is dus een integraal proces). Daarmee wordt iedere indicatiestelling een individuele inschatting ('maatwerk'); het zorgproces is dynamisch en moet daarom op gezette tijden of afhankelijk van gebeurtenissen, bezien worden met de vraag of de aanvankelijke indicatiestelling nog terecht is (terugbrengen; opschalen); 1
Verkenning indicatiestelling als onderdeel van het verpleegkundig handelen, CVZ, 9 december 2013
7-2-2014. Projectvoorstel uitwerking verpleegkundige indicatiestelling
Hulpmiddel voor indicatiestelling? VWS heeft de beroepsgroep de opdracht gegeven om het indicatieproces, zoals dit door verpleegkundigen wordt uitgevoerd verder uit te werken en inzichtelijk te maken welke stappen hierin genomen worden. Richtlijnen helpen zorgprofessionals in hun besluitvorming over passende zorg. Richtlijnen ondersteunen zorgprofessionals in hun werk, maar zij vervangen op geen enkele wijze hun specifieke kennis en vaardigheden. Goede richtlijnen beogen de kwaliteit van zorg te verbeteren. Zij kunnen het zorgproces veranderen en uitkomsten van zorg verbeteren die voor personen met een ziekte of aandoening belangrijk zijn. Onder de AWBZ is getracht alles te vangen in indicatieprotocollen. Echter, niet alle zorg is te vangen in richtlijnen en protocollen. In de care gaat het om kwaliteit van leven. Behoud of verbeteren van kwaliteit van leven, vraagt om een luisterend oor en de mogelijkheden om aan te sluiten bij de wensen en behoeften van het individu. Dit sluit aan bij de wensen van het kabinet om de eigen regie te versterken en de zelfredzaamheid te ondersteunen. Bij de uitwerking van het indicatieproces zal gebruik gemaakt worden van de uitgangspunten van het wijkverpleegkundige beroep, zoals beschreven in het ‘Expertisegebied Wijkverpleegkundige’ en geschetst in de verkenning van het CVZ.
Scope en uitgangsvragen Om te komen tot een werkbare beschrijving van het indicatieproces (V&VN spreekt liever van de verpleegkundige intake), zullen eerst een aantal vragen uitgediept moeten worden a. Kracht van verpleegkundigen is dat zij gebruik maken van het proces van klinisch redeneren. Kan dit proces als basis dienen voor die verpleegkundige intake onder de Zvw? b. Welke methodieken en instrumenten heeft een verpleegkundige tot haar beschikking om tot een goede vraagverheldering te komen? c. Is het antwoord op a en b voldoende om aan de cliënt, collega’s en andere belanghebbenden (zoals financiers) helder te maken hoe zij tot haar verpleegkundige besluitvorming is gekomen (legitimering van de besluiten en interventies). En is deze hiermee voldoende onderbouwd? d. Is het mogelijk om het proces van vraagverheldering tot verpleegkundige diagnose te weergeven in een stroomschema? e. Op welke wijze wordt informatie geregistreerd en gedeeld met andere belanghebbenden? Dossiervorming is daarbij een belangrijk hulpmiddel Ad a) Klinisch redeneren De wijze waarop verpleegkundigen tot een verpleegkundige diagnose komen is gebaseerd op het 2 proces van klinisch redeneren . In de thuissituatie is het daarbij van groot belang om tot een integrale indicatie te komen: de zorgvragen richten zich immers niet alleen op problemen in het medisch domein, maar combineren het medische en sociale domein. Het proces van klinisch redeneren dient dan ook verder uitgewerkt te worden als basis voor de verpleegkundige diagnose. Ad b: instrumenten en methodieken 3 Het CVZ heeft reeds een eerste aanzet gedaan om tot een inventarisatie te komen . Deze inventarisatie zal verder uitgevoerd moeten worden en moeten leiden tot een helder overzicht van (geactualiseerde) hulpmiddelen. Tevens zal er een centrale plek moeten zijn, waar verpleegkundigen de benodigde instrumenten en hulpmiddelen kunnen terugvinden. 2
Zie ook definitie klinisch redeneren, Leren in de toekomst, verpleegkundigen & Verzorgenden in 2020’ J. Lambregts en A. Grotendorst , maart 2012 3 Verkenning indicatiestelling als onderdeel van het verpleegkundig handelen, CVZ, 9 december 2013 7-2-2014. Projectvoorstel uitwerking verpleegkundige indicatiestelling
Ad c onderbouwing verpleegkundige besluitvorming Feitelijk is dit onlosmakelijk verbonden met het verpleegkundig handelen. De onderbouwing van het verpleegkundig en verzorgend handelen is nog volop in ontwikkeling. Het is evident dat hier voor de komende jaren prioriteit aan gegeven moet worden. Het verpleegkundig handelen valt niet onder de 4 scope van dit project, maar is ondergebracht in het project ‘wijkverpleegkundige richtlijnen ’ Het onderbouwen van de verpleegkundige besluitvorming valt wel binnen de scope van dit traject. Ad d Stroomschema Het indicatieproces beschrijft hoe (wijk)verpleegkundigen tot een goede besluitvorming kunnen komen. Een overzichtelijk stroomschema kan hierbij een goed hulpmiddel zijn. In dit project zal het verpleegkundig proces beschreven worden in een hanteerbaar stroomschema. Ad e Dossiervorming De resultaten van de verpleegkundige intake dienen hun beslag te krijgen in een (multidisciplinair) zorg(leef)plan. De verpleegkundige diagnose, de interventies en de te behalen resultaten zijn hiervan een onlosmakelijk onderdeel.
Betrokken partijen De verpleegkundige intake ten behoeve van verzekerde zorg in de Zvw heeft zijn weerslag op een groot aantal belanghebbenden. Voor het draagvlak is het van belang dat deze belanghebbenden al in een vroeg stadium worden betrokken bij de project opzet en uitwerking. Het betreft de volgende groepen: De beroepsgroep van verpleegkundigen (V&VN) Patiënten Verzekeraars. Gemeenten Zorgorganisaties CVZ VWS De betrokken partijen zullen op enigerlei wijze in de projectorganisatie betrokken worden. VWS is in deze de opdrachtgever en V&VN de opdrachtnemer.
4
‘wijkverpleegkundige richtlijnen, voorstel voor de start van een landelijk programma’, V&VN, augustus 2012 En ‘wijkverpleegkundige richtlijnen, verslag fase 1, V&VN, september 2013.
7-2-2014. Projectvoorstel uitwerking verpleegkundige indicatiestelling
Randvoorwaarden, beperkingen en aannames Borging in het verpleegkundig domein Het instrument dient geborgd te worden binnen het verpleegkundig domein. Dit houdt in dat het instrument past binnen het domein en de kaders in het verpleegkundig beroepsprofiel, zoals beschreven ‘’ Leren in de toekomst, verpleegkundigen & Verzorgenden in 2020’ Het klinisch redeneren wordt daarin benoemd als een belangrijke basis van het methodisch verpleegkundig handelen voor de HBO-opgeleide verpleegkundige. V&VN is dan ook van mening dat de verpleegkundige intake (of indicatiestelling) altijd door een HBO-opgeleide verpleegkundige 5 uitgevoerd dient te worden. In het expertisegebied wijkverpleegkundige worden aanvullend nog een aantal extra competenties benoemd, die noodzakelijk zijn om te komen tot volledige en integrale diagnose ten behoeve van de zorg aan thuiswonende mensen. Uitwerking van de methodiek van het ‘klinisch redeneren’ De basis van de verpleegkundige diagnose ligt in het klinisch redeneren. Het klinisch redeneren is als belangrijke verpleegkundige competentie opgenomen in het profiel V&V2020. Met de uitwerking en operationalisering van het klinisch redeneren is reeds een start gemaakt, onder leiding van prof. Dr. M. Schuurmans. V&VN wil in deze opdracht gebruik maken van het reeds beschreven materiaal en in nauwe samenwerking en afstemming ‘het klinisch redeneren’ doorvertalen naar de verpleegkundige diagnose, welke aan de basis dient te staan van de verpleegkundige indicatie (of intake). Ëén instrument voor generalistische en specialistische zorg De richtlijn moet breed bruikbaar zijn voor zowel generalistische zorg als specialistische zorg. Het is de gebruiker, die op basis van aanvullende gespecialiseerd kennis de verdiepingsslag kan maken (denk bijvoorbeeld aan specifieke kennis van het kind of specifieke kennis rondom een ziektebeeld zoals dementie). De verpleegkundige die de intake doet, dient minimaal te beschikken over de competenties, zoals beschreven voor de Hbo-opgeleide verpleegkundige, aangevuld met specifieke competenties voor het sociale domein. Weinig administratie lasten Het indicatieproces dient eenvoudig en praktisch beschreven te zijn, zonder dat er veel extra administratieve lasten mee gemoeid zijn. Alleen op die wijze zal het een bruikbaar werkwijze worden voor de beroepsgroep.. Het instrument dient als hulpmiddel om met de patiënt inzichtelijk te maken welke zorg nodig is en het dient de financier inzichtelijk te maken voor welke zorg hij betaalt. Eenheid van taal Een tweede thema dat raakt aan dit project is het project ‘eenheid van taal’. In dit project worden de 6 7 ICF (International Classification of Functioning) en de NANDA verder uitgewerkt. Tevens wordt gekeken naar de mogelijkheden van het Omahasysteem. Eenheid van taal en een eenduidige wijze van dossiervorming en rapportage zijn belangrijke uitgangspunten als het gaat om transparantie van zorg. Deze elementen dienen bij de uitwerking van de indicatiestelling daarom meegenomen te worden. 5
Expertisegebied wijkverpleegkundige, M.de Bont e.a., november 2012
6
De 'International Classification of Functioning, Disability and Health'(ICF) is een referentieclassificatie van de WHO Familie van Internationale Classificaties. De ICF beschrijft hoe mensen omgaan met hun gezondheidstoestand. Iemands gezondheid is met behulp van de ICF te karakteriseren in lichaamsfuncties en anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie. Gezondheid is aldus te beschrijven vanuit lichamelijk, individueel en maatschappelijk perspectief 7
North American Nursing Diagnosis Association. NANDA houd zich bezig met de ontwikkeling van een classificatie van verpleegkundige diagnosen. Hiermee kunnen verpleegkundigen een klinisch oordeel vormen over de actuele of potentiële reacties van het individu, het (gezins)systeem of de samenleving op gezondheidsproblemen of levensprocessen. Een verpleegkundige diagnose maakt deel uit van het verpleegkundig proces 7-2-2014. Projectvoorstel uitwerking verpleegkundige indicatiestelling
Projectrisico’s Korte tijdsbestek De overheveling van verpleging en verzorging naar de Zvw vindt plaats op 1 januari 2015. De indicatierichtlijn dient op dat moment beschikbaar te zijn en verpleegkundigen dienen geschoold en geïnformeerd te zijn over de wijze van gebruik. Dit impliceert dat dit project medio 2014 afgerond moet zijn: een zeer korte tijdsspanne om een goed doordacht en breed gedragen instrument op te leveren. De tijdsdruk waarbinnen dit project afgerond moet worden is dan ook groot. Bekostiging Er is op dit moment nog geen politiek besluit genomen rondom de bekostiging van de aanspraak. De uiteindelijke bekostiging kan zijn weerslag hebben op de uitwerking en het gebruik van het indicatieproces. Implementatie De verpleegkundige indicatie zal ook tot gevolg hebben dat wijkverpleegkundigen zorg indiceren, die niet vanuit de Zvw geleverd wordt, maar vanuit bijvoorbeeld het gemeentelijk domein. Een goede onderlinge afstemming, vertrouwen en acceptatie van de verpleegkundige diagnose door anderen dan de beroepsgroep zelf, is dan ook van groot belang bij het opstellen en op een later moment implementeren van het instrument. De implementatie van de richtlijn vraagt tijd en zorgvuldigheid. De vraag is of de ontwikkeling van de richtlijn, het ontwikkelen van praktische ondersteunende hulpmiddelen en vervolgens de implementatie hiervan binnen dit korte tijdsbestek passen
Voorstel plan van aanpak 1. Definiëringsfase: Projectopdracht wordt door projectleider en stuurgroep verder uitgewerkt en vastgesteld. De projectleider wordt inhoudelijk bijgestaan door een penvoerder en een project assistent. Samen vormen zij het projectteam. 2. Ontwikkelfase a. Project assistent en penvoerder verzamelen informatie. Er wordt een beknopte aanzet gemaakt voor een theoretisch kader, waarbinnen het indicatieproces/de intake zal worden uitgewerkt. Input van de werkgroep wordt hierbij benut. b. Indicatieproces wordt beschreven, ondersteunende instrumenten worden verzameld en waar nodig aanvullend ontwikkeld. c. Er wordt onderzocht welke zorgtoewijzingsinstrumenten reeds beschikbaar zijn en welke en de bruikbaarheid van de reeds bestaande instrumenten’ d. Er wordt een plan van aanpak gemaakt voor implementatie. Hierin wordt o.a. scholings- en communicatieplan opgenomen. Voor het scholingsplan zal worden aangesloten bij een aantal lopende scholingstrajecten zoals LOOV2020 en het scholingstraject, zoals vanuit het programma Zichtbare schakel wordt ontwikkeld. 3. Testfase en praktijkevaluatie a. Het projectteam toetst bruikbaarheid van het beschreven indicatieproces en de ondersteunende instrumenten in de praktijk bij zowel de beroepsgroep, de patiënt als de financier van de zorg.
7-2-2014. Projectvoorstel uitwerking verpleegkundige indicatiestelling
b. Projectteam toetst bruikbaarheid van de uitkomsten van het indicatieproces en het geselecteerde zorgtoewijzingsinstrument om als basis te dienen voor de uiteindelijke zorgtoewijzing 4. Afronding Op basis van evaluatie wordt de beschrijving van het indicatieproces met de bijbehorende instrumenten bijgesteld . Het indicatieproces wordt vastgelegd in een eenvoudig hanteerbaar stroomschema. Projectorganisatie De projectorganisatie kent een projectteam, een stuurgroep, een adviesgroep en een werkgroep. Het project wordt aangestuurd door de stuurgroep, waarin V&VN en de opdrachtgever participeren. De projectleider wordt geadviseerd door een adviesgroep, waarin de reeds benoemde belanghebbende partijen vertegenwoordigd zijn. De klankbordgroep komt drie keer bij elkaar: bij de start om de opdracht helder te krijgen, halverwege t.b.v. een tussentijdse evaluatie en op het eind om vast te stellen of het project ook de gewenste resultaten heeft opgeleverd. De werkgroep zal bestaan uit wijkverpleegkundigen, aangevuld met gespecialiseerd verpleegkundigen werkzaam in de eerstelijn. Gedacht wordt aan o.a. een casemanager dementie en een kinderverpleegkundige vanuit de intensieve kindzorg. Het projectteam zal in samenwerking met een werkgroep van experts uit de praktijk het indicatieproces uitwerken en toetsen.
Resultaten Aan het eind van dit project zijn de volgende resultaten bereikt: Het klinisch redeneren als begrip is uitgewerkt en vastgesteld als basis van het verpleegkundig indiceren Het hele indicatieproces is beschreven en samengevat in een praktisch hanteerbaar stroomschema Er is een set van ondersteunende hulpmiddelen verzameld cq. ontwikkeld t.b.v. de indicatiestelling. Er zijn aanbevelingen geformuleerd voor de doorontwikkeling van de reeds beschikbare ondersteunende hulpmiddelen. Er is beschreven welke competenties essentieel zijn om te komen tot een integrale indicatiestelling. Er ligt een voorstel voor bijscholing, welke als module ook in het reguliere HBO-onderwijs een plek dient te krijgen. Er is een plan van aanpak voor de implementatie.
7-2-2014. Projectvoorstel uitwerking verpleegkundige indicatiestelling