Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Nijmegen
Post-HBO modules ECHA-Specialist in Gifted Education Start 2015
cbo
ITS | Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen Radboud Universiteit
© 2015 ITS-Centrum voor Begaafdheidsonderzoek Tel. (024) 3616146 www.ru.nl/its/cbo Postbus 9048, 6500 KJ Nijmegen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze zonder voorafgaande toestemming van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
1
Voorwoord
3
Hoofdstuk 1 Module 1
De Modules
Hoogbegaafdheid: een theoretische inleiding
5 5
Module 2 Hoogbegaafdheid: de praktijkmodule De verrijkingsmodule Begeleiding op maat De stage Relevante settings
7 8 10 13 14
Module 3
15
Seminar: “Hoogbegaafdheid in Nederland”
Module 4 Hoogbegaafdheid: het schrijven van een scriptie of wetenschappelijk artikel Jaarthema Individuele scriptie Intensieve begeleiding
17 18 20 23
Contactdagen Studiemiddagen Jaarlijkse Terugkomdag
25 25 27
Hoofdstuk 2
Richtlijnen
29
Richtlijnen relevante setting Richtlijnen voor het schrijven van een scriptie Format scriptievoorstel Richtlijnen voor de presentatie Richtlijnen voor de stage Format stagevoorstel
29 31 33 35 37 40
Hoofdstuk 3
42
Voorwaarden en kosten
1
Voorwoord
Er is een duidelijke trend in het Nederlandse onderwijs om talent te ontwikkelen. Cognitief talent (hoogbegaafdheid) leidt niet altijd vanzelf tot de daarbij passende schoolprestaties. Binnen scholen is er behoefte aan expertise op het gebied van hoogbegaafdheid om een optimale signalering en begeleiding te borgen. De post-HBO modules 'ECHA-Specialist Hoogbegaafdheid’ voorzien in deze behoefte. Het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) is een internationaal academisch expertisecentrum op het gebied van hoogbegaafdheid. Vanuit een wetenschappelijke benadering leveren de medewerkers van het CBO een bijdrage aan professionalisering van onderwijsveld en hulpverlening ten behoeve van kinderen en (jong-) volwassenen met capaciteiten op hoogbegaafd niveau. Als universitaire organisatie, betrokken bij academisch onderzoek en onderwijs, streven wij ernaar een brug te slaan tussen wetenschap en praktijk. en stellen ons ten doel door middel van wetenschappelijk onderzoek naar hoogbegaafdheid bij te dragen aan een optimale ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen en (jong-) volwassenen. De modules van de ECHA-cursus zijn ontwikkeld voor docenten in het basis- en voortgezet onderwijs, intern begeleiders en hulpverleners. De ECHA-cursus is zo opgezet dat cursisten in de eerste module kennis nemen van de belangrijkste (inter-)nationale theorievorming op het gebied van hoogbegaafdheid, waarna in de volgende drie onderdelen van de cursus (praktijkmodule, deelname aan het meerdaags seminar en de afsluitende scriptie), de relatie wordt gelegd met de belangrijkste aspecten van de dagelijkse praktijk. Deelnemers nemen kennis van de (wetenschappelijke) ontwikkelingen op het gebied van hoogbegaafdheid en van internationaal gehanteerde modellen voor signalering en begeleiding. Ze kunnen praktijksituaties relateren aan (inter)nationale theorievorming en nieuwe producten en ontwikkelingen beoordelen op basis van een gedegen kennis van de theorie. Ook hebben ze kennis van een groot aantal (inter)nationaal succesvolle voorbeelden van de aanpak van signalering, begeleiding binnen en buiten school, clustering van leerlingen, verslaglegging, evaluatie en opzet van initiatieven. Daarnaast krijgen cursisten de mogelijkheid te bouwen aan een (inter)nationaal netwerk. ECHA-cursisten kunnen aspirant-lid worden van de vereniging ECHA-Nederland (www.echanetwerk.nl). Na het behalen van het ECHA diploma kunnen zij volledig lid worden.
3
Het ECHA-diploma biedt aan deelnemers de volgende voordelen: • Bewijzen van deelname/diploma om toe te voegen aan de eigen portfolio, met een specifieke expertise. •
Een nieuw en groeiend Nederlands en internationaal netwerk (bijvoorbeeld als lid van ECHANederland en ECHA-Europa) van collega's die in of ten behoeve van onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen werken.
•
(Indien het ECHA diploma is behaald) toegang tot de jaarlijkse Terugkomdag verzorgd door het CBO. Contact met collega's van scholen en hulpverlenende instanties.
•
De mogelijkheid om samen nieuwe producten, zoals leermateriaal, te ontwikkelen.
•
De mogelijkheid tot een nieuwe functie binnen (of buiten) de school.
Redenen voor scholen en andere instanties om docenten of schoolzorgverleners aan te melden: •
Vergroten van de deskundigheid van een collega die daarna: - aanspreekpunt kan worden voor kwesties rond hoogbegaafdheid, - samen met (collega) leraren inventariseert welke mogelijkheden voor begeleiding op school
aanwezig en nodig zijn, - vanuit deskundigheid de collega's op dit gebied kan begeleiden en scholen, - een voorziening kan opzetten voor die leerlingen die behoefte hebben aan meer (intellectuele)
uitdaging, •
Voorzien in de behoefte aan iemand die de directie kan bijstaan met expertise en ideeën op dit gebied.
•
Er is meerwaarde voor de school doordat een collega, dankzij de cursus, een netwerk van specialisten tot zijn/haar beschikking heeft, en kennis heeft van wat op andere scholen wordt ontwikkeld.
•
Aan ouders duidelijk maken dat ook voor kinderen met hoogbegaafde capaciteiten expertise aanwezig is op school: op ouderavonden en bij andere bijeenkomsten heeft de school gekwalificeerde docenten en/of zorgverlener die het beleid en de aanpak van school op het gebied van hoogbegaafdheid degelijk onderbouwd kunnen uitleggen.
Deze studiewijzer bestaat uit de volgende onderdelen: In hoofdstuk 1 wordt ingegaan op de inhoud van de vier post-HBO modules. In hoofdstuk 2 zijn de richtlijnen opgenomen die dienen als leidraad bij het maken van verslagen en het verzorgen van presentaties. In hoofdstuk 3 staan de algemene voorwaarden en kosten.
4
Hoofdstuk 1
Module 1
De Modules
Hoogbegaafdheid: een theoretische inleiding
In deze module wordt kennis gemaakt met de voornaamste (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van: •
concepten van intelligentie en hoogbegaafdheid;
•
het signaleren van leerlingen met hoogbegaafde capaciteiten;
•
begeleiding en onderwijs voor leerlingen met hoogbegaafde capaciteiten;
•
speciale onderwerpen als onderpresteren, groepsprocessen in de klas, behoeften van specifieke groepen zoals allochtone leerlingen.
Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het volgende handboek: Balchin, T., Hymer, B. & Matthews, D.J. (2008). The Routledge International Companion to Gifted Education. Oxon: Routledge. Naast dit boek wordt gebruik gemaakt van recente nationale en internationale artikelen. In de vorm van interactieve bijeenkomsten worden de verschillende thema’s besproken. Tussen september en december zijn er drie bijeenkomsten van vier uur op de campus van de Radboud Universiteit Nijmegen, gevolgd door een tentamen. Cursisten maken voor iedere bijeenkomst een korte opdracht, waarin de theorie gekoppeld wordt aan de praktijk (een artikel zoeken, een filmpje bekijken, een casus voorbereiden, etc.). Daarnaast bereiden cursisten zich op elke bijeenkomst voor door het lezen van literatuur en het inleveren van vragen en een stelling naar aanleiding van de literatuur. De opdracht wordt voorafgaand aan de volgende bijeenkomst ingeleverd. Aanwezigheid bij alle bijeenkomsten is verplicht. Alle schriftelijke opdrachten dienen te zijn ingeleverd en goedgekeurd om toegang te krijgen tot het tentamen. Toetsing: •
opdrachten naar aanleiding van de bijeenkomsten
•
een schriftelijk tentamen over de behandelde literatuur
•
het zelfstandig bestuderen van een artikel over hoogbegaafdheid en dit van commentaar voorzien. Dit artikel wordt door docenten van de opleiding aangereikt.
Module 1 dient op alle onderdelen voldoende te zijn afgesloten, voordat de cursist toegang heeft tot de andere modules van de opleiding. De cursist heeft recht op deelname aan het tentamen in december en (indien nodig) aan het hertentamen 1 in januari.
1
Indien een cursist een tweede herkansing nodig heeft, zijn er extra kosten aan verbonden (zie hoofdstuk 3).
5
Theoretische inleiding
4 maanden
Data bijeenkomsten
Woensdagen van 13 tot 17 uur
23-09-2015 14-10-2015 11-11-2015
Data (her)tentamen
Tentamen 13 tot 16 uur Inzagemoment tentamen bij onvoldoende Hertentamen 13 tot 16 uur Inzagemoment tentamen bij onvoldoende
Tijdsinvestering cursist
6
09-12-2015 In overleg 20-01-2016 in overleg
Bijeenkomsten (3 x 4 uur)
12 uur
Zelfstudie (opdrachten/ lezen handboek en artikel/ voorbereiding tentamen)
125 uur
Tentamen
3 uur
Eventueel hertentamen
3 uur
Module 2
Hoogbegaafdheid: de praktijkmodule
In deze module wordt de link gelegd tussen de theorie van module 1 en de dagelijkse praktijk van de deelnemers (school, adviespraktijk of begeleiding). De ECHA-opleiding is zo opgezet dat de cursisten zich een eigen mening kunnen vormen over het begeleiden van hoogbegaafde jongeren, gebaseerd op de belangrijkste (inter-)nationale theorievorming op dit gebied. In module 2 wordt veel aandacht besteed aan de theoretische onderbouwing van de activiteiten, en daarbij hoort ook een gedegen en zorgvuldige verslaglegging. Alle verslagen dienen te voldoen aan de APA-literatuurnormen. Op internet is veel informatie over de APA-richtlijnen te vinden, bijvoorbeeld: https://owl.english.purdue.edu/owl/resource/560/06/ Het is de bedoeling dat de cursist laat zien, dat hij/zij de verbinding kan leggen tussen de praktijk en de theorieën die tijdens de theoretische inleiding zijn bestudeerd. Bij zowel beschrijving van de geobserveerde situatie als bij de evaluatie ervan is de cursist in staat om aan te geven bij welke wetenschappelijke stroming de betreffende activiteit aansluit, wat de meerwaarde daarvan is en welke punten eventueel nog meer aandacht verdienen. Deze module bestaat uit de volgende onderdelen: A. De cursist maakt een keuze uit de volgende drie mogelijkheden: •
de verrijkingsmodule
•
de begeleidingsmodule
•
een stage binnen een door het CBO goedgekeurde organisatie
B. Het bezoeken van drie relevante settings en het beschrijven hiervan In hoofdstuk 2 staan diverse richtlijnen voor deze onderdelen.
7
De verrijkingsmodule De cursus bestaat uit vier bijeenkomsten van vier uur. Onderwerpen zijn: •
Wat weten we over leren? Denken en leren hoogbegaafde leerlingen ‘sneller’, of ‘anders’? Of allebei?
•
Welke leerlingen hebben baat bij een verrijkingstraject? Hoe signaleer je die? Welke doelen stel je?
•
Hoe zet je een gedegen curriculum op voor verrijking? Hoe beoordeel je bestaande (verrijkings-) materialen, en hoe kun je ze inzetten voor je leertraject? Hoe ontwikkel je lessen op maat voor een specifieke leerbehoefte?
•
Wat zijn mogelijke problemen voor leerlingen in een verrijkingstraject?
•
Welke docentcompetenties zijn nodig? Hoe zorg je voor overdracht naar collega’s en ouders?
•
Hoe zet je verslaglegging in voor de begeleiding van het kind ná het verrijkingstraject? Hoe zorg je voor ‘transfer’?
Opzet van de bijeenkomsten In deze cursus staat de praktijk centraal. Zo wordt bijvoorbeeld gewerkt met spellen en een Vooruitwerklab-les om de toepasbaarheid te leren ervaren. Ook worden discussies gevoerd over de toepasbaarheid van de gelezen literatuur of behandelde onderwerpen. De praktijk wordt onderbouwd door theoretische inzichten, waarbij deels wordt teruggegrepen op de literatuur van de theoretische Inleiding en deels nieuwe literatuur wordt aangeboden. Opdrachten Deelnemers maken gedurende de module na iedere bijeenkomst een schriftelijke opdracht, waarin ze de link leggen tussen de behandelde stof en hun eigen dagelijkse praktijk. Deze opdrachten zijn kort en krachtig (maximaal 1 A4 per opdracht). Hierin legt de cursist de link tussen de (te behandelen) theorie en de eigen dagelijkse praktijk. De opdracht wordt breed geformuleerd, zodat de deelnemer zelf de ruimte heeft om deze toe te spitsen op zijn/ haar doelgroep (PO, VO, begeleiding). De opdrachten dienen telkens vóór de volgende bijeenkomst ingeleverd te worden bij de docent. De cursist krijgt hierop feedback van de docent. Voor de laatste bijeenkomst maakt iedere cursist een poster. Hiervoor kiest iedere cursist binnen het brede onderwerp ‘Verrijking’ (i.c.m de eigen leerpunten) een thema voor zijn/ haar eindpresentatie tijdens de laatste bijeenkomst van de cursus. De eindpresentaties worden gegeven in de vorm van een korte uitleg bij de gemaakte poster, waarbij de cursist in 2-3 minuten de kern van het gekozen thema weer geeft, met als doel om medecursisten te informeren, overtuigen, activeren en/of prikkelen over het gekozen thema.
8
Naar aanleiding van de leerpunten die de cursist voorafgaand aan de module formuleert en bij de docent inlevert, wordt een reflectieverslag geschreven. Het is hierbij de bedoeling dat het leerproces van de cursist tijdens de duur van de module wordt weergegeven en dan vooral wat is relevant om vast te leggen. Er kan gedacht worden aan de literatuur die gelezen wordt, informatie uit de bijeenkomsten, opdrachten die gemaakt zijn, gesprekken die gevoerd zijn met mede-cursisten, relevante settings die zijn bezocht, of … Het reflectieverslag dient op 1 juli 2016 te zijn ingeleverd bij deelname in het voorjaar. Bij deelname in het najaar is de uiterlijke inleverdatum 7 januari 2017. Het reflectieverslag en de posterpresentatie dienen elk met een voldoende beoordeeld te zijn om de cursus met goed gevolg af te sluiten. De verrijkingsmodule is een hands-on module, waarbij ook het eigen leren van de cursist wordt aangesproken. Deelname aan de bijeenkomsten is verplicht. Alleen in gevallen van overmacht kan in overleg besloten worden tot een vervangende opdracht voor de gemiste bijeenkomst. Bij het volgen van de module in het voorjaar van 2016, dient deze opdracht voor 1 juli 2016 ingeleverd te zijn bij de docent. Bij het volgen van deze module in het najaar van 2016, wordt de opdracht uiterlijk 7 januari 2017 ingeleverd.
Verrijkingsmodule
4 maanden
Data Bijeenkomsten
Vrijdag van 13 tot 17 uur
Voorjaar 2016 2
19-02-2016 01-04-2016 13-05-2016 10-06-2016 Data Bijeenkomsten
Vrijdag van 13 tot 17 uur
Najaar 20163
16-09-2016 14-10-2016 11-11-2016 09-12-2016 Tijdsinvestering cursist
Maximum aantal deelnemers Aanmelden
2
Bijeenkomsten
16 uur
Voorbereiden bijeenkomsten/ literatuur lezen
24 uur
Opdrachten maken
16 uur
Presentatie
20 uur
Totaal
76 uur
16 per groep
[email protected]
Onder voorbehoud
9
Begeleiding op maat Tijdens deze module staan verschillende manieren van begeleiding van (hoog)begaafde leerlingen centraal: cognitieve gedragstherapie (individuele begeleiding), strategietraining (individueel en klassikaal) en dynamic assessment (klassikaal). In elk van de drie onderdelen kijken we hoe de methoden van begeleiden en leren kan worden afgestemd op de behoeften van de leerling. De module bestaat uit vijf bijeenkomsten. Cognitieve gedragstraining In dit trainingsonderdeel wordt kort ingegaan op de achtergrond van de cognitieve gedragstherapie en het waarom van de titel gedragstraining. Daarnaast wordt duidelijk hoe een training opgezet kan worden waarbij aandacht is voor het stellen van doelen en de techniek van het G-schema waar de begeleider (leerkracht, intern begeleider of remedial teacher) van een kind gebruik van kan maken in een één op één setting of een groepje leerlingen. Voor de meer ervaren ECHA-studenten op dit gebied wordt daar waar mogelijk een Conceptualisatie Diagram gemaakt. Daarnaast worden een paar technieken besproken die ingezet kunnen worden om een verandering in het denkproces in te zetten waarbij een niet helpende gedachte omgezet wordt in een helpende gedachte, om daarmee een gewenste gedragsverandering te bewerkstelligen. Het oefenen van trainingsvaardigheden in de eigen setting staat centraal vandaar dat de mogelijkheid tot het filmen van trainingssessies gewenst is. Iedere deelnemer neemt eigen casuïstiek mee en wisselt werkervaringen uit. Strategietraining Hier wordt ingegaan op de achtergrond, de doelen en de opzet van de training zoals deze gegeven kan worden door een begeleider (leerkracht, intern begeleider of remedial teacher) van een kind. Er wordt op zoek gegaan naar strategieën voor/van leerlingen (kinderen en jeugdigen) op velerlei vlak. De training is inzetbaar in één-op-één situaties, maar ook in groepen, waarbij het leerproces van de leerling(en) centraal blijft staan. Concrete vraag die wordt beantwoord: Hoe zorg je voor leermomenten (zogenaamde ‘wringmomenten’) in een opdracht, waardoor de leerling nieuwe strategieën, op velerlei vlak, leert herkennen bij zichzelf (en anderen) en deze bewust(er) gaat inzetten?
10
Dynamic assessment Het gedeelte ‘Dynamic Testing’ bestaat uit vier onderdelen: 1. Mindset en zelfkennis 2. Kennis van de eigen leer- en denkstijlen 3. Differentiatie in de klas: opdrachten zonder plafond die uitdagend zijn voor àlle leerlingen, en dynamic assessment: waarom en hoe 4. Docentcompetenties voor optimaal maatwerk Opdrachten Deelnemers lezen en verwerken de literatuur door per onderdeel drie conclusies/stellingen/vragen te formuleren. Deze conclusies en stellingen zullen, waar mogelijk, onderdeel uitmaken van bijeenkomsten per moduleonderdeel. Hiernaast maken de deelnemers voor elk onderdeel een schriftelijke tussenopdracht. Deze opdrachten zijn kort en krachtig: maximaal 1 A4. De docenten geven tijdens de bijeenkomsten aan wanneer de opdrachten dienen te zijn ingeleverd. Deze opdrachten worden voorzien van feedback door de docenten. De begeleidingsmodule is een 'hands-on' module, waarbij ook het eigen leren van de cursisten wordt aangesproken. Als afsluitend onderdeel van de module kiest iedere cursist een aansluitend onderwerp (begeleiding i.c.m. eigen leerpunten) om verder uit te werken (verdiepen) voor zijn/ haar eindpresentatie tijdens de laatste bijeenkomst van de cursus. De eindpresentaties worden gegeven in de vorm van een korte uitleg bij de gemaakte poster, waarbij de cursist in 2-3 minuten de kern van het gekozen onderwerp weergeeft, met als doel medecursisten te informeren, overtuigen, activeren en/of prikkelen over het gekozen onderwerp. Naar aanleiding van de leerpunten die de cursist voorafgaand aan de module formuleert en bij de docent inlevert, wordt een reflectieverslag geschreven. Het is hierbij de bedoeling dat het leerproces van de cursist tijdens de duur van de module wordt weergegeven en dan vooral wat is relevant om vast te leggen. Er kan gedacht worden aan de literatuur die gelezen wordt, informatie uit de bijeenkomsten, opdrachten die gemaakt zijn, gesprekken die gevoerd zijn met mede-cursisten, relevante settings die zijn bezocht, of … De conclusies en stellingen moeten ingeleverd zijn en de beoordeling voor het reflectieverslag en de posterpresentatie dienen elk voldoende zijn om de begeleidingscursus met goed gevolg af te sluiten. Alle tussenopdrachten dienen bij de laatste bijeenkomst te zijn ingeleverd. Het reflectieverslag dient op 1 juli 2016 te zijn ingeleverd (of 7 januari 2017). Deelname aan de bijeenkomsten is verplicht. Alleen in gevallen van overmacht kan in overleg besloten worden tot een vervangende opdracht voor de gemiste bijeenkomst. Bij het volgen van de
11
module in het voorjaar van 2016 dient deze opdracht voor 1 juli 2016 ingeleverd te zijn bij de docent. Bij het volgen van deze module in het najaar van 2016, wordt de opdracht uiterlijk 7 januari 2017 ingeleverd.
Begeleiding op maat
4 maanden
Data bijeenkomsten
Vrijdagen
Voorjaar 2016 3
05-02-2016
13.00 - 17.00 uur
18-03-2016
13.00 - 17.00 uur
22-04-2016
13.00 - 17.00 uur
27-05-2016
13.00 - 17.00 uur
17-06-2015
15.00 - 17.00 uur
Vrijdagen
Najaar 20164
09-09-2016
13.00 – 17.00 uur
07-10-2016
13.00 – 17.00 uur
04-11-2016
13.00 – 17.00 uur
02-12-2016
13.00 – 17.00 uur
16-12-2016
15.00 – 17.00 uur
Bijeenkomsten
18 uur
Voorbereiden bijeenkomsten/ literatuur lezen
24 uur
Opdrachten maken
16 uur
Presentatie
20 uur
Totaal
78 uur
Data bijeenkomsten
Tijdsinvestering cursist
Maximum aantal deelnemers Aanmelden
3
12
Onder voorbehoud
16 per groep
[email protected]
De stage De bedoeling van een stageperiode binnen de opleiding ‘ECHA-Specialist in Gifted Education’ is dat cursisten dat, wat ze in de theoretische inleiding geleerd hebben, toe gaan passen in de praktijk. Dit gebeurt onder begeleiding van zowel een medewerker binnen de stage biedende instelling als een medewerker van het CBO. De leerdoelen zijn: •
Ervaring opdoen op een plaats waar gewerkt wordt met of voor hoogbegaafde leerlingen.
•
Leren om de opgedane theoretische kennis toe te passen in de praktijk.
•
Het evalueren van activiteiten ten behoeve van hoogbegaafden op basis van een gedegen theoretische onderbouwing.
•
Competentieverruiming op het gebied van onderwijs/ begeleiding van hoogbegaafden.
De inhoud van de stage zal afhankelijk zijn van de instelling waar deze plaatsvindt. Cursisten maken voor het begin van de stage een inhoudelijk voorstel op basis van een format dat goedgekeurd dient te worden door één van de begeleiders binnen het CBO. Na goedkeuring van het stagevoorstel heeft de cursist maximaal één jaar de tijd voor het inleveren van het goedgekeurde stageverslag. Voorbeelden van stages zijn: het begeleiden van een verrijkingsklas, het opzetten van hoogbegaafdenbeleid op school, het intensief begeleiden van leerlingen met hoogbegaafdenproblematiek. In hoofdstuk 2 worden de richtlijnen bij een stage en worden eisen die gesteld worden aan de stagebegeleiding die de instelling/ school zelf verzorgt beschreven,
Stage Duur stage(verslag)
Maximaal één jaar na goedkeuring stage voorstel
Tijdsinvestering cursist
Stage
200 uur
Schrijven stage voorstel
4 uur
Schrijven stageverslag
40 uur
Totaal
244 uur
De cursist levert een stage voorstel (zie hoofdstuk 2) in.
[email protected]
Aanmelden
13
Relevante settings De cursist bezoekt drie instellingen waar met hoogbegaafden gewerkt wordt (‘relevante settings’). Het bezoek van een relevante setting kan bijvoorbeeld bestaan uit: deelname aan een (inter)nationale conferentie, bezoek aan scholen (plusklas) of bezoek aan andere instellingen waar met/voor hoogbegaafden wordt gewerkt. Bezoek van of werkzaamheden voor de eigen werkplek gelden niet als relevante settings. Bij het schrijven van een relevant verslag (zie hoofdstuk 2) dient een koppeling gemaakt te worden met literatuur en hanteert de cursist de literatuurverwijzingen volgens APA normen. Een verslag van een relevante setting bestaat uit maximaal maximaal 1000 woorden, Arial 10, regelafstand 1 ½. Indien de cursist wil deelnemen aan de scriptiemodule, dient tenminste één verslag van een relevante setting te zijn goedgekeurd door een beoordelaar van het CBO voordat de cursist start met het schrijven van de scriptie. Door het schrijven van de verslagen van de relevante settings (met de APAnormen en literatuurverwijzingen) maakt de cursist kennis met de eisen die het CBO stelt aan de verslagen en later ook aan de scriptie. Het schrijven van deze verslagen en de feedback die de cursist krijgt van een beoordelaar, legt een basis voor het schrijven van de scriptie. Als de kwaliteit van het eerste verslag onvoldoende blijkt te zijn (beoordeling door medewerker CBO) kan de cursist worden afgeraden de scriptiemodule te volgen.
Relevante settings Tijdsinvestering cursist
Verslagen worden gemaild naar:
14
Bezoek 3 relevante settings
12 uur
Schrijven verslagen (3x3 uur)
9 uur
Totaal
21 uur
[email protected]
Module 3
Seminar: “Hoogbegaafdheid in Nederland”
Jaarlijks worden er in het voor- en najaar tweedaagse seminars aangeboden. Cursisten maken kennis met vertegenwoordigers van het (inter)nationale kader van specialisten op het gebied van hoogbegaafdheid. Het seminar draagt bij tot een intensievere kennismaking met medecursisten en het opbouwen van een nationaal netwerk. Tijdens deze seminars verblijven de cursisten in vergader- en conferentiecentrum Soeterbeeck in Ravenstein, waar zij ook overnachten. Ervaringen van cursisten over deze locatie zijn zeer positief te noemen; de omgeving, de rust, de catering, de klantvriendelijkheid en de slaapgelegenheden zijn, naast een goed programma, ingrediënten voor een geslaagd seminar. De invulling van de programma’s voor beide seminars is nog niet bekend. Om een beeld te krijgen van wat men kan verwachten, volgt hier een overzicht van sprekers/ programmaonderdelen uit de seminars van 2014 en 2015.
Marcel Veenman
Universiteit van Leiden
Metacognitie bij hoogbegaafde leerlingen
Marjan Zandbergen
Ministerie van OCW
OCW-beleid m.b.t. excellentie en Hoogbegaafdheid
Harrie van Steen
Stedelijk Gymnasium Nijmegen
Verbreding
Dick van Hennik
Voorzitter Vereniging Begaafdheids-
Wat kenmerkt een
profielscholen (BPS)
begaafdheidsprofielschool?
Senior leerplanontwikkelaar
Talent stimuleren; actuele ontwikkelingen
Informatiepunt onderwijs en
van het Informatiepunt Onderwijs &
hoogbegaafdheid (SLO)
Talentontwikkeling
Marieke van der Zee
Buro Mare
Opvoeden van hoogbegaafde kinderen
Amber Walraven
Senior onderzoeker ITS
Taking care of gifted pupils in kindergarten:
Desirée Houkema
teachers’ behaviour and the effect on pupil Jan van Os
Stedelijk Gymnasium Schiedam
Metacognitieve vaardigheden / onderzoekend leren
Mariken Althuizen
2WICKED
Probleemgestuurd en oplossingsgericht leren
Mia Frumau
Groepstraining Gave Peers; samen
Psychologenpraktijk Frumau
leren omgaan met begaafdheid Albert Kaput
Hoog getalenteerde drop-outs: kansen
Feniks talent
en belemmeringen Janneke Berendsen-
Van signaleren naar interveniëren
Christelijk College Schaersvoorde
Hulshof Frank Stienissen
Talent zoekt talent. Laat je stem horen. Hoofdredacteur tijdschrift Talent
15
Seminar Data Seminars
21 & 22 maart 2016 24 & 25 november 2016
Van 9.30 tot de volgende dag 17.30 uur
Tijdsinvestering cursist
Cursisten nemen deel aan één seminar naar keuze.
2 dagen
Opdrachten
3 uur
Maximum aantal deelnemers Aanmelden en inleveren casus
16
22 per seminar
[email protected]
Module 4
Hoogbegaafdheid: het schrijven van een scriptie of
wetenschappelijk artikel Binnen module 4 heeft de cursist de mogelijkheid om deel te nemen aan een jaarthema, samen met andere cursisten of een individuele scriptie (onderzoeksverslag) te schrijven. De cursist kan er ook voor kiezen om een wetenschappelijk artikel te schrijven in plaats van een scriptie 4. Tijdens deze module vindt er een startbijeenkomst en twee voortgangsbijeenkomsten plaats. Deze bijeenkomsten zijn verplicht voor iedereen. Cursisten kunnen starten met het schrijven van een scriptie nadat tenminste één verslag van een relevante setting is goedgekeurd (zie module 2). Als de kwaliteit van het eerste verslag niet voldoet aan de eisen, kan een cursist niet starten met de scriptiemodule.
4
De post-academische cursisten moeten een artikel schrijven in plaats van een scriptie. Op de CBO-website is de postacademische studiewijzer te vinden waarin informatie staat over het schrijven van een artikel.
17
Jaarthema Meedoen aan een jaarthema: wat betekent dat? De onderwerpen van de jaarthema’s zijn gerelateerd aan lopend onderzoek van het CBO. Dat maakt het uitdagend en geeft cursisten de kans deel uit te maken van groter en soms zelfs internationaal onderzoek. Dat vraagt ook wat van de deelnemers; cursisten zijn van elkaar afhankelijk in de voortgang, en ook de onderzoekers van het overkoepelende onderzoek verwachten input qua data en bevindingen. Voor deze thema’s nodigt het CBO cursisten uit die dit als een uitdaging zien en bereid en in staat zijn er helemaal in te duiken en hun eigen grenzen in het doen van onderzoek op te zoeken en te verleggen. De jaarthema’s worden jaarlijks voor 15 juni door het CBO bekend gemaakt. Cursisten die zich hiervoor opgeven werken gedurende een jaar (september 2016 – september 2017 of september 2017 – september 2018) naar een eindresultaat toe onder begeleiding van een CBO-docent die tijdens een aantal bijeenkomsten overlegt met de cursisten over de voortgang. Bij onvoldoende aanmeldingen voor een jaarthema komt dit te vervallen, een individuele scriptie is dan wel mogelijk met dit thema. Het is mogelijk dat het CBO ook jaarthema’s aanbiedt op andere momenten, indien er lopende onderzoeken zijn binnen de Radboud Universiteit die interessant zijn voor onze cursisten. Voorbeelden van eerder gestarte jaarthema’s: handelingsverlegenheid PO en VO, het signaleren en begeleiden van hoogbegaafde leerlingen, het jonge (begaafde) kind, onderzoekend leren, kindertekeningen, CBO-groepsscreening, ADHD en hoogbegaafdheid en mindset. Tijdens de eerste bijeenkomst wordt er gekeken naar een taakverdeling en wordt van iedereen verwacht met voorstellen te komen over de aanpak van het thema. De cursisten stellen samen vast hoe het onderzoek dat jaar concreet uitgevoerd gaat worden. Tijdens de tweemaandelijkse overleggen is er iemand bij van het CBO of een externe begeleider. Tussendoor kunnen de cursisten op eigen initiatief overleggen. Belangrijke informatie: de cursisten werken zelfstandig aan het jaarthema. De begeleider is dus niet sturend aanwezig, maar in een adviserende en coachende rol.
18
Jaarthema Start september 2016 Bekendmaking jaarthema’s
15-06-2016
Inschrijven jaarthema’s
Tot uiterlijk 15-08-2016
Startbijeenkomst voor alle scripties
Woensdag 07-09-2016
Data bijeenkomsten jaarthemagroep
Eerste bijeenkomst september 2016, exacte data per groep volgen later
Inleverdatum eindversie
01-08-2017
Deadline goedkeuring
01-10-2017
Van 14 tot 17 uur
Diploma-uitreiking tijdens studiemiddag of tijdens de Terugkomdag Start september 2017 Bekendmaking jaarthema’s
15-06-2017
Overige data volgen later
19
Individuele scriptie Er zijn drie startmomenten per studiejaar waarin een cursist kan beginnen met het schrijven zijn/haar scriptie. Tijdens een maximale periode van één jaar schrijft de cursist onder begeleiding van een scriptiebegeleider een scriptie naar aanleiding van een onderzoek op het gebied van hoogbegaafdheid. Het is ook mogelijk om samen met een andere cursist een scriptie te schrijven. •
De cursist levert, aan de hand van het format, zijn/ haar voorstel in (zie hoofdstuk 2). Het CBO adviseert de cursisten al voorafgaand aan de startbijeenkomst een begin te maken met het voorstel.
•
Cursisten kunnen op drie momenten per jaar een scriptievoorstel inleveren: in september, januari of in mei. Exacte data staan in het overzicht op de volgende pagina.
•
Na de sluitingsdatum worden de voorstellen beoordeeld door een medewerker van het CBO. Indien nodig wordt de cursist gevraagd het voorstel nader toe te lichten en aan te passen. De cursist dient binnen één week een aangepast voorstel in te leveren.
•
Ongeveer drie weken na de sluitingsdatum vindt er een overleg plaats tussen de interne en externe begeleiders. Zij krijgen voorafgaand aan dit overleg de voorstellen toegestuurd ter voorbereiding.
•
Tijdens het overleg worden de voorstellen verdeeld.
•
Na dit overleg krijgen de cursisten een mail waarin wordt aangegeven aan welke begeleider zij zijn gekoppeld. Hierbij krijgt de cursist het mailadres van de begeleider om zelf contact te leggen.
•
Vanaf dat moment hebben de cursisten één jaar de tijd om de goedgekeurde scriptie in te leveren.
•
De cursist zorgt zelf voor een planning en maakt hierover concrete afspraken met de begeleider. Het CBO adviseert de cursisten nadrukkelijk om een strakke planning te maken.
•
In deze planning wordt opgenomen dat de definitieve versie van de scriptie twee maanden voor de deadline wordt ingeleverd bij de eerste beoordelaar. Nadat deze de scriptie heeft goedgekeurd gaat de scriptie naar de tweede beoordelaar. Deze beoordelaar heeft drie weken de tijd om de scriptie te beoordelen.
•
De tweede beoordelaar geeft zijn feedback aan de eerste beoordelaar die deze bespreekt met de cursist.
•
Eventueel wordt de scriptie nog aangepast.
•
Iedere cursist die een individuele scriptie schrijft, heeft recht op 10 uur scriptiebegeleiding. Indien een begeleider aangeeft dat een cursist meer dan 10 uur begeleiding nodig heeft, wordt de cursist hierover geïnformeerd. Na de 10 uur begeleiding worden er per ieder extra uur begeleiding kosten in rekening gebracht. Zie hiervoor de voorwaarden in hoofdstuk 3.
20
Vanaf het moment dat een cursist zijn/ haar scriptievoorstel heeft ingeleverd, neemt de cursist deel aan een scriptieronde volgens onderstaande schema. Een cursist die bijvoorbeeld het voorstel voor 1 mei 2016 heeft ingeleverd, start de scriptie op 1 juni 2016 en neemt vervolgens deel aan de voortgangbijeenkomsten in september 2016 en januari 2017. De diploma-uitreiking vindt plaats op 9 juni 2017. Een cursist mag deelnemen aan een startbijeenkomst van een eerdere ronde en besluiten bij een latere ronde pas te starten met het voorstel.
Individuele scriptierondes Start april 2016 Startbijeenkomst
13-04-2016
Van 14 tot 17 uur
Inleveren voorstel
01-05-2016
Start met de scriptie
01-06-2016
Voortgangsbijeenkomst 1
30-09-2016
Van 13 tot 17 uur
Voortgangsbijeenkomst 2
18-01-2017
Van 13 tot 17 uur
Inleverdatum eindversie
01-04-2017
Deadline goedkeuring
01-06-2017
Diploma-uitreiking tijdens Studiemiddag
09-06-2017
Start september 2016 Startbijeenkomst
07-09-2016
Van 14 tot 17 uur
Inleveren voorstel
21-09-2016
Start met de scriptie
13-10-2016
Voortgangsbijeenkomst 1
18-01-2017
Van 13 tot 17 uur
Voortgangsbijeenkomst 2
10-05-2017
Van 13 tot 17 uur
Inleverdatum eindversie
13-08-2017
Deadline goedkeuring
12-10-2017
Diploma-uitreiking tijdens Studiemiddag
13-10-2017
Diploma-uitreiking tijdens Terugkomdag
01-11-2017
óf
21
Individuele scriptierondes Start december 2016 Startbijeenkomst
14-12-2016
Van 14 tot 17 uur
Inleveren voorstel
09-01-2017
Start met de scriptie
06-02-2017
Voortgangsbijeenkomst 1
10-05-2017
Van 13 tot 17 uur
Voortgangsbijeenkomst 2
27-09-2017
Van 13 tot 17 uur
Inleverdatum eindversie
06-12-2017
Deadline goedkeuring
06-02-2018
Diploma-uitreiking tijdens Studiemiddag
16-02-2018
Het is ook mogelijk om later te starten met de scriptiemodule in: april-september-december 2017 en in april 2018. Data hiervoor worden later gepland.
22
Intensieve begeleiding Alle cursisten hebben recht op 10 uur scriptiebegeleiding. Soms blijkt meer en intensieve begeleiding gewenst. Er is een mogelijkheid voor cursisten om deel te nemen aan een intensieve begeleidingsgroep. In deze groep, die uit maximaal vijf post-HBO en postacademische cursisten bestaat, krijgen cursisten gedurende één jaar vijf bijeenkomsten aangeboden onder begeleiding van één van de begeleiders van het CBO. Cursisten die denken intensieve begeleiding nodig te hebben bij het schrijven van hun scriptie, kunnen contact opnemen met het secretariaat. Voor deelname aan deze groep brengen wij een extra prijs van € 1.250,- in rekening (prijs geldt in 2016, eventuele verhoging is daarna mogelijk). Cursisten kunnen hier ook meteen voor kiezen bij start van de scriptie. Het is mogelijk dat iemand graag wil leren een individuele scriptie te schrijven en denkt hierbij meer begeleiding nodig te hebben dan de 10 uur die hiervoor staan. Ook hierbij geldt dat het extra bedrag in rekening wordt gebracht.
23
Contactdagen Gedurende de opleiding organiseert het CBO contactdagen voor cursisten en gediplomeerden om de mogelijkheid te bieden contact te leggen met anderen en een netwerk op te bouwen en in stand te houden.
Studiemiddagen Onderstaande inhoud en data zijn onder voorbehoud. Het CBO biedt dit programma nieuw aan. Indien na de invoer van dit programma blijkt dat er geschoven moet worden in de inhoud en data, volgt hierover nadere informatie. Nadat de theoretische inleiding positief is afgerond en de cursist doorgaat met een vervolgmodule, wordt de cursist toegelaten tot de studiemiddagen die drie keer per jaar plaatsvinden. Tijdens deze studiemiddagen geven cursisten een presentatie over hun scriptie/ artikel. Deze presentaties kunnen gaan over vragen waar cursisten tijdens hun onderzoek mee worden geconfronteerd, maar ook over resultaten die uit hun onderzoek naar voren zijn gekomen. Cursisten hoeven niet te wachten met het geven van een presentatie totdat hun onderzoek is afgerond. Een presentatie over het onderzoek zelf, over het proces is ook een mogelijkheid. Zie hoofdstuk 2 voor de richtlijn die gaat over het geven van een presentatie. Cursisten sluiten hun presentatie af met een stelling over de scriptie waarna er ruimte is voor discussie met de deelnemers. De cursist kiest hierbij zelf de werkvorm uit. Er kan bijvoorbeeld gewerkt gaan worden in kleine groepjes die iets op een flipover schrijven, met gele memo-blaadjes, deelnemers in tweetallen uit elkaar, etc. Het is ook mogelijk dat een cursist wordt gevraagd te presenteren over een interessant bezoek aan en relevante setting. Dit laatste op uitnodiging van het CBO. De cursist kan in dit geval zelf kiezen of hij over de relevante setting presenteert of over de scriptie Aan eind van de studiemiddagen vindt een feestelijke diploma-uitreiking plaats aan cursisten die hun opleiding hebben afgerond waarvoor familie en/of vrienden kunnen worden uitgenodigd (maximaal 3 per cursist). Minimale verplichting Cursisten die de gehele opleiding volgen nemen gedurende hun opleiding minimaal drie keer deel aan een studiemiddag. Zij mogen zelf kiezen aan welke studiemiddag zij deelnemen en zij mogen aan meer dan drie studiemiddagen deelnemen. De studiemiddagen sluiten een scriptieronde af waardoor het voor de cursisten mogelijk is om hun laatste studiemiddag te laten samenvallen met hun eigen diploma-uitreiking.
25
Aanmelden Presentatie: Er kunnen per studiemiddag maximaal 12 presentaties plaatsvinden. Tijdens een parallel programma van maximaal vier rondes kunnen de deelnemers in iedere ronde kiezen uit drie presentaties. Cursisten kunnen zich gedurende het hele jaar opgeven voor het geven van een presentatie. Als er minder presentaties zijn, wordt het programma aangepast. Deelname aan studiemiddag: Cursisten kunnen zich gedurende het hele jaar opgeven voor deelname aan studiemiddagen. Vier weken voorafgaand aan een studiemiddag ontvangen de cursisten het programma waarna zij nog één week hebben om zich in te schrijven. Op basis van de dan aangemelde cursisten huurt het CBO ruimtes en is inschrijving niet meer mogelijk. Alternatief programma Het is mogelijk dat er te weinig aanmeldingen binnenkomen voor het geven van een presentatie tijdens een studiemiddag. In dat geval vult het CBO het programma anders in. Naast de enkele presentaties zullen er dan bijvoorbeeld stellingen worden besproken in kleine groepjes. Het is mogelijk dat aan cursisten die zich hebben opgegeven voor deelname aan de studiemiddag een stelling of thema wordt gevraagd. Het is afhankelijk van het aantal presentaties of aanpassing van het programma nodig is.
Studiemiddagen Van 13.00 tot 18.00 uur
Data 5 12-02-2016 03-06-2016 14-10-2016 (Indien nodig ook: 05-10-2016 6) 17-02-2017 09-06-2017 13-10-2017 (indien nodig ook: 04-10-2017)
Minimale tijdsinvestering cursist
Aanmelden deelname
Aanmelden presentatie
Drie deelnames
18 uur
(voorbereiden) presentatie
6 uur
Is mogelijk gedurende het gehele jaar tot uiterlijk vier weken voorafgaand aan
[email protected] een studiemiddag Is mogelijk gedurende het gehele jaar, tot het maximum aantal presentaties is bereikt
[email protected]
5 De studiemiddagen zijn nieuw in het programma. De invulling en de data zijn onder voorbehoud. 6 Het is mogelijk dat de piek van de presentaties komt te liggen in oktober. In het geval er meer dan 12 presentaties zijn opgegeven, wordt deze studiemiddag extra ingepland.
26
Jaarlijkse Terugkomdag Elke eerste woensdag in november vindt de jaarlijkse Terugkomdag plaats voor ECHAgediplomeerden. De cursisten die in het najaar hun diploma behalen, kunnen deelnemen aan de Terugkomdag en hier hun diploma uitgereikt krijgen aan het eind van de dag. Deze terugkomdag is alleen toegankelijk voor gediplomeerden. Bij de diploma-uitreiking zijn familie of vrienden van harte welkom (ook weer maximaal 3 per cursist). Na het behalen van het diploma zijn gediplomeerden verplicht twee maal in de vijf jaar deel te nemen aan de Terugkomdag om hun titel ‘ECHA-Specialist in Gifted Education’ te behouden. Deelname aan een internationale ECHA conferentie kan deelname aan de terugkomdag vervangen.
Terugkomdag 7 Terugkomdag
10-17.30 uur
01-11-2017 07-11-2018 06-11-2019
7
Data onder voorbehoud
27
Hoofdstuk 2
Richtlijnen
Richtlijnen relevante setting Tijdens de praktijkmodule bezoekt iedere cursist drie ‘relevante settings’: plaatsen waar gewerkt wordt op het gebied van hoogbegaafdheid. Dat kan een bezoek zijn aan een verrijkingsprogramma op of buiten school, een congresbezoek, een bezoek aan een instelling of adviespraktijk, in binnen- of buitenland. De cursist legt de keuze voor een bepaalde setting eerst voor aan één van de CBO-ers met wie ze contact hebben, bijvoorbeeld door het volgen van een module, en levert daarna een verslag in van maximaal 1000 woorden (onderaan de tekst staat het aantal), exclusief de literatuurlijst en eventuele bijlagen. Het verslag is geschreven in de stijl van een scriptie, dus niet in spreektaal. De ik-vorm komt alleen voor in de eerste alinea (‘hier ben ik geweest; dit wilde ik er leren’) en de laatste alinea (‘dit heb ik geleerd’). Voor de literatuurverwijzingen werken we volgens de APA-normen. Het verslag heeft de volgende opzet: 1
Inleiding (in ik-vorm):
De beschrijving van de plaats die je hebt bezocht. Je geeft alle concrete gegevens: • Begeleiding van kinderen: beschrijf de plek, de leeftijd van de kinderen, grootte en samenstelling
van de groep, locatie van de begeleiding, aantal en opleiding van begeleiders, aantal bijeenkomsten, werktijd per bijeenkomst, etc. • Wordt er met een methode of vanuit een theorie gewerkt? Beschrijf die kort. • Congresbezoek: locatie, organisatie, doelgroep, aantal bezoekers, achtergrond van de sprekers,
onderwerpen van de lezingen op het programma, doel van het congres. Wordt er vanuit een theorie of methode gewerkt? Heeft de organisatie een theoretisch onderbouwde doelstelling (eventueel op de website te vinden)? Als je verwijst naar de website, noem dan de link in een voetnoot. Het doel van je bezoek. Dat is je persoonlijk leerdoel: waar wil je meer over weten? Wat zijn je verwachtingen? Wat hoop je te leren?
2
Beschrijving
Jouw observaties op de dag van het bezoek Hier som je de feiten op: wat heb je aangetroffen? Wat viel op? Hoe wordt er gewerkt? Wat zijn je indrukken? Wat hoorde je van mensen met wie je hebt gesproken? Klopt dat met jouw waarnemingen?
29
Link met de theoretische achtergrond van waaruit gewerkt wordt Leg het verband met minstens één van de theorieën die je gedurende de theoretische inleiding hebt bestudeerd: wordt het werk op de bezochte setting onderbouwd door de betreffende theorie of de theorie die ze zelf aangeven? Wat klopt er (nog) niet? Conclusies: voor en tegen Sluit de concrete werkelijkheid op de setting, de manier van werken of denken, aan op de gekozen theorie? Wordt de gekozen methode goed ingezet? Let op: voor élke manier van werken kun je wel een passende theorie vinden om die te onderbouwen. Maar zoek vooral ook naar theorieën die juist een ándere manier van werken en denken voorstellen. Bekijk de setting ook eens vanuit die hoek, en trek je conclusies, voor en tegen. 3
Dit heb ik geleerd van mijn bezoek (eventueel in ik-vorm)
Wat draagt het bezoek bij aan je eigen leerdoelen? Levert het suggesties op voor je eigen werk? Wat ga je ermee doen?
Maximaal 1000 woorden per setting, Arial 10, regelafstand 1 ½ .Het verslag wordt niet nagekeken als het maximum aantal woorden is overschreden. Daarnaast dient de cursist zich te houden aan de literatuurverwijzingen volgens de APA-normen en in het verslag de koppeling tussen theorie en praktijk te maken.
30
Richtlijnen voor het schrijven van een scriptie 8 Met het schrijven van een scriptie laten de cursusdeelnemers zien dat ze tot het volgende in staat zijn: 1. een vraagstelling met betrekking tot hoogbegaafdheid te (kunnen) formuleren, te analyseren en te verwerken; 2. zelfstandig relevante literatuur bij de vraagstelling te kunnen verzamelen en te verwerken; 3. een onderzoeksplan te kunnen ontwikkelen en uit te voeren; 4. de verkregen gegevens en inzichten te kunnen analyseren, overzichtelijk weer te geven en ze te bespreken in het kader van de bestaande mogelijkheden om hoogbegaafde leerlingen te begeleiden. Bij dit alles moet duidelijk worden in hoeverre het project iets nieuws bijdraagt en welke eventuele volgende stappen genomen zouden kunnen worden om het nieuwe initiatief verder te ontwikkelen. De scriptie heeft de opzet en indeling conform de APA-normen. De opzet van de scriptie ziet er als volgt uit: Voorblad: Titel, naam cursist, datum start opleiding, datum scriptie, naam scriptiebegeleider •
Nederlands-/Engelstalige samenvatting 9 (max. 400 woorden)
•
Voorwoord (eventueel)
•
Inhoudsopgave
•
Inleiding: theoretische uitwerking en inleiding naar vraagstelling/hypothese
•
Methode: beschrijving van deelnemers, materialen en procedure
•
Resultaten: toepassing en beschrijving van de statistische methoden en uitkomsten
•
Discussie: interpretatie en terugkoppeling van de resultaten naar de vraagstelling, reflectie op eigen onderzoek (wat was goed, wat zijn verbeterpunten, wat is de meerwaarde van huidig onderzoek?), aanbevelingen voor praktijk en vervolgonderzoek.
•
Literatuurlijst conform de APA-normen
•
Engelse/Nederlandse samenvatting (vertaling van de Nederlandse/Engelstalige samenvatting)
De omvang is maximaal 10.000 woorden (exclusief referenties en eventuele bijlagen) met regelafstand 1½, lettertype Arial 10. De pagina’s moeten genummerd zijn. Het taalgebruik en de stijl moeten zakelijk en algemeen begrijpelijk zijn. Begrippen uit andere talen en afkortingen moeten zoveel mogelijk worden vermeden. Wanneer dat niet mogelijk is, moeten ze uitgelegd worden. Wanneer een afkorting herhaaldelijk wordt gebruikt, dan moet ze de eerste keer uitgelegd of voluit geschreven worden.
8 9
Cursisten die er voor kiezen een artikel te schrijven kunnen de richtlijnen vinden in de op de CBO website beschikbare studiegids voor de post-academische opleiding tot ECHA-Specialist in Gifted Education. De scriptie mag ook in het Engels geschreven worden. In dat geval staat de Engelstalige samenvatting in het begin en staat de Nederlandse samenvatting (vertaling van de Engelstalige samenvatting) aan het eind.
31
Afbeeldingen, figuren en tabellen moeten genummerd zijn en een titel hebben (volgens APA richtlijnen) die duidelijk maakt wat er wordt afgebeeld. Ook de legenda moet zodanig zijn, dat het geheel onafhankelijk van de tekst te begrijpen is. Literatuurverwijzingen in de tekst en in de literatuurlijst worden vermeld volgend de APA (American Psychologican Association) stijl (zie de eerder genoemde boeken pagina 1). Mogelijke onderwerpen 1. Hoogbegaafde onderpresteerders; 2. Compacten en verrijken in de klas; 3. De effectiviteit van plusklasonderwijs; 4. Creativiteit en … (schoolvak); 5. Stimuleringsprogramma’s voor hoogbegaafde leerlingen: een bijscholingsprogramma voor collega’s; 6. Dubbele diagnoses en misdiagnoses; Zoals gebruikelijk is het eindproduct eigendom van het CBO, dus voor iedere vorm van publicatie is overleg met het CBO verplicht. De scriptiebegeleider(s) is/zijn altijd medeauteur. Wie eerste en tweede auteur is wordt samen bepaald en hangt samen met de hoeveelheid inspanning die geleverd is door respectievelijk de cursist en de begeleider. Beoordeling: Bij de beoordeling van de scriptie worden de volgende punten in ogenschouw genomen: •
Uitvoering onderzoek: praktisch en persoonlijk proces
•
Inleiding: theoretische uitwerking en inleiding naar vraagstelling/hypothese
•
Methode: beschrijving van deelnemers, materialen en procedure
•
Resultaten: toepassing en beschrijving van de statistische methoden en uitkomsten
•
Discussie: interpretatie en terugkoppeling van de resultaten naar de vraagstelling
•
Schrijfstijl: wetenschappelijk, conform APA, grammatica/spelling
Na beoordeling wordt de definitieve versie van de scriptie digitaal ingeleverd bij het secretariaat in pdf format en er wordt één ingebonden exemplaar ingeleverd. Ook de samenvatting wordt digitaal aangeleverd bij het secretariaat. De Nederlandstalige samenvatting kan op de website worden geplaatst van het CBO, de Engelstalige samenvatting wordt aangeboden aan ECHA news (http://www.echa.info/index.php?option=com_content&view=article&id=8&Itemid=5).
32
Format scriptievoorstel (op te vragen bij het secretariaat)
Naam cursist:
Woonplaats cursist:
Post-HBO of Post-academisch (doorhalen wat nvt is) (voorlopige) Titel : Datum:
1.
Inleiding: waarom ga je dit onderzoek doen? Situatie waaruit de urgentie van dit onderzoek blijkt en de vragen die je wilt beantwoorden voortkomen (max 150 woorden)
2.
Probleemstelling: hoofdvraag, eventuele deelvragen en hypothese(n) of verwachting(en)
3.
Methode: Hoe ga je het onderzoek doen (wie zijn de participanten, welke instrumenten, materialen, methode gebruik je, wat is de procedure)? Denk eraan dat iemand op grond van deze informatie, zonder verder overleg met jou, het onderzoek zou moeten kunnen uitvoeren; wees dus zo specifiek mogelijk (wie, wat, wanneer en hoe?)
Participanten Beschrijf hier je onderzoeksgroep zo specifiek mogelijk Materialen / onderzoeksmethode(n) Beschrijf hier de materialen (bijv. vragenlijst) of methode (bijv. interview) die je in je onderzoek zult gebruiken Procedure Beschrijf hier chronologisch hoe je het onderzoek gaat uitvoeren, op zo’n manier dat iemand anders het onderzoek exact zoals bedoeld zou kunnen uitvoeren zonder verder overleg met jou. 4.
Tijdschema:
Activiteit
Start
Hoeveel tijd nodig?
Verwachte einddatum
Voorbereiding Dataverzameling Data-analyse Rapportage
33
5. Literatuur (volgens APA regels https://owl.english.purdue.edu/owl/resource/560/06/)10 Overzicht van al geraadpleegde bronnen
Overzicht van nog te raadplegen bronnen
Het schrijven! Hieronder staat een schema voor het inleveren van delen van de scriptie of artikel. Er wordt vanuit gegaan dat de inleiding en de resultaten drie maal worden nagekeken en becommentarieerd, de methode en discussie twee maal en de concept en definitieve versie een maal. Dit kan per cursist verschillen. Het onderstaande schema hoeft niet te worden ingevuld, maar kan wel helpen het proces te versnellen, omdat de begeleider tijd kan blokken in de agenda om na te kijken. Delen van de scriptie of het artikel mogen ook zonder aankondiging worden ingeleverd, dan is echter de nakijktijd onzekerder. Of het aangegeven tijdspad haalbaar is wordt met de toegewezen scriptiebegeleider besproken.
Inleverdatum 1
Inleverdatum 2 11
Inleverdatum 32
Inleiding (in delen) methode Resultaten discussie Gehele conceptversie Definitieve versie voor eindbeoordeling
Twee maanden voor de deadline moet de definitieve versie zijn ingeleverd bij de scriptiebegeleider zodat de eerste en tweede beoordelaar de tijd hebben om de scriptie te beoordelen en eventuele laatste wijzigingen te vragen.
10 Er zijn ook Nederlandstalige sites waarop de APA regels worden uitgelegd. Die zijn gemakkelijk via Google te vinden. Daarnaast krijgen de cursisten publicaties uitgereikt met toelichting. 11 Houdt rekening met een nakijktijd van 3 weken bij een afgesproken planning met de begeleider.
34
Richtlijnen voor de presentatie Eén van de onderdelen van de opleiding is het geven van een presentatie tijdens een studiemiddag. Het thema van de presentatie is het onderzoek dat je uitvoert t.b.v. je artikel of scriptie. Cursisten presenteren de (voorlopige) resultaten uit hun onderzoek en geven ook aan waar zij tegenaan lopen gedurende hun onderzoek. Cursisten sluiten de presentatie af met een stelling waarover de deelnemers met elkaar in discussie/ gesprek gaan adhv een door de presentator gekozen werkvorm. De tijd die je hebt om je presentatie te geven is maximaal 10 minuten, gevolgd door een stelling, waarna er 25 minuten beschikbaar zijn voor de discussie. Omdat voor veel cursisten het geven van presentaties geen dagelijks werk is, worden hieronder enkele tips gegeven. 1. Vat voor jezelf het onderwerp van je presentatie zo kort mogelijk samen. Je wordt je zo bewust van hoe veel (of misschien wel: hoe weinig) woorden je nodig hebt voor je onderwerp. Houd dat in je hoofd bij de presentatie en probeer zo uitweiden te voorkomen. 2. Geef zo vroeg mogelijk door wat de titel is van je presentatie en geef in een paar regels een samenvatting van wat je wilt gaan vertellen en voor welke doelgroep (VO en/of PO) 3. Zorg dat je presentatie niet langer duurt dan gepland. Veel mensen zijn onterecht bang dat ze de tijd niet vol krijgen. Meestal is het tegenovergestelde het geval. Om het overschrijden van de tijdslimiet te voorkomen, kun je de volgende dingen in je achterhoofd houden: •
Ken je doelgroep. De mensen voor wie je presenteert zijn medecursisten en medewerkers van het CBO. Het uitleggen van begrippen en theorieën die aan bod komen binnen de opleiding is daarom overbodig. Bovendien verspilt dat tijd die je zou kunnen spenderen aan het uitleggen van nieuwe begrippen, theorieën, behandelingsmethoden e.d.. Je mag natuurlijk wel vertellen welk model of welke theorie je als uitgangspunt hebt genomen voor je onderwerp en waarom je hiervoor hebt gekozen.
•
Omdat de tijd voor de presentatie beperkt is tot tien minuten, kunnen er geen vragen gesteld worden door de deelnemers tijdens de presentatie.
4. Een presentatie kan duidelijker en aantrekkelijker worden door deze te illustreren met een powerpoint presentatie. •
Gebruik steekwoorden. Veel tekst op een dia is niet prettig om naar te kijken en het voorlezen van deze tekst voegt weinig toe aan de presentatie. Denk erom dat niet de powerpoint, maar jouw presentatie het belangrijkst is. Powerpoint is een middel om jouw presentatie te ondersteunen, niet andersom.
•
Gebruik zo min mogelijk slides. Denk erom dat je slechts 10 minuten hebt. In 10 minuten een hele scriptie, heel artikel of heel thema samenvatten is niet mogelijk en niet de bedoeling! Het is de bedoeling mensen nieuwsgierig te maken. Als er interesse is, komen ze naar jou en kun je altijd nog uitgebreider op je onderwerp ingaan. Heel kort samengevat: je vertelt wie je bent
35
en waar je mee bezig bent. Dat doe je op zo’n manier dat mensen voldoende weten om te denken: daar wil ik meer van weten! Neem als richtlijn: 5 dia’s, 2 minuten per dia. Aangezien je een opleiding doet met een wetenschappelijke achtergrond, is onderbouwen van je presentatie inclusief bronvermelding zeer belangrijk. Als je bijvoorbeeld de profielen van Betts en Neihart op een dia presenteert, zet er dan onder ‘(Betts & Neihart, 1988; 2010)’. Je hoeft geen referentielijst te presenteren, maar het is raadzaam een lijst bij de hand te hebben. De cursist levert uiterlijk vier weken voorafgaand aan zijn/haar presentatie een titel in van de presentatie met de stelling en een korte samenvatting van maximaal ½ pagina.
36
Richtlijnen voor de stage An ounce of practice is worth more than tons of preaching. (Mahatma Ghandi) De bedoeling van een stageperiode binnen de opleiding ‘ECHA-Specialist in Gifted Education’ is dat cursisten, onder begeleiding van zowel de stagebiedende instelling als het CBO, hetgeen ze in de theoretische inleiding geleerd hebben, toe gaan passen in de praktijk. De leerdoelen zijn: •
Ervaring opdoen op een plaats waar gewerkt wordt met of voor hoogbegaafde leerlingen.
•
Leren om de opgedane theoretische kennis toe te passen in de praktijk.
•
Het evalueren van activiteiten ten behoeve van hoogbegaafden op basis van een gedegen theoretische onderbouwing.
•
Competentieverruiming op het gebied van onderwijs/ begeleiding van hoogbegaafden.
De inhoud van de stage zal afhankelijk zijn van de instelling waar deze plaatsvindt en van het niveau van de cursist (post-HBO of post-academisch). Cursisten maken voor het begin van de stage een inhoudelijk voorstel aan de hand van een format. Na beoordeling van dit voorstel (en eventuele toevoegingen) wordt de cursist aan een stagebegeleider gekoppeld. De cursist en begeleider bespreken samen de start van de stage. Voorbeelden van stages zijn: het begeleiden van een verrijkingsklas, het opzetten van hoogbegaafdenbeleid op school, het intensief begeleiden van één hoogbegaafde leerling. De stage omvat in totaal 200 uur + 40 uur voor het schrijven van het verslag. De cursist heeft de vrijheid om deze tijd zelf in te delen: Dit betekent dat iemand 5 tot 6 weken fulltime stage kan lopen, of bijvoorbeeld een half jaar lang één dag in de week (ook het voorbereiden van een les mag bij de tijd worden meegerekend). Aanvang en planning Bij het verwerven van een stageplaats wordt van de cursist een grote mate van eigen initiatief en zelfstandigheid verwacht. De periode van stage is afhankelijk van de mogelijkheden en wensen van de instelling en de cursist. Nadat het stage voorstel is goedgekeurd heeft de cursist één jaar de tijd voor het inleveren van het definitieve stageverslag. Voordat de cursist vanuit de opleiding de goedkeuring krijgt om aan de stage te beginnen, heeft hij of zij een stage voorstel geschreven aan de hand van het format, waarin de volgende punten zijn opgenomen:
37
De stagedoelstellingen 1
academische leerdoelen (visie op het veld vanuit verworven kennis resp. verzamelde kennis),
2
professionele leerdoelen (vaardigheden en bekwaamheden),
3
persoonlijke leerdoelen (waar wil de cursist zich persoonlijk (verder) in ontwikkelen ).
Onderwerp, context van het werkveld Hier dient aangegeven te worden wat de relatie is van de stageplek binnen het werkveld. Activiteitenplan Hier wordt aangegeven hoe de stage wordt gerealiseerd en wat de tijdsplanning is. Ook worden de verschillende activiteiten genoemd die door de cursist worden uitgevoerd. Begeleiding vanuit het CBO De stage wordt individueel begeleid door één van de medewerkers van het CBO, waarbij zowel de cursist als de begeleider het initiatief kan nemen voor overleg, per mail, telefoon of ‘face to face’. Praktijkbegeleiding vanuit de instelling Aangezien het accent van de begeleiding ligt op de uitvoering van de taken en het behalen van de professionele en persoonlijke leerdoelen in de instelling, is praktijkbegeleiding vanuit de instelling een voorwaarde voor een stageplaats. De praktijkbegeleider geeft op grond van zijn of haar plaats binnen de organisatie ondersteuning aan de cursist. Van hem of haar wordt ondersteuning verwacht bij het realiseren van de leerdoelen van de stagiaire en bij het functioneren binnen de instelling. Criteria stageplaats Vanuit de opleiding moet een stage-instelling aan de volgende criteria voldoen: •
Er wordt binnen de instelling gewerkt met of voor hoogbegaafde leerlingen.
•
De stagebiedende instelling kan professionele praktijkbegeleiding bieden (ter beoordeling van het CBO).
•
De stage dient betrekking te hebben op werkzaamheden die in principe door een ‘Specialist in Gifted Education’ (kunnen) worden vervuld.
•
Het is van belang dat de stagiaire behandeld wordt als een normale werknemer van de arbeidsorganisatie en daardoor ook geconfronteerd wordt met realistische arbeidsomstandigheden.
38
Verslaglegging In het stageverslag wordt een beschrijving gegeven van de instelling waarbinnen de stage heeft plaatsgevonden, een feitelijke (chronologische) omschrijving van wat gedaan is en een evaluatie hiervan (wat ging goed, wat zijn verbeterpunten en hoe kunnen deze praktisch worden aangepakt). Eén en ander wordt onderbouwd met verwijzingen naar de bestudeerde literatuur. Het verslag omvat maximaal 10.000 woorden (eventueel daarnaast bijlagen) met regelafstand 1 ½, Arial 10. Indien het maximum aantal woorden is overschreden, wordt het verslag niet nagekeken. De pagina’s moeten genummerd zijn. Het taalgebruik en de stijl moeten algemeen begrijpelijk zijn. Begrippen uit andere talen evenals afkortingen moeten zoveel mogelijk worden vermeden. Wanneer dat niet mogelijk is, moeten ze uitgelegd worden. Wanneer een afkorting herhaaldelijk wordt gebruikt, dan moet ze de eerste keer uitgelegd of voluit geschreven worden. Afbeeldingen, figuren en tabellen moeten een titel hebben die duidelijk maakt wat er wordt afgebeeld. Ook de legenda moet zodanig zijn, dat het geheel onafhankelijk van de tekst te begrijpen is. In principe worden de richtlijnen gevolgd die bekend staan als de APA-normen. Deze normen zijn o.a. samengevat in: https://owl.english.purdue.edu/owl/resource/560/06/ Na positieve beoordeling levert de cursist de definitieve versie van het stageverslag zowel digitaal in bij het secretariaat (pdf format) als ook één papieren, ingebonden exemplaar.
39
Format stagevoorstel (digitaal exemplaar op te vragen bij het secretariaat)
Voorstel stage (naam): Post-HBO of Post-academisch (doorhalen wat nvt is) (voorlopige) Titel : Datum:
1. inleiding: onderwerp, context van het werkveld. Hier dient aangegeven te worden wat de relatie is van de stageplek binnen het werkveld (max 150 woorden).
2. academische leerdoelen visie op het veld vanuit verworven kennis resp. verzamelde kennis
3. professionele leerdoelen vaardigheden en bekwaamheden
4. persoonlijke leerdoelen waar wil de cursist zich persoonlijk (verder) in ontwikkelen?
5. Stagebegeleiding vanuit de organisatie Hoe is de stagebegeleiding binnen de organisatie geregeld; door wie wordt de cursist begeleid en welke achtergrond heeft deze begeleider?
6. Tijdschema: Het onderstaande schema hoeft niet te worden ingevuld, maar kan wel helpen het proces te versnellen, omdat de begeleider tijd kan blokken in de agenda om na te kijken. Delen van het stageverslag mogen ook zonder aankondiging worden ingeleverd, dan is echter de nakijktijd onzekerder. Activiteit Voorbereiding Inleveren hoofdstuk 1 Eigen invulling… Eigen invulling… … Inleveren conceptversie Inleveren def. versie
40
Start
Hoeveel tijd nodig?
Verwachte einddatum
7.
Literatuur (volgens APA regels (https://owl.english.purdue.edu/owl/resource/560/06/)
Overzicht van al geraadpleegde bronnen
Overzicht van nog te raadplegen bronnen
41
Hoofdstuk 3
Voorwaarden en kosten
Maximale duur modules en opleiding Voor de theoretische inleiding (module 1) geldt dat cursisten recht hebben op een tentamen en (indien nodig) een hertentamen. Indien een cursist een tweede herkansing nodig heeft, volgt een individuele opdracht. Hiervoor wordt € 250,- in rekening gebracht. Voor module 2 geldt dat de opdrachten van de verrijkings- en begeleidingsmodule gehouden zijn aan een deadline, afhankelijk van de data van de bijeenkomsten en van de docenten die aangeven wanneer opdrachten ingeleverd dienen te zijn. Indien een cursist redenen heeft om zich niet te houden aan een deadline, neemt deze contact op met het secretariaat. Indien een post-HBO cursist ervoor kiest de volledige opleiding tot ‘ECHA-Specialist in Gifted Education’ te volgen, dienen alle vier modules binnen vier schooljaren na start van de theoretische opleiding te zijn afgerond met een positief resultaat. Cursisten die starten in september 2015, hebben de mogelijkheid hun opleiding af te ronden tot 1 juli 2019. Kosten opleiding Door het ondertekenen van het inschrijfformulier en bij aanmelding voor een vervolgmodule per email, verbindt de cursist zich aan het betalen van het totaalbedrag van de module. De cursist is verantwoordelijk voor de betaling van de module(s). Kosteloos annuleren kan tot vier weken voor aanvang van de module(s). Annulering binnen vier weken voorafgaand aan de start van de module betekent dat de cursist een factuur krijgt ter hoogte van € 1.250,-. Bewijzen van deelname en het ECHA diploma Indien een cursist een module heeft behaald, volgt er een bewijs van deelname. Indien een cursist de volledige opleiding heeft afgerond volgt het ECHA diploma. Maximum aantal deelnemers Bij de verrijkings- en begeleidingsmodule, als ook bij de seminars, geldt een maximum aantal deelnemers. Hierbij geldt dat inschrijving plaatsvindt op basis van binnenkomst van de aanmeldingen. Het principe vol=vol is hierbij van toepassing. De post-academische cursisten hebben voorrang.
42
Aanwezigheidsverplichting De aanwezigheid van cursisten is tijdens lesbijeenkomsten verplicht. De cursist die een verplichte bijeenkomst mist dient dit door te geven bij de docent en bij het secretariaat met opgave van reden. Indien er sprake is van een gegronde reden, krijgt de cursist een vervangende opdracht, eventueel naast de opdracht die tijdens deze bijeenkomst wordt verzorgd. Deze opdrachten dienen uiterlijk 1 juli 2016 (bij module in het voorjaar 2016) of 7januari 2017 (bij module in het najaar 2016) te zijn ingeleverd. Deze extra opdracht geldt niet voor de verplichte scriptiebijeenkomsten. Voorwaarden verslagen Bij de opdrachten en verslagen die gemaakt dienen te worden, staat het maximum aantal woorden vermeld. Bij overschrijding van dit maximum wordt de opdracht niet nagekeken. De verslagen worden geschreven in Arial 10, regelafstand 1 ½. Drie-weken termijn De docenten en begeleiders hanteren een drie-weken termijn voor het nakijken van opdrachten en verslagen. Indien een opdracht of verslag wordt ingeleverd buiten de afgesproken termijn om, kan niet gegarandeerd worden dat deze drie-weken termijn wordt gehaald. Studieadvies met bindende afwijzing 1. Het hoofd van het CBO en de coördinator van het onderwijs kunnen een cursist na het niet behalen van het tentamen en herkansingen van de theoretische inleiding het advies geven de opleiding niet voort te zetten. 2. Het hoofd van het CBO en de coördinator van het onderwijs kunnen een cursist, die gedurende de opleiding laat blijken in de vereiste verslagen onvoldoende kwaliteit te leveren en niet te voldoen aan de eisen die gesteld worden aan het niveau van post-HBO cursisten, het advies geven de opleiding niet voort te zetten. 3. De cursist krijgt, voordat tot definitieve afwijzing wordt overgegaan, de mogelijkheid een adviesgesprek aan te vragen. Tijdens dit gesprek wordt met elkaar besproken of er mogelijkheden zijn om de opleiding voort te zetten. Dit kan betekenen: a. dat het CBO alsnog een bindende afwijzing geeft, b. dat de cursist een derde mogelijkheid krijgt voor het behalen van de theoretische inleiding (zie kopje Extra kosten), c. de cursist kan verzoeken om extra begeleiding bij het schrijven van verslagen (zie kopje Extra kosten). 4. Indien de cursist een mogelijkheid krijgt om de opleiding voort te zetten, worden er concrete afspraken gemaakt met elkaar over de termijn waarbinnen verbeteringen moeten zijn geboekt.
43
5. Indien de cursist naar het oordeel van het hoofd van het CBO en de coördinator van het onderwijs, met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt wordt geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten (en/of niet zijn verbeterd), wordt overgegaan tot definitieve afwijzing. Wijzigingen in de loop van het studiejaar Gedurende het studiejaar kunnen zich wijzigingen in inhoud of data voordoen. Alle genoemde data zijn onder voorbehoud. Bij wijzigingen probeert het CBO de belangen van de cursisten niet te schaden. Het is mogelijk dat het CBO extra (verplichte) bijeenkomsten aanbiedt gedurende de opleiding als dit ten goed komt aan de kwaliteit van de opleiding. Klachten Ondanks dat het CBO er alles aan doet om een goede opleiding aan te bieden aan haar cursisten, kan het gebeuren dat u ergens ontevreden over bent. Wij willen dan graag met u in gesprek. Een cursist kan een gemotiveerde klacht per mail indienen bij het secretariaat. Iedere klacht en/of bezwaar wordt binnen een termijn van vier weken (inhoudelijk) afgehandeld. Extra kosten Het CBO kan extra kosten in rekening brengen voor: •
extra begeleiding tijdens het schrijven van (scriptie)verslagen,
•
een nieuw stage- of scriptievoorstel nadat eerder een scriptievoorstel is goedgekeurd,
•
een voortgangs- adviesgesprek op aanvraag van een cursist,
•
opdrachten die na een deadline worden ingeleverd.
Het CBO hanteert een uurprijs van € 125,- (in 2015, jaarlijkse verhoging wordt toegepast).
44
© 2015 ITS-Centrum voor Begaafdheidsonderzoek