category: Chameleons / Double life Chris Rijksen — Gender as a performance Guang Hui Chan — Alternative Avenue Jennifer Lea Osborne — Wig Outs
category: Gender Lorenzo Triburgo — Transportraits JJ Levine — Switch Alvaro Laiz — Transmongolian
category: open Pacifico Silano — Where the boys are Diederick Habermehl — Moms and gays Risk Hazekamp — Solitary Fruit
Special Mention Jose Manuel Alorda — HIV long-term survivors Bram Belloni — I am gay and Muslim Anna-stina Treumund — Loser
category: Documentary Tobin Bryce Jones — Morine Luca Desienna — Trans Islam Fabian Weiss — Lala Life
Pride Photo Award 2012 The exhibition features photos from the winning series and special mentions of the 2012 edition of Pride Photo Award, an annual international contest for photos about sexual and gender diversity. The photos invite people to rethink gender stereotypes and show the diversity of the lesbian, gay, bisexual and transgender (LGBT) community. Entries versus exhibited works For the second edition of the contest 1.678 photos were submitted by 209 entrants from 40 different countries. The contest had four categories: Documentary, Gender, Open and the 2012 theme ‘Chameleons / Double Life’. The theme focuses on the way in which people do or do not adapt to the norms of society. For the exhibition curator Marga Rotteveel made a selection from the winning series: mostly photos that were submitted for the contest, but also a few that were not entered in the contest itself. The original entries are shown in full on our website: www.pridephotoaward.org. On the website you can also find information about the side program and photos from the previous editions.
Pride Photo Award 2012 Op deze expositie zijn foto’s te zien van de winnende series en speciale vermeldingen van Pride Photo Award 2012, een jaarlijkse internationale fotowedstrijd rond seksuele- en gender diversiteit. De foto’s zetten mensen aan het denken over gender – mannelijkheid en vrouwelijkheid – en tonen de diversiteit van de lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgender (LHBT) gemeenschap. Inzendingen versus geëxposeerde werken Voor deze tweede editie van de wedstrijd zijn 1.678 foto ingezonden door 209 fotografen uit 40 verschillende landen. Er waren vier categorieën: Documentair, Gender, Open en het thema van 2012: ‘Kameleons / Dubbelleven’. Het thema gaat over mensen die zich wel of juist niet aanpassen aan de normen die de samenleving aan hen stelt. Curator Marga Rotteveel heeft een selectie gemaakt: grotendeels ingezonden foto’s, maar ook foto’s uit dezelfde series die niet waren ingezonden voor de wedstrijd. De oorspronkelijke inzendingen zijn in hun geheel te zien op onze website: www.pridephotoaward.org. Daar vindt u ook informatie over het randprogramma en de foto’s van de vorige edities.
Jury 2012
Jury 2012
A jury of internationally renowned experts selected the winning photo series and the winner of the 2012 Pride Photo Award. The winning photo by Chris Rijksen from his series ‘Gender as a performance’ is featured on the cover.
Een jury van internationaal gerenommeerde experts selecteerde de winnende fotoseries en de winnaar van de Pride Photo Award 2012. De winnende foto uit de serie ‘Gender as a performance’ van Chris Rijksen is te zien op de omslag.
Special mentions were given to three series that the jury felt should be seen by the public: • HIV long-term survivors – José Manuel Alorda • I am Gay and Muslim – Bram Belloni • Loser 2012 – Anna-stina Treumund
Drie series die de jury het publiek niet wilde onthouden kregen een speciale vermelding: • HIV long-term survivors – José Manuel Alorda • I am Gay and Muslim – Bram Belloni • Loser 2012 – Anna-stina Treumund
The 2012 jury consisted of: • Jury chairman Christian Caujolle (France), freelance curator and lecturer; founder of photo press agency Agence Vu, Galerie Vu and Photo Phnom Penh (Cambodia). • Patricia Levasseur de la Motte (France), independent curator and founder of The Philanthropic Museum; former assistant curator at the Singapore Art Museum (SAM). • Paul Mpagi Sepuya (USA), a visual artist known for his photography, portraits, and book-based projects about the gay community in Brooklyn, New York’. • Pawel Leszkowicz (Poland), activist, curator and academic specializing in contemporary queer art / visual culture and LGBT studies. • Renata Ferri (Italy), journalist, head of the photo department of Io Donna, the weekly magazine of the leading Italian newspaper Corriere della Sera.
De jury van 2012 bestond uit: Juryvoorzitter Christian Caujolle (Frankrijk), freelance curator en docent; oprichter van fotopersagentschap Agence Vu, galerie Vu en Photo Phnom Penh in Cambodja. • Patricia Levasseur de la Motte (Frankrijk), freelance curator en oprichter van The Philanthropic Museum, voormalig assistent curator van het Singapore Art Museum (SAM). • Paul Mpagi Sepuya (VS) staat bekend om zijn fotografie, portretten en boekuitgaven over de homogemeenschap in Brooklyn, New York. • Pawel Leszkowicz (Polen), activist, curator en academicus gespecialiseerd in hedendaagse queer kunst en LHBT studies. • Renata Ferri (Italië) is hoofd beeldredactie voor Io Donna, het weekblad van de grote Italiaanse krant Corriere della Sera. •
Category: Chameleons / Double life
category: Chameleons / Double life 2nd
Chris Rijksen Gender as a performance Rijksen, also known as Prince Christel, is a 4th year student at the Royal Academy of Art in The Hague. He proposes that gender is a social decision: one is a man or a woman because people say so. People perform their gender. Therefore, gender is open to interpretation and can be manipulated in many ways. In his photo series he modeled himself in different outfits. The jury praises Rijksen for creating a refined work, using a simple, old-fashioned wire shutter release and equally simple, old-fashioned clothes. This draws full attention to the model itself and connects to the audience. The portraits show subtle shifts in facial expression and posture by which gender is played out. Rijksen, ook bekend als Prins Christel, is vierdejaars student aan de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten (KABK) in Den Haag. Rijksen stelt dat iemands gender een sociale beslissing is; iemand is een man of een vrouw omdat men dat zegt. Daarom kan gender op verschillende manieren worden geïnterpreteerd en gemanipuleerd. In zijn fotoserie poseert Rijksen zelf in verschillende outfits. De jury prijst het verfijnde werk van Rijksen. Hij gebruikte een ouderwetse zelfontspanner en eenvoudige, ouderwets aandoende kleding. Daarmee vestigt hij de aandacht op de afgebeelde personages en communiceert hij rechtstreeks met het publiek. De portretten tonen subtiele variaties in gezichtsuitdrukkingen en houdingen waarmee gender wordt gecommuniceerd.
category: Chameleons / Double life 3rd
Guang Hui Chan Alternative Avenue Cruising in public parks is a hazardous activity anywhere, especially so in Singapore, where sex between men is illegal. The jury appreciates Guang Hui Chan’s courage, and is moved by his personal investment in the story Alternative Avenue. In it, Guang Hui Chan poetically pictures the sexual activities of men in a park of the Asian metropolis. Moonlit bodies slip into the cool foliage, each ephemeral encounter recorded by the camera. Ghuan Hui Chan uses symbolic and emotional pictures to express the ambience of these encounters where men seek privacy in a public space. Another quality of the pictures is the masculine depiction of Asian men, who are habitually portrayed in ‘soft’ situations. Cruisen in openbare parken is overal ter wereld een riskante aangelegenheid, maar in het bijzonder in Singapore, waar seks tussen mannen illegaal is. De jury waardeert Guang Hui Chan’s moed, en is geraakt door het engagement dat hij toont met het verhaal Alternative Avenue. Hierin schetst Ghuang Hui Chan een beeld van de seksuele contacten van mannen in een park in de Aziatische metropool. Maanbeschenen lichamen glippen de koele bosjes in, en een vluchtige ontmoeting wordt vastgelegd door de camera. Ghuan Hui Chan gebruikt poëtische beelden om de omgeving van deze ontmoetingen, waarin homomannen privacy zoeken in een publieke ruimte, te laten zien.
category: Chameleons / Double life 1st
Jennifer Lea Osborne Wig Outs Osborne was awarded for her series Wig Outs, shot in Downtown Eastside Vancouver, an area known for its drug addicts and marginalized residents. The photos are of women who appear strong at first. When Osborne found out how vulnerable they really were, she became interested in their means of survival. She discovered that dressing up played an important role. Wig Outs portrays the women before and after they have dressed for the day. Their alter ego not only covers up their fragility, it also makes them stand out or fit in. For some, avoiding recognition also helps them escape arrest. The jury was impressed with their immediate need to lead Double Lives or change identities. The pictures are uncomfortable, literally ‘in your face’: close ups of marginalized people whose hard lives are written all over their faces. Osborne challenges conventional ideas about beauty and creates a series with a deep impact. Osborne ontving de eerste prijs in de themacategorie voor haar serie Wig Outs, gemaakt in de Downtown Eastside in Vancouver, een wijk die bekend staat om zijn drugsproblematiek en gemarginaliseerde bewoners. De vrouwen op de foto’s komen in eerste instantie sterk over. Nadat Osborne erachter kwam hoe kwetsbaar ze in werkelijkheid zijn, raakte ze geïnteresseerd in de manier waarop zij weten te overleven. Hoe ze zich kleden speelt daarin een belangrijke rol, zo ontdekte Osborne. In Wig Outs heeft ze de vrouwen geportretteerd in hun slaapkleding en in de kleding die ze overdag dragen. Hun alter ego beschermt niet alleen hun fragiliteit, het maakt hen ook bijzonder of juist gewoon. Sommige vrouwen kiezen voor de onherkenbaarheid van een alter ego om een eventuele arrestatie te bemoeilijken. De jury was onder de indruk van de gevoelde noodzaak van deze mensen om dubbellevens te leiden of hun identiteit te veranderen. De beelden schuren, komen hard aan en dichtbij: het zijn close-ups van mensen in de marge van de samenleving, bij wie het harde bestaan van hun gezicht is af te lezen. Orborne daagt de conventionele ideeën over schoonheid uit en schept een serie met een grote impact.
Category: gender
category: Gender 1st
Lorenzo Triburgo Transportraits Triburgo photographed transgendered men in the classical setting of oil painted landscapes. The landscapes are painted in the style of Bob Ross’ The Joy of Painting and derive their titles from this series: Tranquil Dawn (Burton), Golden Morning Mist (Ryan), Valley Waterfall (Erin), An Arctic Winter Day (Jose), Around the Bend (Reid), A Pretty Autumn Day (Rej) and Desert Glow (Simon). By showing the men against this backdrop, Triburgo challenges the idea of gender as an unchanging fact. As an image on paper represents a portrait, and oil on canvas represents a painting, a gender on a body represents a male. The transmen in the pictures are all depicted looking sideways, into the distance. This gives them a heroic, idealised aura. The jury points out that the kitschy background represents the ultimate heroic masculinity that many (trans)men strive for. In all, the Transportraits evoke dignity and pride. The first two photos shown in the exhibition were not part of the original entry. Triburgo fotografeert transgender mannen in de klassieke setting van het geschilderde landschap. De landschappen zijn geschilderd in de stijl van The Joy of Painting van Bob Ross en ontlenen hun titels aan deze serie: Tranquil Dawn (Burton), Golden Morning Mist (Ryan), Valley Waterfall (Erin), An Arctic Winter Day (Jose), Around the Bend (Reid), A Pretty Autumn Day (Rej) en Desert Glow (Simon). Door de mannen tegen deze achtergrond te portretteren, bevraagt Triburgo het idee van gender als een onveranderlijk gegeven. Zoals een afbeelding op papier een portret voorstelt, en olieverf op canvas een schilderij, zo is gender op een lichaam de voorstelling van een man. De transmannen in de foto’s zijn allen afgebeeld terwijl ze schuin opzij de verte in kijken. Dit geeft hen een heroïsche, geïdealiseerde uitstraling. De jury wijst erop dat de kitscherig aandoende achtergrond de ultieme heroïsche masculiniteit verbeeldt waar veel (trans)mannen naar streven. Uiteindelijk roepen de Transportraits waardigheid en trots op. De eerste twee foto’s in deze expositie maakten geen deel uit van de oorspronkelijke inzending.
category: Gender 3rd
JJ Levine Switch Canadian photographer JJ Levine presents a series of glossy prom-style portraits; ten diptychs of young straight couples in a studio setting. They are dressed up to the nines in their suits and ball gowns, ready for the prom, which is the most festive part of their graduation. Closer examination reveals that these are not conventional prom pictures at all. In each diptych two models instead of four are used, and the couples switch their gender roles. Suddenly these glamorous young couples are not as convincingly straight anymore. Levine aims to subvert the normative nature of the traditional prom images, in which the coming of age they are meant to depict, also means settling for a heterosexual life. The jury appreciates this humorous angle on the subject of gender, alluding both to the idea of gender as a performance and to the relaxed, playful approach of the younger generation. De Canadese fotograaf JJ Levine presenteert een serie glossy prom-stijl portretten; tweeluiken van jonge heteroseksuele paren in een studio setting. Ze zijn tot in de puntjes gekleed in hun mooiste kostuums en baljurken, klaar om naar het prom-bal te gaan, het meest feestelijke deel van hun diploma-uitreiking. Voor ieder tweeluik zijn echter geen vier maar twee modellen gebruikt en de paren wisselen van sekse. Wie dat eenmaal door heeft is er niet meer zo van overtuigd dat dit heterostellen zijn. Levine wil het normatieve karakter van de traditionele prom-foto’s aan de kaak stellen, waarin het moment van volwassen worden dat zij vastleggen ook in zich houdt dat men tekent voor een heterobestaan. De jury waardeert deze humoristische invalshoek met zijn verwijzing naar het idee dat gender een performance is, en de relaxte, speelse benadering van dat onderwerp door de jongere generatie.
category: Gender 2nd
Alvaro Laiz Transmongolian The great Asian ruler Genghis Khan united the Mongolian tribes in the 12th century AD. Khan then installed a code of law, the Yassa, which set the death penalty for homosexuality. Today, Mongolia is a sparsely populated republic. The influence of the period of Russian rule is still felt, when gays and transgenders were sent to the gulags. Homosexuality is not illegal anymore, but it is not tolerated either. Transgenders are in a slightly better position because of the roots in the Mongolian religious tradition. The Shaman in the Mongolian tradition could assume a ‘two-spirited identity’, using costumes and attributes of the opposite sex. This does not make the situation of transgenders today much better though. Most live solitary or underground lives. Some revert to prostitution, many try to go abroad where they are accepted more and have a better chance to get a sexchange. Transmongolian consists of young and older Mongolians, photographed outside in traditional queen costumes and at home. Several of the photos shown in the exhibition were not part of the original entry. De grote Aziatische heerser Dzjenghis Khan verenigde de Mongoolse stammen in de 12de eeuw n. Chr. Vervolgens vaardigde hij wetten uit, de Yassa, waarin o.a. op homoseksualiteit de doodstraf werd gezet. Tegenwoordig is Mongolië een dunbevolkte republiek. De invloed van de tijd van de Russische overheersing, toen homo’s en transgenders naar de goelags werden gestuurd, wordt nog gevoeld. Inmiddels is homoseksualiteit niet meer illegaal, het wordt evenmin getolereerd. Voor transseksualiteit ligt de situatie iets anders, omdat het geworteld is in de Mongoolse religieuze traditie. De Sjamaan kon een ‘tweeledige identiteit’ aannemen, waarin hij de kostuums en attributen gebruikt van de andere sekse. Dat betekent nog niet dat de omstandigheden voor transgenders beter zijn. Zij leiden vaak eenzame of verborgen levens. Sommigen vervallen tot prostitutie en de jongeren zoeken hun heil in het buitenland waar ze makkelijker geaccepteerd worden en een betere kans hebben om een geslachtsverandering te kunnen ondergaan. Transmongolian toont jonge en oudere Mongolen, die zowel buiten in traditionele koninginnenkostuums als binnen in hun thuissituatie gefotografeerd zijn. Meerdere van de foto’s in deze expositie maakten geen deel uit van de oorspronkelijke inzending.
Category: open
category: Open 1st
Pacifico Silano Where the boys are This project takes its name from the 1961 Connie Francis song about longing and young love, from an era of innocence and naivety. The series features gay iconography and specific references to the 1950s, 60s and 70s, the time before the AIDS epidemic. Silano was born at the height of the AIDS crisis. Shortly after, his uncle died of HIV complications. Having no recollection of what he was like or what he looked like, Silano made this series to investigate the lives of men like his uncle who have faded from memory. These were also decades of repression and fear, which culminated in the Stonewall riots. By taking pictures and reworking images from the past, Silano aims to catalog and emphasize a neglected history that he has imbued with his own fantasies about this time. The jury enjoys the conceptual perspective of Silano’s entry that is about the medium and the way gay men have related to photography to build an iconography of gay masculinity and gay desire. De serie is vernoemd naar een liedje van Connie Francis uit 1961 over verlangen en prille liefde, uit een tijd van onschuld en naïviteit. De serie gebruikt gay iconografie en specifieke referenties aan de vijftiger, zestiger en zeventiger jaren, de tijd voor de AIDS epidemie losbarstte. Silano werd geboren op het hoogtepunt van de AIDS crisis. Kort na zijn geboorte stierf zijn oom aan de gevolgen van HIV. Om zich een beeld te vormen van de man die hij niet kon leren kennen, onderzoekt zijn serie de levens van mannen zoals zijn oom die uit de herinnering zijn gevaagd. De tijd waarin zij leefden waren ook jaren van repressie en angst, die culmineerde in de Stonewall rellen. Door deze foto’s te maken en oude beelden te bewerken, catalogiseert en benadrukt Silano een verwaarloosde geschiedenis die hij heeft gekleurd met zijn eigen fantasieën over deze periode. De jury is enthousiast over de conceptuele invalshoek van Silano’s inzending, die over het medium fotografie gaat en over de wijze waarop homomannen dit gebruikt hebben om een iconografie te scheppen van gay mannelijkheid en -verlangen.
category: Open 3rd
Diederick Habermehl Moms and gays In the series Moms and Gays Diederick Habermehl explores the relationship of mothers and gay sons. This is a relationship surrounded by the cliché of a strong bond between gay men and their moms. These pictures do not speak necessarily of a special bond, but more of acceptance and in some cases of a certain tension. The jury states that unlike most minorities, gays and lesbians are usually born to parents who do not belong to that minority. The series Moms and Gays was one of the few entries to address the relationship between heterosexual parents and a gay child. As the series fills in the stereotype with real individuals, we are invited to look beyond the cliché and focus more on the physical and psychological similarities between mothers and their (gay) sons. In de serie Moms and Gays zoomt Diederick Habermehl in op de relatie tussen moeders en gay zonen. Deze relatie is omgeven met het cliché van de warme band tussen gays en hun moeder. Uit de foto’s spreekt niet noodzakelijk deze speciale band, maar meer acceptatie en in sommige gevallen een zekere spanning. De jury stelt dat – in tegenstelling tot de meeste minderheden – gays en lesbo’s gewoonlijk geboren worden uit ouders die niet tot deze minderheid behoren. De serie Moms and Gays was een van de weinige inzendingen die de verhouding van heteroseksuele ouders met hun homokinderen aan de orde stelt. Daar de fotoserie het stereotype van de sterke band invult met echte personen, worden we uitgenodigd om voorbij het cliché te kijken en meer te focussen op de fysieke en psychologische overeenkomsten tussen de moeders en hun zonen.
category: Open 2nd
Risk Hazekamp Solitary Fruit Black like me is a 1961 nonfiction book by white American writer John Griffin. He describes his journey through the southern states of the USA, passing as a black man. In the prologue to the book he wrote: “It is the story of the persecuted, the defrauded, the feared and detested. I could have been a member of any ‘inferior group’.” Hazekamp took this as a clear invitation to other persons of ‘inferior groups’ to follow Griffin’s example. Taking the same route as Griffin, Hazekamp travelled as a transgender, to show transgender as an identity outside its own subculture, despite the risks. Hazekamp travelled alone, which meant that, next to being the photographer and the model, it was necessary to keep an eye on the camera while shooting. This way of working helped Hazekamp to achieve the right level of concentration and to emphasize the solitary nature of this project. Solitary Fruit is a series of ten black and white pictures: Hattiesburg, Swamp, Damn I am Good, Phone Booth, Selma, New Orleans, Cemetery, Passerby, Jazz Club, Strait Gate. The jury: The beautiful, filmic story references American cinematic culture, such as James Dean. Black like me is een non-fictie boek van de blanke Amerikaanse schrijver John Griffin uit 1961. Daarin beschrijft hij zijn reis door het Diepe Zuiden van de Verenigde Staten, waarbij hij zich voordeed als zwarte man. In de proloog schrijft hij: “Het is het verhaal van de vervolgden, de opgelichten, de gevreesden en de verachten. Ik had een lid kunnen zijn van elke ‘inferieure’ groep.” Hazekamp vatte dit op als uitnodiging aan andere personen van ‘inferieure groepen’ om Griffins voorbeeld te volgen. Hazekamp volgde dezelfde route als Griffin, zich voordoend als man, om de transgender identiteit te laten zien buiten de eigen subcultuur, ondanks de risico’s die dat inhield. Hazekamp reisde alleen en was daarmee niet alleen de fotograaf en het model, maar ook degene die de camera in de gaten moest houden tijdens het fotograferen. Deze manier van werken was nodig om het juiste niveau van concentratie te bereiken en om het eenzelvige karakter van dit project te benadrukken. Solitary Fruit is een serie van tien zwart-wit foto’s: Hattiesburg, Swamp, Damn I am Good, Phone Booth, Selma, New Orleans, Cemetery, Passerby, Jazz Club, Strait Gate. De jury stelde: het fraaie, filmische verhaal refereert aan de Amerikaanse filmcultuur, waaronder James Dean.
Special Mention
Special Mention
Jose Manuel Alorda HIV long-term survivors Being diagnosed as HIV-positive twenty years ago was close to a death sentence. Although many people died, nobody knows yet why a few didn’t. They were rejected by society for being homosexual and HIV+ and even by part of the gay community for fear of being infected. Many of these HIV survivors felt they had to hide their condition. Even now, many of them were cautious about being photographed, about being visible. The people shown in this series are HIV positive and no longer in hiding. In his portraits of these men Alorda decided to concentrate on the intensity of their eyes and on the condition of their skin where the illness was in evidence at some point. The jury noted that these striking portraits convey the dignity and perseverance of these survivors and praised their bravery to come out of hiding by agreeing to participate in this project. Alorda has taken each portrait from the front and used the same light to eliminate the differences between the individuals. This respectful treatment of the models removes the drama and creates a kind of balance that works very well. Wie twintig jaar geleden te horen kreeg dat er HIV was geconstateerd, was doorgaans ten dode opgeschreven. De meeste mensen stierven en nog steeds weet niemand waarom een klein aantal het overleefde. De combinatie van homoseksualiteit met HIV maakte dat de overlevenden werden gemeden en verworpen door de maatschappij, ook door de homogemeenschap waar angst voor besmetting heerste. Velen van hen kozen voor de onzichtbaarheid en verzwegen hun ziekte. Ook nu nog zijn de meesten terughoudend om zich te laten fotograferen. De mannen in deze fotoserie zijn HIV positief en verbergen dat niet langer. Bij het maken van hun portretten heeft Alorda de nadruk gelegd op de intensiteit van hun blik en op hun huid, waar zich op enig moment in het verleden de ziekte heeft afgetekend. De jury meent dat deze goed getroffen portretten de waardigheid en volharding van deze overlevenden overbrengt en heeft waardering voor hun moed om de openheid op te zoeken en aan dit project mee te doen. Alorda heeft de portretten frontaal genomen vanuit dezelfde hoek en met hetzelfde licht om de verschillen tussen de individuen te elimineren. Deze respectvolle benadering van de geportretteerden vermijdt het dramatische en schept een harmonieus evenwicht.
Special Mention
Bram Belloni I am gay and Muslim In 2011 Chris Belloni directed the documentary I am Gay and Muslim, which focuses on the rights of gay men in the Islamic world, and for which his brother Bram Belloni did part of the camera work and behind the scenes photography. Parallel to the film, Bram Belloni made a photo series of the Moroccan men who are in the film or contributed to it. The pictures show young gay Muslims in various Moroccan cities, who mostly feel the need to live in ambiguity and secrecy, although some have openly acknowledged their sexual orientation. The photos and film created an opportunity for these men to show themselves and form an empowering document for young, gay Muslims in their quest for identity and acceptance by society. From the jury report: the portraits are technically and compositionally strong, while conveying a broad range of masculinity among the subjects. These men are comfortable with themselves; their male identity is not forced. They do not seem to have any problems in combining their religious beliefs with their sexuality. The documentary I am Gay and Muslim by Chris Belloni is being shown on the viewing screen. In 2011 regisseerde Chris Belloni de documentaire I am Gay and Muslim, over de rechten van homomannen in de Islamitische wereld. Zijn broer Bram Belloni deed een deel van het camerawerk en de fotografie. Parallel aan de film maakte hij een fotoserie in Marokko van de mannen die in de film voorkomen of er aan meewerkten. De foto’s tonen jonge moslims in verschillende Marokkaanse steden die zich gedwongen voelen een dubbelleven te leiden en geheimhouding in acht te nemen, al zijn sommigen open over hun seksuele oriëntatie. De foto’s en film bieden hen de gelegenheid om zichzelf te laten zien, als een emanciperend document voor jonge homomoslims in hun zoektocht naar hun identiteit en naar acceptatie door de maatschappij. Uit het juryrapport: de portretten zijn technisch en compositorisch sterk, en geven een breed beeld van mannelijkheid van de betrokkenen. Deze mannen voelen zich op hun gemak; hun mannelijke identiteit is niet geforceerd. De serie toont dat het beleven van het geloof en de eigen homoseksualiteit goed samen kunnen gaan. Op het beeldscherm wordt de documentaire I am Gay and Muslim van Chris Belloni vertoond.
video
Special Mention
Anna-stina Treumund Loser In Loser 2011 Treumund poses as several winners in the post-soviet country Estonia: Martin has three children with different women, yet he believes in family values; Veiko works in Finland and hates immigrants in spite of the fact that he works abroad himself; and Lauri is a closeted homophobe who has been running an art school for the past ten years. The values that Estonian citizens are expected to subscribe to are nationalist and discriminative. Anyone different (not white, Estonian-speaking, straight and with children) is under pressure to ‘become a normal Estonian’ – make more Estonian babies and go to the traditional Song Celebration. Loser 2011 is a remake of a classic video work dealing with the postcommunist situation by Kai Kaljo from 1997, in which she repeats banal statements about herself followed by canned laughter. The jury remarks that the contextual references in Loser 2011 point to the connection between homophobia and nationalism, two traits that are prominent among the politically conservative intellectual elite in Estonia. In Loser 2011 poseert Treumund als enkele van de winnaars van de postSovjet staat Estland: Martin heeft drie kinderen bij verschillende vrouwen maar gelooft in het gezin als hoeksteen van de samenleving, Veiko werkt in Finland en haat immigranten hoewel hij zelf in het buitenland werkt en Lauri is een homofoob die zelf in de kast zit en al tien jaar een kunstopleiding runt. De waarden die Estse burgers geacht worden te onderschrijven, zijn nationalistisch en discriminatoir. Iedereen die afwijkt van de norm (niet blank, Ests sprekend, hetero en met kinderen) staat onder druk om een gewone Est te worden, om meer Estse baby’s te verwekken en mee te doen aan de nationale Zang Viering. Loser 2011 is een remake van een klassiek videowerk uit 1997 van Kai Kaljo over de postcommunistische toestand. Hierin maakt de kunstenaar banale statements over zichzelf, gevolgd door ingeblikt gelach. De jury merkt op dat de contextuele referenties van Loser 2011 verwijzen naar de relatie tussen homofobie en nationalisme, twee kenmerken die prominent aanwezig zijn bij de politiek conservatieve elite in Estland.
Category: Documentary
category: Documentary 2nd
Tobin Bryce Jones Morine The Western world may have come round somewhat to the idea that there is a whole spectrum of sexualities from heterosexual to homosexual and beyond. In Africa such ideas are only now starting to be raised. Morine is a transgender woman belonging to a small and exclusive group in Nairobi, Kenia. She has made the conscious choice to accept her gender identity openly in a society where this is still technically illegal. Living in the same community where she grew up, Morine now owns her own hair salon. This has not only gained her a lot of respect among her peers, but has also allowed her to create a successful life for herself and move into her own apartment across the road from the slum in which she grew up. The series tells an optimistic story of Morine’s daily life: taking care of her small nephew, removing facial hair, at work in her hair salon. The last photo shows that not everyone in the community has accepted her completely. De Westerse wereld begint enigszins gewend te raken aan het idee dat er een heel spectrum aan seksuele en gender identiteiten bestaat van hetero tot homo en daar voorbij. In Afrika echter komen zulke denkbeelden nu pas naar boven. Morine is een transgender vrouw die in Nairobi tot een kleine en exclusieve groep behoort. Zij heeft er bewust voor gekozen haar gender identiteit openlijk uit te dragen in een maatschappij waar dit officieel nog altijd onwettig is. Ze woont in de gemeenschap waarin ze opgroeide en heeft haar eigen kapsalon. Dit leverde haar respect en succes op. Ze kon een appartement betrekken tegenover de sloppenwijk waar ze opgroeide. De fotoserie vertelt een optimistisch verhaal over het dagelijks leven van Morine: we zien haar op haar kleine neefje passen, gezichtshaar verwijderen en aan het werk in haar kapsalon. De laatste foto toont dat niet iedereen in de gemeenschap haar echt accepteert.
category: Documentary 3rd
video
Luca Desienna Trans Islam Jogjakarta is a small town on Central Java. Although it is a fairly tolerant city, transgenders (warias) still lead difficult lives here. A group of about 300 Muslim warias form a unique and extravagant community. They live, struggle with poverty and HIV, and pray together. Central to their group is Maryani Oriono – a 50 year old male-to-female transgender. She adopted a child from the streets, named her Rizki, and mothers over the members of the community. In 2004 she opened Ponpes Al-Fatah, the first Islamic school for warias. Aside from teaching a moderate Islam, the school also teaches Islamic economic development. Trans Islam portrays this group on their rollercoaster lives of parties, prostitution, hospitals, funerals and love. It challenges religions to take a more moderate stance towards LGBT and it draws attention to our own perspectives on the subject. The photos from the series are shown as a slideshow made by the photographer herself. Jogjakarta is een kleine stad op Midden-Java. Hoewel het een redelijk tolerante stad is, hebben transgenders (warias) er een moeilijk leven. Een groep van ongeveer 300 Moslim transgenders vormen er een unieke en extravagante gemeenschap. Ze leven samen, helpen elkaar in de strijd tegen armoede en HIV en bidden gezamenlijk. Het hart van de groep is Maryani Oriono, een vijftigjarige man-naar-vrouw transgender. Zij adopteerde een straatkind dat ze Rizki noemde, en moedert over de leden van de gemeenschap. In 2004 opende ze Ponpes Al-Fatah, de eerste Islamitische school voor warias. Op deze school wordt les gegeven in een gematigde vorm van de Islam en in economische ontwikkeling volgens de Islamitische wetten. Trans Islam is een portret van deze groep en hun turbulente leven met feesten, prostitutie, ziekenhuizen, begrafenissen en liefde. Het daagt religies uit om een meer gematigde houding aan te nemen tegenover lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders en bevraagt onze eigen denkbeelden over deze groep. De fotoserie is in zijn geheel te zien in de vorm van een slideshow die door de fotograaf is gemaakt.
category: Documentary 1st
Fabian Weiss Lala Life Since 1997 it is no longer illegal to be homosexual in China and in 2001 homosexuality has even been removed from the Ministry of Health’s list of mental illnesses. Yet, lesbians and bisexuals still face harsh living conditions in modern China. With few possibilities to meet openly, they employ online platforms extensively, and use cafés and one-hour hotels to meet their lovers. To escape from the pressure of a straight marriage, some lesbians and gay men marry one another. In the big cities, women living together are considered a standard household only due to skyrocketing housing prices. The downside is obvious: these are Lala Lives; pretending not to be lesbian, or bisexual. This intimate series follows some young lesbian couples in Beijing. They are traditional couples in the sense that they are either tomboys or ‘pure’ (feminine) lesbians. We see them as they meet in one-hour hotels, visit their parents, and party at LaLa Shalong in Beijing. This is a lesbian association that on the other nights functions as a strip club. The first three photos shown in the exhibition were not part of the original entry. Sinds 1997 is homoseksualiteit niet langer illegaal in China en in 2001 heeft het ministerie van Gezondheid het zelfs geschrapt van de lijst met geestesziekten. Toch leven homo’s, lesbo’s en biseksuelen in het moderne China onder moeilijke omstandigheden. Er zijn weinig mogelijkheden om elkaar thuis openlijk te ontmoeten. Online dating sites worden intensief gefrequenteerd, en geliefden gaan naar cafés en obscure hotelletjes. Om aan de druk van een heterohuwelijk te ontkomen, trouwen sommige lesbo’s en homo’s met elkaar. In de grote steden bijvoorbeeld wordt het samenwonen van twee vrouwen alleen vanwege de extreem hoge huizenprijzen gezien als een normaal huishouden. Deze intieme fotoserie volgt een aantal lesbische paren in Beijing en toont de keerzijde: dit zijn Lala Lives; lesbo’s en biseksuelen die pretenderen dat niet te zijn. We zien hen op hun ontmoetingen in hotels, onderweg naar hun ouders, en feestend in de LaLa Shalong, een lesbische vereniging gevestigd in wat op de overige avonden een strip club is. De eerste drie foto’s in deze expositie maakten geen deel uit van de oorspronkelijke inzending.
Exhibition curator and photo editor handout/ Samenstelling expositie en beeldredactie handout: Marga Rotteveel, Photorevolt. Exhibition design and handout/ Ontwerp expositie en handout: Michl Sommer, Featuring. Graphic design/ Grafische vormgeving: Chris Alting Siberg, Contactus. Production/ Productie: Joeri Kempen, Joeri Kempen Projectmanagement. Host team coordinator/ Coördinator host team: Paul Augenbroe. Press contacts/ Perscontacten: Daniel Bouw, Deneuve. Communications and PR/ Communicatie en PR: Lianne van Roekel, Lot van Brakel, Tesja Bonnie, Isabel Leta. Look at me! Amsterdam production/ Werving project Look at me! Amsterdam: Fleur van den Berghe. Jury preparation, text editor handout/ Voorbereiding jury en redactie handout: Willie Holvast. Copywriters/ Copywriters: Angela de Fretes (general), Mylene van Noort (handout). Photo scouts/ Fotoscouts: Femke Hurkmans, Fleur Kaldenberg, Ineke Kraus, Chantal van Duppen. Proofreader English/ Proofreader Engels: David Swatling. Webmaster/ Webmaster: Frank den Hartog. The 2012 host team: ALLE KOK, AMBER DE LISLE, ANNELIES HAECK, BASTIAAN DE VOGEL, CEES VAN DER MEER, CLAIRE MEEUSSEN, COR KWAWEGEN, DENNIS VELDBLOEM, GOSKA RABAKON, HARALD RIPKEN, INGEBORGH VLASKAMP, KARLIJN VAN BUITENEN, MARIO DE LAAT, MARION VAN GEND, PATRICIA MULDER, PATRICIA KAMSTRA, PAUL AUGENBROE, SEZI TASER, TON VOLLEBREGT, YPKE BROEK-WELSCH Partners/ Partners: Pride Photo Award is an initiative of the COC Amsterdam, IHLIA and the Homomonument Foundation, with support and advice from Foam and World Press Photo/ Pride Photo Award is een initiatief van het COC Amsterdam, IHLIA en Stichting Homomonument, met steun en advies van Foam en World Press Photo. For more information visit/ Meer informatie vindt u op: www.pridephotoaward.org The 2012 edition was made possible by contributions from/ De editie 2012 is mogelijk gemaakt met bijdragen van:
Additional contributions were made by/ Verder hebben bijgedragen: the Amsterdam district councils/ de Amsterdamse stadsdelen, Fotolab Kiekie, Rederij Aemstelland.