Catalogus 2014 Hoger pedagogisch onderwijs
www.coutinho.nl
Uitgeverij Coutinho is een zelfstandige uitgeverij die in 1976 werd opgericht door Dick Coutinho. In ruim dertig jaar is het bedrijf uitgegroeid tot een middelgrote educatieve uitgeverij met een breed aanbod aan leermiddelen voor het hoger- en het volwassenenonderwijs. Uitgeverij Coutinho wil het onderwijs faciliteren. We doen dit door de docent te ondersteunen in zijn lespraktijk en de student te helpen bij het behalen van goede studieresultaten. Daarvoor ontwikkelen we kwalitatief hoogstaand les- en studiemateriaal dat nauw aansluit bij de onderwijspraktijk. Daarbij richten wij ons op betaalbare producten, zonder concessies te doen aan de kwaliteit, didactiek en uitvoering.
Voorwoord
Bookshelf: Educatieve e-books
‘De leraar maakt het verschil’, zo luidt het motto van de nieuwe Lerarenagenda 2013-2020 van het ministerie van OC&W. De leraar van de toekomst moet nog meer een alleskunner zijn. Het onderwijs is daarom volop in beweging. Programma’s als School aan zet, de accenten in de komende accreditatie en het nieuwe Lerarenregister brengen ook weer organisatorische en/of curricula aanpassingen in uw opleiding met zich mee. Als vertrouwde partner wil Uitgeverij Coutinho u en uw studenten ook in 2014 weer graag ondersteunen. Met herziene en nieuwe edities spelen we in op actuele thema’s als schrijfvaardigheid, praktijkonderzoek, talentontwikkeling en vakbekwaamheid. In het bijzonder noemen we Iedereen kan leren schrijven, een bijzondere schrijfdidactiek methode. Met DANS! en Hoe bedenk je het?! worden de creatieve vermogens ontwikkeld. En met Praktijkboek voor leraren en Van werkdocument naar eindverslag werkt u aan professionele competenties en een onderzoekende houding. Wij zijn gepast trots op de waardering die u voor de kwaliteit van onze uitgaven heeft. De praktische toepasbaarheid wordt echter alleen gewaarborgd door nauwe samenwerking met onze gebruikers. We stellen het daarom erg op prijs om uw mening te horen. Heeft u dus ideeën voor nieuw lesmateriaal of vragen over onze uitgaven, aarzel dan niet om contact op te nemen.
Creëer een rijke, geïntegreerde digitale leeromgeving voor u en uw studenten. Vanaf studiejaar 2014-2015 zijn de meeste actuele hbo-boeken van Uitgeverij Coutinho beschikbaar als e-book via het Bookshelf platform. Op www.coutinho.nl vindt u eenvoudig een overzicht van de beschikbare titels. Met Bookshelf hebben u en uw studenten altijd en overal toegang tot digitale studieboeken: op pc, laptop, tablet en smartphone. En dat is niet het enige voordeel. Met Bookshelf integreert u eenvoudig aanvullende lesstof in het studieboek, maakt u notities en deelt u deze met studenten en verrijkt u de lesstof met multimediale content. Bovendien kunt u inzicht krijgen in het gebruik van de lesstof door studenten. Bookshelf kan ook worden geïntegreerd met de Elektronische Leeromgeving van uw school. De mogelijkheden worden dan nog groter. Zo kunt u toetsen afnemen bij uw studenten en de cijfers koppelen aan cijferlijsten en kunt u uw boekenlijst direct beschikbaar maken in de ELO. Meer informatie over alle toepassingen? Wij lichten u deze graag persoonlijk toe.
Met vriendelijke groet, Martin Chirer Uitgever hoger pedagogisch onderwijs
Inhoud Nieuw & Herzien
2
04
Aardrijkskunde 12
Taaldidactiek 05
Geschiedenis 13
Rekenen 08
Dans & drama
Nederlands 09
Levensbeschouwing 14
Engels 10
Pedagogiek & onderwijskunde 14
Natuuronderwijs 12
Algemene voorwaarden
13
22 3
Taaldidactiek
Nieuw & Herzien
NIEUW & HERZIEN
PORTAAL Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs
NIEUW
HARRY PAUS (RED.) SYLVIA BACCHINI, RIKKY DEKKERS, DORY HOFSTEDE, CASPER MARKESTEIJN, HANS MEIJER & THEO PULLENS
Iedereen kan leren schrijven Schrijfplezier en schrijfvaardigheid in het basisonderwijs
Walter Geerts e.a.
Suzanne van Norden
Zie pagina 19
Praktijkboek voor leraren Professionele ontwikkeling op de leerplek
Zie pagina 6
Tekststructuur
Leidinggeven aan onderzoekende scholen
Freerk Teunissen e.a.
Meta Krüger
Zie pagina 10
Zie pagina 19
Handboek vvto Engels op de basisschool
De reflectieve professional
Alessandra Corda e.a.
Zie pagina 20
Marie-José Geenen
In Portaal komen alle aspecten van het taalonderwijs in het basisonderwijs aan de orde. Deze vierde druk is geheel herzien en volledig geactualiseerd, waarbij de structuur ten opzichte van de derde druk wel gehandhaafd blijft. De inhouden die pabostudenten zich eigen moeten maken, zijn geformuleerd in de Kennisbasis die op elke pabo centraal wordt getoetst. Alle begrippen die in de Kennisbasis voorkomen, worden in Portaal in hun context behandeld. De begrippen zijn toegankelijk via het register in Portaal.
Zie pagina 10
Jan de Bas
Van werkdocument tot eindverslag, praktijkgericht onderzoek doen en beschrijven
Zie pagina 12
Joke Kiewiet-Kester
De pabotoets aardrijkskunde haal je zo
Zie pagina 21
Portaal geeft de leraar een beeld van het hele taalonderwijs
INFORMATIE SAMENGEVAT Verschijnt:
DANS! Praktisch handboek voor het basisonderwijs
HERZIEN
Etje Heijdanus e.a.
Zie pagina 13
Portaal Praktische taaldidactiek voor het basisonderwijs Harry Paus e.a.
Samen werken aan leren en opvoeden Basisboek voor ouders en school
Zie pagina 5
Ron Oostdam e.a.
Zie pagina 16
Rekenen en wiskunde uitgelegd Kennisbasis voor leerkrachten basisonderwijs Peter Ale e.a.
Hoe bedenk je het?! Creatief denken in het basisonderwijs
In Portaal is de weg beschreven naar de eindniveaus 1F en 1S/2F voor alle domeinen van het taalonderwijs die in het Referentiekader Taal worden genoemd. Mede op wens van gebruikers is de structuur van het hoofdstuk over schrijven gewijzigd: schrijven (stellen) en spellen zijn afzonderlijk van elkaar uitgewerkt. Het hoofdstuk over jeugdliteratuur heeft een forse uitbreiding gekregen.
Zie pagina 9
voorjaar 2014, 4e druk
Aantal pagina’s: ca. 540 Prijs: ca. € 44,50 ISBN:
978 90 469 0408 4
online studiemateriaal
Op de website die bij Portaal hoort, is een begrippentrainer opgenomen met behulp waarvan studenten zich kunnen voorbereiden op hun Kennisbasistoets. Ook staan er aanwijzingen voor het modulair gebruik van Portaal, bijvoorbeeld een module onderbouw en bovenbouw en adviezen om met gebruikmaking van Portaal de kennisbasis te bestuderen. Op de website zijn ook lesvoorbeelden met video’s te vinden.
Jenny de Bode e.a.
Zie pagina 18 Geloof je het zelf?! Levensbeschouwelijk leren in het primair onderwijs Praktijkwijzer basisonderwijs Snel en doeltreffend handelen Joke Gerritsen e.a.
Bas van den Berg e.a.
Zie pagina 14
GA VOOR EEN COMPLEET OVERZICHT VAN ONZE UITGAVEN NAAR WWW.COUTINHO.NL.
Zie pagina 18
4
5
Taaldidactiek
Taaldidactiek
Iedereen kan leren schrijven
bijVoorbeeld
Verborgen talenten
Exemplarische opleidingsdidactiek voor
Jeugdliteratuur op school
Schrijfplezier en schrijfvaardigheid in
taalonderwijs op de basisschool
De Taaltoets-pabo haal je zo
het basisonderwijs Bart van der Leeuw & Jo van den Hauwe (red.), Els Moonen, Ietje Pauw & Anneli Schaufeli
Suzanne van Norden
In groep 3 zijn kinderen enorm gemotiveerd om te schrijven. Maar vaak lukt het niet dit vast te houden tot in groep 8. Onderzoek van de Inspectie laat zien dat er op scholen weinig tijd is voor teksten schrijven en ook de didactiek te wensen overlaat.
Veel kinderen vinden schrijven steeds lastiger en het schrijfplezier verdwijnt. Kunnen leerkrachten dit weer stimuleren? Veel kinderen vinden schrijven steeds lastiger en het schrijfplezier verdwijnt. Kunnen leerkrachten dit weer stimuleren? Ja, dat kán. Iedereen kan leren schrijven is een toegankelijk handboek dat leerkrachten helpt om via een motiverende didactiek schrijfvaardigheid en plezier in schrijven op de basisschool te bevorderen. Iedereen kan leren schrijven biedt een globale leerlijn schrijven voor de groepen 1 t/m 8, beantwoordend aan tussendoelen en referentieniveaus. Kinderen worden actief betrokken bij de inhoud van hun teksten via de werkwijze van taalvorming. Van vertellen over eigen ervaringen stappen kinderen over naar schrijven. Vervolgens gaat het boek in op verschillende tekstgenres en tekstsoorten en manieren om die in te passen in thematisch werken of in zaakvaklessen.
bijVoorbeeld is een werkboek dat theorie, praktijk en eigen taalvaardigheid via voorbeelden samenbrengt. Het boek behandelt de negen domeinen van de Kennisbasis Nederlands. bijVoorbeeld bestaat uit een op best practices gebaseerde lessenserie. De docent kan putten uit de zeer uitgebreide docentensite die ondersteuning en suggesties geeft voor de lessen van de opleider. De exemplarische didactiek laat studenten werken aan de kennis van de Kennisbasis, aan de praktische toepassing daarvan in hun (stage)lessen én aan hun eigen taalvaardigheid. Het stramien van de exemplarische opleidingsdidactiek: Begeleid door docent
Student werkt zelfstandig
1. Uitvoeren taalactiviteit 2. Nadenken over voorbeeldles 3.
Theoretische verdieping
4.
Transfer naar praktijk
5.
Taalvaardigheid student
6. Feedback
Met behulp van bijVoorbeeld ervaren studenten op actieve wijze de basisprincipes van de hedendaagse taaldidactiek en leren ze om het Referentiekader Taal (Nederland) en de eindtermen Nederlands (Vlaanderen) toe te passen in de lessen die ze ontwerpen.
Piet Mooren, Karen Ghonem-Woets, Erna van Koeven, Jeanne Kurvers & Herman Verschuren
Laat de verborgen talenten van leerlingen tot uiting komen. Verborgen talenten bestaat uit drie delen. Het inleidende deel 1 laat zien hoe boeken een rol kunnen vervullen bij de individuele leesontwikkeling of de ontwikkeling van eigen talenten en interesses van leerlingen. In deel 2 bespreken de auteurs de theorie en praktijk van de leesontwikkeling en de jeugdliteratuur. Deel 3 laat zien hoe jeugdliteratuur als leermiddel kan worden toegepast bij alle andere vakken van het basisonderwijs. Zo kun je bijvoorbeeld een tijdsbeeld oproepen (geschiedenis), verre reizen maken (aardrijkskunde), tijdsduur berekenen (rekenen), een logboek maken (natuuronderwijs) en discussiëren over goed en kwaad (levensbeschouwing). Door op deze wijze met jeugdliteratuur te werken, kunnen cognitieve, esthetische en ethische onderwijsdoelen gecombineerd worden. Zo kunnen de verborgen talenten van leerlingen tot uiting komen. Op de bijbehorende website wordt ondersteunend materiaal aangeboden zoals een entree per hoofdstuk, opdrachten, geannoteerde titellijsten van aanbevolen jeugdliteratuur, interessante links en verdiepende teksten. In de inleidingen op de titels wordt de samenhang met de verdiepende teksten en het betreffende vak toegelicht.
Er is een website met lesvoorbereidingsformulieren, overzichten van tekstgenres, voorbeelden van kinderteksten en links.
4
Schrijven in het curriculum
4.1 4.2
Taalvorming als basis: taalrondes en tekstbesprekingen over ervaringen Genres kiezen en plannen
In het vorige deel beschreven we een globale leerlijn voor teksten schrijven. Daarin pleiten we voor het leggen van een stevige basis van schrijven over ervaringen in de groepen 1 tot en met 4, het onderhouden van die basis in de groepen 5 tot en met 8 en het geleidelijk toevoegen van meerdere tekstgenres. Dat betekent dat de werkwijze van taalvorming een vooraanstaande plek inneemt in het schrijfcurriculum en dat tijd ingeruimd wordt voor schrijflessen rondom genres. Dit is natuurlijk een keuze. Scholen die strikt volgens een taalmethode werken zullen daarin aanpassingen moeten maken. Als zij dit beredeneerd doen, zal het veel opbrengen en
daarmee ook op de inspectie een goede indruk maken (zie ook paragraaf 12.4)! In dit hoofdstuk geven we eerst een beeld van de basiswerkvormen van taalvorming: de taalronde en de daarop volgende tekstbespreking. Delen van deze paragraaf zijn overgenomen uit Taal leren op eigen kracht van Van Norden (2004), dat informatie geeft over de werkwijze van taalvorming. We sluiten af met een overzicht van de manier waarop je de acht basisgenres in een leerlijn kunt plaatsen. In deel III vind je praktische hulpmiddelen voor het plannen van schrijflessen in het programma.
4.1
Taalvorming als basis: taalrondes en tekstbesprekingen over ervaringen
De basiswerkvormen taalronde en tekstbespreking kun je zien als fasen in het schrijfproces. In de taalronde gaat het om het oproepen en mondeling verwoorden van
Deze vijf fasen zijn gemakkelijk terug te vinden in de opeenvolging van taalronde en tekstbespreking bij taalvorming. Over tekstgenres en de inhoud van teksten zegt dit model nog niets. Zoals in hoofdstuk 1 en 2 aan de orde kwam, schrijven kinderen bij taalvorming voornamelijk ervaringsteksten (genre ervaring/vertelling) en bespreken ze die op begrijpelijkheid en beeldende details. Daarop zijn de schrijfopdrachten en tekstbesprekingen dan ook gericht.
de tijd geven om enkele teksten mooi vorm te geven, te illustreren en in boekjes te bundelen. Het is slim om schrijflessen op deze manier in fasen in te delen en er voldoende tijd voor in te plannen. Een schrijfles bestaat niet alleen uit schrijven, maar ook uit voorbereidende gesprekken, werken aan verschillende versies van de tekst en reflecteren op het proces. In de nieuwere taalmethodes zijn zulke fasen wel terug te vinden, ook al wordt er nogal eens te weinig tijd voor uitgetrokken. Bekend is het ‘vijffasenmodel’ (Hoogeveen, 1993), een didactisch model dat het schrijfproces in vijf fasen verdeelt: 1 oriëntatie op de schrijfopdracht; 2 schrijfopdracht; 3 schrijven en hulp geven tijdens het schrijven; 4 bespreken en herschrijven; 5 verzorgen en publiceren.
omdat zij geen teksten schrijven maar taaltekeningen maken. De teksten worden daar door de leerkracht bijgeschreven tijdens een individueel gesprek. Zie deel III van dit boek voor specifieke informatie over taaltekeningen, kleuters en bijschrijven in begin groep 3.
Hierna geven we een beeld van de praktijk van taalronde en tekstbespreking in de vorm van een precies lesverslag, een opbouw van werkvormen en een toelichting. De opbouw van werkvormen is in grote lijnen gelijk voor alle groepen, de inhoud en eventueel de tijdsduur moeten aan de leeftijdsgroep aangepast worden. Voor kleuters en beginnende derdegroepers geldt een aanpassing,
Een taalronde in groep 5 Kringopstelling en snel rondje We zijn in groep 5 eerst een tijdje bezig met het opstellen van de kring op alfabet, waar iedereen met inzet aan meedoet, zodat de sfeer prettig en actief is als we allemaal zitten en gaan beginnen. Eerst een snel rondje, zodat ik alle stemmen een keer gehoord heb en iedereen al meteen het gevoel heeft aan het woord te zijn geweest. Dit keer vertellen we allemaal welke lamp we vanochtend het eerste hebben aangedaan. Sommige kinderen zeggen
56
57
online studiemateriaal
6
In De Taaltoets-pabo haal je zo wordt alle stof behandeld die de studenten voor de taaltoets moeten kennen. De vier domeinen spelling, formuleren, interpunctie en basisgrammatica vormen de basis van ieder hoofdstuk. Met behulp van een diagnostische toets maken de studenten eerst een selectie uit de stof en de oefeningen. Vervolgens wordt de belangrijkste theorie gegeven in schema’s en direct toegepast in de uitwerking van de diagnostische toets. Hierop volgt een uitgebreid oefengedeelte. Het boek besluit met een eindtoets die vergelijkbaar is met de officiële Taaltoets-pabo.
2008
€ 18,50
200 pp.
ISBN 978 90 469 0103 8
Gesprekscommunicatie Handboek voor leerkrachten in het primair onderwijs
Adri van den Brand
Voor leerkrachten is een effectieve, professionele relatie met kinderen, ouders, collega’s en leidinggevenden essentieel. In veel teams in het primair onderwijs groeit het besef dat zo’n relatie voor een belangrijk deel wordt opgebouwd via gesprekscommunicatie, en ook het besef dat ‘beter communiceren’ te leren is. Aanleiding genoeg voor scholen en opleidingen om hierin te investeren. Gesprekscommunicatie geeft leerkrachten (in opleiding) inzicht in de manier waarop zijzelf en anderen communiceren, en in de wijze waarop communicatie kan worden veranderd of beïnvloed. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat je eerst moet weten hoe je zelf communiceert en wat je wilt uitdragen, voordat je goed met anderen kunt communiceren. Het boek bespreekt achtergronden, theorie en visie. Daarnaast geeft het aan hoe studenten en leerkrachten communicatieve vaardigheden kunnen inzetten in allerlei concrete gesprekssituaties die ze in het onderwijs tegenkomen.
hoofdstuk 4 • schrijven in het curriculum eigen ervaringen van kinderen, hieruit selecteren en tot slot een eerste versie van een tekst schrijven. Dit binnen het bestek van ongeveer een uur. Op een andere dag volgt hierop de tekstbespreking, waarbij een of meer van de eerste versies klassikaal besproken wordt bij wijze van voorbeeld en de kinderen hun teksten daarna in tweetallen op dezelfde manier bespreken en veranderen. Om de teksten echt af te krijgen kan meer tijd nodig zijn dan een les, maar de leerkracht bepaalt hoelang eraan wordt doorgewerkt – niet perfectie is het doel, maar ‘goed bezig zijn geweest met schrijven’. Goed bezig: gemotiveerd schrijven, elkaars teksten lezen en horen, je eigen tekst voorlezen, aan je eigen tekst prutsen, iemand helpen met haar of zijn tekst, nog eens kijken naar spelling en interpunctie. Of ze nu af zijn of niet, teksten van kinderen worden bewaard in schriften of (digitale) mappen, met de eerdere versies erbij. Nu en dan kun je kinderen
Hans de Weerdt
online studiemateriaal + docentenhandleiding
online studiemateriaal
online studiemateriaal
voorjaar 2014
ca. € 29,50
2011
€ 29,50
2012
€ 49,50
2010
€ 38,50
ca. 250 pp.
ISBN 978 90 469 0398 8
274 pp.
ISBN 978 90 469 0265 3
464 pp.
ISBN 978 90 469 0288 2
496 pp.
ISBN 978 90 469 0176 2
7
Taaldidactiek | Rekenen
Rekenen | Nederlands
Taal, een zaak van alle vakken
Taalontwikkeling op school
Rekenen en wiskunde uitgelegd
Geïntegreerd taal- en zaakvakonderwijs
Handboek voor interactief taalonderwijs
Kennisbasis voor leerkrachten
op de basisschool
Taalproblemen van nu Uitleg, oefeningen en antwoorden
basisonderwijs
Wim van Beek & Marianne Verhallen (red.)
Marianne Verhallen & Ruud Walst
Peter Ale & Martine van Schaik
Simon Burgers
Dit boek laat zien hoe er beter onderwijs ontstaat als leerkrachten taallessen en zaakvaklessen bij elkaar brengen. In Taal, een zaak van alle vakken beschrijven de auteurs de theorie waarbij ze direct de koppeling maken met de praktijk. Ze presenteren een eenvoudig lesmodel, herkenbare praktijkvoorbeelden en concrete handreikingen. Of het nu gaat om een les in de onderbouw over tijgers, in de middenbouw over magneten, of in de bovenbouw over tropische grondstoffen; elke leerkracht kan zelf geïntegreerd taal-zaakvakonderwijs realiseren. Op de uitgebreide website wordt het lesmodel in verschillende voorbeeldlessen in beeld gebracht, met behulp van videoregistraties. Ook zijn er lesmaterialen beschikbaar.
In Taalontwikkeling op school zijn mogelijkheden voor de leerkracht om taalontwikkeling van kinderen te bevorderen, samengebracht tot een compleet en praktisch ‘taalgroeipakket’. In de eerste hoofdstukken behandelen de auteurs het taalverwervingsproces en de succesfactoren daarin. Vervolgens bespreken zij drie belangrijke taalgroeimiddelen: taalaanbod, taalruimte en feedback. Ten slotte besteden de auteurs aandacht aan de manier waarop de taalgroeimiddelen in uiteenlopende situaties het beste tot hun recht kunnen komen.
Goed rekenonderwijs vereist een vakkundige leerkracht die boven de stof staat en vertrouwen heeft in zijn eigen rekenvaardigheid. Een startbekwame leerkracht beheerst niet alleen de basis, maar kent verschillende benaderingen van een probleem, zodat hij kan inspelen op de diverse rekenstrategieën van zijn leerlingen. Met Rekenen en wiskunde uitgelegd brengt de (toekomstige) leerkracht zijn rekenkundige kennis op het niveau dat nodig is om goed rekenonderwijs te geven. Het boek volgt exact de structuur van de Kennisbasis Rekenen-Wiskunde zoals beschreven in de Toetsgids pabo van december 2013. Rekenen en wiskunde uitgelegd biedt, naast de basisstof die in de boeken voor leerlingen staat, ook een uitbreiding van het vakkundig repertoire. De auteurs leggen bij alle onderwerpen een link naar de didactiek. Tevens zijn door het hele boek heen tips opgenomen die de leerkracht handvatten bieden om de stof bij de leerling onder de aandacht te brengen. Deze tweede editie bevat een zeer uitgebreide oefencomponent om de eigen vaardigheid en het repertoire op Kennisbasisniveau te trainen. Nieuw op de website, naast uitwerkingen van alle opgaven, zijn de interactieve oefeningen en proeftoetsen.
Is het een grote huis of een groot huis? Jou boek of jouw boek? Taalproblemen van nu besteedt uitgebreid aandacht aan deze en andere veelgemaakte fouten. Het accent ligt op de fouten van nu, zoals het gebruik van een verkeerd lidwoord of een verkeerde verbuiging (de meisje; me vriend), een punt tussen een hoofdzin en een bijzin (Fatima komt niet. Aangezien ze ziek is), het gebruik van een koppelteken in plaats van een apostrof (BN-er; sms-je) en het weglaten van kleine woordjes (Zij zijn het volledig over eens). Maar ook veelvoorkomende klassieke taalproblemen worden behandeld, zoals werkwoordspelling en het gebruik van leestekens, voorzetsels, voegwoorden en verwijswoorden. Daarnaast komen woordvolgorde, alineagebruik en tekstopbouw aan bod; onderwerpen die eveneens nodig zijn om de taalniveaus 3F en 4F (commissie Meijerink) of B2 en C1 (ERK) te bereiken.
online studiemateriaal
online studiemateriaal
2012, 2e druk
€ 31,50
2011, 2e druk
€ 23,50
144 pp.
ISBN 978 90 469 0332 2
224 pp.
ISBN 978 90 469 0254 7
Met woorden in de weer Praktijkboek voor het basisonderwijs
Actief met rekenen en wiskunde Gevarieerde wiskundige activiteiten
online studiemateriaal
online studiemateriaal
voorjaar 2014, 2e druk
ca. € 32,50
2012
€ 19,50
ca. 250 pp.
ISBN 978 90 469 0411 4
119 pp.
ISBN 978 90 469 0336 0
Dirkje van den Nulft & Marianne Verhallen
Sabine Lit, Arlette Buter, Wil Oonk & Ronald Keijzer
Leerlingen met onvoldoende woordenschat kunnen niet alleen de lessen niet goed volgen; zij leren ook minder snel nieuwe woorden en begrippen bij.
Actief met rekenen en wiskunde biedt ruim zestig activiteiten die leerlingen op een creatieve manier aan het denken zetten over rekenen en wiskunde en waarmee zij op het gewenste rekenniveau komen. De activiteiten zijn ingedeeld in vier hoofdstukken: getallen, verhoudingen, meten & meetkunde en verbanden. De activiteiten sluiten aan op de referentieniveaus Rekenen van de commissie Meijerink.
Adviezen voor een goede zinsbouw,
Op de bijbehorende website wordt extra materiaal aangeboden, zoals werkbladen, getalkaartjes en instructies voor de leerlingen om te projecteren op het digibord. Met Actief met rekenen en wiskunde kan iedere leraar voor rekenen en wiskunde – beginnend of ervaren – zijn vakmanschap een nieuwe impuls geven om het onderwijs leuker, dynamischer en efficiënter te maken.
De kleine schrijfgids is een handzame gids met daarin makkelijk opzoekbaar, helder en beknopt, alle antwoorden op taalvragen. Het boek bevat adviezen voor het formuleren van duidelijke zinnen en het kiezen van de juiste woorden in artikelen, verslagen en brieven. Ook komen de meestvoorkomende fouten in stijl en zinsbouw aan de orde, en onderwerpen als signaalwoorden en omgaan met afkortingen. De spellingsregels worden in een apart hoofdstuk behandeld. Een kort overzicht van het correct gebruik van leestekens maakt deze kleine schrijfgids compleet. Deze uitgave is conform de officiële spelling van 2006 van de Nederlandse Taalunie.
De kleine schrijfgids
In Met woorden in de weer presenteren de auteurs een praktische aanpak voor intensieve woordenschatuitbreiding in het basisonderwijs. Ze reiken verschillende instrumenten en technieken aan om effectief woorden aan te leren en met woorden te oefenen in elke situatie, elke groep en elk vak. Het boek is afgestemd op de praktijk met behulp van veel voorbeelden, opdrachten en handreikingen.
online studiemateriaal
8
online studiemateriaal
2009, 2e druk
€ 22,00
2013
€ 26,00
224 pp.
ISBN 978 90 469 0157 1
160 pp.
ISBN 978 90 469 0341 4
woordkeuze en spelling
Mariët Hermans
WILT U OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN DE LAATSTE ONTWIKKELINGEN RONDOM NIEUWE EN HERZIENE UITGAVEN OP UW VAKGEBIED? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief op www.coutinho.nl/nieuwsbrief.
2006, 6e druk
€ 13,50
136 pp.
ISBN 978 90 469 0013 0
9
Nederlands | Engels
Engels
Welgespeld
Handboek vvto
Werkwoordspelling voor het
Engels op de basisschool
Praktische didactiek voor Engels in het basisonderwijs
hoger onderwijs
PRAKTISCHE TAALVAARDIGHEID VOOR EIBO Sibilla Oskam
Alessandra Corda, Karel Philipsen & Rick de Graaf
Wilma van der Westen
Foutloos spellen blijkt voor veel studenten in het hoger onderwijs niet vanzelfsprekend. Voor de meesten van hen vormt de werkwoordspelling het grootste struikelblok. Recent psycho- linguïstisch onderzoek heeft uitgewezen dat dit niet komt door het foutief toepassen van de regels, maar door de werking van het woordgeheugen. Dit vraagt om een nieuwe aanpak van het aanleren van werkwoordspelling. In Welgespeld worden de regels uiteengezet voor diegenen die ze nog niet beheersen, én worden de hardnekkige fouten van gevorderde spellers aangepakt met behulp van de nieuwe didactische inzichten. De student maakt eerst een begintest, aan de hand waarvan hij zelf een keuze kan maken uit de verschillende onderdelen van deze methode. Met behulp van voorbeeldzinnen en oefeningen maakt hij zich vervolgens de geselecteerde stof eigen. online studiemateriaal
2006
€ 20,00
208 pp.
ISBN 978 90 6283 470 9
Tekststructuur Effectiever en efficiënter schrijven
Freerk Teunissen & Aleid van de Vooren-Fokma
Effectief en efficiënt schrijven gaat verder dan een actieve schrijfstijl en mooie tussenkopjes. Een goede tekst is aantrekkelijk voor de lezer, sluit aan bij zijn wensen en is helder. Schrijven is ordenen en structureren. Veel studenten hebben daar moeite mee, terwijl zij vaak verslagen moeten maken. Tekststructuur belicht het schrijfproces met aansprekende voorbeelden en een directe toon. Dit interactieve boek laat gebruikers met meer gemak schrijven. Door de overzichtelijke opbouw is er op verschillende manieren met Tekststructuur te werken, zowel individueel als in groepsverband. Het eerste deel gaat over kernzinnen, alinea’s en basisuitspraken, oftewel: structuur van teksten en het effect daarvan op de lezer. Het tweede deel richt zich op de manier waarop een schrijver grip krijgt op zijn materiaal: ordening aanbrengen, informatie structureren en selecteren. Via korte, activerende opdrachten op de website ontdekken gebruikers wat structuur met hun teksten doet. Dit boek richt zich op zakelijke teksten, maar is inzetbaar voor allerlei soorten teksten.
10
Sibilla Oskam
Vroeg Engels groeit snel in het basisonderwijs, mede door nieuw overheidsbeleid. Veel scholen zijn enthousiast begonnen, maar hebben behoefte aan informatie en richtlijnen op school- en leerkrachtniveau om te zorgen voor doorontwikkeling en borging.
Kinderen die vroeg Engels leren, spreken de taal beter dan leeftijdsgenoten die laat beginnen.
Handboek vvto is het resultaat van een vruchtbare landelijke samenwerking tussen scholen, opleiders en onderzoekers, onder leiding van het Europees Platform. Het boek slaat een brug tussen wetenschappelijke kennis en good practices aan de ene kant en de behoeften van scholen aan de andere kant. Dat maakt het tot een uniek naslagwerk voor het gehele scholenveld, inclusief opleiding en nascholing. Handboek vvto bestaat uit drie delen. Deel I bevat een overzicht van (inter)nationale en wetenschappelijke ontwikkelingen rond vvto. Deel II werkt toe naar de praktijk. Het gaat in op didactiek, organisatie en effecten van vvto, curriculumopbouw en kwaliteitsbeleid. In deel III worden praktijkvoorbeelden gegeven en uitwerkingen van een aantal specifieke thema’s voor vvto, zoals differentiatie, dyslexie, excellentie en nieuwe media.
Praktische didactiek voor Engels in het basisonderwijs is geheel afgestemd op de nieuwe Kennisbasis Engels. Ook is er aandacht voor actuele onderwerpen als vroeg vreemde talenonderwijs (vvto), Content and Language Integrated Learning en digitale leermiddelen. Het boek bestaat uit twee delen. In deel 1 wordt de stand van zaken binnen het vakgebied besproken en worden de kerndoelen voor Engels in het Basisonderwijs, didactische methoden en belangrijke taalverwervingstheorieën aangeboden. Het vierfasenmodel wordt hierbij uitgebreid besproken. Deel 2 behandelt pedagogische en didactische vaardigheden, zoals differentiatie en evaluatie. Daarnaast komen tal van didactische werkvormen en leeractiviteiten aan bod, waaronder spelletjes als bingo en kwartet, en werkvormen met liedjes. In dit deel worden ook twee hoofdstukken gewijd aan leesvaardigheid en internationalisatie.
11 ■ Didactiek voor vroeg vreemdetalenonderwijs
11.7 ■ Verschillen en overeenkomsten tussen vvto en CLIL
Als de minor op de pabo geheel in het Engels wordt aangeboden, heeft dat een positief effect op het taalniveau van de student: veel authentiek taalaanbod, met een belangrijke boodschap (didactiek) en ‘n+1’.
Hieronder en op de volgende bladzijde vind je een aantal voorbeelden van activiteiten voor de onderbouw.
11.6.1 Stage in het buitenland
De stage kan in Nederland plaatsvinden, maar ook het buitenland. Alle vier pabo’s bieden de studenten de mogelijkheid een stage in het buitenland te volgen. De studenten van Hogeschool Windesheim kunnen kiezen tussen een stage op een Maori/English-school in Nieuw-Zeeland of een dual immersionschool (Spaans/Engels) in Los Angeles. Een studente van de Christelijke Hogeschool Ede heeft stage gelopen op een school in Namibië en heeft een uitwisselingsproject tussen een school in Nederland en een school in Namibië opgezet en uitgevoerd. De Hogeschool van Rotterdam heeft de buitenlandse stage verplicht gesteld: studenten geven, gedurende drie maanden, vijf dagen in de week les op een basisschool in Nottingham. In alle gevallen heeft de student baat bij het feit dat zij zich maandenlang in een total immersion-situatie bevindt en daarbij haar Engelse taalvaardigheid niet als doel op zich ervaart, maar als een communicatiemiddel om les te kunnen geven of een project te organiseren.
11.7
Verschillen en overeenkomsten tussen vvto en CLIL
van een basisschool blijkt een belangrijke factor. Deze factor lijkt het succes van vvto-scholen deels te verklaren: de deelnemende vvto-scholen zijn voornamelijk in stedelijke gebieden gevestigd en leerlingen in een stedelijke omgeving zijn beter in Engels (zie ‘urbanisatie’ in figuur 7.1). Het vvto-effect is pas betrouwbaar vast te stellen wanneer ook in minder stedelijke gebieden prestaties van voldoende vvto-leerlingen gemeten kunnen worden. Bij vergelijking van naastliggende doorstroomniveaus komen niet steeds significante verschillen naar voren. Cumulatief is dat wel het geval. Zo is een groot effect zichtbaar in de spreekprestaties van leerlingen die naar het vwo gaan ten opzichte van leerlingen die doorstromen naar vmbo GT. De verschillen bij lezen en woordenschat zijn nog groter. Ook blijkt er een groot verschil te zijn tussen leerlingen met en zonder dyslexie. Dat mag verwacht worden bij lezen (+0,83), en woordenschat (+0,76), maar is in deze mate (groot effect: +0,81) verrassend voor het spreken van Engels.
Het is een misverstand te denken dat vroeg vreemdetalenonderwijs in groep 1-4 een soort ‘kleuter-CLIL’ is, namelijk de integratie van taalonderwijs en vakinhoud. Zoals je in 11.1 hebt kunnen zien, kun je bij kleuters nog niet spreken van ‘vakinhoud’. Zij nemen deel aan de geijkte kleuteractiviteiten, zoals luisteren ǡϐǡȋȌǡǡspelen van een verhaal, spelletjes doen enzovoort, net als de activiteiten in de geobserveerde groepen. Kleuters leren spelenderwijs, zonder zich ervan bewust te zijn dat ze iets ‘leren’. Op bepaalde momenten van de dag of de week is de voertaal op een vvto-school tijdens deze dagelijkse activiteiten uitsluitend Engels, maar er wordt geen ‘zaakvak’ aangeboden. Het feit dat er op bepaalde tijden exclusief Engels wordt gesproken, is dus een overeenkomst tussen CLIL en vvto. Het feit dat er geen ‘zaakvak’ wordt aangeboden is een verschil. Het feit alleen dat de voertaal Engels is, is niet genoeg om te spreken van CLIL-activiteiten of cross-curricular activities, zoals ze ook wel genoemd worden. Pas als er sprake is van ‘kernwoorden’ en verwerkingsopdrachten voor vakken met eigen tussendoelen, genoemd in TULE, kun je spreken van ‘kleuter-CLIL’. Voorbeelden van en suggesties voor CLIL-activiteiten zijn gegeven in hoofdstuk 10.
Spreken N=339
219
DEEL II
Significantie1 en effectgrootte Contrast
Lezen N=1326
Woordenschat N=1326
vvto – Eibo
0,86 groot
0,36 klein
0,55 matig
Doorstroom vo: GT– BB vwo – GT
0,47 klein 0,84 groot
0,86 groot 1,53 groot
0,68 matig 1,21 groot
Niet-dyslectisch – Dyslectisch
0,81 groot
0,83 groot
0,76 groot
Urbanisatie: zeer sterk en sterk stedelijk – matig, weinig en niet stedelijk
(0,22 klein)2
0,38 klein
0,54 matig
Figuur 7.1 Effectgrootten voor categorieën leerlingen op spreekvaardigheid, leesvaardigheid en woordenschat Engels 2012 1 _ = .05, d.w.z. dat de kans dat gevonden verschillen op toeval berusten, kleiner is dan 5%. 2 ( ) geeft aan dat dit effect een significantieniveau heeft hoger dan .05, dus meer dan 5% kans dat dit verschil op toeval berust.
Leerlingen op vvto-scholen spreken significant beter Engels dan Eibo-leerlingen (groot effect: +0,86). Ook op lezen en woordenschat presteren vvto-leerlingen beter, maar bij correctie voor verstedelijking valt het kleine effect voor lezen grotendeels weg en wordt het matige effect bij woordenschat een klein effect. De mate van verstedelijking van de vestigingsplaats
7.3.3
Uitspraak en Grammatica is een deficiëntiecursus, waarmee studenten hun algemene kennis en vaardigheid op peil kunnen brengen. Met behulp van diagnostische toetsen kunnen zij hun niveau bepalen om zichzelf vervolgens bij te spijkeren op die onderdelen waarop dat nodig is. Met behulp van de cd wordt ook de uitspraak verbeterd.
2008, 2e druk
€ 24,50
158 pp.
ISBN 978 90 469 0093 2
Praktische taalvaardigheid voor Engels in het basisonderwijs – Spreekvaardigheid
docentenhandleiding Sibilla Oskam
2013, 6e druk
€ 32,50
368 pp.
ISBN 978 90 469 0352 0
Attitude en buitenschools taalcontact
11- en 12-jarigen hebben een positieve attitude ten opzichte van Engels, vooral waar het spreken en luisteren betreft. Ze vinden Engels leuk, gemakkelijk en belangrijk, en zetten hun Engels met vertrouwen in. Dat geldt min of meer in gelijke mate voor Eibo- en vvto-leerlingen in 2012. Bij spreken lijken leerlingen zich echter meer dan in 2006 bewust van het feit dat ze fouten kunnen maken. Ze lijken ook wat minder vaak Engels te spreken
126
Sibilla Oskam
audio-cd + docentenhandleiding
7.3 Resultaten PPON
weinig gestandaardiseerde opgaven om uitspraken te doen over het percentage leerlingen dat op A1- en A2-niveau presteert. Bij vergelijking van vvto- en Eibo-leerlingen valt vast te stellen dat vvto’ers gemiddeld beter presteren dan Eibo-leerlingen. Het grootste verschil is bij spreken te vinden. Voor schrijven (dat in 2012 voor het eerst gepeild is) wordt een ‘matig effect’ vastgesteld. Op woordenschat Engels doen vvto-leerlingen het eveneens met een ‘matig effect’ beter. Verschillen in vaardigheid hangen sterk samen met doorstroom vo. Bij zowel lezen, luisteren, schrijven en spreken als bij woordenschat, neemt de vaardigheid toe naarmate leerlingen doorstromen naar een hoger type voortgezet onderwijs, al is het effect voor naastliggende niveaus vaak klein. Hierna komen de prestaties voor spreken aan de orde, evenals de prestaties voor lezen en woordenschat. In figuur 7.1 wordt ingegaan op de significante en relatief grote verschillen. Dat leerlingen van buitenlandse herkomst en/of met buitenlandse ouders wat beter presteren voor Engels dan leerlingen van Nederlandse herkomst (verschillen voor spreken en lezen zijn niet significant, die voor woordenschat wel), is in deze figuur daarom niet opgenomen. Voor meer informatie over de prestaties van leerlingen en een volledig overzicht van statistische gegevens verwijzen we naar Geurts & Hemker (2013).
Praktische taalvaardigheid voor Engels in het basisonderwijs – Uitspraak en grammatica
Uit: Happy House 1
218
7 Engels in het basisonderwijs: opbrengsten Eibo en vvto
Om goed Engels te kunnen geven, moet een leerkracht niet alleen over de nodige vakdidactiek beschikken, ook zijn eigen taalvaardigheid moet op niveau zijn. Met deze boeken verwerven pabostudenten de taalvaardigheid die zij nodig hebben bij het lesgeven in het basisonderwijs. Praktische taalvaardigheid voor Engels in het basisonderwijs bestaat uit twee boeken.
Spreekvaardigheid behandelt het Engels zoals het wordt toegepast in de Eibo-praktijk. Zo komen tal van uitdrukkingen en zegswijzen aan de orde die gebruikt worden om bijvoorbeeld instructies te geven, orde te bewaren of leerlingen te prijzen.
127
voorjaar 2014
ca.€€ 19,50
voorjaar 2014
ca. € 34,50
ca. 120 pp.
ISBN 978 90 469 0393 3
ca. 300 pp.
ISBN 978 90 469 0395 7
WILT U ALS DOCENT EEN BEOORDELINGSEXEMPLAAR OP UW VAKGEBIED AANVRAGEN? Ga dan naar www.coutinho.nl.
docentenhandleiding
2008, 2e druk
€ 16,50
142 pp.
ISBN 978 90 469 0094 9
11
Natuuronderwijs | Aardrijkskunde Praktische didactiek voor natuuronderwijs
Geschiedenis | Dans & drama De pabotoets aardrijkskunde haal je zo
De pabotoets geschiedenis haal je zo
DANS! Praktisch handboek voor het basisonderwijs
Etje Heijdanus, Anouk van Nunen, Martin Valenkamp, Ronald Hueskens & Pauline Verhallen
Els de Vaan & Jos Marell
Jan de Bas
Jan de Bas
We zien graag dat kinderen bij natuuronderwijs op de basisschool natuur, milieu en techniek uit hun eigen leefwereld op een actieve manier leren ontdekken en het belang en de waarde ervan herkennen. Als ze met “echte” materialen en organismen werken, is een voortdurende wisselwerking tussen denken, doen en beleven mogelijk. De betrokkenheid van de kinderen draagt bij aan betekenisgericht en effectief leren. Praktische didactiek voor natuuronderwijs speelt hier op in en sluit daarmee aan bij de Kennisbasis Natuur & Techniek. Het boek omvat drie delen: deel A is een kennismaking met het vakgebied, deel B legt het accent op de dagelijkse praktijk in de klas, en deel C plaatst natuuronderwijs in een breder verband. Zo is er bijvoorbeeld een hoofdstuk over de wisselwerking tussen Natuur & Techniek en taal. Naast dit praktische en rijk geïllustreerde handboek in full colour is een uitgebreide website beschikbaar met gevarieerd en actueel extra materiaal en vele oefeningen.
De pabotoets aardrijkskunde haal je zo helpt studenten om zich optimaal voor te bereiden op het eerste onderdeel van de verplichte Cito Entreetoets Mens en Wereld. De opzet is vergelijkbaar met de eerder verschenen bundel De pabotoets geschiedenis haal je zo. De inhoud sluit aan op de meest gebruikte methoden op de pabo.
De pabotoets geschiedenis haal je zo stelt leerkrachten (in opleiding) in staat om op een leuke manier zicht te krijgen op het eigen repertoire aan historische kennis. Het eerste deel van het boek bevat honderden vragen om mee te oefenen ingedeeld per tijdvak met een koppeling naar de canonvensters. Het tweede deel bestaat uit toetsen die vergelijkbaar zijn met de veel gebruikte meerkeuzetoets van het Cito. Het boek biedt daarmee een ideale voorbereiding op de kennistoets geschiedenis binnen de lerarenopleiding. De gebruiker wordt gestimuleerd om de kennisbasis of andere bronnen te raadplegen om gegeven antwoorden te duiden, waardoor feitenkennis wordt omgezet in duurzame kennis.
In het eerste deel komen de negen domeinen van de Cito toetsmatrijs aan de orde: aarde, landschappen op de wereld, landschappen in Nederland, bevolking, migratie, bestaansmiddelen, landbouw, industrie en diensten. Bij elk domein vindt de gebruiker een overzicht van basisinzichten en thema’s, begrippen en principes en vijftien oefenvragen. Het tweede deel omvat zes proeftoetsen van 45 vragen die lijken op de vraagstelling in Citotoetsen. Achterin het boek staan de antwoorden.
online studiemateriaal 90
€ 37,50
464 pp.
ISBN 978 90 469 0301 8
inwonersaantal
niveau technische scholingsgraad inwoners
grondprijs per vierkante meter
transportmogelijkheden
A
30.000
hoog
€ 160,00
zeer goed
B
45.000
gemiddeld
€ 150,00
goed
C
70.000
laag
€ 115,00
matig
85.000
gemiddeld
€ 110,00
voldoende
D
26 Waarin onderscheiden mensen die in de diensten werken zich van mensen die in de industrie werken? A Ze verdienen minder geld. B Ze werken elke dag korter. C Ze produceren geen tastbare goederen. D Ze werken met minder mensen in een ruimte.
Kenmerken van vier steden
A
B
C
23 Een hightechfabriek met een oppervlakte van tweeduizend vierkante meter wil zich vestigen in een van de vier steden uit de tabel hierboven. Welke stad lijkt je hiervoor op basis van deze gegevens het meest geschikt?
Kaaspaleis Blijdorp levert tegen betaling diensten
D Bevolkingsgroep
Vier steden
Natuuronderwijs inzichtelijk
€ 19,50
152 pp.
ISBN 978 90 469 0218 9
91
stad
2012, 7e druk
2010
Type klimaat in een landschap
Soort gebied
A
zeeklimaat
subtropisch
B
landklimaat
gematigd
C
savanneklimaat
subtropisch
D
toendraklimaat
gematigd
24 Bij welke letter in het schema hiernaast wordt de juiste combinatie van type landschap en klimaat en het soort gebied genoemd?
Percentage
Belgen
5%
Marokkanen
8%
Polen
5%
Kaapverdianen
4%
Turken
2%
Inwoners van enkele Rotterdamse straten naar land van herkomst in 2003
Schema met typen landschap en klimaat en soort gebied
Een basis voor de vakinhouden van
25 Welke van de onderstaande stellingen over het Nederlandse rivierlandschap is juist? A Het rivierwater staat de hele zomer in de uiterwaarden. B Op uiterwaarden is alleen akkerbouw mogelijk. C Een krib is een stuk land dat is aangelegd door en voor vissers. D De rivier meandert door het landschap.
natuur, milieu en techniek
Drama in de hoofdrol
27 Wat is de belangrijkste reden voor bejaarde Duitsers, Nederlanders en Britten om naar de Spaanse kust te verhuizen? A Het leven is er spotgoedkoop. B Het weer is er aangenaam. C Het is er rustig. D De zorg is er beter. 28 In de tabel hiernaast zijn de inwoners van enkele Rotterdamse straten ingedeeld naar land van herkomst. Hoeveel procent van hen kan worden ingedeeld bij de categorie Europese allochtonen? A 5 procent B 7 procent C 10 procent D 14 procent 29 Waardoor is het in het poolgebied kouder dan op de meeste plaatsen elders op de wereld? A De zonnestralen vallen bij de polen schuin op aarde. Daardoor verliest de zon aan warmtewerking. B Het wit van ijs en sneeuw reflecteert de warmte van de zonnestralen. C De temperatuur is lager omdat er ijs en sneeuw liggen. D Sneeuw en ijs absorberen de warmte, waardoor de temperatuur daalt.
Praktijkboek voor het primair onderwijs
Centraal didactisch uitgangspunt in DANS! is ‘Leren door doen’ Leerlingen in het basisonderwijs dansen graag. Het sluit aan bij hun natuurlijke creativiteit, fantasie en bewegingsdrang. Zo verkennen zij zichzelf, de ander en de wereld. Het vak dans is een vast onderdeel geworden in het basisonderwijs via de Kerndoelen en de Kennisbasis. DANS! is het eerste handboek dat deze kennisbasis concretiseert. De praktische didactiek met duidelijke leerlijnen helpt (aankomende) leerkrachten dansmateriaal te gebruiken en te ontwikkelen. Met DANS! ontdekken zij de expressiemogelijkheden van dans en leren deze toepassen. DANS! start met theorie over dans, ontwikkelingspsychologie, competenties voor en de ontwikkelingsdomeinen van dans. Centraal didactisch uitgangspunt is ‘Leren door doen’. Het praktische deel omvat vervolgens leerlijnen dans voor groepen 1 tot en met 8, lesgeven in de stagepraktijk, start- en voorbeeldlessen met theoretische reflecties en samenhang met andere vakken. Er is een uitgebreide website met interactieve oefeningen, opdrachten, lesvoorbeelden en relevante links en een docentendeel met een beknopte handleiding en toetsen.
Etje Heijdanus-de Boer & Ton van der Jagt
online studiemateriaal
Met Drama in de hoofdrol hebben leerkrachten een boek in handen waarmee ze leren aantrekkelijke lessenreeksen drama te maken. De kern van het boek bestaat uit drie uitgewerkte lessenseries voor de onder-, midden- en bovenbouw. Ze vormen samen een leerlijn. De leerlijn kent varianten voor beginnende, gevorderde, taalzwakke en NT2- leerlingen. Verder zijn er hoofdstukken die de lessen verbinden met theorie. Begrippen als spontaan spel, dramatisch spel en de zeven kernbegrippen van kunstzinnige oriëntatie worden beschreven. De theorie staat echter geheel in dienst van de beschreven lessen en geeft antwoord op de vraag naar het waarom van alle keuzes die leerkrachten moeten maken. Door zelf dramalessen te geven en zich te verdiepen in het leerproces van de leerlingen en van zichzelf, verwerven (aankomende) leerkrachten de in het boek beschreven competenties voor dramatisch spel.
voorjaar 2014
ca. € 29,50
ca. 300 pp.
ISBN 978 90 469 0397 1
Rivierlandschap TOETS 1
Carla Kersbergen & Amito Haarhuis
Natuuronderwijs op de basisschool is een veelzijdig vak: het omvat de levende en de niet-levende natuur en heeft bovendien veel raakvlakken met de leergebieden techniek, milieu en gezond gedrag. Met Natuuronderwijs inzichtelijk kunnen (aankomende) leerkrachten zich de vakinhoud van deze leergebieden eigen maken. In zeven hoofdstukken wordt de belangrijkste leerstof over planten en dieren, lichaam en gezondheid, ecologie en milieu en verschijnselen uit de natuur en de techniek gepresenteerd. De keuze van onderwerpen sluit aan bij de kerndoelen basisonderwijs en bij de huidige natuuronderwijsmethodes. Om de leerkracht te helpen grip te krijgen op de essentie van de onderwerpen is de stof inzichtelijk gemaakt met instructieve tekeningen, vragen en ‘doe-opdrachten’ en ideeën voor concrete lesactiviteiten. Deze aanpak staat borg voor een gevarieerd studieboek.
12
online studiemateriaal
2010, 3e druk
€ 34,50
2013
€ 19,50
2004
€ 24,50
431 pp.
ISBN 978 90 469 0190 8
192 pp.
ISBN 978 90 469 0373 5
240 pp.
ISBN 978 90 6283 405 1
WILT U OP DE HOOGTE BLIJVEN VAN DE LAATSTE ONTWIKKELINGEN RONDOM NIEUWE EN HERZIENE UITGAVEN OP UW VAKGEBIED? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief op www.coutinho.nl/nieuwsbrief. 13
Levensbeschouwing | Pedagogiek & onderwijskunde
Pedagogiek & onderwijskunde
Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen
Geloof je het zelf?! Levensbeschouwelijk leren in het primair
Opbrengstgericht leren, meer dan presteren
Bas van den Berg, Ina ter Avest & Tamar Kopmels
Anouke Bakx, Anje Ros & Peter Teune
Met Geloof je het zelf?! presenteren de auteurs het vak Levensbeschouwing vanuit een nieuwe visie. Zij gaan ervan uit dat levenbeschouwelijke vorming ontstaat als kinderen niet alleen kennis nemen van vormen van een (religieuze of seculiere) levensbeschouwelijke traditie, maar daar ook hun eigen betekenis en waardering aan kunnen geven. Dat geldt voor de traditie waarin de leerlingen zelf opgroeien én voor andere tradities. Met dit praktijkboek leren (aankomende) leraren hoe zij de interactie tussen leerlingen en verschillende levensbeschouwelijke tradities en daarin vervatte waarden kunnen stimuleren en begeleiden. Daarbij maken de auteurs veelvuldig gebruik van levensbeschouwelijke bronnen, zoals verhalen en beelden. Theorie en achtergronden wisselen elkaar af met voorbeelden en casuïstiek, illustraties, vragen en opdrachten. In het boek ligt de focus meer op levensbeschouwelijk leren in brede zin en minder op de (Christelijke) religie. Daardoor is dit boek ook heel goed te gebruiken op opleidingen voor leraren in het openbaar basisonderwijs.
In Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen leert de toekomstige leraar kritisch te kijken naar de doelen van het onderwijs. Om deze doelen te bereiken, en om in te kunnen spelen op de diversiteit in de klas en individuele verschillen tussen leerlingen, is het van belang om zelf leeractiviteiten te ontwerpen en selectief gebruik te maken van reeds ontwikkeld lesmateriaal. Met dit boek leert de toekomstige leraar om zelf leeractiviteiten te ontwikkelen die gericht zijn op betere leerresultaten van leerlingen. Ook wordt er ingegaan op de wijze waarop de leraar de eigen professionaliteit kan versterken. Opbrengstgericht onderwijs ontwerpen laat zien hoe opbrengstgericht werken in de klas handen en voeten kan krijgen, niet alleen bij taal- en rekenonderwijs, maar binnen alle vakken. De theorie wordt afgewisseld met diverse casussen uit de onderwijspraktijk. Ook wordt de stof in ieder hoofdstuk verrijkt met extra verdiepende informatie.
2012 224 pp.
Levensbeschouwelijke ontwikkeling stimuleren en begeleiden
3.3
Het levensbeschouwelijk gesprek In een levensbeschouwelijk gesprek leert de leerkracht leerlingen het leven te beschouwen via de kennis die hij of zij zelf aandraagt. In het gesprek creëert de leerkracht tijd en ruimte om van concrete situaties de onderliggende vraag – een levensvraag – te ontdekken en die in samenspraak met de leerlingen te exploreren. De leerkracht kan in het gesprek alledaagse gebeurtenissen optillen tot een ervaring met een levensbeschouwelijke dimensie. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van de verhuizing van een van de leerlingen. Een mededeling over een op handen zijnde verhuizing kan aanleiding zijn voor een gesprek over vriendschap, over hoe om te gaan met verlies of over wat ‘wonen’ en ‘je thuis voelen’ betekenen. In zo’n gesprek daagt de leerkracht leerlingen uit hun eigen verhalen over het onderwerp te vertellen. De verschillende verhalen maken leerlingen duidelijk dat er niet één perspectief, niet één universele waarheid, en al helemaal niet één goede oplossing is. Dit schept ruimte voor ontvankelijkheid voor andere, onverwachte en nog niet gehoorde interpretaties.
3.3.1
Het voeren van een levensbeschouwelijk gesprek
Meester Jaap is in de war Het is na het weekend en iedereen mag erover vertellen in de kring. Bij Johan thuis was de slang van de wasmachine losgeschoten. ‘Het was een grote puinhoop,’ zegt Johan, ‘maar ik heb wel gelachen. Vooral toen de bank ging drijven.’ (…) Het blijft even stil in de klas. ‘Mees,’ vraagt Tijs, ‘wie is de volgende die mag vertellen?’ ‘Eh… Johan.’ ‘Die is al geweest.’ (…) De kinderen snappen er niks van. Hun meester lijkt in de war. Ineens staat meester Jaap op. ‘Vanmiddag gaan we verder met de kring. Nu doen we eerst een rekentoetsje.’ Een paar kinderen protesteren, maar meester Jaap hoort het niet. (…) De klas gaat rustig aan het werk. Na een paar minuten schuift Brechje een briefje naar Mirjam. ‘Wat doet hij raar’ staat erop. ‘Hartstikke raar,’ antwoordt Mirjam.
3 Het begeleiden van leerlingen in ontwikkeling
Ineens klinkt de stem van meester Jaap door de klas. ‘Dames, breng dat spiekbriefje maar hier!’ Brechje giechelt en zegt: ‘Dat is geen spiekbriefje.’ ‘Hier!’ zegt de meester streng. Brechje loopt naar meester Jaap. (…) De meester leest het briefje en zegt: ‘Ga maar weer verder met je sommen.’ (…) Na een tijdje stoot Joris zijn buurman Johan aan. ‘Moet je Jaap zien,’ fluistert hij. De meester staart naar buiten en in zijn ogen staan tranen. (…) Meester Jaap veegt gauw door zijn ogen. ‘Wat is er, meester?’ vraagt Steffie. ‘Heb je verdriet?’ Meester Jaap knikt en zegt: ‘Kom maar weer even allemaal in de kring. Zo gaat het niet.’ Zwijgend pakken de kinderen hun stoel op en gaan weer in de kring zitten. ‘Eeeh…’ begint meester Jaap, ‘eeeh… onze poes is dood.’ Het blijft even stil, maar dan zegt Joris: ‘Waarom heb je dat nog niet verteld?’ ‘Nou, eeeh… ik dacht dat jullie dat misschien stom vonden. Dat ik zo verdrietig ben. We hebben onze Bram bijna acht jaar gehad. Maar hij was erg ziek en toen heeft de dierenarts hem laten inslapen. Bram was een hele leuke poes.’ ‘Nou,’ roept Johan verontwaardigd, ‘je zegt zelf altijd dat we het moeten zeggen als er iets is. Dat lucht op, zeg je dan. En nou doe je het zelf niet.’ ‘Maar hij doet het nú wel,’ zegt Souhaila. Meester Jaap knikt en vertelt nog meer over Bram. En daarna vertellen een paar kinderen over hun lievelingsdieren die dood zijn gegaan. Als ze klaar zijn, zegt de meester: ‘Ik ben blij dat ik erover gepraat heb met jullie. Dat lucht op.’ ‘Zie je wel!’ zegt Johan triomfantelijk. Meester Jaap gaat nooit verloren, Jacques Vriens (1998), pp. 22-23
Bram de Muynck, Dick Both & Elsbeth Visser-Vogel (red.)
Jos Castelijns, Mien Segers & Katrien Struyven (red.)
Opbrengstgericht leren, meer dan presteren behandelt stap voor stap hoe scholen kunnen werken aan verbetering van het onderwijs. De kwaliteit van onderwijs en de zorg voor leerlingen kan worden versterkt door een goede verbinding tussen opbrengstgericht en handelingsgericht werken. In dit boek wordt voor het eerst een integrale aanpak daarvoor gepresenteerd. In de inleiding leggen de auteurs uit wat onder opbrengstgericht werken wordt verstaan, en leggen ze een relatie met handelingsgericht werken. In de volgende hoofdstukken wordt aan de hand van veel voorbeelden uitgelegd met welke praktische aspecten van opbrengstgericht werken de leraar te maken krijgt. Tot slot wordt de lezer uitgenodigd om te reflecteren op ontwikkelingen op het gebied van opbrengstgericht en handelingsgericht werken.
De benadering ‘evalueren om te leren’ heeft tot doel het leren van leerlingen bij te sturen en te stimuleren. Toetsing en beoordeling zijn belangrijke instrumenten voor leraren om vooraf af te stemmen op de beginsituatie van leerlingen en achteraf te bepalen of doelen behaald zijn. In Evalueren om te leren staat toetsing en beoordeling op school centraal. De eerste hoofdstukken vormen een inleiding over evaluatie, toetsing en beoordeling. Hierbij wordt zowel ingegaan op algemene principes van evaluatie, als op evaluatie bedoeld om het leren te stimuleren. Daarna volgen in zes hoofdstukken de onderwerpen feedback, peerevaluatie, zelfreflectie, portfolio’s, projecten en Curriculum Based Measurement. De laatste hoofdstukken behandelen enkele algemene thema’s zoals opvattingen van leerkrachten over evalueren, communicatie met ouders over evaluatie en kwaliteitcriteria voor evaluatie.
De kwaliteit van onderwijs en de zorg voor leerlingen kan worden versterkt door een goede verbinding tussen opbrengstgericht en handelingsgericht werken.
€ 24,50 ISBN 978 90 469 0289 9
Pedagogiek in de onderwijspraktijk
65
Op de bijbehorende website is voorbeeldmateriaal te vinden voor lessen Levensbeschouwing, zoals liedjes en foto’s, en tevens studiesuggesties voor groepen en individuele studenten.
€ 28,00
246 pp.
ISBN 978 90 469 0253 0
Oplossingsgericht begeleiden Basisboek voor het primair onderwijs
Jeroen Onstenk
Denny Kayser
3
Hier zie je dat het als leerkracht moeilijk kan zijn om je verdriet te laten zien, maar dat het je ook iets kan opleveren. Meester Jaap besluit in eerste instantie zijn gevoelens voor zich te houden. Echter, door de situatie die ontstaat, kiest hij er bewust voor om zijn verdriet met de klas te delen en de gelegenheid aan te grijpen om een levensbeschouwelijk gesprek te voeren. Voordat je aan een levensbeschouwelijk gesprek begint moet letterlijk alles, van de inrichting van je klas tot de sfeer, veiligheid uitstralen. Eigenlijk werk je vanaf dag een al aan die veiligheid. Hier valt en staat alles mee wat er in een klas gebeurt. Het zijn min of meer voorwaarden die in elke klas en voor elk ontwikkelingsproces gelden. Denk bijvoorbeeld aan: ■ dat de leerlingen elkaar kunnen aankijken tijdens het gesprek; ■ dat onder elkaar blijft wat de leerlingen binnen de klas met elkaar bespreken; ■ dat iedereen iets mag zeggen, maar dat het niet moet.
2011
Een geïntegreerde benadering
Opdracht Wat zou jij hebben gedaan in deze situatie? Waar ligt jouw grens van wat je vertelt en hoe geef je die aan?
64
Pedagogiek in de onderwijspraktijk biedt ondersteuning bij het ontwikkelen van een eigen visie en een geïntegreerde benadering van pedagogisch handelen in het onderwijs. Het boek bespreekt drie dimensies van de pedagogische visie: de pedagogische opdracht, het pedagogisch klimaat en het pedagogisch perspectief op de leeromgeving. Hierbij is er specifieke aandacht voor passend onderwijs, omgaan met diversiteit en voor het samenwerken met ouders en met andere educatieve professionals in en rond de school. In de laatste hoofdstukken plaatst de auteur de geïntegreerde pedagogische aanpak in een breder maatschappelijk kader.
online studiemateriaal
14
Toetsen en beoordelen op school
Een integrale aanpak van OGW en HGW
onderwijs
Deel I
Evalueren om te leren
Leerlingniveau
Alex de Bruijn en Bertine Haverhals
Leerdoelen: O O
O
O
3.1
3
Meester Martin krijgt langzamerhand het gevoel dat hij zicht heeft op de mogelijkheden en onderwijsbehoeften van zijn groep, zowel op didactisch als sociaal-emotioneel gebied. Hij merkt het effect van alle inspanningen en dat motiveert hem. Hij is blij dat de directie extra handen in de klas heeft kunnen regelen. Op maandag is er nu bij de vakken rekenen, lezen en spelling een onderwijsassistent beschikbaar die een groepje kinderen begeleidt. Op dinsdagmiddag kan hij gesprekken met leerlingen voeren. De gedragsspecialist wil aan de slag met enkele individuele kinderen. Martin heeft nu meer ruimte om de leerlingen voor wie de groepsaanpak niet toereikend is beter in beeld te krijgen en samen met hen te zoeken naar optimale afstemming. Hij denkt concreet aan Farid, de jongen bij wie vorig jaar het syndroom van Asperger is vastgesteld. Hij kan heel enthousiast en betrokken zijn, vooral bij de zaakvakken. Alleen in vrije situaties zijn er vaak con-
Je weet wanneer je ook op leerlingniveau aan de slag gaat. Je weet welke kennis, informatie en hulpmiddelen je kunt gebruiken op leerlingniveau. Je leert hoe je sámen met de leerling en zijn ouders in gesprek gaat over de verschillende aspecten van het werken aan en evalueren van doelen. Je weet welke aspecten van het leraarhandelen hierbij betrokken zijn.
Inleiding
Waarnemen
Evalueren
Leerlingniveau
Casus meester Martin (7)
Begrijpen
Zoals in hoofdstuk 2 is verwoord, kun je op groepsniveau heel veel zorg bieden aan leerlingen, in alle fasen van de cyclus. In sommige gevallen is het echter zinvol en wenselijk om op leerlingniveau zorg te bieden, aanvullend op de groepsaanpak. In dit hoofdstuk wordt per fase (waarnemen, begrijpen, wegen, plannen, handelen en evalueren) van de cyclus aangegeven welke informatie en hulpmiddelen je kunt gebruiken, welke aandachtspunten er zijn met betrekking tot de communicatie met de leerling, de ouders en collega’s, en op welke leraarvaardigheden een beroep wordt gedaan.
Leerlingniveau Handelen
flicten met medeleerlingen. Daarna is het ook moeilijk om rustig met hem te praten. Het ligt altijd aan de ander, volgens Farid. Samenwerken vindt hij ook heel moeilijk, en dat wil meester Martin juist stimuleren in de groep, zodat de leerlingen een groepsgevoel ervaren en ze zich bij elkaar betrokken voelen. Dan is er ook nog Marieke, die vanwege dyslexie bij veel vakken extra ondersteuning nodig heeft en van wie hij zich afvraagt hoe het met haar welbevinden gaat. Ze zegt zo weinig in de groep, en als hij haar een compliment geeft, heeft hij niet het idee dat het haar iets doet. En er is natuurlijk ook nog Walter. Walter heeft voor rekenen en begrijpend lezen een ontwikkelingsperspectief. Hij kan vaak niet meekomen met de klassikale instructie en het is puzzelen om hem de aandacht te geven die hij nodig heeft. Juist voor hem is instructie en leren in interactie zo belangrijk. Maar hoe moet dat in deze groep?
Wegen
Plannen
3.1.1
Figuur 3.1 De zes fasen op leerlingniveau.
75
Wanneer is het leerlingniveau relevant? Hoewel het ideaal zou zijn om over en met alle leerlingen persoonlijk in gesprek te gaan en te werken aan hun sociale en cognitieve ontwikkeling,
76
Oplossingsgericht begeleiden is een basisboek over oplossingsgericht werken in het primair onderwijs. De aanpak is bruikbaar in vele aspecten van het onderwijs, zoals het creëren van een prettige en veilige leeromgeving, het bevorderen van de zelfredzaamheid van kinderen en de samenwerking met ouders. De oplossingsgerichte benadering is ook toe te passen bij het tegengaan van pesten en agressie en bij samenwerking tussen kinderen vanuit diverse achtergronden. De auteur introduceert de principes, geeft een overzicht van de verschillende technieken en beschrijft de vaardigheden die bij het werken met leerlingen nodig zijn. Er is aandacht voor de omgang met zorgleerlingen en voor samenwerking binnen de school en met ouders. Oplossingsgericht begeleiden bevat vele voorbeelden van praktijksituaties, werkvormen en gesprekstechnieken.
online studiemateriaal
2013, 2e druk
€ 32,50
2011
€ 26,50
2013
€ 22,50
2010
€ 32,00
336 pp.
ISBN 978 90 469 0353 7
232 pp.
ISBN 978 90 469 0251 6
190 pp.
ISBN 978 90 469 0340 7
320 pp.
ISBN 978 90 469 0221 9
15
Pedagogiek & onderwijskunde
Pedagogiek & onderwijskunde
Open ogen in de kleurrijke klas
Samen werken aan leren en opvoeden
Perspectieven voor de onderwijspraktijk
Basisboek over ouders en school
Kiezen voor het jonge kind
Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen Een inleiding
Maaike Hajer, Mylène Hanson, Betsy Hijlkema & Annelies Riteco
Leraren krijgen steeds vaker te maken met diversiteit in culturele achtergronden en taalvaardigheid binnen hun klassen. Dit boek heeft tot doel de leraar (in opleiding) aan te zetten met deze open ogen een onderzoekende houding te ontwikkelen in hun omgang met leerlingen. Met de competenties uit de wet Beroepen in het Onderwijs als uitgangspunt, komen achtereenvolgens de pedagogische, interpersoonlijke en (taal)didactische aspecten van het lesgeven aan de orde. Het boek bevat veel casuïstiek, voorbeelden en opdrachten die aanzetten tot reflectie. online studiemateriaal
Ron Oostdam & Peter de Vries
Scholen krijgen steeds meer aandacht voor de relatie met ouders. Ook de overheid en lerarenopleidingen laten een sterk toenemende belangstelling hiervoor zien. Onderzoek toont immers aan dat een goede pedagogische én didactische samenwerking met ouders leidt tot beter onderwijs en positieve effecten heeft op de leerresultaten. Dit boek biedt een overzicht van wat pedagogen, leraren en andere beroepsgroepen moeten weten om met ouders en hun kinderen te kunnen samenwerken. Samen werken aan leren en opvoeden gaat in op de voordelen van een goede samenwerking tussen ouders en school. Het boek biedt concrete informatie en strategieën, die een stap verder gaan dan de gebruikelijke communicatieaspecten rond ouderbetrokkenheid. In diverse hoofdstukken komen deskundigen aan het woord over hun praktijkervaringen of onderzoeksresultaten.
2007
€ 22,00
voorjaar 2014
ca. € 29,50
182 pp.
ISBN 978 90 469 0040 6
ca. 250 pp.
ISBN 978 90 469 0386 5
Intercultureel onderwijs in de praktijk
De eigen wereld van het kind
Kiezen voor het jonge kind helpt aankomende leerkrachten en kleuterbegeleiders alle competenties te verwerven die specifiek op het jonge kind gericht zijn.
In Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen bespreken de auteurs de meest voorkomende psychische aandoeningen waar kinderen aan kunnen lijden. Zij beschrijven per aandoening eerst hoe de normale ontwikkeling van kinderen eruit ziet, en besteden daarbij aandacht aan verschillende aspecten: fysieke, cognitieve en sociaal-emotionele. Daarna leggen ze uit wat er misgaat als een kind een psychische stoornis heeft, en zetten ze op een rijtje welke rol persoonsfactoren, opvoeding en andere omgevingsfactoren daarbij spelen. Vervolgens vertellen de auteurs hoe stoornissen behandeld kunnen worden, en op welke manier hulpverleners kinderen, opvoeders en andere betrokkenen kunnen bijstaan om er op een goede manier mee om te gaan. Deze geheel herziene uitgave sluit aan op de meest recente inzichten rond psychische stoornissen bij kinderen en sluit aan bij zowel DSM-IV als DSM-V.
Het boek bestaat uit drie delen. Eerst wordt de basiskennis aangereikt, waaronder theorie over de ontwikkeling van jonge kinderen en over pedagogisch en didactisch handelen. In deel twee bespreekt de auteur aan de hand van praktijkvoorbeelden een aantal visies op het onderwijs aan jonge kinderen. Het boek sluit af met een praktisch deel, waarin de auteur beschrijft welke activiteiten je met kinderen kunt plannen, hoe je de speelwerktijd organiseert en met welke materialen en middelen je een rijke speelleeromgeving kunt inrichten. Ook wordt aandacht besteed aan contacten met ouders en aan kwaliteitsbewaking.
online studiemateriaal
2010
€ 44,50
2013, 2e druk
€ 39,50
536 pp.
ISBN 978 90 469 0189 2
431 pp.
ISBN 978 90 469 0349 0
Ontwikkeling in de groep
kinderen
Groepsdynamica bij kinderen en jongeren
Goochelen met informatievaardigheden Een didactische aanpak
Arjan Dieleman & Fedor de Beer (red.)
Intercultureel onderwijs in de praktijk biedt leerkrachten de kennis om de dagelijkse lespraktijk op een interculturele manier in te richten.
Hoe is het om kind te zijn in deze tijd? Met welke mogelijkheden, uitdagingen en beperkingen hebben kinderen te maken? In het basisonderwijs is het belangrijk te begrijpen hoe kinderen hun eigen wereld ondergaan en ervaren. Als leraren zich kunnen inleven, kunnen zij gemakkelijker en beter inspelen op de ontwikkelingsbehoeften van kinderen. In De eigen wereld van het kind brengen de auteurs de leefwereld aan de hand van de eigen ervaringen van kinderen in beeld. Met behulp van vele kinderuitspraken en -gedachten wordt geïllustreerd hoe kinderen tegen hun omgeving aankijken en wat zij van hun leeftijdgenoten en van volwassenen vinden. De leefwereld komt telkens vanuit een ander perspectief aan bod: allereerst vanuit historie, familie en school, vervolgens vanuit levensbeschouwing, media, de buurt en multiculturaliteit. De auteurs koppelen kennis uit de psychologie, de sociologie en de pedagogiek aan dat wat kinderen zelf te zeggen hebben.
online studiemateriaal
16
Jakop Rigter & Malou van Hintum
Oriëntatie op de leefwerelden van
Klaas Bruin & Hans van der Heijde
Het boek bevat een theoretisch deel, waarin de auteurs uitleg geven over sociaalpsychologische en sociologische inzichten en over het overheidsbeleid. Vervolgens gaan de auteurs in op de praktijk: op de rol van leerkrachten, de leerinhoud, het bestrijden van onderwijsachterstanden en het gebruik van simulaties en rollenspelen. Verder komt de soms lastige relatie tussen school en ouders aan de orde. Door de vele voorbeelden en opdrachten is de verbinding met de onderwijspraktijk aanwezig.
Helma Brouwers
Marianne Luitjes & Ilona de Zeeuw-Jans
Peter den Hollander
De groep waarin kinderen en jongeren zich bevinden heeft een sterke invloed op hun ontwikkeling. Omgekeerd bepalen kinderen en jongeren met hun eigen ontwikkeling de dynamiek binnen de groep. In Ontwikkeling in de groep zijn kennis, onderzoek en theorieën aan elkaar gekoppeld rond groepsprocessen speciaal gericht op kinderen en jongeren. Ontwikkeling in de groep geeft een compleet overzicht van hun groepsontwikkeling. Elk hoofdstuk beschrijft een fase van groepsontwikkeling en geeft illustratieve voorbeelden. De individuele ontwikkeling van het kind of de jongere wordt telkens gekoppeld aan de groepsfase. Ook geven de auteurs bij elke fase informatie over het begeleiden van de groep en doen zij suggesties voor spelvormen die direct toepasbaar zijn. Er is onder andere specifieke aandacht voor culturele diversiteit, problematiek rond hangjongeren, pesten en virtuele groepen.
Hoe vind je in een overweldigende hoeveelheid bronnen de relevante informatie? En hoe schat je die bronnen en hun informatie op hun waarde? Met het almaar groeiende aanbod wordt het steeds belangrijker dat mensen de vaardigheden leren om die informatie te hanteren. Met Goochelen met informatievaardigheden leren (aankomende) leraren in het primair en secundair onderwijs hoe zij hun leerlingen informatievaardig kunnen maken. Vanuit de leertheorie wordt besproken hoe leerlingen met informatie omgaan, welke gevolgen de explosieve groei van het internet daarop heeft en welke modellen er zijn om leerlingen daar op school in te begeleiden. Bij het boek hoort een webpagina met studiemateriaal, een portal waarop de nieuwste ontwikkelingen rond informatievaardigheden staan en een onderwijstool waarmee de gebruikers opdrachten kunnen maken.
online studiemateriaal
online studiemateriaal
2007, 5e druk
€ 21,50
2010
€ 24,50
2011
€ 39,50
2010
€ 19,50
215 pp.
ISBN 978 90 469 0059 8
232 pp.
ISBN 978 90 469 0177 9
399 pp.
ISBN 978 90 469 0249 3
179 pp.
ISBN 978 90 469 0200 4
17
Pedagogiek & onderwijskunde
Pedagogiek & onderwijskunde
Hoe bedenk je het?! Creatief denken in het basisonderwijs
Jenny de Bode & Lia Nijman
5 ■ Werkvormen om basisdenkvaardigheden te oefenen
5.10 ■ Verbeeldingskracht, fantaseren
• De kranen zouden allemaal moeten worden omgebouwd, misschien wel
Overeenkomsten bedenken
• Als je de wc door moest spoelen, dan duurde dat heel lang … werd het
Doel:
Praktijkwijzer basisonderwijs
Praktijkboek voor leraren Professionele ontwikkeling op de
Leraar, jij maakt het verschil!
Snel en doeltreffend handelen
werkplek
De leerkracht als succesfactor
Joke Gerritsen & Corine Klapwijk
Walter Geerts, Joke van Balen & Wybe Postma
Lucie Nijmeijer-Snellers
Praktijkwijzer basisonderwijs is een hulpmiddel voor de onderwijspraktijk: leerkrachten zoeken er snel en doeltreffend informatie in op. Het naslagwerk is in feite een gereedschapskist met 200 tools voor effectief handelen in vele situaties.
Kennis die studenten op de pabo en de lerarenopleiding opdoen, valt pas op z’n plek als zij voor de klas staan. Hoe halen zij het beste uit de beroepsvoorbereiding en stages? Goed lesmateriaal kan daar een nuttige bijdrage aan leveren. Dit boek, dat ondersteunt de studenten bij zelfreflectie, ervaringsleren op de werkplek en het meten en vastleggen van eigen groei. Praktijkboek voor leraren maakt studenten verantwoordelijk voor hun eigen leerproces. Voor diverse fases van hun studie krijgen zij gereedschap aangereikt, waarmee de theorie benut kan worden op de werkplek. Zo leren studenten zichzelf als professional én als persoon kennen. Praktijkboek voor leraren heeft met een compacte opzet en gaat uit van ‘Leren door doen’. Het boek behandelt de thema’s: Ik als leraar, Mijn werkplek, Mijn lessen en Mijn portfolio. Per onderwerp krijgt de student inzicht in wie hij is, wat hij wil, welke acties hij kan ondernemen en wat het resultaat daarvan is. De student bepaalt zelf welke thema’s op welk moment relevant zijn.
Een leraar die met succes een klas runt, klaart een stevige klus. Hoe doet hij dat?
de hele waterleiding.
niet meer schoon, dan ging het heel erg stinken (deze fantasie ging nog veel verder dan hier vermeld …). • Hoe moest je dan kleren wassen? Of douchen?
Wat als … Doel: Groep:
consequenties en mogelijkheden bedenken, brainstormen, discussieren, redeneren 3 t/m 8 (onderbouw aangepast en ingekort)
Daag je klas uit om bij fantastische voorstellingen, zoals in de opsomming hierna, tien (maar liever nog twintig) consequenties te bedenken, en liefst ook mogelijkheden. Het noteren van de consequenties en mogelijkheden (ideeën) kan uitstekend in de vorm van een mindmap (zie paragraaf 6.2): • Wat zou er gebeuren als al het asfalt opeens in gras zou veranderen? • Wat als opeens alle metaal zacht zou worden als schuimrubber? • Wat als we opeens van elkaar konden zien wat we dachten? • Stel dat mensen opeens niet meer tegen het eten van vlees zouden kunnen. • Stel dat het verboden zou worden om vragen te stellen. • Wat zou er gebeuren als we op een dag opeens met dieren zouden kunnen praten? • Wat als alle mensen in eenpersoonsdozen zouden wonen? • Stel dat het geld opeens waardeloos zou worden. • Wat als de zwaartekracht opeens nog maar de helft zou zijn? • Wat als auto’s geen eigen motor meer hadden?
Groep:
overeenkomsten zoeken door op andere vindingrijke manieren te kijken 4 t/m 8
Er bestaan plaatjes waarop je de verschillen moet zoeken en die kinderen waarschijnlijk wel kennen: twee vrijwel identieke plaatjes, maar op een daarvan zijn kleine dingen veranderd of weggelaten. Alleen door intens te kijken en te vergelijken vind je de verschillen. Het kan ook omgekeerd … maar dat vraagt een heel andere aanpak en doet een beroep op de fantasie en op het vinden van heel andere kenmerken.
Dit naslagwerk is een gereedschapskist met 200 tools voor effectief handelen in vele situaties.
Van twee willekeurige afbeeldingen moeten leerlingen proberen de overeenkomsten te benoemen. Het is de bedoeling om door een heel andere bril te kijken en niet te scannen op afwijkingen, maar te zoeken naar iets wat die twee objecten gemeen zouden kunnen hebben. Het gaat niet zozeer om goede antwoorden, maar om grappige, onverwachte invallen en (al dan niet) fantastische en niet voor de hand liggende mogelijkheden.
Daag je klas uit om zelf interessante ‘wat als’-vragen te bedenken. Schrijf ze op strookjes papier en bewaar ze in een pot waaruit je regelmatig een vraag trekt om met de klas te brainstormen.
150
151
Hoe bedenk je het?! is een uniek basisboek met meer dan 100 denkstrategieën en werkvormen. Naast praktische handvatten biedt het theorie voor het bevorderen van een creatief klassenklimaat en het ontwikkelen van het oplossingsgericht vermogen bij kinderen in alle basisschoolleeftijden (en bij leerkrachten).
De tools zijn gecategoriseerd in zeven hoofdthema’s (waaronder Klassenorganisatie, Lesgeven en De leerling centraal) met informatie, tips, handelingsadviezen, checklists, stappenplannen, schema’s en modellen. De informatie die op dat moment nodig is, is zo snel voorhanden en de materialen sluiten aan bij de bekwaamheidseisen van de leerkracht. De praktijkwijzer is ook een handig instrument bij functioneringsgesprekken.
voorjaar 2014
ca. € 24,50
2012
€ 21,50
ca. 200 pp.
ISBN 978 90 469 0396 4
184 pp.
ISBN 978 90 469 0330 8
3
3.14
Een project voor de bovenbouw
114 x
3.15
Een thema voor de onderbouw
116 x
3.16
De ouderavond
117 x
3.17
De musical voor groep 8
teamwerken
signaleren
reflecteren
Klassenmanager evalueren
direct toepasbaar
concrete adviezen
checklist
Iets extra’s organiseren
Loopt het bij jou in de klas niet altijd even lekker? Wil je graag weten wat je doet en hoe je het doet? Stel jezelf onderstaande vragen. Hoe organiseer ik mijn werk?
ben ik een chaoot of een systematisch persoon? Wat heb ik eraan dat ik dat weet? hoeveel tijd besteed ik aan de voorbereiding van mijn lessen en ander werk? Is dat voldoende? wanneer bereid ik mijn werk voor? Is dat altijd een goed moment? Is er ook een ander moment mogelijk?
O
O
O
118 x
x
3.18
Zelfstandig werken en verwerken
119
x
3.19
De instroomgroep
120 x
3.20
Overgang van groep 2 naar 3
3.21
Van groep 8 naar het VO
122 x
3.22
Blijven zitten
124 x
3.23
Het sociogram
125
x
Hoe plan ik de lessen?
De leerlingen
werk ik met een jaar-, week- en dagplanning? Waarom wel of niet? hoe komt mijn rooster tot stand? houd ik me aan mijn rooster? Merken de leerlingen dat? heb ik een goed gevoel bij mijn rooster of geeft het stress? Waarom? Owat is het voordeel voor de leerlingen als zij het rooster kennen? O
O
Is mijn werktempo optimaal?
x
Wat ga ik eraan doen? 126 x
x
3.25
Schoonhouden
127 x
x
x
3.26
Schoon gedrag
128
x
x
Meta Krüger
werk ik te snel, te langzaam? Hoe merk ik dat? kom ik vaak in tijdnood tijdens de les of in de loop van de dag? Wanneer? Wat doe ik dan?
Lessen in orde op de basisschool biedt (aanstaande) leraren een methode voor het creëren van een veilige, plezierige leeromgeving. Het houden van orde is daarbij een essentieel onderdeel. De methodiek wordt uitgewerkt op vijf niveaus: het niveau van de klas, van de school, van de individuele docent, van de individuele leerling en van de ouders. Zo reikt dit boek de leerkracht concrete instrumenten aan om orde te houden en tal van praktische tips over hoe in te grijpen bij ordeverstoringen. Ook biedt het handvatten om tot een gezamenlijke aanpak te komen binnen de school. Verder is er onder meer aandacht voor zorgleerlingen en het sturen van groepsprocessen. Op de website staan vragen en opdrachten, verdiepingsstof en een variëteit aan praktische materialen, zoals voorbeeldbrieven, beoordelingsformulieren, beeldmateriaal en checklists.
Opbrengstgericht werken legt binnen scholen een nadruk op meetbare leerprestaties. Maar de leerling van nu heeft ook sociale competenties en een onderzoekende houding nodig. Dat onderstreept de Onderwijsraad in een recent advies. De Kenniskring van het Lectoraat Leiderschap in het Onderwijs van PentaNova vindt dat onderzoeksmatig leiderschap in onderzoekende scholen kan leiden tot onderwijs dat beter is afgestemd op de eisen van de hedendaagse maatschappij. De Kenniskring doet hier al enkele jaren onderzoek naar. Dit boek omschrijft de onderzoeksresultaten tot nu toe en biedt scholen een handreiking voor het beter benutten van data op leerling- en schoolniveau. Deel I van Leidinggeven aan onderzoekende scholen behandelt het theoretische begrip ‘onderzoeksmatig leiderschap’: wat is dat en wat zijn de effecten ervan voor de school van de 21ste eeuw? Deel II richt zich op de onderzoeksresultaten. Elk hoofdstuk geeft aanbevelingen voor het creëren van een onderzoekende cultuur op school.
O O
maak aan de hand van de antwoorden op deze vragen een lijst met enerzijds zaken die goed lopen, en anderzijds zaken waar je meer aandacht aan gaat besteden. stel voor die zaken SMARTI-doelen op. bedenk hoe je aan deze doelen gaat werken. Overleg zo nodig met een collega die je vertrouwt.
O
O O
Î2.29 SMARTI-onderwijsdoelen
Met spel in de onderbouw en onderzoekend leren in de bovenbouw worden meningen, oordelen en manieren van denken onderzocht. Kinderen leren ideeën genereren, informatie ordenen en vragen stellen met behulp van vaardigheden als associëren, combineren, verbanden leggen, sorteren en organiseren. Er is ook ruime aandacht voor empathische vaardigheden, waarmee de ontwikkeling van ‘21st century skills’ wordt gestimuleerd in alle jaargroepen. Hierdoor krijgen kinderen beter grip op de wereld waarin ze opgroeien.
Peter Teitler & Ans van Brussel
O
121 x
Inrichting
3
O
Het lokaal 3.24
Leidinggeven aan onderzoekende scholen
Handboek voor de onderwijspraktijk
DE LEERKRACHT
1 paginanummer
21st century skills Geeft kinderen meer grip op de wereld waarin ze opgroeien.
online studiemateriaal
Lessen in orde op de basisschool THEMA KLASSENORGANISATIE
100
101
online studiemateriaal
18
Leraar, jij maakt het verschil! is een toegankelijk praktijkboek ter ondersteuning van leerkrachten (in opleiding). De focus ligt op het ontwikkelen van een positieve, flexibele houding. De auteur beschrijft vanuit haar eigen ervaring als leraar en coach strategieën om moeilijke situaties meester te worden en reikt handvatten aan om effectiever en met meer plezier te werken. Het boek beschrijft situaties die stof bieden tot reflectie en discussie, zodat de leraar meer zicht krijgt op het eigen handelen en dat van anderen. Dit alles helpt bij het ontwikkelen van een professionele houding voor de klas. De vele voorbeelden en tips maken dit boek tot een praktische gids die elke leraar gelezen zou moeten hebben.
2014
€ 26,00
2013
€ 27,50
2012
€ 29,50
2013
€ 29,50
256 pp.
ISBN 978 90 469 0377 3
260 pp.
ISBN 978 90 469 0350 6
325 pp.
ISBN 978 90 469 0290 5
205 pp.
ISBN 978 90 469 0387 2
19
Pedagogiek & onderwijskunde
Pedagogiek & onderwijskunde De reflectieve professional
Van werkdocument tot eindverslag, praktijkgericht onderzoek doen en beschrijven
Praktijkonderzoek in de school
Jan Wolsing & Eric Verbiest (red.)
Marie-José Geenen
Joke Kiewiet-Kester
Cyrilla van der Donk & Bas van Lanen
Steeds meer leerkrachten krijgen naast het leraarschap een leidinggevende rol in de school. Schakels in de school bespreekt de vaardigheden die een beginnend leidinggevende in het basisonderwijs nodig heeft. De volgende onderwerpen komen aan bod: de maatschappelijke opdracht en verwachtingen van de school, de school als organisatie, leidinggeven aan collega’s, het imago van een school, personele, financiële en juridische aspecten, en kwaliteitszorg. Elk hoofdstuk opent met een casus. Tevens is er veel aandacht voor de praktische vaardigheden van goede leiders.
De reflectieve professional koppelt op een inzichtelijke manier wetenschappelijke informatie aan praktische toepassingen. Het boekje biedt 99 praktische handreikingen, onderverdeeld in de rubrieken: wat, waarom, waartoe, hoe en met wie, voor het reflecteren van de professional op zichzelf, anderen en de omstandigheden.
Voor studenten is praktijkgericht onderzoek een belangrijk, maar vaak ook lastig onderdeel van de studie. Het uitgangspunt van dit boek is dat onderzoek doen en onderzoek beschrijven parallelle, elkaar beïnvloedende processen zijn. Het boek heeft als focus de toegevoegde waarde van het onderzoek voor de praktijk waarbij verslaglegging al vanaf het begin van het onderzoek een belangrijke rol speelt: van structurerend naar communicerend. Studenten merken dat vroegtijdige aandacht voor de verslaglegging de onderzoeksfocus verheldert, het onderzoek doen overzichtelijker maakt en de onderzoeksopbrengsten kan vergroten. Het boek bevat diverse nieuw-ontwikkelde modellen en overzichten. Ook worden verschillende verslagmogelijkheden behandeld in relatie tot het doel en de doelgroep van het onderzoek. Van werkdocument naar eindverslag is op verrassend overzichtelijke wijze beschreven en geïllustreerd. Kenmerkend is de toon: luchtig, vol voorbeelden en metaforen en waar mogelijk enigszins anekdotisch wordt praktijkgericht onderzoek op nuchtere wijze in kaart gebracht.
Praktijkonderzoek in de school biedt een leidraad bij het voorbereiden en uitvoeren van dit praktijkonderzoek. Aan de hand van praktische voorbeelden en technieken vertalen de auteurs de basisprincipes van praktijkonderzoek naar het onderwijs. Dat doen zij vanuit een realistische visie op de waarde die het onderzoek kan hebben voor de school, de leraren, de leerlingen en hun ouders.
Schakels in de school Beginnend leidinggeven in het primair onderwijs
online studiemateriaal
In overzichtelijke hoofdstukken zet dit compacte naslagwerk op een toegankelijke, speelse manier aan tot professionele reflectie. Er wordt beknopt weergegeven wat reflectie inhoudt en waarom het belangrijk is voor mensen die met mensen werken. Vervolgens krijgen lezers geschetst waartoe reflecteren leidt en hoe men kan reflecteren, alleen of met hulp van anderen. Daarin legt De reflectieve professional vooral de nadruk op toepassingen, vaardigheden en houdingen bij reflectie. Dat doet de uitgave via algemene principes en richtlijnen die bruikbaar zijn in diverse beroepssituaties.
2011
€ 29,50
voorjaar 2014
ca. € 15,00
voorjaar 2014
ca. € 20,00
256 pp.
ISBN 978 90 469 0252 3
ca. 170 pp.
ISBN 978 90 469 0403 9
ca. 200 pp
ISBN 978 90 469 0376 6
Werken in de brede school Een pedagogische benadering
Jeannette Doornenbal, Saskia van Oenen & Wouter Pols (red.)
Ga voor een compleet overzicht van onze uitgaven naar onze website
Werken in de brede school bereidt (toekomstige) leraren, pedagogisch medewerkers en sociale professionals voor om met elkaar handen en voeten te kunnen geven aan de pedagogische opdracht in de brede school. Het boek bestaat uit vier delen. In het eerste deel wordt de brede school voorgesteld aan de hand van twee casussen en wordt beschreven wat het in de praktijk betekent om in een brede school te werken en te leren. In deel twee staat de pedagogische opdracht centraal en het ontwikkelen van een visie op het werken in de brede school. In deel drie vertellen deskundigen vanuit hun expertise wat de kernwaarde is van hun vak en hoe je samen met anderen kunt werken aan educatieve ontwerpen voor kinderen. Deel vier geeft extra informatie over het verschijnsel brede school, de financiële en wetgevende kaders, internationale voorbeelden, recente ontwikkelingen en verwijzingen naar informatiebronnen.
20
2012
€ 22,50
200 pp.
ISBN 978 90 469 0287 5
Onderzoek doen kan gezien worden als een vorm van leren, waarbij de leraar op systematische wijze in interactie met de omgeving op zoek gaat naar antwoorden op problemen, uitdagingen en leervragen uit de onderwijspraktijk. In twee inleidende hoofdstukken wordt een algemeen beeld geschetst van praktijkonderzoek en de toepassing ervan in het onderwijs. Daarna volgen zeven hoofdstukken waarin steeds een van de kernactiviteiten van praktijkonderzoek centraal staat: oriënteren, richten, plannen, verzamelen, analyseren en concluderen, ontwerpen en innoveren, en rapporteren en presenteren. Alle hoofdstukken worden afgesloten met oefeningen waarmee (aankomende) leraren hun onderzoeksvaardigheden kunnen trainen, individueel of in groepsverband.
De APA-richtlijnen Over literatuurverwijzing en onderzoeksrapportage
Petra Poelmans & Olav Severijnen
Dit boek gaat over de verslaglegging van een onderzoek en over de vormgeving van een onderzoeksverslag aan de hand van de APA-richtlijnen. Deze richtlijnen – opgesteld door de American Psychological Association – zijn inmiddels wijdverspreid overgenomen, maar tot nu toe ontbrak het aan een versie die toegesneden was op de Nederlandse onderwijscontext. Naast regels voor literatuurverwijzingen in de tekst en titelomschrijvingen in de literatuurlijst, komen onder andere ook de regels omtrent de structuur van een verslag en het gebruik van tabellen en grafieken aan de orde. Ook wordt ingegaan op het uitvoeren van goed onderzoek. Aan de hand van veel voorbeelden laten de auteurs zien hoe studenten de regels in de praktijk kunnen toepassen.
www.coutinho.nl
2013
€ 12,50
2012, 2e druk
€ 31,50
125 pp.
ISBN 978 90 469 0345 2
335 pp.
ISBN 978 90 469 0300 1
21
Algemene voorwaarden beoordelen en bestellen Prijsinformatie
Beoordelings-/docentexemplaren
De prijzen die in deze catalogus staan vermeld, zijn geldig tot 1 januari 2015 (zetfouten voorbehouden). Bij uitgaven die op het moment van publicatie van deze folder nog niet zijn verschenen, staat een circaprijs vermeld; voor deze uitgaven geldt dat prijswijzigingen voorbehouden zijn. Van uitgaven die niet onder de Wet op de vaste boekenprijs vallen, dienen de prijzen opgevat te worden als adviesprijzen.
Wanneer u als docent een boek wilt beoordelen op geschiktheid voor gebruik in uw onderwijs, dan kunt u een beoordelingsexemplaar aanvragen. Staat een boek op de literatuurlijst en u beschikt als docent-gebruiker nog niet over een eigen exemplaar, dan kunt u een docentexemplaar aanvragen.
Bestelinformatie Onze boeken zijn verkrijgbaar via iedere reguliere en internetboekhandel in Nederland en België of via www.coutinho.nl.
Docentenservice U kunt bij onze klantenservice terecht via
[email protected] of telefonisch via 035 69 49 991 op werkdagen tussen 8.30 uur en 17.00 uur voor al uw vragen over: aanvragen beoordelings-of docentexemplaren • prijzen • beschikbaarheid van uitgaven • informatie over herzieningen • nieuwe projecten •
035 69 49 991
Websites Bij veel uitgaven van Uitgeverij Coutinho is online materiaal beschikbaar. Zo kunnen er bijvoorbeeld docentenhandleidingen, uitwerkingen van opgaven, extra opdrachten en interactieve toetsen zijn. Kijk op www.coutinho.nl voor meer informatie.
Educatief adviseur Voor advies over onze uitgaven en vragen met betrekking tot presentaties op scholen kunt u terecht bij onze educatief adviseur: Maarten de Jong via
[email protected].
Uw mening over de beoordeelde uitgave Uitgeverij Coutinho is bijzonder geïnteresseerd in uw mening over onze uitgaven. Daarom ontvangt u bij uw aangevraagde beoordelings- of docentexemplaar een korte enquête. Uw antwoorden worden bij de ontwikkeling van nieuwe uitgaven en/of herzieningen gebruikt, zodat de uitgaven beter op uw onderwijs aansluiten. Wij stellen het daarom bijzonder op prijs wanneer u de enquête wilt retourneren.
22
Op onze website vindt u het aanvraagformulier voor een beoordelings-of docentexemplaar. Er worden voor zendingen in Nederland geen porto- of administratiekosten berekend. Verder gelden onderstaande voorwaarden. • Bent u als docent werkzaam op een hbo, universiteit of volksuniversiteit? Dan kunt u een gratis beoordelings- of docentexemplaar aanvragen. Daarvoor geldt dat het boek voor uw vakgebied relevant moet zijn. • Bent u zelfstandige zonder personeel (zzp’er) of als docent werkzaam bij een ROC of taalinstituut? Dan ontvangt u een beoordelings-of docentexemplaar gratis of met korting, volgens de onderstaande tabel. DOCENT BIJ
BEOORDELINGSEXEMPLAAR
DOCENTEXEMPLAAR
ROC EDUCATIE / NT2
50% KORTING1, 3
GRATIS2
ROC OVERIG
GEEN KORTING1
GRATIS2
50% KORTING3
50% KORTING3
TAALINSTITUUT OF ZZP’ER
1. Titels uit de Wegwijsserie worden wel gratis verstrekt aan roc’s. 2. Alleen wanneer u, door middel van een kopie van de boekenlijst, aan kunt tonen dat de uitgave voorgeschreven literatuur is voor cursisten. 3. Nederlands in gang, Nederlands in actie, Nederlands op niveau, Taaltalent - deel 1,2 & 3, Start.nl - deel 1 & 2 worden gratis verstrekt.
• Bent u als docent werkzaam in België? Voor u gelden andere voorwaarden. U kunt contact opnemen met onze Belgische vertegenwoordiger EPO:
[email protected]. • Uitgeverij Coutinho behoudt zich het recht voor uw aanvraag te weigeren. In dat geval nemen wij contact met u op. * Van sommige uitgaven worden geen beoordelings- of docentexemplaren verstrekt. Het betreft voornamelijk docentenhandleidingen, cdroms en boeken die primair bedoeld zijn voor de docent. Deze uitgaven zijn gemerkt met een *.
Privacy Uitgeverij Coutinho respecteert uw privacy en stelt groot belang in het zorgvuldig omgaan met uw persoonlijke gegevens. Wij dragen er zorg voor dat uw persoonlijke informatie wordt beschermd en vertrouwelijk wordt behandeld. Uw gegevens worden niet aan derden verstrekt. Uitgeverij Coutinho houdt zich aan de wet- en regelgeving op het gebied van de bescherming van persoonsgegevens, zoals de Wet bescherming persoonsgegevens.
23
UITGEVERIJ COUTINHO HEEFT UITGAVEN OP HET GEBIED VAN: • Bestuur, Beleid & Recht • Economie & Communicatie • Gezondheidszorg • NT2 & Inburgering • Onderwijs • Sociale wetenschappen • Talen • Taal- & Cultuurwetenschappen
Ga voor een compleet overzicht van onze uitgaven naar www.coutinho.nl
Hebt u een vraag?
Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum Uitgever Lerarenopleiding basisonderwijs Martin Chirer E
[email protected]
Wij zijn bereikbaar op werkdagen tussen 8.30 uur en 17.00 uur.
[email protected] 035 69 49 991
Promotie en verkoop voor België EPO Afdeling Verkoop Lange Pastoorstraat 25-27 2600 Berchem-Antwerpen T +32 (0)3 239 68 74 E
[email protected]
Wilt u advies over onze uitgaven of een presentatie op uw school? Neem contact op met onze educatief adviseur.
Maarten de Jong
[email protected]