Herijking Hoger Onderwijs Almere
Maart 2008
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
INHOUD HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
INLEIDING EN SAMENVATTING 1.1
Doel nota
3
1.2
Resultaten tot nu toe
3
1.3
Ambities
4
1.4
Herijking
4
REGULIER ONDERWIJS, RESULTATEN EN VERWACHTING 2.1
Inleiding
6
2.2
Aanbod en Studentenaantallen
6
2.3
Nieuw aanbod
7
2.4
Prognoses
7
2.5
Potentieel
8
2.6
Beschikbare middelen
9
AANPAK: VOLHOUDEN EN DOORZETTEN 3.1
Beleidslijnen
11
3.2
Verbreden van de markt: convenant
11
3.3
Nieuwe peilers: particulier en internationaal onderwijs
12
3.4
Faciliteiten
12
3.5
Marketing en PR
14
3.6
Doorstroom MBO/HBO
15
3.7
Subsidies
15
3.8
Samenvatting aanpak
16
2/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding en Samenvatting
Doel nota
Het aantrekken van hoger onderwijs is een belangrijk speerpunt in het beleid van Almere. Almere blijft de komende decennia een onstuimige groei doormaken en zal zich in 2030 ontwikkelen tot een stad van 350.000 inwoners. Daar hoort een passend aanbod aan hoger onderwijs bij. Een goede kennisinfrastructuur en een goed opgeleide beroepsbevolking is voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling van eminent belang. De beroepsbevolking in Flevoland is gemiddeld lager opgeleid dan de Nederlandse beroepsbevolking in het algemeen.Nu is de jeugd voor het overgrote deel aangewezen op het aanbod aan hoger onderwijs in andere steden in de randstad. Vaak keren de studenten niet meer naar Almere terug. Een ruim aanbod aan hoger onderwijs houdt wellicht de studenten hier, heeft een opwaarts effect op het opleidingsniveau van de beroepsbevolking.en draagt bij aan het economische en stedelijke klimaat van Almere. Om die reden spant Almere zich al bijna 10 jaar in voor Hoger onderwijs in Almere Conform de toezegging aan de raad wordt in deze nota de voorlopige balans opgemaakt van de bereikte resultaten en een aanpak voorgesteld die structuur en samenhangt brengt. Het bereiken van de doelstellingen Hoger Onderijs, zoals verwoord in het werkplan 2006-2010 vergt een gerichte aanpak op een bredere scope. Commitment wordt gevraagd op een zestal beleidslijnen; Verbreden van de markt van regulier onderwijs (convenant) Nieuwe peilers: particulier en internationaal onderwijs Bieden van accommodatie en fasciliteiten Pr en marketing (Almere als studentenstad) Bevorderen doorstroming MBO/HBO Subsidieregeling Hoger onderwijs 1.2
Resultaten tot
nu toe.
Het Hoger Onderwijs in Almere groeit geleidelijk. In 1998 werd de eerst Hbo opleiding in Almere gevestigd. Almere heeft dat waar mogelijk gefaciliteerd. Er is geïnvesteerd in onderwijshuisvesting (o.a de Aardbei), marketing en communicatie en er zijn aanloopsubsidies voor opleidingen verstrekt. In de afgelopen 10 jaar is het aanbod aan hoger onderwijs wel uitgebreid, maar van een voldoende aanbod is met vier opleidingen nog geen sprake. In het studiejaar 2007/2008 zijn er 1388 studenten in Almere ingeschreven. De jaren daarvoor schommelde de studentenaantallen rond de 1000. De lijn naar boven is ingezet. Het verloop van het aantal studenten is opmerkelijk. Vanaf het studiejaar 2002/2003 heeft er een groei van het aantal studenten van 360 plaatsgevonden. De groei doet zich met name de laatste twee jaar voor. Voor de periode t/m 2011/2012 is verdere groei voorzien naar 3100 studenten.
3/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
De genoemde groei van de studenten is volledig gelokaliseerd bij het reguliere bekostigde hoger onderwijs (HvA en Aeresgroep). Dat is een positieve ontwikkeling, maar nog onvoldoende voor de ambities van Almere.
1.3
Factoren om rekening te houden
In het werkplan 2006-2010 van het college is de ambitie geformuleerd om in 2010 5 nieuwe opleidingen en in totaal 4000 studenten in Almere te hebben. Op grond van de prognoses wordt over 4 jaar in het regulier onderwijs een studentenpopulatie van circa 3100 studenten verwacht. Voor het bereiken van de doelstelling van 4000 studenten moeten alle zeilen bijgezet worden. Er zijn drie factoren die de mogelijkheden van groei van het regulier onderwijs begrenzen of beïnvloeden.. De eerste factor van betekenis in het reguliere onderwijs is de autonomie van de instellingen. Onderwijsinstellingen nemen autonoom beslissingen binnen de kaders die het ministerie van OCW aangeeft. Het in januari 2007 afgesloten convenant Hoger Onderwijs Flevoland is wel een besluitvormingskader, maar heeft geen dwingend karakter voor nieuw aanbod van hoger onderwijs. Gemeenten hebben ten aanzien van het Hoger onderwijs geen regelmacht of structurele middelenmacht. De tweede factor waar bij de realisatie van hoger onderwijs rekening mee moet worden gehouden is de uitstroom van het voortgezet en MBO onderwijs naar het Hbo. Die studentenstroom is in Flevoland relatief beperkt. Met de verdere doorgroei van Almere kan de potentiële instroom VO/MBO vanuit de provincie Flevoland van 1200 studenten oplopen naar 2000 studenten in 2030. Deze studenten kunnen kiezen uit een veelheid van opleidingsmogelijkheden. Een derde factor is daarom ook het opleidingsaanbod in de omliggende gebieden, zoals Amsterdam, maar ook Zwolle voor de uitstroom vanuit de Noordoostpolder en Utrecht voor de schoolverlaters uit Zeewolde. Een verbreding en intensivering van de aanpak naar het hoger onderwijs is noodzakelijk. Het eenzijdige spoor van het bekostigd hoger onderwijs is te smal voor de ambities van de stad.
1.4
Herijking
Voor het realiseren van de ambities van het hoger onderwijs zal Almere zijn pijlen ook gaan richten op andere aanbieders van hoger onderwijs (Windesheim) en ook op het particuliere en het internationale onderwijs. De kansen daarop zijn goed, zoals uit de diverse verkenningen blijkt. Permanente educatie, een leven lang leren, zorgt dat professionals nog veel opleidingen volgen. Deze particuliere markt is aanzienlijk. Een zijn diverse particuliere aanbieders, maar ook Hogescholen en Universiteiten bedienen deze markt. Daarmee kan de basis voor opleidingen worden verstevigd. Internationale instellingen die studenten van over de gehele wereld aantrekken voor langere of kortere tijd, betekent dat de studentenpopulatie in Almere groeit, het academisch klimaat verbetert en Almere een meer grootstedelijke uitstraling krijgt. Er ontstaat synergie. De aantrekkingskracht van Almere als vestingplaats voor opleidingen en als studentenstad zal toenemen.
4/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
In deze nota wordt daarom de strategie uitgewerkt voor de aanpak gericht op de doorgroei van het hoger onderwijs gebaseerd op de drie pijlers. • bekostigd hoger onderwijs • particulier (onbekostigd) hoger onderwijs • internationaal onderwijs Deze aanpak moet leiden tot zowel een versnelling van de groei van het reguliere onderwijs als tot een verbreding van de markt voor het hoger onderwijs. Versnelling wordt verwacht van het verruimen van het aantal aanbieders. Begin 2007 is een convenant afgesloten op basis waarvan Vu/Windesheim en de Aeresgroep ook aanbod in Almere kunnen realiseren. Het aanbod is niet meer alleen afhankelijk van de Hogeschool van Amsterdam. Hoewel de samenwerking rond de uitwerking van het convenant niet probleemloos verloopt, is het convenant het kader voor de versnelling van de groei in het hoger onderwijs en heeft een stimulerende werking. De UvA/HvA heeft het voornemen de komende vier jaar jaarlijks een nieuwe opleiding te starten en de Aeresgroep start in 2008 met een opleiding die een fors deel van de verwachte groei uitmaakt. Met Vu/Windesheim zijn gesprekken gaande over nieuwe opleidingen in Almere. Het verruimen van het aantal aanbieders Hoger Onderwijs heeft geen invloed op het studentenpotentieel uit het Voortgezet onderwijs en het MBO. Om de doelstelling voor hoger onderwijs in Almere te bereiken zal dus het potentieel in het particulier en internationaal onderwijs aangeboord moeten worden. Vanaf het voorjaar 2007 zijn in samenwerking met economische zaken diverse contacten met particuliere onderwijsaanbieders gelegd en is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden in het internationale onderwijs. De vooruitzichten hierin blijken gunstig te zijn. Uit een verkennend onderzoek van het bureau Ziggurat o.l.v. de heer Torenbeek blijkt dat er op internationaal niveau belangstelling is voor het realiseren van aanbod in Almere, mits de juiste faciliteiten voorhanden zijn. Voorzieningen als collegezalen, een bibliotheek, studentenhuisvesting, congresaccommodaties en sportfaciliteiten zijn daarvoor noodzakelijk. Gezamenlijk gebruik van die faciliteiten door regulier, particulier en internationaal onderwijs levert naar verwachting een enorme synergie op onderwijsgebied op en draagt bij aan het creëren van een grootstedelijk klimaat, passend bij een stad van 350.000 inwoners. Een haalbaarheidsonderzoek naar het realiseren van faciliteiten en accommodaties voor Hoger Onderwijs in Almere is een van de nieuwe maatregelen die wordt voorgesteld. Met deze nieuwe aanpak wordt een nieuwe impuls aan de groei van het hoger onderwijs gegeven. Niettemin is het realiseren van de doelstelling een kwestie van de lange adem. Het tempo van succes kan niet afgedwongen worden. De genoemde drie pijlers, het perspectief van een accommodaties voor Hoger Onderwijs, een slimme marketingstrategie van Almere Studentenstad zijn belangrijke onderdelen van
5/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
een integrale aanpak van zes beleidslijnen voor de stimulering van nieuw aanbod aan hoger onderwijs in Almere.
6/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers 2.1
Inleiding
In de afgelopen jaren is veel energie gestoken in het realiseren van de doelen voor hoger onderwijs. De focus lag daarbij op het bekostigd onderwijs. Voor Almere als studentenstad is het voltijds onderwijs erg belangrijk. In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de studentenaantallen in Almere en de prognose voor de komende jaren en wordt ingegaan op het convenant. 2.2
Aanbod en Studentenaantallen
De Hoge school van Amsterdam is tot op heden de enige aanbieder van Hoger Onderwijs. Het Instituut voor Information Engineering, de Pabo en de tandarts- en mondhygenisten opleiding (Acta) bepaalden tot 2006 het aanbod. De bacheloropleiding Gedrag en samenleving van de UvA is in 2007 uit Almere teruggetrokken. In deze collegeperiode zijn drie nieuwe opleidingen gestart, een voltijdsopleiding en twee minoren. De opleiding Ondernemen, Innovatie en techniek (OIT) is per september 2007 gestart. Het betreft een voltijdsopleiding. De opleiding maakt onderdeel uit van de Business School Almere. (BS-A). De BS-A biedt ook de minor Ondernemen aan. De tweede minor is de minod praktijkondersteuners. In de onderstaande tabel worden de studentenaantallen van de opleidingen die sinds 2002 in Almere aangeboden worden weergegeven. Huidig aanbod
Pabo voltijds Pabo deeltijd IIE Acta OIT BS-A minor Ondernemen HSA: minor Praktijk ondersteuners Gedrag en Samenleving Totaal
2002/03 2003/04 2004/05 2005/06 2006/07 2007/08 100 137 190 244 350 323 100 100 201 200 243 253 666 659 649 615 585 556 118 146 140 150? 160 195 26 15 15 15 42 1026
45 1087
47 1180
40 1209
35 1388
0 1383
Bron: Sociale Atlas en Masterplan IIE van de HvA, febr 2007 Noot: de studentenaantallen van de Acta in 2005/06 zijn geschat. Uit het overzicht blijkt dat sinds 2002 het aantal studenten met 360 is gestegen. Hierin zijn de studenten van minoren meegenomen. Dat zijn dikwijls geen voltijdstudenten. Er is sprake van een bescheiden maar continue groei.in de periode vanaf 2002.
7/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
2.3
Nieuwe aanbod
Voor de nabije toekomst wordt een sterkere groei van het aantal studenten verwacht. Met ingang van het studiejaar 2007/08 starten verschillende nieuwe opleidingen: Small business en retail management van de HvA. De verwachting is dat de opleiding in 4 jaar tijd 270 studenten heeft. De opleiding Small business en retail management is ontwikkeld binnen het kader van de Business school Almere. Ook wordt binnen de opleiding IIE de start van een masteropleiding Digital Life voorzien, die in 4 jaar tijd 100 studenten moet hebben.1 De Health School Almere(HSA) 2 gaat in 2008/09 ook officieel van start. De HSA is een initiatief van de Zorggroep Almere en een samenwerkingsverband tussen de zorgaanbieders, de UvA/HvA en de gemeente. De HSA kondigt in haar business plan van november 2007 diverse opleidingen aan. Het betreft voornamelijk minoren op HBO en WO niveau, zowel gericht op HBO studenten als professionals en managers in de zorg. De HSA hoort voor dat deel tot het particulier onderwijs. De HSA biedt vooralsnog geen voltijdsopleidingen. Ze biedt wel minoren aan voor voltijdstudenten. De HSA verwacht in de komende 3 jaar circa 350 studenten. De HSA ontwikkelt het studieaanbod samen met de UvA/HvA, maar niet uitsluitend. De UvA/HvA heeft wel de positie van preferred supplier en participeert ook in de stichting van de HSA/ Het opleidingsconcept van de HSA legt een sterk accent op de praktijkopdrachten. De behoefte aan ruimtes voor contactonderwijs zijn derhalve beperkt. Er wordt gebruik gemaakt van ruimtes bij zorgaanbieders. De Aeres groep start met ingang van 2008/09 met de opleiding Agro business. De opleiding komt in Almere Poort, dichtbij het ROC en richt zich ook nadrukkelijk op de doorstroming van MBO studenten naar HBO. De Aeresgroep verwacht in 4 jaar tijd circa 800 studenten. De Aeresgroep is daarmee de eerste Hogeschool die naast de HvA een aanbod realiseert in Almere. De Aeresgroep is convenantpartner evenals VU/Windesheim. Vooralsnog heeft de VU/Windesheim nog geen aanbod in Almere. Over een mogelijk aanbod van hen worden op dit moment wel gesprekken gevoerd.Met de convenantpartners wordt overlegd over een aanbod al of niet in samenwerking met elkaar (zie ook hierna). Het International New Town Institute is primair een onderzoeksinstituut, maar het biedt studenten ook promotieplaatsen aan en masterstudies. In dat verband horen ze ook in het overzicht met nieuwe opleidingen thuis.
1 2
Bron: masterplan IIE, HvA, febr. 2007 DHSA heeft de naam veranderd in Health School Almere
8/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
2.4
Prognoses
In de onderstaande tabel worden de geprognosticeerde studentenaantallen voor de nieuw te starten opleidingen samengevat. In het overzicht is ook de in 2007/08 gestarte Opleiding Ondernemen, Innovatie en Techniek meegenomen, omdat die nog een groei door zal maken, daar waar de overige opleidingen stabiliseren. Prognoses studenten aantallen bestaande en nieuwe opleidingen Prognoses studentenaantallen Nieuwe opleidingen 2008/09 Small Business 30 Digital Life (master) 15 HSA (minoren en cursussen) 115 Agro business 200 Int. Nat. New Town Inst (master) 36 Ondernemen, Innovatie & Techniek. 55 Sub Totaal 451 Bestaande opleidingen 1383 Totaal 1834 Bron: masterplan HvA en tussenrapportage HO
2009/10 90 35
2010/11 180 65
2011/12 270 100
230 400
350 600
350 800
50
70
90
90 895 1383 2278
125 1390 1383 2773
135 1745 1383 3128
Samenvattend, op basis van de nu beschikbare informatie blijkt dat: o de studentenpopulatie in 2012 jaar circa 3100 studenten omvat (1385 plus 1745). o Het aantal voltijdstudenten is circa 2250. o de groei in de komende 4 jaar bijna ruim 4 keer zo hoog ligt als in de 4 jaar daarvoor (groei van 1600 studenten ipv 360 studenten). Geconcludeerd moet worden dat met deze nieuwe opleidingen een aanzienlijke versnelling van de groei wordt voorzien.
2.5
Potentieel
Jaarlijks kiezen zo’n 370.000 studenten voor een HBO opleiding bij een bekostigde instelling. Ze hebben daarbij de keuze uit 42 hogescholen. De Provincie Flevoland is het primaire adherentie gebied voor Hoger Onderwijs in Almere. Het Instituut voor Information Enginering van de HvA heeft recent onderzoek laten doen naar de uitstroom uit het voortgezet onderwijs en het MBO in
9/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
Flevoland richting het HBO en heeft op basis van de verwachte bevolkingsgroei extrapolaties gemaakt naar 2030.3 (
Doorstroom naar HBO
Havo VWO MBO
Feitelijk 2007 aantal 824 105 306 1235
Prognoses 2025
2030
1770
1966
Uit de tabel blijkt dat het potentieel op grond van de huidige gegevens over doorstromingspercentages stijgt naar circa 2000 studenten in 2030 bij de verwachte schaalsprong in Almere. Deze uitstroom komt voor een deel terecht in Almere. Studenten uit de Noordoostpolder kiezen vaak voor het aanbod in Zwolle en Leeuwarden. De studenten uit Zeewolde kiezen ook dikwijls voor Utrecht. (zie bijlage 1) Daarnaast heeft Lelystad en Dronten ook een aanbod van Hoger Onderwijs. Studenten in het HBO laten zich meer leiden door nabijheid van een opleiding dan WO studenten zoals uit onderzoek blijkt, maar de inhoud van de opleiding, de aansluiting op de eigen capaciteiten en de beroepsperspectieven zijn belangrijker motieven. Voor de opleiding OIT blijkt maar 25% van de nieuwe inschrijvingen afkomstig te zijn uit Almere, maar voor de Pabo is 60% afkomstig uit Flevoland. Belangrijk is echter te constateren dat het “natuurlijk potentieel” in de Provincie Flevoland voor Hoger Onderwijs in Almere in absolute aantallen bescheiden blijft en dat studenten de keuze hebben uit veel HBO instellingen in aangrenzende gebieden. Het aanbod in Almere zal zich dus zodanig moeten onderscheiden dat het ook studenten uit andere delen van Nederland aantrekt. De bescheiden uitstroom onderstreept de noodzaak om ook andere doelgroepen te bereiken om het fundament voor het Hoger Onderwijs te verstevigen.
2.6
Wetenschappelijk onderwijs en kennisinstituten.
Er is geen aanbod van regulier wetenschappelijk onderwijs in Almere. De opleiding gedrag en samenleving is uit Almere teruggetrokken. De kansen voor zelfstandig Universitair onderwijs in Almere zijn niet reëel. Almere zet daarom primair in op 3
Onderzoek HBO in Almere, T. Triezenberg, febr. 2008
10/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
versterking van het Hoger onderwijs. Kennisinstituten leveren echter wel mogelijkheden voor academisch onderwijs. Het INTI biedt op dit moment een master en promotieplaatsen aan. Andere activiteiten van het INTI zoals een lezingencyclus dragen ook bij aan het academisch klimaat in Almere. Het Turinginstituut4, dat naar verwachting in Almere gevestigd zal worden, zal ook een dergelijk onderwijsaanbod leveren. De HSA overweegt de mogelijkheden tot een master voor digital care.
2.7
Beschikbare middelen
Almere investeert aanzienlijk in de wegbereiding voor Hoger Onderwijs. Niet bestede middelen worden jaarlijks in de reserve beroeps- en hoger onderwijs gestort. De herijking Hoger Onderwijs zal worden uitgevoerd binnen de begrotingskaders voor Hoger Onderwijs. In deze collegeperiode is € 7 miljoen beschikbaar, hiervan is € 1.6 miljoen reeds uitgegeven. De middelen zijn in de afgelopen jaren besteed aan diverse activiteiten als de opening van het studiejaar, de Han Lammers Leerstoel en het New Town Institute, maar de meeste uitgaven zijn besteed aan subsidies voor de ontwikkelingen van opleidingen, zoals de Pabo, de Business School Almere, Ondernemen, Innovatie en techniek, Dutch Health School Almere. Tot 2007 is ook bijgedragen in de huurkosten van de Pabo en Acta in “de Aardbei”. De opleiding IIE heeft ook drie jaar een tegemoetkoming in de huurkosten ontvangen. De gemeente Almere heeft de investeringen voor de Aardbei voor haar rekening genomen en de huurkosten van het Stationoffice waarin ruimte voor opleidingen gereserveerd is.
4
Het Turinginstituut richt zich op de ontwikkeling van geautomatiseerde complexe kennissystemen in de medische sector.
11/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
Hoofdstuk 3 3.1
Uitwerking Aanpak
Beleidslijnen
Voor het aantrekken van Hoger Onderwijs in Almere is veel in gang gezet en op onderdelen is ook rendement zichtbaar, maar de oogst moet nog komen. Het bereiken van de doelen vergt vasthoudendheid en doorzettingsvermogen. Succes kan niet afgedwongen worden. Daarvoor zijn te veel spelers betrokken en is de bepalende rol van de gemeente te beperkt. In dit hoofdstuk worden de plannen beschreven voor het programma Hoger Onderwijs. In veel gevallen gaat het om het intensiveren van eerder beleid, maar er wordt ook expliciet een nieuwe koers ingeslagen. Tot 2007 lag de focus primair op het regulier hoger onderwijs. Nu is het uitgangspunt van beleid dat het hoger onderwijs in Almere rust op drie peilers: - Het regulier bekostigd onderwijs - Het particulier onderwijs - Het internationaal onderwijs Alleen op die wijze is er een voldoende potentieel om de ambities van Almere te realiseren. Het bieden van faciliteiten en accommodaties waar tal van onderwijsinstellingen gebruik van maken lijkt een belangrijke randvoorwaarde voor de doorgroei van het hoger onderwijs.. De mogelijkheden daartoe zullen in een business case in 2008 in kaart worden gebracht. . De inzet op het terrein van PR en marketing zal geïntensiveerd worden. De mogelijkheden voor startsubsidies voor nieuwe opleidingen zal blijven bestaan, maar meer gestructureerd worden op basis van een te ontwerpen regeling. Ook nieuw is het bijdragen aan het bevorderen van de doorstroming van MBO naar HBO. Samenvattend worden de volgende zes beleidslijnen voor de aanpak van het Hoger Onderwijs ingezet: 1. Verruimen van de markt van regulier onderwijs 2. Nieuwe peilers: particulier en internationaal onderwijs 3. Facilititeiten bieden: onderzoek mogelijkheden accommodaties Hoger Onderwijs 4. PR en Marketing stroomlijnen en intensiveren (Almere als studentenstad) 5. Bevorderen doorstroom MBO/HBO o.a door aansluiten van opleidingen (doorgaande leerlijnen) 6. Subsidieregeling voor nieuwe opleidingen
3.2
Verbreden van de markt: convenant
Tot op heden was de HvA de enige partij voor de gemeente Almere inzake het hoger onderwijs. Het convenant dat in januari 2007 is afgesloten heeft deze situatie veranderd. Bij het convenant zijn ook de Vu/Windesheim en de Aeresgroep als
12/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
aanbieders van hoger onderwijs betrokken. Van de zijde van de overheid participeren het ministerie van OCW, de provincie Flevoland, en de gemeenten Almere en Lelystad. De Aeresgroep biedt met ingang van 2008/09 een opleiding aan in Almere, VU/Windesheim heeft nog geen aanbod ontwikkeld, maar heeft daartoe wel de bereidheid en werkt daar ook aan. In de bekostigde sfeer zijn deze Hogescholen de partijen om zaken mee te doen, maar het concretiseren van aanbod vergt intensief overleg. Hierbij lijkt het een interessante optie te verkennen of de LOI in het kader van het open bestel bij de samenwerking kan worden betrokken. De LOI is in het kader van het “open bestel” door OCW aangewezen om als particuliere HBO onderwijsinstelling bekostiging te krijgen zoals dat ook gebeurt bij de reguliere bekostigde HBO instellingen. Het “open bestel” is een proef die ca. 5 jaar duurt waarbij OCW beoogt om meer marktwerking te krijgen en om een zgn. fair level playingfield te verwezenlijken. De waarde van het convenant is niet alleen het toelaten van twee nieuwe aanbieders, maar vooral ook de gezamenlijke visie op de sociaal-economische opgave van de regio. Dat vormt voor OC& W mede het toetsingskader voor de uitbouw van het Hoger onderwijs in Almere. Indien met de huidige onderwijsbiedende partners in het convenant geen uitwerking tot stand komt die aansluit op de ambities van Almere zal ingezet worden op aanpassing van het convenant in dat opzicht. 3.3
Nieuwe peilers: particulier en internationaal onderwijs
Een belangrijke beleidswijziging die in 2007 bestuurlijk in gang is gezet is om onderwijs als een economisch marksegment te benaderen. Er is een acquisitiestrategie ontwikkeld gericht op het internationaal onderwijs en het aantrekken van commerciële onderwijsaanbieders. Particuliere onderwijsaanbieders richten zich primair op de professionals in de beroepspraktijk. Daarbij gaat het niet alleen om bij- en nascholing, maar ook op voltijdsopleidingen, zoals de businessopleidingen, maar ook branche opleidingen. Voor particulier ondewijs betalen de deelnemers een kostendekkende bijdrage, ook als het gaat om aanbod dat ook in de regulier onderwijs geboden wordt. Internationaal onderwijs kan zowel betrekking hebben op bekostigd (regulier) als op onbekostigd (pariculier) onderwijs. Internationale universiteiten hebben vestigingen in het buitenland, waar een deel van het aanbod wordt geleverd. Dit aanbod trekt studenten vanuit de gehele wereld aan en vraagt dus ook voorzieningen als studentenhuisvesting en recreatiemogelijkheden. Met vele instellingen, zoals het LOI en het NCOI, de Webster University, het Turing Institute en Universiteit Ramon Lull Barcelona . zijn in het afgelopen jaar contacten gelegd en zijn intiatieven besproken. (zie voor meer informatie de bijlage). Het blijkt dat veel van deze initiatieven kansrijk zijn en ook een aanzienlijk volume aan studenten mee kan brengen. Deze verbreding van volume is noodzakelijk, omdat het potentieel van instroom van studenten vanuit de provincie Flevoland te beperkt is. Met particulier onderwijs en internationaal onderwijs worden nieuwe markten aangeboord. Deze nieuwe strategie zal met volle kracht gecontinueerd en geïntensiveerd worden.
13/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
Het kiezen uit deze veelheid van mogelijkheden vergt wel een afwegingskader te ontwikkelen in een businesscase Internationaal onderwijs
3.4
Faciliteiten
De verschillende initiatieven op regulier, particulier en internationaal terrein vragen om bezinning op het accommodatievraagstuk. Waar kan hoger onderwijs gehuisvest worden en wat is daar allemaal voor nodig? Is het zinvol om nieuwe accommodaties te realiseren en te zorgen voor een ruimtelijke bundeling van voorzieningen. Dat kunnen ook bestaande voorzieningen zijn. Het bieden van faciliteiten als onderwijsgebouwen, collegezalen, voorzieningen als een bibliotheek, draadloos internet, andere computerfaciliteiten, een mensa, een ontmoeting- en ontspanningsplek, congresfaciliteiten en studentenhuisvesting kan een vestigingsbeslissing vergemakkelijken. Zeker voor startende opleidingen. Vice versa levert de bundeling van voorzieningen en de concentratie van opleidingen aantrekkingskracht uit op andere opleidingen (zwaan kleef aan). Voor het internationaal onderwijs is de aanwezigheid van accommodaties een noodzakelijke voorwaarde. De komst van internationale instellingen die studenten van over de gehele wereld aantrekken voor langere of kortere tijd, betekent dat de studentenpopulatie in Almere groeit, het academisch klimaat verbetert en Almere een meer grootstedelijke uitstraling krijgt. Er ontstaat synergie. De aantrekkingskracht van Almere als vestingplaats voor opleidingen en als studentenstad zal toenemen. In ruimtelijk opzicht zijn er nog geen beslissingen genomen over een locatie voor accommodaties voor Hoger Onderwijs. In geen enkel ruimtelijk (bestemmings)plan is het opgenomen. Facilitieiten en accommodaties voor Hoger Onderwijs zijn het meeste aantrekkelijk als ze in het centrum gelegen zijn: • Dichtbij OV • Dichtbij de bibliotheek • Dichtbij het ziekenhuis (met het oog op zorg als een van de onderscheidende kenmerken van Almere) • Dichtbij studentenhuisvesting. • Dichtbij culterele en uitgaansvoorzieningen In of nabij het centrum van de stad zijn er diverse locaties voor onderwijsaccommodaties. De stad groeit inmiddels door. De mogelijkheden om een knooppunt van voorzieningen in de stad te creëren neemt met elk bouwplan verder af. De tijd dringt dus om een geschikte locatie te vinden. Ter voorbereiding van de besluitvorming over de locatie voor accommodaties voor Hoger Onderwijs zal een locatieonderzoek en een businesscase study worden uitgevoerd. In de businesscase zal de ruimtelijke en financiële haalbaarheid en de belangstelling van de onderwijspartijen in diverse sectoren onderzocht worden. Het programma van eisen voor de onderwijsaccommodaties zal met potentiële gebruikers
14/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
ontwikkeld worden. Voor dit onderwerp zal een overlegplatform met geïnteresseerde onderwijspartijen, nationaal en internationaal gevormd moeten worden. De resultaten zullen meegenomen worden in de ruimtelijke plannen voor het centrum gebied. Bestaande onderwijsgebouwen
In de tussentijd kunnen onderwijsinstellingen terecht in bestaande gebouwen, zoals: Alnovum, en vanaf 2009 in een deel van de oude bibliotheek en tot 2012 in de Aardbei. In de “Aardbei”, het rode gebouw tegenover het gemeentehuis zijn op dit moment de Pabo gevestigd en Acta, een opleiding voor tandartsen en mondhygiënisten. De HvA overweegt nieuwbouw in Almere voor de huisvesting van al haar opleidingen in Almere. De huisvesting is gepland tussen het gemeentehuis en het ziekenhuis.
Studentenhuisvesting
Op de studenten, waar het uiteindelijk toch om draait, moet de bundeling van voorzieningen ook aantrekkingskracht uitoefenen (goede en betaalbare kamer, makkelijk bereikbaar met OV, uitgebreide sportfaciliteiten etc). Er wonen in Almere circa 4.500-5.000 studenten zo blijkt uit een onderzoek van RIGO uit 2006. Hiervan studeren er circa 3.300 in Almere of in Amsterdam. Zo'n 65% van de Almeerse studenten woont thuis. De overige studenten wonen zelfstandig of op kamers. Almere telt 272 studentenkamers dwz onzelfstandige eenheden van de corporaties. Het werkplan van 2006-2010 zet in op een vergroting van het aanbod tot 500. Het huidige aanbod staat echter onder druk. De corporatie is voornemens het aantal eenheden de komende tijd te verminderen, dan wel aan anderen te verhuren wegens gebrek aan belangstelling. Zaak is om met de corporatie in overleg te gaan over dit voornemen. De studentenpopulatie gaat immers de komende tijd groeien. Dan zijn de huidige studenteneenheden wel degelijk nodig. Studenten kunnen ook reageren op goedkope huurwoningen van de corporaties die niet specifiek voor studenten zijn bedoeld: zelfstandige wooneenheden met een huur tot € 343,49. Dit zijn er ongeveer 1.800 (inschrijftijd nodig: circa 3 jaar). Naar deze woningen is echter veel vraag van Almeerse starters, waardoor het voor studenten lastig zal zijn een zelfstandige eenheid te bemachtigen.
3.5
Marketing en PR
Almere is een jonge stad, maar weet een bepaalde groep jongeren nog onvoldoende aan zich te binden. Om jongeren aan de stad te kunnen binden voor Hoger Onderwijs moet er aanbod zijn, maar omgekeerd moet de jeugd ook in Almere willen studeren. Almere moet als studiestad gezicht krijgen bij (potentiële) studenten. Er zal een traditie op Hoger Onderwijs gevestigd moeten worden. Deze richting is al in gang gezet met de actie “Studeren…Het kan in Almere” en met de website; www.studereninalmere.nl. Deze aanpak van citymarketing moet voortgezet en geïntensiveerd worden. De positieve kanten van het studeren in Almere, zoals ruim aanwezige studentenhuisvesting en goede sportfaciliteiten zullen gepromoot worden.
15/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
Concrete mogelijke acties zijn: - Een onderzoek naar de beweegredenen en de beleving van de studenten die in Almere wonen - Het actueel maken en uitbreiden van de website. - Het maken van een Almeerse studiegids waarin het totale onderwijs aanbod in alle segmenten (bekostigd, commercieel, internationaal, duaal, etc) beschreven wordt. - Billboardcampagnes die Almere als studiestad profileren. - Bijdragen aan voorlichtingsacties op Middelbare scholen en ROC’s. De plannen worden uitgewerkt in een marketing en communicatieplan. Uitvoering gebeurt in samenwerking met de hogescholen, maar het initiatief moet meer dan in de afgelopen jaren bij Almere liggen. Almere wil het academisch klimaat versterken. De opening van het studiejaar, de Han Lammers Leerstoel en lezingencycli (o.a van de Han Lammers Leerstoel en van de Dutch Health School) kunnen bijdragen aan het vestigen van een traditie van het Hoger Onderwijs en het versterken van het academisch klimaat en het imago van Almere Publiciteit rond deze activiteit is noodzakelijk.
3.6
Doorstroom MBO/HBO
Het potentieel aan MBO studenten dat door kan stromen naar het HBO wordt in Flevoland nog niet volledig benut. Landelijk is het doorstoompercentage 50% en in Flevoland ligt het op 40%. De provincie Flevoland zal onderzoek doen naar dit thema. Dat is afgesproken in het kader van het overleg over het convenant. Inzet van het onderzoek is om de instroom en uitstroom van MBO studenten naar vervolgopleidingen of werk in kaart te brengen. Om van MBO studenten HBO studenten te maken is het nodig dat: • MBO studenten weten dat ze in Almere door kunnen studeren (dus voorlichting, campagnes op de MBO scholen etc). • De HBO opleidingen aansluiten op de MBO opleidingen (doorlopende leerlijn, verkort HBO na afronden MBO). Dit is een opdracht aan de onderwijsinstellingen om opleidingen op elkaar te stemmen. • Daarnaast kan ingezet worden op versterking van niveau 3 en 4 van het MBO, waardoor het potentieel aan doorstromers wordt vergroot. In alledrie gevallen is samenwerking nodig met de aanbieders van Hoger Onderwijs. Door middel van b.v de studiegids kan een bijdrage geleverd worden aan de voorlichting over de doorstromingsmogelijkheden. Voor wat betreft het creëren van doorlopende leerlijnen zijn de instellingen van hoger onderwijs en de ROC’s aan zet5. Met de convenantpartners kan in elk geval het 5
Vu /Windesheim heeft op 7 februari een convenant met o.a ROCASA Almere gesloten voor de ontwikkeling van doorlopende leerlijnen mbo/hbo.
16/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
overleg hierover gevoerd worden. De gemeente wil een overlegplatform realiseren (onderwijstafel) waarin deze en andere initiatieven rond het onderwijs besproken worden. Dit voornemen dateert al uit de vorige nota, maar heeft nog geen structurele invulling gekregen. 3.7
Subsidies
Tot op heden is een belangrijk deel van het beschikbare budget besteed aan subsidies voor nieuwe opleidingen. Daarmee worden de aanloopkosten voor de opleiding voor een deel gelenigd. De subsidieverlening vindt plaats binnen de algemene subsidieverordening van de gemeente Almere, maar die biedt geen inhoudelijk houvast. Er is geen specifieke regeling ontwikkeld, zoals de provincie Flevoland dat heeft gedaan. Voor de subsidies hoger onderwijs is een regeling nodig met criteria als beoordelingskader voor subsidieaanvragen en criteria voor het bepalen van de hoogte van het subsidie. Uitgaande van de doelen die nagestreefd worden en de lijnen waarlangs getracht wordt die doelen te bereiken wordt aan de volgende vijf criteria gedacht voor de beoordeling van subsidie aanvragen: - De opleiding moet bijdragen aan de volumedoelstellingen (instroom 100 studenten per jaar na aanlooptijd van 3 jaar) - Aansluiten op de kansrijke thema’s uit het convenant: techniek, economie, zorg, health, preventie en delen van de groene sector en andere kenmerkende aspecten van Almere: educatie, ondernemerschap, architectuur, New Towns - Onderwijs bieden dat uitgaat van co-makership (intensieve samenwerking met plaatselijk bedrijfsleven) - Voltijdsopleidingen bieden - Doorlopende leerlijn realiseren tussen MBO/HBO of HBO/UO Deze regeling zal ingebed worden in de algemene subsidieverordening van de gemeente Almere. Hoogte subsidiebedrag
De criteria beschrijven waaraan een verzoek moet voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen, maar niet hoe de hoogte van de subsidie wordt bepaald. In het verleden is door de gemeente en de Provincie bijgedragen in de aanloopverliezen van nieuwe opleidingen van de HvA in Almere. De subsidie aanvragen zelf waren doorvoor leidend. Almere heeft echter niet alleen meer met de HvA te doen. Het blijkt dat de HvA en VU/Windesheim andere criteria hanteren voor de beoordeling van levensvatbaarheid van opleidingen6 en dus ook andere aanloopverliezen berekenen. Beter is daarom te zoeken naar een eenduidige regeling, zoals een vast bedrag per opleiding. De bekostiging van een opleiding wordt bepaald op het studentenaantal van twee jaar daarvoor (T-2). Elke startende opleiding moet dat gat van twee jaar dus zien te overbruggen. De subsidieregeling zou deze drempel dmv 6
Bron: onderzoek Oude Avenhuis iov de HvA, jan 2008
17/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
van voorfinanciering drempel moeten slechten. Na twee jaar kan de subsidie worden afgebouwd of zelf terug worden gestort. ( revolving fund). Hiervoor zal een voorstel ontwikkeld worden. De ruimte die voor de subsidies beschikbaar is zal mede afhangen van wat in het kader van de ontwikkeling van de faciliteiten en accommodaties noodzakelijk is. Daarnaast is een bijdrage regeling voor andere activiteiten nodig zoals: • Lezingencycli en het bijdragen aan haalbaarheidsonderzoeken bv ook van commerciële partijen. • Voorlichting en communicatieactiviteiten van derden. Voor een groot deel zal de gemeente Almere door eigen communicatie-activiteiten voorzien in de inzet van instrumenten voor marketing en communicatie.
3.8
Samenvatting aanpak
Samenvattend worden de volgende concrete maatregelen voorgesteld: Verbreden van de markt van regulier onderwijs a. Uitwerken van een aanbod voor Almere met de convenantpartners Nieuwe peilers: particulier en internationaal onderwijs a. Voortzetten acquisitie b. Ontwikkeling wegingskader voor initiatieven Facilitair: onderzoek accommodatiemogelijkheden Hoger Onderwijs a. Haalbaarheidsonderzoek b. Instellen overlegplatform met stakeholders c. Handhaven aanbod studentenhuisvesting PR en Marketing (Almere als studentenstad) a. Uitwerking PR en marketing plan b. Bundeling van krachten met aanbieders Bevorderen doorstroom MBO/HBO o.a door aansluiten van opleidingen (doorgaande leerlijnen) a. Actieve voorlichting en publiciteit met Hoge scholen op ROC’s b. Ontwikkelen van aansluitende leerlijnen Subsidies. a. Ontwerpen van een subsidieregeling voor nieuwe opleidingen b. Ontwerpen van een subsidieregeling voor aanpalende initiatieven
18/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
Bijlage 1: Waar gaan gaan Flevolanders naar toe? TABEL 3: WOONPLAATS STUDENT BIJ VESTIGINGSPLAATS INSTELLING IN KOLOMPERCENTAGES: WO.
plaats onderwijsinstelling HBO ALKMAAR
woonplaats student Lelystad NOP 0% -
Almere 0%
Dronten -
Urk -
Zeewolde -
ALMERE
14%
1%
9%
1%
1%
4%
AMERSFOORT
1%
0%
1%
0%
-
4%
AMSTERDAM
46%
4%
39%
1%
1%
8%
AMSTERDAM ZO APELDOORN ARNHEM ASSEN BREDA DELFT DEVENTER
3% 0% 1% 0% 0% 0%
0% 0% 0% 1%
3% 0% 1% 0% 0% 1%
0% 1% 1%
1% -
1% 1% 2% 1%
DIEMEN DOORN DRIEBERGEN RIJSENB.
20%
2%
19%
1%
1%
4%
0% 0%
0% -
0% 0%
-
-
1%
DRONTEN
0%
58%
3%
8%
4%
10%
EDE EINDHOVEN EMMEN ENSCHEDE GOUDA GRONINGEN HAARLEM
0% 0% 0% 0% 2%
0% 0% 0% 0% -
0% 0% 0% 2%
0% 0% 0% 7% -
2% 2% -
1% 1%
HENGELO HILVERSUM KAMPEN
1% -
0% 0%
0% 0%
0% 1%
-
1% 1%
LEEUWARDEN
0%
1%
1%
10%
4%
2%
LEIDEN MAASTRICHT MEPPEL NIEUWEGEIN NIJMEGEN ROTTERDAM RIJSWIJK ‘S GRAVENHAGE ‘S HERTOGENBOSCH
0% 1% 0% 1% -
0% 0% 0% 0% 0% 0% 0%
0% 0% 0% 0% 0%
1% 1% -
1% -
1% 1% -
19/21
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
TILBURG TURNHOUT (België) UTRECHT VELP WEST TERSCHELLING ZEIST ZWOLLE Totaal (=100%)
20/21
-
0% 0%
-
-
-
-
8%
3%
6%
2%
1%
36%
-
0% -
0% -
-
-
-
1% 2.670
27% 1.025
12% 957
65% 453
84% 165
23% 181
CONCEPT TUSSENBALANS PROGRAMMA HOGER ONDERWIJS
21/21